HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
FEUILLETON
PAPIEREN ROZEN
ZATERDAG 14 MEI 1927DERDE BLAD
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ DER
WETENSCHAPPEN.
Prof. dr. HA. Lorentz over het 175-jarig bestaan
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 896
OPRUIMEN
Moeder merkt op dat
vader toch niets uitvoert
en vraagt of hij dc ziika»
mer wat wil opruimen
er mocht eens iemand
komen
tracht een schaar van
een stoelleuning te nc=
men met dezelfde hond
en laat de krant vallen
bemeestert de schaar,
raapt de krant op, laat
het tijdschrift vallen en
tracht' een aschbak van
een tafeltje te nemen
heeft de aschbak ten*
slotte goed beet en pro*
beert een glas van d^n
schoorsteenmantel erbij
fc nemen
neemt bet glas op en
laat de gehcele rest op
den grond vallen
waarna moeder in for»
meert of hij geen twee
handen kan gebruiken,
de kamer is in grooter
wanorde dan eerst.
(Nadruk verboden.)
Einstein en de Haas, den heer en mevr.
baruett, en Toknan en Stewart, die
alle op de bcwcgiP" van clectronen.
hetzij in maaneton, hetzü in stroomge»
ieiders betrekking hebben cn kom.
dan tot de groote ontdekking van dc
supragcleiding door Kamerlmgh On;
nes, een van de vele vruchten waar»
toe het vloeibaarmaken van het helium
geleid heeft Het bevriezen van h
helium, het vorige jaar, door Keesanï
heelt algemeen de aandacht getrokken.
Na een bespreking van dc bevesti»
ging die een der gevolgtrekkingen uit
Einstein's gravitatietheorïe in den laat»
sten tijd heeft gevonden, volgt een
korte beschouwing over de ontwikke*
ling der stellaire astronomie, waarin
Kapteyn een overwegend aandeel heeft
gehad. De aandacht wordt gevestigd
op het onderzoek over de rotatie van
het melkwegstelsel, dat J. H. Oort te
Leiden onlangs verricht heeft.
Hierna besloot spreker als volgt:
Waar zoo veel bereikt is, en zoo
velen met geestdrift aan de gemeen»
schappelijke taak werken, kunnen wij
de toekomst met gerustheid tc gemoct
gaan. En ook wat onze Maatschappij
betreft, kunnen wij goeden moed heb
ben. Zij zal,- zoo mogen wij hopen,
steeds goede krachten tot zich weten
te trekken en bij gunstiger wordende
omstandigheden, hare werkzaamheid
allengs verder kunneq uitbreiden.
Zij zal. naar de mate van hare krach»
ten. ook buiten onze grenzen eenigen
invloed ten goede kunnen hebben. \Vr
onderhouden betrekkingen van goede
kameraadschap met vele zusterinstel»
lingen, en de buitenlandschc leden
lijst, in welke bijna alle namen voor»
komen, die ik straks genoemd heb,
strekt zich over vele landen uit Zoo
zal de Maatschaonii op bescheiden wij
zc iets kunnen bijdragen tot die toe»
nadering der volken die ons zoo ter
harte gaat en waarvan wij de teekenen
beginnen te zien.
HET JAARVERSLAG
Aan het jaarverslag van Prof. Lo»
rentz ontleenen wij:
Voor de bibliothecaresse en den
tweeden bibliothecaris is het een druk
jaar geweest wegens het overbrengen
van een groot aantal tijdschriften naar
dc bibliotheek van Teyler's Stichting
of naar die van de Rijksuniversiteit te
Leiden. Zoo is nlaats .gewonnen voor
wat voortdurend van vele zijden ont»
vangen wordt. Daaronder is veel van
groote waarde. Het komt menigmaal
voor dat Haarlem de eenige plaats in
Nederland is. waar, hetzij in de bibli.
otheck van onze Maatschappij, hetzij
in die van Teyler's Stichting, een bc
langrijke publicatie kan worden ge-
vonden.
Aau het zestiende deel der volledige
werken van Christiuan Huygcns is
voortgewerkt; met het afdrukken is
raen tot het 20ste vel gevorderd, zoo»
dat het gedeelte dat op de theorie der
botsing betrekking heeft, bijna vol»
tooid is. Tot diep leedwezen van het
Dagelijksch Bestuur cn zeker van u a!»
Ien heeft echter Prof. Kortewcg zich
door zijn gezondheidstoestand genood»
zaakt gezien, de leiding dezer uitgave,
die hij na het overlijden van Bosscha
in 1911 op z'ch had genomen, neer te
leggen. Ik zal dus voortaan niet meer
het jaarverslag aantrekkelijk kunnen
maken door dc mededeelingen die ik
elk jaar van Korteweg ontving en
waarin hij zoo goed de verdiensten
van Huygens wist te doen uitkomen.
Voor mij, die het voorrecht heb ge»
had, jarenlang met Korteweg in dc
Huygcns»commissie samcu te werken,
is het thans een behoefte mijne bc»
wondering voor zijn ingespannen en
onverpoosden arbeid uit tc spreken
NIEUWE UITGAVEN.
Bij dc finma H. D. Tjecnik Will-ink
te Haailcm verscheen een handig
'boekje. Handleiding bij de in-Vulling
van het aangiftebiljet voor dc Rijks»
inkomstcn'bedasring door W. Meije»
ringh, inspecteur der directe belastin»
gen te Nijmegen.
Een handlc-iding die jufst noi velen
van pas jial kommen bomen, die am»
•ders allicht moeite zouden hebben
bij de invulling van -het aangifteb.ljet
voor de Rijksi;ikoms t embe'i'as ;ing.
Het boekje begint met een 'nïei»
ding cn bespreking van het Bronncm*
stelsel. Hetgeen goed gezien js. daar
velen vaak hun biljet niet juist invul*
ien omdat ze de „Bronncnthcorie"
niet kennen. Een volgende paragraaf
handelt over he.t v-ragen van Ln-lick»
timgen door de inspecteurs. Daarna
worden uitvoerige inlichtingen gege»
ven over de invulling van het aangif»
tedbiljet.
Een alphabc-Hsch register vergemak
kelijikt hot gebruik van het werkje.
Ongetwijfeld zal deze uitgave onenig»
een van nut kunnen zijn.
Van de Maatschappij -voor goede en
goedkooipe lectuur te Amsterdam ont
vingen wij: Het onderwijs aan de
Nedcrlandschc Universiteiten en
Hoogcscholen. Gids voor Vlamingen
samengesteld vanwege het Algemeen
Neder la ndsah Verbond. Een gids in
den geest als die indertijd vorsche»
nen voor creze aumverwante-n in
ZuadoAfrika.
Heden, Zaterdagmiddag, werd in het
eigen gebouw aan het Spaarne de jaar-
lijksche vergadering gehouden van de
Hollandsche Maatschappij der Weten
schappen.
Rede Prof. dr. H. A. Lorentz
over Herinneringen en vooruit
zichten.
Prof. Lorentz hield de volgende rede
Toen het dagelijksch bestuur mij de
eer deed, mij te vragen vandaag een
korte voordracht te houden, heb ik mij
gaarne daartoe bereid verklaard. Im»
xners, dit is een herdenkingsdag in dc
geschiedenis der Maatschappij, al is hei
aantal van haar levensjaren niet door
50, maar slechts door 25 deelbaar, en
er is dus aanleiding, voor een wijl den
blik terug te slaan, om uit het verleden
ai te leiden wat wij van de toekomst
mogen hopen. Het lag daarom voor dc
hand flat de voorzitter een beroep op
een der oudere leden zou doen en
daar ik nu langzamerhand heel vooraan
in de lijst ben gekomen, is de keus op
mij gevallen. De gekozen titel: „Herin»
neringen en Vooruitzichten" zal u nu
pok niet verwonderen.
Den 7den Juni 1902 werd het 150»jarig
bestaan der Maatschappij met eenigen
luister gevierd, een luister die in bij»
zondert mate verhoogd werd doordat
Z. K- H. de Prins der Nederlanden kort
te voren de opdracht van het protecto»
raat, voorheen door Koning Willem III
bekleed, welwillend had aanvaard en
aanstonds de eerste algemeene verga»
dering daarna met Zijne tegenwoordig»
beid vereerde. Ik voeg hier dadelijk bij
dat tot onze kostelijke herinneringen
aan de verloopen kwart eeuw dit be»
hoort, dat Z. K. H. gestadig warme en
Jevendige belangstelling Ln het werk en
het streven der Maatschappij heeft ge
toond. niet dan iD de uiterste noodzaak
een algemeene vergadering verzuimende.
Wij hopen en vertrouwen dat ook in
'de toekomst, vele jaren nog, de Maat»
schappij zich in die belangstelling zal
mogen verheugen.
Om het programma der feestelijke
bijeenkomst niet te overladen, werden
in 1902 alle zakelijke besprekingen voor
af, des morgens, in het gebouw der So»
cieteit „De Vereenïging" afgedaan. Dc
eigenlijke vergadering had later hier in
dit gebouw plaats, onder leiding van
den voorzitter, den toenmaligen Com»
missaris der Koningin, Mr. G. van
Tienhoven, die op de wijze, waarvan
onze voorzitters altijd het geheim schij»
tien te bezitten, waardigheid en opge»
wektheid wist te vereenigen.
De vier directeuren en de vijftien le«
'den die uit dien tijd zijn overgebleven
sullen ook nog met ingenomenheid te»
rugdenken aan de boeiende rede door
Prof. Bosscha, die van 1S84 tot 1909 se»
cretaris der Maatschappij is geweest,
aan haar ontstaan en hare geschiedenis
gewijd. Voorts werd een bijzonder
groot aantal nieuwe leden, zoo binnen»
landsche als buitenlandsche benoemd
en had men mij opgedragen een voor»
dracht te houden over een natuurkun»
dig onderwerp, zoo mogelijk met den
dag verband houdende. Dit is dc eer»
ste van de jaarlyksche voordrachten
die wij sindsdien geregeld hebben ge»
DE ROMAN VAN EEN CIRCUS»
MEISJE
Uit het Engelsch van
RUBY M. AYRES.
Vertaald door J. van der Sluys
(Nadruk verboden).
4)
De groote, deftige huisknecht, zit»
tend aan het einde van de lange rij
bedienden, kuchte bescheidenhet
zwakke geiuid klonk hol in de stilte; de
blozende keukenmeid veegde een traau
weg van haar glimmend gezicht eu
fluisterde tot het binnenmeisje, dat
heteen schande was.
De jonge Roderick maakte zijn droge
lippen vochtig.... hij voelde zich dui»
zel-g, het was alsof hij droomde. Met
moeite kwam hij overeind, leunde met
zijn armen op de tafel naar voren, en
stcarde naar Mr. Fergcrson.
Maarwat is 200 pond
voor mij?. stamelde hij hcelemaal
van streek. Als een vlufht boozc vogels
schoten hem plotseling ecu hoop her»
inncringen voor den geest, schulden
die hij in de stad gemaakt had. celd»
schieters, die hem door zyn tijdelijke
had. Ik behoef er niet aan te herinne»
ren hoeveel onze algemeene vergade»
ringen er bij hebben gewonnen, dat wij
mannen als b.v. Kamtrbngh Onnes en
Kuenen de uitkomsten van hunne on»
derzockingen en overwegingen hebben
hooren uiteenzetten.
Het spreekt van zelf dat ook de
maaltijd in 1902 nog beter verzorgd was
dan wij het al gewoon waren. Wij zaten
in het Brongebouw aan, want de zaal
waarin wij ons nu bevinden en die nog
altijd dt „nieu-.ve zaal" genoemd wordt,
wera eerst in 1904 in gebruik genomen.
Uit de notulen der daaraan vooraf»
gaande jaren blijkt met hoeveel zorg
het dagtlijksch bestuur deze zoo ge»
wenschte uitbreiding had behandeld.
Een onderwerp dat nog meer be
moeiing en hoofdbreken heeft gekost
was het legaat van dr. L. Bleekrode,
een verdienstelijk natuurkundige, die in
zijn eenvoudige laboratorium in een
der Haagsche Hoogere Burgerscholen
menig interessant onderzoek had ge»
daan. De aanzienlijke scm die hij aan
de Maatschappij vermaakte was door
hem in de eerste plaats voor de stich
ting te 's»Gravenhage van een gedenk»
teeken voor Christiaan Huygens be»
stemd. Een ontwerp daarvoor werd
door den grooten bouwkundige P. J. H.
Cuypcrs, wiens geboorte, honderd jaar
geleden, men overmogen zal herden»
ken, in samenwerking met Bosscha op»
gemaakt en er zijn lange onderhande»
lingen met het Haagsche gemeentebc»
stuur gevoerd. Men kon echter niet tot
overeenstemming komen en ten slotte
moest van het Huygens»monumcnt wor»
den afgezien.
Het eenige wat daarvan is gekomen
is het model, op een derde van de
grootte die in werkelijkheid zou zijn
gekozen, dat thans in den tuin van dit
gebouw staat. Het werd door de Maat»
schappij aan Bosscha ten geschenke ge»
geven en door dezen later wederom
aan de Maatschappij afgestaan.
Toen de oprichting van het monu
ment mislukt was, werd in 1912 over»
eenkomstig de bepalingen van het tes»
tament een andere bestemming aan het
legaat Bleekrode gegeven. Het is ge
bezigd ten behoeve der Nbliotheek, in
de eerste plaats om een belendend per»
ceel aan te koopen en tot boekerij in
te richten. Dat was. vergeleken met
vroeger een groote verbetering; de boe»
ken en tijdschriften kwamen veel bete
tot hun recht, vooral nadat dr. Mol»
huysen een catalogus had samengesteld.
In verband met een en ander besloot
men terug te komen op een in 1902
genomen besluit en niet langer een aan»
tal tijdschriften in bruikleen aan de bi»
bliothcek der Rijksuniversiteit te Leb-
den af te staan.
Intusschen, in de laatste jaren vond
het dagelijksch bestuur toch geen vrede
met dc voortdurende opeenstapeling
van groote reeksen van rijdschriften op
een plaats waar er zeer weinig naar
gevraagd wordt.
Tegenwoordig worden de tydschrif»
ten. zoowel de oude jaargangen als dc
loopende nummers in de bibliotheek
van Teyler's Stichting of in de Leïdsche
bibliotheek, voor zoover deze ze niet
reeds bezitten geplaatst, waarbij aan de
eerste de voorrang wordt gegeven. De
afstand geschiedt voor goed. maar met
moeilijkheden geholpen hadden omdat
zijn vader een oude man was en rijk
en hy de eenige zoon. Een uur geleden
waren zijn verplichtingen hem zoo klein
voorgekomen een druppel in een zee
van goud: maar nu twee honderd
Dond was alles, waarmee hij zich door
de wereld moest slaan twee honderd
pond was alles wot hem scheidde van
honger en gebrek.
En dan benam een andere gedachte
hem bijna de adem. Lilian! Wat moest
er van haar worden? Lilian van wie,
hij hield met al het vuur en al de ro»
mantiek van zijn jeugd. Lilian, met
wier kus op de lippen hij Londen ver»
laten had toen het telegram van den
ouden Fergerson hem riep en die ge»
fluisterd had dat het m sschien nu niet
lang meer zou duren voor zij konden
trouwen.
Hij had begrepen, wat zij bedoelde
waaraan zij gedacht had het geld,
dat hem zou toebehooren. Zij had»
den daarop gewacht, voordat zij haar
moeder hun geheim hadden verteld,
want Mrs. Fane was een wereldschc,
materialistische vrouw voor haar bc»
stond er maar ccn ding op de wereld,
dat de moeite van het hebben de
moeite van het zoeken waard was
rijkdom!
En nu was de oude man gestorven
en hij. Roderick, bezat tw.chon-dcrd
armzalige ponden om aan de voeten tc
l-"ggen van de vrouw d e hi; lief had.
Hij lachte schamper. Wat een lugu»
duïdeJijlce aanwijzing tn de Üoeïëen daf
zij van dc Maatschappij afkomstig zijn.
Het dagelijksch bestuur heeft gemeend
op deze wijze van dc schatten die wij
ontvangen ccn waarlijk nuttig gebruik
te maken.
Ik bc'hoef nauwelijks te zeggen-, dat
ons ruilverkeer zich in de laatste 25
jaren zeer heeft u.tgebreid. Wij onder»
houden betrekkingen met honderden
genootschappen en bibliotheken over
de geheelc aarde verspreid en hebbem
er stee<i6 naar gestrcef-d zoo vrijge»
vig mogelijk te zij-n. Zoo kan men al»
lcrwe-gc genieten van het monument
dat de Maatschappij door het uitge»
ven van zijne werken voor Chris»
riaan Huygens geslicht heeft.
Het begin vam deze publicatie be»
hoort a! tot dc oude herin-neringen,
want reeds in 1884 werd besloten, het
plain daartoe, dat bij dc Akademie
van Wetenschappen gerezen was, te
verwezen!ijken. Al die jaren is daar»
aan gewerkt en de vcische-nen dee»
1-cn strekken niet alleen tot eer van
onzen. -grooten natuurkundige dor
zeventiende eeuw, maar' zijn ook een
velsprekend getuigenis van de toe»
wijding der drie mannen die achter»
een volgens de leiding hebbon op
zich genomen, David Bierens de Haan
Johannes Bosscha en Prof. D. J.
Korteweg. Waarschijnlijk zal geen
van hen aanvankelijk gedacht befe»
ben .aan zoo grooten omvang en
zoo langen duur.
Ook do fmancieele enschen
die de onderneming aan d;e Maat»
schappij stelde werden allengs zwaar»
der, te zwaar zelfs, totdat voor
eenige jaren dc toekenning van een
Rijkssubsidie hierin uitkomst bracht.
Zoo mogen wy, wat deze publica»
tie betreft, met veel voldoening op
het verrichte werk terugzien, maar
d-e vooruitzichten zijn onzeker. Zeer
moeilijk zal het vallen de nog te
verwachten deelen zich waardig bij
de reeds versahenen te doen aamsiui»
Jen
Meermalen heeft in den loop dor
jaren de Maatschappij haar wijze van
werken veranderd. Sedert 1912 zijn
geen prijsvragen uitgeschreven,
waarmee intusschen niet gezegd is,
dat, indien een directeur of een lid
een bijzonder doeltreffende vraag
mocht bedenken, die -riet uitgescbre»
ven zou kunnen worden. Met het
verkenen van de Huygens»» cn de
Boeithaavefinedaifle hield men ai
veertig jaar geleden op: in plaats
daarvan 'heeft men van toen af om
dc twee jaren een som van f 500 voor
de bevordering van eenigen ta-k van
wetenschap besteed; men hoeft
daarmede zeker goede uitkomsten
bereikt. Maar toen men eenmaal den
vastgestcldem cyclus van tien vakken
had door loopen hebben dc omstan»
digheden het raadzaam gemaakt,
deze werkzaamheid te staken. Dat
was wel noodig, wilde men althans
van tijd tot tijd en op matige wijze
voldoen aan dc vele aanvragen om
steun voor wetenschap-pel ijk on-der»
zoek.
Hoewel nu, wat diit betreft, de
hulpmiddelen der Maatschappij geen
gelijken tred hebben gehouden me
kaar goeden wil, is de balans, als
men die over een niet te kort tijdvak
opmaakt, niet onbevredigend. Wij
hebben, en ik geef hier geen volledi»
ge opsomming, Dr. I-otsy aan zijn
proeftuin geholpen. 'bij voorkomende
gelegenheden verschillende onderzee»
kers van instrumenten of andere
hulpmiddelen voorzien, dc waame»
miiuj der zonsverduisteringen in 1901
en 1914 bevorderd cn met anderen
Prof. Parmckoak in staat gesteld in
Oostdndië den zuidelijken Melkweg
te bestudeeren. Wij hebben deel ge»
had in dc uitgave van Zcdler's boek
over de oude geschiedenis van de
boekdrukkunst en .in de bewerking,
onder leiding van Prof. Wensinck d-er
concordanties van den Islam.
Verder heeft dc Maatschappij de
..Dictionary of plant names" van
Gerth van Wijck, de „Recherches ré»
firactométriqucs" van J. F- Eykman,
de onderzoekingen van C. A. J. A.
Ou-demans over dc Fungi van Neder»
land en het werk van Kleiweg de
Zwaan; „Völkeiikfundliohes und Ge»
schichtliches über die Heilkunde- de~
Chinesen u-n-d Japa-ner" uitgegeven.
Eindelijk hebben wij thans iets da;
de straks genoemde tweejaarlijksche
subsidies verre overtreft. Dank zij de
miidheid van wijlen den directeur
Langdrhuizen kunnen wij jaarlijks et»
tel'ijtko duize-ndein beste.den ter be»
vordering van verschillende weten»
schappen. Welk gebruik van de in»
komsten van het Langerhuizen-fonids
gemaakt is, ligt nog versch in het
geheugen.
War-neer wij soms gebukt gaan
onder de economische gevolgen die
de oorlog cok voor oruze Maatschap-
bcre, wreede grap. Het kon immers niet
waar zijn aanstonds zou hij ontwas
ken en zichzelf meester vinden van het
oude huis met Lilian Fane als zijn
vrouw en geen arme drommel. Met
een schok dacht hij ineens aan het
kleine circusmc;sje. Twee honderd pond
zou vcor haar een vermogen heteeke»
nen, ofschoon het armoede voor hem
was. Hij was nieuwsgierig hoe het met
haar waswat zij gedacht had van
he* haastigsgekrabbclde briefje, dat hij
haar gestuurd had op den avond van
zijn vaders dood, waarin hij haar mee»
deelde, waarom hij zijn belofte, om
haar dien avond tc ontmoeten niet kon
nakomen.
Het circus was bij het aanbreken van
den dag weer verder getrokken. Den
eerst volgenden keer dat hij weer door
het dorp liep.-lag de groote weide ver»
laten; alleen dc diepe wielsporen merk»
ten de plaats waar het gestaan had.
Arme kleine mademoiselle Rosalie.
Vreemd, dat hij nu aan haar moest den
ken, terwijl hij bier a3n het hoofd van
de lar.gc tafel zat. in het weelderige
'•.u's, dat nooit het zijne zou werden,
met den dreigenden ondergang voor
oogen.
Mr. Fergerson begon weer te spreken.
Roderick probeerde te luisteren, maar
het was moeilijk. Hij had een pijnlijk
:<:voel in het hoofd het klamme bc»
ff van bet noodlot dat over hem ge»
komen was.
Natuurlijk, Roderick kun je hier
py heef: gehad, d'an ban het on-s tot
cen-igen troost surebken, dat ook in
vroeger jaren dergelijke zorgen be»
staan hebben. Het kom; in de versla*
gen der vergaderingen van Directeu»
ren en van het Dageiijksoh Bestuur
herhaaldelijk tot uiting en aan denk»
beelden omtrent midiic»co tot verbc»
tering heeft het niet outbroken. Jk
vind b.v. de suggestie dat de DLrcc»
teuren de gewoonte zouden aanme»
men, öeder een som van duizend
guiden aan de Maatschappij te lega»
toeren. Dat zou, meende men, zonder
bezwaar gaan, en de leden zouocu
niet behoc-vcn te denken dat zij net
niet zo-oden mogen doen. lis vornuld
hot denkbeeld, echter zonder er der,
nadruk op te leggen.
Dit laatste niet omdat wij hun die
dc Maatschappij hun goede gezindheid
mochten willen tooncn, liever niet
een bepaalden weg moeten voorsehrij»
ven. Laten wij in plaats daarvan dank»
baar erkennen dat ons van verschil»
lende zijden in de laatste jaren krach»
ttge steun is ten deel gevallen cn dat
menigmaal voor bepaalde doeleinden
warme sympathie werd gevonden.
Waarlijk, niet minder dan in grooter
cn rijker landen, hebben in Neder»
land verlichte mannen en vrouwen gc*
toond te beseffen van hoe groote
waarde, in verschillend opzicht, de
bloei van het wetenschappelijk onder»
zoek is.
Van dien bloei, in onze dagen, zou
ik u nu gaarne een indruk geven, maar
ik moet mij daarbij uit den aard der
zaak beperken tot het gebied waar»
mede ik het meest vertrouwd ben; an»
deren zouden op hun wijze hetzelfde
kunnen doen. Laat ik u alleen wijzen
op een en ander dat mij bijzonder
heeft getroffen.
In het nu volgende overzicht van
den vooruitgang der natuurkunde in
dc laatste 25 jaren worden in dc eer»
ste plaats Laue's ontdekkiir» van dc
diffractie der Röntgenstralen door
kristallen en nieuwe vindingen in dc
draadlooze telegraphic eu telephonic
besproken. Hierbij wordt melding ge»
maakt van het icbruik van den snaar»
galvanometer door W. F. F'nthnveri
cn Y3D het zenden met korte golven.
In de ontwikkeling dezer laatste
methode hebben Philips' Moeilampen»
fabrieken, dank zij Dr. van der Po] cn
den heer Numans zich onderscheiden.
In verband Hiermede wordt -gewezen
op de groote diensten die het labora»
tcrium te Eindhoven ook aan de zui»
vere natuurkunde bewijst.
Spreker staat daarna stil bij de
quanta«thcorie van Planck en bij dc
verklaring die Bohn van het water»
stofspectrum heeft occven. Hij wijd:
eenige woorden aan de proeven van
nog een heclen tijd blijven. Het zal
maanden duren, voordat alles geregeld
is terwijl niemand weet wat er nog
gebeuren kan.
De jonge Briton keck hem verwezen
aan; hij vond het eenvoudig dwaasheid
wat de oude rechtsgeleerde daar als
schrale troost zei.
.Te kunt nooit weten wat er gebeurt.
Hij wist heel goed wat er gebeuren
zou. Lilian Fane zou met iemand anders
trouwen hoogstwaarschijnlijk met
den ouden Querno, die millionnair was.
Hij stond op met een gevoel alsof hij
zou stikken.
De ry zwijgende bedienden keken
hem met deelnemende belangstelling
aan.
Hij was een goed»gebcuwde jonge
man slank en breed geschouderd. De
keukenmeid die zich nog zijn moeder
kon herinneren barstte in luid snikken
uit.
Het is ecu schande dat is het
een brutale schande, zei ze veront»
waardigd. Terwijl wij alleu dachten, dat
Mr. Roderick onze meester zou wor»
den.
Zij werd door den deftigen huisknecht
F Mende de kamer uitgeleid: deze voel»
dc z-ch gcwicht'g door het legaat van
1 nnderd pond dat hem was toegekend'
de andere bedienden volgden hen in
een melancholiek en stoet; Roderick cn
Mr. Fcrger-v'-n hieven alleen achter.
De jonge Briton liep r. ar het venster
en keek naar den somberen tuin, waar
gele bladeren over het grasveld dwar»
relden; plotseling begon hij heesch te
lachen.
Eigenlijk had ik op zoo iets moe»
ten rekenen. Hij heeft altijd een hekel
aan mij gehad.... ik had er zoo half
en half op voorbereid moeten zijn.
Mr. Fergerson vouwde eenige papic»
ren zorgvuldig op.
Je vader was een harde man, zei
hij langzaam. Hij kon nooit vergeven,
ofschoon wy allen, vergiffenis noodig
hebben.
De jonge Briton trok een strak ge»
zicht.
U bedoelt zeker mijn moeder? U
meent, dat hy nooit kon vergeten dat
ik haar zoon ben? De oude man maak»
te een afwerend gebaar met zijn han»
den.
Je was te jong Roderick om te bc»
seffen hoe je vader er onder geleden
heeft dat zij zich de laatste jaren voor
haar vroegtijdigen dood geheel van hem
had afgewend en als een vreemde, boos
cn zwijgend naast hem leefde in zijn
eigen huis.
Hij dwong haar daartoe; hij hc»
handelde 'naar immers als een gevan»
gene, en hij zelf was de cipier. Hij
verwaarloosde haar, gaf haar geen lief
de en speelde den baas over haar alsoi
ze een klein kind was.
Dc oude Fergerson schudde het
hcofd.
- Jl begrijpt het niet, zei hy. Je
begrijpt het werkelijk niet.
Men behoeft geen zestig jaar te
zijn om te weten hoe een vrouw bc»
handeld moet worden, antwoordde Ro»
derick heftig. En ik hoop dat. als ik
etrouwd ben, ik mijn vrouw beter zal
chandelen dan mijn vader deed.
De oude Fergerson sloot zijn tasch.
Ik hoop dat je dat zult. Roder,ck...
zei hij ernstig. Hij stak den jongen man
zijn hand toe. Adieu, ik moet mijn trein
pakken. Je weet me te vinden als je mij
n-oodig hebt.
Roderick volrrde hem. Hij wou sprc»
kea over Lilian, maar om de ccn of
andere reden kon hij er niet toe ko*
men.
Hy wandelde met den ouden man
door de tochtige oprijlaan. Bij het hek
zei hij ineens kortaf:
Ik sprak daar juist over wat ik zal
doen, wanneer ik getrouwd ben! Maar
welke vrouw zou ccn bedelaar willen
trouwen?
Geld betcekcnt niet alles. Rode»
riekze:de de oude man ernstig
er zijn genoeg vrouwen, die nog geloo*
ven in waarachtige liefde Ntera hef
niet tc trag:sch op. jongen; er ziin neg
andere dingen in dc wereld dan geld./
Voor een man m t hers ns. m:s-
schïen. maar voor m i niet. Wat moet
ik beginnen? Wat heb ik ooit geleerd
behalve mijn vuisten te gebruiken? Ik
weet wc', dat het voor een deel mijn
eigen schuld is. maar dat neemt niet
weg dat het erg zuur is.
(Wordt vervolgd) J