HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN FEUILLETON PAPIEREN ROZEN ZATERDAG 14 MEI 1927DERDE BLAD HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ DER WETENSCHAPPEN. Prof. dr. HA. Lorentz over het 175-jarig bestaan VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 896 OPRUIMEN Moeder merkt op dat vader toch niets uitvoert en vraagt of hij dc ziika» mer wat wil opruimen er mocht eens iemand komen tracht een schaar van een stoelleuning te nc= men met dezelfde hond en laat de krant vallen bemeestert de schaar, raapt de krant op, laat het tijdschrift vallen en tracht' een aschbak van een tafeltje te nemen heeft de aschbak ten* slotte goed beet en pro* beert een glas van d^n schoorsteenmantel erbij fc nemen neemt bet glas op en laat de gehcele rest op den grond vallen waarna moeder in for» meert of hij geen twee handen kan gebruiken, de kamer is in grooter wanorde dan eerst. (Nadruk verboden.) Einstein en de Haas, den heer en mevr. baruett, en Toknan en Stewart, die alle op de bcwcgiP" van clectronen. hetzij in maaneton, hetzü in stroomge» ieiders betrekking hebben cn kom. dan tot de groote ontdekking van dc supragcleiding door Kamerlmgh On; nes, een van de vele vruchten waar» toe het vloeibaarmaken van het helium geleid heeft Het bevriezen van h helium, het vorige jaar, door Keesanï heelt algemeen de aandacht getrokken. Na een bespreking van dc bevesti» ging die een der gevolgtrekkingen uit Einstein's gravitatietheorïe in den laat» sten tijd heeft gevonden, volgt een korte beschouwing over de ontwikke* ling der stellaire astronomie, waarin Kapteyn een overwegend aandeel heeft gehad. De aandacht wordt gevestigd op het onderzoek over de rotatie van het melkwegstelsel, dat J. H. Oort te Leiden onlangs verricht heeft. Hierna besloot spreker als volgt: Waar zoo veel bereikt is, en zoo velen met geestdrift aan de gemeen» schappelijke taak werken, kunnen wij de toekomst met gerustheid tc gemoct gaan. En ook wat onze Maatschappij betreft, kunnen wij goeden moed heb ben. Zij zal,- zoo mogen wij hopen, steeds goede krachten tot zich weten te trekken en bij gunstiger wordende omstandigheden, hare werkzaamheid allengs verder kunneq uitbreiden. Zij zal. naar de mate van hare krach» ten. ook buiten onze grenzen eenigen invloed ten goede kunnen hebben. \Vr onderhouden betrekkingen van goede kameraadschap met vele zusterinstel» lingen, en de buitenlandschc leden lijst, in welke bijna alle namen voor» komen, die ik straks genoemd heb, strekt zich over vele landen uit Zoo zal de Maatschaonii op bescheiden wij zc iets kunnen bijdragen tot die toe» nadering der volken die ons zoo ter harte gaat en waarvan wij de teekenen beginnen te zien. HET JAARVERSLAG Aan het jaarverslag van Prof. Lo» rentz ontleenen wij: Voor de bibliothecaresse en den tweeden bibliothecaris is het een druk jaar geweest wegens het overbrengen van een groot aantal tijdschriften naar dc bibliotheek van Teyler's Stichting of naar die van de Rijksuniversiteit te Leiden. Zoo is nlaats .gewonnen voor wat voortdurend van vele zijden ont» vangen wordt. Daaronder is veel van groote waarde. Het komt menigmaal voor dat Haarlem de eenige plaats in Nederland is. waar, hetzij in de bibli. otheck van onze Maatschappij, hetzij in die van Teyler's Stichting, een bc langrijke publicatie kan worden ge- vonden. Aau het zestiende deel der volledige werken van Christiuan Huygcns is voortgewerkt; met het afdrukken is raen tot het 20ste vel gevorderd, zoo» dat het gedeelte dat op de theorie der botsing betrekking heeft, bijna vol» tooid is. Tot diep leedwezen van het Dagelijksch Bestuur cn zeker van u a!» Ien heeft echter Prof. Kortewcg zich door zijn gezondheidstoestand genood» zaakt gezien, de leiding dezer uitgave, die hij na het overlijden van Bosscha in 1911 op z'ch had genomen, neer te leggen. Ik zal dus voortaan niet meer het jaarverslag aantrekkelijk kunnen maken door dc mededeelingen die ik elk jaar van Korteweg ontving en waarin hij zoo goed de verdiensten van Huygens wist te doen uitkomen. Voor mij, die het voorrecht heb ge» had, jarenlang met Korteweg in dc Huygcns»commissie samcu te werken, is het thans een behoefte mijne bc» wondering voor zijn ingespannen en onverpoosden arbeid uit tc spreken NIEUWE UITGAVEN. Bij dc finma H. D. Tjecnik Will-ink te Haailcm verscheen een handig 'boekje. Handleiding bij de in-Vulling van het aangiftebiljet voor dc Rijks» inkomstcn'bedasring door W. Meije» ringh, inspecteur der directe belastin» gen te Nijmegen. Een handlc-iding die jufst noi velen van pas jial kommen bomen, die am» •ders allicht moeite zouden hebben bij de invulling van -het aangifteb.ljet voor de Rijksi;ikoms t embe'i'as ;ing. Het boekje begint met een 'nïei» ding cn bespreking van het Bronncm* stelsel. Hetgeen goed gezien js. daar velen vaak hun biljet niet juist invul* ien omdat ze de „Bronncnthcorie" niet kennen. Een volgende paragraaf handelt over he.t v-ragen van Ln-lick» timgen door de inspecteurs. Daarna worden uitvoerige inlichtingen gege» ven over de invulling van het aangif» tedbiljet. Een alphabc-Hsch register vergemak kelijikt hot gebruik van het werkje. Ongetwijfeld zal deze uitgave onenig» een van nut kunnen zijn. Van de Maatschappij -voor goede en goedkooipe lectuur te Amsterdam ont vingen wij: Het onderwijs aan de Nedcrlandschc Universiteiten en Hoogcscholen. Gids voor Vlamingen samengesteld vanwege het Algemeen Neder la ndsah Verbond. Een gids in den geest als die indertijd vorsche» nen voor creze aumverwante-n in ZuadoAfrika. Heden, Zaterdagmiddag, werd in het eigen gebouw aan het Spaarne de jaar- lijksche vergadering gehouden van de Hollandsche Maatschappij der Weten schappen. Rede Prof. dr. H. A. Lorentz over Herinneringen en vooruit zichten. Prof. Lorentz hield de volgende rede Toen het dagelijksch bestuur mij de eer deed, mij te vragen vandaag een korte voordracht te houden, heb ik mij gaarne daartoe bereid verklaard. Im» xners, dit is een herdenkingsdag in dc geschiedenis der Maatschappij, al is hei aantal van haar levensjaren niet door 50, maar slechts door 25 deelbaar, en er is dus aanleiding, voor een wijl den blik terug te slaan, om uit het verleden ai te leiden wat wij van de toekomst mogen hopen. Het lag daarom voor dc hand flat de voorzitter een beroep op een der oudere leden zou doen en daar ik nu langzamerhand heel vooraan in de lijst ben gekomen, is de keus op mij gevallen. De gekozen titel: „Herin» neringen en Vooruitzichten" zal u nu pok niet verwonderen. Den 7den Juni 1902 werd het 150»jarig bestaan der Maatschappij met eenigen luister gevierd, een luister die in bij» zondert mate verhoogd werd doordat Z. K- H. de Prins der Nederlanden kort te voren de opdracht van het protecto» raat, voorheen door Koning Willem III bekleed, welwillend had aanvaard en aanstonds de eerste algemeene verga» dering daarna met Zijne tegenwoordig» beid vereerde. Ik voeg hier dadelijk bij dat tot onze kostelijke herinneringen aan de verloopen kwart eeuw dit be» hoort, dat Z. K. H. gestadig warme en Jevendige belangstelling Ln het werk en het streven der Maatschappij heeft ge toond. niet dan iD de uiterste noodzaak een algemeene vergadering verzuimende. Wij hopen en vertrouwen dat ook in 'de toekomst, vele jaren nog, de Maat» schappij zich in die belangstelling zal mogen verheugen. Om het programma der feestelijke bijeenkomst niet te overladen, werden in 1902 alle zakelijke besprekingen voor af, des morgens, in het gebouw der So» cieteit „De Vereenïging" afgedaan. Dc eigenlijke vergadering had later hier in dit gebouw plaats, onder leiding van den voorzitter, den toenmaligen Com» missaris der Koningin, Mr. G. van Tienhoven, die op de wijze, waarvan onze voorzitters altijd het geheim schij» tien te bezitten, waardigheid en opge» wektheid wist te vereenigen. De vier directeuren en de vijftien le« 'den die uit dien tijd zijn overgebleven sullen ook nog met ingenomenheid te» rugdenken aan de boeiende rede door Prof. Bosscha, die van 1S84 tot 1909 se» cretaris der Maatschappij is geweest, aan haar ontstaan en hare geschiedenis gewijd. Voorts werd een bijzonder groot aantal nieuwe leden, zoo binnen» landsche als buitenlandsche benoemd en had men mij opgedragen een voor» dracht te houden over een natuurkun» dig onderwerp, zoo mogelijk met den dag verband houdende. Dit is dc eer» ste van de jaarlyksche voordrachten die wij sindsdien geregeld hebben ge» DE ROMAN VAN EEN CIRCUS» MEISJE Uit het Engelsch van RUBY M. AYRES. Vertaald door J. van der Sluys (Nadruk verboden). 4) De groote, deftige huisknecht, zit» tend aan het einde van de lange rij bedienden, kuchte bescheidenhet zwakke geiuid klonk hol in de stilte; de blozende keukenmeid veegde een traau weg van haar glimmend gezicht eu fluisterde tot het binnenmeisje, dat heteen schande was. De jonge Roderick maakte zijn droge lippen vochtig.... hij voelde zich dui» zel-g, het was alsof hij droomde. Met moeite kwam hij overeind, leunde met zijn armen op de tafel naar voren, en stcarde naar Mr. Fergcrson. Maarwat is 200 pond voor mij?. stamelde hij hcelemaal van streek. Als een vlufht boozc vogels schoten hem plotseling ecu hoop her» inncringen voor den geest, schulden die hij in de stad gemaakt had. celd» schieters, die hem door zyn tijdelijke had. Ik behoef er niet aan te herinne» ren hoeveel onze algemeene vergade» ringen er bij hebben gewonnen, dat wij mannen als b.v. Kamtrbngh Onnes en Kuenen de uitkomsten van hunne on» derzockingen en overwegingen hebben hooren uiteenzetten. Het spreekt van zelf dat ook de maaltijd in 1902 nog beter verzorgd was dan wij het al gewoon waren. Wij zaten in het Brongebouw aan, want de zaal waarin wij ons nu bevinden en die nog altijd dt „nieu-.ve zaal" genoemd wordt, wera eerst in 1904 in gebruik genomen. Uit de notulen der daaraan vooraf» gaande jaren blijkt met hoeveel zorg het dagtlijksch bestuur deze zoo ge» wenschte uitbreiding had behandeld. Een onderwerp dat nog meer be moeiing en hoofdbreken heeft gekost was het legaat van dr. L. Bleekrode, een verdienstelijk natuurkundige, die in zijn eenvoudige laboratorium in een der Haagsche Hoogere Burgerscholen menig interessant onderzoek had ge» daan. De aanzienlijke scm die hij aan de Maatschappij vermaakte was door hem in de eerste plaats voor de stich ting te 's»Gravenhage van een gedenk» teeken voor Christiaan Huygens be» stemd. Een ontwerp daarvoor werd door den grooten bouwkundige P. J. H. Cuypcrs, wiens geboorte, honderd jaar geleden, men overmogen zal herden» ken, in samenwerking met Bosscha op» gemaakt en er zijn lange onderhande» lingen met het Haagsche gemeentebc» stuur gevoerd. Men kon echter niet tot overeenstemming komen en ten slotte moest van het Huygens»monumcnt wor» den afgezien. Het eenige wat daarvan is gekomen is het model, op een derde van de grootte die in werkelijkheid zou zijn gekozen, dat thans in den tuin van dit gebouw staat. Het werd door de Maat» schappij aan Bosscha ten geschenke ge» geven en door dezen later wederom aan de Maatschappij afgestaan. Toen de oprichting van het monu ment mislukt was, werd in 1912 over» eenkomstig de bepalingen van het tes» tament een andere bestemming aan het legaat Bleekrode gegeven. Het is ge bezigd ten behoeve der Nbliotheek, in de eerste plaats om een belendend per» ceel aan te koopen en tot boekerij in te richten. Dat was. vergeleken met vroeger een groote verbetering; de boe» ken en tijdschriften kwamen veel bete tot hun recht, vooral nadat dr. Mol» huysen een catalogus had samengesteld. In verband met een en ander besloot men terug te komen op een in 1902 genomen besluit en niet langer een aan» tal tijdschriften in bruikleen aan de bi» bliothcek der Rijksuniversiteit te Leb- den af te staan. Intusschen, in de laatste jaren vond het dagelijksch bestuur toch geen vrede met dc voortdurende opeenstapeling van groote reeksen van rijdschriften op een plaats waar er zeer weinig naar gevraagd wordt. Tegenwoordig worden de tydschrif» ten. zoowel de oude jaargangen als dc loopende nummers in de bibliotheek van Teyler's Stichting of in de Leïdsche bibliotheek, voor zoover deze ze niet reeds bezitten geplaatst, waarbij aan de eerste de voorrang wordt gegeven. De afstand geschiedt voor goed. maar met moeilijkheden geholpen hadden omdat zijn vader een oude man was en rijk en hy de eenige zoon. Een uur geleden waren zijn verplichtingen hem zoo klein voorgekomen een druppel in een zee van goud: maar nu twee honderd Dond was alles, waarmee hij zich door de wereld moest slaan twee honderd pond was alles wot hem scheidde van honger en gebrek. En dan benam een andere gedachte hem bijna de adem. Lilian! Wat moest er van haar worden? Lilian van wie, hij hield met al het vuur en al de ro» mantiek van zijn jeugd. Lilian, met wier kus op de lippen hij Londen ver» laten had toen het telegram van den ouden Fergerson hem riep en die ge» fluisterd had dat het m sschien nu niet lang meer zou duren voor zij konden trouwen. Hij had begrepen, wat zij bedoelde waaraan zij gedacht had het geld, dat hem zou toebehooren. Zij had» den daarop gewacht, voordat zij haar moeder hun geheim hadden verteld, want Mrs. Fane was een wereldschc, materialistische vrouw voor haar bc» stond er maar ccn ding op de wereld, dat de moeite van het hebben de moeite van het zoeken waard was rijkdom! En nu was de oude man gestorven en hij. Roderick, bezat tw.chon-dcrd armzalige ponden om aan de voeten tc l-"ggen van de vrouw d e hi; lief had. Hij lachte schamper. Wat een lugu» duïdeJijlce aanwijzing tn de Üoeïëen daf zij van dc Maatschappij afkomstig zijn. Het dagelijksch bestuur heeft gemeend op deze wijze van dc schatten die wij ontvangen ccn waarlijk nuttig gebruik te maken. Ik bc'hoef nauwelijks te zeggen-, dat ons ruilverkeer zich in de laatste 25 jaren zeer heeft u.tgebreid. Wij onder» houden betrekkingen met honderden genootschappen en bibliotheken over de geheelc aarde verspreid en hebbem er stee<i6 naar gestrcef-d zoo vrijge» vig mogelijk te zij-n. Zoo kan men al» lcrwe-gc genieten van het monument dat de Maatschappij door het uitge» ven van zijne werken voor Chris» riaan Huygens geslicht heeft. Het begin vam deze publicatie be» hoort a! tot dc oude herin-neringen, want reeds in 1884 werd besloten, het plain daartoe, dat bij dc Akademie van Wetenschappen gerezen was, te verwezen!ijken. Al die jaren is daar» aan gewerkt en de vcische-nen dee» 1-cn strekken niet alleen tot eer van onzen. -grooten natuurkundige dor zeventiende eeuw, maar' zijn ook een velsprekend getuigenis van de toe» wijding der drie mannen die achter» een volgens de leiding hebbon op zich genomen, David Bierens de Haan Johannes Bosscha en Prof. D. J. Korteweg. Waarschijnlijk zal geen van hen aanvankelijk gedacht befe» ben .aan zoo grooten omvang en zoo langen duur. Ook do fmancieele enschen die de onderneming aan d;e Maat» schappij stelde werden allengs zwaar» der, te zwaar zelfs, totdat voor eenige jaren dc toekenning van een Rijkssubsidie hierin uitkomst bracht. Zoo mogen wy, wat deze publica» tie betreft, met veel voldoening op het verrichte werk terugzien, maar d-e vooruitzichten zijn onzeker. Zeer moeilijk zal het vallen de nog te verwachten deelen zich waardig bij de reeds versahenen te doen aamsiui» Jen Meermalen heeft in den loop dor jaren de Maatschappij haar wijze van werken veranderd. Sedert 1912 zijn geen prijsvragen uitgeschreven, waarmee intusschen niet gezegd is, dat, indien een directeur of een lid een bijzonder doeltreffende vraag mocht bedenken, die -riet uitgescbre» ven zou kunnen worden. Met het verkenen van de Huygens»» cn de Boeithaavefinedaifle hield men ai veertig jaar geleden op: in plaats daarvan 'heeft men van toen af om dc twee jaren een som van f 500 voor de bevordering van eenigen ta-k van wetenschap besteed; men hoeft daarmede zeker goede uitkomsten bereikt. Maar toen men eenmaal den vastgestcldem cyclus van tien vakken had door loopen hebben dc omstan» digheden het raadzaam gemaakt, deze werkzaamheid te staken. Dat was wel noodig, wilde men althans van tijd tot tijd en op matige wijze voldoen aan dc vele aanvragen om steun voor wetenschap-pel ijk on-der» zoek. Hoewel nu, wat diit betreft, de hulpmiddelen der Maatschappij geen gelijken tred hebben gehouden me kaar goeden wil, is de balans, als men die over een niet te kort tijdvak opmaakt, niet onbevredigend. Wij hebben, en ik geef hier geen volledi» ge opsomming, Dr. I-otsy aan zijn proeftuin geholpen. 'bij voorkomende gelegenheden verschillende onderzee» kers van instrumenten of andere hulpmiddelen voorzien, dc waame» miiuj der zonsverduisteringen in 1901 en 1914 bevorderd cn met anderen Prof. Parmckoak in staat gesteld in Oostdndië den zuidelijken Melkweg te bestudeeren. Wij hebben deel ge» had in dc uitgave van Zcdler's boek over de oude geschiedenis van de boekdrukkunst en .in de bewerking, onder leiding van Prof. Wensinck d-er concordanties van den Islam. Verder heeft dc Maatschappij de ..Dictionary of plant names" van Gerth van Wijck, de „Recherches ré» firactométriqucs" van J. F- Eykman, de onderzoekingen van C. A. J. A. Ou-demans over dc Fungi van Neder» land en het werk van Kleiweg de Zwaan; „Völkeiikfundliohes und Ge» schichtliches über die Heilkunde- de~ Chinesen u-n-d Japa-ner" uitgegeven. Eindelijk hebben wij thans iets da; de straks genoemde tweejaarlijksche subsidies verre overtreft. Dank zij de miidheid van wijlen den directeur Langdrhuizen kunnen wij jaarlijks et» tel'ijtko duize-ndein beste.den ter be» vordering van verschillende weten» schappen. Welk gebruik van de in» komsten van het Langerhuizen-fonids gemaakt is, ligt nog versch in het geheugen. War-neer wij soms gebukt gaan onder de economische gevolgen die de oorlog cok voor oruze Maatschap- bcre, wreede grap. Het kon immers niet waar zijn aanstonds zou hij ontwas ken en zichzelf meester vinden van het oude huis met Lilian Fane als zijn vrouw en geen arme drommel. Met een schok dacht hij ineens aan het kleine circusmc;sje. Twee honderd pond zou vcor haar een vermogen heteeke» nen, ofschoon het armoede voor hem was. Hij was nieuwsgierig hoe het met haar waswat zij gedacht had van he* haastigsgekrabbclde briefje, dat hij haar gestuurd had op den avond van zijn vaders dood, waarin hij haar mee» deelde, waarom hij zijn belofte, om haar dien avond tc ontmoeten niet kon nakomen. Het circus was bij het aanbreken van den dag weer verder getrokken. Den eerst volgenden keer dat hij weer door het dorp liep.-lag de groote weide ver» laten; alleen dc diepe wielsporen merk» ten de plaats waar het gestaan had. Arme kleine mademoiselle Rosalie. Vreemd, dat hij nu aan haar moest den ken, terwijl hij bier a3n het hoofd van de lar.gc tafel zat. in het weelderige '•.u's, dat nooit het zijne zou werden, met den dreigenden ondergang voor oogen. Mr. Fergerson begon weer te spreken. Roderick probeerde te luisteren, maar het was moeilijk. Hij had een pijnlijk :<:voel in het hoofd het klamme bc» ff van bet noodlot dat over hem ge» komen was. Natuurlijk, Roderick kun je hier py heef: gehad, d'an ban het on-s tot cen-igen troost surebken, dat ook in vroeger jaren dergelijke zorgen be» staan hebben. Het kom; in de versla* gen der vergaderingen van Directeu» ren en van het Dageiijksoh Bestuur herhaaldelijk tot uiting en aan denk» beelden omtrent midiic»co tot verbc» tering heeft het niet outbroken. Jk vind b.v. de suggestie dat de DLrcc» teuren de gewoonte zouden aanme» men, öeder een som van duizend guiden aan de Maatschappij te lega» toeren. Dat zou, meende men, zonder bezwaar gaan, en de leden zouocu niet behoc-vcn te denken dat zij net niet zo-oden mogen doen. lis vornuld hot denkbeeld, echter zonder er der, nadruk op te leggen. Dit laatste niet omdat wij hun die dc Maatschappij hun goede gezindheid mochten willen tooncn, liever niet een bepaalden weg moeten voorsehrij» ven. Laten wij in plaats daarvan dank» baar erkennen dat ons van verschil» lende zijden in de laatste jaren krach» ttge steun is ten deel gevallen cn dat menigmaal voor bepaalde doeleinden warme sympathie werd gevonden. Waarlijk, niet minder dan in grooter cn rijker landen, hebben in Neder» land verlichte mannen en vrouwen gc* toond te beseffen van hoe groote waarde, in verschillend opzicht, de bloei van het wetenschappelijk onder» zoek is. Van dien bloei, in onze dagen, zou ik u nu gaarne een indruk geven, maar ik moet mij daarbij uit den aard der zaak beperken tot het gebied waar» mede ik het meest vertrouwd ben; an» deren zouden op hun wijze hetzelfde kunnen doen. Laat ik u alleen wijzen op een en ander dat mij bijzonder heeft getroffen. In het nu volgende overzicht van den vooruitgang der natuurkunde in dc laatste 25 jaren worden in dc eer» ste plaats Laue's ontdekkiir» van dc diffractie der Röntgenstralen door kristallen en nieuwe vindingen in dc draadlooze telegraphic eu telephonic besproken. Hierbij wordt melding ge» maakt van het icbruik van den snaar» galvanometer door W. F. F'nthnveri cn Y3D het zenden met korte golven. In de ontwikkeling dezer laatste methode hebben Philips' Moeilampen» fabrieken, dank zij Dr. van der Po] cn den heer Numans zich onderscheiden. In verband Hiermede wordt -gewezen op de groote diensten die het labora» tcrium te Eindhoven ook aan de zui» vere natuurkunde bewijst. Spreker staat daarna stil bij de quanta«thcorie van Planck en bij dc verklaring die Bohn van het water» stofspectrum heeft occven. Hij wijd: eenige woorden aan de proeven van nog een heclen tijd blijven. Het zal maanden duren, voordat alles geregeld is terwijl niemand weet wat er nog gebeuren kan. De jonge Briton keck hem verwezen aan; hij vond het eenvoudig dwaasheid wat de oude rechtsgeleerde daar als schrale troost zei. .Te kunt nooit weten wat er gebeurt. Hij wist heel goed wat er gebeuren zou. Lilian Fane zou met iemand anders trouwen hoogstwaarschijnlijk met den ouden Querno, die millionnair was. Hij stond op met een gevoel alsof hij zou stikken. De ry zwijgende bedienden keken hem met deelnemende belangstelling aan. Hij was een goed»gebcuwde jonge man slank en breed geschouderd. De keukenmeid die zich nog zijn moeder kon herinneren barstte in luid snikken uit. Het is ecu schande dat is het een brutale schande, zei ze veront» waardigd. Terwijl wij alleu dachten, dat Mr. Roderick onze meester zou wor» den. Zij werd door den deftigen huisknecht F Mende de kamer uitgeleid: deze voel» dc z-ch gcwicht'g door het legaat van 1 nnderd pond dat hem was toegekend' de andere bedienden volgden hen in een melancholiek en stoet; Roderick cn Mr. Fcrger-v'-n hieven alleen achter. De jonge Briton liep r. ar het venster en keek naar den somberen tuin, waar gele bladeren over het grasveld dwar» relden; plotseling begon hij heesch te lachen. Eigenlijk had ik op zoo iets moe» ten rekenen. Hij heeft altijd een hekel aan mij gehad.... ik had er zoo half en half op voorbereid moeten zijn. Mr. Fergerson vouwde eenige papic» ren zorgvuldig op. Je vader was een harde man, zei hij langzaam. Hij kon nooit vergeven, ofschoon wy allen, vergiffenis noodig hebben. De jonge Briton trok een strak ge» zicht. U bedoelt zeker mijn moeder? U meent, dat hy nooit kon vergeten dat ik haar zoon ben? De oude man maak» te een afwerend gebaar met zijn han» den. Je was te jong Roderick om te bc» seffen hoe je vader er onder geleden heeft dat zij zich de laatste jaren voor haar vroegtijdigen dood geheel van hem had afgewend en als een vreemde, boos cn zwijgend naast hem leefde in zijn eigen huis. Hij dwong haar daartoe; hij hc» handelde 'naar immers als een gevan» gene, en hij zelf was de cipier. Hij verwaarloosde haar, gaf haar geen lief de en speelde den baas over haar alsoi ze een klein kind was. Dc oude Fergerson schudde het hcofd. - Jl begrijpt het niet, zei hy. Je begrijpt het werkelijk niet. Men behoeft geen zestig jaar te zijn om te weten hoe een vrouw bc» handeld moet worden, antwoordde Ro» derick heftig. En ik hoop dat. als ik etrouwd ben, ik mijn vrouw beter zal chandelen dan mijn vader deed. De oude Fergerson sloot zijn tasch. Ik hoop dat je dat zult. Roder,ck... zei hij ernstig. Hij stak den jongen man zijn hand toe. Adieu, ik moet mijn trein pakken. Je weet me te vinden als je mij n-oodig hebt. Roderick volrrde hem. Hij wou sprc» kea over Lilian, maar om de ccn of andere reden kon hij er niet toe ko* men. Hy wandelde met den ouden man door de tochtige oprijlaan. Bij het hek zei hij ineens kortaf: Ik sprak daar juist over wat ik zal doen, wanneer ik getrouwd ben! Maar welke vrouw zou ccn bedelaar willen trouwen? Geld betcekcnt niet alles. Rode» riekze:de de oude man ernstig er zijn genoeg vrouwen, die nog geloo* ven in waarachtige liefde Ntera hef niet tc trag:sch op. jongen; er ziin neg andere dingen in dc wereld dan geld./ Voor een man m t hers ns. m:s- schïen. maar voor m i niet. Wat moet ik beginnen? Wat heb ik ooit geleerd behalve mijn vuisten te gebruiken? Ik weet wc', dat het voor een deel mijn eigen schuld is. maar dat neemt niet weg dat het erg zuur is. (Wordt vervolgd) J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 13