HAARLEM'S DAGBLAD DE GROOTEN DER HISTORIE. ZATERDAG 14 MEI 1927 TWEEDE BLAD XV Michiel Adriaensz. de Ruyter 16071676. ten. Maar het schijnt de Ruyter geen kwaad te hebben gedaan. Er zjjn jonge» lui die beter wat minder kunnen ver» dienen dan wat meer, en vermoedelijk behoorde hij tot deze categorie. Aan den vasten wal bleek Michiel Adriaensz. op den duur een geweldig lastige knaap te zijn. Er was geen land met hem te bezeilen, om het maar eens strikt»toepasselijk uit te drukken, en op 3 Augustus 1618 kreeg hij zijn zin en stak als „hoogbootsmansjongen" voor het eerst in zee. Aan boord bleek hij een uitstekende kracht, een harde werker en een schrandere jongen. Hy was voor *t zee» manslevcn geboren en maakte, toen hij er eenmaal in op gang was, heel snel promotie. Van matroos werd bij weldra stuurman (1631) en later schipper (1636) op een kaperschip en daarna op een koopvaarder. Inmiddels had de avon» tuurlijke jongeman er zoo tusschcndoor nog eens een periode aan land beleefd, waarin hij als konstabel of wel bus» schieter diende onder prins Maurits in 't Land van Kleef en voor Bergen op Zoom. Den zestienden Maart 1631 trouwde Michiel met Maria Velters, maar zijn eerste huwelijk had wel een zeer kort en tragisch verloop, want zij stierf op Oudejaarsdag van hetzeifde jaar. Vijf jaar later giug de Ruyrer (die inmid» dels verscheidene lange reizen als schip» per gemaakt had, waaronder twee in dienst van de Groenlandsche Ccnipag» nie) een tweede huwelijk aan met Cor» nelia Engels. Daaruit" werden vier kin» deren geboren, o.a. een zoon die Engel heette en die zijn leven zou eindigen als vice»admiraal. Evenals aan Tromp viel dus ook aan de Ruyter een zoon ten deel die dc prestaties zijns vaders op hetzelfde gebied in zekere mate wist te evenaren, maar toch nimmer diens grootheid verwierf. Michiel Adriaensz. de Ruyter Pas het vorige jaar is zijn dood. toen precies 2s0 jaar geleden, door ge» heel Nederland herdacht. En er is toen zooveel over hem geschreven, dat ik welhaast zou mogen aannemen dat het niet strikt noodig is ora zijn levensloop hier nog eens te relevecren. Maar wie zou zich een serie Grootcn der Histo» ric kunnen voorstellen zonder daarin dc stoere, krachtige figuur van den grootste onzer zeehelden tc zien? En hoe zou ik, na over Tromp geschreven te hebben, de Ruyter kunnen voorbij» gaan? Er is een analogie niet de ccnige tusschcn deze twee in beider af» komst Die van de Kuyte rwas nog be» scheidener zelfs dan van Bestevaèr. Zijn vader. Adriaen Michielsz., was een bierbrouwersknecht te Vlissingen. De moeder. Alida Jans. schijnt de dochter of zus» ter van een „ruiter in 's lands dienst" (zooals de historici zeggen; wij zouden maar gewoonweg van „een huzaar" spreken) geweest te zijn. En daarom gingen haar kinderen den achternaam Dc Ruiter of De Ruyter voeren. Michiel Adriaensz. deed dat in elk geval pas later; zoolang hij onder de twintig bleef hield hij er dien achternaam nog niet op na. In zijn jongensjaren moet hij een heel lastige knaap geweest zijn on= gedurig, ondernemend, roekeloos, vol kattckwaad. Dat hij op zijn tiende jaar dc spits van dc Vlissingsche kerkto» ren beklom is zooiets als een nationale legende geworden, en ik behoef daar» over dus niets meer te zeggen. Dat hij in de lijnbaan van de firma Lampsens aan het werk werd gezet is al even bekend; heel Nederland weet dat de Ruyter in een blauwgeruitc kiel draaide aan het groote wiel. Hij verdiende er zes stuivers per week mee, hetgeen niet veel is en ujt vakvereenigings»oogpunt bezien bepaald laakbaar moet hee» Haarlemmer Halletjes. EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Open Brief aan de Chineezen in China. Aangeteekend. Mijne Heeren Chineezen, liet is u misschien bekend, dat wij Nederlanders wel eens de Chineezen van Europa genoemd worden, zoodat wij familie van u zouden zijn; laat ons zeggen een soort van achterneven, daar wij op dit oogenblik in elk geval n;ct veel meer op u lijken. Mogelijk zijn sommigen van ons nog wat nader in de parentatie, bijvoorbeeld de kapitein van het bootje van Groenwoud op Bruinwoud, dien ik eens op een morgen heb hooren uitschelden voor „leelijke waterchinees", omdat hij, naar ik moet erKennen door een onvoorzichtige ma» noeuvre, tegen een schoeiing aanvoer, waardoor een boer die juist bezig was met het schoonmaken van zjjn melk» emmers hals over kop te water viel. Die voegde er bii, dat de vaart juist dien dag zoo buitengewoon vuil was. „Goed genoeg voor je melkemmers", zei de kapitein, die dat „waterchinecs" maar kwalijk verkroppen kon. „Nou ja", zei de boer, „die melk is toch maar voor jou en zulk slag van volk". Waar» uit maar weer duidelijk blijkt, dat je altijd de melk moet koken. Maar dit verhaal zal u, Heeren Chi» neezen, waarschijnlijk niet interesseeren, omdat u naar ik gehoord heb nooit melk drinkt. Wij vinden dat vreemd. Als gij geen melk drinkt, hoe kunt gij dan een vermageringskuur beginnen, wanneer uw dokter zegt: „man je wordt te dik", en je voorschrijft om voortaan alle lekkere en smakelrke dingen te laten staan. Of blijven jullie altijd ma» ger, zoodat een ontvettingskuur nooit nood:g is? Op die vraag zou ik wel een antwoord willen hebben, want om u de waarheid te zeggen zien jelui er allemaal precies hetzelfde uit. Misschien denken jullie dat het nie* zoo is. maar dan verg:s je je toch. Allemaal uit» steknde jukbeenderen, scheeve oogen (laat die toch eens rechtzetten, het'staat zoo gek) een gele huidskleur en zwart haar. dat afhangt in een staart. A propos, waarom dragen jelui die staar» ten toch en hoe krijg je het gedaan om die zoo te laten groeien? Al gaan wij van ons leven niet naar den kapper, dan groeit ons haar nog niet in een punt naar beneden, maar blijft als een brecde bos sluik op onze kraag hm» gen. Is het waar, dat je'. :i dat als een sieraad beschouw'? Dan zijn we, zou :k zeggen, heelemaal niet van de fanvlïe want bij ons kninnen zelfs de vrouwen en jomne meisjes hun haar af, totdat ze niets meer hebben, da" wat polkahaar langs de wangen en zelfs dat niet eens altiid. Toen ik op school was. heel héél lang geleden, heb ik met mijn schoolknme» raadjes geleerd, dat er bij jelui in China goo verbazend veel delfstoffen ia den Michiel Adriaensz. de Ruyter leidde wel een zeer avontuurlijk leven eer hij in 1641, vierendertig jaar oud, voor een korte periode in 's lands zeedienst kwam. Hij had zelf een kaperschip ge» commandecrd en later in particulieren dienst het bevel gevoerd over een schip dat de Duinkerker kapers bestreed. Hij was koopvaardijkapitein geweest en had lange reizen ondernomen naar de Noordelijke zeeën. Hij had tc land en ter zee gestreden, en van Januari 1640 tot 1 Mei 1641 maakte hij een zeereis naar Brazilië in dienst van de firma Lampsens. Op 20 Juni 1641 werd hij door den stadhouder Frederik Hendrik benoemd tot kapitein van het schip De Haze, dat behoorde tot een vloot die onder Ar» nout Gijsels tot hulp van Portugal was uitgezonden. Hij kreeg daarbij den rang ran schout»bij»nacht. hetgeen bewijst dat bet promotiesysteem bij de marine] in die dagen zijn bijzondere merkwaar» digheden had. Op 4 November 1641 I vochten de Hollanders bij St Vincent met een Spaanschc vloot. De strijd bleef onbeslist; de Ruyter scnijnt in de» zen zijn eersten zeeslag een actieve rol tc hebben gespeeld. Maar toen hij in Januari 1647 met de vloot te Vlissingen was tcruggc» kcerd ging hij weer in dienst der hoe» ren Lampsens en maakte voor hen vele reizen, o.a. naar Ierland, de Middel» landsche Zee en Wcst»Indic. waarbij heel wat gevechten met zeeroovers en ook wel (tot den vrede van Munster in 1648) met Spaansche schepen geleverd werden. In September 1650 stierf zijn tweede vrouw, cn op 8 Januari 1652 ging hjj een derde huwelijk aan met Anna van Gel» der. Daarna diende hij zijn ontslag in bij de firma Lampsens. Hij had genoeg van het avontuurlijke zeemansleven en nam zich voor om verder een rustig leventje als landrot te slijten. Maar dat duurde wel heel kort Niet langer zelfs dan zes maanden. De Voorzienigheid bad anders beschikt over de levenstaak van Michiel Adriaensz. de Ruyier. tn het was hem niet beschoren om op zijn vijfenveertigste jaar cr het bijltje bij neer te leggen. Integendeel. Hij stond vlak voor een carrière die hem tot grooten roem en glorie zou voeren en den eenvoudigen zeerob, tot een der helden van de wereldgeschiedenis maken. Toen einde Mei 1652 het treffen van Tromp met Blake had plaats gehad Gat het begin van den Eersten Engclschcn zeeoorlog bleek tc zijn en het absoluut noodzakelijk was om de vloot van de Staten uit tc breiden, werd Dc Ruyter tot viccecommandeur benoemd. Er was heel wat aandrang noodig om hem tot aanvaarding van dezen post te bewegen, maar tenslotte zwichtte hij. En dit was het begin van de glorie. Zijn eerste treffen met den tyand werd een groote overwinning. Met een eskader van dertig schepen had hij een aantal voor West»Indië bestemde koop» vaardijschepen door het Kanaal gecon» voycerd cn wachtte op een „retour» konvooi", toen hij een Engelsche vloot van 40 schepen onder Ayscuc hij Ply» mouth ontmoette. Deze zeeslag leidde tot een volkomen Hollandsche zege. Daarna streed dc Ruyter eerst onder het opperbevel van Witte de With, daarna voerde hij diens eskader aan de vloot van Maarten Harpertsz. Tromp. Hij nam deel aan verscheidene zeeslagen, werd reeds in Maart 1653 onder dankbetuiging voor zijn buiten» gewone diensten door dc Staten van Holland met een bijzondere belooning van 1500 Kareis guldens vereerd er. be hoorde tot degenen die Tromp's dood in den zeeslag bij Ter Heydc (10 Aug. 1653) het djepst betreurden. In Novem» ber werd hij benoemd tot vice»adrniraal en bedankte voor dit hooge ambt, maar nadat dc Raadpensionaris Jan dc Witt speciale pogingen bij hem had aange» wend gaf hij in 1654 toe. een paar we» ken vóór de vrede met Engeland werd gesloten. Kort daarna viel de Ruyter een bij» zonder eerbewijs ten deel doordat hij het „grootburgerschapsrecht" van Am» sterdam verwierf, en vjjf weken later trof hem een zware shg doordat zijn oudste zoon Adriaan op achttienjarigen leeftijd stierf. Er kwamen nu jaren waarin hij tel» kens op expedities uittrok ter bescher» ming van koopvaarders en dus herhaal» ddijk in gevechten met zeeroovers ge» wikkcld werd. Zijn schip in die periode droeg den wonderlijken naam ,.'t Huis Tijdverdrijf". In 1656 voerde hij daarop een vloot van 25 schepen aan die het belegerde Dantzig tegen de Zweden moest bijstaan, en erin slaagde hen te verdrijven. Daarop volgde weer ccn lange reis naar de Middellandschc Zcc ter geleide van tachtig koopvaarders, waarna bij streed onder Van Wassc» naar Obdam, de Hollandsche admiraal die op 8 November 1658 in de Sont zulk een schitterende overwinning op dc Zweden behaalde. Toen dc Hollanders en dc Denen het eiland Funcn in strijd tegen Zweden veroverden nam de Ruy.- ter de stad Nyborg, die hij eerst ge» bombardeerd had. Vondel bezoDg dit wapenfeit, en de Hollandsche vicc»ad» miraal kreeg van het Decnschc konlngs» paar een gouden keten cn een met diamanten bezette gouden penning. Na den vrede tusschen Denemarken en Zweden, die in 1660 gesloten werd, verhieven de Denen De Ruyter in hun adelstand. Daarop keerde hij naar Hol» land terug en werd op dc Zuiderzee „overzeild", waarbij hy ternauwernood aan den dood ontsnapte. Gedurende twee jaar was de Ruyter met een smaldcclvan een 20»tal schepen in dc Middcllandsche Zee, waar spc» ciaal toezicht moest worden gehouden op dc roofstaten, die daar steeds be» langrijkcr rol begonnen tc spelen, cn den koopvaarders het leven verbitter den. Tenslotte droeg hij het bevel over aan Cornelis Tromp, den zoon van Maarten Harpertszoon, cn Keerde op bevel van Hunne Hoog Mogendcn naar het vaderland terug. Het volgende jaar ontstonden alweer koloniale conflicten met Engeland, die tot zeegevechten op de kust van Gul nea leidden. In 1665 werd de Ruyter door de Staten van Holland tot luitc» nant»admiraal benoemd cn in hetzelfde jaar brak dc Tweede Engclsche Oorlog uit op een moment toen hij met zijn eskader bij Martinique lag. Dc Holland» sche vloot had al een nederlaag gele» den toen dc Ruyter te Delfzijl tcrug> kwam, maar zijn komst bracht nieuwen moed en opgewektheid, cn men gaf hem het opperbevel. Van 1114 Juni 1666 leverde De Ruy» ter met een vloot bestaande uit 85 oorlogsschepen, 8 jachten cn 9 bran» ders, bewapend met 4615 kanonnen cn bemand met bijna 22.1XK) zeelieden en strijders, de Engelsche vloot een vier» daagschen zeeslag, die tot ccn zwaar» bevochten zege leidde. De Hollanders hadden tweeduizend dooden en gewon» den en maakten drieduizend gevnngc» nen, terwijl zij zes Engelsche schepen veroverden en cr zeventien vernielden Onder de gevangenen was dc Engel» sche vice»admiraal Ayscue. Dc Duke of Albemarle was de Britschc vlootvoogd in dezen zeeslag. Na deze overwinning werd De Ruyter zeer gehuldigd. Hij leverde Monk (den hertog van Albemarle) een tweeden slag, die evenwel zeer ongelukkig ver* hep. Cornelis Tromp schijnt bij deze gelegenheid de slag by Schooneveld niet volgens de gegeven orders tc hebben gehandeld. Ër gingen eenigc schepen verloren en een drietal der beste gezagvoerders sneuvelden. Do Ruyier moest terugtrekken. Tn Juni 1667 had de merkwaardige tocht naar Chatham plaats, die altijd als dc Ruyter's grootste wapenfeit is beschouwd. Dc vloot, onder hem en Cornelis de Witt, verliet Texel en zeilde naar den Theemsmond. Zij was bijna 100 schepen sterk met 17416 kop» pen cn 3330 kanonnen. Eerst nam het eskader van Van Gent Shecrness. en daarna werd de ketting, die de Engel» schen over de rivier gespannen hadden, doormidden gevaren. Het Engclsche ad» miraalschip Royal Charles werd ver» overd; andere Engelsche schepen wer» den door dc Hollandsche branders ver» nietigd. De Hollandsche vloot bleef daarna oor de Theems liggen, maar een twee» den „raid" op de rivier, en een poging om Harwich te verrassen, mislukten. De eerste tocht had evenwel zyn ge* weldige effect doen gelden en grooter k-istcr aan de Ruyter's naam verleend. Hij werd van alle zijden gehuldigd en geprezen, en opnieuw overladen niet dc gebruikelijke eeretcekenen van die tij» dtn gouden ketens, penningen cn bc» kers schijnen er ccn groote rol bij ge» spceld tc hebben maar hij bleef een bescheiden en eenvoudig man. evenals Bestevaèr Tromp altijd geweest was. De Luitcnanf=Adm:raal»Generaal van Holland cn Westfriesland, die reeds door verscheidene vorsten in de» adel» stand verheven was, toonde zich nog steeds dc ronde, eenvoudige zeerob, niet alleen in zijn woorden maar ook in zijn woning, zijn omgeving, zijn uitcr» Hik. Dc laatste phase van Dc Ruy glorierijke loopbaan begon in 16» 2. het jaar van ..het vaderland radeloos, red» deloos cr. redeloos", toen dc Derde Engelsche Zeeoorlog uitbrak tegelijk met een oorlog met Frankrijk, met Keulen cn Mainz. Op 7 Juni 1672 behaalde dc sterke Ncdcrlandsche vloot een succes in den zeeslag bij Soleba op dc overmachtige vereenigdc Franschc cn Engclsche vlo» ten, die onder bevel van admiraal d'Estrces cn den hertog van A ork ston» den. In de zen slag sneuvelde Van Ghent aan Hollandsche cn Sandwich aan Engelsche zijde. Het was de Ruy» I r's drieëndertigste zeeslag, cn een van de ergste. Alleen op zijn schip werd 25000 pond kruit verschoten. Daarna hadden geen bijzonder groote krijgsverrichtingen ter zee in dezen oor» log meer plaats tot op 21 Augustus 1673 de Hollandsche vloot bij Kijkdu-n opnieuw een overwinning op de En» gelsch«Frf»nsche vloot behaalde. In l'c» bruari 1674 werd reeds de vrede met Engeland geslopen en tien maanden later weigerde De Ruyter in beleefde termen een vereerende uitnoodigmg van den koning van Engeland, om eeni» ge weken aan zijn hof te komen door» brengen. Hij was geen hoveling, veeleer het tegendeel, en hij bleef maar liever •n xijn eenvoud;gc burgerlijke omgeving. Maar huiselijke rust was niet voor hem weggelegd, cn het einde naderde. In 1675 hadden de Staten besloten om een vloot van 18 schepen naar de Mid» dellandsche Zcc te st»rcn om daar de Spanjaarden tegen de Franschcn te hel» nen. De Ruyter. die met het opperbevel belast werd, achtte deze vloot tc zwak. maar aanvaardde dc gegeven opdracht omdat hij dat zijn plicht achtte, en ver» trok. Zijn gezondheidstoestand was slecht; hij leed aan graveel en aan ko» liek. Hij was een oud man, en hij zag deze expeditie mot een somber voor gevoel aan. ,.Tk' zeg n adieu voor eeuwig", sprak hij tot een van zijn vrienden. ..Ik /al in dezen tooht blij ven; ik voel het". Het werd een langdurige historie zonder veel belangrijke krygsverrich» t ngen cn met vee! verdrietelijkheden tn ergernissen, ook al omdat de Ruyter s'ccht met zijn vice»adimraal dc Haan overweg kon, cn dc Spaansche vloot zeer zwak bleek te zijn. In Januari '76 bleef dc zeeslag bij Stromboli tegen den Franschen admiraal Duquesne onbeslist. In April had een tweede slag plaats na bij Syracuse, die slechts drie uur duur» de, waarna dc Franschen afdcinsden. Een half uur na 't begin van den strijd werd de Ruyter door een kanonskogel dc voorste 'helft van den rechtervoet afgerukt, terwijl het been zwaar werd gekneusd. Dc admiraal viel van het ruim twee meter hooge 'zonnedek om* jaag cn kreeg daardoor bovendien nog een lichte hoofdwonde. Maar hij bleef zijn orders geven en het commando pvcr de vloot voeren. Na het gevecht dicteerde hij brieven aan de Staten er aan stadhouder Willem III die hij nog /elf teckcr.de. Maar toen trad hevige wondkoorts in. en in den avond van den 29sten April stierf Michiel Adriaensz. dc Ruyter. in vertrouwen op God. Hij was immer ccd vroom man geweest. Het lijk werd gebalsemd. Nadat dc Hollandsch»Spaanschc vloot op 2 Juni door de Franschen bij Palermo versia» gen was, waarbij de vicc«admivaal Dc Haan sneuvelde, werd Jc terugreis naar Holland aanvaard. Mist cn vorst ver* oorzaakten ettelijke vertragingen, cn pas den 3Ccn Januari 1677 kwam het admiraalsschip met het lijk van Dc Ruy* ter te Hcllevoetsluis binnen, cn op IS Maart had dc begrafenis in de Nieuwe Kerk te Amsterdam plaats, in tegen» woordighcid van een ontzaglijke men* schenmassa. De vier admiraals Aart van Nes, Willem Bastiaans Schepers. Cornelis Evertscn cn Thomas Vlugh omringden met zestien schccpskapi» tcins den lijkwagen. De graftombe, die de Staten hadocn aangeboden cn d;e door Rombout k er* hulst geschapen was, werd ecnige jaren later voltooid. De Republiek betreurde in Dc Ruy* tcr's nagedachtenis die van haar groot» sten zeeheld die dc grootste in de aderlandschc historie zou blijven. R. P. DE REIS VAN H M. ONDERZEEBOOT K XIII. VOORDRACHT VAN PROF DR. F. A. VENING MEINESZ. Voor de afceellng Haarlem en om* streken der Kon. Ned. crecnig ug Onze Vloot, zei prof. dr. F A. Venir.g Meinisz op Dinsdag 31 Mei in ccn Schouwburg ean den Jansweg 53 een voordracht met lichtbeelden houden over dc zoo vermaard geworden reis van HjM. Onderzeeboot K XIII van den Helder via het Panama Kanaal naar Socrabaja. Prof. Vcmng Meinesz zal daarbij do mcdedcclingen over zijn wetenschap pelijke onderzoekingen slechts in zoo* verre behandelen, dat dit geheel valt binnen het begrip zijner toehoorders, en in hoofdzaak spreken over de reis van de K XIII, het leven aan boord, de ontvangst in het buitenland enz. [rond zitten: goud, zilver, koper, maar vooral steenkolen, die evenwel niet op» gedolven konden worden, omdat de toegangswegen zoo verbazend slecht zijn. Als dat waar is. mijne heeren Chi» neezen, pleit dat niet voor jelui. Wij begrijpen het ook niet, want we leerden ook dat jelui zoo vlijtig bent waar» om leggen jelui dan geen behoorlijke wegen aan? Wij hebben in Nederland nort wel bestratingsmateriaal over, dat wij wel niet langer willen hebben, maar voor China goed genoeg zijn: keien, die we kinderhoofdjes noemen en veld» keien met punten, waar je niet op Ioo» pen kunt met je schoenen aan; jullie in de binnenlanden, hoor ik, loopen altijd blootsvoets. Probeert dat eens op onze veld kei. Misschien valt het mee! En 't is zoo jammc-r van dc steenkool. Onze geleerden hebben uhgerekend dat wij nog kolenvoorraad hebben voor hoogstens twee ecuwen sommigen zeggen voor anderhalve eeuw en weer anderen verzekeren, dat het met hoog» stens honderd jaar glad gedaan is. Moeten wij dan in Europa omkomen van de kou. terwijl de heele bodem van juEie land vol is met steenkolen van nrima kwaliteit? Neen. mijne heeren Chneezcn, dat gaat niet. Legt dus maar gauw wegen aan begint dan naar kolen te graven cn stuurt die aan ons: we betalen elkaar dan met gesloten beurzen, vanwege de kinderhoofdjes cn de veldkeien bovengenoemd. En begint nu maar dadel'jk want om de waarheid te zetten vertrouwen we jullie niet al te veel. Handjegau» wen zijn jelui, als ik dat zoo zeggen» mag. Af en toe lezen we in onze kranten, dat er weer een vechtpartij geweest is tusschen Chineezen in de Binnen Banfammerstraat of daarom» trent te Amsterdam en dat Sing, jat Leng een por in de buik heeft ge« geven aan Li Hung Chang en dat de arme drommel daaraan op zijn 44ste jaar overleden is, wat we mogen noe» men in den bloei der jaren. Zijn dat fatsoenlijke man'eren voor een volk. waarvan gezeg^ wordt dat het de oud» ste beschav'ng ter wereld heeft? Je moest je schamen heeren Chineezen. Maar dat van die steenkolen, daar moet je maar eens gauw voor zor* gen. En komt ons in Europa nu n et met k:nderachtigc uitvluchten aan: ..wc hebben ze zelf nood;g", want dat is maar malligheid. Naar ik hoor wo» nen er in dat rare land van jullie vier honderd zes en twintig millioen Chi» neezen. genoeg om mekaar te verwar» men cp een kouden dag. Jullie hebt dus oeen kolen noodig, stuurt ze maar gauw naar Europa, voor een zacht prijsje, omdat we hier a'lemaal nog d k onder de oorlogsschulden zitten- die nu eindelijk eens moeten worden afgedaan. Ik wil niet beleedcgend wezen, maar dit mag ik toch wel zeggen: erg in de pas staan jelui niet. In Amerika mogen jullie heelemaal niet meer bin* nen komen ca in Australië hebben ie zoo weinig zin in Chineezen, dat je er met ccn hoog hoofdgeld uitgehouden wordt. Vinden jullie ook niet. dat dat een raar woord is? Het moet toch niet uit je hoofd, maar uit je zak komen. Ik zou dus zeggen: deze belasting moest eigenlijk zakgeld heeten Maar dat is tot daaraan toe. Wij in onzen Oost zijn nog roiet zoover, dat we jelui er uit houden, want om de waarheid te zeggen, zijn jelui ge wiekste kooplui, van wie wij Ne* derlanders nog wel wat kur.ncn Iccren. Otschooo ik. om de waarheid te zeg» gen, van jullie grooten ijver niet veel geloof. In de Encyclopaedic vind ik een plaatje inet 't onderschrift: riistvelc in de buurt van Hon am. Daar is een rijstveld op afgebeeld op den achter» grond en op den voorgrond staat een Chinees die lui in een stoel ligt, terwijl twee Chineezen naast hem staan, die ook niemendal uitvoeren Denken jullie soms. dat op die ma» nier de rijstoogst klaar komt. door er met je rug er naar toe, niets uit te voeren? Aan 't werk. heeren Chi:* neezen, of het loopt m's met de heele oogst en jullie zult zelf het volgende jaar niemendal tc eten hebben. Mijne Heeren gij zyt knappe kerels. Het buskruit was door u al uitgevon» den, voordat Barthold Scbwarz het nog weer eens voor Europa deed maar wij gebruikten het onmiddellijk om elkaar er mee dood te schieten en gy jarenlang om er vuurwerk mee te maken, waarop gij kis Oosterlingen verzot zijt, (wij zyn het ook wel, maar willen het zoo niet weten) cn eerst door ons Europeanen hebt gij geleerd, hoe mer.schen elkaar ermee kunnen dooden. Gij ziet, heeren Chineezen, dat ik het goede n et verzwijg wanneer daar aanleiding voor is, maar ik moet er helaas dadelijk bijvoegen, dat er niet de minste reden is om op uw teenen te gaan staan. Er zijn onder u won» dérl"ke boeven, d'e vandaal de orde handhaven of moeten handhaven als soldaten of politieagenten en morgen floep de burgerij brandschatten en niet meer of minder zijn, dan roovers. Daar is n et eens een heele nacht voor noodig, de transformatie wordt eveD ge jonge jan d en klaar is het. Ik moet erkennen, dat gij in dit opzicht groote veelzijdigheid aan den dag legt: de roofkunst verstaat gij te water en te land en ik weet van een Nederlander- die nadst hij te iand in China half was uitgeplunderd, een dag later te water werd beroofd van de tweede helft, ..en het ws.en". verzekerde hij. ..dezelfde kerels". Dit was een kiene vergissing, want het waren weer an» dere en de vergissing kwam enkel hierdoor, dat gij. myme heeren, allen zijt gemodelleerd naar hetzelfde mo» del, dat als ik het maar ronduit zeg» gen mag. niet mooi Tind. Misschien komt het hierdoor, dat er bij u in Cbiua minder Nederlanders wonen, namelijk een paar honderd, dan wij ge» woonlijk aan Chineezen in Amstcr» dam en Rotterdam samen hebben. Ik hoor dat een van uw HeShebbc* rijen is om papieren vliegers op te 'a» ten. Mag ik u eens vragengaén ze inderdaad op? Bij ons in Europa laten wij meermalen vliegers op, die dat niet doen cn wanneer gij ons in dit opzicht les zoudt willen geven, zin!» len wij dat dankbaar aanvaarden N'.et dat wij in het algemeen aan uw voorlichting en medewerking be* hoefte hebben. Een vermaarde keizer (dat wil zeggen naar zyn eigen mee» ning) die een jaar of wat geleden ccn groot rijk regeerde cn sedert een jaar of wat, moe van al dat regee» ren. in een dorpje in Utrecht is gaan wonen, die beroemde heer heeft van het ..gele gevaar" gesproken. Dat zoudt Gij dan wezen, omdat gij met zoovclen cn bovendien zoo geol zijt. Blaast u daarover nu maar niet zoo op. Dat ge gevaarlijk zoudt zijn geloo» ven wij volstrekt niet. Uw ongelu'k is. dat er zoovelcn van u zijn. zoodat dc ruimte in China wat klein wordt en anderen u liever niet in hun land zien komen. Gij hebt neiging, mijne, heeren cok andere getallen tc overdrijven. Uwe staatsinstellingen worden ,n 920 deelen omschreven (mijin hemel, hoe houdt gij ze uit elkaar) zoo groot zyn onze staatswetten nog lang niet. in de verste verte niet, ofschoon hon» derdvijftig Nederlandsche mandarij» nen, die wij Kamers noemen, manda» rijnen eerste klasse en mandarijnen tweede klasse, het heele jaar door be» zig zijm nieuwe wetten te maken, waa-rvan er sommige slecht en de an* deren van nog mnnder hoedanigheid zijn. Maar 920 boeken! neen-, zoo uit» «Cnreid zijn ze niet. En dan «w left er teek e,nis. Vroeger waren er zooveel, dat gij cr zelf geen raad mee wist cn daarom ook geen kans zaagt, een courant samen tc stel» len; toen hebben de Europeanen voor u 250.000 lcttcrteekens in konre ge» goten en na dien tijd was het moge» li;k geworden, om een krant uit te ge» ven, die d«>or u Pan werd genoemd: Pan dit en Pan dat. Dit kunnen wij begrijpen. Het moet wel een echte pan wezen om te maken tc hebben met een kwart millioen Ictterteekens. \Vi 'nebben in Nederland genoeg aan een alphabet van 26 letters, een stuk of wat te-ekens en een handvol cijfers met elkaar misschien vier dozijn! Spiegelt u aan ons, Qhineczen en aan onzen eenvoud en gelooft n-'mincr» meer, dat onze FuTopeesche samen* leving ingewikkeld en dc uwe eenvou» dig zou zyn. Memschen die het weten kunnen, hebben mij verzekerd, dat er in uwe Ghineesche maatschappij vier stondeu beslaan: de geleerden, de landbouwers de kooplieden en de handwerkslieden. met nog een e^tra klasse cr boven op, die van, d« ambtenaren. Dat zijn de aristocraten, die ongeveer alles te zeggen hebben. lm Nederland heb» ben wij meer standen dan vier. ik kan eigenlijk niet goed tellen hoeveel er zijn. Laat mij u een voorbeeld ge» ven, mijne heeren Chineezen. van wat ik bedeed. Als ergens in een straat vier personen wonen, dan is de man die een pianola bezit, je eerste stand: daarna komt de eigenaar van ec«n piano, vervolgens de man die ccn draadlooze heeft cn tot slot de bezit* ter van een gramaphoon. Als ik cr zoo eens over nadenk, zijn wij Neder» landers ieder een stand apart, zooclat er bij ons acht mil'lioen standen zijn, uitgezonderd de ambtenaren, die ook bij ons de aristocratie vormen. Niet waar. het gaat bii ons precies als bij u in China: de ambtenaar bovee'.t en de rest gehoorzaamt.Zoo ziet u.Chincc» zen, dat wij m betrekkelijk korten tijd de overoude beschaving hebben ver» worven waarop gij en terecht zoo trotsoh zijt. Onze verhoudingen zijn gelukkig in de beste orde. Toen onze Sumatra tooh in de buurt aan 't spelevaren was. heeft het schip Sjanghai aangedaan, maar zonder dc minste kwade bedoc» ling. We kwamen zoo maar eens ky> ken, hoe het er ging en zijn, toen wij bemerkten dat dc toestand in Uw ge» achtc havenstad zoo verward was dat niemand er iets van begrepn. maar weer verder gevaren, daar de andere Europeesche volkeren volmaakt in staat waren dat varkentje (u neomt dc uitdrukking niet kwalijk) te wasschen. Onze handelsbetrekkingen verkee» ren in de beste orde. Gij levert ons porcelein en lakwaren en daarom juist staan wij in Europa er zoo verwon» derd over, dat gij onderling zooveel vecht en krakeelt Wat moet cr met al dat kabaal van die artikelen terecht komen! In een oogenblik is er een stukje van het porcelein af cn ccn kras op het prachtig glimmende lakwerk. Weest toch voorzichtig. Wij leveren u meer. dan wij van u ontvangen: katoenen, stoffen, aniline, sigaren, kandysuiker, wijnen, naalden verfwaren, reukwerken, bier, kaas, ge» condenseerde melk, margarine, cacao en chocolade, levende planten en bloe» men. Heb ik dan niet het recht om te zeggen, dat wij in Nederland uw leven cp allerlei manier mogeli-k maken, verfraaien en versieren? Gij kunt het niet loochenen. Welnu, stemt dan toe in een verzoek, dat ik in uw eigen wel» begrepen belang aan U doen wil. Maakt een einde aan de verwarring, die nu bij u thuis heerscht Begint met er alle communisten uit te smijten, want hun doel is alleen om u onder het voorwendsel van welvaart en ge» luk voor iedereen, zoo grondig tc t* ranniseeren als gij nog nooit iu uw levens of tijdens het bestaan van uw natie getiranniseerd ziit geworden. Dit is de allereerste zorg Gooit ze e-r uit, zooals een lastige vechtersbaas wordt "esincten uit een fatsoenlijk koffie* huis. En als het zoover is en de lucht gezuiverd komt dan hij elkaar en, maakt uw onderlinge twisten aan een eind. Als gy dat niet doet, heeren Chi neezen, dan drink ik nooit meer Chi» neeschc thee. Dat doe ik toch wel niet, want thec is een flauw kostje cn als ik warm water met een kleurtje drink, kan ik mij precies hetzelfde vcrbcel» den maar in ieder geval schenk ik ze ook niet meer aan injjn vrienden cn kennissen, hetgeen den omzet zeer zou bcnadeclcn, omdat daar groote thee» liefhebbers hij zijn. Hoe het mogelijk is begrijp ik niet. maar het Is waar» schijnlijk een lichte vorm van zwak» zinnigheid en daar wij aan zooiets al» lomaal lijden, moeten wij tegenover elkaar wat vergevensgezind zijn. Bedenkt, geachte Heeren Chineezen, wat dc gcvoLgcn zouden wezen, wan» neer wij gezamenlijk uw thee gingen boycotten. Gij zoudt met uw 426 mii» Üocn zielen op dezen aardbol overbo» dig geworden zijn. want de thee is uw ccnige reden van bestaan. Stokers en tremmers kunnen dc stooimbooten in de wereld nog genoeg vinden, ook al zal er geen enkele Chinees meer zijn. Gij meent toch niet, dat uw aanwezig» heid op aarde verklaard cn veront» schuldigd is door hyt feit, dat gij dc grootste kweekers zijt van den slaap» bol, waaruit het gif dat opium heet, getrokken wordt? Heeren Chineezen ik nader het ein» dc van mijn brief. Gij moogt. nu gij cr dan toch eenmaal zijt, wat ons (na» melijk mij cn imijn vrienden) betreft, voortbestaan, maar dan onder voor» waarde dat gij u ordentelijk gedraagt wel foei. gij zoudt het ons cn onze vrienden met uw lawaai onprettig ma* ken. Het is alles goed en wel, zoo over den aardbol te krioelen, maar andere menschen moeten daar geen last van hebben. Ik heb dezen brief aangetecflceml verzonden, omdat naar ik hoor dc postadministratie in China lcclijk in dc war kan ziin. Ook in dit opzicht staat gij ver b'i ons achter. Gij moet de post in Nederland zien: zóó vlug, zóó zon» der kleine chicanes, zóó goedkoop vooral. In één woord voorbeeldig.Komt maar eens kijken, maar brengt geen vrienden mee, want ik ben als dc dood zoo bang voor een Unineezenstamme tje in Nederland: het gToeit zoo gauw aan, het is zoo uitbundig, zoo over* vloedig. Neen, als ik kiezen moet tusschen en uw thee. dan zou ik mij die slop* nen drank kunnen getroosten. Heeren Chineezen, ik teeken Hoogachtend. FIDEL1Q,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 5