Abdijsiroop
HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
Uw verkoudheid
PAPIEREN ROZEN
6)
DINSDAG 17 MEI 1927 TWEEDE BLAD
RECHTSZAKEN.
DE DUBBELE MOORD
MET ROOF TE
CULEMBORG.
BEHANDELING DER ZAAK
VOOR DE TIELSCHE
RECHTBANK.
Voor de Techtback te Tiel hebben
Maandag tereoht gestaan J. V., 68 jaar
zondier beroep, wonende te Am ster*
dam, uit anderen hoofde gedetineerd,
en C. S. 34 jaar, metselaar, wonende
ifie Tricht, ook gedetineerd, die ver»
dacht worden van den moord op
Thomas van Wiggen en diens zuster
Gerrigje te Culemborg op 23 Decern»
her 1923.
Beide verdachten ontkenden.
Omtrent het getuigenverhoor het
volgende:
Getuige H. J. Prinsen, directrice van
het ziekenhuis te Culemborg. ver»
klaarde oja. vrouw Van Wiggen:
Claas. Claas! hebben hooren roepen.
Verdachte S. heet Claas.
•Mr. Van Esveld merkte- echter op.
dat toen juffrouw Vcrrips, een nicht
van de Van Wdggen's, hiervan in het
ziekenhuis horode, zij gezegd heeft:
dat verwondert mij niet, want haar
neef Claas hoeft 'haar al lang be»
dreigd.
Getuige Prinsen erkent, dat juffrouw
Verrips inderdaad iets dergelijks ge»
zegd heeft.
Getuige Jan van Wiggen heeft op
den avond van den moord drie man»
men in de 'buurt van de hoeve van zijn
oud»oom gezien. Een van hen had een
regenjas aan. Een van de drie was
vrij lang, de andieren waren korter en
breeder. Beklaagden waren er, vol»
gons getuige, niet bij.
De vader van bekl. C. S. wordt
buiten eede gehoord. V. heeft hem
al eens voorgesteld bij de Van Wig»
gens té gaan inbreken, maar dat is
inooit gebeurd, voegt getuige er haas»
tig aan toe. Met zijn zoon had getuige
wel eens moeilijkheden gehad, omdat
hij altijd meer geld wilde hebben.
Een broer van beklaagde zegt, dat
zijn broer hem eens een voorstel heeft
gedaan, bij dc Van Wiggens te gaan
inbreken, waarop zijn moeder Claas de
deur heeft uitgezet. Getuige verklaart
verder, dat na den zelfmoord van
Haverman, toen getuige tot zijn broer
zei, dat hij nu de schuld van den
•moord op Haverman kon gooien, deze
gezegd heeft: Bliksems ja. Na den
moord had Claas hem voorgesteld,,
samen een zaakje te beginnen. Hij.,
Claas, kon daar wel f 3000 in steken.
De verstandhouding tusschen getuige
en zijn broer was ..gewoon". Het
blijkt verder, dat getuige indertijd in
een anonymenbrief de justitie heeft
- gewaarschuwd.
Beklaagde zeide, nooit te hebben ge»
0 zegd, dat hij den moord heeft ge»
pleeg'd. Zoo goed als hij zegt, dat
ik het gedaan he'b, kan ik zeggen, dat
hij het gedaan heeft, zegt hij.
Getuige J. Val had er ook van ver»
Ti omen dat S. plannen had voor een
inbraak bij oude menschen. Er was
vlak vóór den moord o.ui. 'gezegd, dat
S. binnenkort geen gebrek aan. geld
.oneer zou hebben.
Een zuster van 'beklaagde S., huis»
vrouw van J. van Gasteren, zegt, dat
haar broer met haar nooit over slechte
dingen heeft gesproken.
Juffrouw Kei kan meededen, dat S.
ma den moord nog al wat geld tot zijn
beschikking had, en dat hij er netjes
■uitzag.
Een juffrouw uit Rotterdam, bij wie
beklaagde S. in huis is geweest, deelt
rniec, dat S. altijd veel belangstelling
aan den dag legde voor couranten, die
berichten 'bevatten over de Culem»
fborgsche moordzaak. Beklaagde leef»
de niet bijzonder royaal, maar gaf een
goed kostgeld. Hij verdiende in dien
tijd naar hij zelf verklaarde f 40 a
f 50 per week.
Cornelia Verrips, uit Tricht. heeft
ma den moord van V. een jas met
vlekken gekregen om uit te wasschen.
Wat het voor vlekken waren, weet
getuige niet. Beklaagde was tusschen
Kerstmis en Nieuwjaar zeer zenuw»
achtig.
Hij zeide eens: Kee. ze loeren op
mij. en een anderen keer: Voor de
maand om is, zul je meer gehoord
hebben. Beklaagde heeft in verband
met den moord ook gezegd: Ik zal wel
zorgen, dat ik mijn geld wegbreng. Zij
konden hier ook wel komen moorden.
Beklaagde ontkent, tot getuige ge»
zegd te hebben: Zij loeren op mij, enz,
Omtrent het verdere
Getuigenverhoor.
ontleenen wij nog aan De Telegraaf
het volgende:
Na dc pauze werd nog gehoord de
weduwe H. Zij verklaarde, dat in den
zomer en in den herfst van 1923 V. en
S. bij haar thuis met H. besprekingen
hebben gevoerd, welke liepen over een
inbraak bij de Van Wiggens. Het plan
was gemaakt om op Donderdag 20 De»
cember 1923 des avonds om halfnegen
te gaan inbreken. Dit plan is niet ge»
lukt. Op Zondag 23 December heeft
H. 's avonds om halftien de hoeve ver»
laten.
Hij kwam tegen middernacht terug.
Hij is toen gaan slapen in een ander
vertrek, dan waar getuige sliep. Daags
daarop zag getuige hem een pak bank»
biljetten in een sigarenkistje doen. II.
zeide, dat het plus minus 20.000 was,
dat zij met hun vieren moesten dcelen.
De vier waren, zoo vertelde H. haar:
V., S., H. zelf en de „oude baas". H.
voegde daar nog aan toe, dat hij op
den uitkijk had gestaan. Des avonds
vertelden de kinderen haar, dat de Van
Wiggens vermoord waren, waarop H.
haar mededeelde, dat dit met een spade
geschied was door V. en S. Hij zelf, zoo
voegde hij er nogmaals bij, had alleen
maar op den uitkijk gestaan.
Voorts had H. verteld, aldus zeide
getuige, dat commissaris Blok er alles
van wist en H. volkomen op dc hoogte
zou houden van alles wat de politie zou
doen en laten. Zij begreep, dat H. met
den „ouwen baas" commissaris Blok be»
doeld had. Tijdens en na deze verkla.
ringen ontstond groote beroering op de
tribune.
Mr. Van Esveld wees er dan op, dat
getuige op het leven van haar kinderen
gezworen had, dat H. onschuldig was.
Zij verklaarde hierna nadrukkelijk, dat
alleen van den diefstal gesproken en
van moord geen woord gerept was.
De volgende getuige was De Smale,
die in 1922 bij S., die toentertijd te Bu»
ren woonde, in, dienst is geweest. In
dien tijd zijn verdachten driemaal in
totaal bij H. geweest. In den herfst van
1923 werd afgesproken, dat bij de Van
Wiggens ingebroken zou worden. Later
is getuige met S. per rijwiel naar de
„moordhoeve" gereden. Laatstgenoem»
de heeft hem dc hoeve gewezen en ge»
zegd: „Daar is het".
Een bedreiging.
In 1924 zag getuige iemand te Tricht
bij een boom staan, die hem aanriep.
Aan stem cn postuur herkende hij on»
middellijk S. Deze riep hem toe: „Die
stem zal je niet lang meer hooren",
waarop hij getuige met een revolver
dreigde. Getuige heeft daarop gezegd:
„Ik weet meer van de Culcmborgsche
moordzaak af", waarop S. zeer bleek
werd, cn zich kalmer hield. Daarop
voegde hij hem toe: „Als jc mc ver»
raadt, maak ik je koud". Overeenge»
komen werd daarop, dat getuige zou
zwijgen.
Verdachte S„ die zeer onrustig was
geworden, stond eensklaps in zijn bank»
je op, cn verklaarde op heftigen toon,
dat hier een wraakneming in het spel
was.
Nadat-de president hem tot kalmte
had aangemaand, en de man was gaan
zitten, begon het verhoor der getuigen
a décharge.
Wederom ontstond groote beroering
in de zaal. toen als eerste getuige com.
missaris Blok voorkwam.
Op een vraag van Mr. van Esveld
verklaarde commissaris Blok, niet te
weten, dat H. hem heeft bedoeld met
de uitdrukking „ouwe baas". Getuige
weet niets van de moordplannen. Hij is
slechts eenmaal bij vrouw H. geweest.
Dat was na den zelfmoord van haar
man. Hij heeft haar toen alleen ge
vraagd of zij niets te zeggen had.
„Ik zweer bij het leven van mijn kin.
deren, dat H. onschuldig is", verklaarde
zij toen, aldus commissaris Blok. Later
heeft vrouw H. hem een boodschap ge»
stuurd, om hem tc melden, dat zij hem
nog iets te zeggen hau. Daar is corn»
missaris Blok toen echter maar niet op
ingegaan.
De volgende getuige, de rechercheur
Van Bergen van Henegouwen bevestig»
de, dat vrouw H. op het leven van haar
kinderen gezworen heeft, dat H. on»
schuldig was.
Getuige H. Kuiper verhaalde vervol»
jens van een onderhoud dat hij op 7
Juli 1926 te Tricht met De Smalc heeft
gihad, welke hem toen verschillende
Tiedcdeelingen omtrent de moordzaak
dccJ, welke echter niet alle met elkan»
der overeenstemden.
Dt heer Schoenmaker, hoofd ccner
school tc Tic] cn onderwijzer aan het
Huis van Bewaring, verklaarde, dat
crdachte V. op hem een gunstigen in»
druk heeft gemaakt. Hij kwam ten»
slotte tot de conclusie, dat verdachte
V. niet schuldig kon zijn. Een volgen»
de getuige, dc heer J. D. Vermeulen
kwam verklaren, dat hij gezien heeft,
dat H. na den moord een bedrag van
5000 aan bankbiljetten bij zijn broer
op tafel heeft geworpen.
Zekere Blitterswijk zeide dat H. na
den moord veel geld verteerde, o.a. te
Amsterdam.
Get. Polam aannemer tc Voorburg
vertelde vervolgens, dat S. van 15 tot
22 December 1923 bij hem werkzaam
is geweest. Of deze zich Donderdag 20
December des namiddags om dc een of
andere reden heeft verwijderd, wist
get. niet meer.
Eisch levenslang.
Het O. M. waargenomen door Mr
J. J. G. van Everdingcn. hechtte groo»
te waarde aan dc verklaringen der wed.
H. Nagaande de verder in het getuigen»
erhoor afgelegde verklaringen conclu»
deerde spr. dat beide verdachten we»
gens moord moeten worden veroor»
decld. Er is naar spr. meende alle aan»
leiding een zeer zware straf op te leg»
gen. Spr. cischtc tegen ieder der ver»
dachten levenslange gevangenisstraf.
De verdedigers van verdachten, on»
derscheidenlijk Mr. Van Esveld en Mr.
Van Nes, concludeerden dat h.i. het
bewijs van moord niet was geleverd.
Zij pleitten vrijspraak.
LETTEREN EN KUNST.
DR. P. J. H. CUYPERS.
TENTOONSTELLING IN HET
RIJKSMUSEUM.
Ter cere van den groo ten meester is
door den Katholieken Kunstkring ,jDe
Violier" in het Rijksmuseum 'te Am»
sterdam georganiseerd een tentoon»
stelling van „Cuypersiana" die betrek»
king hebben op den persoon Cuypers,
zijn werk en zijn familieleven. De be»
Iangwekkende tentoonstelling is Maan»
dagmiddag geopend met een rede van
Prof. Dr. G. Brom.
In de eerste plaats vindt men er een
Teeks portretten van Dr. Cuypers en
zijn medewerkers Alberdingk Thijm en
Jhr. Victor de Stucrs. Vooral een zelf»
portret van den bouwmeester, door
hem op negentien*jar:gen leeftijd ver»
vaardigd. trekt daarbij de aandacht,
zegt de Maasbode.
De overige portretten zijn van de
hand van Jan Veth, Thérèse Schwartze
en Th. Molkenboer. De door Toon
Dupuis vervaardigde marmeren buste
van Dr. Cuypers bevindt zich cvein»
eens op de expositie.
In enkele vitrines liggen de oorkon»
den en adressen, die de bouwmeester
gedurende zijn leven mocht ontvan»
gen. tentoongesteld; als een blijverrde
herinnering aan dc huldebetuigingen
die de vrienden cn 'bewonderaars van
Dr. Cuypers hem meermalen, bereid»
der,
Het belang rijks te deel der 'tentoon»
stelling is zonder twijfel de collectie
teckeningen van Dr. Cuypers, die hier
is geëxposeerd.
Tenslotte bevinden zich op dc ten»
toonstelling verschillende meubelen
u:t het huis van Dr. Cuypers. Het is
geenszins do bedoeling van de inrich»
tors der tentoonstelling geweest, een
getrouwe nabootsing van Cuypers'
werkkamer te geven, doch zij beoog»
den. slechts om het jongere .geslacht
een denkbeeld te geven van de sfeer
waarin dc architect leefde.
Nader wordt nog gemeld, dat na
Prof. Brom. nog het woord is ge»
voerd door den minister van Onder»
wijs.
MANNENKOOR PROZA EN POëZIE
Haarlem's Klein Cabaret.
Den leden cn donateurs van het Man»
nenkoor „Proza cn Poëzie werd Zater»
dagavond in de groote Gemeentelijke
Concertzaal een soiree aangeboden, die
zeer druk bezocht was.
De werkende leden hadden het eer»
ste nummer van bet programma voor
hun rekening genomen cn openden op
waardige wijze den avond met een uit»
stekende uitvoering van twee koorwer»
ken van Jac. Bonset en Fred. J. Roeske:
.Tehuis" en „Lied aan het Gangspil".
De bekwame leiding van den Directeur,
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 898
HET PAKJE
Vader ziet moeder een pakje ma»
ken en stelt voor. dai? hij het
maar voor haar zal doen
haalt het papier er weer af en I ontdekt dat het touwtje over dc
vouwt het cr opnieuw omheen, I leuning van een stoel hangt
zooals moeder gedaan had
reikt naar het touw. waardoor vouwt het weer toe cn krijgt crvraagt a3n moeder of zc even
1 - met cenïgc moeite hot t'ouw om» I haar vinger op den knoop wi.
een zijde van het pak weer los
gaat
houden, maar moeder hoort het
niet
probeert liet zelf te doen en stoot verliest bij zijn pogingen om het
een poriïetlijstjc van de tafel lijstje te redden zijn houvast aan
het touwtje cn alles is weer los
I slaagt tenslotte en roept' moeder
erbi). op welk oogenblik het touw»
tje uit den knoop schiet en alles
weer is als tevoren.
(Nadruk verboden.)
Jan Booda, die de mannen van „Proza
en Poëzie" blijkbaar met liefde en toe»
wijding volgen, viel daarbij ten zeerste
te waardeeren.
En het verdere gedeelte van den
avond werd gevuld door Haarlem's
Klein Cabaret. Wij hebben al meer de
gelegenheid gehad gunstig over dit be»
schaafde troepje te schrijven, dat zich
spoedig een eervolle plaats in Haarlem
heeft weten te veroveren cn een ver»
diende bekendheid heeft verworven.
De heeren Hoeben Sr., H. van Lecu»
wen en Jos Mathot nemen het leeu»
wendeel van het programma voor hun
rekening, maar ook de dames mevr.
van Leeuwcn»Hoeben en Martha Baas
geven veel te genieten: mej. Baas met
haar zang en mevr. van Leeuwen door
zang en voordracht.
zAls tooneeldilettant is de heer Hoe»
ben Sr. te Haarlem reels lang een
goede bekende, maar hij doet zich bij
dit gezelschap ook kennen als een uit»
stekend zanger van het levenslied,
waarbij hij nu eens in het ernstige
genre bleef cn vooral veel applaus
oogstte met het Zaterdagavond voor
het eerst in het publiek door hem ge»
zangen: „De leege stoel", waarbij voor»
al ziju sobere cn treffende voordracht
fe bewonderen viel.
Dc heer Mathot beweegt zich het
liefst op het terrein van liet komische
en heeft daarbij steeds een welverdiend
'en uitbundig succes.
Tot slot voerde bet geheele gezel»
schap (dat ook in ..Met z'u zessen om
het klavier" den avond op vroolijke
wijze had geopend) dc schets „Naar *t
IJsfcest" uit. In smaakvolle frissche
costuums gekleed hebben allen hun
aandeel van zang, voordracht en ,.par»
lando" in deze aardige schets, die bui»
tengewoon in den smaak viel en den
samensteller, den heer J. Hoeben Jr..
die zoo bescheiden en correct den ge»
heclen avond zijn rol aan het klavier
vervult, alle eer aandoet.
Vermelden wij nog dat dc. heer Henri
van Leeuwen als conferencier op gezel»
F ge wijze de soiree opende.
De vcreeniging of dc vriendenkring
die een gezclligen avond wil organi»
eren zal goed doen met zich de m
dewerking van dit beschaafd en vroolijk
gezelschap te verzekeren. Zij kunnen
dan overtuigd zijn een avond van goe»
de, vroolijke cn ernstige kunst te heb»
ben, een amusanten avond en: zonder
écn onvertogen woord.
Eén kleine opmerking: de taal kan
nog iets meer verzorgd worden. „Ik
kon hem niet" moet natuurlijk „Ik ken»
de hem niet" zijn en zoo zijn cr nog een
paar heel kleine taakvlckjes. Maar ove»
rigens: onze oprechte hulde!
BANK VOOR ROERENDE
GOEDEREN.
Zaterdagmiddag werd alhier een al»
gemeene vergadering gehouden van de
Bank voor Onroerende goederen.
Benoemd werd tot Commissaris de
heer F. K. J. Heringa, chef der afd.
Handel en Nijverheid van het Depar»
temen t van Arbeid, Handel c-n Nij»
verheid te 's Gravenhagc,
KOLONIëN.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 CENTS PER REGEL
Ï1VT VERKOUDHEID, RHEUMATIEK, SPIT, ISCHIAS cn JICHT worden
OwUl j—*' A AcPl v op dc meest afdoende wijze bestreden door TOG AL-TABLETTEN.
Togal is verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten k f0.80. 6
DE OPENING VAN DEN
VOLKSRAAD.
Een gewyzigd staatkundig tijd
perk ingeluid. Het ontbreken
van leden van den ouden Volks
raad. Zelfbeperking bij het
voeren van een welvaartspolitiek.
De communistische aanslagen.
Zooals Aneta seint, is Maandagoch*
tend met een rede van den Gouw er*
neux»generaal dc zitting van den
Volksraad geopend.
Dc Gouverncur»Gcncraal herinnerde
er aan dat deze Volksraad waarlijk
een nieuwe is, doordat een op belang»
rijke punten gewijzigd; staatkundig
tijdperk is ingeluid. Dc gouverneur»
generaal constateerde dat de nieuwe
Volksraad een verlies heeft geleden,
doordat leden van den ouden Volks»
raad ontbreken cn het tegengaan van
dit verlies was slechts in beperkte
mate mogelijk door middel van het
reoht van benoeming. Spreker resu»
meerde de bevoegdheden van den
Volksraad en herinnerde cr aan. dat
graaf van Limburg Stirum bij de in»
stallafcie van den eersten Volksraad
vaststelde, dat men in dc toekomst
een evolutie zou meemaken als thans
voltrokken wordt.
Het is voor dc regeering een diep»
gaande teleurstelling, dat zij verplicht
is, een groote mate van zelfbeperking
te betrachten bij het voeren van een
welvaartspolitiek. Eenerzijds moe,t zij
vasthouden aan den primairen eisch
.,v-an elk financieel beleid, dat den
naam van beleid mag dragen, nl. den
eisch van een sluitende begroeting",
anderzijds is bij in even Sterke mate
overtuigd van de noodzakelijkheid
van een zeer aanzienlijke versterking
van de machtsmiddelen tot handha»
ving van het gezag.
Voorts betoogde spr., dat de finan»
ciecle moeilijkihcdeji nog niet volledig
overwonnen zijn, al heeft dan dc onit»
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
verergert met het uur en kan
ontaarden in borstaandoening
Wacht dus niet neem dadelijk
wikkeling van de financiën geen on*
gunst'g beeld. Met bijzondere stern*
verheffing memoreerde de gouver*
neur»generaal de communistische aan»
slagen.
Z. E. waarschuwde tegen een .-licht»
zinnig, in zijn gevolgen verderfelijk"
optimisme dat spreker constateert,
indien geconcludeerd mocht worden,
dat het gevaar voor goed bezworen is.
Vergeten moet niet worden, dat do
actio con deel uitmaakt van een vast*
gesteld pricipiee'l program tot onder»
mijnin'g van dc Wcstcrsohe bcscha»
ving.
Wij moeten niet alleen waakzaam
doch ook paraat blijven ook in het
welbegrepen belang van dc bevolking.
„Dc overheid moot al het mogelijke
doen om het gif tc neutraliseer©!», dat
verspreid wordt door propagandisten,
die oog noch oor 'hc-'blben voor het
belang der bevolking, doch door het
organisccren van verzet hun doel
trachten tc bereiken, geheel buiten het
belang van dc bevolking, ja in Hagran*
ten strijd daarmede", zeide spreker.
„Het communisme weet, dat zijn doet
in het Westen, niet in het Oosten, ge»
legen is".
Dc gouvcirneur»gcncraal toonde zich
teleurgesteld', deels cn gevolge van 'n.
onbegrijpelijk misverstand, bij een.
paar groepen, die weigeren bij het re»
gee ren samen te werken. De rcgecring
blijft tot overleg bereid, zeide hij.
Aneta seint verder nog uit Batavia:
In dc eerste zitting van den Volks»
raad heeft dc voorzitter, de heer
Neytzeil dc Wilde eerbiedig dank ge*
bracht aan de Koningin voor hc,t in
hem gestelde vertrouwen. Spr. zeide
dat het voorzitterschap van dit ambt
thans zwaarder was dan ooit tc voren.
Alleen van samenwerken van regec*
ring cn v<#cgcnwoordiging is een ge»
zonde or.twikseiing van de staatkun»
d:ge verhoudingen tc verwachten.
De heer Kocsocmo Jócdo (P.E.B.)
is gekozen tot eerste, dc heer Dc
Hoog (I.E.V.) tot tweede plaabsver»
vangend voorzitter.
FEUILLETON
DE ROMAN VAN EEN CIRCUS*
MEISJE
Uit het Engelsch van
RUBY M. AYRES.
Vertaald door J. van der Sluys.
(Nadruk verboden).
Een staljongen kwam aanloopen.
Kan ik u soms helpen, mijnheer?
Roderick had de motor al aan den
gang gebracht. Hij antwoordde afwe»
rend:
Ik ga naar Alpcrton. Ik zal niet
laat terugkomen. Jc kunt wel op mij
wachten.
Hij was het stalplein overgestoken en
snel den weg opgereden, vóórdat de
jongen had kunnen antwoorden.
Het was donker; de hooge heggen
aan weerszijden vaD den weg leken op
htm af te komen, toen hij zoo snel
reed; de boomen bewogen hun kale
takken boven zijn hoofd, alsof zij waar*
schuwend wilden zeggen: ga terug, ga
terug.
Het drong tot Roderick door, dat de
ware reden van zijn overhaast vertrek
egoisme was; hij verlangde naar
iemands vertrouwelijkheid, al was het
ook maar die van een arm circusmeisje.
Zij wist wat zorg en verdriet was; zij
zou met hem kunnen meevoelen.
Hij voelde zich heelemaal neerge*
drukt, nog nooit in zijn leven had hij
een teleurstelling ondervonden, laat
staan een ramp zooals hem nu over»
komen was. Hij had heftig medelijden
met zichzelf.
Om acht uur kwam hij in Alperton;
achter de vensters van de dorpshuisjes
brandde licht; het oorverscheurend ge»
schetter van een muziekkorps sneed
door de nauwe straatjes en een gele
lichtgloed tegen de lucht wees hem
den weg naar het groote veld waar het
circus was opgeslagen.
Hij reed er langzaam voorbij. Het
was dezelfde tent. Daar was de man
met zijn schunnigcn hoogen hoed.
schreeuwend tegen het publick: Kom
binnen! de groote gele kermiswagens
op den achtergrond. de getraliede
kooien, waarin suffe leeuwen en slui»
pende panters den heelen dag op en
neer liepen; de schitterende aanplak»
biljetten, waarop de naam van Mile
Rosalie voorkwam, in letters van min»
stens vier duim het eerst zijn oog trok.
Hij liet de auto achter op de binnen»
plaats van een kleine herberg, waar
men op een groote drukte rekende zoo»
lang dc voorstellingen duurden en wan»
delde terug naar de weide.
Over den natten grond zette hij koers
naar de woonwagens; van Rosalie ech*
ter kon hij niets ontdekken. Tenslotte
betaalde hij zijn shilling en ging de tent
binnen.
Het was precies dezelfde vertooning,
dezelfde moppen, hetzelfde bij elkaar,
geraapte muziekcorps, de heele voor»
stelling had voor hen» niets aantrekke*
I jks meer. Hij wachtte ongeduldig, tot»
dat Rosalie zou optreden; het leek hem
een eeuwigheid voor dat zij de tent
binnenzweefde.
Hij volgde in spanning elke beweging
van haar zag haar dc dunne touw»
ladder opklimmen tot naar het duize*
lingwekkcnde hoog hordes, terwijl zijn
hart hem in dc kce! klopte Als zij eens
uitgleed en viel. Plotseling leek de
kleine acrobaat hem een heele welkome
vriend in zijn eenzame, sombere stem»
ming. Hij had haar maar eenmaal ge*
sproken, maar intuïtief voelde hij, dat
zij tenminste zich niet van hem zou af»
keeren. omdat hij niet langer rijk was.
Iedereen zou dat doen, niet alleen Li»
Fan dat had de ondervinding hem
wel geleerd. Hij had flinkere mannen
dan hij zelf buiten een zoogenaamden
vriendenkring zien stooten, alleen om»
dat bet Noodlot kans gezien had een
streep te halen door hun bankrekening.
Met zijn hoofd achterover geleund,
staarde hij naar het slanke figuurtje in
het tulle costuum, met dc garnccring
van papieren rozen. Hij hi el a den adem
in toen zij van haar kleine staanplaats
stapte en opeens hoog boven de groote
ruimte beneden haar zweefde; het was,
of zijn hart stilstond bij het hooren
van den roep: Ben jc klaar? Spring,
den man beneden in het circus, in
Wi<-n hij den bruut, die haar had willen
slaan herkende; zij liet den rekstok los
en sprong naar een ander trapezium,
dat veel lager langzaam heen en weer
zweefde. Hij ademde pa. op toen zij
weer goed en wel op den grond stond.
Vóórdat zij buigend het circus verliet,
was hij al naar buiten gegaan en wacht»
tc haar op in de opening van de tent.
Zij liep langzaam met sleependen
tred en gebogen hoofd. Zij was hem al
bijna gepasseerd, toen hij zijn hand uit»
stak en zei:
Rosalie,
Pas veel later herinnerde hij zich den
plotselïngcn blos op haar smal gezicht»
je bij deze ontmoeting, de gretigheid,
die klonk in haar verrasten uitroep:
U? Op dat oogenblik was hij te
veel vervuld van zichzelf te verlan»
gend naar sympathie, hij had er die
acht mijlen voor gereden om dit op
te merken.
Direct echter kwam de oude vrees
weer bij haar op. Schichtig keek zij
rond.
Ik kan hier niet met u spreken
als zij mij kunnen zien.
Een beetje ongeduldig antwoordde
hij:
Zij zullen u niet zien. Wij zullen
gaan waar u wilt. maar ik moet u spre»
ken. Noodzakelijk. Ik ben naar u toe
gekomen om u te spreken.
Zij aarzelde een oogenblik dan,
met een impulsief gebaar, greep zij hem
bij dc hand cn trok hem van de tent
weg in dc duisternis.
Als zij eens wisten, dat u hier was.
ze zouden u vermoorden, zei zij, tril*
lend op haar beencn. Shorny zal u
nooit vergeven. Neen, neen; hij heeft
mij niet weer durven slaan. Wat is er?
Waarom bent u gekomen?
Mijn vader is gestorven. Dat
schreef ik u al. IJ hebt mijn briefje toch
gekregen?
Ja. Shorny zag dat uw huisknecht
het mij overhandigde. Ik geloof zeker,
dat hij vermoedde van wie het kwam.
Sindsdien heeft hij mij geen oogenblik
uit het oog verloren, want ik geloof,
dat hij denkt, dat ik zal wegloopen.
Als zij maar even de kans wilden
geven. Maar dat doen zij nooit. Wan»
hopig wreef zij haar kleine handen.
Waarom bent u gekomen? Waarom
bent u toch gekomen? herhaalde zij.
Ik wou je vertellen, dat ik je nu
niet helpen kan, Rosalie, zooals ik je
beloofd had. Ik 'ben niet rijk meer; ik
ben wel dp armste man op dc wereld.
Het was geen geld, waaraan hij dacht
toen hij die laatste woorden zei, het
.was het gezicht van de vrouw, die hjj
jekust had, voordat hij Londen verliet,
weggeroepen door het telegram van den
5uden Fergerson.
Mijn vader heeft mij maar twee»
icnderd pond nagelaten, Rosalie, geen
'duit meer.
Zij herhaalde zijn woorden met de in»
tonatic van verbazing, die hij verwacht
had.
Tweehonderd pond. Maar dat is
een hoop geld.
Hij lachte droevig.
Voor mij bcteckent het niets, be»
grijpt u. Of ik zc heb of niet, ik ben
cr precies even arm om.
Ik begrijp u niet. Wat bedoelt u,
zei ze verward.
Ik bedoel, dat het voor mij den
honger beteekent. Het is alles wat ik
op dc wereld bezit cn als het op is
en dat zal niet zoo heel lang duren, zal
ik er slechter aan toe zijn dan u, om*
dat u tenminste nog wat kunt en ik
niets.
U kunt werken, zei ze.
Werken? Hij haalde zijn brcedc
schouders op. Wat voor soort werk?
Straatvegen? Voor iets anders is vak»
kennis noodig en die heb ik niet
Ze zwegen beiden een oogenblik. Zij
ging iets verder van hem afstaan. Toen
zij weer begon te spieken was cr iets
scherps in haar stem.
(Wordt vervolgd.)