Abdijsiroop HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN Uw verkoudheid PAPIEREN ROZEN 6) DINSDAG 17 MEI 1927 TWEEDE BLAD RECHTSZAKEN. DE DUBBELE MOORD MET ROOF TE CULEMBORG. BEHANDELING DER ZAAK VOOR DE TIELSCHE RECHTBANK. Voor de Techtback te Tiel hebben Maandag tereoht gestaan J. V., 68 jaar zondier beroep, wonende te Am ster* dam, uit anderen hoofde gedetineerd, en C. S. 34 jaar, metselaar, wonende ifie Tricht, ook gedetineerd, die ver» dacht worden van den moord op Thomas van Wiggen en diens zuster Gerrigje te Culemborg op 23 Decern» her 1923. Beide verdachten ontkenden. Omtrent het getuigenverhoor het volgende: Getuige H. J. Prinsen, directrice van het ziekenhuis te Culemborg. ver» klaarde oja. vrouw Van Wiggen: Claas. Claas! hebben hooren roepen. Verdachte S. heet Claas. •Mr. Van Esveld merkte- echter op. dat toen juffrouw Vcrrips, een nicht van de Van Wdggen's, hiervan in het ziekenhuis horode, zij gezegd heeft: dat verwondert mij niet, want haar neef Claas hoeft 'haar al lang be» dreigd. Getuige Prinsen erkent, dat juffrouw Verrips inderdaad iets dergelijks ge» zegd heeft. Getuige Jan van Wiggen heeft op den avond van den moord drie man» men in de 'buurt van de hoeve van zijn oud»oom gezien. Een van hen had een regenjas aan. Een van de drie was vrij lang, de andieren waren korter en breeder. Beklaagden waren er, vol» gons getuige, niet bij. De vader van bekl. C. S. wordt buiten eede gehoord. V. heeft hem al eens voorgesteld bij de Van Wig» gens té gaan inbreken, maar dat is inooit gebeurd, voegt getuige er haas» tig aan toe. Met zijn zoon had getuige wel eens moeilijkheden gehad, omdat hij altijd meer geld wilde hebben. Een broer van beklaagde zegt, dat zijn broer hem eens een voorstel heeft gedaan, bij dc Van Wiggens te gaan inbreken, waarop zijn moeder Claas de deur heeft uitgezet. Getuige verklaart verder, dat na den zelfmoord van Haverman, toen getuige tot zijn broer zei, dat hij nu de schuld van den •moord op Haverman kon gooien, deze gezegd heeft: Bliksems ja. Na den moord had Claas hem voorgesteld,, samen een zaakje te beginnen. Hij., Claas, kon daar wel f 3000 in steken. De verstandhouding tusschen getuige en zijn broer was ..gewoon". Het blijkt verder, dat getuige indertijd in een anonymenbrief de justitie heeft - gewaarschuwd. Beklaagde zeide, nooit te hebben ge» 0 zegd, dat hij den moord heeft ge» pleeg'd. Zoo goed als hij zegt, dat ik het gedaan he'b, kan ik zeggen, dat hij het gedaan heeft, zegt hij. Getuige J. Val had er ook van ver» Ti omen dat S. plannen had voor een inbraak bij oude menschen. Er was vlak vóór den moord o.ui. 'gezegd, dat S. binnenkort geen gebrek aan. geld .oneer zou hebben. Een zuster van 'beklaagde S., huis» vrouw van J. van Gasteren, zegt, dat haar broer met haar nooit over slechte dingen heeft gesproken. Juffrouw Kei kan meededen, dat S. ma den moord nog al wat geld tot zijn beschikking had, en dat hij er netjes ■uitzag. Een juffrouw uit Rotterdam, bij wie beklaagde S. in huis is geweest, deelt rniec, dat S. altijd veel belangstelling aan den dag legde voor couranten, die berichten 'bevatten over de Culem» fborgsche moordzaak. Beklaagde leef» de niet bijzonder royaal, maar gaf een goed kostgeld. Hij verdiende in dien tijd naar hij zelf verklaarde f 40 a f 50 per week. Cornelia Verrips, uit Tricht. heeft ma den moord van V. een jas met vlekken gekregen om uit te wasschen. Wat het voor vlekken waren, weet getuige niet. Beklaagde was tusschen Kerstmis en Nieuwjaar zeer zenuw» achtig. Hij zeide eens: Kee. ze loeren op mij. en een anderen keer: Voor de maand om is, zul je meer gehoord hebben. Beklaagde heeft in verband met den moord ook gezegd: Ik zal wel zorgen, dat ik mijn geld wegbreng. Zij konden hier ook wel komen moorden. Beklaagde ontkent, tot getuige ge» zegd te hebben: Zij loeren op mij, enz, Omtrent het verdere Getuigenverhoor. ontleenen wij nog aan De Telegraaf het volgende: Na dc pauze werd nog gehoord de weduwe H. Zij verklaarde, dat in den zomer en in den herfst van 1923 V. en S. bij haar thuis met H. besprekingen hebben gevoerd, welke liepen over een inbraak bij de Van Wiggens. Het plan was gemaakt om op Donderdag 20 De» cember 1923 des avonds om halfnegen te gaan inbreken. Dit plan is niet ge» lukt. Op Zondag 23 December heeft H. 's avonds om halftien de hoeve ver» laten. Hij kwam tegen middernacht terug. Hij is toen gaan slapen in een ander vertrek, dan waar getuige sliep. Daags daarop zag getuige hem een pak bank» biljetten in een sigarenkistje doen. II. zeide, dat het plus minus 20.000 was, dat zij met hun vieren moesten dcelen. De vier waren, zoo vertelde H. haar: V., S., H. zelf en de „oude baas". H. voegde daar nog aan toe, dat hij op den uitkijk had gestaan. Des avonds vertelden de kinderen haar, dat de Van Wiggens vermoord waren, waarop H. haar mededeelde, dat dit met een spade geschied was door V. en S. Hij zelf, zoo voegde hij er nogmaals bij, had alleen maar op den uitkijk gestaan. Voorts had H. verteld, aldus zeide getuige, dat commissaris Blok er alles van wist en H. volkomen op dc hoogte zou houden van alles wat de politie zou doen en laten. Zij begreep, dat H. met den „ouwen baas" commissaris Blok be» doeld had. Tijdens en na deze verkla. ringen ontstond groote beroering op de tribune. Mr. Van Esveld wees er dan op, dat getuige op het leven van haar kinderen gezworen had, dat H. onschuldig was. Zij verklaarde hierna nadrukkelijk, dat alleen van den diefstal gesproken en van moord geen woord gerept was. De volgende getuige was De Smale, die in 1922 bij S., die toentertijd te Bu» ren woonde, in, dienst is geweest. In dien tijd zijn verdachten driemaal in totaal bij H. geweest. In den herfst van 1923 werd afgesproken, dat bij de Van Wiggens ingebroken zou worden. Later is getuige met S. per rijwiel naar de „moordhoeve" gereden. Laatstgenoem» de heeft hem dc hoeve gewezen en ge» zegd: „Daar is het". Een bedreiging. In 1924 zag getuige iemand te Tricht bij een boom staan, die hem aanriep. Aan stem cn postuur herkende hij on» middellijk S. Deze riep hem toe: „Die stem zal je niet lang meer hooren", waarop hij getuige met een revolver dreigde. Getuige heeft daarop gezegd: „Ik weet meer van de Culcmborgsche moordzaak af", waarop S. zeer bleek werd, cn zich kalmer hield. Daarop voegde hij hem toe: „Als jc mc ver» raadt, maak ik je koud". Overeenge» komen werd daarop, dat getuige zou zwijgen. Verdachte S„ die zeer onrustig was geworden, stond eensklaps in zijn bank» je op, cn verklaarde op heftigen toon, dat hier een wraakneming in het spel was. Nadat-de president hem tot kalmte had aangemaand, en de man was gaan zitten, begon het verhoor der getuigen a décharge. Wederom ontstond groote beroering in de zaal. toen als eerste getuige com. missaris Blok voorkwam. Op een vraag van Mr. van Esveld verklaarde commissaris Blok, niet te weten, dat H. hem heeft bedoeld met de uitdrukking „ouwe baas". Getuige weet niets van de moordplannen. Hij is slechts eenmaal bij vrouw H. geweest. Dat was na den zelfmoord van haar man. Hij heeft haar toen alleen ge vraagd of zij niets te zeggen had. „Ik zweer bij het leven van mijn kin. deren, dat H. onschuldig is", verklaarde zij toen, aldus commissaris Blok. Later heeft vrouw H. hem een boodschap ge» stuurd, om hem tc melden, dat zij hem nog iets te zeggen hau. Daar is corn» missaris Blok toen echter maar niet op ingegaan. De volgende getuige, de rechercheur Van Bergen van Henegouwen bevestig» de, dat vrouw H. op het leven van haar kinderen gezworen heeft, dat H. on» schuldig was. Getuige H. Kuiper verhaalde vervol» jens van een onderhoud dat hij op 7 Juli 1926 te Tricht met De Smalc heeft gihad, welke hem toen verschillende Tiedcdeelingen omtrent de moordzaak dccJ, welke echter niet alle met elkan» der overeenstemden. Dt heer Schoenmaker, hoofd ccner school tc Tic] cn onderwijzer aan het Huis van Bewaring, verklaarde, dat crdachte V. op hem een gunstigen in» druk heeft gemaakt. Hij kwam ten» slotte tot de conclusie, dat verdachte V. niet schuldig kon zijn. Een volgen» de getuige, dc heer J. D. Vermeulen kwam verklaren, dat hij gezien heeft, dat H. na den moord een bedrag van 5000 aan bankbiljetten bij zijn broer op tafel heeft geworpen. Zekere Blitterswijk zeide dat H. na den moord veel geld verteerde, o.a. te Amsterdam. Get. Polam aannemer tc Voorburg vertelde vervolgens, dat S. van 15 tot 22 December 1923 bij hem werkzaam is geweest. Of deze zich Donderdag 20 December des namiddags om dc een of andere reden heeft verwijderd, wist get. niet meer. Eisch levenslang. Het O. M. waargenomen door Mr J. J. G. van Everdingcn. hechtte groo» te waarde aan dc verklaringen der wed. H. Nagaande de verder in het getuigen» erhoor afgelegde verklaringen conclu» deerde spr. dat beide verdachten we» gens moord moeten worden veroor» decld. Er is naar spr. meende alle aan» leiding een zeer zware straf op te leg» gen. Spr. cischtc tegen ieder der ver» dachten levenslange gevangenisstraf. De verdedigers van verdachten, on» derscheidenlijk Mr. Van Esveld en Mr. Van Nes, concludeerden dat h.i. het bewijs van moord niet was geleverd. Zij pleitten vrijspraak. LETTEREN EN KUNST. DR. P. J. H. CUYPERS. TENTOONSTELLING IN HET RIJKSMUSEUM. Ter cere van den groo ten meester is door den Katholieken Kunstkring ,jDe Violier" in het Rijksmuseum 'te Am» sterdam georganiseerd een tentoon» stelling van „Cuypersiana" die betrek» king hebben op den persoon Cuypers, zijn werk en zijn familieleven. De be» Iangwekkende tentoonstelling is Maan» dagmiddag geopend met een rede van Prof. Dr. G. Brom. In de eerste plaats vindt men er een Teeks portretten van Dr. Cuypers en zijn medewerkers Alberdingk Thijm en Jhr. Victor de Stucrs. Vooral een zelf» portret van den bouwmeester, door hem op negentien*jar:gen leeftijd ver» vaardigd. trekt daarbij de aandacht, zegt de Maasbode. De overige portretten zijn van de hand van Jan Veth, Thérèse Schwartze en Th. Molkenboer. De door Toon Dupuis vervaardigde marmeren buste van Dr. Cuypers bevindt zich cvein» eens op de expositie. In enkele vitrines liggen de oorkon» den en adressen, die de bouwmeester gedurende zijn leven mocht ontvan» gen. tentoongesteld; als een blijverrde herinnering aan dc huldebetuigingen die de vrienden cn 'bewonderaars van Dr. Cuypers hem meermalen, bereid» der, Het belang rijks te deel der 'tentoon» stelling is zonder twijfel de collectie teckeningen van Dr. Cuypers, die hier is geëxposeerd. Tenslotte bevinden zich op dc ten» toonstelling verschillende meubelen u:t het huis van Dr. Cuypers. Het is geenszins do bedoeling van de inrich» tors der tentoonstelling geweest, een getrouwe nabootsing van Cuypers' werkkamer te geven, doch zij beoog» den. slechts om het jongere .geslacht een denkbeeld te geven van de sfeer waarin dc architect leefde. Nader wordt nog gemeld, dat na Prof. Brom. nog het woord is ge» voerd door den minister van Onder» wijs. MANNENKOOR PROZA EN POëZIE Haarlem's Klein Cabaret. Den leden cn donateurs van het Man» nenkoor „Proza cn Poëzie werd Zater» dagavond in de groote Gemeentelijke Concertzaal een soiree aangeboden, die zeer druk bezocht was. De werkende leden hadden het eer» ste nummer van bet programma voor hun rekening genomen cn openden op waardige wijze den avond met een uit» stekende uitvoering van twee koorwer» ken van Jac. Bonset en Fred. J. Roeske: .Tehuis" en „Lied aan het Gangspil". De bekwame leiding van den Directeur, VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 898 HET PAKJE Vader ziet moeder een pakje ma» ken en stelt voor. dai? hij het maar voor haar zal doen haalt het papier er weer af en I ontdekt dat het touwtje over dc vouwt het cr opnieuw omheen, I leuning van een stoel hangt zooals moeder gedaan had reikt naar het touw. waardoor vouwt het weer toe cn krijgt crvraagt a3n moeder of zc even 1 - met cenïgc moeite hot t'ouw om» I haar vinger op den knoop wi. een zijde van het pak weer los gaat houden, maar moeder hoort het niet probeert liet zelf te doen en stoot verliest bij zijn pogingen om het een poriïetlijstjc van de tafel lijstje te redden zijn houvast aan het touwtje cn alles is weer los I slaagt tenslotte en roept' moeder erbi). op welk oogenblik het touw» tje uit den knoop schiet en alles weer is als tevoren. (Nadruk verboden.) Jan Booda, die de mannen van „Proza en Poëzie" blijkbaar met liefde en toe» wijding volgen, viel daarbij ten zeerste te waardeeren. En het verdere gedeelte van den avond werd gevuld door Haarlem's Klein Cabaret. Wij hebben al meer de gelegenheid gehad gunstig over dit be» schaafde troepje te schrijven, dat zich spoedig een eervolle plaats in Haarlem heeft weten te veroveren cn een ver» diende bekendheid heeft verworven. De heeren Hoeben Sr., H. van Lecu» wen en Jos Mathot nemen het leeu» wendeel van het programma voor hun rekening, maar ook de dames mevr. van Leeuwcn»Hoeben en Martha Baas geven veel te genieten: mej. Baas met haar zang en mevr. van Leeuwen door zang en voordracht. zAls tooneeldilettant is de heer Hoe» ben Sr. te Haarlem reels lang een goede bekende, maar hij doet zich bij dit gezelschap ook kennen als een uit» stekend zanger van het levenslied, waarbij hij nu eens in het ernstige genre bleef cn vooral veel applaus oogstte met het Zaterdagavond voor het eerst in het publiek door hem ge» zangen: „De leege stoel", waarbij voor» al ziju sobere cn treffende voordracht fe bewonderen viel. Dc heer Mathot beweegt zich het liefst op het terrein van liet komische en heeft daarbij steeds een welverdiend 'en uitbundig succes. Tot slot voerde bet geheele gezel» schap (dat ook in ..Met z'u zessen om het klavier" den avond op vroolijke wijze had geopend) dc schets „Naar *t IJsfcest" uit. In smaakvolle frissche costuums gekleed hebben allen hun aandeel van zang, voordracht en ,.par» lando" in deze aardige schets, die bui» tengewoon in den smaak viel en den samensteller, den heer J. Hoeben Jr.. die zoo bescheiden en correct den ge» heclen avond zijn rol aan het klavier vervult, alle eer aandoet. Vermelden wij nog dat dc. heer Henri van Leeuwen als conferencier op gezel» F ge wijze de soiree opende. De vcreeniging of dc vriendenkring die een gezclligen avond wil organi» eren zal goed doen met zich de m dewerking van dit beschaafd en vroolijk gezelschap te verzekeren. Zij kunnen dan overtuigd zijn een avond van goe» de, vroolijke cn ernstige kunst te heb» ben, een amusanten avond en: zonder écn onvertogen woord. Eén kleine opmerking: de taal kan nog iets meer verzorgd worden. „Ik kon hem niet" moet natuurlijk „Ik ken» de hem niet" zijn en zoo zijn cr nog een paar heel kleine taakvlckjes. Maar ove» rigens: onze oprechte hulde! BANK VOOR ROERENDE GOEDEREN. Zaterdagmiddag werd alhier een al» gemeene vergadering gehouden van de Bank voor Onroerende goederen. Benoemd werd tot Commissaris de heer F. K. J. Heringa, chef der afd. Handel en Nijverheid van het Depar» temen t van Arbeid, Handel c-n Nij» verheid te 's Gravenhagc, KOLONIëN. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 CENTS PER REGEL Ï1VT VERKOUDHEID, RHEUMATIEK, SPIT, ISCHIAS cn JICHT worden OwUl j—*' A AcPl v op dc meest afdoende wijze bestreden door TOG AL-TABLETTEN. Togal is verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten k f0.80. 6 DE OPENING VAN DEN VOLKSRAAD. Een gewyzigd staatkundig tijd perk ingeluid. Het ontbreken van leden van den ouden Volks raad. Zelfbeperking bij het voeren van een welvaartspolitiek. De communistische aanslagen. Zooals Aneta seint, is Maandagoch* tend met een rede van den Gouw er* neux»generaal dc zitting van den Volksraad geopend. Dc Gouverncur»Gcncraal herinnerde er aan dat deze Volksraad waarlijk een nieuwe is, doordat een op belang» rijke punten gewijzigd; staatkundig tijdperk is ingeluid. Dc gouverneur» generaal constateerde dat de nieuwe Volksraad een verlies heeft geleden, doordat leden van den ouden Volks» raad ontbreken cn het tegengaan van dit verlies was slechts in beperkte mate mogelijk door middel van het reoht van benoeming. Spreker resu» meerde de bevoegdheden van den Volksraad en herinnerde cr aan. dat graaf van Limburg Stirum bij de in» stallafcie van den eersten Volksraad vaststelde, dat men in dc toekomst een evolutie zou meemaken als thans voltrokken wordt. Het is voor dc regeering een diep» gaande teleurstelling, dat zij verplicht is, een groote mate van zelfbeperking te betrachten bij het voeren van een welvaartspolitiek. Eenerzijds moe,t zij vasthouden aan den primairen eisch .,v-an elk financieel beleid, dat den naam van beleid mag dragen, nl. den eisch van een sluitende begroeting", anderzijds is bij in even Sterke mate overtuigd van de noodzakelijkheid van een zeer aanzienlijke versterking van de machtsmiddelen tot handha» ving van het gezag. Voorts betoogde spr., dat de finan» ciecle moeilijkihcdeji nog niet volledig overwonnen zijn, al heeft dan dc onit» INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. verergert met het uur en kan ontaarden in borstaandoening Wacht dus niet neem dadelijk wikkeling van de financiën geen on* gunst'g beeld. Met bijzondere stern* verheffing memoreerde de gouver* neur»generaal de communistische aan» slagen. Z. E. waarschuwde tegen een .-licht» zinnig, in zijn gevolgen verderfelijk" optimisme dat spreker constateert, indien geconcludeerd mocht worden, dat het gevaar voor goed bezworen is. Vergeten moet niet worden, dat do actio con deel uitmaakt van een vast* gesteld pricipiee'l program tot onder» mijnin'g van dc Wcstcrsohe bcscha» ving. Wij moeten niet alleen waakzaam doch ook paraat blijven ook in het welbegrepen belang van dc bevolking. „Dc overheid moot al het mogelijke doen om het gif tc neutraliseer©!», dat verspreid wordt door propagandisten, die oog noch oor 'hc-'blben voor het belang der bevolking, doch door het organisccren van verzet hun doel trachten tc bereiken, geheel buiten het belang van dc bevolking, ja in Hagran* ten strijd daarmede", zeide spreker. „Het communisme weet, dat zijn doet in het Westen, niet in het Oosten, ge» legen is". Dc gouvcirneur»gcncraal toonde zich teleurgesteld', deels cn gevolge van 'n. onbegrijpelijk misverstand, bij een. paar groepen, die weigeren bij het re» gee ren samen te werken. De rcgecring blijft tot overleg bereid, zeide hij. Aneta seint verder nog uit Batavia: In dc eerste zitting van den Volks» raad heeft dc voorzitter, de heer Neytzeil dc Wilde eerbiedig dank ge* bracht aan de Koningin voor hc,t in hem gestelde vertrouwen. Spr. zeide dat het voorzitterschap van dit ambt thans zwaarder was dan ooit tc voren. Alleen van samenwerken van regec* ring cn v<#cgcnwoordiging is een ge» zonde or.twikseiing van de staatkun» d:ge verhoudingen tc verwachten. De heer Kocsocmo Jócdo (P.E.B.) is gekozen tot eerste, dc heer Dc Hoog (I.E.V.) tot tweede plaabsver» vangend voorzitter. FEUILLETON DE ROMAN VAN EEN CIRCUS* MEISJE Uit het Engelsch van RUBY M. AYRES. Vertaald door J. van der Sluys. (Nadruk verboden). Een staljongen kwam aanloopen. Kan ik u soms helpen, mijnheer? Roderick had de motor al aan den gang gebracht. Hij antwoordde afwe» rend: Ik ga naar Alpcrton. Ik zal niet laat terugkomen. Jc kunt wel op mij wachten. Hij was het stalplein overgestoken en snel den weg opgereden, vóórdat de jongen had kunnen antwoorden. Het was donker; de hooge heggen aan weerszijden vaD den weg leken op htm af te komen, toen hij zoo snel reed; de boomen bewogen hun kale takken boven zijn hoofd, alsof zij waar* schuwend wilden zeggen: ga terug, ga terug. Het drong tot Roderick door, dat de ware reden van zijn overhaast vertrek egoisme was; hij verlangde naar iemands vertrouwelijkheid, al was het ook maar die van een arm circusmeisje. Zij wist wat zorg en verdriet was; zij zou met hem kunnen meevoelen. Hij voelde zich heelemaal neerge* drukt, nog nooit in zijn leven had hij een teleurstelling ondervonden, laat staan een ramp zooals hem nu over» komen was. Hij had heftig medelijden met zichzelf. Om acht uur kwam hij in Alperton; achter de vensters van de dorpshuisjes brandde licht; het oorverscheurend ge» schetter van een muziekkorps sneed door de nauwe straatjes en een gele lichtgloed tegen de lucht wees hem den weg naar het groote veld waar het circus was opgeslagen. Hij reed er langzaam voorbij. Het was dezelfde tent. Daar was de man met zijn schunnigcn hoogen hoed. schreeuwend tegen het publick: Kom binnen! de groote gele kermiswagens op den achtergrond. de getraliede kooien, waarin suffe leeuwen en slui» pende panters den heelen dag op en neer liepen; de schitterende aanplak» biljetten, waarop de naam van Mile Rosalie voorkwam, in letters van min» stens vier duim het eerst zijn oog trok. Hij liet de auto achter op de binnen» plaats van een kleine herberg, waar men op een groote drukte rekende zoo» lang dc voorstellingen duurden en wan» delde terug naar de weide. Over den natten grond zette hij koers naar de woonwagens; van Rosalie ech* ter kon hij niets ontdekken. Tenslotte betaalde hij zijn shilling en ging de tent binnen. Het was precies dezelfde vertooning, dezelfde moppen, hetzelfde bij elkaar, geraapte muziekcorps, de heele voor» stelling had voor hen» niets aantrekke* I jks meer. Hij wachtte ongeduldig, tot» dat Rosalie zou optreden; het leek hem een eeuwigheid voor dat zij de tent binnenzweefde. Hij volgde in spanning elke beweging van haar zag haar dc dunne touw» ladder opklimmen tot naar het duize* lingwekkcnde hoog hordes, terwijl zijn hart hem in dc kce! klopte Als zij eens uitgleed en viel. Plotseling leek de kleine acrobaat hem een heele welkome vriend in zijn eenzame, sombere stem» ming. Hij had haar maar eenmaal ge* sproken, maar intuïtief voelde hij, dat zij tenminste zich niet van hem zou af» keeren. omdat hij niet langer rijk was. Iedereen zou dat doen, niet alleen Li» Fan dat had de ondervinding hem wel geleerd. Hij had flinkere mannen dan hij zelf buiten een zoogenaamden vriendenkring zien stooten, alleen om» dat bet Noodlot kans gezien had een streep te halen door hun bankrekening. Met zijn hoofd achterover geleund, staarde hij naar het slanke figuurtje in het tulle costuum, met dc garnccring van papieren rozen. Hij hi el a den adem in toen zij van haar kleine staanplaats stapte en opeens hoog boven de groote ruimte beneden haar zweefde; het was, of zijn hart stilstond bij het hooren van den roep: Ben jc klaar? Spring, den man beneden in het circus, in Wi<-n hij den bruut, die haar had willen slaan herkende; zij liet den rekstok los en sprong naar een ander trapezium, dat veel lager langzaam heen en weer zweefde. Hij ademde pa. op toen zij weer goed en wel op den grond stond. Vóórdat zij buigend het circus verliet, was hij al naar buiten gegaan en wacht» tc haar op in de opening van de tent. Zij liep langzaam met sleependen tred en gebogen hoofd. Zij was hem al bijna gepasseerd, toen hij zijn hand uit» stak en zei: Rosalie, Pas veel later herinnerde hij zich den plotselïngcn blos op haar smal gezicht» je bij deze ontmoeting, de gretigheid, die klonk in haar verrasten uitroep: U? Op dat oogenblik was hij te veel vervuld van zichzelf te verlan» gend naar sympathie, hij had er die acht mijlen voor gereden om dit op te merken. Direct echter kwam de oude vrees weer bij haar op. Schichtig keek zij rond. Ik kan hier niet met u spreken als zij mij kunnen zien. Een beetje ongeduldig antwoordde hij: Zij zullen u niet zien. Wij zullen gaan waar u wilt. maar ik moet u spre» ken. Noodzakelijk. Ik ben naar u toe gekomen om u te spreken. Zij aarzelde een oogenblik dan, met een impulsief gebaar, greep zij hem bij dc hand cn trok hem van de tent weg in dc duisternis. Als zij eens wisten, dat u hier was. ze zouden u vermoorden, zei zij, tril* lend op haar beencn. Shorny zal u nooit vergeven. Neen, neen; hij heeft mij niet weer durven slaan. Wat is er? Waarom bent u gekomen? Mijn vader is gestorven. Dat schreef ik u al. IJ hebt mijn briefje toch gekregen? Ja. Shorny zag dat uw huisknecht het mij overhandigde. Ik geloof zeker, dat hij vermoedde van wie het kwam. Sindsdien heeft hij mij geen oogenblik uit het oog verloren, want ik geloof, dat hij denkt, dat ik zal wegloopen. Als zij maar even de kans wilden geven. Maar dat doen zij nooit. Wan» hopig wreef zij haar kleine handen. Waarom bent u gekomen? Waarom bent u toch gekomen? herhaalde zij. Ik wou je vertellen, dat ik je nu niet helpen kan, Rosalie, zooals ik je beloofd had. Ik 'ben niet rijk meer; ik ben wel dp armste man op dc wereld. Het was geen geld, waaraan hij dacht toen hij die laatste woorden zei, het .was het gezicht van de vrouw, die hjj jekust had, voordat hij Londen verliet, weggeroepen door het telegram van den 5uden Fergerson. Mijn vader heeft mij maar twee» icnderd pond nagelaten, Rosalie, geen 'duit meer. Zij herhaalde zijn woorden met de in» tonatic van verbazing, die hij verwacht had. Tweehonderd pond. Maar dat is een hoop geld. Hij lachte droevig. Voor mij bcteckent het niets, be» grijpt u. Of ik zc heb of niet, ik ben cr precies even arm om. Ik begrijp u niet. Wat bedoelt u, zei ze verward. Ik bedoel, dat het voor mij den honger beteekent. Het is alles wat ik op dc wereld bezit cn als het op is en dat zal niet zoo heel lang duren, zal ik er slechter aan toe zijn dan u, om* dat u tenminste nog wat kunt en ik niets. U kunt werken, zei ze. Werken? Hij haalde zijn brcedc schouders op. Wat voor soort werk? Straatvegen? Voor iets anders is vak» kennis noodig en die heb ik niet Ze zwegen beiden een oogenblik. Zij ging iets verder van hem afstaan. Toen zij weer begon te spieken was cr iets scherps in haar stem. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 5