t
DE KLEINE TUINIERS.
Jan en Willie vinden het heerlijk
moeder to helpen in den tuin. Zij har»
ken en wieden en schoffelen en kruien,
dat het een lust is. Nu, denken jullie
ook niet, dat dit plaatje er prachtig
uit zou zien, als het eens keurig ge»
klcurd was?
Je moet er je krachten maar eens
op probcercn.
Iedere jongen en ieder meisje, die
er een verfdoos of kleurkrijtjes op na
houdt, moet zelf de kleuren maar eens
bedenken.
De drie jongen» vonden de gedachte»
ook niet kwaad en gaven heel edclmoc»
dig den kabouters ccnige voetzoekers,
vuurpijlen en wat ander vuurwerk mede.
.,0, dank jullcn wel!" riepen de ka*
bouters. „Den een of anderen dag zul*
Jen wij er jullie wel voor bcloonen!"
En zoo vlug als zij konden gingen zij
terug naar Kahoutcrland en vroegen
den koning of hij den I2cn Mei een
Hoffeest geven wilde.
„Vraag al de nieuwsgierige, dikke
oude kabouters om te komen," vroegen
zij, „en wij beloovcn U, dat U zult
lachen tot de tranen 13 over het ge*
zicht loopen, Majesteit."
De koning zond uitnoodigingen rond
en de vier kabouters waren druk in de
weer met de voorbereidselen voor het
feest.
„Wij zullen een paar trucs uitroe*
ren," zcidc zij tot den Koning, „dus U
moet niet verwonderd zijn, als er iets
buitengewoons gebeurt."
Die kleine kabouters hadden gewei*
digc pret met die voorbereidselen. Zij
ntoptcn een paar voetzoekers tusschen
het truit op de schalen en in den sui*
kerpot. Zij stopten „gouden regen"
itusschcn de prachtige bloemen rondom
de dans/aal' en bonden daar een vuur*
pijl tegen den rug van eiken stoel, die
daar stond. En een massa kleine zeven*
klappers staken zij in hun zakken.
„Nu," zei Smut ten laatste. „Nu moe*
ten wij nog een beetje toovermacht ge*
bruiken; want door toovermacht moe*
ten de vuurpijlen afgaan, zooJra iemand
op die stoelen gaat zitten!"
„Wat een grap!" zeiden Ding, Dong
en Dell. „Laten wij nu eens gaan kijken
of de gasten komen."
Zij gingen bij de deur staan. Een voor
een kwamen de gasten binnen en som*
roigen zagen er zoo potsierlijk uit, dat
de kabouters bun lachen haast niet kon*
den houden.
„Kijk eens, daar heh je den eersten
minister! Wat een dikkerd! Hij kan
nauwelijks zijn tccncn en!'- zei Smut.
„En daar heb je den burgemeester!
Zijn neus is zoo lang. dat hij er wel
twintig brillen op kan dragen."
„En hier heb je „Langzame Jan" den
hoofd* ceremonie metste Nog nooit in
zijn leven heeft l ij hard gcloopenl"
Alle gasten werden door den Koning
verwelkomd en namen hun plaats aan
tafel in. Alles ging goed tot de gasten
aan het fruit en de koffie begonnen.
„Krak! Boem! Boem! X/.zzzzl! Boem!
Onmiddellijk als een der gasten een
klontje suiker uit den pot nam, of een
appel van de schaal, ging er een voet*
cocker af.
„O, o, lieve help!"
„Heb medelijden!"
„Hulp! Hulp!" liepen alle gasten, vol*
komen van hun stuk.
Smut keek naar den koning. Zijne
Majesteit begon te glimlachen.
Ilij glimlachte nog meer, toen de gas»
■ten in Je danszaal waren en de bur*
meester niet zijn langen neus de bloc*
men rook.
„Zzzzzzzt" daar stroomde een gou*
'den regen over hem heen en hij viel
bijna achterover van schrik.
Toen zjoeococoeocococ! Boem!
Iemand was op een stoel gaan zitten en
er was een vuurpijl1 afgegaan. Omhoog
vloog de vuurpijl en een regen van ster*
ren daalde neer.
„De koning lacht b ij n a," zei Dong
en keek verheugd,
„Nu dansen, allemaal!" riep Smut
plotseling uit, terwijl hij een paar voet*
zoekers tusschcn de gasten wierp.
„Au! het raakte mijn voet!
„Au! wat is dat toch voor een ding!
„Ga weg, jij lcclijk spring*ding!"
Alle dikke plechtig uitziende gasten
sprongen als kakkerlakken door elkan*
der.
„Ha, ha, ha!" bulderde de Koning
het plotseling uit. „Hahaha, Hoe grap*
pig!" en hij lag achterover in zijn troon
geleund en lachte, dat de tranen hem
over de wangen liepen.
Alle gasten waren zeer verheugd.
„Het kan ons niet schelen, dat wij
voor den gek gehouden worden, als wij
onzen Koning maar aan het lachen kun*
pen maken!" zeiden zij.
En sinds dien dag is er in Kabouter*
Jand den J2cn Mei altijd een groot
feest.
BENNIE.
dGCT
W. B.Z.
(Vervolg.)
„lliei vind ik het beter voor je," zei
de dokter op dien toon, die Ben zoo
goed kende en die geen tegenspraak
gedoogde.
„Hoe heet dat huis?" vroeg Ben.
„Zcerust".
„Dat 's wel een mooie naam," dacht
Ben hardop.
,,'t Is ook een mooi huis."
„Net zoo mooi als Hollcma*StHte?"
„Neen jongen, ik bedoel mooi in den
zin van practisch, degelijk. Natuurlijk
zijn er geen kostbare meubels, geen
prachtige schilderstukken."
In gedachten verzonken staarde Ben
voor zich uit. Als 't hem daar niet he*
viel, zou hij dadelijk aan moeder schrij*
ven, dat ze hem moest komen halen.
„Kijk een jongen, dat is een mooi land*
schap," riep de dokter.
„Ja wat een mooie duinen. En wat
een prachtige villa's."
„Zie je daar die roodc dakpannen?"
„Ja, dokter."
„Dat is je nieuwe tehuis."
Ben \v as nu vol aandacht. De motor
stopte.
„Rijd maar een kwartier rond, Bol*
scr," zei de dokter tot den «hauffcur.
Ben knikte Bolscr nog eens vriendelijk
toe en volgde toen den dokter. De deur
werd nl geopend, voor ze op het clcc.-
trisch schelletje gedrukt hadden.
„Goeden morgen, dokter Rengers.
Welkom Bennie llarkcma," zei een op*
gewekte stem. Een vriendelijke dame
drukte eerst den dokter en toen Ben
hartelijk de hand.
„Mag ik dadelijk naar 't strand?"
vroeg Ben, die steeds gewend wus, dat
men dadelijk met zijn verlangens re*
kening hield
„Weineen," antwoordde de Directrice.
„Je bent nog niet eens binnen de deur
en moet toch zeker eerst met je huis*
genooten en je nieuwe tehuis kennis
maken."
Ben trok een pruillip. Dat zoo'n Dl»
rcctricc hem maar dadelijk iets durfde
weigeren.
„Ziezoo nu hangen wc jas en muts
aan dezen kapstok. Stap nu de speel*
zaal maar binnen," noodde de dirce»
trice. Mevrouw opende een deur en
Ben keek in een groot vertrek, waar
lange tafels stonden met banken, maar
ook wel gcz.clligc kleine tafeltjes met
stoelen.
„Kees en Jnniicman,'' wendde de Di*
rcctricc zich tot twee jongens, die inct
hun meccano bezig waren, „hier is een
nieuw vriendje, Bennie Harkema."
De jongens vergaten even hun houw*
werk om Ben en den dokter toe te knik
ken.
„Wat maak jullie?" vroeg Ben.
„Een hijschkraan," zei Kees.
,,'t Is rcuzc*moeilijk," vertelde Jan.
„Ik heb hem thuis net zoo," zei Ben
en hij ging bij de jongens zitten. Hij
was er zoo gauw in dat hij niet eens be*
merkte, dat mevrouw en de dokter het
vertrek verlieten. De kraan was bijna
klaar, toen de dokter weer binnen*
kwam, om afscheid van Bennie te
nemen.
„Dag jongen. Ik zal maar aan moe
der zeggen, dat je hier al aardig ge»
wend bent."
„Dag dokter. Groet U maatje van
me, en Bolscr en Bram."
Ben zat zoo in het bouwwerk ver»
diept, dat hij den dokter alleen met
mevrouw liet vertrekken.
Een bel luidde door het gansehc huis
heen.
„Wat bctcekent dat?" vroeg Ben aan
de twee jongens.
„De papbei," riep Kees. Jan was al
bezig het speelgoed netjes op te bcr»
gen.
„Wat is dat de papbei?" vroeg Ben,
die ook maar opstond.
„Dan gaan we pap eten," antwoordde
Kees.
„Pap? Ik lust hcclcmaal geen pap,"
zei Ben, terwijl hij een vies gezicht trok.
„Maar je krijgt er een hoop stroop
in," vertelde Jan
„Ba stroop! Daar hou ik hcclcmaal
niet van," pruttelde Ben.
Weer klonk belgelui.
„Wat is dat?" vroeg Ben.
„De tweede papb*£ Nu moeten wc
gaan zitten."
Vlug liepen de jongens de speelkamer
uit en de gang door. 't Was heel ge»
makkelijk te zien, wat de eetzaal was.
Wel een twintigtal jongens gingen er
met vroolijke gezichten binnen. Een
paar dames waren bezig de borden te
vullen.
„Dit is juffrouw Betsïe," vertelde
Kees aan Ben.
„Dat is juffrouw Greet," vervolgde
Jan.
„Kijk eens dames, dit is onze Ben»
nie," kwam nu de Directrice op Ben af.
„Dan zal ik eens een grootc B. in
je pap schrijven," zei juffrouw Bctsic,
die met den strooppot rondliep."
„Maar dat lust ik niet," zei Ben.
„Wat? Lust je geen pap of lust je
geen stroop?" vroeg mevrouw lachend.
„Geen van tweeën," antwoordde Ben
norsch.
„Maar jongen, dat meen je niet," zei
de directrice.
Er werd gebeden. En toen gingen de
lepels klik*klak. Alleen Ben's lepeltje
bleef naast zijn hord liggen.
De dames deden of ze het niet zagen
De jongens bemerkten het pas, toen
hun borden leeg waren.
„Kom jongen, begin maar gauw, an<
ders wordt het koud," zei de directrice.
„Nee, ik lust het niet," zei Ben boos.
Wat zanikte die Directrice toch.
Ze staan van tafel op en gaan met
de dames een wandeling maken. Na de
wandeling is het rustuur. Allen moeten
dan naar bed. Ben is vermoeid en hij
slaapt al heel gauw in. De andere jon»
gens fluisteren nog met elkaar over
dien raren jongen, die geen pap met
stroop lustte.
Ben droomt van zee en duinen, van
torens en bruggen, maar ook van een
heel alfabet van stroop, dat hij alleen
op moet eten. En dan wandelen er al»
lemaal borden pap naar hem toe. En
wat het allergekste is, hij eet het eer*
ste bord hcclcmaal leeg. Want hij
heeft verschikkclijken honger.
Opeens doet hij zijn oogen open. Ja
hcusch, hij heeft honger en hij zal even
op 't schelletje drukken, dat "het ka»
mermeisjc vlug komt aanloopcn. Dan
moet ze hem maar wat lekkere beschuit»
jes met rookvlccsch brengen.
Maar waar zit dat schelletje nu?
Hebben ze het verplaatst? Hij doet zijn
oogen wat wijder open en hoort een on<
derdrukt gegicgcl.
„Wat wou je?" roept een jongen van
den overkant, die met de andere jon»
gens Ben zoo gek had zien doen met
die hand.
(Word vervolgd.)
HET HANGENDE ZAKMES
Dit is een nieuw kunstje, dat jullie
vriendjes zeer zeker wel zal verbazen.
Je hangt een zakmes aan de bovcn*dcur»
post, of op een andere plaats, waar het
vrij hangt, op, zooals de linker tcckc»
ning aangeeft. Nu geef je je vriendje
een schaar en vraag hem het touwtje
in het midden door te snijden, doch
«66 dat het mes blijft hangen.
Dat is een opgave, nietwaar? En als
ik niet wist hoe ik het doen moest,
zou ik het zeker zelf ook niet kunnen.
En toch is het eenvoudig. Je pakt het
touwtje in het midden en maakt er een
stevige lus in met een strak aangetrok»
ken knoop. Nu neem je de schaar en
knipt den lus (dat is dus het midden
van het touwtje) door. Het mes zal
blijven hangen, omdat de knoop de
beide einden nanclkandcr houdt.
Eenvoudig en toch moeilijk! Ten»
minste, als je het trucje niet kent!
KINDERTUINTJES.
Pronkerwt (Lathyrus odoratus).
Zie fig. 1. familie Vlinderbloemigen
(Papilionacccën). Een sierplant uit Sici»
lië afkomstig, een klimplant die langs
Tijshout of gaas wordt geleid. De bloem
komt overeen met die van de erwt, wat
de nuam trouwens reeds aangeeft. Ze is
echter grootcr en komt voor in een
grootc verscheidenheid van kleuren. Op
een goed bereiden grond krijg je flinke
lange bloemstengels, zoodat je er een
heel mooie bouquet van kunt maken.
Als de planten 40 c.M. hoog zijn wor*
den de toppen uitgeknepen. Om groo»
ter bloem en langer stengels te verkrij*
gen, zaaien wc in October in bakjes,
verspenen ze daarin drie maal, houden
deze onder koud glas en planten ze in
April uit. De gewone zaaitijd is be*
gin Maart-
Bekende spencer variëteiten zijn o.a.:
King White (wit, zeer grootc hloemcn),
Floradulc Fairy (liohtgeel), Bridesmaid
(rose), Rosabella (donker rose), Fiery
Cross (karmijnrood), Guinea Gold
(goud oranje), The sultan (zwartbruin),
Blue Bird (blauw).
Afrika nc n (Tagetes patulu) fam.
Samengcstcldblocmigcn (Composite»)
Een sierplant afkomstig uit Mexico, die
zeer veel voorkomt en heel gemakke»
lijk te kweeken is. 't Is een stijve doch
sterke plant, met geelachtige of gcic
blocmhoofdjes. Voor perken is geschikt
<le Tagetes putula florc plcno, die 40 a
50 c.M. hoog wordt of de dwergvorm
T. p. nana. De Tagetes signata groeit
even hoog, geeft fijner, meer ingesne*
den, welriekend blad en overlaadt zich
met kleine, gele bloempjes. Geschikt
voor randen is de dwergvorm T. s. pu»
imila. De perken, waarop men de Tagc*
tes wensoht te zaaien of planten, moe»
ten matig bemest worden, anders vor»
men de planten te veel blad, waardoor
de bloemen minder uitkomen. Een
grootc soort is de Tagetas erceta aurea
(Zie fiij. 2), die 80 c.M. hoog wordt en
grtHJic. oranjegele bloemen geeft. En»
kele er van tusschen de vaste planten
gezet, geven aan zoo'n hoekje weer een
▼roolijk aanzien, als de meeste overblij»
▼ende soorten zijn uitgebloeid.
TUINIER.
Postzegelrubriek
BELGlë
(Slot.)
r»"
'f
tot
i/ls*
tfrc
11
at»
u
re
t
Tot slot krijgen we nog eenigc series
wcldadigheidszcgcls, waarvan wc tegen,
woordig overal rijkelijk worden voor»
zien. Als ik 't maandelijkschc lijstje van
nieuwe uitgiften naga, komen bijna
steeds nieuwe weldadigheidszegels in
een of ander land voor. Nu is dit een
aardige manier om voor een of under
doel aan geld te komen, doch ik geloof
als de philatelic niet bestond, de op»
brengst wel wat minder zou zijn. Vele
van deze zegels komen ongebruikt in
de verzamelingen en hebben dus eigen»
lijk hun doel als frankeerzegel gemist.
De weldadigheid evenwel vaart er
wel bij.
In 1925 verscheen een serie zoogc»
naamdc tubcrculosczegels, waarvan de
toeslag ten bate kwam van de vereen!»
gingen ter bestrijding der tuberculose.
De zegels stellen een verpleegster voor
getooid met een rood kruisje, die boven
haar hoofd een schild ophoudt waarop
het tccken der tuberculosebestrijding
en het onderschrift „Pro tuber*
culatis belli". De waarden zijn 15 c. 4
5 c. (violet en rood), 30 c. -I- 5 c. (lei»
blauw en rood) en 1 fr. -f 10 c. (blauw
en rood). Grootte van de vakjes 2.7 bij
2.3 c.M.
In 't voorjaar 1926 verschenen 3 ze*
gels ten bate der slachtoffers van de
watersnood, waarvan ook ons land
heeft geleden (Land van Maas en Waal)
Uitgegeven werden 30 c. 30 c. (blauw
groen, in 't type I van de serie 1921/27
met den opdruk „Inondations 30 c.
Watersnood). Grootte van 't vakje
2.7 bij 2.3 c.M. 1 fr. 1 fr. en 1 fr.
1 fr. (blauw in 't lichte en donkere type
der Caritasseric 1911). De zegels heb*
ben dezelfde grootte, doch iuplnats van
het geperforeerde strookje „niet bestel»
len op Zondag" is een blanco gedeelte,
waarin staat „Inondations 1 fr.
-watersnood. Grootte van de vakjes 4
bij 3 c.M.
In December 1926 verscheen weer
een tuberculoseserie in 2 typen. De lage
waarden (klein formaat) vertoonen een
leeuw die een schild met "t bekende tcc»
ken draagt. In 't voetstuk, waarop hij
staat, is „Pro tubcrculatis belli" anngc»
bracht. De hoogcre waarden (groot for»
maat) vertonnen de bustes van 't ko»
ningspaar. Het zijn: 5 c. -f 5 c. (donker*
bruin), 20 c. 5 c. (lichtbruin), 50 c.
5 c. (violet). Grootte van de vakjes
2.7 bij 2.3 c.M. 1 fr. 50 -f- 25 c. (donker
blauw) en 5 fr. 1 fr. (rood). Grootte
van de vakjes 3 bij 4 c.M. Zie voor de
indccling het schetsje.
Nieuwe deelnemer:
208. Joop Ilocfsmit, Lottcstraut 19.
Blocmhofstr. 29rd. S.
DE WEDSTRIJD
Inzending ontvangen van: Greta Ham.
burger, oud 13 jaar, Astra, oud 13 jaar,
Dinkclaartjc, oud 13 jaar, Berliner Bol,
oud 12 jaar, Witkopje, oud?
RUBRIEKERTJES-LIJST.
Vervolg.
324 Gretha Hamburger, 13 jaar, Bik en
Arnoldkadc 12 c. IJmuiden.
325 Pim Straatmans, 10 jaar, Velscrstr.
no. 77.
326 Bett|y Straatmans, 12 jaar, Velscr*
straat 77.
327 Klaas v. Dam, Bcnviljoenstra.it 60,
oud?
328 Dina de Joflg, Suma»str. 36, 9 jaar.
329 Mini van Veen, Harmen jansstr, 57,
oud 9 jaar.
DE TOOVERLAMP.
De hcclc plaat moeten jullie netjes
op een niet te dik stuk karton plakken
en dan kleuren met je verf of tccken»
krijtjes. De kleuren moet je dezen
keer zelf maar eens uitkiezen. Als alles
droog is, knip je de afzonderlijke stuk»
ken uit en maakt tevens twee langwer»
pigc gaatjes op de plaats van de beide
zwarte streepjes in het midden bijna
onder aan de tcckcning, doch zorgt er
voor, dat het stukje wit crtusschcn on»
geschonden blijft. Dan maak je gaatje»
op het punt A op den schouder van den
Chinees, en ook in A en B in het arm»
stuk en bij B in het lange stuk. Nu leg
je B van het armstuk op B in het lange
eind en maak de beide stukken door
RAADSELS
(Deze raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes die „Voor
onze Jeugd" lezen.)
Iedere maand worden onder de beste
oplossers drie boeken in prachtband
verloot.
1. (Ingez. door Popje.)
Ik ben een kleine plaats in N. Bra*
bant van 5 letters. Verander mijn 3de
letter en ik word een grootc plaats in
Drente.
2. (Ingez. door Rlondkopjc.)
Mijn geheel is een bekend rijmpje, dat
vele woningen te lezen staat en 58
letters groot is.
36 9 54 5 is een plaats in de Betuwe.
43 28 32 27 is een plaats in Limburg.
39 l5 9 20 18 46 is een jongensnaam,
die van voren naar achteren en van ach»
teren naar voren gelezen, hetzelfde
luidt:
35 18 55 12 45 is een verkorte mcis»
jesnaam.
23 46 40 19 34 22 42 37 11 is een
hoofdstad van een provincie.
42 14 37 8 47 58 16 44 4 26 is een
straat in Haarlem.
45 29 6 48 21 5 is een N. Hollandsohc
rivier.
7 41 49 39 53 14 23 is een getal.
13 10 46 29 56 31 is een jongensnaam.
17 25 57 8 51 heeft een man.
1 24 16 43 28 11 51 is een waterrijke
plaats in Z. Holland.
38 3 52 30 is een klecdingstuk.
26 2 5O 19 is een getal.
33 26 48 28 is een jongensnaam, die
ook van voren naar achter of van ach»
teren naar voren gelezen hetzelfde lui J t
6 5 4 is groente.
55 56 57 58 is niet vroeg.
3. (Ingez. door Harold Lloyd).
Mijn 1ste lettergreep is een blijde uit*
roep.
Mijn 1ste en 2de lettergreep vormen
een natuurverschijnsel.
Mijn 3de lettergreep is niet prettig
om te krijg en mijn geheel smaakt fijn
op je boterham.
4. (Ingez. door Meidoorntje.)
Welk beroep oefent deze man uit?
PIETER MAMONS
5. (Ingez. door Heideroosje.)
Mijn 1ste is een klinker, mijn 2de een
deel van een schip, mijn 3de een drank
En mijn geheel is een Oosterling.
6. (Ingez. door Eschdoorntjc.)
Ik leef in de bergen en besta uit 10
letters
8 9 komt van de kip.
6 5 is een voertuig.
1 2 2 6 is een meisjesnaam.
3 4 4 5 is niet helder.
7 8 9 10 is een vlug dier, w
middel van een papierklcmmctjc aan
elkaar vast. Nu steek je het onderste
eind van het lange stuk van achter af
door het bovenste langwerpige gaatje
onder in de tcckcning en haalt 't daar»
na door het tweede langwerpige gaatje.
Steek dan een papierklcmmctjc door A
in het armstuk en maak deze zóó aan
elkander vast. Nu is jullie plaat com»
pleet.
Als je het ander de tcckcning uitste»
kende gedeelte van het lange stuk om*
hoog duwt ,za! de Chinees zijn nrm op»
heffen, terwijl de geest met den schat
uit den rook van de tobvcrlamp zal ver»
schijnen.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige
weck zijn:
1. EemEems Theems.
2. Roodborstje.
3. Korenbindslertjc.
4. Rubriekertjes!ijst.
5. Blocmkwcckcr.
6. a. keis b. de o want die hcc.t geen
begin en geen eind.
C. klokkolk d. een kam.
Goede oplossingen ontvangen .van:
Knngelijntjc 6 De kleine Violist 6 De-
kleine Vogelvriend 6 Rozenmanjntje 5
Glasvlinder 5 Zwartkopje 6 Berliner
bol o Miep 6 Mimi l'ocsckat 6 Boerin»
netje 6 Juttepcutcr 6 Amico 6 Wilgen»
roosje 6 Distelvink 6.
Friezinnetje 6. De kleine Wildzang
6, Blondkopje 6. Propje 6, Wildkepje
6. Poederdonsjc Kloris V 6. Zand*
vrouwtje 5, Juffertje Onrust 6, Goud»
kopje 5, Goudspriefje 6, Tippie 6, Bij
dehandje 6, Het negertje 5, Anjer 6.
Knutselaartjc Vcrkccrsagcn'jc 6,
Grace G. 4, Jimmy 6, De kleine En*
gclschman 6. Amazone 6, Pinoccia 6,
Bloemenmeisje 6. Marmotje 6. Water»
koet 6. Rompclstccltjc 6. Onze Jongste 6
Prinsesje St'errenniur 6. Brceroo 5, Dina
de Jong 6, Elfje 6. Willem III 6, Man»
dolinist 6, Gems 5. De kleine papegaai
6, Woudnimfje 6. Krullende 6. Gazelle
(i. Prinses Évclicmtjc 5, Rozekoontj©
6. Astra 6, Ridder Pipi 5, De kleine
Koerier 5, Prinses Roza 6, Leeuwtje 4.
Zonnekoning 5, Kijstcpikkertjc 6, Thee»
roos 6, Kraaloog 5, Mandarijntje 4,
Autoped 4, Baby Peggy 6, Zeehndertje
6, Meidoorntje 6. Lotusblocmpjc 6,
Pici'jc Bell 5, Juniblocmje 6 Rankvoctje
6, Verspringer Hurdloopcr 6, Slaap»
mutsje 6, Paddeltje 6. Oliebol 6, M)r)ijn
6, Roel de Rakker 6, Goudhaantje 6-
Ventje Piggchncc 6, Kleine Ulbo 6,
Moeders Hulp 6, Lcntcknoipje 6, Meeuw»
tje 6, Zccuwinnctjc 5.
RUILRUBRIEK
Wie graag een lief hondje wil hebben,
mag dat vanavond tusschcn 5 en 6 uutf
komen halen bij MEVROUW IIF.INE»
KE, Vcrspronckwcg 18.
CAMPHUISSTR. 6. Wie heeft een
mooi jongensboek voor mij te leen? Ik)
geef er voor terug „de Watfcrrnttcn".
MARIETJE JONKERMAN. Korte-
weg 16, Schoten, bij het Haarlem Voet»
bahterrein heeft een lief zwart poesje
met witte poot'jcs. Wie 't o raag hebben
il, mag hei' komen hqjen.