t DE KLEINE TUINIERS. Jan en Willie vinden het heerlijk moeder to helpen in den tuin. Zij har» ken en wieden en schoffelen en kruien, dat het een lust is. Nu, denken jullie ook niet, dat dit plaatje er prachtig uit zou zien, als het eens keurig ge» klcurd was? Je moet er je krachten maar eens op probcercn. Iedere jongen en ieder meisje, die er een verfdoos of kleurkrijtjes op na houdt, moet zelf de kleuren maar eens bedenken. De drie jongen» vonden de gedachte» ook niet kwaad en gaven heel edclmoc» dig den kabouters ccnige voetzoekers, vuurpijlen en wat ander vuurwerk mede. .,0, dank jullcn wel!" riepen de ka* bouters. „Den een of anderen dag zul* Jen wij er jullie wel voor bcloonen!" En zoo vlug als zij konden gingen zij terug naar Kahoutcrland en vroegen den koning of hij den I2cn Mei een Hoffeest geven wilde. „Vraag al de nieuwsgierige, dikke oude kabouters om te komen," vroegen zij, „en wij beloovcn U, dat U zult lachen tot de tranen 13 over het ge* zicht loopen, Majesteit." De koning zond uitnoodigingen rond en de vier kabouters waren druk in de weer met de voorbereidselen voor het feest. „Wij zullen een paar trucs uitroe* ren," zcidc zij tot den Koning, „dus U moet niet verwonderd zijn, als er iets buitengewoons gebeurt." Die kleine kabouters hadden gewei* digc pret met die voorbereidselen. Zij ntoptcn een paar voetzoekers tusschen het truit op de schalen en in den sui* kerpot. Zij stopten „gouden regen" itusschcn de prachtige bloemen rondom de dans/aal' en bonden daar een vuur* pijl tegen den rug van eiken stoel, die daar stond. En een massa kleine zeven* klappers staken zij in hun zakken. „Nu," zei Smut ten laatste. „Nu moe* ten wij nog een beetje toovermacht ge* bruiken; want door toovermacht moe* ten de vuurpijlen afgaan, zooJra iemand op die stoelen gaat zitten!" „Wat een grap!" zeiden Ding, Dong en Dell. „Laten wij nu eens gaan kijken of de gasten komen." Zij gingen bij de deur staan. Een voor een kwamen de gasten binnen en som* roigen zagen er zoo potsierlijk uit, dat de kabouters bun lachen haast niet kon* den houden. „Kijk eens, daar heh je den eersten minister! Wat een dikkerd! Hij kan nauwelijks zijn tccncn en!'- zei Smut. „En daar heb je den burgemeester! Zijn neus is zoo lang. dat hij er wel twintig brillen op kan dragen." „En hier heb je „Langzame Jan" den hoofd* ceremonie metste Nog nooit in zijn leven heeft l ij hard gcloopenl" Alle gasten werden door den Koning verwelkomd en namen hun plaats aan tafel in. Alles ging goed tot de gasten aan het fruit en de koffie begonnen. „Krak! Boem! Boem! X/.zzzzl! Boem! Onmiddellijk als een der gasten een klontje suiker uit den pot nam, of een appel van de schaal, ging er een voet* cocker af. „O, o, lieve help!" „Heb medelijden!" „Hulp! Hulp!" liepen alle gasten, vol* komen van hun stuk. Smut keek naar den koning. Zijne Majesteit begon te glimlachen. Ilij glimlachte nog meer, toen de gas» ■ten in Je danszaal waren en de bur* meester niet zijn langen neus de bloc* men rook. „Zzzzzzzt" daar stroomde een gou* 'den regen over hem heen en hij viel bijna achterover van schrik. Toen zjoeococoeocococ! Boem! Iemand was op een stoel gaan zitten en er was een vuurpijl1 afgegaan. Omhoog vloog de vuurpijl en een regen van ster* ren daalde neer. „De koning lacht b ij n a," zei Dong en keek verheugd, „Nu dansen, allemaal!" riep Smut plotseling uit, terwijl hij een paar voet* zoekers tusschcn de gasten wierp. „Au! het raakte mijn voet! „Au! wat is dat toch voor een ding! „Ga weg, jij lcclijk spring*ding!" Alle dikke plechtig uitziende gasten sprongen als kakkerlakken door elkan* der. „Ha, ha, ha!" bulderde de Koning het plotseling uit. „Hahaha, Hoe grap* pig!" en hij lag achterover in zijn troon geleund en lachte, dat de tranen hem over de wangen liepen. Alle gasten waren zeer verheugd. „Het kan ons niet schelen, dat wij voor den gek gehouden worden, als wij onzen Koning maar aan het lachen kun* pen maken!" zeiden zij. En sinds dien dag is er in Kabouter* Jand den J2cn Mei altijd een groot feest. BENNIE. dGCT W. B.Z. (Vervolg.) „lliei vind ik het beter voor je," zei de dokter op dien toon, die Ben zoo goed kende en die geen tegenspraak gedoogde. „Hoe heet dat huis?" vroeg Ben. „Zcerust". „Dat 's wel een mooie naam," dacht Ben hardop. ,,'t Is ook een mooi huis." „Net zoo mooi als Hollcma*StHte?" „Neen jongen, ik bedoel mooi in den zin van practisch, degelijk. Natuurlijk zijn er geen kostbare meubels, geen prachtige schilderstukken." In gedachten verzonken staarde Ben voor zich uit. Als 't hem daar niet he* viel, zou hij dadelijk aan moeder schrij* ven, dat ze hem moest komen halen. „Kijk een jongen, dat is een mooi land* schap," riep de dokter. „Ja wat een mooie duinen. En wat een prachtige villa's." „Zie je daar die roodc dakpannen?" „Ja, dokter." „Dat is je nieuwe tehuis." Ben \v as nu vol aandacht. De motor stopte. „Rijd maar een kwartier rond, Bol* scr," zei de dokter tot den «hauffcur. Ben knikte Bolscr nog eens vriendelijk toe en volgde toen den dokter. De deur werd nl geopend, voor ze op het clcc.- trisch schelletje gedrukt hadden. „Goeden morgen, dokter Rengers. Welkom Bennie llarkcma," zei een op* gewekte stem. Een vriendelijke dame drukte eerst den dokter en toen Ben hartelijk de hand. „Mag ik dadelijk naar 't strand?" vroeg Ben, die steeds gewend wus, dat men dadelijk met zijn verlangens re* kening hield „Weineen," antwoordde de Directrice. „Je bent nog niet eens binnen de deur en moet toch zeker eerst met je huis* genooten en je nieuwe tehuis kennis maken." Ben trok een pruillip. Dat zoo'n Dl» rcctricc hem maar dadelijk iets durfde weigeren. „Ziezoo nu hangen wc jas en muts aan dezen kapstok. Stap nu de speel* zaal maar binnen," noodde de dirce» trice. Mevrouw opende een deur en Ben keek in een groot vertrek, waar lange tafels stonden met banken, maar ook wel gcz.clligc kleine tafeltjes met stoelen. „Kees en Jnniicman,'' wendde de Di* rcctricc zich tot twee jongens, die inct hun meccano bezig waren, „hier is een nieuw vriendje, Bennie Harkema." De jongens vergaten even hun houw* werk om Ben en den dokter toe te knik ken. „Wat maak jullie?" vroeg Ben. „Een hijschkraan," zei Kees. ,,'t Is rcuzc*moeilijk," vertelde Jan. „Ik heb hem thuis net zoo," zei Ben en hij ging bij de jongens zitten. Hij was er zoo gauw in dat hij niet eens be* merkte, dat mevrouw en de dokter het vertrek verlieten. De kraan was bijna klaar, toen de dokter weer binnen* kwam, om afscheid van Bennie te nemen. „Dag jongen. Ik zal maar aan moe der zeggen, dat je hier al aardig ge» wend bent." „Dag dokter. Groet U maatje van me, en Bolscr en Bram." Ben zat zoo in het bouwwerk ver» diept, dat hij den dokter alleen met mevrouw liet vertrekken. Een bel luidde door het gansehc huis heen. „Wat bctcekent dat?" vroeg Ben aan de twee jongens. „De papbei," riep Kees. Jan was al bezig het speelgoed netjes op te bcr» gen. „Wat is dat de papbei?" vroeg Ben, die ook maar opstond. „Dan gaan we pap eten," antwoordde Kees. „Pap? Ik lust hcclcmaal geen pap," zei Ben, terwijl hij een vies gezicht trok. „Maar je krijgt er een hoop stroop in," vertelde Jan „Ba stroop! Daar hou ik hcclcmaal niet van," pruttelde Ben. Weer klonk belgelui. „Wat is dat?" vroeg Ben. „De tweede papb*£ Nu moeten wc gaan zitten." Vlug liepen de jongens de speelkamer uit en de gang door. 't Was heel ge» makkelijk te zien, wat de eetzaal was. Wel een twintigtal jongens gingen er met vroolijke gezichten binnen. Een paar dames waren bezig de borden te vullen. „Dit is juffrouw Betsïe," vertelde Kees aan Ben. „Dat is juffrouw Greet," vervolgde Jan. „Kijk eens dames, dit is onze Ben» nie," kwam nu de Directrice op Ben af. „Dan zal ik eens een grootc B. in je pap schrijven," zei juffrouw Bctsic, die met den strooppot rondliep." „Maar dat lust ik niet," zei Ben. „Wat? Lust je geen pap of lust je geen stroop?" vroeg mevrouw lachend. „Geen van tweeën," antwoordde Ben norsch. „Maar jongen, dat meen je niet," zei de directrice. Er werd gebeden. En toen gingen de lepels klik*klak. Alleen Ben's lepeltje bleef naast zijn hord liggen. De dames deden of ze het niet zagen De jongens bemerkten het pas, toen hun borden leeg waren. „Kom jongen, begin maar gauw, an< ders wordt het koud," zei de directrice. „Nee, ik lust het niet," zei Ben boos. Wat zanikte die Directrice toch. Ze staan van tafel op en gaan met de dames een wandeling maken. Na de wandeling is het rustuur. Allen moeten dan naar bed. Ben is vermoeid en hij slaapt al heel gauw in. De andere jon» gens fluisteren nog met elkaar over dien raren jongen, die geen pap met stroop lustte. Ben droomt van zee en duinen, van torens en bruggen, maar ook van een heel alfabet van stroop, dat hij alleen op moet eten. En dan wandelen er al» lemaal borden pap naar hem toe. En wat het allergekste is, hij eet het eer* ste bord hcclcmaal leeg. Want hij heeft verschikkclijken honger. Opeens doet hij zijn oogen open. Ja hcusch, hij heeft honger en hij zal even op 't schelletje drukken, dat "het ka» mermeisjc vlug komt aanloopcn. Dan moet ze hem maar wat lekkere beschuit» jes met rookvlccsch brengen. Maar waar zit dat schelletje nu? Hebben ze het verplaatst? Hij doet zijn oogen wat wijder open en hoort een on< derdrukt gegicgcl. „Wat wou je?" roept een jongen van den overkant, die met de andere jon» gens Ben zoo gek had zien doen met die hand. (Word vervolgd.) HET HANGENDE ZAKMES Dit is een nieuw kunstje, dat jullie vriendjes zeer zeker wel zal verbazen. Je hangt een zakmes aan de bovcn*dcur» post, of op een andere plaats, waar het vrij hangt, op, zooals de linker tcckc» ning aangeeft. Nu geef je je vriendje een schaar en vraag hem het touwtje in het midden door te snijden, doch «66 dat het mes blijft hangen. Dat is een opgave, nietwaar? En als ik niet wist hoe ik het doen moest, zou ik het zeker zelf ook niet kunnen. En toch is het eenvoudig. Je pakt het touwtje in het midden en maakt er een stevige lus in met een strak aangetrok» ken knoop. Nu neem je de schaar en knipt den lus (dat is dus het midden van het touwtje) door. Het mes zal blijven hangen, omdat de knoop de beide einden nanclkandcr houdt. Eenvoudig en toch moeilijk! Ten» minste, als je het trucje niet kent! KINDERTUINTJES. Pronkerwt (Lathyrus odoratus). Zie fig. 1. familie Vlinderbloemigen (Papilionacccën). Een sierplant uit Sici» lië afkomstig, een klimplant die langs Tijshout of gaas wordt geleid. De bloem komt overeen met die van de erwt, wat de nuam trouwens reeds aangeeft. Ze is echter grootcr en komt voor in een grootc verscheidenheid van kleuren. Op een goed bereiden grond krijg je flinke lange bloemstengels, zoodat je er een heel mooie bouquet van kunt maken. Als de planten 40 c.M. hoog zijn wor* den de toppen uitgeknepen. Om groo» ter bloem en langer stengels te verkrij* gen, zaaien wc in October in bakjes, verspenen ze daarin drie maal, houden deze onder koud glas en planten ze in April uit. De gewone zaaitijd is be* gin Maart- Bekende spencer variëteiten zijn o.a.: King White (wit, zeer grootc hloemcn), Floradulc Fairy (liohtgeel), Bridesmaid (rose), Rosabella (donker rose), Fiery Cross (karmijnrood), Guinea Gold (goud oranje), The sultan (zwartbruin), Blue Bird (blauw). Afrika nc n (Tagetes patulu) fam. Samengcstcldblocmigcn (Composite») Een sierplant afkomstig uit Mexico, die zeer veel voorkomt en heel gemakke» lijk te kweeken is. 't Is een stijve doch sterke plant, met geelachtige of gcic blocmhoofdjes. Voor perken is geschikt <le Tagetes putula florc plcno, die 40 a 50 c.M. hoog wordt of de dwergvorm T. p. nana. De Tagetes signata groeit even hoog, geeft fijner, meer ingesne* den, welriekend blad en overlaadt zich met kleine, gele bloempjes. Geschikt voor randen is de dwergvorm T. s. pu» imila. De perken, waarop men de Tagc* tes wensoht te zaaien of planten, moe» ten matig bemest worden, anders vor» men de planten te veel blad, waardoor de bloemen minder uitkomen. Een grootc soort is de Tagetas erceta aurea (Zie fiij. 2), die 80 c.M. hoog wordt en grtHJic. oranjegele bloemen geeft. En» kele er van tusschen de vaste planten gezet, geven aan zoo'n hoekje weer een ▼roolijk aanzien, als de meeste overblij» ▼ende soorten zijn uitgebloeid. TUINIER. Postzegelrubriek BELGlë (Slot.) r»" 'f tot i/ls* tfrc 11 at» u re t Tot slot krijgen we nog eenigc series wcldadigheidszcgcls, waarvan wc tegen, woordig overal rijkelijk worden voor» zien. Als ik 't maandelijkschc lijstje van nieuwe uitgiften naga, komen bijna steeds nieuwe weldadigheidszegels in een of ander land voor. Nu is dit een aardige manier om voor een of under doel aan geld te komen, doch ik geloof als de philatelic niet bestond, de op» brengst wel wat minder zou zijn. Vele van deze zegels komen ongebruikt in de verzamelingen en hebben dus eigen» lijk hun doel als frankeerzegel gemist. De weldadigheid evenwel vaart er wel bij. In 1925 verscheen een serie zoogc» naamdc tubcrculosczegels, waarvan de toeslag ten bate kwam van de vereen!» gingen ter bestrijding der tuberculose. De zegels stellen een verpleegster voor getooid met een rood kruisje, die boven haar hoofd een schild ophoudt waarop het tccken der tuberculosebestrijding en het onderschrift „Pro tuber* culatis belli". De waarden zijn 15 c. 4 5 c. (violet en rood), 30 c. -I- 5 c. (lei» blauw en rood) en 1 fr. -f 10 c. (blauw en rood). Grootte van de vakjes 2.7 bij 2.3 c.M. In 't voorjaar 1926 verschenen 3 ze* gels ten bate der slachtoffers van de watersnood, waarvan ook ons land heeft geleden (Land van Maas en Waal) Uitgegeven werden 30 c. 30 c. (blauw groen, in 't type I van de serie 1921/27 met den opdruk „Inondations 30 c. Watersnood). Grootte van 't vakje 2.7 bij 2.3 c.M. 1 fr. 1 fr. en 1 fr. 1 fr. (blauw in 't lichte en donkere type der Caritasseric 1911). De zegels heb* ben dezelfde grootte, doch iuplnats van het geperforeerde strookje „niet bestel» len op Zondag" is een blanco gedeelte, waarin staat „Inondations 1 fr. -watersnood. Grootte van de vakjes 4 bij 3 c.M. In December 1926 verscheen weer een tuberculoseserie in 2 typen. De lage waarden (klein formaat) vertoonen een leeuw die een schild met "t bekende tcc» ken draagt. In 't voetstuk, waarop hij staat, is „Pro tubcrculatis belli" anngc» bracht. De hoogcre waarden (groot for» maat) vertonnen de bustes van 't ko» ningspaar. Het zijn: 5 c. -f 5 c. (donker* bruin), 20 c. 5 c. (lichtbruin), 50 c. 5 c. (violet). Grootte van de vakjes 2.7 bij 2.3 c.M. 1 fr. 50 -f- 25 c. (donker blauw) en 5 fr. 1 fr. (rood). Grootte van de vakjes 3 bij 4 c.M. Zie voor de indccling het schetsje. Nieuwe deelnemer: 208. Joop Ilocfsmit, Lottcstraut 19. Blocmhofstr. 29rd. S. DE WEDSTRIJD Inzending ontvangen van: Greta Ham. burger, oud 13 jaar, Astra, oud 13 jaar, Dinkclaartjc, oud 13 jaar, Berliner Bol, oud 12 jaar, Witkopje, oud? RUBRIEKERTJES-LIJST. Vervolg. 324 Gretha Hamburger, 13 jaar, Bik en Arnoldkadc 12 c. IJmuiden. 325 Pim Straatmans, 10 jaar, Velscrstr. no. 77. 326 Bett|y Straatmans, 12 jaar, Velscr* straat 77. 327 Klaas v. Dam, Bcnviljoenstra.it 60, oud? 328 Dina de Joflg, Suma»str. 36, 9 jaar. 329 Mini van Veen, Harmen jansstr, 57, oud 9 jaar. DE TOOVERLAMP. De hcclc plaat moeten jullie netjes op een niet te dik stuk karton plakken en dan kleuren met je verf of tccken» krijtjes. De kleuren moet je dezen keer zelf maar eens uitkiezen. Als alles droog is, knip je de afzonderlijke stuk» ken uit en maakt tevens twee langwer» pigc gaatjes op de plaats van de beide zwarte streepjes in het midden bijna onder aan de tcckcning, doch zorgt er voor, dat het stukje wit crtusschcn on» geschonden blijft. Dan maak je gaatje» op het punt A op den schouder van den Chinees, en ook in A en B in het arm» stuk en bij B in het lange stuk. Nu leg je B van het armstuk op B in het lange eind en maak de beide stukken door RAADSELS (Deze raadsels zijn alle ingezonden door jongens en meisjes die „Voor onze Jeugd" lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers drie boeken in prachtband verloot. 1. (Ingez. door Popje.) Ik ben een kleine plaats in N. Bra* bant van 5 letters. Verander mijn 3de letter en ik word een grootc plaats in Drente. 2. (Ingez. door Rlondkopjc.) Mijn geheel is een bekend rijmpje, dat vele woningen te lezen staat en 58 letters groot is. 36 9 54 5 is een plaats in de Betuwe. 43 28 32 27 is een plaats in Limburg. 39 l5 9 20 18 46 is een jongensnaam, die van voren naar achteren en van ach» teren naar voren gelezen, hetzelfde luidt: 35 18 55 12 45 is een verkorte mcis» jesnaam. 23 46 40 19 34 22 42 37 11 is een hoofdstad van een provincie. 42 14 37 8 47 58 16 44 4 26 is een straat in Haarlem. 45 29 6 48 21 5 is een N. Hollandsohc rivier. 7 41 49 39 53 14 23 is een getal. 13 10 46 29 56 31 is een jongensnaam. 17 25 57 8 51 heeft een man. 1 24 16 43 28 11 51 is een waterrijke plaats in Z. Holland. 38 3 52 30 is een klecdingstuk. 26 2 5O 19 is een getal. 33 26 48 28 is een jongensnaam, die ook van voren naar achter of van ach» teren naar voren gelezen hetzelfde lui J t 6 5 4 is groente. 55 56 57 58 is niet vroeg. 3. (Ingez. door Harold Lloyd). Mijn 1ste lettergreep is een blijde uit* roep. Mijn 1ste en 2de lettergreep vormen een natuurverschijnsel. Mijn 3de lettergreep is niet prettig om te krijg en mijn geheel smaakt fijn op je boterham. 4. (Ingez. door Meidoorntje.) Welk beroep oefent deze man uit? PIETER MAMONS 5. (Ingez. door Heideroosje.) Mijn 1ste is een klinker, mijn 2de een deel van een schip, mijn 3de een drank En mijn geheel is een Oosterling. 6. (Ingez. door Eschdoorntjc.) Ik leef in de bergen en besta uit 10 letters 8 9 komt van de kip. 6 5 is een voertuig. 1 2 2 6 is een meisjesnaam. 3 4 4 5 is niet helder. 7 8 9 10 is een vlug dier, w middel van een papierklcmmctjc aan elkaar vast. Nu steek je het onderste eind van het lange stuk van achter af door het bovenste langwerpige gaatje onder in de tcckcning en haalt 't daar» na door het tweede langwerpige gaatje. Steek dan een papierklcmmctjc door A in het armstuk en maak deze zóó aan elkander vast. Nu is jullie plaat com» pleet. Als je het ander de tcckcning uitste» kende gedeelte van het lange stuk om* hoog duwt ,za! de Chinees zijn nrm op» heffen, terwijl de geest met den schat uit den rook van de tobvcrlamp zal ver» schijnen. Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige weck zijn: 1. EemEems Theems. 2. Roodborstje. 3. Korenbindslertjc. 4. Rubriekertjes!ijst. 5. Blocmkwcckcr. 6. a. keis b. de o want die hcc.t geen begin en geen eind. C. klokkolk d. een kam. Goede oplossingen ontvangen .van: Knngelijntjc 6 De kleine Violist 6 De- kleine Vogelvriend 6 Rozenmanjntje 5 Glasvlinder 5 Zwartkopje 6 Berliner bol o Miep 6 Mimi l'ocsckat 6 Boerin» netje 6 Juttepcutcr 6 Amico 6 Wilgen» roosje 6 Distelvink 6. Friezinnetje 6. De kleine Wildzang 6, Blondkopje 6. Propje 6, Wildkepje 6. Poederdonsjc Kloris V 6. Zand* vrouwtje 5, Juffertje Onrust 6, Goud» kopje 5, Goudspriefje 6, Tippie 6, Bij dehandje 6, Het negertje 5, Anjer 6. Knutselaartjc Vcrkccrsagcn'jc 6, Grace G. 4, Jimmy 6, De kleine En* gclschman 6. Amazone 6, Pinoccia 6, Bloemenmeisje 6. Marmotje 6. Water» koet 6. Rompclstccltjc 6. Onze Jongste 6 Prinsesje St'errenniur 6. Brceroo 5, Dina de Jong 6, Elfje 6. Willem III 6, Man» dolinist 6, Gems 5. De kleine papegaai 6, Woudnimfje 6. Krullende 6. Gazelle (i. Prinses Évclicmtjc 5, Rozekoontj© 6. Astra 6, Ridder Pipi 5, De kleine Koerier 5, Prinses Roza 6, Leeuwtje 4. Zonnekoning 5, Kijstcpikkertjc 6, Thee» roos 6, Kraaloog 5, Mandarijntje 4, Autoped 4, Baby Peggy 6, Zeehndertje 6, Meidoorntje 6. Lotusblocmpjc 6, Pici'jc Bell 5, Juniblocmje 6 Rankvoctje 6, Verspringer Hurdloopcr 6, Slaap» mutsje 6, Paddeltje 6. Oliebol 6, M)r)ijn 6, Roel de Rakker 6, Goudhaantje 6- Ventje Piggchncc 6, Kleine Ulbo 6, Moeders Hulp 6, Lcntcknoipje 6, Meeuw» tje 6, Zccuwinnctjc 5. RUILRUBRIEK Wie graag een lief hondje wil hebben, mag dat vanavond tusschcn 5 en 6 uutf komen halen bij MEVROUW IIF.INE» KE, Vcrspronckwcg 18. CAMPHUISSTR. 6. Wie heeft een mooi jongensboek voor mij te leen? Ik) geef er voor terug „de Watfcrrnttcn". MARIETJE JONKERMAN. Korte- weg 16, Schoten, bij het Haarlem Voet» bahterrein heeft een lief zwart poesje met witte poot'jcs. Wie 't o raag hebben il, mag hei' komen hqjen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 14