HAARLEM'S DAGBLAD DE SLUISBOUW TE IJMUIDEN. FLITSEN ARR'S OUTBROÖS FEUILLETON PAPIEREN ROZEN WOENSDAG 1 JUNI 1927 DERDE BLAD De Sluisdeur overeind. De groote sluisdeur. is wederom een belangrijk Onderdeed van dit grootsche werk den nieuwen sluisbouw verricht, nas melijk het verslepen en overeind bren* gen van de 1200*ton zware deur voor de nieuwe sluis. Zooals men weet is deze deur in Februari door een viertal' sleepbooten over zee van Rotterdam naar IJmuiden gesleept. Voor dit trans* port dat ongeveer 24 uur duurde, wer den viey krachtige sleepbooten van Bu* reau Wijsmuller gebezigd, met een kracht van 3500 P.K. Het verslepen van de ligplaats in het binnen*toeleidingskanaal heeft heel wat nftnder krachtsinspanning gcëischt. Om* streeks 9 uur begonneü een stoom* en een motor*sleepboot met een gezamen* lijk vermogen van 90 P.K. het gevaarte weg te slepen. Heel langzaam ging het op het doel van de reis, de sluisput, af zoodat eerst kwart over elf de gleuf in den afsluitdam was gepasseerd. Daar werd nog een sleepbootje van 30 P.K. vastgemaakt, waardoor het slepen door de kolk iets vlugger ging. Het sturen leverde de grootste moeilijkheid op. Op het achterste gedeelte van de deur dicht gemaakt worden, hetgeen met be* hulp van een duiker geschiedde. Het gat werd met een houten prop gedicht. Thans rest nog het inschuiven van de deur in de kas, hetgeen zal geschie* den met behulp van takels. Daartoe moet de deur weer worden verzwaard, door innompen van water, waarbij dan tevens ae deur wordt uitgebalanceerd. Voordat zij „voor het gebruik gereed is" moet de deur nog 2 M. zakken. In hoofdzaak geschiedt dit door de defi* nitieve belasting, bestaande uit 13 ton hout voor den bovenbouw en 6 1/2 ton ballast. Als de deur eenmaal op haar plaats is, wordt ze in de kas „gedokt". Een zware drijfbare schuif dient daarbij voor afsluiting, waardoor het mogelijk wordt dc kas leeg te pompen. Het verslepen en overeind brengen werd verricht onder leiding van den heer Bosschart, ingenieur van Burger hout's Machinefabriek en Scheepswerf te Rotterdam, bijgestaan door de hec» ren Ir. Josephus Jitta en Ir. Mulder van den sluisbouw. De heer Burgerhout was eveneens aanwezig. i de deur. Een kritiek moment. stond een der leiders, die dc richting re* gelde en vandaar zijn commando's gaf aan de kapiteins der sleepbooten. Toen de deur in de sluis was aangekomen, kon na verloop van eenigen tijd begon* nen worden met het volpompen van de liulp*caissons, die in de bodemzijde wa* ren aangebracht. Heel langzaam zag men de bovenkant van de deur over* eind komen. De sleepbootjes zorgden, dat het logge gevaarte op flinken af* stand van de sluismuren bleef, opdat deze niet beschadigd werden. Om kwart voor vier was het kritieke oogen* blik daar, dat de deur door haar zwaar* tcpunt kwam. Plotseling zag men groote watermassa's langs dc kanten opstu* wen. De arbeiders, die zich nog op het hellende „dek", dat aanstonds zijwand zou worden, bevonden, zochten een goed heenkomen op de ijzeren spanten van de bovenzijde en maakten op hun hooge en veilige zitplaats den „reuzen* zwaai" mede. In enkele seconden stond de ijzermassa overeind. Nu eerst kon men zich een goed denkbeeld vormen van den geweldigen omvang van het gevaarte, dat thans een diepgang had van 12 M. Nu begonnen de sleepboo* ten de deur recht voor de opening van de deurkas te slccpcn, waarmede men om half zes gereed kwam. In den vloer van dc deurkas bevond zich op 14 M. beneden het wateropper* vlak een gat, waardoor dc tegendruk, uitgeoefend door het zich onder den vloer bevindende water, werd opgehe* ven. Daar de kas moet worden leegge* pompt als de deur daarin is geplaatst, moest dit gat des morgens eerst nog Voor een snel transport van het voor het binncnsluishoofd benoodigde beton, had de Hollandsche Betonmaatsohappij die met den bouw van dit hoofd was belast, een gootleiding geconstrueerd, loopende van een 75 M. hoogen toren naar een derrick*kraan, waaraan ver* plaatsbare gootleidingen waren bevcs* tigd. D.e firma Broekhoven en van Zuy* len, die het buitensluishoofd bouwt, zal het vervoer van het beton op een heel andere wijze doen geschieden, n.l. door middel van een kabelbaan. Deze kabel* baan loopt over de gehecle breedte van de baan. De kabels zijn bevestigd aan geconstrueerd ijzeren torens, die op een railbaan aan weerskanten van het werk* loopen. De bakken, waarin het beton zal worden vervoerd, kunnen langs deze kabelbaan door middel van de rijbare torens op elke willekeurige plaats van het werk worden leeggestort. De bouw van dezen kabeltoren is zoo* ver gevorderd, dat zij reeds geprobeerd kon worden. Dinsdag bracht een 30*tal ingenieurs van de ÉIafenbau*Technische Gesell* schaft te Hamburg een bezoek aan den sluisbouw. Bij het gezelschap bevond zich Ir. C. \V. J. van Panhuys, hoofdin genieur bij den Rijkswaterstaat, voor* heen belast met de uitvoering van den sluisbouw. In een tweetal motorbooten voeren de bezoekers naar de nieuwe, sluis, waar men juist bezig was met het, verslepen der groote sluisdeur. Op het werk werden de heeren rondgeleid door den heer C, T. Heyning, hoofdin* genieur, waarna in Hotel Nommcr Eén de lunch werd gebruikt. Een overzicht van den nieuwen sluisbouw. Onze fotograaf klom m een kraan van 32 Meter hoogte om de overzichtsfoto te maken. TOESPRAKEN VAN KONINGIN EN PRINSES TOT WEST-INDIë. Redevoeringen goed overgeko men. Onderscheidingen verleend. Het Persbureau Vaz Dias meldt: Het onverwachte bericht, dat H.M. de Koningin en H. K. EI. Prinses Juliana naar Eindhoven zouden komen is al* daar, hoewel dit bezoek geen officieel karakter zou dragen en speciaal een be* zichtiging zou gelden der Philips' fa» brieken, alsmede de door H.M. te ken* nen gegeven wensch Ncderlandsch Oost* en West=Indië toe te spreken, met groot enthousiasme ontvangen. Vooral door de Philips' kortegolf* uitzendingen, waarbij iedereen tallooze malen het bekende „Hier P. C. J. J. Eindhoven Elolland" den aether inge* slingerd werd, heeft Eindhoven met recht een „wereldnaam" verkregen. Men is hier dan ook trotsch op dc door Phi* lips behaalde successen en de hooge eer, die thans deze firma ten deel valt, wordt zoodoende ook door geheel Eind* hoven medegeleefd. Reeds in den loop van den middag zag men hier en daar de vlag uitsteken. Des avonds prijkten dc Philips' fabrieken en kantoorgebou* wen met een rijken vlaggen tooi en werd in de omgeving der Philips' fabrieken en in het Philips' dorp druk gevlagd. Op den 60 M. hoogen beton toren ^an de Gloeilampenfabriek wapperde dc Oranje Blanje Bleu, door schijnwerpers verlicht, hetgeen by het intreden van de duisternis een zeldzaam mooi effect maakte. De aankomst van den Koninklijken trein. De extra*trein, die het Koninklijke gezelschap naar Eindhoven bracht, kwam Dinsdagavond te 9.2S uur aan. In verband met den wensch van H.M. om in den trein te overnachten werden de Hofrijtuigen op een rustig zijspoor gerc* den. Het gevolg van H.M. de Koningin be* stond uit de hofdame freule Bentinck, den kamerheer en particulier sccrcta* ris van dc koningin F. L. M. baron van Geen, den opperkamerheer Mr. dr. F. A. Graaf van Lynden van Sandenburg, en den ord.*officier Jhr. C. E. J. M. Vcrheyen. Om half twaalf 's avonds maakte de heer A. F. Philips, directeur der N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken zijn op* wachting bij de Koningin. Hierna begaven de Hooge bezoekers zich per auto naar het Philips' labora* torium, waar de Philips' kortegolfzen* der is opgesteld. Te vijf minuten na middernacht arriveerden dc auto's aan het Philips' laboratorium. Daar werden aan H.M. voorgesteld dc heeren Dr. Holst, directeur der La* boratoria, dr. B. van der Pol Jr., leider van het Kadio*onderzock, J. J. Numans constructeur van den zender en Ir. Verff, de technische leider van de uit* zendingen naar Indië. De toespraak van H.M. de Koningin. Bij het binnentreden van het Labo* ratorium speelde de Philips' Harmonie het „Wilhelmus", hetgeen, daar de zen* der reeds was ingesteld, voor de luiste* raars in West*Indië de komst »'an de Koningin aankondigde. H.M. de Koningin richtte zich ver* volgens in de volgende woorden tot Nederlandsch West*Indië: „Suriname cn Curasao. Het is mij een groote vreugde, dat Nederlandsch vernuft met het doorzet* tingsvermogen, waarom ons volk van VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 910 MOEILIJK BESLUIT (Nadruk verbodeu.) ouds bekend is, ©p zoo schitterende wijze de laatste moeilijkheden heeft overwonnen cn voor de menschelijke stem de afstanden heeft doen wegval* len, die dc deelen van mijn Rijk schei* den. Ik grijp deze gelegenheid gaarne aan allereerst om Mijn dank uit te spreken voor de talrijke blijken van liefde en aanhankelijkheid ten aanzien van Mij en Mijn Huis, welke Mij uit uw midden bij menige gebeurtenis van bijzonderen aard hebben bereikt. De telkens daarbij tot uiting gekomen hartelijke gevoe* lens hebben Mij steeds diep getroffen en erkentelijk gestemd. Ik koester het vertrouwen, dat de banden, die Surina. me en Curagao aan het Moederland hechten en die den stempel van eeuwen dragen in gemeenschappelijk streven im* raer meer zullen worden versterkt en verinnigd. Het ook bij u levende besef, dat Nederland en de ovenzecsche gewes* ten in Amerika in liefde en leed, in streven en cultuur één moeten zijn en blijven, moge steeds dieper wortel schieten en tot voller ontwikkeling ge* raken. Mijn beide vertegenwoordigers in \Vest*Indiië. Gij, die getoond hebt uw beste krachten aan uw gewesten tc willen geven, moge het u en uwe me* dewerkers bij het vervullen van uw moeilijke taak tot steun zijn Mijn por* soonlijke verzekering tc vernemen, dat Ik uw streven met warme belang* stelling volg. Ik wensch u, ingezetenen van Suri* name, toe, dat, ondervonden tegen» slagen ten spijt, reeds in het nabije verschiet moge liggen een wederople ving dn nieuwe vormen van de wel* vaart van weleer tot heil inzondcT* heid van dc samenleving in uw door de natuur met kwistige hand bedeelde gewest. Ik houd Mij overtuigd, dat tenslotte ook hier de zon uit de wol* ken te voorschijn zal treden en roe,p u allen op om door eendrachtige sa* menwerking op elk gebied ook uwer* zijds die toekomst te helpen voorhe* reiden. Met u, ingezetenen van Curagao, verheug Ik Mij jn den toenemend-en bloei van uw gewest. Mijn hoop is, dat daaruit voor u allen, zoowel van de benedcn=wind.sche als van de bo* venwindsche eilanden, blijvende .e* genrijke gevolgen kunnen voorfcko* men. Met trots zie ik Willemstad een vooraanstaande plaats innemen m de rij der groote wereldhavens en die hoe langer hoe meer bevestigen. Nieu* we tijden brengen nieuwe cischen, nieuwe tijdien brengen ook vroeger niet gedroomde middelen. Maar van alle eeuwen blijft, dat die rich £e= heel geven aan een zware taak in zijn overgave daaraan beloond wordt met den moed om opgewekt te volhar* dcn. 't Volbrengen ligt in God's han<d. Geve Hij daartoe Zijn zegen". De toespraak van H. M. de Ko* ningi-n duurde ruim zevt» minuten. De toespraak van Prinses Juliana. Na de rede van H*M. de Koningin hield Prinses Juliana, aangekondigd door .den heer A. E. Philips, de -ol* gende toespraak tot Nederlandsch West*Indaë. „Het is een zoo bijzonder aardig denkbeeld, dat ik vandaag met u allen spreek en wel langs dezen nieuwen weig, waarvan de ontdekking immers van zoo groote beteckenis zal blijken te zijn. Zij het ook van uit de verte en voor u onzichtbaar, toch doet het mij oprecht veel genoegen om thans met u in verbinding te komen. Het was voor mij reeds een bijzondere gewaarwor* ding, dat ik eenigc weken geleden op mijn eigen kamer kon genieten van hetzelfde scboone concert, dat ook aan u door de Philips fabrieken zoo vriendelijk werd aangeboden en nu door dit gesprek de oroote afstand, die ons scheidt, op eenmaal schijnt te zijn, weggevallen, zal ook voor Mij dit eerste persoonlijke contact met West* Indië een onvergetelijke herinnering blijven. Het belangrijk bericht van enkele dagen geleder^ dat de heer dr. ir. de Groot te Bandoeng er in ge* slaagd was van uit Java een gesprek met Nederland te voeren, schijnt met toepassing van deze methode ook de mogelijkheid tot het voeren van gere* gelde gesprekken ook tussoben dc West en Nederland naderbij te bren* gen. Ik behoef u wel niet tc zoggen hoe zeer Ik Mij er in zal verheugen in* dien op deze wijze d® banden tus* schcn u en ons nauwer zullen kunnen worden toegehaald. Gaarn© grijp Ik deze gelegenheid aan om naast de dankbetuiging, die ik reeds aan den Gouverneur van Su* riname en Curagao heb gericht voor dc Mij aangeboden gelukwenschen, nogmaals uiting te geven aan mijn har* tel ijken dank voor de vele bewijzen van belangstelling en medeleven, waarmede ;k kort geleden op mijn achttienden verjaardag werd verrast en voor de wijze waarop ook bij u die dag werd herdacht. Hoewel ik nog nimmer onze West heb aanschouwd, voel ik mij toch gc* lukkig tegenover dat gedeelte van ons Rijk niet meer geheel pen vreem de, omdat ik door mijn studie reeds het een en ander heb geleerd van de staatsinstellingen en verhoudingen in de verschillende deelen van ons gebied in Amerika en van de vraagstukken, die de ontwikkeling daarvan beheer* schen. Natuurlijk hoop ik mij zooveel mogelijk op de hoogte te blijven stel* len van al hetgeen met de welvaart cn den vooruitgang van WcsUlndië samenhangt. Met mijn ouders bezocht ik veer* trien dagen geleden het Zeemanshuis te Amsterdam alwaar wij veel West* Indische zeelieden ontmoetten en één hunner ons zeer warm toesprak. Wij waren zeer getroffen door de gevoe» lens die daaruit bleken. Ik moge eindigen met den wensch» dat mu deze mooie nieuwe communi» catie mij het groote voorrecht schonk heden met u in aanraking te 'komcus zij ons in staat moge stel'len élikan» der nader te treden op elk gebied' des Icvenss waar dét moodig en mogelijk mocht zijp en dienstbaar zij aan het bevorderen der gemeenschappelijke gevoelens, die zoo velen aan deze en aan gene zijde der zeeën samenver» binden. Ik heb gezegd". De toespraak van H.KjH. Prinses Juliana duurde tien minuten. Nadat Prinses Juliana haar toe» spraak geëindigd had, begaf het ge» zel'schap zich naar het lokaal, waar de zendinstallatie is opgesteld. H.M. Met zich hier omtrent verschillende onderdeden voorlichten en zich ir* het bijzonder de groote watergekoelde zendlampen toonen. Vervolgens begaf het gezelschap zich naar dc E.bliotheek van het labo» ratorium. Onderscheidingen. Hier overhandigde H.M. de Konin» gin pensoonlijk aan den heer A. F. Phillips, directeur van de N.V. Philips' Gloeilampen Fabrieken. de Ecre» medaille im goud voor voortvarend» heid en vernuft, verbonden aan de Huisorde van Oranje. Verder deelde H. M. de Koningin mede, dat zij den heer J. J. Numans en Dr. B. van der Pol Jr. had bc» moemd tot ridder in de Orde van Oranje. Nassau. In de bibMothcek was een tentoon» stelling ingericht van alle gegeven®, die betrekking hebben op de met de uitzending naar Oost» cn West»Tndië verkregen resultaten. H-M. d'e Koningin liet zich hief door den heer A. F. Philips voorlichten. Hiermede was het bezoek van H.M. de Koningin en Prinses Juliana aan dc Philips fabrieken voor dezen avond geëindigd Ondanks het middernachtelijk uur bevond zich nabij het laboratorium ee>n groote menigte, die HjM. en H.K.H. Prinses Juliana bij aankomst en vertrek hartelijk t^ejuiohte. Uit WesrtfTmdië ontvingen wij he* dennacht eenigc officieele telegram» men, meldende, dat zoowel de toe» spraak van H.M. de Koningin als die van HXjH. Prinses Juliana uitstekend waren overgekomen en dat woord voor woord kon worden verstaatn. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL. HET VAN OUDS BEKENDE VERSCH BLIJVENDE BROOD IS DE ROMAN VAN EEN CIRCUS» MEISJE Uit het Engelsch van RUBY M. AYRES. Vertaald door J. van der Sluys. (Nadruk verboden). 18) Slechts eenmaal in hun leven was hun vriendschap die sedert weer in volle glorie hersteld was, ernstig be dreigd. Dat was toen zij beide verliefd werden op hetzelfde meisje. Dr. Myers was mét haar getrouwd en de oude Fergerson, toen nog een jonge Ferger- son had zich niet meer op de glibbe rige paden der liefde gewaagd en was vrijgezel gebleven. Laat de beste man winnen, had hij gezegd toen zij hun beider geheim niet meer voor elkaar verborgen hadden kunnen houden. Maar de beste man had inderdaad niet gewonnen of schoon vermoedelijk geen van beiden dat had beseft. Want in het verre ver leden had de medicijnmeester wilde haren bezeten. Maar dat was allemaal jaren geleden gp. de beide niannen keken elkaar aan met de oprechte vreugde van twee goe de vrienden die elkaar weerzien, toen het rijtuigje het dorp doorreed. Hoe kom jij hier zoo verzeild? vroeg de dokter opgewekt. Ik heb gehoord dat je de vorige week op het buiten van de Britons bent geweest toen de oude man stierf. Tusschen haak jes is het waar, dat er een tweede testament is gevonden en dat zijn zoon toch alles erft? Ik hoorde het hier ver tellen, maar je weet hoe ter op 'n dorp gekletst wordt. Het is volkomen waar. Roderick erft alles. Dat zal dan wel in oesters en cham pagne en aanverwante artikelen belegd worden, nietwaar? Daar ben ik lang niet zeker van; integendeel. Er zit een uitstekende kern in Roderick. Hij is verwend, slecht op gevoed, maar ik heb toch wel vertrou wen in hem. Hij heeft te veel eigenschappen met zijn moeder gemeen, zei de dokter. Maar hij heeft ook heel veel van de geestkracht en de ijzeren wil van zijn vader, antwoordde Fergerson. Maar je zult zeker wel nieuwsgierig zijn wat ik hier kom doen. Ik heb 'n zaakje in een dorpje hier in de buurt. Bedmund. Je bent er natuurlijk bekend. Ik moet er vanmiddag juist naar toe.... nogal een interessant geval. Je kunt met me meerijden als je zin hebt, het is een mijl of zes hier vandaan. Dat valt me niet mee. Wat is het voor een soort dorp? Een nest, eigenlijk meer een ge hucht. Een handjevol huizen en een kerk. Hoe een advocaat als jij daar aan een zaak komt, snap ik niet. Het is ook niet de moeite waard; ik moet alleen maar voor een cliënt een paar dingen zien gewaar te worden. Het rijtuig was de keurige oprijlaan van het doktershuis ingereden. Myers opende het portier en stapte uit. De dokterswoning was een aardig huis van roode baksteen met een groot overstekend dak en een gebeeldhouwde poort. Fergerson volgde z.jn vriend in huis. Hij was er niet zoo heel vaak ge weest en had zelden meer de vrouw ontmoet die nooit had opgehouden de hoofdpersoon te zijn van de pchaarsche droomerijen waartoe zijn drukke prak tijk hem den ty'd had gelaten. Eustace Myers riep zyn vrouw: Brenda Zij kwam langzaam de trap af een slanke, nog jong-uitziende vrouw, veel jonger dan de beide mannen. Zy was een vriendelijke, aristocratische verschij ning en kostbaar en smaakvol gekleed. Ze kleurde even toen ze Fergerson de hand reikte; na zooveel jaren was er toch nog een gevoelig 'plekje in haar hart voor hem gebleven. Onder de lunch praatte zij voortdurend; ze maak te een eigenaardig-onrustigen indruk. Er waren menschea die beweerden dat hun huwelyk niët gelukkig was, maar volgens anderen was zij een van die vrouwen, die onder de best-denkbare omstandigheden toch het vermogen niet bezitten om volkomen gelukkig te zijn. De waarheid was dat 't feit dat hun hu welijk kinderloos was gebleven, een groote sombere schaduw over haar le vensgeluk wierp. Zij had een kindje ge had dat één moment de oogjes had ge opend om ze daarna terstond weer voor eeuwig te sluiten. Niemand wist dat ze na vele jaren nog kon zitten schreien bij de kast met kleine kleertjes die nooit gebruikt waren. Ze trachtte nu haar hongerig hart met andere dingen te vullen. 'Onze gast gaat vanmiddag met me mee naar Bedmund, vertelde de dokter. Hij beweert dat hij een of ander ge heim moet opgraven. Wat is het Ted dy?een vermiste erfgenaam of een geheim huwelijk? De oude Fergerson lachte. Je ro mantische fantasie speelt je parten; :s ivnar om een paar dóódsimpele informaties te doen. Brenda mengde zich met haar zenuw- achtig-hooge stem in het gesprek: Eustace is daar in Bedmund an ders niet om een roman verlegen; hij heeft er daar zelf een! Een zielig cir cusmeisje dat de vorige week een on geluk heeft gehad. Ze schijnt grooten indruk op hem gemaakt te hebben, schertste ze, hg stuurt haar druiven en port en ander lekkers. Werkelijk? Het gezicht van den ouden Fergerson verried niet in het minst bijzondere be langstelling, maar zijn vingers sloten zich iets vaster om zijn wijnglas. Je wilt toch niet zeggen, dat er in een gat als Bedmund een circus is? Toch wel; tenminste eenmaal in het jaar. Van mijlen ver uit den om trek komen de menschen er heen. Het meisje waarvan Brenda vertelde werkte aan het trapezium. Ze is er af gevallen. Het moest niet toegelaten worden; de toeren die zij deed schijnen werkelijk le vensgevaarlijk te zijn. Ik was toevallig in de buurt en ze lieten mij roepen. Het is een wonder dat zij het overleefd heeft, maar haar rug is leelyk bezeerd. Een van die kermisgasten, die beweert dat hij haar voogd is, vertelde me, dat dat meisje een soort goudmijntje voor hem is, hij wilde me ik weet niet wat be talen als ik haar beter kan maken. Ze hebben haar in het dorp achtergelaten, want het circus moest natuurlijk ver der op. Ik kon haar daar in het dorp goed ondex'dak brengen, by een vrouw, die wel verstand heeft van verplegen. En is er kans op herstel, vroeg Fergerson op een toon die van niet meer belangstelling getuigde dan van beleefd deelnemen aan een tafelgesprek. Ik kan het nog niet zeggen, er zit niets geen fut meer in haar. Ze werkt zelf zoo weinig mee; het is net of het haar niets schelen kan om beter te worden. Het leek wel alsof ze teleurge steld was toen ik zei dat ik alle hoop had haar er door te halen. Ik denk dat ze een moeilijk leven heeft, dat arme kind! Je gaat er vanmiddag heen, hé? Natuurlijk, antwoordde Brenda voor haar man. Eustace slaat geen dag over. Ik word vast nog jaloersch, voegde ze er lachend aan toe. Myers keek zijn vrouw met een blik vol liefde aan. Dat kunt je anders wel laten, hoor. Het is nog een kind; bovendien ge loot ik waarachtig ook nog dat ze ge trouwd is. Getrouwd? riep Brenda een en al verbazing. Ik dacht dat ze pas zes tien was! Weineen, achttien. Maar ze had een ring aan een lint om haar hals. Ik zag het toen ik haar het eerst onder zocht en het was het eerste waar ze naar vroeg toen ze weer bij kennis kwam. Mrs. Myers was hoogelijk geïnteres seerd. Ook zij hoorde dit voor het eerst. Waarom heb je me dat niet eer der verteld. Eustace. Ik denk dat ik het vergeten heb. Ik heb nog meer patiënten! Hij zocht in zyn zak. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9