HAARLEM'S DAGBLAD
DE SLUISBOUW TE IJMUIDEN.
FLITSEN
ARR'S
OUTBROÖS
FEUILLETON
PAPIEREN ROZEN
WOENSDAG 1 JUNI 1927 DERDE BLAD
De Sluisdeur overeind.
De groote sluisdeur.
is wederom een belangrijk
Onderdeed van dit grootsche werk
den nieuwen sluisbouw verricht, nas
melijk het verslepen en overeind bren*
gen van de 1200*ton zware deur voor
de nieuwe sluis. Zooals men weet is
deze deur in Februari door een viertal'
sleepbooten over zee van Rotterdam
naar IJmuiden gesleept. Voor dit trans*
port dat ongeveer 24 uur duurde, wer
den viey krachtige sleepbooten van Bu*
reau Wijsmuller gebezigd, met een
kracht van 3500 P.K.
Het verslepen van de ligplaats in het
binnen*toeleidingskanaal heeft heel wat
nftnder krachtsinspanning gcëischt. Om*
streeks 9 uur begonneü een stoom* en
een motor*sleepboot met een gezamen*
lijk vermogen van 90 P.K. het gevaarte
weg te slepen. Heel langzaam ging het
op het doel van de reis, de sluisput, af
zoodat eerst kwart over elf de gleuf in
den afsluitdam was gepasseerd. Daar
werd nog een sleepbootje van 30 P.K.
vastgemaakt, waardoor het slepen door
de kolk iets vlugger ging. Het sturen
leverde de grootste moeilijkheid op. Op
het achterste gedeelte van de deur
dicht gemaakt worden, hetgeen met be*
hulp van een duiker geschiedde. Het
gat werd met een houten prop gedicht.
Thans rest nog het inschuiven van
de deur in de kas, hetgeen zal geschie*
den met behulp van takels. Daartoe
moet de deur weer worden verzwaard,
door innompen van water, waarbij dan
tevens ae deur wordt uitgebalanceerd.
Voordat zij „voor het gebruik gereed
is" moet de deur nog 2 M. zakken. In
hoofdzaak geschiedt dit door de defi*
nitieve belasting, bestaande uit 13 ton
hout voor den bovenbouw en 6 1/2 ton
ballast. Als de deur eenmaal op haar
plaats is, wordt ze in de kas „gedokt".
Een zware drijfbare schuif dient daarbij
voor afsluiting, waardoor het mogelijk
wordt dc kas leeg te pompen.
Het verslepen en overeind brengen
werd verricht onder leiding van den
heer Bosschart, ingenieur van Burger
hout's Machinefabriek en Scheepswerf
te Rotterdam, bijgestaan door de hec»
ren Ir. Josephus Jitta en Ir. Mulder van
den sluisbouw.
De heer Burgerhout was eveneens
aanwezig.
i de deur. Een kritiek moment.
stond een der leiders, die dc richting re*
gelde en vandaar zijn commando's gaf
aan de kapiteins der sleepbooten. Toen
de deur in de sluis was aangekomen,
kon na verloop van eenigen tijd begon*
nen worden met het volpompen van de
liulp*caissons, die in de bodemzijde wa*
ren aangebracht. Heel langzaam zag
men de bovenkant van de deur over*
eind komen. De sleepbootjes zorgden,
dat het logge gevaarte op flinken af*
stand van de sluismuren bleef, opdat
deze niet beschadigd werden. Om
kwart voor vier was het kritieke oogen*
blik daar, dat de deur door haar zwaar*
tcpunt kwam. Plotseling zag men groote
watermassa's langs dc kanten opstu*
wen. De arbeiders, die zich nog op het
hellende „dek", dat aanstonds zijwand
zou worden, bevonden, zochten een
goed heenkomen op de ijzeren spanten
van de bovenzijde en maakten op hun
hooge en veilige zitplaats den „reuzen*
zwaai" mede. In enkele seconden stond
de ijzermassa overeind. Nu eerst kon
men zich een goed denkbeeld vormen
van den geweldigen omvang van het
gevaarte, dat thans een diepgang had
van 12 M. Nu begonnen de sleepboo*
ten de deur recht voor de opening van
de deurkas te slccpcn, waarmede men
om half zes gereed kwam.
In den vloer van dc deurkas bevond
zich op 14 M. beneden het wateropper*
vlak een gat, waardoor dc tegendruk,
uitgeoefend door het zich onder den
vloer bevindende water, werd opgehe*
ven. Daar de kas moet worden leegge*
pompt als de deur daarin is geplaatst,
moest dit gat des morgens eerst nog
Voor een snel transport van het voor
het binncnsluishoofd benoodigde beton,
had de Hollandsche Betonmaatsohappij
die met den bouw van dit hoofd was
belast, een gootleiding geconstrueerd,
loopende van een 75 M. hoogen toren
naar een derrick*kraan, waaraan ver*
plaatsbare gootleidingen waren bevcs*
tigd. D.e firma Broekhoven en van Zuy*
len, die het buitensluishoofd bouwt, zal
het vervoer van het beton op een heel
andere wijze doen geschieden, n.l. door
middel van een kabelbaan. Deze kabel*
baan loopt over de gehecle breedte van
de baan. De kabels zijn bevestigd aan
geconstrueerd ijzeren torens, die op een
railbaan aan weerskanten van het werk*
loopen. De bakken, waarin het beton
zal worden vervoerd, kunnen langs deze
kabelbaan door middel van de rijbare
torens op elke willekeurige plaats van
het werk worden leeggestort.
De bouw van dezen kabeltoren is zoo*
ver gevorderd, dat zij reeds geprobeerd
kon worden.
Dinsdag bracht een 30*tal ingenieurs
van de ÉIafenbau*Technische Gesell*
schaft te Hamburg een bezoek aan den
sluisbouw. Bij het gezelschap bevond
zich Ir. C. \V. J. van Panhuys, hoofdin
genieur bij den Rijkswaterstaat, voor*
heen belast met de uitvoering van den
sluisbouw. In een tweetal motorbooten
voeren de bezoekers naar de nieuwe,
sluis, waar men juist bezig was met het,
verslepen der groote sluisdeur. Op het
werk werden de heeren rondgeleid
door den heer C, T. Heyning, hoofdin*
genieur, waarna in Hotel Nommcr Eén
de lunch werd gebruikt.
Een overzicht van den nieuwen sluisbouw.
Onze fotograaf klom m een kraan van
32 Meter hoogte om de overzichtsfoto te
maken.
TOESPRAKEN VAN
KONINGIN EN PRINSES
TOT WEST-INDIë.
Redevoeringen goed overgeko
men. Onderscheidingen verleend.
Het Persbureau Vaz Dias meldt:
Het onverwachte bericht, dat H.M.
de Koningin en H. K. EI. Prinses Juliana
naar Eindhoven zouden komen is al*
daar, hoewel dit bezoek geen officieel
karakter zou dragen en speciaal een be*
zichtiging zou gelden der Philips' fa»
brieken, alsmede de door H.M. te ken*
nen gegeven wensch Ncderlandsch
Oost* en West=Indië toe te spreken,
met groot enthousiasme ontvangen.
Vooral door de Philips' kortegolf*
uitzendingen, waarbij iedereen tallooze
malen het bekende „Hier P. C. J. J.
Eindhoven Elolland" den aether inge*
slingerd werd, heeft Eindhoven met
recht een „wereldnaam" verkregen. Men
is hier dan ook trotsch op dc door Phi*
lips behaalde successen en de hooge
eer, die thans deze firma ten deel valt,
wordt zoodoende ook door geheel Eind*
hoven medegeleefd. Reeds in den loop
van den middag zag men hier en daar
de vlag uitsteken. Des avonds prijkten
dc Philips' fabrieken en kantoorgebou*
wen met een rijken vlaggen tooi en werd
in de omgeving der Philips' fabrieken
en in het Philips' dorp druk gevlagd.
Op den 60 M. hoogen beton toren ^an
de Gloeilampenfabriek wapperde dc
Oranje Blanje Bleu, door schijnwerpers
verlicht, hetgeen by het intreden van de
duisternis een zeldzaam mooi effect
maakte.
De aankomst van den
Koninklijken trein.
De extra*trein, die het Koninklijke
gezelschap naar Eindhoven bracht,
kwam Dinsdagavond te 9.2S uur aan. In
verband met den wensch van H.M. om
in den trein te overnachten werden de
Hofrijtuigen op een rustig zijspoor gerc*
den.
Het gevolg van H.M. de Koningin be*
stond uit de hofdame freule Bentinck,
den kamerheer en particulier sccrcta*
ris van dc koningin F. L. M. baron van
Geen, den opperkamerheer Mr. dr. F.
A. Graaf van Lynden van Sandenburg,
en den ord.*officier Jhr. C. E. J. M.
Vcrheyen.
Om half twaalf 's avonds maakte de
heer A. F. Philips, directeur der N.V.
Philips' Gloeilampenfabrieken zijn op*
wachting bij de Koningin.
Hierna begaven de Hooge bezoekers
zich per auto naar het Philips' labora*
torium, waar de Philips' kortegolfzen*
der is opgesteld. Te vijf minuten na
middernacht arriveerden dc auto's aan
het Philips' laboratorium.
Daar werden aan H.M. voorgesteld
dc heeren Dr. Holst, directeur der La*
boratoria, dr. B. van der Pol Jr., leider
van het Kadio*onderzock, J. J. Numans
constructeur van den zender en Ir.
Verff, de technische leider van de uit*
zendingen naar Indië.
De toespraak van H.M. de
Koningin.
Bij het binnentreden van het Labo*
ratorium speelde de Philips' Harmonie
het „Wilhelmus", hetgeen, daar de zen*
der reeds was ingesteld, voor de luiste*
raars in West*Indië de komst »'an de
Koningin aankondigde.
H.M. de Koningin richtte zich ver*
volgens in de volgende woorden tot
Nederlandsch West*Indië:
„Suriname cn Curasao.
Het is mij een groote vreugde, dat
Nederlandsch vernuft met het doorzet*
tingsvermogen, waarom ons volk van
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 910
MOEILIJK BESLUIT
(Nadruk verbodeu.)
ouds bekend is, ©p zoo schitterende
wijze de laatste moeilijkheden heeft
overwonnen cn voor de menschelijke
stem de afstanden heeft doen wegval*
len, die dc deelen van mijn Rijk schei*
den.
Ik grijp deze gelegenheid gaarne aan
allereerst om Mijn dank uit te spreken
voor de talrijke blijken van liefde en
aanhankelijkheid ten aanzien van Mij
en Mijn Huis, welke Mij uit uw midden
bij menige gebeurtenis van bijzonderen
aard hebben bereikt. De telkens daarbij
tot uiting gekomen hartelijke gevoe*
lens hebben Mij steeds diep getroffen
en erkentelijk gestemd. Ik koester het
vertrouwen, dat de banden, die Surina.
me en Curagao aan het Moederland
hechten en die den stempel van eeuwen
dragen in gemeenschappelijk streven im*
raer meer zullen worden versterkt en
verinnigd.
Het ook bij u levende besef, dat
Nederland en de ovenzecsche gewes*
ten in Amerika in liefde en leed, in
streven en cultuur één moeten zijn
en blijven, moge steeds dieper wortel
schieten en tot voller ontwikkeling ge*
raken.
Mijn beide vertegenwoordigers in
\Vest*Indiië. Gij, die getoond hebt uw
beste krachten aan uw gewesten tc
willen geven, moge het u en uwe me*
dewerkers bij het vervullen van uw
moeilijke taak tot steun zijn Mijn por*
soonlijke verzekering tc vernemen,
dat Ik uw streven met warme belang*
stelling volg.
Ik wensch u, ingezetenen van Suri*
name, toe, dat, ondervonden tegen»
slagen ten spijt, reeds in het nabije
verschiet moge liggen een wederople
ving dn nieuwe vormen van de wel*
vaart van weleer tot heil inzondcT*
heid van dc samenleving in uw door de
natuur met kwistige hand bedeelde
gewest. Ik houd Mij overtuigd, dat
tenslotte ook hier de zon uit de wol*
ken te voorschijn zal treden en roe,p u
allen op om door eendrachtige sa*
menwerking op elk gebied ook uwer*
zijds die toekomst te helpen voorhe*
reiden.
Met u, ingezetenen van Curagao,
verheug Ik Mij jn den toenemend-en
bloei van uw gewest. Mijn hoop is,
dat daaruit voor u allen, zoowel van
de benedcn=wind.sche als van de bo*
venwindsche eilanden, blijvende .e*
genrijke gevolgen kunnen voorfcko*
men.
Met trots zie ik Willemstad een
vooraanstaande plaats innemen m de
rij der groote wereldhavens en die
hoe langer hoe meer bevestigen. Nieu*
we tijden brengen nieuwe cischen,
nieuwe tijdien brengen ook vroeger
niet gedroomde middelen. Maar van
alle eeuwen blijft, dat die rich £e=
heel geven aan een zware taak in
zijn overgave daaraan beloond wordt
met den moed om opgewekt te volhar*
dcn. 't Volbrengen ligt in God's han<d.
Geve Hij daartoe Zijn zegen".
De toespraak van H. M. de Ko*
ningi-n duurde ruim zevt» minuten.
De toespraak van Prinses Juliana.
Na de rede van H*M. de Koningin
hield Prinses Juliana, aangekondigd
door .den heer A. E. Philips, de -ol*
gende toespraak tot Nederlandsch
West*Indaë.
„Het is een zoo bijzonder aardig
denkbeeld, dat ik vandaag met u allen
spreek en wel langs dezen nieuwen
weig, waarvan de ontdekking immers
van zoo groote beteckenis zal blijken
te zijn. Zij het ook van uit de verte en
voor u onzichtbaar, toch doet het mij
oprecht veel genoegen om thans met u
in verbinding te komen. Het was voor
mij reeds een bijzondere gewaarwor*
ding, dat ik eenigc weken geleden op
mijn eigen kamer kon genieten van
hetzelfde scboone concert, dat ook
aan u door de Philips fabrieken zoo
vriendelijk werd aangeboden en nu
door dit gesprek de oroote afstand,
die ons scheidt, op eenmaal schijnt te
zijn, weggevallen, zal ook voor Mij dit
eerste persoonlijke contact met West*
Indië een onvergetelijke herinnering
blijven. Het belangrijk bericht van
enkele dagen geleder^ dat de heer
dr. ir. de Groot te Bandoeng er in ge*
slaagd was van uit Java een gesprek
met Nederland te voeren, schijnt met
toepassing van deze methode ook de
mogelijkheid tot het voeren van gere*
gelde gesprekken ook tussoben dc
West en Nederland naderbij te bren*
gen.
Ik behoef u wel niet tc zoggen hoe
zeer Ik Mij er in zal verheugen in*
dien op deze wijze d® banden tus*
schcn u en ons nauwer zullen kunnen
worden toegehaald.
Gaarn© grijp Ik deze gelegenheid
aan om naast de dankbetuiging, die
ik reeds aan den Gouverneur van Su*
riname en Curagao heb gericht voor
dc Mij aangeboden gelukwenschen,
nogmaals uiting te geven aan mijn har*
tel ijken dank voor de vele bewijzen
van belangstelling en medeleven,
waarmede ;k kort geleden op mijn
achttienden verjaardag werd verrast
en voor de wijze waarop ook bij u
die dag werd herdacht.
Hoewel ik nog nimmer onze West
heb aanschouwd, voel ik mij toch gc*
lukkig tegenover dat gedeelte van
ons Rijk niet meer geheel pen vreem
de, omdat ik door mijn studie reeds
het een en ander heb geleerd van de
staatsinstellingen en verhoudingen in
de verschillende deelen van ons gebied
in Amerika en van de vraagstukken,
die de ontwikkeling daarvan beheer*
schen. Natuurlijk hoop ik mij zooveel
mogelijk op de hoogte te blijven stel*
len van al hetgeen met de welvaart
cn den vooruitgang van WcsUlndië
samenhangt.
Met mijn ouders bezocht ik veer*
trien dagen geleden het Zeemanshuis
te Amsterdam alwaar wij veel West*
Indische zeelieden ontmoetten en één
hunner ons zeer warm toesprak. Wij
waren zeer getroffen door de gevoe»
lens die daaruit bleken.
Ik moge eindigen met den wensch»
dat mu deze mooie nieuwe communi»
catie mij het groote voorrecht schonk
heden met u in aanraking te 'komcus
zij ons in staat moge stel'len élikan»
der nader te treden op elk gebied' des
Icvenss waar dét moodig en mogelijk
mocht zijp en dienstbaar zij aan het
bevorderen der gemeenschappelijke
gevoelens, die zoo velen aan deze en
aan gene zijde der zeeën samenver»
binden. Ik heb gezegd".
De toespraak van H.KjH. Prinses
Juliana duurde tien minuten.
Nadat Prinses Juliana haar toe»
spraak geëindigd had, begaf het ge»
zel'schap zich naar het lokaal, waar
de zendinstallatie is opgesteld. H.M.
Met zich hier omtrent verschillende
onderdeden voorlichten en zich ir*
het bijzonder de groote watergekoelde
zendlampen toonen.
Vervolgens begaf het gezelschap
zich naar dc E.bliotheek van het labo»
ratorium.
Onderscheidingen.
Hier overhandigde H.M. de Konin»
gin pensoonlijk aan den heer A. F.
Phillips, directeur van de N.V. Philips'
Gloeilampen Fabrieken. de Ecre»
medaille im goud voor voortvarend»
heid en vernuft, verbonden aan de
Huisorde van Oranje.
Verder deelde H. M. de Koningin
mede, dat zij den heer J. J. Numans
en Dr. B. van der Pol Jr. had bc»
moemd tot ridder in de Orde van
Oranje. Nassau.
In de bibMothcek was een tentoon»
stelling ingericht van alle gegeven®,
die betrekking hebben op de met de
uitzending naar Oost» cn West»Tndië
verkregen resultaten. H-M. d'e Koningin
liet zich hief door den heer A. F.
Philips voorlichten.
Hiermede was het bezoek van H.M.
de Koningin en Prinses Juliana aan dc
Philips fabrieken voor dezen avond
geëindigd
Ondanks het middernachtelijk uur
bevond zich nabij het laboratorium
ee>n groote menigte, die HjM. en
H.K.H. Prinses Juliana bij aankomst
en vertrek hartelijk t^ejuiohte.
Uit WesrtfTmdië ontvingen wij he*
dennacht eenigc officieele telegram»
men, meldende, dat zoowel de toe»
spraak van H.M. de Koningin als die
van HXjH. Prinses Juliana uitstekend
waren overgekomen en dat woord
voor woord kon worden verstaatn.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL.
HET VAN OUDS BEKENDE VERSCH BLIJVENDE BROOD IS
DE ROMAN VAN EEN CIRCUS»
MEISJE
Uit het Engelsch van
RUBY M. AYRES.
Vertaald door J. van der Sluys.
(Nadruk verboden).
18)
Slechts eenmaal in hun leven was
hun vriendschap die sedert weer in
volle glorie hersteld was, ernstig be
dreigd. Dat was toen zij beide verliefd
werden op hetzelfde meisje. Dr. Myers
was mét haar getrouwd en de oude
Fergerson, toen nog een jonge Ferger-
son had zich niet meer op de glibbe
rige paden der liefde gewaagd en was
vrijgezel gebleven.
Laat de beste man winnen, had hij
gezegd toen zij hun beider geheim niet
meer voor elkaar verborgen hadden
kunnen houden. Maar de beste man
had inderdaad niet gewonnen of
schoon vermoedelijk geen van beiden
dat had beseft. Want in het verre ver
leden had de medicijnmeester wilde
haren bezeten.
Maar dat was allemaal jaren geleden
gp. de beide niannen keken elkaar aan
met de oprechte vreugde van twee goe
de vrienden die elkaar weerzien, toen
het rijtuigje het dorp doorreed.
Hoe kom jij hier zoo verzeild?
vroeg de dokter opgewekt. Ik heb
gehoord dat je de vorige week op het
buiten van de Britons bent geweest
toen de oude man stierf. Tusschen haak
jes is het waar, dat er een tweede
testament is gevonden en dat zijn zoon
toch alles erft? Ik hoorde het hier ver
tellen, maar je weet hoe ter op 'n dorp
gekletst wordt.
Het is volkomen waar. Roderick
erft alles.
Dat zal dan wel in oesters en cham
pagne en aanverwante artikelen belegd
worden, nietwaar?
Daar ben ik lang niet zeker van;
integendeel. Er zit een uitstekende kern
in Roderick. Hij is verwend, slecht op
gevoed, maar ik heb toch wel vertrou
wen in hem.
Hij heeft te veel eigenschappen
met zijn moeder gemeen, zei de dokter.
Maar hij heeft ook heel veel van
de geestkracht en de ijzeren wil van zijn
vader, antwoordde Fergerson. Maar
je zult zeker wel nieuwsgierig zijn wat
ik hier kom doen. Ik heb 'n zaakje in
een dorpje hier in de buurt. Bedmund.
Je bent er natuurlijk bekend.
Ik moet er vanmiddag juist naar
toe.... nogal een interessant geval. Je
kunt met me meerijden als je zin hebt,
het is een mijl of zes hier vandaan.
Dat valt me niet mee. Wat is het
voor een soort dorp?
Een nest, eigenlijk meer een ge
hucht. Een handjevol huizen en een
kerk. Hoe een advocaat als jij daar aan
een zaak komt, snap ik niet.
Het is ook niet de moeite waard;
ik moet alleen maar voor een cliënt een
paar dingen zien gewaar te worden.
Het rijtuig was de keurige oprijlaan
van het doktershuis ingereden. Myers
opende het portier en stapte uit.
De dokterswoning was een aardig
huis van roode baksteen met een groot
overstekend dak en een gebeeldhouwde
poort. Fergerson volgde z.jn vriend in
huis. Hij was er niet zoo heel vaak ge
weest en had zelden meer de vrouw
ontmoet die nooit had opgehouden de
hoofdpersoon te zijn van de pchaarsche
droomerijen waartoe zijn drukke prak
tijk hem den ty'd had gelaten.
Eustace Myers riep zyn vrouw:
Brenda
Zij kwam langzaam de trap af een
slanke, nog jong-uitziende vrouw, veel
jonger dan de beide mannen. Zy was
een vriendelijke, aristocratische verschij
ning en kostbaar en smaakvol gekleed.
Ze kleurde even toen ze Fergerson de
hand reikte; na zooveel jaren was er
toch nog een gevoelig 'plekje in haar
hart voor hem gebleven. Onder de
lunch praatte zij voortdurend; ze maak
te een eigenaardig-onrustigen indruk.
Er waren menschea die beweerden dat
hun huwelyk niët gelukkig was, maar
volgens anderen was zij een van die
vrouwen, die onder de best-denkbare
omstandigheden toch het vermogen niet
bezitten om volkomen gelukkig te zijn.
De waarheid was dat 't feit dat hun hu
welijk kinderloos was gebleven, een
groote sombere schaduw over haar le
vensgeluk wierp. Zij had een kindje ge
had dat één moment de oogjes had ge
opend om ze daarna terstond weer voor
eeuwig te sluiten. Niemand wist dat ze
na vele jaren nog kon zitten schreien
bij de kast met kleine kleertjes die
nooit gebruikt waren. Ze trachtte nu
haar hongerig hart met andere dingen
te vullen.
'Onze gast gaat vanmiddag met me
mee naar Bedmund, vertelde de dokter.
Hij beweert dat hij een of ander ge
heim moet opgraven. Wat is het Ted
dy?een vermiste erfgenaam of een
geheim huwelijk?
De oude Fergerson lachte. Je ro
mantische fantasie speelt je parten;
:s ivnar om een paar dóódsimpele
informaties te doen.
Brenda mengde zich met haar zenuw-
achtig-hooge stem in het gesprek:
Eustace is daar in Bedmund an
ders niet om een roman verlegen; hij
heeft er daar zelf een! Een zielig cir
cusmeisje dat de vorige week een on
geluk heeft gehad. Ze schijnt grooten
indruk op hem gemaakt te hebben,
schertste ze, hg stuurt haar druiven
en port en ander lekkers.
Werkelijk?
Het gezicht van den ouden Fergerson
verried niet in het minst bijzondere be
langstelling, maar zijn vingers sloten
zich iets vaster om zijn wijnglas.
Je wilt toch niet zeggen, dat er
in een gat als Bedmund een circus is?
Toch wel; tenminste eenmaal in
het jaar. Van mijlen ver uit den om
trek komen de menschen er heen. Het
meisje waarvan Brenda vertelde werkte
aan het trapezium. Ze is er af gevallen.
Het moest niet toegelaten worden; de
toeren die zij deed schijnen werkelijk le
vensgevaarlijk te zijn. Ik was toevallig
in de buurt en ze lieten mij roepen. Het
is een wonder dat zij het overleefd heeft,
maar haar rug is leelyk bezeerd. Een
van die kermisgasten, die beweert dat
hij haar voogd is, vertelde me, dat dat
meisje een soort goudmijntje voor hem
is, hij wilde me ik weet niet wat be
talen als ik haar beter kan maken. Ze
hebben haar in het dorp achtergelaten,
want het circus moest natuurlijk ver
der op. Ik kon haar daar in het dorp
goed ondex'dak brengen, by een vrouw,
die wel verstand heeft van verplegen.
En is er kans op herstel, vroeg
Fergerson op een toon die van niet
meer belangstelling getuigde dan van
beleefd deelnemen aan een tafelgesprek.
Ik kan het nog niet zeggen, er zit
niets geen fut meer in haar. Ze werkt
zelf zoo weinig mee; het is net of het
haar niets schelen kan om beter te
worden. Het leek wel alsof ze teleurge
steld was toen ik zei dat ik alle hoop
had haar er door te halen. Ik denk dat
ze een moeilijk leven heeft, dat arme
kind!
Je gaat er vanmiddag heen, hé?
Natuurlijk, antwoordde Brenda
voor haar man. Eustace slaat geen
dag over. Ik word vast nog jaloersch,
voegde ze er lachend aan toe.
Myers keek zijn vrouw met een blik
vol liefde aan. Dat kunt je anders
wel laten, hoor.
Het is nog een kind; bovendien ge
loot ik waarachtig ook nog dat ze ge
trouwd is.
Getrouwd? riep Brenda een en al
verbazing. Ik dacht dat ze pas zes
tien was!
Weineen, achttien. Maar ze had
een ring aan een lint om haar hals. Ik
zag het toen ik haar het eerst onder
zocht en het was het eerste waar ze
naar vroeg toen ze weer bij kennis
kwam.
Mrs. Myers was hoogelijk geïnteres
seerd. Ook zij hoorde dit voor het eerst.
Waarom heb je me dat niet eer
der verteld. Eustace.
Ik denk dat ik het vergeten heb.
Ik heb nog meer patiënten! Hij zocht
in zyn zak.
(Wordt vervolgd.)