EEN PRAATJE OP WEERKUNDIG GEBIED HAARLEM'S DAGBLAD BEURSKRONIEK. ZATERDAG 11 JUNI 1927 VIERDE BLAD No. 9 BIBLIOTHEEK VAN HAARLEM'S DAGBLAD Door P. H. GALLÉ Directeur van het Amsterdamsche filiaal van het Kon. Neder!. Meteorologisch Instituut. I. OORSPRONG DER METEOROLOGIE OF WEERKUNDE Evenals wij thans, heeft de menschheid door alle eeuwen heen gevoeld en aan den lijve ondervonden, dat zij bij al haar daden, al haar werken en genieten, kortom in haar geheele bestaan, in hooge mate afhankelijk was van hetgeen wij kortweg „het weêr" noemen. Jaren van misoogst ten gevolge van hagelslag, van droogte of van te overvloedigen regenval, met in de vroegste tijden als gevolg van dien, hongersnood, schijnbaar., ordeloos volgend op jaren van overvloedzware onweders en lievige stormen voor. afgegaan en gevolgd door tijden lang mooi weer en een kalmen toestand van de atmosfeer, moeten op het voorgeslacht een indruk hebben gemaakt, waarvan wij ons geen voorstelling meer kunnen maken. Zij toch zagen in dat alles niets anders dan een uitvloeisel van de nukken en luimen van nu eens kwaads, dan weer goedgezinde Goden, eene opvatting ijverig gepropageerd door de priesterkaste van dien tijd. Deze toch, zich beschouwend als schakel tusschen de Goden en het menschdom, zagen in het dreigen met allerlei narigheden of het beloven van gunstige weers omstandigheden, een eenvoudig, maar afdoend, middel om het menschdom in te prenten, dat het ook van hen afhankelijk was. Door offerandes en wat dies meer zij, konden soms dreigende onheilen worden afgewend, gunstige processen versneld worden en het laat zich denken, dat zij, die wat beter bij de Goden geïntroduceerd waren darj de groote menigte, en ook beter ontwikkeld, zich al wel eens over de toekomst, voor zoover het weer betrof, zullen hebben uitgelaten. Zij deden dit op allerlei gebied, waarom ook niet op dit? In verscheidene godsdienstige geschriften van vroeger tijden vindt men passages; waarin gedreigd wordt met ongunstige weersomstandigheden, met donder, bliksem, overstrooming, misoogst, droogte, ja de aardbeving ontbreekt niet in de lijst en hiernaast wordt het zij dankbaar erkend ook veel goeds en zoets in het vooruitzicht gesteld. De Goden hadden de macht over dit alles, een voorrecht later overgegaan zijnde - in handen van waarzeggers en -zegsters, voor deze laatsten een aardig middel van bestaan moet zijn geweest. De heilige Agobert, bisschop' van Lyon in de 9de eeuw- na Christus, verklaart hiertegen uitdrukkelijk: „dat alle natuurverschijnselen niet veroorzaakt worden door menschelijke krachten, maar door de Voorzienigheid worden geregeerd; de dwaasheid der menschen gaat thans zoo ver, dat zij nu gelooven wat vroeger geen heiden zich op den mouw zou hebben laten spelden." Het is mij niet bekend hoe het hiermede in ons land gesteld is geweest, maar wel dat in 1851 en 1860 in Hessen en Eaden gezangboeken zijn verschenen, welke bepaalde gezangen bevatten om weersveranderingen van den Allerhoogste af te smceken. Een oud vers in Reuss gaat zelfs verder Herr Gott, gieb Regen und Sonnenschein Auf Reuss, Schleitz, Greiz und Lobenstein 'Und wollen die Anderu auch was haben, So mogen Sie's .Dir selber fragen. Naast deze uitingen, welke in een bijzondere opvatting der Goddelijke almacht hunne oorsprong vinden, bleef steeds veel kaf onder het koren schuilen. In de jaren 1583, 1584 en 1613 werden in Rostock, Weenen en Roermond heksen verbrand, die verdacht werden, zich met het „weêrmaken" onledig te hebben gehouden en zelfs in 1766 kwamen nog geschriften uit, waaruit bleek dat men nog niet geheel van dat bijgeloof verlost was. Evenals de oorsprong van andere takken van wetenschap, maakt de oorsprong der meteorologie geen hartverheffeuden indruk; thans echter worden daarvan geen nadeelige gevolgen meer ondervonden. II. ASTRO METEOROLOGIE Het geloof dat de Goden en geesten de heerschappij over het weêr zouden voeren en dit volgens hunne nukken en luimen regelden, was uit den aard der zaak niet in staat de menschheid te bevredigen en steeds werd naar oorzaken gezocht, waaruit de weersveranderingen te verklaren zouden zijn. Het kan geen verwondering wekken, dat de aandacht werd getrokken door de verschijnselen aan den hemel. v\2ar alles, in tegenstelling met het weêr, wel met de uiterste regelmaat geschiedt. Tegelijkertijd echter zijn uit den ouderlingen stand van zon, .maan, planten, vaste sterren en kometen zooveel combinaties te maken, dat het blijkt uiterst moeilijk te zijn om langs dezen weg tot de oplossing van het probleem te komen. Wist men maar eerst den invloed te berekenen die elk der hemellichamen op het weer uitoefende, dan zou het mogelijk blijken, ook den invloed van de verschillende combinaties te berekenen. Inderdaad een verleidelijk aspect. En schijnbaar was die weg ook zoo logisch. De groote invloed die de zon op het •klimaat uitoefent, valt niet te loochenen, de»getij-verwekkende kracht van zon en maan was al lang bekend en men kwam dus op een wel wat gezonder basis te staan, maar een die voor de meteorologische wetenschap toch nadeelig was. Ik behoef het u eigenlijk niet te zeggenvoor een groot 'deel van het publiek ook van het ontwikkelde wekt bet woord „weêr" als reactie de gedachte op aan „de maan". Het geloof aan den invloed der maan op het weer zit er zoo muurvast in, dat de meteorologie zich niet behoeft te vleien dat dit de eerste tijden zal vredwijnen. En er is werkelijk heel wat ernstig werk verricht om dien invloed aan te toonen zooals ik al met een enkel woord zei, verwekken zon en maan het bekende eb- en vloedverschijnsel in onze zeeën. Als de maan nu invloed op het weêr heeft dan moest dit natuurlijk tot uitdruk king komen in een luchtgetïjgolf door de maan veroorzaakt. Deze vraagi s onderzocht door Laplace, Bouvard en Bergsma. Achtereenvolgens werd gevonden een getijgolf met een amplitude van 0.06, 0.02 en 0.11 m.m.. Dit is een waarde zoo klein dat zij verwaarloosd kan worden; zij is kleiner dan de gemiddelde onzekerheid in de .waarneming. Ook een onderzoek naar de luchtgetijden voor de kwartierstanden der maan viel voor de maanprop-agandisten niet gunstig uit en ook de onderzoekingen naar het verband tusschen maansphase en regen, bewolking en onweer, warmte of koude viel óf negatief uit óf gaf zulke kleine aanwijzingen, dat zij geen behoorlijke werk; hypothese bleek te bevatten. D,it alles heeft een Duitschen schrijver niet belet, zich als volgt te uitenDe maan kan geen invloed-op het weêr hebben, maar toch bestaat die invloed. Tot welke malligheden die astro-meteorologie kan leiden, wordt door het volgende getoond. Julius Stöffler, eeu Tübingsche astronoom, publiceerde in 1499 een werk waarin de ephemeriden voor de volgende 32 jaar zeer nauwkeurig waren berekend. Daaruit bleek dat in Februari 1524, Mars, Jupiter en Saturnus in de Visschen in conjunctie zouden staan. Het geheel doet wat „waterig" aan en Stöffler voorspelde dan ook een watersnood voor 1524. Dit geschrift heeft heel wat beroering gewekt, vooral in Duitschland en Frankrijk. Tusschen 1517 en 1524 verschenen in Duitschland van 55 schrijvers 133 geschriften over dit onderwerp en in Frankrijk liet de gouverneur van Toulouse, een zekere Aurial, zich een groot schip bouwen, om daarmede Noach naar den kroon te steken. Volgens Hellmans Repertorium der Meteorologie verschenen er in 1597 niet minder dan 20 boekjes die bet weêr voorspelden, langen tijd vooruit, op astro- meteorologischen grondslag En eigenlijk zijn wij nog niet van die kwaal verlost. Onze oude „Enkhuizer Almanak" doet dit ook nog jaar in, jaar uit. Welke autoriteit de uitgevers onder hun staf hebben is mij onbekend, vertrouwen verdient zulk werk niet. III. MODERNE BEGRIPPEN DER METEOROLOGIE Na de uitvinding van barometer en thermometer bleek het, dat men het vraagstuk een grooten stap nader kon treden. Ook hier ging het hortend eri stootend, want nu eens was het met dalenden baromeer mooi, dan weer slecht weêr; nu eens was het met hoogen barometer het weêr slecht, dan weer goed. Met de simpele barometer; aanwijzing ter plaatse was men er niet; nu eens draaide de wind naar rechts, dan naar links. Het was duidelijk dat wilde men orde scheppen in deze chaotische feitenmassa, die toch, ieder op zich zelf, hunne bcteekenis hadden, dat dan een groote organisatie .noodig was. Die organisatie moest zorgen le. bet waarncnvngsmateriaal over groote deelen der aarde te verzamelen; v 2e dat de waarnemingen op hetzelfde uur op dezelfde wijze werden verricht; 3e. dat zij vlug op een centrnal-bureau binnen kwamen. Vooral voor' de achttiende eeuw bijna onoverkomelijke bezwaren of niet te vervullen eischen. Maar het is gelukt een dergelijk bureau te vormen en het heeft lang genoeg bestaan om nut te stichten. Onder leiding van zijn hofkapelaan en chef van zijn physisch kabinet werd door keurvorst Karei Theodoor van Beieren en de Palts, opgericht de Societas Meteorologica Platina (1780—1792). Uit het door de Societas verzamelde materiaal hebben Dove en Brandes verschillende gevolgtrekkingen gemaakt, waarop Buys Ballot weer kon voortbouwen bij het afleiden van zijn wereldberoemue wet. Ongeveer in dezen tijd sprak Lavoisier als zijn meening uit: „dat als men maar beschikte over barometerstand, windrichting en kracht en vochtigheid van de lucht an een groot aantal plaatsen, dat het dan mogelijk moest zijn het weêr vooruit aan te geven, tot groot nut van de menschheid." Het was n.l. uit die waarnemingen van 17801792 wel gebleken dat de groote barometerveranderingea^ met de hun begeleidende weêrverschijnselen zich gewoonlijk van West naar Oost verplaatsen, maar men wachtte nog op de telegraaf en ook was het verband tusschen barometerstand, windrichting en windsnelheid nog niet goed bekend. En om dit verband draait alles. Het welbekende kalf moest nog verdriuken voor de put gedempt werd. In den beruchten storm van 14 November 1854 werd het kamp van Balaklava verwoest en verging het Fransche linieschip Henri IV. Val 11 ant, «minister van Oorlog, droeg aan Leverrier, directeur der Parijsche •Sterrenwacht, een onderzoek op. Den 19den Kaart 1855 was het verslag gereed en werd het gepubliceerd in de verslagen der Akademie van Wetenschappen te Parijs. „Als er telegrafische gemeenschap had bestaan met Wecnen, had men bijtijds gewaarschuwd kunnen zijn voor naderend onheil." Zoo naderen wij het jaar 1857. Voor wij echter overgaan tot mededeeling wat er in dat jaar geschiedde, zullen wij even nagaan wat het eigenlijk wil zeggen de barometer staat zus of zooveel. Overal op aarde drukt de lucht met een zekere kracht op alles wat door die lucht wordt omringd. Nu meten wij die druk door middel van een kwikkolom tenminste in kwikbarometers en de h o o g t e van de kwikkolom, welke op een zeker oogenblik evenwicht maakt met de luchldrukking, is voor onze spreek- en gedachtentaal de barometerstand. De barometer staat 755 wil dus zeggen dat de drukking van de lucht op een zeker vlak evenwicht maakt met de drukking van een kwikkolom van 755 m.m. hoog, op een vlak van dezelfde doorsnede. Hebben wij nu van een groot aantal plaatsen uit Europa den gelijktijdigen baromterstand alle herleid tot 0° C., zeespiegel en tot 45° breedte, dan zullen die standen in het algemeen nergens gelijk zijn, maar wel kunnen wij door eenvoudige interpolatie de punten vinden waar die druk wel gelijk zal zijn. Gewoonlijk wordt hiervoor dan een druk genomen van 750, 755, 760 m.m. (enzoovoorts naar beide zijden). Door die punten, waar de druk hetzelfde fs, trekken wij dan een lijn van gelijken druk of een isobaar. Twee dier isobaren zullen gebieden omsluiten, waarbinnen de druk het hoogst en het laagst is en daar liggen dan de zoo vaak genoemde gebieden van hoogen cn lagen druk. Door langen tijd dergelijke kaarten te bestudeeren kwam Buys B a 11 o t in 1857 tot zijn wet, die wij gemakkelijk kunnen formuleeren als volgt: „Keer den wind den rug toe, dan ligt op Noorderbreedte het gebied van laagste luchtdrukking links en iets naar voren, dat van hoogste luchtdrukking rechts en iets naar achter." Op Zuiderbreedte leze men voor links, rechts. Verder bleek hem dat bij een groot luchtdrukverschil tusschen twee plaatsen de windsnelheid grooter was dan bij een klein luchtdrukverschil. Wij zullen nu eens nagaan, wat er geschiedt te Den Haag, als de barometerstand te Helder 750, te Den Haag 755 en te Vüssingen 760 m.m. is cn onderstellende, dat de lijn HelderHaagYlissingcn recht NoordZuid loopt, terwijl links en rechts van die lijn dezelfde drukverboudingen hcerschen en ten Noorden van den Helder de druk verder afneemt, ten Zuiden van Vüssingen weder toeneemt. Het is in de eerste plaats duidelijk dat de lucht te Vüssingen zwaarder wordt gedrukt dan te Den Haag en daar weer zwaarder dan te Helder. Die lucht is niet binnen vaste wanden geborgen, zij zal zich dus trachten tc bewegen. Maar waar heen? Naar het Zuiden kan niet, daar wordt de druk hooger, naar links of rechts ook niet, daar is de druk gelijk; de eenige uitweg is dus naar het Noorden. Overal op de lijn Vüssingen, Haag, Kelder, kan men dezelfde redeneering toepassen en het is dus duidelijk dat de lucht zich in beweging zet van Zuid naar Noord, dus dat een Zuidenwind moet ontstaan. Dit geldt echter voor een aarde die niet om haar as draait; omdat zij dit wel doet, wordt de wind niet Zuid maar Zuidzuidwest tot Zuidwest. Was het luchtdrukverschil geweest van Helder over Haag naar Vüssingen met dezelfde barometerstanden, dus Helder 760, Haag 755, Vüssingen 750, dan zouden wij Noordnoordoosten tot Noordoostenwind hebben gehad, bij een luchtdrukverschil van Oost naar West Zuidzuidoost tot Zuidoost, bij een van West naar Oost een Noordnoordwcstelijken tot Noordoostelijken wind. En bij al die windrichtingen behoort uit den aard der zaak geheel ander weer tc Den Haag, maar bij den ze If den barometerstand. En op mijn barometer staat bij 750 dit, bij 760 dat; ben ik dan al weer bij den neus genomen, roept de lezer uit. Ja, waarde heer, maar dit geschiedt al sinds het jaar 1678 bij alle neusdragers die U zijn voorgegaan en het zal nog wel eeuwen blijven duren. In 1678 had men al een baro» meter met inscripties met tekst „Le cours du ver de temps". Uit de bovenstaande eenvoudige uitlegging blijkt al, dat die barometer-inscripties eigenlijk misleidend zijn. Niet de barometerstand ter plaatse bepaalt ons weer, maar de ligging van onze woonplaats ten opzichte van de ons omringende gebieden van hoogen en van lagen druk en de intensiteit van die gebieden. Want het is duidelijk dat een groot verschil in luchtdruk harden wind zal veroorzaken, een klein verschil zwakken wind, evenals een groot verval in een rivier veel stroom geeft, een klein verval weinig stroom. Dat luchtdrukverval wordt nu gemeten loodrecht op de isobaar over een afstand van 111 K.M. den equatorgraad. Bedraagt over dien afstand het drukverschil 2.5 m.m., dan is de gradient 2.5. De wind wordt benoemd volgens de zoogenaamde Beaufortschaal met schaal- cijfers 0—12; de hier volgende tabel geeft de equivalenten in meters per seconde en dfuk in K.G. per M2„ Hierbij, valt wel te 'bedenkendat bij stormkracht 8 stooten kunnën voorkomen van meer dan orkaankracht, waardoor de zware drukstooten bij een matigen storm worden verklaard. afgeleid en dus ook de temperatuur, vochtigheid, windsnelheid, op elke étage van de ons overwelvende luchtzee. Die vlieger wordt opgelaten aan een dunne staaldraad, zoogenaamd „piano»wirc". Heeft de hoofdvlieger zeg 500 Meter draad te dragen en kan hij niet meer stijgen, dan wordt een 1 hulpvüegcr aan 100 Meter draad opgelaten cn het einde van die 100 Meter gekoppeld aan de eerste 500 Meter van den hoofdvücgcr. De twee vliegers dragen dan de 500 Meter draad en men kan weer verder vieren, tot het blijkt dat de draad voor twee vliegers te zwaar wordt, enzoovoorts. Door de richting te meten waarin de vliegers staan, weet men de -windrichting in de boven lucht. Zoo kan men doorgaan tot de drtik of trekkracht op de draad aan een grenswaarde nadert. Door een benzine- of electromotor wordt de draad weer ingewonden en dit inwinden moet met doorzicht geschieden, omdat de druk dan sterk oploopt en de vliegers zouden afbreken. Dit gebeurt wel eens cn een étiquet op eiken vlieger geeft aan wat „de eerlijke vinder" te doen heeft. Een andere methode om gegevens uit de bovenlagen der atmosfeer te verkrijgen, bestaat in het oplaten van loodsballons of rcgistreerballons. Dit zijn kleine gummi ballons, eenige malen 'grooter dan de kermis» of reclame-ballons, welke tot een zekere maat met een licht gas worden gevuld. Men weet door de mate van de vulling na te gaan welke stijgsnelheid por minuut zij hebben, en door de loodsballon met een kijker tc volgen en de richting en hoogte op verdeelde cirkels na te gaan, kan men richting en snelheid van den wind in de bovenlagen nagaan tot de ballon Iprihgt. Wanneer men den ballon instrumenten medegeeft worden zij gewoonlijk „tandem" opgelaten, d.vv-z. twee ballons met elkaar "verbonden zijn in staat de instrumenten te dragen. Een der ballons is dermate gevuld dat zij op 10.000 Meter hoogte moet springende tweede ballon is dan niet in staat de instrumenten, waarmede vochtig heid, hoogte en temperatuur is gemeten, te dragen, maar werkt als parachute. Een handleiding voor den vinder bevindt zich aan de instrumenten. Ook kan men met den bemanden ballon deze waarnemingen doen, maar dit is zeer duur. Nog een andere methode bestaat hierin, dat men gebruik maakt van de diensten van het vliegtuig, door aan of ander een der vleugels een meteorograaf tc erbinden. Deze wijze van doen wordt in ons land veel gevolgd en de resultaten 'indt men op het dagelijksche weerkaartje cn op het zoogenaamde maandoverzicht. Gemiddeld over een maand wordt gewoonlijk een hoogte bereikt van ruim 5000 Meter met maxima van ruim 6000 Meter. Daar heersclit een temperatuur van - 25° a 30° C., terwijl het op aarde flink boven nul is. Van Soesterbcrg, waar de opstijging plaats vindt, wordt het resultaat per motor, fiets naar De Bildt gebracht en vandaar verder gedistribueerd. Men ziet, wel een groot verschil bij vroeger. Naast den gewonen weerdienst, die de dagelijksche verwachtingen uitzendt, heeft ieder Rijk met een kustgebied nog een stormwaarscliuwingsdienst. Deze waarschuwt dc scheepvaart op of nabij de kust en in de binnenwateren, die daarvoor in aanmerking komen voor naderend slecht weer, door middel van een seinstclsel van een bal, kegels en vlaggen overdag, des nachts door middel van lantaarns. Onderstaande tabel geeft hiervan een overzicht. Beau fort Naam M. p.s. Kg- perM'. 0 Stil 0.4 0.01 1 zwakke 1.6 0.19 2 1 wind 3.1 0.72 3 matige 4.8 1.73 4 wind 6.8 3.47 5 krachtige 8.8 5.81 6 wind 10.8 8.75 7 1 stormach tig tot 13.0 12 68 8 1 storm 15.5 18.02 9 i zware 18.1 24.57 10 1 storm 21.3 34.03 zeer zware 11 storm 25.3 48.00 12 orkaan 27.5 56.72 Het is nu de opgave voor hen die de weerverwachtingen maken, om uit de luchtdrukverdeeling van heden, de meest waarschijnlijke voor morgen af te leiden cn uit die verwachte luchtdrukverdeeling de aard van het weder op te maken. Hier bij kan men zich niet alleen laten leiden door de algemeene gang der gebieden van lagen en hoogen druk, maar dient ook zeer te letten op de gegevens- uit de bovenlagen der atmosfeer, welke met de gewone weertelegrammen medekomen. Het spreekt van zelf dat men goed op de hoogte moet zijn van de nieuwere theorieën, o.a. die omtrent koude- en warmte-invallen. Meer dan eene aandui ding van deze zaken kan hier niet wor= den gegevenuiterlijke weerteekerien spelen ook een rol, maar uit den aard der zaak geen groote. Deze zijn wel waarde voor het weer over eenige uren, maar niet indien men met eenige tien tallen uren werkt, zooals de weerdienst te De Bilt doet Deze maakt te 10 uur v.m. eene verwachting omtrent het komende weder welke geldt van des avonds 6 a 7 uur tot denzelfden tijd van den volgenden avond. Het resultaat der weersverwachtingen welke opgesteld worden voor geheel Neder» land, wordt beoordeeld door het publiek en door het Meteorologisch Instituut. Het publiek doet dit naar eigen inzicht en uit den aard der zaak volgens het weêr voor de plaats waar het woonthet is dus steeds min of meer eenzijdig ingelicht. Het Instituut beschikt over de opgaven van een groot aantal waarnemers, die hunne bevinding inzenden aan het Instituut en over hte geheele land zijn verspreid. De laatste 5 jaren was volgens die waarnemers en wat de windkracht en richting betreft, volgens-de registreeringen te Helder, Groningen. De Bilt. Vüssingen cn Maastricht het resultaat der verwachtingen als volgt: Kracht rich ting bewol king Tempe ratuur Regen l^Sl 91 ^71 72 81 69 1922 88 76 72 83 73 1923 91 78 77 86 77 1924 91 72 76 84 70 1925 91 74 79 81. 80 Jem id 90 74 75 38 74 De getallen geven percentages aan en maken naar onze ning geen slechten indrukmen heeft daarbij wel te bedenken dut als de verwachting niet uitkomt de kritiek zich scherp laat hooren, komt zij wel uit dan wordt dit door het publiek -stilzwijgend aanvaardt als iets dat zoo behoort te zijn. De kans bestaat dus dat door het publiek de resultaten van de weersverwachtingen te laag worden getaxeerd. De laatste jaren heeft het Instituut te De Bilt zijn werk ook veel zien uitbreiden door de verschillende vliegdiensten waarvoor verschillende waarnemingen moesten verstrekt worden en verwachtingen omtrent het weder over soms groote trajecten moesten gegeven worden. Het waarnemingsmaterïaal of de gegevens waarop alle verwachtingen gebaseerd worden wordt eenige malen per 24 uur door verschillende meteorologische centra, tegenwoordig gewoonlijk draadloos, in cijferschrift uitgezonden en door de andere centra opgevangen Op deze wijze is het mogelijk de weersomstandigheden over een groot deel van het Noordelijk halfrond te volgen en eene verwachting omtrent het komende weder uit te spreken. Niet alleen walstations zenden hiertoe hunne berichten, maar ook schepen die zich, afhankelijk van de draagwijdte der schecpsstations, voor draad- looze telegrafie binnen seinbereik van het land bevinden. De telegrammen welke van de walstations binnenkomen, bevatten niet alleen de resultaten van dc waarnemingen op aarde, maar ook berichten welke betrekking hebben op de bovenlucht, worden hier ingelascht. Ook -in dit opzicht gaat het met groote stappen voorwaarts. De allereerste gege vens uit de bovenlucht kreeg men van bergstations, maar dit was toch niet het ware.' Hier was men niet vrij van aardsche invloeden en men wilde wat weten van de vrije atmosfeer. De vlieger bracht uitkomst en wel een verbeterde vlieger, van liet soort waarmede wij in onze jeugd speelden. In de hoofdvlieger, een lichaam van een paar meter hoog cn breed, gewoonlijk bijna een meter diep, dus een kastvüeger, werd een meteorograaf opgehangen. Dit is een instrument waardoor de drukking van de lucht, de temperatuur, de vochtigheid van dc lucht cn de windsnelheid wordt geregistreerd op een ronddraaien den trommel. Uit dc drukking van de lucht kan weer de hoogte lot waarop de vlieger cjk oogenblik van de oplating was, worden Weest op uw hoede Wqrdt verwacht storm uit Zuid-West Noord-Oost Dagsein zwarte bal zwarte kegel punt omlaag zwarte kegel punt omhoog twee kegels punt omlaag twee kegels punt omhoog Nachtscin rood licht twee witte lichten twee roodc lichten wit en rood licht rood en wit licht Indien twee kegels of twee lantaarns getoond worden, zijn deze steeds onder elkaar geheschcn. Bij de seinen kunnen één of twee zwarte vlaggen worden geheschen. Eén vlag beduidt: „de wind zal ruimen"; dat is draaien, volgens de wijzers van bet horloge. Twee vlaggen geven aan „de wind zal krimpen"dat is draaien tegen de wijzers van het horloge in. De resultaten van den stormwaarschuwingsdienst worden beoordeeld volgens de windregistraties aan de kurtstations en volgens de schattingen van de seingevers. De resultaten van dezen dienst zijn te vinden in het verslag dat elk jaar in de Staatscourant wordt gegeven. De vrij uitvoerige becijferingen maken het bezwaarlijk, ze hier weer te geven Verschillende aanwijzingen zijn er, dat indien de toestand zich zoo blijft ontwikkelen en er is geen enkele Teden, daaraan te twijfelen het jaar -1927 ccn zeer belangrijke verbetering van den handel en de nijverheid in ons land zal tc zien geven. Daar is in de eerste plaat's de. zij het ook langzaam, afne» mende werkloosheid. Daar is de tocne» ming van den omvang van onzen ex port, zooals uit de in»en uitvoersiéfeistie* ken blijkt. Daar is vooral de belang» rijke toeneming van dc scheepvaart, bc» trouwbare barometer van het' zakcu». leven. Zeer sprekend zijn in dit opzicht dc gegevens betreffende dc havenbcwc» ging van Amsterdam. In dc maand Mei 1927 werden er in IJmuiden 'ngc» klaard 329 schepen, tegen 24S in Mei 1926, of een toeneming van 81 schepen, dat is meer dan 30 pCt. In deze zelfde maand kwamen cr niet minder dan 58 houtbooten binnen of 39 meer dan vorig jaar. dus een stijging van c.a. 200 pCt En men voorspelt, met aan zekerheid grenzende nauwkeurigheid, dat de hout» havens van Amsterdam en Zaandam dit jaar weer groote bedrijvigheid zullen ontwikkelen.'Een verschijnsel dat opri» mistisch kan stemmen. Dc afbreking der Engclsch-Russ'schc diplomatieke betrekkingen schijnt tot gevolg tc hebben, dat toch een zeker deel van den Russischcn handel verlegd wordt", al is dit niet in die mate, als men aanvankelijk in Engeland vreesde. Web licht dat dc Nedcrlandschc handel ook daar een stuk in meedeelt. Volgens ecu bericht van het Russische blad lzwes» tija toch, zou binnenkort tusschen dc Zwarte zeehavens en Nederland en België een geregelde scheepvaart ver; binding i'ot stand worden gebracht. In den loop van Juni zouden groote goede; reuzendingen, die aanvankelijk voor En gelsche haven bestemd waren, naar Antwerpen en Rotterdam gedirigeerd worden. Verder zouden Amerikaansche ban» kiers ovcrwegcn*de credicten aan Rus» land uit te breiden cn dit zou ook weer in rcchtstreeksch verband staan met' het afbreken der EngeIsch»Russische betrekkingen. Hoewel een handclsover; eenkomst tusschen Amerika en Rus» land onwaarschijnlijker dan ooit is. De maand Juni is, wat dc emissie» markt aangaat en speciaal de buiten» landsche belangstelling voor onze kapb taalmarkt goed ingezet.' Het zou cr op kunnen lijken, of een nieuwe golf uitgiften in aantocht is. In enkele dagen tijds werden geannonceerd een uitgifte American Bemberg Corp. groot 140.000 gewone aaudcelcn B. tegen 37-50 dollar, verder Belg. Fr, 75 milliocn 6 pCr. obli» gatics Crédit Communal de Bclgique tegen 93 pCt-, terwijl in aantocht is een obligatieleening van 10 millioen der S. A. Forges et Aciéries d'Homécouft voor dc onderneming Carolus Magnus- alsmede een tranche van de Poolsche dollarlcening groot totaal 60 mfll'ocn dollar. De Amsterdamsche Rijtuig Mij. geeft verder uit 1000 aandeden van 600 uitsluitend voor aandeelhouders tegen den koers vain 118 pCt. Rotter» dam gaat tegen 97 3/4 pCt'. een consoli» datieieening van 10 millioen aan, rentende 4'/z pCt. Dc inschrijvingen op dc emissie Gelderland worden ten volle toegewezen. Eindelijk kunnen nog ver» meld worden: 2.500 000 4^ pCt. schuldbrieven Bank voor Nederland; sche gemeenten tegen 97 3/4 pCt., 1.250.000 aandeden Java Sumatra Handel Mij tegen 120 pCt. 1 500.000 5 pCt. obl. De Gekroonde Va'k tegen 99J4 pCt. en 3 millioen dollar 7 pCt. hyp. sinking fund goud obl L an des Zentral Kredit Gcnosscnschaft (Hong) tegen 103Vt pCt. I Dc stemming ter beurze van Amster» dam was io dc afgcloopcn ovcrzichts# l periode meest zeer kalm. De handel was van weinig betcekeiiis. Het publick houdt zich „op de vlakte", waaraan dc debacle van dc Berlijnsche beurs voor een belangrijk deel debet is. In de bankafdeeiing ontstond nogal wat vraag voor Indische bank, op het meevallende dividend van 10 pCt. (onv.) cn dat, waar de suikerbelangen van deze instel» Ung minder gerendeerd hebben, getui» ge het dividend der Ned. Ind. Land» bouw van 20 pCt. (v. j. 30 pCt.). Om» trent het dividend der Handel Mij koes» tert mengoede verwachtingen. Zoo kwam het dat? dc hankwaarden zich goed wisten te handhaven cn eerder iets boven het vorig peil uitkwamen. Goed prijshoudend, inet een eerder stijgende tendenz toonde zich de in» dustrieele afdeeling. De meeste kwamen op het' vorige of iets hooger peil af In kunstzijdewaarden ging weinig om. MUL lerwaarden lager. Oliewaarden brokkelden aanvankelijk wat af. in overeenstemming met dc bc» ginstemming van dc beurs. Later trad lner, als elders, eenige verbetering in, al was de handel gering. Het slot kwam voor Koninklijke eenige punten bene; den het vorige peil."Het' jaarverslag maakte weinig indruk. Rubbers kwamen lager af en de stem» ming was niet roOvskleurig op dc lagere rubberprijzon te Londen. Toch viel liet nog mee., dat de koersen niet sterker afbrokkelden. De daling bleef per saldo beperkt tot 5 t'ot 10' punten, behalve voor Sumatra Rubber, die kelderde tot 360. De Rubber Mij. Kcndeng Lcmboe keert 40 pCt. dividend uit tegen 55 pCt. in 1926, Voor scheepvaarten was niet' veel bc» langstelling, mede in verband met het feit, dat de vrachtenmarkt den lantsten tijd wat minder vast is- Toch toonden de meesten zich goed prijshoudend. Op» vallend was echter de daling van Kon. Moll. Lloyd, onder den druk van sterk aanbod, van 47 tot beneden de 37. Ook H.A.L. eenige punten lager op 79J4- Suikeraandcelen kwamen 5 tot 10 pun» ten lager af, in verband met dc voorbij» gaande vrij sterke daling van den Cuba» suikerprijs. Na een vrij langdurige pc» riode van gunstige marktstemming kwam daar Dinsdag een reactie in. La» ter in de week verbeterde de stemming weer en herstelden de koersen rich wat; Cultuur Mij. Gogo Niti keert 29 1/4 pCt. (v. j. 37 pCt.) dividend uit. Tabakken gaven ten slotte weinig variaties ten aanzien van den koers te zien. Er ging zeer weinig om. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Cloostcr Mindere? In een genn waar kinderen zijn is Klooslerbalsem on- _j misbaar. Hoe prei- S^Olcn dt hel n'el T00r moeder, wan neer één der kleinen snikkend komt Ter tellen dat ze ziek bezeerd heeft, dadelijk een middel ftj de hand te hebben, dat de pijn rcrzacht, de wond zuiver houdt en ontsteking voorkomt. Waar kinderen zijn behoort ook Akker's Kloosterbalsem (60 cent) te zijn, die genezend en zuiverend werkt en men terecht Geengoud zoogoed"! zegt:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 13