HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
PAPIEREN ROZEN
woensdag 22 juni 1927derde blad
EEN PERSGESPREK MET DR. F.E.POSTHUMA.
te tlanlkem, dien, zij bezit en in deze
richting kan zij ook in de toekomst
nog een rol spelen. Gaat dc Maat»
schappij evenwel van dien weg af.
dan is zij onherroepelijk verloren,
omdat er in ons land veel betere
werkgeversorganisaties bestaan. Aan
de breeden is de toekomst. Niet
aan de small en. Dat acht ik ook van
toepassing op politieke en godsdien»
stige groepen, wanneer zij zich op
een klein terrein bewegen, daaTOm
is er ook van, de communisten niets
to vreezen".
WU is ibJijkbaar optimist.
Dat is ook wel gebleken,
toen u tien jaar.geleden met
de distributie van levens»
midtde-len was belast. Er
was toen ai b ij zonder weinig
waardeering en niets anders
dan c r i t i e k.
Deze herinnering aan een moeilijke
periode van zijn leven bracht den heer
Posthuma allerminst tot sombere ge»
dachten. Wanneer de groote bezwa»
ren wit dien tijd en de zware verant»
woordelijkheid hem toen al gedrukt
zonden hebben, daarvan is nu niets
meer te bespeuren. Hij ziet er uit als
do gezondheid zelf, eeh man die in
staat is een groote hoeveelheid werk
te verzetten en met dien indruk kwam
ook wel overeen, wat hij onmiddellijk
op de herinnering "Het volgen,
„Ik heb in die dagen ook wel dik»
wijls veel pret gehad. U kunt u niet
voorstellen, hoe weinig kijk in dien
abnormalen tijd werkgevers, en
niet eens altijd de heel klein»
tjes, soms hadden op hun eigen bc»
drijf. Zij kwamen bij mij om hun nood
te klagen: nu konden zij hun zaak
toch in het geheel niet meer dra
ven. Maar wanneer ik dan zei: „U
dreef dus uw bedrijf zoo en zoo; maar
als u het eens anders probeerde, zou
het dan niet gaan?" En dan moesten
ze erkennen, dat zij daar nog niet aan
gedacht hadden, „maar ja, zoo zou
het ook wel lukken".
Wat is uw mecning ovot de
b ezu i n ig i'ngs c a mp agn e van
de Maatschap p ij van Nijver!
h e i d?
„Ik geloof, dat er hier en daar wel
naar geluisterd is en m ieder geval zal
het bezuiniig'ingswerk het vergrooten
van de uitgaven vaak wel voorkomen
hebben. De Maatschappij moet er dus
stellig mee door gaan. Dit is zeker,
dat er bij de Rijksregcering nog weinig
van bezuiniging te merken is".
„Kan oen Minister index»
daad zelfstandig b ezu in i»
gen. Heeft hjj daarvoor niet
do voorstellen, althans de
medewerking van z ij n amb te»
nare.n ooodig?
rStellig kan een Minister bezuini»
gen, maar hij moet willen en de cou»
sequenties daarvan aanvaarden".
Loopt hij geen gevaar van
stil verzet, van sabotage?
„Wanneer <jat voorkomen zou, moat
hij ook daartegen opgewassen zijn.
Onze ambtenaren hebben geen te
hooge ttriacteaneiniten maar ex zijn er
'te veel. Ails er een goede wachtgeld»
regeling wordt toegepast, zouden de
Staatsuitgaven door de vermindering
van het aantal ambtenaren heel snel
afnemen het is merkwaardig,
hoe dat afneemt door overlijden of
door overgaan in een andere positie.
Maar een goede wachtgeldregeling is
daarvoor noodig, want de mon6oh.cn
mogen er niet de dupe van wonden,
dat zij vroeger overbodig zijn aarnge»
steild.
Een van de middelen om de iin»
dusbrie in Nederland wait ruimte te
geven is vermindering van den be
lastingdruk."
Heeff u nog speciale
wenscJicn voor de Maat»
s c h a p p ij van N ij v e r he a d
„Ja", zei de heer PosÜroma lachend,
,,ecn beetje meer contributie".
U treed't ®u af als voorzat»
ter, niet waar?
„Ja, mijn tijd is om, ik heb de
funotie altijd met genoegen waargono»
men."
Jammer, da? 'de veTtTeik»
kende secretaris, de
DR. F. E. POSTHUMA
Precies negen uur zat ik tegenover
rden heer Posthuma in het bureau van
Centraal Beheer aan dc Zeestraat in
den Haag, aan een tafel waarop meer
dan een half dozijn stapeltjes papieren
op afdoening wachtten. Niet omdat
onze oud»minister geen systematisch
werker zou wezen (die eisch kent ieder»
een die stoer arbeidt, omdat hij het
druk heeft) maar omdat hij weken af»
wezig moest zijn voor conferenties in
het buitenland. Die tafelvol was een
zachte waarschuwing om het niet lang
te maken, maar ik had het toch niet
kunnen laten om den heer Posthuma
te interviewen vlak vóór dc algemeene
vergadering van dc Maatschappij van
Nijverheid en Handel, de feestverga»
dering bij het 150»jarig, bestaan.
De eerste vraag lag voor de hand.
Hoe ziet den toestand van
de n ij v e r he i d in N c d er»
land op dit oogenblik?
Het antwoord was rechtuit, oobewiro.»
peld en duidelijk. De heer Posthuma
heelt, ofschoon hij jarenlang de sfeer
van de Regecringsgebouwen heeft inge»
adenid, niets van een diplomaat. Mar
van de practijk is bij, volop.
,,Ik heb den indruk, dat de groote
meerderheid van onze industrie
worstelt met de moeilijkheden der tij»
den, vooral hot gedeelte dat te maken
heeft met de export; ik weet niet, of
ik daaronder ook begrijpen moot dc tex»
ttelnijverheid in Twente, 'k Heb zoo'n
gevoel, dat die haar pad vrijwel weet
schoon te vegen. Daar zijn plannen tot
verbetering en uitbreiding, die het be»
wijs leveren dat men bereid is nog
meer kapitaal in het bedrijf te steken.
Dat zou men niet doen, als men niet
de hoop koesteren mocht, dat liet wel
slagen zou. Ook de tabneken waar een
bijzonder product wordt gemaakt, die
dus wat beters leveren, staan cr niet
ongunstig voor. Natuurlijk is een van
de redenen, waarom de Nederlandsche
nijverheid in 't algemeen moeilijke da»
gen beleeft, dat er overal hooge tarief»
muren om de vreemde landen zijn op»
getrokken",
Meenï U, 'dat men in
het buitenland niet zelf
ook nadeel ondervindt
yam die hoPge tarieven?
„Ik heb den indruk, dat de toestand
er soms nog sleöhter is, dan in Neder»
land. Natuurlijk is het buitengewoon
moeilijk voor een vreemdeling, om dat
met zekerheid te oonstateeren, maar ik
reis veel voor de internationale land»
bouwvereeniging, dc organisation in»
ternationale d'agriculturc, waarvan ik
voorzitter ben. Voor het slechten van
die tariefmuren ben ik zeer pessimis»
tïsch over de resultaten van de econo»
mïsche conferentie te Genève".
D e Maatschappij van
N ij verheid herdenkt nu
haar 150»j arig bestaan.
Zij heeft in dien tijd al
verschillende wegen ge»
volgd, zich soms tocgc»
legd o-p prijsvragen, dan
weer meer op tentoon»
stellingen. Wat denkt u
an haar toekomst?
Bij die vraag ging de heer Posthuma
eens verzitten, daar het hier om een
groot principe ging.
,;De Maatschappij kent geen. ver»
deeling naar belangen van werkgevers
en die van werknemers en evenmin
verdeeling naar verschillende kleu»
ren. Altijd heeft de Maatschap»
pij ten doel gehad de bevordering van
de volkswelvaart in het algemeen;
daaraan heeft zij den grooten invloed
Keer 'de Clercq, o,p de
vergadering zelf af»
scheid kan komen neanen.
Ik heb gehoord, d a f h e t
voor zijn gezondheid bc»
ter is, d'at h ij het niet doet,
„Acht jaar heb ik mot de Clorcq
samengewerkt. Wij kenden elkaar
vóór dien tijd in het geheel niet, maar
uit onze samenwerking is een groote
vriendschap ontstaan.
Met groote warmte sprak de heer
Posthuma over den afgetreden sccrota»
ris; het was aan den toon te hooren.
dat hij den hccT de Clercq bijzonder
waardeert.
Maar het werd tijd. om heem te
gaan. Er was al een andere bezoeker
aangediend, aam wien in de waohtka»
mor een stoel was gegeven. De anme
man zat daar oog, ik durfde mij zijn
wanhoop niet op den lials halen. Dus
nam ik afscheid, dankbaar voor het
prettig bezoek. Waren al de geïn,ter»
view den maar zoo. De heer Posthuima
hoeft een rechtudte manier van spre»
kon. Hij tracht zijn antwoorden niet
te omhullen met geheimzinnigheid,
noch te verfraaien. Men weet precies
wat hij meent en bedoelt. Een. vier»
kante o-pre oh to Nederlander.
J. C. P.
STADSNIEUWS.
„de lichthoeve" te
santpoort.
NIEUWE GIFTEN.
De Zusters van „De Lichthoeve",
Kweekerslaan 13—17 te Santpoort, be
richten weer met groote dankbaarheid
de volgende giften:
„Opoe van der H." 0.25, een restant
van het liefdadigheidsconcert f 18.65;
van den A. f 25, mevr. V., te Bloemen-
daal f 100, mej. De K., jaarl. bijdrage
f 2.50, K. f 2.50, mej. H. f 1, D. te Be
verwijk f 5, mej. D., Apeldoorn, f 2.50,
mevr.. C.—van G., Bussum, f 2.50, me
vrouw C.v. M., f 10, J. G.r IJmuiden
f 3, C., Haarlem, f 2.50, mevr. M
gravin van L. S. Santpoort f 20, mevr.
wed. Dr. N., f 2.50, mevr. Q. v. U. f 5,
R. te Santpoort f 5, mevr. Sch., f 10,
Ds. T., te Heemstede f 2.50, mevr. T.
K., f 10, mevr. V. f 5, mevr. V.N., te
Bloemendaal, jaarlijksche gift f 10, me
vrouw van B. f 5, mevr. J. van R. Den
Haag, f 5, mevr. I. te Houten f 5, van
B. te Santpoort f 2.50, T. v. B. f 10.
mej. F. f 2.50, Een babypop (die bij de
opening van het nieuwe gebouw bijdra
gen vroeg voor Radio voor „De Licht
hoeve") f 28.29, uit de collectebus by
de opening van het nieuwe gebouw
f 71.67, van N. N. door bemiddeling van
mevr. Van B. f 50.25, K. f 4.50, mej. S.
f 0.50, N. N. f 2.50, monsieur Van St. te
Brussel f 20. Totaal 453.01.
Aan stoffelijke blijken van medeleven
ontvingen de zusters de volgende goe
deren: Twee honderd pond heerlijke
eerste soort rijst van den heer v. uit
Amsterdam, nieuwe pan van mevr. G.
uit Santpoort, mooie plaat op de kleu
terzaal van Freule S. van der O., Zeist,
limonade en een blik koekjes-van me
vrouw S., eigenhandig gemaakt schilde
rij, tekst: „Laat de kinderkens tot Mij
komen", van den heer V., dames S. en
M. mooie gong, prachtige ets, Christus
figuur, van den heer en mevr. K., kleer
tjes van mevr. H., kleertjes, mooi nieuw
en eigengemaakt van den moederkrans
uit Haarlem en Velsen, koek en kleer
tjes van de fam. van D., twee mooie
stoelen van de firma O. uit Santpoort,
mooie planten en manden met bloemen
voor de opening, pak kleeren van mej.
F., ledikant mét matras en deken van
mevr. v. d. B., te Haarlem; mevr. van
der G., kapstok, mevr. van der M., klee
ren en speelgoed, kleertjes van mevr.
V., mevr. van B., kleeren en nfeuwe kou
sen; mevr. L. V., speelgoed, kleeren en
schoenen, twee hangmatten; V. te Am
sterdam, twee doozen met pijpen om
bellen te blazen, pinda's en kinderwa
gens; R., flesch zuurtjes en koekjes.
Al deze blyken van sympathie vervul
len het hart der zusters met vreugde.
Het mooie, nieuwe huis is weer te klein.
Verleden week waren het oude en het
nieuwe huis vol met twee-en-vijftig
kinderen. De zusters moesten, hoe het
haar ook speet, veertien aanvragen af
wijzen.
VOLBRACHTE DIENSTTIJD
Eervol ontslag is aangevraagd tegen
1 September a.s. door den heer W.
Hoefman, waarnemend hoofd aan de
openbare school aan dc Tempeliers»
straat.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 927
DE WERELD OP Z'N ERGSt
Als by Keesje Kommer een biljet „be
smettelijke ziekte" op de deur hangt en
Keesje is de eenige die een bal heeft.
(Nadrulc veiWden.)
rapport der staats:
commissie-rutgers.
DE SUBSIDIES VOOR VOOR
BEREIDEND H EN M.O.
Verschenen* is het verslag der Staats
commissie aan wie was opgedragen
te overwegen in hoeverre de regeering
met inachtneming van de grenzen
die de openbare kas stelt: a. normale
ontwikikeilng van. het openbaar, zoo»
wel als van het bijzonder vooxberei»
dernd hooger» en middelbaar onder»
wijs ook in de toekomst kan mogelijk
maken; b. een -redelijk verband' kan
bevorderen fusschen de salarissen van
het personeel van het MjO. aan Rijks»
scholen, het personeel van het voor»
bereidend hooger» en middelbaar on»
derwijs van gemeentescholen en het
personeel van het voorbereidend hoo»
ger» en middelb. onderw. aan bijzonde
re scholen.
Bij het overwegen van de eerste
vraag is de commissie tot het besluit
gekomen dat het niet mogelijk is een
stelsel te ontwerpen waarin do groei
van het voorbereidend hooger» en mid
delibaar onderwijs in een bemaalde ver»
bondon)0 zon worden gebracht tot dc
maatschappclijlke behoeften van perso»
nen die zulk onderwijs hebben geno»
ten. Met die conclusie is naar haar
meening de vraag eohter nog niet be»
antwoord. He>t is de vraag in boe»
verre de regeerinig en normale ontwik»
keling van het voorbereidend hooger
en middelbaar onderwijs kan mogelijk
maken.
De commissi e' heeft overwogen op
welke maatregelen der regeerinig in
dit verband hot oog moot geslagen
worden en nagegaan of er aanleiding
bestaat tot bepaalde wijzigingen. De
commissie fieeft zich o.m. de vraag
gesteld of de bestaande subsidiiesrege»
lingen hot stichten van bijzondere
gymnasia en H. B.sscholen te gemak»
kelijlk maken en of er aanleiding zou
kunnen zijn, zwaarder lasten te laten
komen vocxr rekening van hen, die
bijz. scholen oprichten en in stand
houden.
Het komt do commissie echter voor
dat er geen aanleiding is de financiee»
Ie moeilijkheden voo-r bijzondere scho
Ien te verzwaren, teneinde eon onge»
wenschte uitbreiding dier scholen te
voorkomen. Dc offers zijn reeds be»
langrijik genoeg om terug te houden
van lichtvaardige schoolstichting.
Verder oordeelt de commissie dat
er geen aanleiding aanwezig is om
medezeggenschap te geven aan de re»
geering over het stichten van nieuwe
gemeentelijke scholen voor voorberei
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL.
ARR's rriOÜTBROOD
REGELT DE SPIJSVERTERING. 8
dend hooger cn middelbaar onder»
wijs wanneer die geheel voor rekening
der gemeente '..omen.
De commissie is niet van mecniing,
dat dc wet van 28 JuLi 1924 zonder
meer in stand behoort te blijven.
Wanneer de bevoegdheid van d<j re»
geering om uit te maken of eetn bij»
zonder geval aanwezig is, waarin een
uitzondering kan gemaakt worden op
het voorschrift, dat voor H. B. S. of
gymnasia, na 6 October 1921 geopend,
geen subsidie uit 's Rijks schatkist ver
ieend wordt, blijivend in dc wetgeving
wordt opgeijpmen, acht de commissie
zooveel mogelijk waarborgen noodza»
keiijik dat bij gebruikmaking van
die bevoegdheid willekeur zal zijn
uitgesloten.
Zoodanige waarborgen meent zij te
vinden:
le. In het aangetven, inalgemeene
termen van dc factoren, waarvan de
beslissing afhankelijk moet zijn; de rc»
geering zal hebben te beslissen of,
gelet op dc verhooging der rijksuitga»
ven daaraan verbonden, dc behoefte
aan de school voldoende is gebleken;
2e. in het voorschrift dat het ad»
vies van den Onderwijsraad moet wot
den ingewonnen;
3c. in de verplichting een afwijzende
beschikking te motive eren;
4e, in de bepaling, diat hij de mede»
deeling van de afwijzende beslissing
het advies van den Onderwijsraad ter
kennis van den aanvrager gebracht
wordt.
Ten aanzien van de tweede vraag
stelt de commissie onder mee-r voor
aan art. 36 bis der Middelbaar Onder»
wijswet oen derde en vierde lid toe
te voegen luidende:
Subsidies voor scholen waarvoor
nog geen rijkssubsidie toegekend
werd, alsmede vedhooging van subsi»
diie, wegens uitbreiding van scholen,
kunnen slechts verleend worden, in»
,dien op verzoek van het gemeentebe»
stuur na ingewonnen advies vüq den
Onderwijsraad bij K.B. bepaald is, dat
in verhouding tot de daaraan veibon»
den veohooging der Rijksuitgaven
de behoefte van de school of aan de
uitbreiding voldoende gebleken is,
SÜPPLETOIRE PROVINCIALE
BEGROOTING.
Ged. Staten bieden den Provincialen
Staten ter vaststelling aan'een zesde
suppletoire begrooting der provinciale
inkomsten en uitgaven voor den dienst
1926. Ze is opgemaakt tot een totaal be
drag van 17.809.87.
LICHAAMSOEFENINGEN BIJ
HET L. O.
De afdeeüng Haarlem van de Ver»
ceniging van Gymnastiekonderwijzcrs
zal 30 Juni door de kinderen uit de
zesde leerjaren de vaardighcidsproe»
ven voor het diploma doen afleggen.
Dat gebeurt in gymnastiekzalen cn in
de open lucht.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
orhasig/»^
- IETS BIJZONDERS
FAILLISSEMENTEN.
Door de Haarlemsche rechtbank zijn
in staat van faillissement verklaard:
1. Jan Valk, koopman in vodden te
Koog aan de Zaan, Reëelenstraat 24;
curator Mr. G. W. C. Pliester alhier.
2. D. Boot, koopman te Purmerend;
Breedstraat 3; curator Mr. H. H. Riepma
te Edam.
Rechter-commissaris Mr. H. van Lo-
ghem de Josselin de Jong alhier.
Opgeheven werden de faillissemen
ten van:
1. C. van der Voorcn bakker te Sant
poort; curator Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys
alhier uitgesproken 14 Juni 1927;
2. A. Lestrade, winkelier te Haarlem,
Glasblazerstraat 2a en b; curator Mr.
H. Ph. Visser 't Hooft alhier; uitgespro
ken 7 Juni jL
3. H. G. van Dijk te Zaandam curator
Mr. H. H. Riepma te Edam; uitgespro
ken 18 Januari 1927.
'4. II. B. van der Hoeff, wonende te
Haarlem Kruisweg 70 B rood curator
Mr. F. A. Davidson alhier; uitgespro
ken 7 Juni jL
By arrest van het gerechtshof te 'Am
sterdam d.d. 25 Mei jl. werd het von
nis der rechtbank alhier vernietigd,
waarbij H. Th. M. van Balgooy (zich
ook noemende en schrijvende H. van
Balgooy) alhier werd in staat van fail
lissement verklaard.
STANDPLAATS OF STOPPLAATS?
Zooals onze lezers weten zijn or op
verschillende plaatsen in onze buiten»
wijken borden geplaatst, waarop aan
gegeven staat, dat autobussen daar
mogen stoppen voor het in» en iritUa»
ten van passagiers. Vanmorgen wend
cr ook op den Heereniweg bij^de Span*
jaaTdslaan zulk een bord geplaatst:
„Standplaats voor autobussen". De
bedoeling zal natuurlijk ook hier wel
zijn, dat de autobussen hier alleen
maar even mogen stoppen cn geen
standplaats innemen.
HET CONTRACT BIJ DE SIERKAN
Namens de afdeclingen van den
Cerrtralcn Bond van Transportarbeé»
ders cm den Ned. R.K. Zuivel ea
Margarmesbewerkcrsbonden is het
personeel van de Haarlemsche Melk»
inrichting de Sierkan uitgenoodigd tot
het bijwonen van een debatvergadering
op heden Dinsdagavond. Op deze ver»
ga dering zal tusschen de hceren G.
Zicvenink van den Central on Bond en
J. Verhaar van den R-K. Bond gode»
batteerd worden over de opzegging
van het contract bij de Sierkan.
FEUILLETON
DE ROMAN VAN EEN CIRCUS»
MEISJE
Uit het Engelsch van
RUBY M. AYRES.
Vertaald door J. van der Sluys.
(Nadruk verboden).
85)
Het gezicht van het kruispunt stuitte
den stroom van zijn gedachten en de
slanke kerktoren van Bedmund kwam
nu boven de boomen uit. Een impulsief
verlangen om het schemerige kerkje
nog eens te zien, greep hem aan.
Hij hield stil, bij de ingangspoort. Hij
schreed over het hellende kerkhof en
ging de kleine deur binnen. Opnieuw
kwam hij onder den indruk van het
somber-plechtige van dit simpele dorps
kerkje. Voor het altaar brandde een
eenzaam rood licht en de amechtige
koster was bezig in de banken gebeden-
boeben recht te leggen.
Hier was bij getrouwd! Daar was het
venster, waardoor een bleeke zonne
straal op Rosalie's gezichtje was ge
vallen. Nog geen drie wekenhet
leken jaren.
De koster keerde zich toevallig om
en de beide mannen keken elkaar een
oogenblik aan; Daarop lip Roderick
haastig naar buiten.
Hy reed weg met het gevoel alsof hij
van een begra®nis kwam, maar toch
had hij niet het gevoel, dat het Rosalie
was geweest, die hij in het graf had ge
legd....
De wagen zou juist de laan inzwen-
ken toen Roric uit alle macht remde
en met schrik in zijn stem waarschu
wend riep:
Pas toch op, in vredesnaam.
Een man sprong plotseling naar den
kant van den weg.... nauwelijks ont
snapt aan de kans om overreden te
worden." Roderick draaide zich op zijn
plaats om, toen hij langzaam verder
reed, een boos woord op de lippen. Maar
het bleef op de lippen, want de man,
dien hij bijna overreden had, was ge
brekkig, had lange ledematen en dik
stoppelig haar en sombere kwaadaar
dige oogen onder ruige, overhangende
wenkbrauwen. In zijn handen droeg hij
een bos prachtige roode rozen.
Roric herbende hem met een schok:
het was Bunch, de man van het circus.
Een oogenblik slingerde de kleine wa
gen hevig; door den schok en de schrik
had Roric bijna zijn meesterschap over
het stuur verloren en het scheelde niet
veel, of hij was in een sloot terecht
gekomen. Maar hij had zichzelf ter
stond weer in bedwang en greep met
zijn sterke handen het stuurrad stevig
vast, de wagen bleef veilig op den weg.
Hij stopte en sprong er uit en holde te
rug naar de bocht, waar de man opeens
verdwenen was. Maar er was geen spoor
meer van hem te ontdekken; ,het leek
wel, alsof de aard zich had geopend en
hem verslonden had.
Roric ging op den berm staan en
turude over de wazige velden, maar ner
gens was de misvormde figuur met zijn
vlammende bos roode rozen meer te be
speuren. Het scheen by'na of de heele
ontmoeting, het gevaar van de aanrij
ding een visioen was geweest, dacht de
jonge Briton, toen hij weer naar den
wagen terugliep en de terugreis aan
vaardde.
Den volgenden morgen reed hij weer
denzelfden weg; scherp uitkijkend naar
alle kanten, maar van Bunch geen
spoor. Wel ontmoette hij Brenda Myers
weer bijna op dezelfde plaats als
gisteren en hij vroeg zich een oogen
blik af, waar die toch steeds heenging.
Maar erg interesseeren deed het hem
niet en een oogenblik later was hij de
ontmoeting met haar weer heelemaal
vergeten.
HOOFDSTUK XVIII.
Dien avond sloeg ht weer plotseling
om; er stak een felle Oostenwind op,
vergezeld van ontzettende regenbuien;
het werd echt boud en guur hei-fstweer.
Roric huiverde terwijl hij zijn eenzaam
middagmaal gebruikte.
Blunt, de trouwe butler, die best
merkte dat zijn jonge meester zich duch
tig verveelde, merkte bescheiden op,
dat het nu de goede, tijd voor de konij
nenjacht was en dat de meeste heeren
uit Londen dol waren op deze sport.
Roric nam de wenk dankbaar aan.
Hij inviteerde dienzelfden avond nog en
kele clubvrienden. Drie namen de uit-
noodiging aan en, hoewel het weer nog
niet bijzonder opklaarde, steeg Roric's
stemming bij de minuut.
De drie vrienden kwamen 's Woens
dags met elkaar aan. Er was juist een
hevige bui gevallen, waardoor de we
gen vol modder en glibberig waren
toen Roric hen met zijn autotje van het
station haalde.
Met een beetje goeden wil kunnen
jelui er alle drie wel in, zei hij opge
wekt, Het is bovendien maar een klein
eindje.
Toen ze op „Four Winds" aankwamen
waren ze zoo uitgelaten als schooljon
gens, die met vacantia thuis kwamen.
Blunt was in zijn schik; hij hield van
vroolyk gezelschap en sinds den dood
van de jonge vrouw des huizes, waren
gasten en vooral vroolijbe een
zeldzaamheid geweest.
Halsham was een van de drie gasten.
Ondanks zijn eigenaardige opvattingen
van geldzaken was hy wel een aardige
kameraad, die met allerlei grappen en
rake opmerkingen ds vroolybheid in
een gezelschap kon gaande houden. Hij
was nooit tevoren op het landgoed ge-
weest en het overtrof zijn stoutste ver
wachtingen.
Drommels Briton, dat is niet mis!
Geen wonder, dat alle moeders met
dochters je naloopen!
De onschuldige opmerking trof Roric
onaangenaam. Plotseling moest hij weer
aan Lilian denken. Hij was eigenlijk
verbaasd, dat hij zich sinds zijn aan
komst op het buiten ir. zijn gedachten
zoo weinig met haar had bezig gehou
den. Maar zij behoorde voor hem tot
het begrip „Londen" en de voorstelling
van haar persoon verbond zich voor"
hem met dure Wester.öwinkels en mon
daine restaurants. In het bader van het
leven op zijn landgoed paste zij niet.
Een van de anderen mengde zich ook
in het gesprek. Zeg Roric, dat is ook
wat, wat ik gisteren op de club over je
hoorde beweren: iemand beweerde no-
tabene, dat jegetrouwd bent. De
verteller leunde achterover in zijn stoel
en schudde van het lachen. Maar Roric
lachte niet mee. Hy hield zich overigens
gqed en vroeg baim:
Wie was die gek, die dat vertelde?
Maar Bansholl liet zich niet vangen.
Ik heb plechtig beloofd zijn naam
niet te noemen. Roric dronk zijn glas
leeg en Halsham, die naast hem zat,
zag dat zy'n hand beefde. Hij sprong
op eens op en hief zijn hand omhoog in
het roode schemerlicht.
Op de gezondheid van de toekom
stige mrs. Briton, wie het ook mag rijn,
zei hij vroolijk.
Dat ze gelukkig mag worden, hè
Roric?
Maar de jonge Briton antwoordde
niet. Hij dacht op eens weer aan Rosa
lie, zooals ze hem vol teederheid aange
keken had, dien ochtend na hun trou
wen.
Den volgenden morgen regende het
niet; de geweren werden voor den dag
gehaald en' 'smiddags werd er 'n groote
opruiming 'gehouden onder de konijnen-
bevolking van de streek. Maar de echte
afleiding schonk de jacht hem toch
niet. De gebeurtenissen van de laatste
weken wilden maar niet uit zijn hoofd
verdwijnen. Het leek wel een steeds-
doordraaiende film, die hij niet bij
machte was stop te zetten.
Aan den maaltijd na de jacht zei hy
plotseling midden in een prachtig ver
haal van Halsham: Zeg eens, is
iemand van jullie bij de begrafenis van
Barlett Querne geweest?
Er volgde een pijnlijke stilte. De vraag
viel ook wel wat plotseling midden in
de feestvreugde.
Ik ben er geweest, zei Banshell.
Reusachtig vertooning. Moeten een
enorm fortuin aan bloemen besteed heb
ben. Maar hy scheen overigens kip nog
kraai op de wereld te hebben. Allemaal
lui als wy waren er by, die er in wer-*
keiykheid nu niet zoo erg cm treurden,
.(Wondt vervolgd), j