ijnhardt's« HAARLEM'S DAGBLAD DE GROOTEN DER HISTORIE. Haarlemmer Halletjes. BINNENLAND ZATERDAG 25 JUNI 19Z7DERDE BLAD XIX. Florence Nightingale, 18201910. HERCLASSIFICATIE DER GEMEENTEN. De regcering heeft zich verecnigd met het. na gepleegd overleg met regcering delegatie, eenparig door de centrale commissie voor georganiseerd overleg i\ ambtenarenzaken uitgebrachte ad» vies inzake de herclassificatic van de gemeenten voor het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren. Zij acht hieimce dezen aangelegenheid voor af; zienbaren tijd definitief geregeld. Ingevolge het aanvaarde advies zullen de volgende gemeenten of onderdeden van gemeenten verhoogd worden i'ot de eerste klass: Loosduinen (onderdeel ge meerite 'gsGravenhage), Zandvoort. Til; burg, Eeindhovcn, Alkmaar, Zwolle. Middelburg. Vlissingen, Deventer. de Schrans (onderdeel gemeente. Leeuwar deradcel), Wageningen, Enschedé; en de volgende tot de 2e klasse: Urk. Marken, Schiermonnikoog, Ameland, Terschelling, Vlieland, Texel. Wicrin» gen, Boxtel. Veur, Epe, Culemborg, Zalt; Bommel, Zevenlbergen. Bolsward, Ze; venaar, Dragten (onderdeel gemeente Smallingerland). Socstcrberg (onderdeel gemeente Soest), Aalten, Lonnckcr. Ede (kom). Leerdam, Oosterhout. Beilen. De omschrijving van höt in de le klasse gerangschikte gebiedsdeel der gemeente Vclsen wordt; Velsen (on derdeden groot IJmuïden en het dorp Velsen). De nieuwe regeling zal met I Augus. tus a.s. in werking kunnen treden. VERGETEN BIOSCOOP BEZOEKER. EEN GEZONDE SLAAP. Donderdagavond bracht een 17-jarige lompensorteerder een bezoek aan de Scala-bioscoop aan de Kruiskade te Rot terdam. Onder de voorstelling is de jon gen in slaap gevallen en die slaap was ook vast daar hij niets bemerkte van het ontsteken van het licht na de ver- tooning. noch van het rumoer ontstaan door het heengaan van het publiek. Toen het personeel dacht dat allen de zaal hadden verlaten, zijn de lichten ge doofd en vertrok iedereen. Des nachts om half drie ontdaakte de vergeten bezoeker tot zijn schrik be vond hij zich in een verlaten, donkere bioscoopzaal. Op het lawaai dat hij maakte is een voorbijganger opmerk zaam geworden en die belde den bios coopdirecteur die boven het theater woont, uit zijn bed. Kort daarop werd de jongen bevrijd. DE VERGIFTIGING VAN KAPITEIN QUECK. ONVOLDOENDE AANWIJ ZING OP SCHULD VOOR DÈ WEDUWE. De Officier van Justitie te Den Haag heeft aan de beide verdachten in het vergiftigingsgeval, dïrig. officier van ge zondheid 3e kl. J. C. G. en mevr. de wed. Q.. doen beteekenen de kennisge ving. dat hij hen niet verder zal ver volgen, eerstgenoemde op grond van onbevoegdheid van de rechtbank om van het feit kennis te nemen, laatstgenoem de op grond van onvoldoende aanwij zing van schuld. Majoor G, is thans ter verdere vervolging ter beschikking ge steld van den advocaat-fiscaal voor de zee- en landmacht, zoodat thans defi nitief vaststaat, dat de zaak door het Hoog Militair Gerechtshof zal worden behandeld. DE „MOEDER"-FILM. INTERPELLATIE IN UTRECHTS GEMEENTERAAD In de zitting van don gemeenteraad van Utrecht iheeft de heer Laimibcck (soc.sdcm.) eon interpellatie gehot»» don over dc film .Aioeder". Spr. In# formeerde of het waar is dat de burge» meester met collegas van andere gc# meviten is overeengekomen de op# voering van bedoelde film te verbic# den en in.dden ja, of dc burgemeester, dan wilde mede-deelcn door welke mo# He-ven hij zich daarbij heeft laten lei# den. De burgemeester heeft gemeend, zoo zette hij in antwoord op dc inter# pollatie. volgens het verslag in het ILbild. uiteen, als uitzonderingsgeval doel te moeten nomen aan overleg tus# schen eenige ambtgenooten van groo» te gemeenten, vooral daar het hier een quaes tie betreft waarbij een plaatse# lijk verbod veelal animeeremd werkt op inwoners van omliggenidie gemeen# ten om de verboden omvoerïng bij te wonen. Overigens behoeft voor de toekomst geen gevaar te bestaan dat spr. art. 188 der Gemeentewet ander» zal gaan hanteeren dian tot dusver. Spr. was van oordeel dat mem bij een film als nu uit Moskou gezonden, wel eens een wenk mocht geven dat men van dergelijk, van elders opge drongen propagandamateriaal niet altijd gediend is. Bij de beoordeeding van een kunst uiting, b.v. de opvoering van een too# neclstuk door een eerste Tangs Ne» der Land soh gezelschap zal spr. zich wel tweemaal bedenken alvorens een verbodsbepaling uit te vaardigen, wanneer dit gezelschap meent een ze# kcr tooneelstuk te mogen op moe» t c n: spelen. Wat die bewuste film betreft is spr-. die het boek van Gorki grootendeels heeft gelezen, er van overtuigd, dat de bedoelingen van den schrijver op en# kele plaatsen op tendentieuze wijze worden weergegeven. Het verbod wil» •die dan ook alleen ziirn een stelling nemen tegen de manier waarop van uit Rusland propaganda gevoerd wordt. Wat den angst voor overdreven toepassing van art. 188 be treft, merkte dc voorzitter nog op dat binnenkort door dc invoering van dc Bioscoop# wet de bevoegdheid tot hianteering van dit artikel door de burgemees ters. komt te vervallen. Overigens zal spr. zich in het vei# volg even „liberaal" betoonen als tot heden het geval was, zoodat voor ver# an dering van „richting" geen gevaar, behoeft te bestaan. De heer Lambcck verklaarde zich het algemeen door het antwoord van den burgemeester gerust gesteld. Het speet spr. evenwel, diat de voor# zit ter Gorki's bedoelingen onjuist door de film weergegeven achtte. Hij zoide hierover wel eens anders te hebben hooren spreken. LEELIJK TE PAS GEKOMEN. Donderdagmiddag vloog op den Am# stelvcenschen weg te NjeuweraAim» stel vermoedelijk tengevolge van warm loop en een motor in brand. De berijder wist cr af te springen, doch kwam zoodanig te vallen diat hij een hersenschudding alsmede een gebro# ken pols bekwam. Per auto werd de ■motorrijder naar zijin woning te Am# sterdam overgebracht. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL. Hoest-, Keelpijn Zenuw-, Laxeer-, L& S oofdpijn-, Kiespijn-, Staal-, Maag- Xël 1 ÖXXÖ I I Billijk en goed zijn Mijnhardt's Geneesmiddelen. Ze worden beleid in eigen fabriek onder toezicht van een Apotheker. 24 Deze wel zeer buitengewone vrouw, de dochter van zeer rijke Engelsche ouders die een landgoed in Derbyshire, een tweede in het New Forest en een huis in Londen bezaten,, werd op 12 Mei 1820 in de Italiaansche stad Florence geboren. De familie behoorde tot de wereld waarin men zich verveelt, die in Engeland wordt aangeduid ais „So ciety", met een groote S. Van Florence werd natuurlijk verwacht dat zij prompt zou mee vervelen, maar zij wilde niet. Er was een groote drang in haar om iets groots in deze wereld tot stand te bren gen, en zij slaagde daarin. De richting waarin haar arbeidsdrang zich ontwik kelen moest bleef ook niet lang aan haar verborgen. Er is door haar biogra fen verzekerd dat zij reeds als klein meisje, als haar zusje volgens kinder lijke traditie haar poppen kapot maakte, een sterke, overdreven-schijnende nei ging had de zieke poppen te verplegen niet alleen, maar ook om ze weer heel te maken. Toen later de 20-jarige Florence zich rusteloos en onbevredigd begon te too- nen, geen voldoening vond in de einde- looze reeks verstrooiingen en ceremo- nietjes van Society's luxe-leven, dacht haar vader dat zij naar het huwelijk verlangde. Zij met haar relaties en haar geld, had een z.g. schitterend huwelijk kunnen doen. Maar het interesseerde haar niet, en tenslotte kwam haar voortdurende drang naar den arbeid in daden tot uiting. Tot grooten schrik van haar moeder gaf zij den wensch te kennen om in het Salisbury Hospital tot pleegzuster te worden opgeleid. Dit was in die dagen (1845) een allesbehalve ge respecteerd beroep. Als het type pleeg zuster gold in Engeland een ruwe iet wat bedaagde vrouw, dom en slordig en onhebbelijk in haar optreden, veelal aan den drank en vaak nog erger. Er viel natuurlijk niet aan te denken dat een fijnbeschaafd jong meisje uit de hoogste standen zich temidden van der gelijke karonjes zou hegeven. laat staan hetzelfde beroep met ze uitoefenen..-., en de Nightingales weigerden beslist om den zonderlingen wensch van hun dochter in te willigen, en dwongen haar om in het uitgaande leven te blijven. Dat deed zij. ofschoon een tijd van smartelijk zielelijden, van diepe melan cholie nu voor haar aanbrak. Zij wist haar strijd te winnen, bleef vasthouden aan haar plan, bezocht in het geheim armenscholen, werkhuizen, hospitalen, las alle 'rapporten en brochures op hy- giënisch en medisch gebied die zij be machtigen kon, en kreeg tenslotte (op haar 33ste jaar pas) haar kans, toen haar moeder en zuster samen naar Karlsbad gingen om er de baden te gebruiken. Florence slaagde er toen in om weg te komen naar een opleidings school voor verpleegsters te Kaïsers- werth, waar zij meer dan drie maan den bleef. En dit was het gewichtige moment in haar leven. Het besliste over haar toekomst. Zij zette door, en haar ouders begrepen ten laatste dat zij haar haar eigen weg mosten laten gaan, en dat zij sterk genoeg was om dien met succes te volgen. Florence Nightingale stond binnen een paar jaar aan 't hoofd van een ziekenverpleging voor on- vermogenden in Harley Street. Het was geen groote positie die zij daar be kleedde, maar zij had haar eerste doel bereikt: haar onafhankelijkheid verwor ven. Binnen een jaar reeds werd zij toen tot grooten arbeid geroepen. De Krim- oorlog was uitgebroken, en na den slag ean de Alma begon men in Engeland te hooren welke ontzettende toestanden er EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE „Hoe schrijf je die din'gen toch?" is in ij wel eens gevraagd door een vriend of kennis Die dingen zijin deze Zaterdagavondpraatjes en de ar» gelooze vragers hebben er geen flauw idee van, dat ze het op een meer waardeerendc manier zouden lommen zeggen; zoo gebeurt het ook wel, dat je met je hartebloed een ernstig arti» ïkel hebt geschreven en dat iemand uit je omgeving verzekert dat bij je „■stukkie" gelezen hqeft op een toon nog wel, alsof bij het een groote verdienste vindt van zichzelf. Zóó is de terminologie: dat ding of dat stukkie. Je blijft er bescheiden, bij. Hoe ik dus zoo'n Zaterdagavond- praatje schrijf wel dood eenvoudig. Iedereen kan het, de zaak .is dat velen bet niet durven. Je neemt een. stoel en daar ga je op zitten, niet al te ge» makkelijk, want dan kun, je in slaap vallen en komt er verder niet van. Daarna neem je wat papier voor je, niet tc veel, want dan breng je je zelf aan 't schrikken en, komt er ook niet van. Vervolgens neem je een penhou» der of vult je vulpen, maar zorgt ervoor, dat je geen inlft aan je vin» igers krijgt want dan word je maar nijdig en komt er ook mie-t van. Zijn eenmaal al deze klippen ontweken dan begin je te schrijven en zoodra de klassieke groo'tte van je artikel is bereikt (dat is heel gemakkelijk uit te meten) dan schei je er m®e uit. „Maar waarover moet ik schrijven?" vroeg er een, toen ik hem aldus het abc van de zaak had uitgelegd. Dit was nu toch werkelijk een al te on= noozele vraag. De wereld wemelt van onderwerpen. Vallen ze je niet dadelijk du, dan leen je een encyclopaedie (ja., ja, boeken leen je bij voorkeur, taar» tjes kun je niet lee.nemi, buizen, ook niet. maar met boeken gaat het best) je slaat op goed geluk een bladzijde op en schrijft over dat onderwerp. Kam het eenvoudiger? Op diezelfde marnier deed ik ook weer dezen Vrijdagmiddag. De ency» clopaedve viel open bij het woord VAOANTIE (men begrijpt bet ge» beurt licht) en zoo zette ik mij tot bet schrijven van een causerie over Ijjót onderwerp. Toen 'ik midden in in de hospitalen te Skoetari heerschten. De Engelsche minister van Oorlog Sid ney Herbert was e^n vriend van Flo rence en begreep liaar buitengewone gaven op het gebied van liefdadigheid en ziekenverpleging. De brief, waarin zij haar diensten in het Oosten aanbood, en de brief W2arin hij om die diensten vroeg, kruisten elkaar. Een week later vertrok Florence Nightingale, met acht- en-dertig zusters onder haar leiding, naar Konstantinopel. Het bleek dat de hospitaal-toestan den te Skoetari nog erger waren dan men ze had afgeschilderd. De heele medische dienst van het Engelsche leger was in treurigen toestand, verouderd en verbureaucratiseerd, en de officieren in 't veld trokken er zich niets van aan. De administratieve dienst was geheel in 't honderd geloopen, als gevolg daarvan was de hospitaaldienst ook in de war, en toen Florence Nightingale op 4 No- vemver 1854 te Konstantinopel aan kwam tien dagen na den slag bij Balaclava, éen dag voor den slag bij In- kerman had de ellende juist een hoogtepunt bereikt, Groote transporten gewonden kwamen over de Zwarte Zee naar Skoetari, waar de hospitaalgSbou- wen op zichzelf al in treurigen staat verkeerden. Groote riolen, die er onder door liepen, verpestten zelfs de boven kamers met hun stank. De vloeren wa ren verrot, de muren met vuil bedekt, alles zat vol ongedierte en er was geen ventilatie. Er waren niet genoeg ledi kanten, het beddegoed was onbruikbaar, huishoudelijke artikelen en slaapkamer- meubilair ontbraken vrijwel geheel. Lee- ge bierflesschen moesten dienst doen als kandelaars. Er was niet genoeg brand stof, de keuken leek naar niets en de bewassching was treurig. Bijna alle me dische hulpmiddelen en ook de gewoon ste geneesmiddelen ontbraken totaal. Een kleine groep mannen, die al totaal overwerkt was en onder de incapabele leiding stond van een senielen ouden man, trachtte vergeefs om dezen storm van moeilijkheden het hoofd te bieden. Florence Nightingale bracht in deze treurige situatie althans dadelijk mate- rieële hulp. Te Marseille had zij op goed geluk, vertrouwend op haar eigen instinct en niet op het valsche optimis me van officiëele rapporten, allerlei voorraden ingeslagen. Die bleken van het grootste nut. En gelukkig had zij ruime geldmiddelen tot haar beschik king. Zij bracht orde en leiding en daarmee ook rust en hoop voor de duizenden ge wonden in den hospitaal-hel van Skoe tari. Eerst had zij een moeilijken tijd, vooral omdat de militaire dokters niets wilden weten van deze officiëele aan- stelling van een vrouw tot Superinten dent, en haar eenvoudig belachelijk vonden. Maar door tact en geduld en door haarwerkelijke bekwaamheden wist zij haar pleit te winnen en de leiding in handen te krijgen. Toen begon alles te marcheeren en ging de vooruitgang cres cendo. Groote voorraden kwamen aan en werden snel gedistribueerd, een ge regeld stelsel van reiniging der hospi talen en geregelde maaltijden van goed en smakelijk toebereid voedsel werden in gevoerd, wasehhuizen werden gebouwd en betaald uit Miss Nightingale's eigen middelen en uit een fonds van de Times Bij ettelijke gelegenheden wist zij haar doel te bereiken door absolute negatie van den hiërarchischen weg, van alle ambtelijke heilige huis"jes die vroe ger zulke fatale vertragingen plachten te veroorzaken. was, 'kwam Hoproa mij ee,n bezoek brengen en praatte -over niets anders 'dan het 'bijzonder slechte weer. Nou ja diach't ik zoo, dat is zijn ccnlge onderwerp wel niet; op 't eind kwam hij tien guldien vragen voor een buiten» gewoon gloed .doek maar daar ik toe» vailig geein tientje over de hand had. kon daarvan niets komen. Dus zei ik: „praat dan maar liever nog een beetje door over 'het slechte weer, dat kost 'tenminste niemendal". Aldus 'gebeur» de, maar het kostte wel degelijk wat, want toen. hij weg was. voelde ik me zoo doorgezaagd -over het slechte weer, dat Ihet onderwerp VAGANT IE niet meer vlotten wou. Dus smeet ik de volgeschreven blaadjes in de prulle» mand, hetgeen altijd een groot risico van het vak is en g.iog zoeken naar een ander onderwerp. De Encyclopaedic viel nu open bij Rusland. Ook al geen gelukkige tref. Dit Zaterdagavondpraatje moet wat luchtig wezen, wat los en vroolijk en daarmee is over Rusland niet veel te doen. Kou, wodki, communisme en. tot afwisseling af en toe eens wat execu» ties zonder vorm van proces, neen, dat is geen onderwerp om vroolijk over te schrijven. Intusschen was mijin vrouw binnengekomen met een klacht •over het slechte weer en bracht een brief binnen van neef Sebastiaam, die ook al begon met een jeremiade over het slechte weer, daar het in den Haag al geen graad 'beter is dan hier in Haarlem. Toen een en ander achter den rug was, begreep ik, dat er maar één. onderwerp kon zijn, waar ik dezen keer over schrijven kom, namelijk HET SLECHTE WEER en daarover gaat dus mijn Zaterdagavondpraatje van van daag. Wouter beweert dat slecht weer een natuurverscbijnsei is, dat tot doel heeft ons menschen aan een onderwerp van gesprek tc helpen. „Verbeeld ie", zegt hij, „dat je een kennis ontmoet, waar# mcc je heetemaal geen punten van aanraking hebt en toch moet je wat tegen hem zeggen, dat gebieden goe» •de manieren, en een eeuwenoude over» levering wat zeg je dan? Eerst: „hoe vaar je?" „Goed", zegt hij dan. al Tamimelen d'e tarnden in zijn mond van koorts. „Vrouw en kinderen ook goed?" „Ja, bij jou ook?" „Best". Mogelijk ligt de hl earns tc met Een zachte natuur had z\j niet. Haar karakter was veeleer stroef en moeilijk. Uit haar stem klonk autoriteit. Zy trad rustig en gebiedend op. Maar in haar brieven, vooral die aan Sidney Herbert, was zij vaak bitter en sarcastisch, en schilderde de autoriteiten en autori teitjes, die haar werk zoo vaak bemoei lijkten, met bijtenden spot. In zes maanden tijds bereikte zij won deren. Toen de winter 1854—1855 voorbij en het beleg van Sebastopol geëindigd was waren de toestanden in de hospi talen van Skoetari reeds geweldig ver beterd, en het sterftecijfer was er ge daald van 42 pCt. tot 2 1/5 pCt.! Er werden nu ook lees- en recreatiezalen ingericht, en cursussen gehouden. Later werd zij ziek tengevolge van overwer ken, en toen zij hersteld was brak een hevig conflict uit met het hoofd van den medischen dienst, Dr. Hall. die ge ridderd was en nu Sir John Hall heette. Hij legde het evenwel af in zijn hevigen strijd om Florence Nightingale weg te krijgen. Zij verliet Skoetari pas in Juli 1856, vier maanden na het sluiten van den vrede, en werd door het dankbare Engelsche volk met groote geestdrift ontvangen en door koningin Victoria met bijzondere gunstbewijzen begiftigd. De Krimoorlog heeft Florence Nigh tingale's naam onsterfelijk gemaakt. Toch was zij pas zes-en-dertig jaar oud toen die grootsche episode in haar leven was aJgeloopen, en nog meer dan een halve eeuw zou haar in levensjaren be schoren zijn. Maar zij was totaal uitgeput toen zij in Engeland terugkeerde, en pas na een langdurige periode van herstel kon zij weer aan het werk gaan. Gevolg gevend aan een uitnocdiging van de koningin en den prins-gemaal Albert bezocht zij hen in het kasteel Balmoral en drong bij hen aan op verbetering in de be staande wantoestanden in de militaire hospitalen, die Engeland binnen eigen grenzen bezat. Nu had zy zich door haar stuwende activiteit en doorzettenden drang naar hervormingen al vele vijanden gemaakt, en zij moest een waren titanenstrijd voeren om in dezen grooten nieuwen arbeid te slagen Tenslotte werd een commissie (Royal Commission) ingesteld om verslag uit te brengen over den ge zondheidstoestand in het leger, en Flo rence Nightingale volbracht een schit terend stuk werk toen zij in zes maan den tijds een rapport van achthonderd pagina's druks had voltooid onder den titel: „Aanteekeningen over den Ge zondheidstoestand en de Doelmatigheid der Hospitaaladministratie van het Brit- sche Leger". Dit rapport vormde de basis voor dat van de Commissie en wordt nog altijd beschouwd als een standaardwerk op het gebied van den Militair Geneeskundigen Dienst. Maar in dien tijd kon Miss Nightingale na tuurlijk niet zelf deel uitmaken van de Commissie, want zij was een vrouw. Maar vrijwel al haar voorstellen waren overgenomen, en na langen strijd slaag de zij er in om het rapport der com missie totuitvoering te brengen. Door haar toedoen werd dus de geheele ge neeskundige dienst van het Engelsche leger gereorganiseerd, op volkomen nieuwe leest geschoeid. Haar „Aanteekeningen over Zieken huizen" hadden eveneens groote uitwer king. Zij veroorzaakten een algeheelen ommekeer in den bouw en inrichting van ziekenhuizen. Florence Nightingale i werd plots als een autoriteit op dit zoo belangrijke gebied erkend. Van alle zij den werd haar om raad gevraagd, en nog belangrijker werd de groote rol, die zij speelde, toen de oprichting van de „Nightingale-Opleidingsschool voor Ver pleegsters" in St. Thomas' Hospital te Londen (1860) haar feitelijk bevestigde als grondlegster van de moderne zielcen- mazelen, de oudste met kinkhoest en heeft de middelste pas een gat ön zijn hoofd gevallen, maar dat doet er niet toe. Dc vraag heeft niet tot doel om te weten hoe het werkelijk met hun gezondheid staat, 't is alleen om dc conversatie te doen. Maar dan! Dan zijn de onderwerpen voor discours uit» geput. Gelukkig, het weer is er nog. Ja, het weer treedt oip- Je zegt tegelijk tot elkaar: „het weer is slecht tegen» woordig" en „het weer schikt nogal op 't oogeiniblik." Dit klopt niet, dus komt een van jullie op zijin bewering terug en vindt het we'er ook miserabel, want dat iemand als het 't prachtig» ste weer van de wereld is, dat ooit dankbaar geprezen zou hebben, is nog nooit vertoond. Je moippert er dos over, je haalt er zelfs het verleden bij. „Giisber was 't ook al zoo slecht" „Ja zeg, en weet je nog verleden jaar Juni? Ik was toen net met vacamtie. Tien dagen lang gietbaden. Zoo'n mise» Tabel klimaat als in Nederland bestaat nergens." Hiermee is het gesprek afgel oopen. Al je gemeenschappelijik intellect is uitgerout. je gezamenlijke humor opgeteerd. Maar aan de eischen der conversatie is voldaan. Wel heeft Wouter gelijk. Maar als hij daaraan toevoegt: „waarom kun» men mensohen die elkaar on tmoeten en elkaar niets te zeggen hebben, niet zwijgen? waarom zouden wij het on= noodig rumoer in de wereld niet over» laten aan de loudspeakers, de auto's en de raadsvergaderingen?" dan zeg ik: nee, dat is onmogelijk. Zoo ge» makkelijk werk je tradities van eeuwenher niet omver. Aan het wêcrgesprek hou je d>us vast, nu en in de toekomst. Onze al» gemeene ontwikkeling is nog niet zoo» ver gevorderd dat we het kunnen mis» sen. Maar er is een andere kant aan de weerquaestie. dien wij hoog noodig ter hand moeten nemen. Lk zal trach» ten dat duidelijk te maken en dan zal meteen blijken d^t ik hier bereikt heb het oorspronkelijke element, dat in alle beschouwingen onverschillig of ze be» hoort tot de categorie: „een stuklkie of een dingetje" altijd het ideaal van iederen schrijver is. Wat doem wij tegen 'het slechte weer? Ik weet wel dat Or in dit op» zicht al heel wat vooruitgang is en die zal ik ook eed ijk erkepiueo. Omze verpleging. De jarenlange arbeid die hierop volgde leidde tot groote resulta ten, nadat een poging om door Sidney Herbert het ministerie van Oorlog te laten moderniseeren mislukt was door dat Sidney Herbert middenin deze zware taak, toen hij evenals Florence den strijd tegen conservatisme en voor oordeel moest voeren, bezweek. Zij zweepte hem nog voort toen hij al lang lijdende was, maar zy was diep onge lukkig toen hij stierf. Van Florence Nightingale's Opleidings school voor Verpleegsters is door haar biograaf Lytton Strachey getuigd dat deze arbeid alleen levenswerk voor twee normale menschen zou zijn geweest. Te zelfdertijd groeide ook haar invloed op den gang van zaken in Indië, en tijden lang bleef het een usance voor nieuw benoemde Onderkoningen om voor hun afreis naar Indië Miss Nightingale een bezoek te brengen. Intusschen verkeerde zü steeds in slechte gezondheid en leed aan een sle pende ziekte, die intusschen haar werk kracht niet bon benadeelen. Haar ziek te plaatste haar Jn een soort van ge heimzinnige afzondering en imaakte haar tot een bijna legendarische figuur. Staatslieden en generaals moesten audiëntie bij haar aanvragen. Niet meer dan een paar maal per jaar vertoonde Florence Nightingale zich ln het open baar, en deed een ritje door Hyde Park, maar werd nooit door het publiek her kend. Op haar ouden dag veranderde zij, werd zachtmoedig en vriendelijk, zelfs sentimenteel van aard. Tenslotte, op hoogen leeftijd, versufte zij, zonk tot een volkomen onbeduidendheid. En toen, in 1907, toen zij zeven-en-tachtig jaar was, vond men het moment ge komen om haar te begiftigen met een hooge onderscheiding: de Orde van Ver dienste (Order of Merit). Zij was nog juist in staat om te begrijpen dat men haar de een of andere eer bewees en mompelde: „Al te vriendelijk al te vriendelijk". Drie jaar later stierf deze hoogst merkwaardige vrouw, wier arbeid zegen rijk voor haar vaderland en in zekere mate voor het geheele beschaafde mensehdom geweest was. R. P. GEMEENTELIJKE HUURVERORDENING. GEEN BEROEP OP RAADSVERGADERINGEN. B. en W. van Zaandam schrijven den raa>d aldaar d'at zij de vasts telling van een .huanrverodening voor Zaan» dam no'O'd'ig achten daar het aantal woningen, met lagen huurprijs nog zoo krap is, dat onredelijke opdrijving van den huurprijs d'ier woningen is te vreezen. Dc toepassing kan echter be» perkt worden tot die woningen, waar» van de huurprijs krachtens dc huur» commissiewet niet f 5 per week te bo» vein mag gaan. In afwijking van het» geen te Amsterdam is bepaald, stellen B. en \V. voor,, geen beroep van hun beslissingen on de raadsvergaderinger toe te laten, omdat beroer) in de practiHk niet noodig is gebleken en om dat zij een groot college als de naad voor behaideling van beroepsschriftem minder geschikt achten. Overigens is de Amsterdamsche verordening door Zaandam overgenomen. voorvaders kropen, wanneer het hard regeind'e. woei, sneeuwde, hagelde of vroor, eenvoudig onder den grond. Ja, Mevrouw, het spijt mij, dat u zich daaraan ergert, maar het is niet te ontkennen: ook uw voorvader of als u d>at onaangenaam klinkt, uw voor» papa, kroop onder de genoemde om» stamdiigheden onder den gTond. Dc pri» mi't'ieve mensch stond toen nog niet zoo ver af van de beren, de konijnen en dc mollen ,d'ie hij m die dagen op de meest onverwachte manier in zijn of hun hol moet hebben ontmoet. Maar de beschaving ging haar gang. Zij kroop uit het get in den grond en bouwde een beschutting, die later zich ontwikkelde tot een huis, althans tot een woning. Ook hierin ontstond weelde, zoodat het nu kon voor» komen, dat bijvoorbeeld twee menschen zonder kinderen wonen in een huis met tien kamers, waarvan zij er hoogstens drie iederen dag gebrui» ken. Maar daarop ga ik niet verder in. Wat ik wil zeggen is dit: nu, even» als vroeger is de meest voorkomende manier, waarop wij ons onttrekken aan de hinderlijke gevolgen van slecht weer eenvoudig, dat wij er niet in gaan. We blijven thuis, tusschen be# schermende muren en onder een be» schuttend dak. Dit is eigenlijk een beetje kinder» achtige manier van verdediging. Het is niet anders, dan de moed van iemand in de wildernis die zegt: „ik ben voor een leeuw of een tijger niet bang," en als je dan zegt: „hoe hou je die bees» ten dan in bedwang?" ten antwoord geeft: „waar zij zijn ga ik nooit heen!" Precies de energie van Jan Salie, die nooit uit de lucht te pletter vallen kan, omdat hij van zijn leven niet in een vliegtuig zal gaan zitten. Maar zoo gemakkelijk kom je van het slechte weer niet af. Blijf maar eens thuis wanneer je naar je kantoor moet en de patroon niet gelooft, dat je van een regenbui toch heusch wel zou kunnen smelten dan moet je er wel doorheen. Goed, in zoo'n geval staan nog andere middelen van ver» weer je ten dienste, dan de woning en die nog veel kinderachtiger zijn: Je steekt een paraplu boven je hoofd of je trekt een regenjas aan. Ieder gevoelt wel, dat dit ook niet energiek is, intc» gendcel: het is wel zeer passief en onze fout is tot nu toe, dat we bij dc bestrijding van het slechte weer, wind, regen, sneeuw, hagel en andere narig» hcid, tot nu toe niet actief genoeg zijn geweest. Misschien zegt iemand: „wat kunnen we er met mogelijkheid tegen doen?" maar wie zoo praat ver» gect, dat beschaving en ontwikkeling eeuwenlang vooruit zijn gegaan en dat wij leven in een tijd van onbegrensde mogelijkheden. Neem bijvoorbeeld het Haarlem» mermeer. Dat was indertijd een groote, dreigende waterplas, die af en toe menschen verslond, ook wel landerijen overstroomde, net zoolang totdat onze voorvaderen op de gedachte kwamen om het droog te malen en er de recht lijnige, door rennende motorfietsen cn auto's onveilige, vruchtbare gron» den van te maken, die wij nu kennen. Let op de Zuiderzee, die de aardigheid had om met haar korten golfslag zelfs bevaren zeekapiteins zeeziek te ma» ken; welnu, dit onheil zal voortaan niet meer kunnen geschieden, omdat de Zuiderzee er niet meer zijn zal. Neem den bliksem, niet letterlijk na» tuurlijk, maar bij wijze van spreken: de mensch zet een paar hooge, ijzeren stangen op en wanneer de hliksem zich Iaat verlokken om daarin naar beneden te schieten in den grond, lacht de mensch in zijn vuistje. De scherpzinnige lezer begrijpt waar ik heen wil. Hij beseft nu ook wel, dat de zoogenaamde weervoorspelling geen vorm van verweer is, maar eenvoudig een systeem van organisatie om dc onaangename gevolgen van slecht weer te ontgaan, voornamelijk door j rustig thuis te blijven. Deze kinderach» tige aankondigingen, die hierop neer» komen: „laat morgen gerust je para» plu thuis" of „stook morgenochtend je kachel extra op," worden nog wel met den weidschen naam „meteoro» logische waarnemingen" of „weerkun» dige studiën" versierd. Het lijkt er niemendal op. Wat wij doen moeten is ons tc zetten aan wezenlijke studiën. Niet zeggen: „er vormt zich een de» pressie", maar: „hoe beletten wij deze depressie of hoe kunnen wij die voor» komen?" Als de meteoroloog voor» spelt: „morgen heftige regenbuien" dan is het kinderachtig om te zeggen: „steek je paraplu op", maar beter is: „hoe kunnen wij deze regenbui voor» ko-mco?" Natuurlijk zullen er menschen zijn, die beweren dat dit nooit kan. Hun voorgeslacht waren de lieden, die scha» terden als er iemand sprak van vlie# gen net als de vogels of van duiken net als dc visschen cn kijk eens, hoe ver wc het daarin nu gebracht heb# ben. Wie zou vijftig jaar geleden ie» mand, die voorspelde dat je een toe# spraak in Nederland gehouden, in In» dië zou kunnen hooren, niet in een gekkenhuis gestopt hebben! Ik zal er maar niet al te zeer op wijzen, dat in Amerika wel met groote kanonnen geschoten is, om in tijden van groote droogte regen uit de wolken naar be» neden te halen, want dat is voor ons van minder belang, oindat wij hier al# tijd water te veel en nooit tc weinig kr ijigen. Vreemd toch, dat wij, allerlei won# deren der wetenschap rustig aanvaar» dende, op'een bepaald oogenbük blij» ven stilstaan en niet verder durven denken of hopen. Als het vaststaat, dat kou en warmte onder anderen af# hangen van allerlei stroomingen, zie ik niet in, waarom wij die niet zoo zou» den kunnen leeren leiden of afleiden, dat wij daar zeggenschap over krijgen. Zullen er naderhand geen middelen zijn om mist te verspreiden of regenwol» ken te doen optrekken? Waarom niet? Blijven wij nu met onzen vooruitgang staan? Waarom zouden wc? Eén ding geef ik al bij voorbaat toe. Wanneer de mensch het zoover ge» bracht heeft dat hij mooi weer kan be» vorderen en slecht weer tegenhouden of verjagen, dan zal de strijd ontbran# den over de vraag wat mooi of slecht weer is, in verband met ieders zelf» zuchtige neigingen, wenschen, verian» gens of bedoelingen. Komt tijd, komt raad. Zoover zijn wc nci lang niet. En wanneer de geleerden in hunne laboratoria het ccne hebben nage» vorscht, kunnen onze wetgevers wel maatregelen verzinnen voor het andere. En hiermee leg ik de pen neer cn ga tot opfrissching een kleine wande» ling doen en daar de regenwolken zieli weer dreigend samenpakken, trek ik mijn regenjas aan en neem een para» plu mee. Zeker is zeker. Maar ons nageslacht..... enfin, wie het beleeft, zal het zien. fidelio,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9