HAARLEM'S DAGBLAD HAARLEM'S A.S. RAADSVERKIEZING. n STADSNIEUWS. FLITSEN FEUILLETON PAPIEREN ROZEN DINSDAG 5 JULI 1927 DERDE BLAD Hoe de Kieswet werkt. VOORTAAN 39 RAADSLEDEN. IIL (Slot) Ais wij hierbij een stemming „in beel^" geven, dan houde men daarbij in het oog, dat nummers, getallen, ver» deeling, enz. kortom, dat alles gcfin» geerd is, en zeer zeker niet bedoeld te zijn profetie van den uitslag der ops handen zijnde stemming. Laat ons aannemen, dat de opgeko» micn kiezers 50.700 geldige stemmen hebben uitgiibracht, weshalve, (omdat er 39 leden gekozen moeten worden), de algemeene kiesdeclcr op 1300 stem, men wordt bepaald. Veronderstellen ■we voorts, dat er 14 lijsten zijn met een verkregen stemmen»aantal, zooals hier* onder wordt aangegeven; de eerste toewijzing is dan als volgt: Lijst Stemmen*aantal Zetels Over» schot No. 1 5100 1300 3 1200 2 400 n 0 400 3 16000 12 400 4 1200 n 0 1200 5 400 M 0 400 6 3400 n 2 800 7 1200 0 1200 8 12300 9 600 9 300 0 300 10 2800 2 200 11 3800 2 1200 12 700 0 700 13 2600 2 14 500 0 500 50700 stemmen 32 zetels. Van de 39 zetels zijn er nu 32 toe* gewezen, en blijven er dus nog 7 te verdeelen over. Welke lijsten komen daarvoor bij de tweede verdeeling in aanmerking? De 'lijsten met de groot» ste overschotten, mits het stemmen» cijfer der lijst minstens 75 pet. van den kiesdeeler bedraagt. Al dadelijk vallen dus uit: de lijsten nrs. 2, 5, 9, 12 en 14, maar komen in aanmerking: de lijsten nrs. 1, 4, 7, 11, 6, 8 en 3. Daarmede zijn de 39 zetels bezet en behoeft geen derde verdeeling welke dan naar het stelsel der gemid» del den zou moeten plaats hebben te volgen. Lijst nr. 12, ofschoon een grooter overschot hebbend dan b.v. de lijsten 3 en 8, kwam niettemin niet voor een zetel in aanmerking, omdat het geheele stemmen»cijfer beneden de 75 pet. (zijnde 975), was gebleven. Zelfs, indien er nog 2 zetels meer te verdeelen waren geweest, dan nog had lijst 12 buiten beschouwing moeten blijven, en zouden vervolgens in aan» merking gekomen zijn: lijst 10 (met 'n overschot van 200)cn lijst 13, zonder een overschot, (wijl volgens de wet „geen overschot" moet gerekend worden als te zijn „het kleinste overschot"). Alvorens te kunnen overgaan tot aanwijzing van de gekozenen, moeten nog twee berekeningen plaats hebben, en wel eenè met den bijzonderen kiesi deeler en een met den Iijst»kiesdeeler. De eerste vindt alleen toepassing bij de lijsten 1 en 3, omdat dit lijsten» groepen, d.w.z. verbonden lijsten zijn, (zoo veronderstellen we), en bestaan» de uit 1 lijst van kieskring I en twee ■gelijkluidende (voor groep no. 1) lijsten uit de andere kieskringen. Wat lijst nr 1 betreft, nemen wc aan dat de lijst uit kieskring I een aantal stemmen heeft van: 1912, en 't stel ge» lijkluidende lijsten (uit II en III): 3188, samen dus 5100. Aan de groep vielen ten deel: 4 zetels, (3 bij de 1ste en 1 bij de tweede verdeeling), zoodat de bijzondere kiesdeeler is: 5100, gedeeld door 4 is 1275. De berekening is dan: voor de lijst kieskring I: 1912:1275 1 zetel, met een overschot van 637; voor de andere 2 lijsten: 3188:1275 2 zetels en nog 638 stemmen, alzoo toegewezen 3 ze» teLs. Nog toe te wijzen 1 zetel, en wel aan het stel uit kieskringen II en III, omdat dit stel het grootste overschot heeft Dat meerdere is slechts één stem, maar bezorgt niettemin aan dat stel een zetel mcér! En door dit geringe verschil wordt straks, bij de verdeeling over de personen, niet B van lijst (kieskring I). maar C van de gelijkluidende lijsten (kieskringen II en III) tot Raadslid gekozen verklaard. Nu kan het geval zich voordoen, dat C. (van lijst kieskringen II en III), de» zelfde persoon is als A (van lijst in kieskring I) en dus dat deze blijkt 2 maal gekozen te zijn. Hij heeft dan geen vrije keuze van aanneming, maar er moet dan geloot worden om uit te maken, voor welke lijst hij geacht wordt gekozen te zijn, en valt dan op de andere lijst uit. Wordt hij op lijst kieskring I als be» noemd aangewezen door het lot, dan toch komt niet B van die lijst in aan» merking die lijst mag slechts één zetel doen bezetten! maar wordt D (van de andere lijst) Raadslid, het noodlottig gevolg, voor B. van die ééne stem. Een ander aspect geeft, veronderstel» lenderwijze, lijstengroep 3, met aam spraak op 13 zetels, wijl 16000 geldige stemmen, waarvan op lijst: Kieskring I: 4620 stemmen, dus 3 zetels, met een oversohot van 927 9/13; Kieskring II: 4763 stemmen, ook 3 ze» Vis, met een overschot van 1070 9/13; Kieskring III: 6617 stemmen, dus 5 ze» tels met een overschot van 463 2/13. (De „bijzondere" kiesdeeler toch is: 16000 13 1230 10/13 stem). Derhalve nog 2 zetels bij tweede verdecling toe te wijzen, en wel: 1 aan lijst Kieskring II, overschot 1070 9/13 en 1 aan lijst Kieskring I, overschot 927 9/13. Toepassing van den „bijzonderen" kiesdeeler heeft overigens, wijl alleen de nrs. 1 en 3 een lijstengroep vormden, niet plaats; de andere lijsten toch ver» onderstellen wij als „gelijkluidend", d.w.z. dat, ten aanzien van een bepaal» dq lijst, de namen en wigorde der can» di daten precies dezelfde zijn op de lijs» ten van Kieskringen II en III als op de in kieskring I ingeleverde lijst; die 3 lijs» ten worde® dan volgens de wet als één lijst beschouwd, en hebben ook het» zelfde nummer. Er kan dus, nu bekend is hoeveel zetels aan elke lijst toekomen, thans worden overgegaan tot aanwijzing van de personen, die als benoemd zijn aan te merken krachtens het aantal stem» men, door ieder van hen op hun lijst verkregen, cn daartoe wordt de „lijst"» kiesdeeler geraadpleegd, d.i. het quo» teint van een decling van het stemcij* fer der lijst door het aantal zetels, aan die lijst toegekend. De stemmen, die een cancüdaat mécr mocht hebben dan de „lijst"»kiesdee!cr ïn dat is dikwijls mdt no. 1 van de lijst het geval worden overgedragen op de andere candidaten. te beginnen bij de op de lijst het hoogst ge» plaatsten. Men ziet daarui't. dat de rangorde op de lijst van het hoogste belang fs voor de kans van benoeming; alleen het verkrijgen van „voorkeur"» stemmen door den candidaat, die niet nr. 1 staat, kan daarin wijziging bren» gen. Slechts één voorbeeld van het werken met den „lijst"»kiesdeeler moge hier volgen, en wij nemen daartoe lijst no- 3 van kieskring IL 4763 stemmen hebbende, b.v. 18 candidaten tellend, en welke lijst bij een bijzonderen" kiesdeeler van 1230 10/13 s/temmen (zie hiervoren), 4 zetels zijn toegewezen. De „lijst"»kiesdeeler is dientengevolge: 4763 4 1190 3/4 stem. Voorbeeld: Van de 4763 verkreeg: A. 3244 stemmer B. 66 C. 101 D. 595 s E.' 56 F. 596 O. 20 cn 85 aan de li ovcri» ge candidaten (gezamenlijk). Totaal 4763 stemmen A. is dus gekozen, en wijl hij daar» toe slechts 1190 3/4 stemmen noodig had, worden de meerdere overgedragen op B die dientengevolge geacht wordt 2053 1/4 66 "2119 1/2 stemmen te hebben. B. behoeft echter ook maar 1190 3/4 stemmen en dus gaan cr 928 2/4 stemmen over op C, die daar» door 928 2/4 101 1029 2/4 stemmen ■erkrijgt. Dit nu is wel minder dan de lijst»kiesdeeler, maar door zijn hooge plaatsing (als no. 3) is C. toch be» noemd, want er moet (na A. en B.). nog een 3e en nog een 4e zetel aan deze lijst worden toegekend. Om gelijke reden zou ook D. (als no. 4 van de lijst), benoemd moeten heetenedoch, F., de 6e^candidaaft. heeft een massa „voorkeursstemmen! D. heeft ze ook wel (zeirs slechts 1 minder danF.), maar door die ééne stem méér van F. overtreft deze dc 50 pet. van den „lijst'Vkiesdeeler met 5/S sftcm. (terwijl D. met 3/8 stem daar beneden is gebleven f) Hoe gering het verschil ook is. het heeft tengevolge, dat niet no. 4 van dc lijsK (D.) maar no. 6 (n.l. F.) gekozen wordt verklaard. In het le artikel schreven we, dat als regel in casu 1300 stemmen noodig waren voor de benoeming van 1 lid, „met sterke afwijkingen"; welnu, het gegeven voorbeeld en iets dergelijks komt in de practijk werkelijk voor! bevestigt dat voorbehoud ten volle, en illustreert al heel scherp het onvol» komene van het huidige kiesstelsel, hoeveel verdienstelijks dit moet voetstoots erkend het overigens ook moge hebben. Voor U, geachte !c» zer(es). moge het gegeven voorbeeld ten bewijze strekken, dat één stem juist dc Uwe! van beslissend.cn in» vloed kan zijn; laat u dus nimmer van stemmen terughouden door de gedachte dat het op „één stem meer of minder" wel niet zal aankomen. Het hilidige, diep doorgedach» te kiesstelsel (al is het dan niet vol» maakt), heeft bovenal dc verdienste, dat door zijn invoering de vroeger steeds voorkomende, veel tijd en moeite kostende herstemmingen voor goed van dc baan zijn; ook, dat de stemming voor een bepaald college slechts éénmaal* in dc 4 jaar behoeit plaats te hebben, en de kiezers dus niet voor elke vacature (tengevolge van be» danken, overlijden, vertrek, enz.) op» nieuw weer in 't «eweer moeten komen, wat vóór 1918 maar al t© vaak voor» kwam. De rogeling is nn zóó, da't een open» vallende plaats onmiddellijk, zonder dait een stemming noodig is, kan wor» den aangevuld, en wel uit de niet»geko» zen candidaten. In casu zijn dit ct 116 (155 min 39 gekozenen) welke naar bij de wet voor» geschreven regelen op een lijst worden geplaatst; daaruit dan wordt bij vaca» ture, door het centraal stembureau een keuze gedaan. Onze voorgaande beschouwingen zul» len, naar wij hopen, de belangstelling in een stemming als nu weer a-s. Woens» dag zal gehouden worden, eenigermate verlevendigen; bovenal het gewicht der stemming zelve, door welker uitslag de regccringswijze onzer goede stad weer voor 4 jaren zal zijn bezegeld, eischt die belangstelling too volle op. Aan u, kiezer en kiezeres! de een» voudigc handeling, om uw stembiljet slechts met een enkele s/tip in te vullen (zij is, hoe simpel ook, van vèr»strck» kende beteckcnis!); aan anderen ver» blijve de moeilijkheid om dc ingewik» kclde berekeningen uit tc werken, en ten slotte, aan de toekomstige Raads» heereri en «vrouwen de roeping en de verantwoordelijkheid, om ons aller belang tc behartigen, en ons geliefd Haarlem tot nog hooge ren bloei brengen. Zoo zij hetl P. KALBFLEISCH. DE RAADSVERKIEZING. Vele Schotenaren heb ben geen oproepings- kaart ontvangen. EEN UITEENZETTING. Men deelt ons mede: Verscheidene inwoners van voormalig Schoten komen dezer dagen tot de ont dekking, dat ze aan de op handen zijn de stemming niet kunnen deelnemen. Niet zoozeer, omdat ze geen oproepings- kaart ontvangen hebben, dit ware nog te herstellen, maar omdat ze in "t geheel niet op de kiezerslijst voor komen. Het betreft personen, die na 1 Februari 1926 (het vorig jaar dus), zich te Scho ten vestigden, komende uit Haarlem en, wijl Schoten met 1 Mei Jl. aan Haarlem is toegevoegd, nu weder Haarlemmer zijn geworden en dus ook bij den uitslag der stemming voor Groot-Haarlem belang hebben. De vragen rijzen: a. Is die weglating van de Kiezerslijst niet in strijd met de Kieswet? b. Zoo neen, geschiedt hier dan geen onrecht, dat de annexatie-wet had moeten voorkomen? en c. Kan dat (vermeend) onrecht nog vóór Woensdag worden verholpen? Op elk dezer 3 vragen luidt het ant woord ontkennend. De zaak zit zoo: De kiezerslijst in Schoten werd, even als in alle andere gemeenten, vastge steld op 22 Maart 1927 en daarop kon den alléén worden vermeld de bewo ners die sedert 1 Februari 1927 „inge zetenen" waren dier gemeente, d.wz. al léén zij. die op dien datum reeds 12 maanden te Schoten woonden. Iemand dus, die b.v. in October 1926 van Haarlem naar Schoten verhuisde, hield wel dadelijk op „ingezetene" van Haarlem te zijn, maar had nog 12 maan- VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 938 BABY IS UIT Z*N HUME. Baby is niet in z*n humeur I wou dat! de familie nou maar weg I alles loopt mis vandaag I ging. ze vragen voortdurend wat 1 cr met hem aan de hand is en er is niets, hij is tütfXi maar uit zn humeur als vader uit z'n humeur is, vragen ze toch ook niet voortdurend of hy pijn in z'n buik heeft of tan» den kri.igf? dat ontbrak cr nog maar aan nou komen ze met z'n speelgoed aandragen enfin, hij kan het nog sneller weg gooien, dan zij 't kunnen brenge- als ze grappig worden en rare I nou, daar heb je he? al - gezichten tegen hem trekken, gaat I ben het zelf gewild hij huilen hij voelt het aan»j komen Iin elk geval, ze zijn weg en nu kan hij op zjjn gemak uit z'n humeur zijn. (Nadruk verboden^ den noodig, om „ingezetene" van Schoten te worden; op 1 Februari 1927 was hij dat dus nog niet, ook al woonde hij er werkelijk; („inwoner" en „ingezetene" zijn wettelijk onderscheiden begrippen). Op 22 Maart 1927 kwam hij dan ook niet op de kiezerslijst, en deze blijft on gewijzigd van kracht behoudens rechterlijke beslissingen en wijziging tengevolge van in April 1927 ingedien de reclames, tot 15 Mei 1928; van de stemming voor Groot-Haarlem is hij dan ook terecht uitgesloten, en staat hij op één lijn met anderen, die (in plaats van uit Haarlem) van uit den Helder, Alkmaar of uit een andere plaats zich na 1 Februari 1926 te Scho ten vestigden. Er is dus ten opzichte van de thans uitgesloten Schotenaren (ook al waren zij in 1926 Haarlemmers), geen onrecht begaan, en te dien aanzien was er ook geen reden om in de annexatie-wet eene uitzonderingsbepaling op te nemen. De uitsluiting houdt niet het minste ver band met de annexatie, maar is toe passing van een wettelijk voorschrift, dat te allen tijde, overal in ons land en voor iedereen geldt; verhuizing van de eene gemeente naar de andere brengt per sé verlies van kiesrecht mede, al thans gedurende één jaar. De annexatie-wet voorziet wel degelijk in het geval, dat inwoners van voorma lig Schoten ten opzichte van het Kies recht en ook omtrent de benoem baarheid tot raadslid het offer zou den kunnen worden van de toevoeging aan Haarlem, eó wel in art. 16. 4e lid. Daarbij toch is uitdrukkelijk bepaald, dat zij van 1 Mei 1927 af als „ingezete nen" van Haarlem worden beschouwd, ln den zin nl. dat zij geacht worden gelijk te staan met hen. die aldaar reeds 12 maanden woonplaats hebben. Het woord „ingezetene" beteek ent daar niet „inwoner", want dat zou geen zin hebben: immers, door de annexatie werden alle inwoners van Schoten van zelf Haarlemmers; dat behoefde niet nog eens in de wet uitdrukkelijk gecon stateerd te worden. Maar, opgevat in den zin van een „12 maandig inwonerschap", was de bepa ling in de wet wel noodig, want anders zouden de Schotenaren wel degelijk de dupe zijn geworden van de annexatie; een inwoner van Schoten zou dit jaar geen Raadslid van Groot-Haarlem kun nen worden, en geen enkele inwoner van Schoten zou in 1928 kiezer kunnen zijn! Nu is èn het een, èn het ander door art 16. 4e lid der annexatie-wet voor komen. PERSONALIA. Op de te Amsterdam gehouden alge meene vergadering der Ned. Maatschap pij tot bevordering der Geneeskunst is als lid van het hoofdbestuur gekozen dr. M. Mauritz te Haarlem. Aan de Nieuwe Huishoudschool te Amsterdam is namens de vereeniging tot bevordering van het onderwijs in kinderverzorging en opvoeding een di ploma uitgereikt aan mej. M. J. Brink - mann te Haarlem. Te Leiden is geslaagd voor het doc toraal examen geneeskunde de heer J. Siebesma te Hillegom. Op de te Utrecht gehouden jaarvergadering der Democratische Partij is als lid van het Hoofdbestuur herkozen mevrouw A. S. Tillema Wechuizen re Blocmcndaal. ARBEIDSBEMIDDELING VOOR LAND. EN TUINBOUW. CONCLUSIES VAN DEN HEER A. L. LOERAKKER. Wij meldden re&ds dat op de "te De» venter te houden vergadering der Vcrceniging van Ned. Arbeidsbcur» zen het onderwerp zal behandeld wor» den „De organisatie der arbeidsbemid» deling voor het platteland, inzondcr» he:d voor den land» cn tuinbouw. De praeadviezen over dit onder» werp zijn thans verschenen. De heer J. L. Loerakker van Haar» tem stelt de volgende conclusion: 1. het is van groot belang, dat ge»- tracht wordt op het platte land. meer bijzonder ten behoeve van land* cn. tuinbouw een goed functioneercnde arbeidsbemiddeling te verkrijgen; 2. om deze te verkrijgen zou dc meest doeltreffende methode zijn, wanneer deze taak werd opgedragen aan het georganiseerde bedrijf; 3. waar echter wel ais vaststaand kin worden aangenomen, dat de or» ganisatie in den landbouw niet vol» doende is ontwikkeld en in veel ge» vallen ook de vereischte gesteldheid niet aanwezig is om deze en soortge» lijk bedrijfsregelingen in georganiseerd overleg .tot stand te brengen; daar zal de OvtThe'd he.pend moeten op» treden; 4. het is niet noodig cn dus niet wenschclijk een afzonderlijke organi» satie daarvoor op tc richten; de reeds bestaande organisaties der arbeidsbe» raiddeling behoeft zr-h slechts aan te passen bij de eigenaardigheden eu ge» bruiken in dat bedrijf: 5. deze aanpassing zal het beste zij het geleidelijk te bereiken zijn wanneer de organisaties van werkge» vers en werknemers in dat bedrijf daaraan haar medewerking verleenen: 6. wordt deze medewerking verkrc» gen dan zullen aan den Centralen Dienst der Arbeidsbemiddeling cn aan dc daarvoor in aanmerking komende Districtsbeurzcn commissies van bij» stand' moeten worden toegevoegd, be» staande uit vertegenwoordigers dier organisaties, die op <Je daarvoor ge» eigende tijdstippen worden opgOroc» pen teneinde den stand der arbcids» markt tc bespreken en zoo mogelijk dc middelen aan tc geven welke kun» ncn dienen om het tekort rOsp. het teveel aan arbeidskrachten op te hef» fen; 7. op plaatsen waar het land» en tuinbouwbedrijf overbeerschend of in belangrijke mate voorkomt, zal, waar dit pracrisch mogelijk is eveneens de medewerking van onder 5 genoemde organisaties gevraagd worde», die voor wat de bemiddeling ter plaatse betreft van advies kunnen dienen; 8. de plaatselijke aibcidsbcmidde» ling zal in algcmecncn zin zoodanig moeten zijn. dat dc groote afstanden geen beletsel vormen voor cc® regel» matige aanmelding van werkwockon* den, hetgeen tevens de controle op dc te gen' werkloosheid verzekerde ar» beiders ten goede zou komen; 9. voor zoover mogelijk zullen als correspondenten der Arbcidsbcmidde» iing in landbouwgcwcstcn, personen moeten aangewezen worden die ©enigs zins bekepd zijn met dc gewoonten in den lan<£ en tuinbouw en het vct» trouwen borittcn van de daarin werk» zaam zijnde groepen. METAALBEWERKERS- BOND. VERBETERING UITKEERING WERKLOOZENKAS. Men schrijft ons: Den laatstcn tijd worden "dc Icifcn van den Alg. Nedcrl. Mctaalbowcr» kersbond wel verblijd met nieuwe ver beteringen ten opzichte van uitkeerm» gen bij werkloosheid. Temeer is dit van groot belang, daar ook de Metaal» bewerkersbond één van de organisa ties is die tamelijk groote bedrogen aan zijn leden bij werkloosheid hoeft uit tc keeren. Alleen voor de afdec» ling Haarlem was dit over bet jaar 1923 ruim f 58000. Ondanks dit is het toch gelnkt ge» worden aan liet Hoofdbestuur om dc uitkcering die eerst ieder half voor dc helft genoten kon worden. nJ. over ieder half jaar 30 dagen, thans de to» talc 60 dagen achtereen uit tc koeren. Tweede verbetering is. dat cr geen onderscheid meer gemaakt wordt tus» schcn dc ongchuwden nJ. tusschcn hen die als kostgangers ergens thtiis waren en zij die ais kostgangers bij bun ouders inwoonden. En nu is het juist dezer dagen moge, lijk geworden een derde verbetering aan tc brengen, namelijk voor hen die in dc hoogste klasse contributie be* talen, dc uitkcering bij een weck werkloosheid met f 1.80 te verhoogen. DE ROMAN VAN EEN CIRCUS» MEISJE Uit het Engelsch van RUBY M. AYRES. Vertaald door J. van der Sluys. (Nadruk verboden). 46) Een koude rilling ging door hem heen toen hij Gaffin's Corner passeerde en verstoorde zijn prettige gedachten. Maar aan de bitterheid om den tragischen dood van Brenda Myers paarde zich toch een diep gevoel van dankbaarheid dat zijn leven gespaard was gebleven. En dat was niet uit koude zelfzucht omdat hij het veege lijf had kunnen redden, maar door het besef dat er iemand was voor wie zijn leven waarde had, iemand voor wie hij nog zoo heel veel zou kunnen doen, wier leven hü mooi en ryk zou kunnen maken. Het was nog absoluut niet zeker of Rosalie ooit wel weer heelemaal beter zou worden en dan zou zij zijn steun en toewijding eerst recht noodig hebben. Toen hij bij het landhuisje van mrs. Fowler kwam, zakte zijn moed weer in zijn schoenen. Hij draaide heen en weer voor hij aanbelde als een kiespijnlijder op de stoep van een tandarts. Hij had geen flauw idee wat hij zeggen zou als hij van aangezicht tot aangezicht met zijn vrouw zou staan, hoe zij hem zou ontvangen. Hij trachtte zichzelf een oogenblik in te praten dat het mis schien beter was te wachten tot Rosalie wat sterker zou zijn. Maar ten slotte duwde hij toch het hekje open en belde aan- Mrs. Fowler deed hem open en er was iets in haar houding, in haar vriendelijke oogen dat Roric moed gaf en hü had weer dat mannelük-waardige en krachtige toen hü zün hoed afnam en eenvoudig zei; Ik ben Roderick Briton. Haar gezicht had hem direct doen vermoeden dat zij bü intuitie begrijpen zou wat er in hem omging, maar hij was niet voorbereid op de diepe vreug de die uit haar oogen straalde. Ze leg de waarschuwend den vinger op den mond. dat hij in de gang niet praten zou. Ze liet hem voorgaan en het was alsof hü met zyn kloeke gestalte de smalle gang heelemaal vulde. Ze trok hem mee naar een achterkamer en sloot de deur. Roric wilde haar een explica tie geven, maar mevrouw Fowler voor kwam hem direct. Het lieve kind heeft me gister avond al alles over u verteld. Ze zou vanochtend geopereerd zyn en ze scheen te denken dat ze het niet meer overle ven zou. Anders was ze misschien bly- 1 ven zwijgen. O, mr. Briton, u weet niet wat 'n gouden hartje dat kind heeft. Geen woord heeft ze in uw nadeel ge zegd, geen poging gedaan om u in te palmen of u op haar zijde te krijgen. Ze beschuldigde u met geen woord, of schoon neemt u me niet kwalijk dat ik het maar eerlijk zeg de schuld heelemaal aan uw kant is. Weet u wat ze gezegd heeft: als ik niet beter word, zeg dan tegen hem dat ik er nooit spyt van heb gehad en dat ik mijn be lofte gehouden heb. De vriendelijke stem van de vrouw klonk aangedaan. De tranen kwamen haar in de oogen toen ze Roric's bleek en beschaamd gezicht zag. Zijn aantrekkelijke, frisscbe jongens achtigheid, die den ouden Fergerson al tijd zoo voor hem had ingenomed, trof ook haar: impulsief legde zij haar hand op zijn arm. O, mr. Briton, zei ze vertrouwelijk en het leek er niets op dat ze elkaar tien minuten geleden voor het eerst in hun leven gezien hadden. ze is het zoo echt waard dat iemand van haar houdt en goed voor haar is Een oogenblik bleef het stil. Toen vroeg Roric met een stem, heesch van zenuwachtigheid: Mag Ik haar nu zien? Of bent u beng dat het haar kwaad zal doen? Het is misschien beter om haar voor te bereiden Ze hoorde uw stem gisteravond, toen u den dokter hier naar toe bracht en toen heeft ze zoo vreese- lyk gehuildAls u even wachten wilt zal ik haar vertellen. Maar voor het eerst liet Roric zich gelden, Neen, zei hij kalm en ernstig, ik wil haar zelf alles vertellen. HOOFDSTUK XXIII. Rosalie lag met haar gezicht van de deur afgewend, toen Roderick Briton voorzichtig de kamer binnenkwam. Ze had geslapen en was wakker geworden door het geluid van voetstappen in de smalle gang. Het begon buiten al donker te wor den. Het haardvuur tooverde rosse glan sen in de kleine Immer en de gloed gaf een warm-rozige tint aan Rosalie's ge zicht. Rorie sloot de deur en bleef een oogenblik staan met zijn hand op de kruk. Er was iets buitengewoon liefs in het teere figuurtje daar op het bed en hij gevoelde zich geweldig aangegrepen door de gedachte dat dit nu zijn vrouw was. Het vervulde hem met een groot gevoel van innigheid. Terwijl hü daar stond draaide zü het hoofd op het kussen om en hun oogen ontmoetten elkaar.... Hü had zich het weerzien heel anders vooI-gesteld; hü had gevreesd dat het pljnlük en gegeneerd zou zijn; maar het was in werkelijkheid zoo natuurlük. zoo vanzelfsprekend en eenvoudig. Hü liep langzaam de kamer door en knielde naast het bed neer. Ze lag doodstil; haar wijd-open oogen schenen het eenig-levende aan haar gezicht en het was alsof die oogen een vraag stelden «fle cic lippen niet wilden uitspreken. Hy boog zijn hoofd op de slanke hand die stil op de deken lag en stamelde: Ik ben teruggekomen, Rosalie kun Je me alles vergeven? Het was niet veel wat hü te zeggen had, maar voor haar was het genoeg; de klank van zyn stem zei haar voldoen de hoe volkomen zün berouw was. Hü voelde de vingers onder zün wang beven; hij richtte zün hoofd op en nam haar trillende handen in zijn eigen, vasten greep. Ze barstte in snikken uit. schokkende, traanlooze snikken: het scheen alsof al haar dapper-gedragen en dapper-ver- zwegen leed zich een uitweg zocht In deze herige huilbui. Och, waarom hebben ze me toch maar niet stil laten sterven: het is alles mijn schuld geweestik had nooit moeten toestemmen om met je te trou wen; ik was immers in myn hart over tuigd dat het niet goed was wat ik deed. Als jk ook maar had kunnen vermoe den dat je van een ander hield..... Roric's stem klonk mannelijk vast toen hü antwoordde: Maar ik houd van niemand an dersEr is geen enkele vrouw op de wereld die ik zou willen trouwen, als ik op het oogenblik vrij wasIk heb ge leerd dat jij het geluk voor me bctee- kent; dat ik nooit een dapperder, trou wer en liever vrouw kan krijgen dan Jij. We zullen nu werkelijk samen een nieuw leven beginnen, Rosalie.... Je hebt er geen idee van hoe lief ik voor Je zal zijn. Ik weet wel dat er geen woorden te vinden zijn voor de manier waarop ik me tegen je gedragen hei), maar ik zal zorgen dat geen spoor van herinnering er aan meer bü Je kan over blijven. Zijn stem trilde van aandoening... om haar mond speelde een zachte glim lach. En het eenige wat Jij te doen hebt, zei hij opgewekt, is zoo gauw mogelijk beter te worden. Dat wil je nu toch ze ker wel, hè? Roric schoof zün arm onder haar hoofd en trok haar wat dichter naar zich toe. Hü wilde nog wat zeggen, maar plotseling liet zün stem hem in den steek en met een gebroken snik verberg hü zün gezicht in de zachte weelde van haar donker haar. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9