BRIEVENBUS
ELSA EN HEI
VINGERHOEDSKRUID.
vond zy een prachtig bloeiend plantje
van liet vingerhoedskruid.
En o, wat een verrassing kreeg zUI
Toen zij er naar keek, sprong er een
kleine elf uit de bloemblaadjes en klom
regelrecht naar boven! Ja, en toen zag
zy nog een heclo boel andere elfen, die
uit de bloemetjes keken! Zien Jullie
zo ook? Ik weet zeker, dat Je ze gauw
zult vinden.
Nu moeten jullie allemaal Je kleur-
krUtJes en jo water-verfdoos eens voor
den dag halen en dit plaatje netjes
kleuren.
Wat zal het mooi zyn als het klaar is!
DE DRIE BROEDERS.
lijkheid van den man ging hU op weg en
kwam na vijf dagen reizen bij den an
deren man aan. Deze ontving hem vrien
delijk en we^ hem een vertrek, waarin
hij den nacht kon doorbrengen. Toen hij
die kamer binnengetreden was, keek hij
toevallig in den spiegel, die daar hing;
maar hoe schrok hij, toen hij zyn beeld
daarin zag! Hij was geheel veranderd en
was een heel lcelijke man geworden. Ont
zet sprong hij naar de deur en wilde
eruit. Maar de deur was van yzer en
stevig gesloten en voor het venster wa
ren dikke ijzeren staven: hy was gevan
gen! Wat zou er met hem gaan gebeu
ren? Lang zat hij te peinzen
Opeens werd de deur geopend en er
trad een andere man binnen, die er ook
leelijk uitzag en een langen neus had. De
beide gevangenen namen elkander eens
op en toen de tweede toevallig in den
spiegel zUn beeld zag, riep hy verschrok
ken uit:
„Ben ik dat? Ben ik het, of ben ik het
r.iet? Ik ben afschuwelijk leelijk gewor
den!"
En in stom gepeins verzonken ging
ook hij zitten en geen van beiden sprak
een woord. Zoo ging de nacht voorbij.
Den volgenden morgen werd de deur
wederom geopend, maar niet om hun
spijs en drank te doen brengen, maar
0111 een derden persoon binnen te laten.
Hij keek naar de twee leelijke gestalten
en zette zich in een hoekje. Daar zat
hij echter recht tegenover den spiegel en
zi.in blik viel er toevallig in. Ontzet
sprong hij op en riep:
„Droom ik, of ben ik wakker? Dat kan
ik toch niet zijn? Ik zie er toch heel
anders uit! Wat is er met mij gebeurd?"
Maar de andere twee gevangenen zel
den. dat hij er toch werkelijk zoo uitzag,
zooals de spiegel het hem liet zien en
dat het geen gezichtsbedrog was. Met
ren zucht viel hy op zijn stoel terug en
sloot de oogen.
Tegen den middag ging er ln den
muur een klepje open en daardoor werd
eten naar binnen geschoven. De eerste
gevangene, die het langst daar was,
tortte zich oogenblikkelijk op de spij
zen en at alles op zonder zich om zijn
medegevangenen te bekommeren. Zoo
ging het ook den tweeden dag; hij gunde
den anderen geen enkele bete.
en gezien, dat uw inborst veranderd ls
en gij nu in vrede met elkander leeft.
Toen heb ik uw zuster laten halen om
u mede te nemen; want zij is goed en ik
hoop, dat gtJ uw vroeger leven vergeten
zult en ook zoo zult leven als zij. Ik geef
u uw vrijheid terug".
Beschaamd hadden de drie broeders
daar gestaan en voor de eerste maal ge
voelden zij berouw in hun hart over
hun levenswijze. En toen de oudste broe
der verklaarde, dat zij van nu af een an
der, beter leven wilden beginnen, toen
kregen zij plotseling hun vroegere ge
laatstrekken weder terug en toen was
hun vreugde zeer groot.
Zij bleven nog een dag met him zuster
bU den toovenaar. die een goede man
was en wiens taak het was menschen,
die op den verkeerden weg geraakt waren
weder tot het goede terug te brengen.
Den volgenden dag echter keerden de
drie broeders met hun zuster verheugd
en dankbaar in hun hart weder naar de
ouderiyke woning terug.
Brieven aan de Redactie van de Kln-
der-Afdceling moeten gezonden wor
den aan Mevrouw BLOMBERGZEE
MAN, v. d. Vlnnestraat 21rood.
(In de bus gooien zonder aan
bellen).
THEEROOSJE. Harteiyk dank voor
Je mooie kaart van het Theehuis
„Oud Naardcn". Wat ziet het er daar
gezellig uit. Heb Je een prettig dagje
gehad? 't Weer was by ons zoo zoo.
VERSPRINGER. Die overgang van
Jou is nog eens een felicitatie waard. Je
draagt je naam met eere. Ga zoo voort
jongen. Maar wees verstandig en spring
niet verder dan Je stok lang ls.
JAN EN FRITS F. Jullie dank ik wel
voor de mooie kaart uit Apeldoorn. Wat
ls dat koninklijk park prachtig hè.
Heb je in den vijver forellen zien zwem
men? En heb Je het speelhulsje van
de prinses gezien?
W. v. d. L. Concurrentie heeft zooala
vele dingen een goede en een verkeerde
kant. Dat zul Je wel ervaren. Wat het
sturen van de courant betreft zou ik
je raden even een verzoek te richten
aan de administratie met vermelding
van Je nieuwe adres. Dan wordt het
zeker aan Je opgestuurd. Ik kan Je
heusch geen raad geven wat de t.yd van
je vertrek betreft. Wanneer kan de
familie Je in R. ontvangen? Wanneer
we uit logeeren gaan, moeten we in de
eerste plaats de beleefdheid in acht ne
men tegenover gastheer of gastvrouw.
My dunkt. Je ziet de zaken veel te don
ker in. Zet er dapper Jo schouders on-
•der en toon dat Je moed en durf hebt.
Wel bedankt voor Je mooie kaarten,
KNAGELIJNTJE. Heb Je een prettig
vacantleweekje achter den rug. Wat een
heerlijke gedachten, dat Je straks naar
een hoogere klas gaat. Kom Je dan bU
een andere Juffrouw te zitten?
CONDOR, 't Deed me plezier weer
eens wat van Je te hooren. Ik kan me
best begrypen, dat de tyd om raadsels
op te lossen Jo gaat ontbreken. Hoe
ouder wc worden hoe harder we wer
ken moeten. Die mevrouw, die graag
Winterplaatjes had woont RUksstraat-
weg 35, Haarlem-Noord. Heel vriende
lijk van Je, dat Je haar wilt helpen. Dus
JU zit ook op Je landgoed. Wat ls voor
een stadsmensch het buitenleven toch
heerlUk en clgeniyk ook wel noodig.
Ik vind het een prettige gedachte, dat
ik nog een bouquetje bloemen te goed
heb. Misschien vind Je ln dit nummer
den vacantie-wedstrUd. Wat Je leeftijd
betreft, mag Je er nog net aan mee
doen. Van Jou verwacht ik Juist een
mooie inzending.
SNEEUWVLOKJE. Dat wordt een
feestweekje voor Je. En dan nog dat
heeriykt boottochtje. Als Augustus nu
maar net zoo mooi wi! worden als einde
Juli. Prettig dat Je met een goed rap
port bent overgegaan. Ik denk, dat
kleine Alie het toch wel heel prettig zal
vinden op school.
PRINSESJE STERREMUUR. Daar ls
heel wat te zien in die Haagschc BUen-
korf. Hoo vond Je dio trap? Ik ging lie
ver met de lift. Jo bovenbuurtje schreef
me ook over de naderende feestdagen.
Maar maar veel plezier.
GOUDENREGEN. Jc schreef heel
netjes. Ik wou. dat ik dat van alle Rit-
briekertjes kon zeggen. Wat zUn Jouw
vacanticplannen? Je bent toch zeker
ook meer buiten dan binnen.
M. II. Wil Jo voortaan ook Je naam
onder Je raadsels zetten? Omdat Je
schuilnaam er nog niet by stond, nam
ik je voorletters maar. Moeder mag Je
best wat helpen. Misschien vindt moe
der het ook nog wel leuk. Als je in
Gennep bent, zal ik zeker wat van je
hooren. De leidsters zyn heel goede
kennissen van me. Mevr. H. ken ik ook
heel goed. Hoo gaat het nu met je
moeder? Wat droevig voor je allen, dat
ze al zoo lang ziek is.
BERLINER BOL. Ik wensch Je ook
een heel gcnoegiyke vacantie toe. Heb
Je nog uitgaansplannen?
DE KLEINE VIOLIST. Ik ben in mijn
schik, omdat Jullie zoo in Je schik
bent met den prys. HeÓ jy het boek
ook al uit? Blijven Jullie op Santpoort?
Wat zal het er nu ln de bosschen ook
heeriyk zyn.
ELFENKONINGIN. Zit Je nu in Am
sterdam by Je tar.te? En biyf je er de
heole vacantie? Buiten is het nu wel
mooier, maar een gezellige omgeving is
ook veel waard. Misschien wil moeder
Je Onze Jeugd wel opzenden.
SLAAPMUTSJE. Zoo'n prachtig rap
port heb .ik in myn heele leven nog
nooit gehad, jy bent toch heusch geen
slaapmutsje. Ik wil graag gelooven, dat
moeder daarover tevreden was.
BABY PEGGY. Ook veel genoegen
gewcnscht. Heb jy nog uitgaansplan
nen?
PRINS WILLEM VAN ORANJE. Al-
nien ligt in de Graafschap, ongeveer
even ver van Vorden als van Lochem.
Van Haarlem uit kun Je voor de heele
vacantie wel uitstapjes bedenken. Als
Je hier vertelt, dat je uit Haarlem
komt, zeggen ze dadeiyk: „Daar is 't
zoo mooi, he?" Of we ook in een be
roemde plaats wonen.
GOLIATH. Gefeliciteerd met Je
overgang. Dat was nog eens een royaal
cadeau van vader, zyn Je postzegels
al ln het nieuwe album geplakt? Zit
je nu in 't Gooi? Begint de hei al te
kleuren? Ik wensch je dolveel plezier.
WILDEBRAS. Btlna alle kinderen
hebben raadsel 1 gevonden. Ik vind 't
hier een heeriyk oord. 't Is er zoo stil
Van auto's merk Je niets. Autobussen
bestaan hier niet en de trein is ver weg.
's Nachts krygen we wel eens bezoek
van een uil. die op ons dak komt zit
ten blazen, wy vernamen dat hy den
afgeloopen winter in onze veranda heeft
doorgebracht. Overdag zien we hem
nooit.
Nu, wat de raadsellotery betreft.
Onder degenen, die minstens 13 raad
sels in do maand hebben goed gehad,
verloot ik 3 raadselpryzenr De volgen
de week kun Je de namen lezen van
hen, die een prys gewonnen hebben, jy
komt ook voor mccloten in aanmerkinc.
ASTRA. Van Dinsdag op Woensdag
nacht heeft het hier geonweerd en ge
regend, maar 's morgens was het weer
schitterend mooi.. Wat ls dat jaartje
voor Jou gauw voorby gegaan. Je bene
zeker in dien tyd een knap huishoud
stertje geworden, dat moeders rechter
hand ls.
W. v. d. L. Wel bedankt voor die
leuke padvlnderskiek. Die genieten nu
ook heeriyk. Onderweg zag lk verschil
lende troepjes Ze zagen er zoo glunder
uit.
VENTJE PIGOELMEE. Was je maar
hier in myn buurt, dan mocht je alle
dagen in myn bosch komen tollen en
steltloopen. Dat zou Je wel bevallen,
hè? BlUf Je met de vacantie in Haar
lem? Jullie wonen zoo heeriyk buiten
dat tol en stelten daar ook wel* dage -
ïyks ln gebruik zullen zyn.
GOUDHAANTJE. Dus 't boottochtje
ls fyn geweest, 't Weer had beter ge
kund maar als Je echt plezier hebt.
stoor Je Je niet zoo heel erg aan 't
weer. Ik dacht wel., dat de Alfenaars
huis en haard moesten verlaten om
naar Jullie te komen kijken. Geniet
verder nog maar heeriyk van Jeva
cantie.
FRANS H. Er zyn hier ook zooveel
verschillende bloemen. De meeste ko
men ook by ons in Haarlem voor. El-
is hier b.v. een struik met rose-achtige
bloemen die ze in deze omgeving prui
keboom noemen, 't Is een goedgevon
den naam. want de bloemen zyn nc'.
lango rase haren.
ZUSJES H. Ik ben nog niet in de
bewoonde wereld geweest. Maar wan
neer lk dezer dagen een ansichtenwin
kel tegenkom, zal lk een voorraad op
doen. Ieder Rubriekertje, dat zUn adres
meldt, zal ik er centje sturen. Dan
kun Je Je ook vele dingen, die ik „Aan
Allen schrijf beter voorstellen.
X A
Er varen ceus drie broeders, die de
zoons van njkc. ouders waren. Die ouders
wuren goede lieden, die met hun gold
slechts goed deden en vóór alles aan de
nrmo menschen dachten. Behalve de drie
zoons hadden zy ook nog ccn dochter,
die wel niet schoon was, doch een zeer
goed hart lmd, Juist zooaLs hare ouders.
Dr drie Jongens hadden allen een flinke
gestalte en leder, die hen zag. verheugde
zich over hen. Maur hun hart was niet
mild en steeds leefden zy met elkander
ln twist en tweedracht; hun ouders ge
hoorzaamden zy niet en zoo bereidden zy
die altijd kommer en zorg; geen vrien-
dciyk of boos woord kon de drie Jongens
tol inkeer brengen. En zoo verzwakten
de ouders door liet voortdurend harte-
loed hunner kinderen, tot zy op zekeren
dag de oogen voor immer sloten. De erfe
nis werd ln 4 gelUke doelen verdeeld, zoo-
ui* de ouders dat vóór hun dood beslo
ten luidden en de drie broeders trokken
de wUdo wereld in. leder in een andere
richting, daar zy toch niet met elkander
overweg konden. Hun zuster echter lieten
zy thuis in het ouderiyke huls. zy kon.
zooals wy hoorden, goed van de erfenis
leven.
De oudste der broeders kwam op zijn
reLs ook ln een groote stad en daar hU
zeer lichtzinnig was had hy al spoedig
zOn erfdeel verbrast en was arm gewor
den HU verliet dc stad. daar zijn zooge
naamde vrienden hem niet helpen wil
den en zich van hem afwendden. Op zyn
zwerftochten kwam hy ln een groet
woud en toen de avond gevallen was. zag
hy daar een verlichte hut. Hy klopte
aan en de deur ging open. Een man ver
scheen cn deze man was een toovenaar.
peze man nam hem op en toen hy hem
zijn lotgevallen verteld had. zelde hy tot
hem
„Ik zal Jo helpen, aa nu maar slapen
en morgenvroeg zullen wy er verder over
■preken."
De zwerver legde zteh te lied en sliep
al .spoedig in. Den ^volgenden morgen,
nadat hl| ontbeten had. zond de toove
naar hem naar een man. die vyf dag
reizen ver ln het bo;.ch woonde; deze zou
hem dan mededeolcn wat hU verder,
doen moest. Verheugd over dc vriende-
Den derden dag echter ontstond er een
heftige worsteling en het einde was, dat
een hunner per ongeluk tegen de tafel
stiet," waarop de spijzen stonden, zoodat
deze op den grond vielen en niemand Iets
te eten kreeg. Tenslotte spraken zy af
dat zU in het vervolg het eten redciyk
verdoelen zouden en zoo geschiedde.
Op zekeren dag, er waren toen al vele
weken verloopen, hoorden zy voor het
huis een wagen voorryden. zy sprongen
op het venster toe en keken naar buiten.
In het rytuig zat een dame. Toen de
eene gevangene deze dame zag, riep hU
uit: „Dat is myn zuster!" De anderen
kwamen dichterby en allebei riepen zU.
als uit één mond: „Dat is myn zuster!"
Toen zy deze woorden gesproken had
den, zagen zij elkander verschrikt aan.
,.Wat is dat?" riepen zy uit, „is dat uw
zuster? Neen, het is de myne, lk herken
haar toch duideiyk!"
Ieder wilde geiyk hebben en aldra zou
het weder tot ccn groot gevecht gekomen
zijn. als niet de jongste der drie gezegd:
had: Luistert! Ieder onzer beweert, dat
deze dame zUn zuster is. Hoe is dat mo
gelijk? Wie zyt gy cn waar komt gy van
daan?"
Toen vertelde ieder hunner op zyn
beurt, dat hy twee broeders gehad had
en een zuster. Na den dood der ouders
was hy de wijde wereld in gegaan en ten
slotte. nadat hy zyn geld verloren had,
v/as hy terecht gekomen by een behulp-
zamen man. die hem hierheen gezonden
had. Toen bemerkten zy, dat zy broe
ders warert en hunne vreugde was groot.
Maar waarom hield die man hen hier ge
vangen en waarom zagen zy er zoo af-
schuweiyk uit? Terwyi zy daar zoo sa
men over spraken cn beraadslaagden hoe
zy uit hun gevangenschap zouden kun
nen geraken, werd de deur van hun ka
mer geopend en de eigenaar van het huis
trad binncp met de dame. welke
de broeders als hun zuster herkend had
den.
„GU weet niet waarom gü hier ge
vangen zit en waarom uw uiteriyk ver
anderd is", zelde hy. „Ik zal het jullie
zeggen, oy had alle drie een verstokt
hart en had steeds slechte gedachten,
dacht slechts aan u zeiven en aan uw
genoegen en nooit aan uw ouders, uw
zuster of aan de armen. Gy werd door
een man "hierheen gezonden en had. in
overeenstemming met uw slecht karak
ter ook een leelUk voorkomen gekregen.
Ik had u hier opgesloten, zoodat gy
eens kond nadenken cn ln uzelven tre
den om u zelf te beteren. Zor.der dat gy
het wist heb lk u dageiyks gadegeslagen
BIJVOEGSEL
VRIJDAG 29 JULI 1927
No. 32
'k Denk, dat myn Rubriokertjes nu
over heel Nederland verspreid zijn. Ja,
misschien wel ver over onze grenzen
zitten. Hoe heeriyk was dio eerste va-
cantiedag. Hadden Jullie ook zoo'n lust
om al maar te willen zingen. De kin
deren, die ln Haarlem bloven, zyn toen
's middags zeker naar Zandvoort ge
weest of Kraantje Lek, of misschien
wel naar Groenendaal. In de trein zag
je .ook allemaal menschen met vvroolijke
biyde gezichten. De Zomer reisde met
ons mee. De Zon scheen op velden en
akkers, de Zon scheen ook in onze cou
pé. Nu klaagde niemand over de Zon.
gelukkig werden er geen gordyntjes
dichtgetrokken voor de ruitjes. Wie het
niet zei, die dacht het toch: Wat heer
iyk. de Zon schynt!"
Er waren maar heel weinig passa
giers voor het kleine stationnetje Al-
men-Laren. Misschien wisten Jullie
niet eens, dat het bestond. Daar behoef
Je Je heelemaal niet over te schamen,
want een spoor-bcambte in Haarlem,
wien een onzer de fietsen gaf, wist het
ook niet.
„Nooit van gehoord", zei hy.
..'t Ligt hij Lochem',, zei de ver
zendster.
„Dan moet hy maar naar Locticm
verstuurd worden.' Er werd ln berust.
Maar nu moeten we ruim een uur loo
pen, om de flets te krygen.
wy hebben wel eens een raadsel op
gelost, waarvan dc uitkomst was: de
beste brcidster laat wel eens een steek
vallen. Wat, dio spoorman betrof, kon
je nu ook wel zeggen: De knapste
spoorman kent niet alle plaatsen. Op 10
minuten afstands van 't kleine, vricn-
deiyke stationnetje staat een wegw-y-
zer met dc aanduiding: De Ehze. Daar
moesten we zyn. Langs ccn moolen
landweg, waar de maaiers helaas al het
blonde koren wegsneden, kwamen we
op het landgoed de Ehze. Dit landgoed
behoorde vroeger aan de Graven van
Heeckeren. Denk maar aan den slrUd
van do Heeckerens cn Bronckhorsten.
Nu is liet in andere handen overgegaan,
"richt by den Hoofdweg, temidden van
oogopgaande eiken en donkere beu
ken staat een houten huisje. Rust
Roest geheeten. Dat ls ons Zomerv-r-
blUf. Er liggen geen kostbare lapyten
op de vloeren, er zyn geen dingen, die
gauw bederven kunnen, 't ls alles maar
heel eenvoudig, maar 't is er over
heerlijk. We hooren er niets dan vo
gels. Vogels, die vooral vandaag cn gis
teren het uitschateren en uitjubelen
van pret. omdat het nu heusch zo
mer ls.
Straks gaan we op verkenning uit
naar het elgenlUke dorp Almen. De
oudsten van jullie weten zeker wel, dat
onze pittige dichter Staring op het
kerkje van Almen een gedicht heeft ge
maakt. Er is veel te bewonderen,
waarvan we al gehoord hadden Juist
door Staring.
Nog even wil lk Je een voorbeeld
geven, hoe stil en hoe eenzaam 't hier
is. Het slot van onze buitendeur scheen
kapot. En kwam een smid by. die ons
resoluut vertelde: ..dat 't niet gong".
Moesten we dan 's nachts met onge
sloten ddeur slapen? Lachend keek 1:U
ons aan en antwoordde: „Hier komt
geen mins
W. B. Z.
Het schynt toch nog lekker warm weer
to willen worden zoodat dc ysco-mannen
met hun wagentjes langs de straat trek
ken cn goede zaken maken met hun ys-
wafcltjcs. Hier hebben we zoo'n „Usco",
doch als Jc alles met de plaat gedaan
hebt, wat Jo er mede moet doen dan zul
Je eens zien. welk een leuke verrassing
er voor Samuel in potto ls.
Vooreerst plak Je de heele teckenlng
op een stukje niet te zwaar karton en
dan kun Jc alles, als Je er plcizier ln
hebt, netjes kleuren met waterverf of
kleurkryt.
Ia alles goed droog, dan knip Je de ver
schillende doelen keurig netjes uit. Dan
maak Je een gaatje in no. 1 en 4 by
Een Rubriekertje schreef me over
onze vliegeniers: „Ik vind, dat die man
nen nu ln al onze geschiedenisboeken
moeten staan.. Dat zUn toch de groot
ste mannen van 1927".
Wellicht komen de namen der groote
vliegeniers wel ln onze geschiedenis
boeken te staan. We *Un trot.se h op
hen. Al kennen wo déze mannen niet
persooniyk. één ding durven wo bewe
ren: *t Zijn menschen van wiLskracht.
„Willen ls kunnen", heeft ln hun de
vies gestaan, 't zyn niet Juist dc men
schen met een groot verstand, of een
sterk geheugen, maar 't zyn de men
schen met yzeren wil, die iets bereiken
in hun leven.
Samuel; evenzoo by No. 2 op de lange
strook en by 3 op Samuels broek. Daar
na leg Je gaatje 1 op gaatje 2 cn steekt
er een paplerklcmmetje doorheen; het
zelfde doe Jc by gaatje 3 en 4.
Nu buig Je het hoofd van Samuel voor
zichtig een beetje naar voren en als Je
dan de lange strook heen en weer be
weegt, zul Jc zien dat Samuel den deksel
van de Uskast optilt. Maar nu komt de
verrassing. In plaats van ys komt dan
lederen keer het hoofd van Professor
Listig naar voren.
Je moet niet vergeten het zwarte vier
kant in het yswagpntjo netjes uit te sny-
den.
Noordpool ontdekkers, wereldreizigers,
't Zyn menschen van den wlL
We denken aan de gebroeders Hout
man, Columbus,. Livingstone en zoo
veel anderen.
Dit zyn de grooten der woreld. Vaak
waren het mannen, die een harde,
werkzame Jeugd achter den rug had
den. De meesten hunner hebben tegen
den stroom op moeten roeien. En voor
ons staat b.v. ccn David Livingstone.
Hy was maar een arme Jongen, die
reeds op tienjarigen leeftyd op een ka
toenspinnerij ln Schotland werkte. Do
8-urige ^rbeldst yd bestondtl nog op
lange na niet 14 uren daags werkte hy
in de splnncry. Een klein deel van zyn
loon mocht hy houden. Dat bespaarde
hy zuinig, tot hy er boeken voor koo-
pen kon. Boeken, waaruit hy kennis
kon opdoen. Toen hy 19 Jaar was, wilde
hy naar China trekken nis zendeling-
dokter. Maar het Brltscho Zendelings
genootschap stuurde hem naar Zuld-
Afrika. Eenmaal daar gekomen trok hy
verder. Hy ontdekte do Kahalari-
woestyn, het Ngami-mcer, do ZambcsL
Denk Je eens in: een eenzaam land
schap, een vreemde natie en taal, een
moordend klimaat. En voedsel, dat be
staat uit veldvruchten, Zebra-vleesch,
wat wilde honing. Was het wonder, dat
hy vaak leed aan hevige moeraskoort
sen. Hy trachtte ondanks alles voor het
zwarte ras een broeder te zyn.
Men heeft dezen man voordecligo
betrekkingen aangeboden, maar hy
heeft ze geweigerd.
Koningin Victoria heeft hem per
sooniyk de hand gedrukt, toen hy naar
Engeland kwam om verslag uit te bren
gen over zUn ontdekkingstochten. Het
Aardrykskundig genootschap te Lon
den biedt hem een gouden medaille aan.
Hy keert toch weer terug naar het
wilde land, waar zo op hem wachten,
waar ze zooveel nog van hem verlangen.
Later leeft hy maanden lang onder do
menschenyycters. Zyn vrouw sterft, zijn
bezittingen worden gestolen, en mis
schien zou hy zelf bezweken zijn, ais
hem geen blanke expeditie te hulp was
gekomen.
DE VACANTIE-
WEDSTRIJD.
Al is 't vacantie, we kunnen niet
voortdurend stilzitten. Er ls niets,, dat
gauwer verveelt dan nlets-doen Nu
heb ik voor Jullie een werkje bedacht,
dat Je niet alleen buiten kunt doen.
maar dat Je bulten moet doen. Als do
zon schynt, moeten wo erop uit gaan.
Straks wacht weer ons werk. straks zit
ten we weer binnen de schoolmuren,
daarom moeten we nu genieten van de
wondcrschoone natuur. We moeten om
ons heen speuren naar dat wondere le
ven van plant en kruid, van vogel- en
Insect. Deze wedstryd zal tot opschrift
dragen: Wat ik in mUn vacantie vond!
En nu denken wo even na? Wat kun
ne we vinden? Als wo aan zee ver
toeven: nloole schelpen, duinplanten
Als we in de bosschen zyn: bloemen,
bladen, gesteente, veertjes, neergeval
len eitjes.
Als we op de het zyn: blad en
bloem, gesteente, gebeente van klelno
dieren.
Bladen en bloemen kunnen gedroogd
worden ln ccn schrift b.v. Het overige
doo Je in één doos of Je sorteert het in
verschillende doosjes. Zooveel mogelijk
schryf Je bö alles naam en vlndplUu'....
Op 1 Sept. bezorg Je het my (niaar het
blijft Je eigendom». Kryg ik moolo in
zendingen dan maak lk er een ten
toonstellinkje van ln onzo Tydlngzaal.
Ik loof 3 prijzen uit In afdeellng I
(Jongens en meisjes van 11 Jaar en
ouder) en 3 in afd. II (Jongens en
meisjes van 10 jaar en Jonger). I)e 1st®
prijswlnners mogen kiezen welk bock
zU wenschen.
En nu Rubrirkertjes gaat naar bui
ten. Kyk om Jo heen, verzamel wat
mooi vindt, maar beschadig niets.
ONZE GROOTE MANNEN.