BRIEVENBUS ELSA EN HEI VINGERHOEDSKRUID. vond zy een prachtig bloeiend plantje van liet vingerhoedskruid. En o, wat een verrassing kreeg zUI Toen zij er naar keek, sprong er een kleine elf uit de bloemblaadjes en klom regelrecht naar boven! Ja, en toen zag zy nog een heclo boel andere elfen, die uit de bloemetjes keken! Zien Jullie zo ook? Ik weet zeker, dat Je ze gauw zult vinden. Nu moeten jullie allemaal Je kleur- krUtJes en jo water-verfdoos eens voor den dag halen en dit plaatje netjes kleuren. Wat zal het mooi zyn als het klaar is! DE DRIE BROEDERS. lijkheid van den man ging hU op weg en kwam na vijf dagen reizen bij den an deren man aan. Deze ontving hem vrien delijk en we^ hem een vertrek, waarin hij den nacht kon doorbrengen. Toen hij die kamer binnengetreden was, keek hij toevallig in den spiegel, die daar hing; maar hoe schrok hij, toen hij zyn beeld daarin zag! Hij was geheel veranderd en was een heel lcelijke man geworden. Ont zet sprong hij naar de deur en wilde eruit. Maar de deur was van yzer en stevig gesloten en voor het venster wa ren dikke ijzeren staven: hy was gevan gen! Wat zou er met hem gaan gebeu ren? Lang zat hij te peinzen Opeens werd de deur geopend en er trad een andere man binnen, die er ook leelijk uitzag en een langen neus had. De beide gevangenen namen elkander eens op en toen de tweede toevallig in den spiegel zUn beeld zag, riep hy verschrok ken uit: „Ben ik dat? Ben ik het, of ben ik het r.iet? Ik ben afschuwelijk leelijk gewor den!" En in stom gepeins verzonken ging ook hij zitten en geen van beiden sprak een woord. Zoo ging de nacht voorbij. Den volgenden morgen werd de deur wederom geopend, maar niet om hun spijs en drank te doen brengen, maar 0111 een derden persoon binnen te laten. Hij keek naar de twee leelijke gestalten en zette zich in een hoekje. Daar zat hij echter recht tegenover den spiegel en zi.in blik viel er toevallig in. Ontzet sprong hij op en riep: „Droom ik, of ben ik wakker? Dat kan ik toch niet zijn? Ik zie er toch heel anders uit! Wat is er met mij gebeurd?" Maar de andere twee gevangenen zel den. dat hij er toch werkelijk zoo uitzag, zooals de spiegel het hem liet zien en dat het geen gezichtsbedrog was. Met ren zucht viel hy op zijn stoel terug en sloot de oogen. Tegen den middag ging er ln den muur een klepje open en daardoor werd eten naar binnen geschoven. De eerste gevangene, die het langst daar was, tortte zich oogenblikkelijk op de spij zen en at alles op zonder zich om zijn medegevangenen te bekommeren. Zoo ging het ook den tweeden dag; hij gunde den anderen geen enkele bete. en gezien, dat uw inborst veranderd ls en gij nu in vrede met elkander leeft. Toen heb ik uw zuster laten halen om u mede te nemen; want zij is goed en ik hoop, dat gtJ uw vroeger leven vergeten zult en ook zoo zult leven als zij. Ik geef u uw vrijheid terug". Beschaamd hadden de drie broeders daar gestaan en voor de eerste maal ge voelden zij berouw in hun hart over hun levenswijze. En toen de oudste broe der verklaarde, dat zij van nu af een an der, beter leven wilden beginnen, toen kregen zij plotseling hun vroegere ge laatstrekken weder terug en toen was hun vreugde zeer groot. Zij bleven nog een dag met him zuster bU den toovenaar. die een goede man was en wiens taak het was menschen, die op den verkeerden weg geraakt waren weder tot het goede terug te brengen. Den volgenden dag echter keerden de drie broeders met hun zuster verheugd en dankbaar in hun hart weder naar de ouderiyke woning terug. Brieven aan de Redactie van de Kln- der-Afdceling moeten gezonden wor den aan Mevrouw BLOMBERGZEE MAN, v. d. Vlnnestraat 21rood. (In de bus gooien zonder aan bellen). THEEROOSJE. Harteiyk dank voor Je mooie kaart van het Theehuis „Oud Naardcn". Wat ziet het er daar gezellig uit. Heb Je een prettig dagje gehad? 't Weer was by ons zoo zoo. VERSPRINGER. Die overgang van Jou is nog eens een felicitatie waard. Je draagt je naam met eere. Ga zoo voort jongen. Maar wees verstandig en spring niet verder dan Je stok lang ls. JAN EN FRITS F. Jullie dank ik wel voor de mooie kaart uit Apeldoorn. Wat ls dat koninklijk park prachtig hè. Heb je in den vijver forellen zien zwem men? En heb Je het speelhulsje van de prinses gezien? W. v. d. L. Concurrentie heeft zooala vele dingen een goede en een verkeerde kant. Dat zul Je wel ervaren. Wat het sturen van de courant betreft zou ik je raden even een verzoek te richten aan de administratie met vermelding van Je nieuwe adres. Dan wordt het zeker aan Je opgestuurd. Ik kan Je heusch geen raad geven wat de t.yd van je vertrek betreft. Wanneer kan de familie Je in R. ontvangen? Wanneer we uit logeeren gaan, moeten we in de eerste plaats de beleefdheid in acht ne men tegenover gastheer of gastvrouw. My dunkt. Je ziet de zaken veel te don ker in. Zet er dapper Jo schouders on- •der en toon dat Je moed en durf hebt. Wel bedankt voor Je mooie kaarten, KNAGELIJNTJE. Heb Je een prettig vacantleweekje achter den rug. Wat een heerlijke gedachten, dat Je straks naar een hoogere klas gaat. Kom Je dan bU een andere Juffrouw te zitten? CONDOR, 't Deed me plezier weer eens wat van Je te hooren. Ik kan me best begrypen, dat de tyd om raadsels op te lossen Jo gaat ontbreken. Hoe ouder wc worden hoe harder we wer ken moeten. Die mevrouw, die graag Winterplaatjes had woont RUksstraat- weg 35, Haarlem-Noord. Heel vriende lijk van Je, dat Je haar wilt helpen. Dus JU zit ook op Je landgoed. Wat ls voor een stadsmensch het buitenleven toch heerlUk en clgeniyk ook wel noodig. Ik vind het een prettige gedachte, dat ik nog een bouquetje bloemen te goed heb. Misschien vind Je ln dit nummer den vacantie-wedstrUd. Wat Je leeftijd betreft, mag Je er nog net aan mee doen. Van Jou verwacht ik Juist een mooie inzending. SNEEUWVLOKJE. Dat wordt een feestweekje voor Je. En dan nog dat heeriykt boottochtje. Als Augustus nu maar net zoo mooi wi! worden als einde Juli. Prettig dat Je met een goed rap port bent overgegaan. Ik denk, dat kleine Alie het toch wel heel prettig zal vinden op school. PRINSESJE STERREMUUR. Daar ls heel wat te zien in die Haagschc BUen- korf. Hoo vond Je dio trap? Ik ging lie ver met de lift. Jo bovenbuurtje schreef me ook over de naderende feestdagen. Maar maar veel plezier. GOUDENREGEN. Jc schreef heel netjes. Ik wou. dat ik dat van alle Rit- briekertjes kon zeggen. Wat zUn Jouw vacanticplannen? Je bent toch zeker ook meer buiten dan binnen. M. II. Wil Jo voortaan ook Je naam onder Je raadsels zetten? Omdat Je schuilnaam er nog niet by stond, nam ik je voorletters maar. Moeder mag Je best wat helpen. Misschien vindt moe der het ook nog wel leuk. Als je in Gennep bent, zal ik zeker wat van je hooren. De leidsters zyn heel goede kennissen van me. Mevr. H. ken ik ook heel goed. Hoo gaat het nu met je moeder? Wat droevig voor je allen, dat ze al zoo lang ziek is. BERLINER BOL. Ik wensch Je ook een heel gcnoegiyke vacantie toe. Heb Je nog uitgaansplannen? DE KLEINE VIOLIST. Ik ben in mijn schik, omdat Jullie zoo in Je schik bent met den prys. HeÓ jy het boek ook al uit? Blijven Jullie op Santpoort? Wat zal het er nu ln de bosschen ook heeriyk zyn. ELFENKONINGIN. Zit Je nu in Am sterdam by Je tar.te? En biyf je er de heole vacantie? Buiten is het nu wel mooier, maar een gezellige omgeving is ook veel waard. Misschien wil moeder Je Onze Jeugd wel opzenden. SLAAPMUTSJE. Zoo'n prachtig rap port heb .ik in myn heele leven nog nooit gehad, jy bent toch heusch geen slaapmutsje. Ik wil graag gelooven, dat moeder daarover tevreden was. BABY PEGGY. Ook veel genoegen gewcnscht. Heb jy nog uitgaansplan nen? PRINS WILLEM VAN ORANJE. Al- nien ligt in de Graafschap, ongeveer even ver van Vorden als van Lochem. Van Haarlem uit kun Je voor de heele vacantie wel uitstapjes bedenken. Als Je hier vertelt, dat je uit Haarlem komt, zeggen ze dadeiyk: „Daar is 't zoo mooi, he?" Of we ook in een be roemde plaats wonen. GOLIATH. Gefeliciteerd met Je overgang. Dat was nog eens een royaal cadeau van vader, zyn Je postzegels al ln het nieuwe album geplakt? Zit je nu in 't Gooi? Begint de hei al te kleuren? Ik wensch je dolveel plezier. WILDEBRAS. Btlna alle kinderen hebben raadsel 1 gevonden. Ik vind 't hier een heeriyk oord. 't Is er zoo stil Van auto's merk Je niets. Autobussen bestaan hier niet en de trein is ver weg. 's Nachts krygen we wel eens bezoek van een uil. die op ons dak komt zit ten blazen, wy vernamen dat hy den afgeloopen winter in onze veranda heeft doorgebracht. Overdag zien we hem nooit. Nu, wat de raadsellotery betreft. Onder degenen, die minstens 13 raad sels in do maand hebben goed gehad, verloot ik 3 raadselpryzenr De volgen de week kun Je de namen lezen van hen, die een prys gewonnen hebben, jy komt ook voor mccloten in aanmerkinc. ASTRA. Van Dinsdag op Woensdag nacht heeft het hier geonweerd en ge regend, maar 's morgens was het weer schitterend mooi.. Wat ls dat jaartje voor Jou gauw voorby gegaan. Je bene zeker in dien tyd een knap huishoud stertje geworden, dat moeders rechter hand ls. W. v. d. L. Wel bedankt voor die leuke padvlnderskiek. Die genieten nu ook heeriyk. Onderweg zag lk verschil lende troepjes Ze zagen er zoo glunder uit. VENTJE PIGOELMEE. Was je maar hier in myn buurt, dan mocht je alle dagen in myn bosch komen tollen en steltloopen. Dat zou Je wel bevallen, hè? BlUf Je met de vacantie in Haar lem? Jullie wonen zoo heeriyk buiten dat tol en stelten daar ook wel* dage - ïyks ln gebruik zullen zyn. GOUDHAANTJE. Dus 't boottochtje ls fyn geweest, 't Weer had beter ge kund maar als Je echt plezier hebt. stoor Je Je niet zoo heel erg aan 't weer. Ik dacht wel., dat de Alfenaars huis en haard moesten verlaten om naar Jullie te komen kijken. Geniet verder nog maar heeriyk van Jeva cantie. FRANS H. Er zyn hier ook zooveel verschillende bloemen. De meeste ko men ook by ons in Haarlem voor. El- is hier b.v. een struik met rose-achtige bloemen die ze in deze omgeving prui keboom noemen, 't Is een goedgevon den naam. want de bloemen zyn nc'. lango rase haren. ZUSJES H. Ik ben nog niet in de bewoonde wereld geweest. Maar wan neer lk dezer dagen een ansichtenwin kel tegenkom, zal lk een voorraad op doen. Ieder Rubriekertje, dat zUn adres meldt, zal ik er centje sturen. Dan kun Je Je ook vele dingen, die ik „Aan Allen schrijf beter voorstellen. X A Er varen ceus drie broeders, die de zoons van njkc. ouders waren. Die ouders wuren goede lieden, die met hun gold slechts goed deden en vóór alles aan de nrmo menschen dachten. Behalve de drie zoons hadden zy ook nog ccn dochter, die wel niet schoon was, doch een zeer goed hart lmd, Juist zooaLs hare ouders. Dr drie Jongens hadden allen een flinke gestalte en leder, die hen zag. verheugde zich over hen. Maur hun hart was niet mild en steeds leefden zy met elkander ln twist en tweedracht; hun ouders ge hoorzaamden zy niet en zoo bereidden zy die altijd kommer en zorg; geen vrien- dciyk of boos woord kon de drie Jongens tol inkeer brengen. En zoo verzwakten de ouders door liet voortdurend harte- loed hunner kinderen, tot zy op zekeren dag de oogen voor immer sloten. De erfe nis werd ln 4 gelUke doelen verdeeld, zoo- ui* de ouders dat vóór hun dood beslo ten luidden en de drie broeders trokken de wUdo wereld in. leder in een andere richting, daar zy toch niet met elkander overweg konden. Hun zuster echter lieten zy thuis in het ouderiyke huls. zy kon. zooals wy hoorden, goed van de erfenis leven. De oudste der broeders kwam op zijn reLs ook ln een groote stad en daar hU zeer lichtzinnig was had hy al spoedig zOn erfdeel verbrast en was arm gewor den HU verliet dc stad. daar zijn zooge naamde vrienden hem niet helpen wil den en zich van hem afwendden. Op zyn zwerftochten kwam hy ln een groet woud en toen de avond gevallen was. zag hy daar een verlichte hut. Hy klopte aan en de deur ging open. Een man ver scheen cn deze man was een toovenaar. peze man nam hem op en toen hy hem zijn lotgevallen verteld had. zelde hy tot hem „Ik zal Jo helpen, aa nu maar slapen en morgenvroeg zullen wy er verder over ■preken." De zwerver legde zteh te lied en sliep al .spoedig in. Den ^volgenden morgen, nadat hl| ontbeten had. zond de toove naar hem naar een man. die vyf dag reizen ver ln het bo;.ch woonde; deze zou hem dan mededeolcn wat hU verder, doen moest. Verheugd over dc vriende- Den derden dag echter ontstond er een heftige worsteling en het einde was, dat een hunner per ongeluk tegen de tafel stiet," waarop de spijzen stonden, zoodat deze op den grond vielen en niemand Iets te eten kreeg. Tenslotte spraken zy af dat zU in het vervolg het eten redciyk verdoelen zouden en zoo geschiedde. Op zekeren dag, er waren toen al vele weken verloopen, hoorden zy voor het huis een wagen voorryden. zy sprongen op het venster toe en keken naar buiten. In het rytuig zat een dame. Toen de eene gevangene deze dame zag, riep hU uit: „Dat is myn zuster!" De anderen kwamen dichterby en allebei riepen zU. als uit één mond: „Dat is myn zuster!" Toen zy deze woorden gesproken had den, zagen zij elkander verschrikt aan. ,.Wat is dat?" riepen zy uit, „is dat uw zuster? Neen, het is de myne, lk herken haar toch duideiyk!" Ieder wilde geiyk hebben en aldra zou het weder tot ccn groot gevecht gekomen zijn. als niet de jongste der drie gezegd: had: Luistert! Ieder onzer beweert, dat deze dame zUn zuster is. Hoe is dat mo gelijk? Wie zyt gy cn waar komt gy van daan?" Toen vertelde ieder hunner op zyn beurt, dat hy twee broeders gehad had en een zuster. Na den dood der ouders was hy de wijde wereld in gegaan en ten slotte. nadat hy zyn geld verloren had, v/as hy terecht gekomen by een behulp- zamen man. die hem hierheen gezonden had. Toen bemerkten zy, dat zy broe ders warert en hunne vreugde was groot. Maar waarom hield die man hen hier ge vangen en waarom zagen zy er zoo af- schuweiyk uit? Terwyi zy daar zoo sa men over spraken cn beraadslaagden hoe zy uit hun gevangenschap zouden kun nen geraken, werd de deur van hun ka mer geopend en de eigenaar van het huis trad binncp met de dame. welke de broeders als hun zuster herkend had den. „GU weet niet waarom gü hier ge vangen zit en waarom uw uiteriyk ver anderd is", zelde hy. „Ik zal het jullie zeggen, oy had alle drie een verstokt hart en had steeds slechte gedachten, dacht slechts aan u zeiven en aan uw genoegen en nooit aan uw ouders, uw zuster of aan de armen. Gy werd door een man "hierheen gezonden en had. in overeenstemming met uw slecht karak ter ook een leelUk voorkomen gekregen. Ik had u hier opgesloten, zoodat gy eens kond nadenken cn ln uzelven tre den om u zelf te beteren. Zor.der dat gy het wist heb lk u dageiyks gadegeslagen BIJVOEGSEL VRIJDAG 29 JULI 1927 No. 32 'k Denk, dat myn Rubriokertjes nu over heel Nederland verspreid zijn. Ja, misschien wel ver over onze grenzen zitten. Hoe heeriyk was dio eerste va- cantiedag. Hadden Jullie ook zoo'n lust om al maar te willen zingen. De kin deren, die ln Haarlem bloven, zyn toen 's middags zeker naar Zandvoort ge weest of Kraantje Lek, of misschien wel naar Groenendaal. In de trein zag je .ook allemaal menschen met vvroolijke biyde gezichten. De Zomer reisde met ons mee. De Zon scheen op velden en akkers, de Zon scheen ook in onze cou pé. Nu klaagde niemand over de Zon. gelukkig werden er geen gordyntjes dichtgetrokken voor de ruitjes. Wie het niet zei, die dacht het toch: Wat heer iyk. de Zon schynt!" Er waren maar heel weinig passa giers voor het kleine stationnetje Al- men-Laren. Misschien wisten Jullie niet eens, dat het bestond. Daar behoef Je Je heelemaal niet over te schamen, want een spoor-bcambte in Haarlem, wien een onzer de fietsen gaf, wist het ook niet. „Nooit van gehoord", zei hy. ..'t Ligt hij Lochem',, zei de ver zendster. „Dan moet hy maar naar Locticm verstuurd worden.' Er werd ln berust. Maar nu moeten we ruim een uur loo pen, om de flets te krygen. wy hebben wel eens een raadsel op gelost, waarvan dc uitkomst was: de beste brcidster laat wel eens een steek vallen. Wat, dio spoorman betrof, kon je nu ook wel zeggen: De knapste spoorman kent niet alle plaatsen. Op 10 minuten afstands van 't kleine, vricn- deiyke stationnetje staat een wegw-y- zer met dc aanduiding: De Ehze. Daar moesten we zyn. Langs ccn moolen landweg, waar de maaiers helaas al het blonde koren wegsneden, kwamen we op het landgoed de Ehze. Dit landgoed behoorde vroeger aan de Graven van Heeckeren. Denk maar aan den slrUd van do Heeckerens cn Bronckhorsten. Nu is liet in andere handen overgegaan, "richt by den Hoofdweg, temidden van oogopgaande eiken en donkere beu ken staat een houten huisje. Rust Roest geheeten. Dat ls ons Zomerv-r- blUf. Er liggen geen kostbare lapyten op de vloeren, er zyn geen dingen, die gauw bederven kunnen, 't ls alles maar heel eenvoudig, maar 't is er over heerlijk. We hooren er niets dan vo gels. Vogels, die vooral vandaag cn gis teren het uitschateren en uitjubelen van pret. omdat het nu heusch zo mer ls. Straks gaan we op verkenning uit naar het elgenlUke dorp Almen. De oudsten van jullie weten zeker wel, dat onze pittige dichter Staring op het kerkje van Almen een gedicht heeft ge maakt. Er is veel te bewonderen, waarvan we al gehoord hadden Juist door Staring. Nog even wil lk Je een voorbeeld geven, hoe stil en hoe eenzaam 't hier is. Het slot van onze buitendeur scheen kapot. En kwam een smid by. die ons resoluut vertelde: ..dat 't niet gong". Moesten we dan 's nachts met onge sloten ddeur slapen? Lachend keek 1:U ons aan en antwoordde: „Hier komt geen mins W. B. Z. Het schynt toch nog lekker warm weer to willen worden zoodat dc ysco-mannen met hun wagentjes langs de straat trek ken cn goede zaken maken met hun ys- wafcltjcs. Hier hebben we zoo'n „Usco", doch als Jc alles met de plaat gedaan hebt, wat Jo er mede moet doen dan zul Je eens zien. welk een leuke verrassing er voor Samuel in potto ls. Vooreerst plak Je de heele teckenlng op een stukje niet te zwaar karton en dan kun Jc alles, als Je er plcizier ln hebt, netjes kleuren met waterverf of kleurkryt. Ia alles goed droog, dan knip Je de ver schillende doelen keurig netjes uit. Dan maak Je een gaatje in no. 1 en 4 by Een Rubriekertje schreef me over onze vliegeniers: „Ik vind, dat die man nen nu ln al onze geschiedenisboeken moeten staan.. Dat zUn toch de groot ste mannen van 1927". Wellicht komen de namen der groote vliegeniers wel ln onze geschiedenis boeken te staan. We *Un trot.se h op hen. Al kennen wo déze mannen niet persooniyk. één ding durven wo bewe ren: *t Zijn menschen van wiLskracht. „Willen ls kunnen", heeft ln hun de vies gestaan, 't zyn niet Juist dc men schen met een groot verstand, of een sterk geheugen, maar 't zyn de men schen met yzeren wil, die iets bereiken in hun leven. Samuel; evenzoo by No. 2 op de lange strook en by 3 op Samuels broek. Daar na leg Je gaatje 1 op gaatje 2 cn steekt er een paplerklcmmetje doorheen; het zelfde doe Jc by gaatje 3 en 4. Nu buig Je het hoofd van Samuel voor zichtig een beetje naar voren en als Je dan de lange strook heen en weer be weegt, zul Jc zien dat Samuel den deksel van de Uskast optilt. Maar nu komt de verrassing. In plaats van ys komt dan lederen keer het hoofd van Professor Listig naar voren. Je moet niet vergeten het zwarte vier kant in het yswagpntjo netjes uit te sny- den. Noordpool ontdekkers, wereldreizigers, 't Zyn menschen van den wlL We denken aan de gebroeders Hout man, Columbus,. Livingstone en zoo veel anderen. Dit zyn de grooten der woreld. Vaak waren het mannen, die een harde, werkzame Jeugd achter den rug had den. De meesten hunner hebben tegen den stroom op moeten roeien. En voor ons staat b.v. ccn David Livingstone. Hy was maar een arme Jongen, die reeds op tienjarigen leeftyd op een ka toenspinnerij ln Schotland werkte. Do 8-urige ^rbeldst yd bestondtl nog op lange na niet 14 uren daags werkte hy in de splnncry. Een klein deel van zyn loon mocht hy houden. Dat bespaarde hy zuinig, tot hy er boeken voor koo- pen kon. Boeken, waaruit hy kennis kon opdoen. Toen hy 19 Jaar was, wilde hy naar China trekken nis zendeling- dokter. Maar het Brltscho Zendelings genootschap stuurde hem naar Zuld- Afrika. Eenmaal daar gekomen trok hy verder. Hy ontdekte do Kahalari- woestyn, het Ngami-mcer, do ZambcsL Denk Je eens in: een eenzaam land schap, een vreemde natie en taal, een moordend klimaat. En voedsel, dat be staat uit veldvruchten, Zebra-vleesch, wat wilde honing. Was het wonder, dat hy vaak leed aan hevige moeraskoort sen. Hy trachtte ondanks alles voor het zwarte ras een broeder te zyn. Men heeft dezen man voordecligo betrekkingen aangeboden, maar hy heeft ze geweigerd. Koningin Victoria heeft hem per sooniyk de hand gedrukt, toen hy naar Engeland kwam om verslag uit te bren gen over zUn ontdekkingstochten. Het Aardrykskundig genootschap te Lon den biedt hem een gouden medaille aan. Hy keert toch weer terug naar het wilde land, waar zo op hem wachten, waar ze zooveel nog van hem verlangen. Later leeft hy maanden lang onder do menschenyycters. Zyn vrouw sterft, zijn bezittingen worden gestolen, en mis schien zou hy zelf bezweken zijn, ais hem geen blanke expeditie te hulp was gekomen. DE VACANTIE- WEDSTRIJD. Al is 't vacantie, we kunnen niet voortdurend stilzitten. Er ls niets,, dat gauwer verveelt dan nlets-doen Nu heb ik voor Jullie een werkje bedacht, dat Je niet alleen buiten kunt doen. maar dat Je bulten moet doen. Als do zon schynt, moeten wo erop uit gaan. Straks wacht weer ons werk. straks zit ten we weer binnen de schoolmuren, daarom moeten we nu genieten van de wondcrschoone natuur. We moeten om ons heen speuren naar dat wondere le ven van plant en kruid, van vogel- en Insect. Deze wedstryd zal tot opschrift dragen: Wat ik in mUn vacantie vond! En nu denken wo even na? Wat kun ne we vinden? Als wo aan zee ver toeven: nloole schelpen, duinplanten Als we in de bosschen zyn: bloemen, bladen, gesteente, veertjes, neergeval len eitjes. Als we op de het zyn: blad en bloem, gesteente, gebeente van klelno dieren. Bladen en bloemen kunnen gedroogd worden ln ccn schrift b.v. Het overige doo Je in één doos of Je sorteert het in verschillende doosjes. Zooveel mogelijk schryf Je bö alles naam en vlndplUu'.... Op 1 Sept. bezorg Je het my (niaar het blijft Je eigendom». Kryg ik moolo in zendingen dan maak lk er een ten toonstellinkje van ln onzo Tydlngzaal. Ik loof 3 prijzen uit In afdeellng I (Jongens en meisjes van 11 Jaar en ouder) en 3 in afd. II (Jongens en meisjes van 10 jaar en Jonger). I)e 1st® prijswlnners mogen kiezen welk bock zU wenschen. En nu Rubrirkertjes gaat naar bui ten. Kyk om Jo heen, verzamel wat mooi vindt, maar beschadig niets. ONZE GROOTE MANNEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 13