FOX EN POES.
Het was een warme, zonnige morgen.
Fox lag op een matje voor de deur en
koesterde zich in de lekkere warme zon
neschijn. Er was geen tevredener schep
sel op de wereld, dan onze fox. Zoo nu
en dan knipte hU met zUn rechteroog
en dan weer eens met het linker. En als
er ln de verte Iemand voorbijging. Het
hU half slapend een geluld hooren, dat
op een waf. waf gelijken moest. Maar
dan verviel hU weder ln zUn halfsla-
penden toestand.
Plotseling hoorde hU een eigenaardig
geluid. Wat was dat? Het kwam hem
zoo bekend voor. Zou de man met 't U«-
wagentje langs komen? Die had ook
roo'n bel aan zijn wagentje. Hij hief zUn
neus op. om te probeeren of hU niets
ruiken kon: maar de man met het ijs-
wagentje was het niet. Maar hij wilde
toch zeker weten, wat het was en waar
die klingelende klokjes toon vandaan
kwam.
HU sprong op en liep door den tuin.
Daar kwam jdjn vriendin de Poes van
den buurman over de schutting gespron
gen. Zli had een blauw lintje om en
daaraan hing een belletje. Nu wist hlJ.
waarom het geluld hem zoo bekend
voorgekomefl was. Fox begroette zUn
vriendin zeer vriendschappelijk en vroeg
hoe zU het maakte Maar Poes beant
woordde de vraag slechts met een ge
blaas. Fox ging een schrede achteruit
en staarde haar zoo verbaasd aan. dat
hU vergat zUn tong. die hem nog uit
den bek hing. terug te trekken. Tegen
over hem stond zUn vriendin en zweep
te met haar staart over den bodem.
..Waarom ben je vandaag zoo boos?
Wat scheelt Je? Was de melk zuur of
Is er Iets anders, onaangenaams. bU
Jullie voorgevallen?" Zoo informeerde
Fox belangstellend.
EindelUk antwoordde Poes:
..Ik kan het daarginds niet. meer uit
houden. Die andere kat maakt mU het
leven tot een kwelling".
..Welke andere kat is dat dan?" vroeg
Fox verbaasd.
,.Ja. er is vast en zeker nog een an
dere kat: die doet alle1' na. wat Ik doe.
Het gaat zelfs zoo ver. dat zij een blauw
lintje om den hals draagt, als lk er een
om heb."
..Ik kan me heelemaal niet herinne
ren". zelde Fox. „dat Je me ooit van
een tweed# poes gesproken hebt. Wat
heb Je daar aan dat lintje hangen? O.
een belletje. Dat is het., wat lk gehoord
heb. Ik dacht al. dat het de U-sco-man
was. Je moet namolUk weten, dat ik met
dit warme weer. graag een Uswafeltjc
lust".
Poes keek haar vriendje half boos.
half lachend aan en schudde zich toen.
zood.it het belletje luid rinkelde
..MUn mevrouw heeft het me vanmor
gen gegeven", vertelde ?-U verder. ..Ik
ben vandaag een half Jaar oud gewor
den En weet Je wat? Die andere heeft
er natuurlijk ook een. En daarom ben lk
zoo boos!"
..Het ls toch haast niet te gelooven",
viel Fox haar in de rede.
..Ja. lk heb er genoeg van. ZU heeft,
waarachtig, een blauw lintje om ook. net
precies als ik: heb ik een rose lintje om
dan heeft zU er ook een 0111. En van
daag! Vandaag heeft zU net als ik. een
blauw lintje om en daar hangt
net als bU mU een belletje aan!"
Fox zat in gedachten voor zich te
kllken. Dat was toch zeker een zeer
eigenaardige zaak. dacht hU- En hU zon
er over. hoe dat toch samen kon han
gen Toen vroeg hU aan Poes:
..Wanneer heb Je haar gezien?"
..Tien minuten geleden ongeveer", was
het antwoord. „De deur van de huls
kamer stond open en toen heb lk haar
weer gezien. Ik zeg Je. ze woont daar.
net als lk!"
..Dat ls wat nieuws voor mU: lk zou ze
toch zeker wel eens gezien hebben!" zei
Fox.
Maar Poes ging voort:
„lederen keer. als lk ln die kamer
kom. ls zU er. Ik kan het zoo niet lan
ger uithouden"
Wat wil Je dan doen?" vroeg Fox
met een gezicht, dat ln diep nadenken
verzonken was. „Weet je wat? Ik zal
met haar vechten en proWeren haar dat
belletjes af te nemen. Ik zal je wel hel
pen, hoor. Kom, we zullen er naar toe
gaan en kUkcn hoe en waar we haar te
pakken kunnen krijgen. Dan zullen wij
eens kUken wie de oudste rechten daar
ln huis heeft!"
ZU gingen door den tuin en kwamen
aan het achterpoortje. Voorzichtig gin
gen zU naar binnen en kwamen in de
hal. Nergens was een kat te zien. Poes
waarschuwde Fox om voorzichtig te
loopen, opdat de andere hen niet zou
hooren: anders zou zUn wegloopen.
Zachtjes kwamen zU bU de hulskamer
deur. Deze stond aan en Poes sloop
vlug en zacht de kamer binnen,
aan", riep zU uit*
„Zie Je. daar heb Je haar weer met
haar blauwe lintje met het belletje er
Fox kwam ook binnen en vroeg:
„Waar?" HU keek over haar kop heen,
doch zag nergens een tweede kat.
„Daar! Daar!" riep Poes opgewonden
uit. „Zie Je dan niet. dat ze alles na
doet. wat ik doe? Het blauwe lintje, het
belletje! O, ik heb een hekel aan haar!"
Toen zag Fox ook. wat Poes bedoelde
en brak in een schaterlach uit. Dikke
tranen van pleizier rolden over zijn
snoet en met moeite bracht hü de woor
den uit: „Dat is Je spiegelbeeld!"
Poes draaide zich om en zag hoe haar
vriendje van pleizier met zUn staartje
heen en weer zwaaide.
„Zie je dan niet. dat Je het zelf bent!
NatuurlUk doet zU Je alles na, wat JU
doet!"
„Zoo, zoo", zei Poes kleintjes, doch zU
begreep het nog niet recht, hoe dat alle
maal in zUn werk ging; want zij zeide:
„Ik zal die andere eens een flinken tik
om haar ooren geven!" ZU liep naar den
spiegel toe, haalde met haar rechter
voorpoot uit en sloeg zichzelf om
de ooren.
Toen merkte zU. dat haar vriendje
toch gelijk had. Toen deze uitgelachen
was, zeide hU tot Poes:
„Kom nu mee. Ik heb gisteren achter
de derde struik van het konijnenhok af
gerekend een lekker beentje begraven.
Er zit nog heel wat aan te smullen. Dat
beentje zullen wU nu eens gaan opgra
ven en alles samen deelen".
Poes was het er mede eens en heel
vergenoegd gingen zU weder den tuin in.
DE OUDSTE
door
W. B.—Z.
4)
'k Had bUna mUn heele doos postpa
pier al verschreven op advertenties.
Twee keer kreeg ik antwoord. Mijn
salaris was nihil in het eene geval en
mUn werkzaamheden leken meer op
die van een loopmeisje, dan van een
secretaresse in het andere geval.
MUn verlangens namen eenvoudiger
vorm aan. Ik zou al tevreden zijn met
een betrekking van kantoorbediende.
Af en toe was er wel vraag naar een
Jongstcn bediende, maar heel tergend
stond dan tusschen haakjes Cmanne-
lUk).
„Wat heb ik aan dat diploma, als
lk er niets mee doen kan?" barstte ik
dikwUls uit.
„Je hebt nog een eigen thuis, kind,"
suste moes dan. En vader zei: ,3U
moeder ls altUd volop werk. Dus Je be
hoeft niet werkloos te zUn."
Wath had Je aan die troostgronden?
't Was om het dichterlUk uit te druk
ken: naar maar waar. of omgekeerd.
Zoo bleef ik maar thuis hangen. Soms
keek moeder me verwijtend aan, als ik
met een gezicht als een oorworm boon
tjes zat af te halen of wat nog erger
was aardappels zat te schillen. Ba.
wat een werk. AfschuwelUke handen,
dat Je er van kreeg!
"t Allerliefste hield ik Polly bezig.
Zoo'n kind babbelt zoo leuk en kan Je
zooveel grappige dingen vragen. Bij de
grootouders kwam lk niet dikwUls.
Grootvader kwam nog wel eens een
uitgeknipte advertentie voor me bren
gen, maar grootmoeder zei laatst nog:
„Wat zie JU er tegenwoordig ontevre
den uit. 'k Zou me schamen met zoo'n
gezicht rond te loopen.
't Was nu al eind September. De
scholen waren al eenlge weken begon
nen. Eerst leek de vrUheld me zoo
heerlUk en nu voelde ik iets als,heim
wee naar de schoolbanken.
Miep was nu voor 't eerst naar school
gegaan en daarom kwam Polly meer
voor mUn rekening.
O. Polleke was het lichtpunt in mUn
huishoudelijke beslommeringen, 't Kind
was nog nooit zoo dikwUls naar den
Hout geweest als met mU- Ze wist al
op welk bankje we geregeld zaten. Ik
nam dan in mUn taschjc een hand
werkje mee of een mooi boek en Pcf
vermaakte zich wel met de kinderen,
die altUd in de buurt waren.
Eens op een dag 'k vergeet het
nooit, al word ik honderd jaar had
ik den heelen morgen moeten helpen,
't Was huiskamerdag en Sientje, ons
hitje was niet verschenen. Wat een
werk dat meubels uitwrUven.
„Lap JU de ramen dan maar," zei
moeder.
't Was minder saai. Ik houd wel van
plassen en ploeteren, maar toch.
„Ik snap niet, waarvoor dat allemaal
noodig is." mopperde ik telkens.
1 ,,'t Is mooi weer. Je gaat vanmiddag
maar met Polleke uit," suste moeder
„.Moet u er dan nooit uit?" riep ik
verontwaardigd. Waar had moes toch
lust in obj altijd maar weer dingen, die
een and®* vuil gemaakt had. schoon
te makefj t
„Hoe uoet het eten dan klaar ko
men?", \roeg moeder lachend. Ja
heusch. ze lachte nog.
„Laten we van een kok gaan eten.
Dat doen zooveel menschen tegen
woordig."
„Wat dacht je, dat voordeeliger
was?"
„Nou ja, je gemak is ook wat waard.
Als ik later trouw dan begin ik dade
lijk aan mUn man te vertellen dat lk
van al dat huishoudelUke gedoe nlxs
moet hebben."
„Als die man jou dan maar moet
hebben." lachte moes weer.
„Hoe wil je je dagen dan vullen,
Suus?'
„O, met allemaal dingen, waar lk
zin in heb. Tennissen, zwemmen, lezen
in den morgen, 's middags auto-en en
's avonds naar een corcert of comedie.'
„Zou zoo'n leventje Je niet gauw
gaan vervelen?"
„Welnee moes. probeer u 't eens voor
de aardigheid U zult eens zien, lk houd
het oer veel langer mee uit dan met
dit huishoudelUk geploeter."
We maakten er beiden schik over.
'k Was zoo waar ln de beste stemming
toen ik ruim twee uur met Pol Hout-
waarts ging.
Polleke droeg als gewoonlUk haar
taschje gevuld met de overgeschoten
boterhammen van twaalf uur.
De hertjes moesten eerst gevoederd.
Dan de eendjes en als de pauwen heel
lief waren, kregen ze ook wat. In den
regel was de voorraad dan reeds uitge
put. r>
Polleke ontmoette bU de eendjes een
Haarlemmerhout-vriendinnetje, 't Was
een zekere Marietje. Die kleine peu
ters hebben altUd aan den voornaam
genoeg. Marietje droeg een groote
baby-pop in haar armen. Nu mocht
Polly de pop dragen, wanneer Marie
tje verder de eendjes mocht voeren.
De ruiling had zonder veel woorden
plaats. 0
Ditmaal trof ik het ook, want Ma-
rietje.o die anders vergezeld was van
het dienstmeisje, had nu een leuk
meisje bU zich van mUn leeftUd.
„Ben Je eene zusje van Marietje?"
informeerde ik.
„Een nichtje. Ik logeer hU hen. Ik
woon in Rotterdam,zie Je."
't IJs was tusschen ons gebroken. WU
wisten al heel gauw alles van elkaar.
In den donkeren Hout zochten we
de bank op, we Heten de kinderen sa
men spelen en wU babbelden, babbel
den. alsof we elkaar reeds Jaren ge
kend hadden.
ZU heette Til en was een jaar
ouder dan ik. Ze werkte in een apo
theek en zou over een jaar examen
doen voor apothekers-assistente. Ze
was eerst drie jaar op een H. B S. ge
weest. Met eenige minachting sprak
ze over een kantoor. Wat had je daar?
Hard werken voor een beetje geld
Haar baantje was veel fUner. Je
moest wennen aan het staan, maar
och dat viel ook wel mee. Ze was bU
een alleraardigsten apotheker. Ze
kwam vaak binnen bU mevrouw en de
kinderen, 't Leek alles zoo heerlUk,
dat ik me half voornam om ook maar
apothekeres te worden.
Wordt vervolgd).
DE SOEP VAN
MEVROUW BEER.
Meneer en Mevrouw Beer hielden bij
zonder veel van soep, die mevrouw Beer
zoo heel lekker kon koken. Toen het
Lente werd en zU uit hun winterslaap
ontwaakten, zagen ze naast zich lig
gen drie alleraardigste jonge kleine
beestjes. Daarmee waren ze zoo ln hun
schik, dat ze besloten een feestje te ge
ven voor hun buren, om die dan tege-
lUk uit te noodigen hun drie kinder
tjes eens te komen zien.
„Bruintje", zei Mevrouw Beer tot haar
man. „loop JU nu eens bU de buren aan
om ze te vragen, dan maak ik in dien
tUd een grooten ketel lekkere soep. Het
Ls al wel voorjaar, maar de avonden
zijn toch nog zoo koel, dat ik wel denk,
dat onze. buren ook graag iets warms
eten zullen."
Het was een prachtige avond. De
maan scheen zoo mooi, dat de bosschen
er in het maanlicht even mooi uitzagen
als op den dag wanneer de zon scheen.
TcrwUl haar man uit was. was mevrouw
Beer druk aan 't werk geweest en tegen
den tUd, dat de buren konden komen,
was ze heelemaal klaar, ze op vriende-
lUke wUze te ontvangen. Toen de gas
ten kwamen, verzocht mevrouw Beer ze
plaats te willen nemen aan de tafel,
waar bU Ieders plaats een groote diepe
kom gereed stond. Daar zaten ze dan;
meneer en mevr. Rat, die ternauwer
nood op tafel konden kUken, want
waren geen van beiden erg groot: Me
neer Eekhoorn, die «hoopte, dat de kom
daar voor hem straks met lekkere no< 1-
Jes zou worden gevuld, en meneer Vu-,
die ook al rekende op een malsch kluifje
Allemaal keken ze echter erg teleur,:,
steld, toen ze zagen, dat in plaats ven
de heerlUkheden, die ze verwacht had
den, mevrouw Beer een groote pan soep
van 't vuur haalde en de kommen
daarmee begon te vullen.
Dat was een leclUkc tegenvaller, want
geen van allen waren ze gewoon ooit
soep te eten. Zelfs de Vos. die anders
altUd erg beleefd kon doen, had nu
groote moeite om een vriendelijk ge
zicht te zetten. Maar gelukkig schoot
hem spoedig een gocdo gedachte te bin
nen. TcrwUl mevrouw Beer nog druk
bezig was met opdienen der soep, keek
hU zUn tafelburen even aan en gaf hun
stilletjes een wenk, dat hU zc wel zcu
helpen. Zich tot de gastvrouw wendend,
vroeg hij op allervriendelUksten toon
„Maar lievemevrouw Beer. vertel ons
nu toch eerst eens waar uwe drie kin
dertjes zUn, want ik ben zoo nieuv. -
gierig die te zien. dat lk onmogelijk
kan eten. voor dot lk met hen heb ken
nis gemaakt
Meneer Eekhoorn en meneer en me
vrouw Rat waren het met meneer Vos
roerend eens en drongen er ook op na
dat mevrouw Beer eerst haar kinder,
voor den dag zou halen, alvorens lr
maal zou beginnen. Mevrouw Beer. d
het wat prettig vond, dot haar gasten
zooveel belangstelling voor haar k.;
deren toonden, haastte zich de pan niet
soep weder op het vuur te zetten, liep
naar de slaapkamer en kwam na enkele
minuten terug met haar drie beren-
kindertjes bU zich. „Beer." zei menec
Vos, op vleienden toon. zc lUkcn pret
op uw vrouw en dat moet wel, want ik
kan niet gelooven, dat gij er. toen ge
jong waart, zoo snoezig uitgezien kunt
hebben."
Meneer Beer zelf, zat onderwijl met
zUn neus Juist boven ccn heel groote
kom soep. die hU bezig was leeg tc ma
ken en hoorde dus niets van wat me
neer Vos tot zün vrouw zeide. „Kun
nen ze misschien ook al dansen, me
vrouw," vroeg de slimme Vos.
„Of zU dat kunnen!" antwoordde de
trotsche moeder. „Ik weet zeker, dat u
nog nooit zoo mooi en sierlijk hebt zien
dansen, als zU het kunnen."
Zachtjes begon ze te brommen en
stampte daarbU met een van haar voe
ten op den grond de maat. En daar be
gonnen de kleintjes hun rondedans.
AanvankelUk ging dat heel goed en heel
aardig, maar toen trapte de een den
ander op de teenen en in een oogen-
blikje lagen ze over den grond te rollen
en leverden een compleet berengevecht
Ze maakten daarbU een spektakel van
belang. Moeder Beer verontschuldigde
zich daarvoor bU haar gasten, die zU
even aan hun lot moest overlaten, om
dat zU nu eerst de kleintjes naar de
slaapkamer en weer naar bed moest
brengen. Toen ze terugkwam zag ze tot
haar groote verbazing, dat al haar gas
ten waren verdwenen en meneer Beer
zat luid snorkend in zUn stoel aan fa-
fel. Op de tafel onder de lamp lag een
briefje. Toen mevrouw Beer haar bril
had opgezet las ze:
„HartelUk dank voor uw prettig
avondje en vriendelUke ontvangst, maar
het meest nog daarvoor, dat wU uw hin
deren hebben mogen zien, die beslist dc
mooiste en aardigste zUn uit heel het
bosch en precies gelUken op hun moe
der."
Dit briefje was onderteekend door
meneer en mevrouw Rat, meneer Eek
hoorn en meneer Vos, die het ook ge
schreven had. ZU hadden terwUl me
vrouw Beer weg was, de soep uit hun
kommen in de pan gedaan, voorzichtig,
zonder meneer Beer wakker te maken en
waren er toen tusschen uitgetrokken.
„Ik hoop maar niet, dat ze boos wor
den en ons het leven ln het bosch on
mogelijk zullen maken," zeide meneer
Rat. terwUl hU. bU de gedachte daaraan
al bleek om zijn neus werd.
.„Bruintje zal wat ln zUn schik zUn,
als hU ziet, dat er nog zooveel soep over
ls. en mevrouw Beer zal zoo blij zijn, als
ze leest, dat lk over haar kinderen ge
schreven heb, dat ze er beslist niet over
zal denken, dat wU niet van haar soep
gegeten hebben, vooral niet, omdat de
kommen leeg zUn," zei meneer Vos. En
hU vervolgde: „Als Je een moeder in
haar schik wil maken, spreek dan met
haar over haar kinderen, dan vergeeft
zU le alles."
„WU zijn je allemaal veel dank schul
dig," zei meneer Eekhoorn, „dat Je ons
gered hebt van het eten van die ver-
schrikkelijke soep."
„Wanneer jullie er zoo over denkt,"
antwoordde meneer Vos, „Kunnen jul
lie me een grooten dienst bcwUzen, door
even met me mee te loopen naar de
boerderij, waar ik een vet kuikentje ga
opzoeken voor mUn ontbUt. Jullie zoudt
dan meneer Hond een beetje aan den
praat kunnen houden, opdat hU 't me
niet lastig maakt."
Maar zUn vrienden dachten er anders
over: Meneer Eekhoorn zei, dat hU geen
gelegenheid had om mee te gaan. want
hU moest noodzakelUk eens gaan kUken
of hij wat nooten kon vinden. Meneer
en mevrouw Rat konden ook al niet
mee gaan, want ze moesten naar huis
om naar hun kinderen te gaan zien.
Meneer Vos bleef dus in zUn eentje ach
ter en terwUl hU erg voorzichtig en be
hoedzaam de boerderU opging, nam hU
zich voor, dat. als er zich eens een gele
genheid voordeed, hU die ratten en eek
hoorns hun onvriendelUkheld wel zou
betaald zetten.
NIEUWE RAADSELS.
Hoe kun Je 45 van 45 aftrekken en nog
45 overhouden?
Dit is een raadseltje, dat je niet zoo
gemakkelUk zult kunnen vinden. In ieder
geval moet je het maar eens probeeren.
Wie niet probeert, kan natuurlUk de op
lossing nooit vinden. De volgende week
komt de oplossing, dan kim Je zien, of
Je het goed gedaan hebt!
»0
JSC+Jrc
ooctfoe
Postzegelrubriek
FRANKRIJK.
Sc
/OC
10C
jac
35 e
4Sc
óoc
'?*7%
«J
fM
/Of
/Ot
«ft*
/oc
No. 1.
Hieronder ziet ge verschillende letter
grepen. Van deze lettergrepen moeten
gevormd worden 9 namen van sted.-n in
Europa en Azië. die Jullie op het oogen-
blik zullen behooren te kennen. Zit zijn
bekend geworden, doordat er dagelijks
berichten over hebben gestaan ln de
krant, naar aanleiding vnn deO. nu
had ik het aast verraden!
Jullie moeten zelf maar zoeken, hoor!
a - am - ab - ba - bag - bas - be - ben
- boe - cal - chi - con - cut - da - dad
- dam - der - ka la - no - pel - pest
ra - stan - ster - ta-ta-ti-vl - wan.
Zoekt het maar even uitl
Gedurende 1906—'20 verschenen in
't zaaierstype (zonder horizon en zon)
de volgende waarden: 5 centimes
(groen). 10 centimes (vermiljoen). 20
centimes (violet bruin), 25 centimes
(blauw), 30 centimes (oranje), 35 cen
times (violet). Grootte van de vakjes
2.8 bU 2.3 c.M. Al deze zegels zUn in
zeer verschillende tinten gedrukt. De
25 centimes bUv. komt lichtblauw en
zwartblauw voor. In de teekening van
fig. 9 (zie een vorig artikel) werden
nog uitgegeven: 45 centimes (groen en
blauw) en 2 franc (rood en blauw
groen). Grootte van de vakjes 2.8 bU
4 2 c.M.
In 1907 werd de 10 centimes (ver
miljoen) van de laatste serie over
drukt met de letters FM.
In 1914, bU 't begin van den wereld
oorlog werd dezelfde zegel overdrukt
met een rood kruis en 5 c. ten bate
van^'t Roode Kruis.
In hetzelfde Jaar werd hiervoor een
mfzonderlUke wcldadigheidszegel ge- 1
drukt in dezelfde teekening. doch
waarbU de waarde in plaats van links
onder, links boven ls geplaatst.
In den linkerbenedenhoek Ls een
witte rechthoek aangebracht, waarin
een rood kruis en 5 c. Langs den
rechterkant is behalve 't woord „Pos-
tes" gedrukt: „Croix-Rouge". Grootte
van deze vakjes weer 2.8 bU 2.3 c.M.
In 1017 verscheen een weldadigheids
serie ten bate van de oorlogsweezen.
Alle zegels zUn ln verschillende tee
kening. doch de bedoeling ls op alle
aangegeven door „Orphelins de la
guerre".
Het zUn 2 c. plus 3 c. (roodbruin),
5 c. plus 5 ct. (groen). Grootte van
de vakjes 2.8 bU 23 c.M. 15 c. plus 10
c. (grUsgroen), 25 c. plus 15 ct. (blauw)
Groootte van de vakjes 2.3 bU 2.8 c.M.
35 c. plus 25 c. (groen en violet), 50 c.
plus 50 c. (bruin en lichtbruin), 1 fr.
plus 1 fr. (karmUn) en 5 fr. plus 5 fr.
(zwart en blauw). Grootte van de
vakjes 2.8 bU 4.2 c.M.
Zie voor de inleellng 't schetsje.
De zending van Groep I heb ik nog
niet terug ontvangen. Willen de deel
nemers uit die groep even nagaan waar
ze zich bevindt en haar mij ten spoe
digste terug doen bezorgen.
Bloemhofstraat 29 rood. S.
KLAAS DE CLOWN.
KLAAS DE CLOWN EN HET
KISTJE
„Zoo," zei Klaas dc Clown, „een van
de kermisreizigers, die op weg zijn
naar de stad, heeft een kistje verloren.
Ik ga er toch heen, dus dan zal ik het
meteen maar meenemen. De man zal
wel blij zijn als hij het terug krijgt."
Zoo gezegd zoo gedaan. Maar hij was
nog geen uur onder weg, of daar kwa»
men roovers uit het bosch gesprongen.
„Wat heb je daar in die kist?" vroegen
zij. „Schatten?"
,,Ik weet het zelf niet," zei Klaas,
„maar wc zullen eens kijken.'
„Haha! Die is goed!" riep Klaas uit.
„Wie had nu gedacht, dat het 't slan»
genkistje van den slangenbezweerder
zou zijn! Haha! Zij schijnen niet erg
op mijn schatten gesteld te zijn, nu zc
zien wat het voor waardevolle dingen
zijn!" Want de roovers waren haastjc,
repje het bosch in gevlucht.
KINDERTU1NTJES
Korenbloem (centaurea Cyanus)
fam. Samengesteldbloemigen (Com-
positen).
Een zeer bekende plant, die in de
zen tUd bloeit tusschen het koren op
onze zandstreken. Ze heeft dan steeds
een blauwe kleur. Gekweekt komt ze
ook voor in andere kleuren n.L rose,
wit en paars. Ze wordt veel gebruikt
om zoogenaamde veldbouquetten te
maken. Klaproos, korenbloem en rUpe
korenaren vormen een prachtige com
binatie.
Een nieuw soort korenbloem met
groote, gevulde bloemen in wit, lila.
Ularose en purper is de Centaurea im
perialis. Het is een uitstekende snU-
bloem, die tot de schoonste zomerbloe
men behoort. De sierHjk getande
bloemen prijken op lange, stevige sten
gels en hebben een prachtigen, zijde-
achtigen glans. Hoogte 50 a 60 c.M.
't Beste is ze onder glas uit te zaaien
en later buiten uit te planten. De
plant houdt van kalkachtigen, vooral
geen versch gem es ten grond.
Ridderspoor (Delphinium Ajacis),
fam. Ranonkelachtigen (Ranuncula-
ceeën). Een sierplant uit Zuid-Europa,
aldus genoemd naar de groote spoor
(buisvormig aanhangsel) door een der
vUf gekleurde kelkbladeren gevormd.
Deze 60—80 c.M. hooge planten bren
gen van Juli tot October bloem tros
jes voort, in talrijke kleurschakeerin-
gen van blauw, wit en rozerood. Voor
al de vloHerbloemlgc zUn heel mooi.
Als men deze planten eenmaal bezit,
raakt men ze niet gemakkelUk weer
kwUt, aangezien ze zich zelf zaaien.
Deze plant kan dus in 't najaar reeds
worden uitgezaaid.
Welriekende tabak (Nlcotiana affi-
nis) fam. Nachtschaden (Solanaceeën),
Een sierplant uit Brazilië, die 70—90
c.M. hoog wordt en gedurende een
groot deel van den zomer eindeling-
sche trossen van trompetvormige, wit
achtige bloemen voortbrengt.
Het verdient aanbeveling ze op half
beschaduwde plaatsen te planten,
daar de bloemen zich op zonnige
plaatsen des. avonds openen, om zich
den volgenden morgen weer te sluiten.
Ze verspreiden een ai" namen,
sterken geur.
TUINIER.
RAADSELS
(Deze raadsels zUn alle ingezonden
door Jongens en meisjes die „Voor
onze Jeugd" lezen.)
Iedere maand worden onder de beste,
oplossers drie boeken ln prachtband
verloot.
1. (Ingez. door Prinsesje Sterre-
muur).
Wie kan uit onderstaande Rubric-
kertjes door afneming van telkens één
letter een nieuw Rubrlekertjc vormen?
Bijdehandje. Blondje. Tippi. Gems,
Condor, FifelUntje, Hert, AkelU-
2. (Ingez. door Roodhuid).
Ik ben een spreuk en besta uit Vr
letters..
16 17 18 ls een lichaamsdeel
12 13 14 ls niet dichtbU
13 24 25 is een verkorte Jongensnaam
1 2 3 18 is een bed voor een klein
kindje
27 28 29 ls een plaats ln Gelderland
32 33 34 35 36 37 ls een koppel-werk
woord
9 10 11 ls een getal
4 5 6 7 19 gebruiktt men op 't koren
veld
31 21 22 ls een berg ln Zwitserland
26 20 15 zUn de voorletters van een
Haarlemsche tram
ls de laatste letter van het alfabet
23 24 25 is niet dichtbU
33 33 34 is een kleur.
3. (Ingezonden door Popje).
MUn 1ste is een lichaamsdeel, mUn
2de is niet slank, mUn geheel ls een
ramp voor land en volk.
4. (Ingezonden door Meidoorntje).
Welk beroep oefent Harry Vrectd
uit?
5. (Ingezonden door Snuffedgraag).
x een medeklinker
xxx niet leeg
x x x x x een plaats in Zuid-Holland
xxx een plaats ln Gelderland
x een klinker.
Verticaal en horizontaal moet men
dezelfde plaats lezen.
6. Strikvragen.
a. (Ingez. door Goudvink).
Waarom ziet de maan zoo bleek?
b. Welke boer maakt 't meeste ge
weld?
c. (Ingez. door Fluitckruid).
Wie kan 1000 met 9 cUfers schrUven?
d. (Ingez. door Popje).
Welke oogen kunnen niet kUken?
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorige week
zUn:
1 Groene Kikvosch.
2 RUksvischafslag - IJmulden.
3 Brceroo.
4 Kalkbrander.
5. Alligator.
6a Geven is zaliger dan ontvangen,
b. Er zUn meer bruinen om op te va
ren. d. eik.
Goede oplossingen ontvangen van:
Hcbatje 6. Hansje Teddybeer 6. De
kleine bakker 6, KlagelUntje 6. Ver
springer 6. Hardlooper 6. Goliath 6,
Pinokkio 5. Bloemenmeisje 5. Rompel-
steeltje 5. Onze Jongste 5, M. H. 5,
Wilgenroosje 6, Goudenregen 5. Prin
sesje Sterremuur 4. Sneeuwklokje 4.
Goliath 6. Prins Willem van Oranje 6,
Baby Peggy 4, Amlco 5. Slaapmutsje
6, Elfenkoningin 5, De kleine Violist 6,
De kleine Vogelvriend 6. Berliner bol 6.
Goudhaantje 5. Ventje Piggelmee 5. As-
tra 5, Wildebras 3, Zusjes G 5, Fran»
G. 6.