FOX EN POES. Het was een warme, zonnige morgen. Fox lag op een matje voor de deur en koesterde zich in de lekkere warme zon neschijn. Er was geen tevredener schep sel op de wereld, dan onze fox. Zoo nu en dan knipte hU met zUn rechteroog en dan weer eens met het linker. En als er ln de verte Iemand voorbijging. Het hU half slapend een geluld hooren, dat op een waf. waf gelijken moest. Maar dan verviel hU weder ln zUn halfsla- penden toestand. Plotseling hoorde hU een eigenaardig geluid. Wat was dat? Het kwam hem zoo bekend voor. Zou de man met 't U«- wagentje langs komen? Die had ook roo'n bel aan zijn wagentje. Hij hief zUn neus op. om te probeeren of hU niets ruiken kon: maar de man met het ijs- wagentje was het niet. Maar hij wilde toch zeker weten, wat het was en waar die klingelende klokjes toon vandaan kwam. HU sprong op en liep door den tuin. Daar kwam jdjn vriendin de Poes van den buurman over de schutting gespron gen. Zli had een blauw lintje om en daaraan hing een belletje. Nu wist hlJ. waarom het geluld hem zoo bekend voorgekomefl was. Fox begroette zUn vriendin zeer vriendschappelijk en vroeg hoe zU het maakte Maar Poes beant woordde de vraag slechts met een ge blaas. Fox ging een schrede achteruit en staarde haar zoo verbaasd aan. dat hU vergat zUn tong. die hem nog uit den bek hing. terug te trekken. Tegen over hem stond zUn vriendin en zweep te met haar staart over den bodem. ..Waarom ben je vandaag zoo boos? Wat scheelt Je? Was de melk zuur of Is er Iets anders, onaangenaams. bU Jullie voorgevallen?" Zoo informeerde Fox belangstellend. EindelUk antwoordde Poes: ..Ik kan het daarginds niet. meer uit houden. Die andere kat maakt mU het leven tot een kwelling". ..Welke andere kat is dat dan?" vroeg Fox verbaasd. ,.Ja. er is vast en zeker nog een an dere kat: die doet alle1' na. wat Ik doe. Het gaat zelfs zoo ver. dat zij een blauw lintje om den hals draagt, als lk er een om heb." ..Ik kan me heelemaal niet herinne ren". zelde Fox. „dat Je me ooit van een tweed# poes gesproken hebt. Wat heb Je daar aan dat lintje hangen? O. een belletje. Dat is het., wat lk gehoord heb. Ik dacht al. dat het de U-sco-man was. Je moet namolUk weten, dat ik met dit warme weer. graag een Uswafeltjc lust". Poes keek haar vriendje half boos. half lachend aan en schudde zich toen. zood.it het belletje luid rinkelde ..MUn mevrouw heeft het me vanmor gen gegeven", vertelde ?-U verder. ..Ik ben vandaag een half Jaar oud gewor den En weet Je wat? Die andere heeft er natuurlijk ook een. En daarom ben lk zoo boos!" ..Het ls toch haast niet te gelooven", viel Fox haar in de rede. ..Ja. lk heb er genoeg van. ZU heeft, waarachtig, een blauw lintje om ook. net precies als ik: heb ik een rose lintje om dan heeft zU er ook een 0111. En van daag! Vandaag heeft zU net als ik. een blauw lintje om en daar hangt net als bU mU een belletje aan!" Fox zat in gedachten voor zich te kllken. Dat was toch zeker een zeer eigenaardige zaak. dacht hU- En hU zon er over. hoe dat toch samen kon han gen Toen vroeg hU aan Poes: ..Wanneer heb Je haar gezien?" ..Tien minuten geleden ongeveer", was het antwoord. „De deur van de huls kamer stond open en toen heb lk haar weer gezien. Ik zeg Je. ze woont daar. net als lk!" ..Dat ls wat nieuws voor mU: lk zou ze toch zeker wel eens gezien hebben!" zei Fox. Maar Poes ging voort: „lederen keer. als lk ln die kamer kom. ls zU er. Ik kan het zoo niet lan ger uithouden" Wat wil Je dan doen?" vroeg Fox met een gezicht, dat ln diep nadenken verzonken was. „Weet je wat? Ik zal met haar vechten en proWeren haar dat belletjes af te nemen. Ik zal je wel hel pen, hoor. Kom, we zullen er naar toe gaan en kUkcn hoe en waar we haar te pakken kunnen krijgen. Dan zullen wij eens kUken wie de oudste rechten daar ln huis heeft!" ZU gingen door den tuin en kwamen aan het achterpoortje. Voorzichtig gin gen zU naar binnen en kwamen in de hal. Nergens was een kat te zien. Poes waarschuwde Fox om voorzichtig te loopen, opdat de andere hen niet zou hooren: anders zou zUn wegloopen. Zachtjes kwamen zU bU de hulskamer deur. Deze stond aan en Poes sloop vlug en zacht de kamer binnen, aan", riep zU uit* „Zie Je. daar heb Je haar weer met haar blauwe lintje met het belletje er Fox kwam ook binnen en vroeg: „Waar?" HU keek over haar kop heen, doch zag nergens een tweede kat. „Daar! Daar!" riep Poes opgewonden uit. „Zie Je dan niet. dat ze alles na doet. wat ik doe? Het blauwe lintje, het belletje! O, ik heb een hekel aan haar!" Toen zag Fox ook. wat Poes bedoelde en brak in een schaterlach uit. Dikke tranen van pleizier rolden over zijn snoet en met moeite bracht hü de woor den uit: „Dat is Je spiegelbeeld!" Poes draaide zich om en zag hoe haar vriendje van pleizier met zUn staartje heen en weer zwaaide. „Zie je dan niet. dat Je het zelf bent! NatuurlUk doet zU Je alles na, wat JU doet!" „Zoo, zoo", zei Poes kleintjes, doch zU begreep het nog niet recht, hoe dat alle maal in zUn werk ging; want zij zeide: „Ik zal die andere eens een flinken tik om haar ooren geven!" ZU liep naar den spiegel toe, haalde met haar rechter voorpoot uit en sloeg zichzelf om de ooren. Toen merkte zU. dat haar vriendje toch gelijk had. Toen deze uitgelachen was, zeide hU tot Poes: „Kom nu mee. Ik heb gisteren achter de derde struik van het konijnenhok af gerekend een lekker beentje begraven. Er zit nog heel wat aan te smullen. Dat beentje zullen wU nu eens gaan opgra ven en alles samen deelen". Poes was het er mede eens en heel vergenoegd gingen zU weder den tuin in. DE OUDSTE door W. B.—Z. 4) 'k Had bUna mUn heele doos postpa pier al verschreven op advertenties. Twee keer kreeg ik antwoord. Mijn salaris was nihil in het eene geval en mUn werkzaamheden leken meer op die van een loopmeisje, dan van een secretaresse in het andere geval. MUn verlangens namen eenvoudiger vorm aan. Ik zou al tevreden zijn met een betrekking van kantoorbediende. Af en toe was er wel vraag naar een Jongstcn bediende, maar heel tergend stond dan tusschen haakjes Cmanne- lUk). „Wat heb ik aan dat diploma, als lk er niets mee doen kan?" barstte ik dikwUls uit. „Je hebt nog een eigen thuis, kind," suste moes dan. En vader zei: ,3U moeder ls altUd volop werk. Dus Je be hoeft niet werkloos te zUn." Wath had Je aan die troostgronden? 't Was om het dichterlUk uit te druk ken: naar maar waar. of omgekeerd. Zoo bleef ik maar thuis hangen. Soms keek moeder me verwijtend aan, als ik met een gezicht als een oorworm boon tjes zat af te halen of wat nog erger was aardappels zat te schillen. Ba. wat een werk. AfschuwelUke handen, dat Je er van kreeg! "t Allerliefste hield ik Polly bezig. Zoo'n kind babbelt zoo leuk en kan Je zooveel grappige dingen vragen. Bij de grootouders kwam lk niet dikwUls. Grootvader kwam nog wel eens een uitgeknipte advertentie voor me bren gen, maar grootmoeder zei laatst nog: „Wat zie JU er tegenwoordig ontevre den uit. 'k Zou me schamen met zoo'n gezicht rond te loopen. 't Was nu al eind September. De scholen waren al eenlge weken begon nen. Eerst leek de vrUheld me zoo heerlUk en nu voelde ik iets als,heim wee naar de schoolbanken. Miep was nu voor 't eerst naar school gegaan en daarom kwam Polly meer voor mUn rekening. O. Polleke was het lichtpunt in mUn huishoudelijke beslommeringen, 't Kind was nog nooit zoo dikwUls naar den Hout geweest als met mU- Ze wist al op welk bankje we geregeld zaten. Ik nam dan in mUn taschjc een hand werkje mee of een mooi boek en Pcf vermaakte zich wel met de kinderen, die altUd in de buurt waren. Eens op een dag 'k vergeet het nooit, al word ik honderd jaar had ik den heelen morgen moeten helpen, 't Was huiskamerdag en Sientje, ons hitje was niet verschenen. Wat een werk dat meubels uitwrUven. „Lap JU de ramen dan maar," zei moeder. 't Was minder saai. Ik houd wel van plassen en ploeteren, maar toch. „Ik snap niet, waarvoor dat allemaal noodig is." mopperde ik telkens. 1 ,,'t Is mooi weer. Je gaat vanmiddag maar met Polleke uit," suste moeder „.Moet u er dan nooit uit?" riep ik verontwaardigd. Waar had moes toch lust in obj altijd maar weer dingen, die een and®* vuil gemaakt had. schoon te makefj t „Hoe uoet het eten dan klaar ko men?", \roeg moeder lachend. Ja heusch. ze lachte nog. „Laten we van een kok gaan eten. Dat doen zooveel menschen tegen woordig." „Wat dacht je, dat voordeeliger was?" „Nou ja, je gemak is ook wat waard. Als ik later trouw dan begin ik dade lijk aan mUn man te vertellen dat lk van al dat huishoudelUke gedoe nlxs moet hebben." „Als die man jou dan maar moet hebben." lachte moes weer. „Hoe wil je je dagen dan vullen, Suus?' „O, met allemaal dingen, waar lk zin in heb. Tennissen, zwemmen, lezen in den morgen, 's middags auto-en en 's avonds naar een corcert of comedie.' „Zou zoo'n leventje Je niet gauw gaan vervelen?" „Welnee moes. probeer u 't eens voor de aardigheid U zult eens zien, lk houd het oer veel langer mee uit dan met dit huishoudelUk geploeter." We maakten er beiden schik over. 'k Was zoo waar ln de beste stemming toen ik ruim twee uur met Pol Hout- waarts ging. Polleke droeg als gewoonlUk haar taschje gevuld met de overgeschoten boterhammen van twaalf uur. De hertjes moesten eerst gevoederd. Dan de eendjes en als de pauwen heel lief waren, kregen ze ook wat. In den regel was de voorraad dan reeds uitge put. r> Polleke ontmoette bU de eendjes een Haarlemmerhout-vriendinnetje, 't Was een zekere Marietje. Die kleine peu ters hebben altUd aan den voornaam genoeg. Marietje droeg een groote baby-pop in haar armen. Nu mocht Polly de pop dragen, wanneer Marie tje verder de eendjes mocht voeren. De ruiling had zonder veel woorden plaats. 0 Ditmaal trof ik het ook, want Ma- rietje.o die anders vergezeld was van het dienstmeisje, had nu een leuk meisje bU zich van mUn leeftUd. „Ben Je eene zusje van Marietje?" informeerde ik. „Een nichtje. Ik logeer hU hen. Ik woon in Rotterdam,zie Je." 't IJs was tusschen ons gebroken. WU wisten al heel gauw alles van elkaar. In den donkeren Hout zochten we de bank op, we Heten de kinderen sa men spelen en wU babbelden, babbel den. alsof we elkaar reeds Jaren ge kend hadden. ZU heette Til en was een jaar ouder dan ik. Ze werkte in een apo theek en zou over een jaar examen doen voor apothekers-assistente. Ze was eerst drie jaar op een H. B S. ge weest. Met eenige minachting sprak ze over een kantoor. Wat had je daar? Hard werken voor een beetje geld Haar baantje was veel fUner. Je moest wennen aan het staan, maar och dat viel ook wel mee. Ze was bU een alleraardigsten apotheker. Ze kwam vaak binnen bU mevrouw en de kinderen, 't Leek alles zoo heerlUk, dat ik me half voornam om ook maar apothekeres te worden. Wordt vervolgd). DE SOEP VAN MEVROUW BEER. Meneer en Mevrouw Beer hielden bij zonder veel van soep, die mevrouw Beer zoo heel lekker kon koken. Toen het Lente werd en zU uit hun winterslaap ontwaakten, zagen ze naast zich lig gen drie alleraardigste jonge kleine beestjes. Daarmee waren ze zoo ln hun schik, dat ze besloten een feestje te ge ven voor hun buren, om die dan tege- lUk uit te noodigen hun drie kinder tjes eens te komen zien. „Bruintje", zei Mevrouw Beer tot haar man. „loop JU nu eens bU de buren aan om ze te vragen, dan maak ik in dien tUd een grooten ketel lekkere soep. Het Ls al wel voorjaar, maar de avonden zijn toch nog zoo koel, dat ik wel denk, dat onze. buren ook graag iets warms eten zullen." Het was een prachtige avond. De maan scheen zoo mooi, dat de bosschen er in het maanlicht even mooi uitzagen als op den dag wanneer de zon scheen. TcrwUl haar man uit was. was mevrouw Beer druk aan 't werk geweest en tegen den tUd, dat de buren konden komen, was ze heelemaal klaar, ze op vriende- lUke wUze te ontvangen. Toen de gas ten kwamen, verzocht mevrouw Beer ze plaats te willen nemen aan de tafel, waar bU Ieders plaats een groote diepe kom gereed stond. Daar zaten ze dan; meneer en mevr. Rat, die ternauwer nood op tafel konden kUken, want waren geen van beiden erg groot: Me neer Eekhoorn, die «hoopte, dat de kom daar voor hem straks met lekkere no< 1- Jes zou worden gevuld, en meneer Vu-, die ook al rekende op een malsch kluifje Allemaal keken ze echter erg teleur,:, steld, toen ze zagen, dat in plaats ven de heerlUkheden, die ze verwacht had den, mevrouw Beer een groote pan soep van 't vuur haalde en de kommen daarmee begon te vullen. Dat was een leclUkc tegenvaller, want geen van allen waren ze gewoon ooit soep te eten. Zelfs de Vos. die anders altUd erg beleefd kon doen, had nu groote moeite om een vriendelijk ge zicht te zetten. Maar gelukkig schoot hem spoedig een gocdo gedachte te bin nen. TcrwUl mevrouw Beer nog druk bezig was met opdienen der soep, keek hU zUn tafelburen even aan en gaf hun stilletjes een wenk, dat hU zc wel zcu helpen. Zich tot de gastvrouw wendend, vroeg hij op allervriendelUksten toon „Maar lievemevrouw Beer. vertel ons nu toch eerst eens waar uwe drie kin dertjes zUn, want ik ben zoo nieuv. - gierig die te zien. dat lk onmogelijk kan eten. voor dot lk met hen heb ken nis gemaakt Meneer Eekhoorn en meneer en me vrouw Rat waren het met meneer Vos roerend eens en drongen er ook op na dat mevrouw Beer eerst haar kinder, voor den dag zou halen, alvorens lr maal zou beginnen. Mevrouw Beer. d het wat prettig vond, dot haar gasten zooveel belangstelling voor haar k.; deren toonden, haastte zich de pan niet soep weder op het vuur te zetten, liep naar de slaapkamer en kwam na enkele minuten terug met haar drie beren- kindertjes bU zich. „Beer." zei menec Vos, op vleienden toon. zc lUkcn pret op uw vrouw en dat moet wel, want ik kan niet gelooven, dat gij er. toen ge jong waart, zoo snoezig uitgezien kunt hebben." Meneer Beer zelf, zat onderwijl met zUn neus Juist boven ccn heel groote kom soep. die hU bezig was leeg tc ma ken en hoorde dus niets van wat me neer Vos tot zün vrouw zeide. „Kun nen ze misschien ook al dansen, me vrouw," vroeg de slimme Vos. „Of zU dat kunnen!" antwoordde de trotsche moeder. „Ik weet zeker, dat u nog nooit zoo mooi en sierlijk hebt zien dansen, als zU het kunnen." Zachtjes begon ze te brommen en stampte daarbU met een van haar voe ten op den grond de maat. En daar be gonnen de kleintjes hun rondedans. AanvankelUk ging dat heel goed en heel aardig, maar toen trapte de een den ander op de teenen en in een oogen- blikje lagen ze over den grond te rollen en leverden een compleet berengevecht Ze maakten daarbU een spektakel van belang. Moeder Beer verontschuldigde zich daarvoor bU haar gasten, die zU even aan hun lot moest overlaten, om dat zU nu eerst de kleintjes naar de slaapkamer en weer naar bed moest brengen. Toen ze terugkwam zag ze tot haar groote verbazing, dat al haar gas ten waren verdwenen en meneer Beer zat luid snorkend in zUn stoel aan fa- fel. Op de tafel onder de lamp lag een briefje. Toen mevrouw Beer haar bril had opgezet las ze: „HartelUk dank voor uw prettig avondje en vriendelUke ontvangst, maar het meest nog daarvoor, dat wU uw hin deren hebben mogen zien, die beslist dc mooiste en aardigste zUn uit heel het bosch en precies gelUken op hun moe der." Dit briefje was onderteekend door meneer en mevrouw Rat, meneer Eek hoorn en meneer Vos, die het ook ge schreven had. ZU hadden terwUl me vrouw Beer weg was, de soep uit hun kommen in de pan gedaan, voorzichtig, zonder meneer Beer wakker te maken en waren er toen tusschen uitgetrokken. „Ik hoop maar niet, dat ze boos wor den en ons het leven ln het bosch on mogelijk zullen maken," zeide meneer Rat. terwUl hU. bU de gedachte daaraan al bleek om zijn neus werd. .„Bruintje zal wat ln zUn schik zUn, als hU ziet, dat er nog zooveel soep over ls. en mevrouw Beer zal zoo blij zijn, als ze leest, dat lk over haar kinderen ge schreven heb, dat ze er beslist niet over zal denken, dat wU niet van haar soep gegeten hebben, vooral niet, omdat de kommen leeg zUn," zei meneer Vos. En hU vervolgde: „Als Je een moeder in haar schik wil maken, spreek dan met haar over haar kinderen, dan vergeeft zU le alles." „WU zijn je allemaal veel dank schul dig," zei meneer Eekhoorn, „dat Je ons gered hebt van het eten van die ver- schrikkelijke soep." „Wanneer jullie er zoo over denkt," antwoordde meneer Vos, „Kunnen jul lie me een grooten dienst bcwUzen, door even met me mee te loopen naar de boerderij, waar ik een vet kuikentje ga opzoeken voor mUn ontbUt. Jullie zoudt dan meneer Hond een beetje aan den praat kunnen houden, opdat hU 't me niet lastig maakt." Maar zUn vrienden dachten er anders over: Meneer Eekhoorn zei, dat hU geen gelegenheid had om mee te gaan. want hU moest noodzakelUk eens gaan kUken of hij wat nooten kon vinden. Meneer en mevrouw Rat konden ook al niet mee gaan, want ze moesten naar huis om naar hun kinderen te gaan zien. Meneer Vos bleef dus in zUn eentje ach ter en terwUl hU erg voorzichtig en be hoedzaam de boerderU opging, nam hU zich voor, dat. als er zich eens een gele genheid voordeed, hU die ratten en eek hoorns hun onvriendelUkheld wel zou betaald zetten. NIEUWE RAADSELS. Hoe kun Je 45 van 45 aftrekken en nog 45 overhouden? Dit is een raadseltje, dat je niet zoo gemakkelUk zult kunnen vinden. In ieder geval moet je het maar eens probeeren. Wie niet probeert, kan natuurlUk de op lossing nooit vinden. De volgende week komt de oplossing, dan kim Je zien, of Je het goed gedaan hebt! »0 JSC+Jrc ooctfoe Postzegelrubriek FRANKRIJK. Sc /OC 10C jac 35 e 4Sc óoc '?*7% «J fM /Of /Ot «ft* /oc No. 1. Hieronder ziet ge verschillende letter grepen. Van deze lettergrepen moeten gevormd worden 9 namen van sted.-n in Europa en Azië. die Jullie op het oogen- blik zullen behooren te kennen. Zit zijn bekend geworden, doordat er dagelijks berichten over hebben gestaan ln de krant, naar aanleiding vnn deO. nu had ik het aast verraden! Jullie moeten zelf maar zoeken, hoor! a - am - ab - ba - bag - bas - be - ben - boe - cal - chi - con - cut - da - dad - dam - der - ka la - no - pel - pest ra - stan - ster - ta-ta-ti-vl - wan. Zoekt het maar even uitl Gedurende 1906—'20 verschenen in 't zaaierstype (zonder horizon en zon) de volgende waarden: 5 centimes (groen). 10 centimes (vermiljoen). 20 centimes (violet bruin), 25 centimes (blauw), 30 centimes (oranje), 35 cen times (violet). Grootte van de vakjes 2.8 bU 2.3 c.M. Al deze zegels zUn in zeer verschillende tinten gedrukt. De 25 centimes bUv. komt lichtblauw en zwartblauw voor. In de teekening van fig. 9 (zie een vorig artikel) werden nog uitgegeven: 45 centimes (groen en blauw) en 2 franc (rood en blauw groen). Grootte van de vakjes 2.8 bU 4 2 c.M. In 1907 werd de 10 centimes (ver miljoen) van de laatste serie over drukt met de letters FM. In 1914, bU 't begin van den wereld oorlog werd dezelfde zegel overdrukt met een rood kruis en 5 c. ten bate van^'t Roode Kruis. In hetzelfde Jaar werd hiervoor een mfzonderlUke wcldadigheidszegel ge- 1 drukt in dezelfde teekening. doch waarbU de waarde in plaats van links onder, links boven ls geplaatst. In den linkerbenedenhoek Ls een witte rechthoek aangebracht, waarin een rood kruis en 5 c. Langs den rechterkant is behalve 't woord „Pos- tes" gedrukt: „Croix-Rouge". Grootte van deze vakjes weer 2.8 bU 2.3 c.M. In 1017 verscheen een weldadigheids serie ten bate van de oorlogsweezen. Alle zegels zUn ln verschillende tee kening. doch de bedoeling ls op alle aangegeven door „Orphelins de la guerre". Het zUn 2 c. plus 3 c. (roodbruin), 5 c. plus 5 ct. (groen). Grootte van de vakjes 2.8 bU 23 c.M. 15 c. plus 10 c. (grUsgroen), 25 c. plus 15 ct. (blauw) Groootte van de vakjes 2.3 bU 2.8 c.M. 35 c. plus 25 c. (groen en violet), 50 c. plus 50 c. (bruin en lichtbruin), 1 fr. plus 1 fr. (karmUn) en 5 fr. plus 5 fr. (zwart en blauw). Grootte van de vakjes 2.8 bU 4.2 c.M. Zie voor de inleellng 't schetsje. De zending van Groep I heb ik nog niet terug ontvangen. Willen de deel nemers uit die groep even nagaan waar ze zich bevindt en haar mij ten spoe digste terug doen bezorgen. Bloemhofstraat 29 rood. S. KLAAS DE CLOWN. KLAAS DE CLOWN EN HET KISTJE „Zoo," zei Klaas dc Clown, „een van de kermisreizigers, die op weg zijn naar de stad, heeft een kistje verloren. Ik ga er toch heen, dus dan zal ik het meteen maar meenemen. De man zal wel blij zijn als hij het terug krijgt." Zoo gezegd zoo gedaan. Maar hij was nog geen uur onder weg, of daar kwa» men roovers uit het bosch gesprongen. „Wat heb je daar in die kist?" vroegen zij. „Schatten?" ,,Ik weet het zelf niet," zei Klaas, „maar wc zullen eens kijken.' „Haha! Die is goed!" riep Klaas uit. „Wie had nu gedacht, dat het 't slan» genkistje van den slangenbezweerder zou zijn! Haha! Zij schijnen niet erg op mijn schatten gesteld te zijn, nu zc zien wat het voor waardevolle dingen zijn!" Want de roovers waren haastjc, repje het bosch in gevlucht. KINDERTU1NTJES Korenbloem (centaurea Cyanus) fam. Samengesteldbloemigen (Com- positen). Een zeer bekende plant, die in de zen tUd bloeit tusschen het koren op onze zandstreken. Ze heeft dan steeds een blauwe kleur. Gekweekt komt ze ook voor in andere kleuren n.L rose, wit en paars. Ze wordt veel gebruikt om zoogenaamde veldbouquetten te maken. Klaproos, korenbloem en rUpe korenaren vormen een prachtige com binatie. Een nieuw soort korenbloem met groote, gevulde bloemen in wit, lila. Ularose en purper is de Centaurea im perialis. Het is een uitstekende snU- bloem, die tot de schoonste zomerbloe men behoort. De sierHjk getande bloemen prijken op lange, stevige sten gels en hebben een prachtigen, zijde- achtigen glans. Hoogte 50 a 60 c.M. 't Beste is ze onder glas uit te zaaien en later buiten uit te planten. De plant houdt van kalkachtigen, vooral geen versch gem es ten grond. Ridderspoor (Delphinium Ajacis), fam. Ranonkelachtigen (Ranuncula- ceeën). Een sierplant uit Zuid-Europa, aldus genoemd naar de groote spoor (buisvormig aanhangsel) door een der vUf gekleurde kelkbladeren gevormd. Deze 60—80 c.M. hooge planten bren gen van Juli tot October bloem tros jes voort, in talrijke kleurschakeerin- gen van blauw, wit en rozerood. Voor al de vloHerbloemlgc zUn heel mooi. Als men deze planten eenmaal bezit, raakt men ze niet gemakkelUk weer kwUt, aangezien ze zich zelf zaaien. Deze plant kan dus in 't najaar reeds worden uitgezaaid. Welriekende tabak (Nlcotiana affi- nis) fam. Nachtschaden (Solanaceeën), Een sierplant uit Brazilië, die 70—90 c.M. hoog wordt en gedurende een groot deel van den zomer eindeling- sche trossen van trompetvormige, wit achtige bloemen voortbrengt. Het verdient aanbeveling ze op half beschaduwde plaatsen te planten, daar de bloemen zich op zonnige plaatsen des. avonds openen, om zich den volgenden morgen weer te sluiten. Ze verspreiden een ai" namen, sterken geur. TUINIER. RAADSELS (Deze raadsels zUn alle ingezonden door Jongens en meisjes die „Voor onze Jeugd" lezen.) Iedere maand worden onder de beste, oplossers drie boeken ln prachtband verloot. 1. (Ingez. door Prinsesje Sterre- muur). Wie kan uit onderstaande Rubric- kertjes door afneming van telkens één letter een nieuw Rubrlekertjc vormen? Bijdehandje. Blondje. Tippi. Gems, Condor, FifelUntje, Hert, AkelU- 2. (Ingez. door Roodhuid). Ik ben een spreuk en besta uit Vr letters.. 16 17 18 ls een lichaamsdeel 12 13 14 ls niet dichtbU 13 24 25 is een verkorte Jongensnaam 1 2 3 18 is een bed voor een klein kindje 27 28 29 ls een plaats ln Gelderland 32 33 34 35 36 37 ls een koppel-werk woord 9 10 11 ls een getal 4 5 6 7 19 gebruiktt men op 't koren veld 31 21 22 ls een berg ln Zwitserland 26 20 15 zUn de voorletters van een Haarlemsche tram ls de laatste letter van het alfabet 23 24 25 is niet dichtbU 33 33 34 is een kleur. 3. (Ingezonden door Popje). MUn 1ste is een lichaamsdeel, mUn 2de is niet slank, mUn geheel ls een ramp voor land en volk. 4. (Ingezonden door Meidoorntje). Welk beroep oefent Harry Vrectd uit? 5. (Ingezonden door Snuffedgraag). x een medeklinker xxx niet leeg x x x x x een plaats in Zuid-Holland xxx een plaats ln Gelderland x een klinker. Verticaal en horizontaal moet men dezelfde plaats lezen. 6. Strikvragen. a. (Ingez. door Goudvink). Waarom ziet de maan zoo bleek? b. Welke boer maakt 't meeste ge weld? c. (Ingez. door Fluitckruid). Wie kan 1000 met 9 cUfers schrUven? d. (Ingez. door Popje). Welke oogen kunnen niet kUken? Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week zUn: 1 Groene Kikvosch. 2 RUksvischafslag - IJmulden. 3 Brceroo. 4 Kalkbrander. 5. Alligator. 6a Geven is zaliger dan ontvangen, b. Er zUn meer bruinen om op te va ren. d. eik. Goede oplossingen ontvangen van: Hcbatje 6. Hansje Teddybeer 6. De kleine bakker 6, KlagelUntje 6. Ver springer 6. Hardlooper 6. Goliath 6, Pinokkio 5. Bloemenmeisje 5. Rompel- steeltje 5. Onze Jongste 5, M. H. 5, Wilgenroosje 6, Goudenregen 5. Prin sesje Sterremuur 4. Sneeuwklokje 4. Goliath 6. Prins Willem van Oranje 6, Baby Peggy 4, Amlco 5. Slaapmutsje 6, Elfenkoningin 5, De kleine Violist 6, De kleine Vogelvriend 6. Berliner bol 6. Goudhaantje 5. Ventje Piggelmee 5. As- tra 5, Wildebras 3, Zusjes G 5, Fran» G. 6.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 14