HAARLEM'S DAGBLAD UIT DE NATUUR STADSNIEUWS. FLITSEN LANGS DE STRAAT FEUILLETON DE GEHEIMZINNIGE ZAAK VAN STYLES WOENSDAG 10 AUG. 1927. DERDE BLAD In en om het Zwitsersche „National Park". In Zwitserland schijnt natuurbe scherming een eenvoudiger zaak te zijn dan bü ons. Moeizaam doch in gelei delijke regelmaat worden bij ons prach tige terreinen aangekocht voor dit doel en de Staat heeft ook enkele mooie stukken gereserveerd, Hier in den Zuid-Oosthoek van Zwitserland, dicht bij de Oostenryksche en Italiaansche grens, aan weerszijden van den Ofenpas is door den „Schweize- rische Bund für Naturschütz", een ver- eeniging, die hier zeer 'populair is (contributie f 1 per jaar) de hand ge legd op een terrein zoo groot als Vlie land. Dit is niet gekocht, maar het wordt jaarlijks van de verschillende gemeenten gepacht. voor den vorm, voor een franc pér jaar. Deze wijze van natuurbescherming werd ten zeerste bevorderd door het feit, dat in dit kan ton (Graubünden, Grisola) zoo goed als alle Alpenweiden en bergen eigendom zijn van de gemeenten. Hier is nu, in dit geval een klein offer gebracht door de verschillende gemeenten, daar in deze beschermde Alpen geen vee mag weiden en geen boomen mogen worden gekapt. Ook mog geen dier geschoten of gevangen en geen bloem worden ge plukt, terwijl het jodeln (een hier po pulaire roep, „ie-oe-oe") verboden is. Hoewel er in onze Hollandsche natuur monumenten natuurlijk geheel andere verhoudingen heerschen, die het door voeren van dit Zwitsersche systeem onmogelijk maken (ik denk aan de soms al te snelle vermeerdering van meeuwen, konijnen e.o.) zou ik toch wenschen, dat dit systeem zooveel als mogelijk was, ook bij ons werd toegepast. Toen Prof. Schroeter uit Ziirich voor twee jaar in ons land lezingen hield over het Nationaal Park besloten mijn vriend Sloff en schrijver dezes met nog enkele natuurliefhebbers een kampeer- tocht te houden in en om dit gebied. Ook er buiten want het verzamelen van planten e.d. is in het park verboden. Er om heen zijn echter uitgestrekte terreinen met een schitterenden plan tengroei, waarvan wel verzameld kan worden. Zoo stapten we op een zonni- gen dag uit den trein in Davos-Dorf, prachtig gelegen aan een meer, waarin ondanks de temperatuur van 60 gr. F. door sommigen nog gezwommen is. Ons kampement, bestaande uit drie tenten stond weldra aan dit meer en we brach ten er een rustigen dag door, om te wen nen aan de hoogte boven den zeespiegel, de omgeving te verkennen, waar we reeds heel mooie vondsten deden (Nigri- tella nigra of Mannertreu, Listera cor- data, Linnaea, Pirola uniflora of winter groen en veel meer. Wij deden hier kracht op voor den tocht die ons wacht te: over de Fluelapas naar Süsz in het Inn-dal (Engadin). Ongelukkig regende het den volgenden dag zeer sterk en aanhoudend en konden we niet 's mor gens vroeg vertrekken. Om één uur klaarde het weer op en besloten wij er toch toe, al zouden we niet verder ko men dan het hoogste punt. Er moest dan maar eens één nacht in 't Fluela- Hospiz overnacht worden. Daar te kam peeren, op 2300 M., gaat ook in den zo mer niet, want het kan er vinnig koud zijn. Vorst en sneeuwbuien komen er zelfs in dezen tijd voor. Door de prach tige flora, de vele foto's, die genomen werden, ook cinematografische opnamen van stroomende beken, watervallen, in- sekten op bloemen e.d. verliep de tocht niet zoo snel en toen we om ëen uur of zeven een hooischuur zagen besloten wij in 't hooi te slapen. Een eigenaar was niet te vinden en als het beste be wijs, dat deze hooischuren algemeen gebruikt worden, door „Wanderer" zoo als wij, diende het feit, dat om tien uur, toen we juist zouden slapen er „hallo" geroepen werd onder aan de trap en twee Oostenrijksche Wanderer, die deze slaapplaats kenden, naar bo ven kwamen. Nadat eenige woorden ge wisseld en een zaklantaarn geleend was verdwenen deze jongelui in een zijver trek, waar een brits met stroozakken was die wij nog niet gezien hadden, doch waar we toch niet allen hadden kun nen liggen. Den volgenden morgen hingen de wolken even laag als onze hooischuur, 't was koud en het regende zoo nu en dan. T<fch genoten wij van het prach tige en wilde landchap, het bruisende water van de Fluelabach, de schitte rende distels (Cirsum spinosissimum) die langs de beek groeiden, van een en kel prolletje Gentiana vernalis, dat we nog bloeiend vonden, van een dito Pri mula integrifolia, van de oranjegele Doronicum en de schitterende plekken met Gletscher-ranonkel. Wij verheugden ons in een klein groen orchideetje, dat we op een zeer hoog punt vonden, Chamaeorchis alpiita, in een zeldzaam varentje, Asplenium septentionale en in de warme rijst, die we kookten in een Sennhütte. Want het was erg koud, door den aanhoudenden regen. Wij hoorden het gefluit van marmotten 1), zagen door den kijker, daarop attent gemaakt door een Zwitser, een gems en kwamen flink vermoeid en nat in Süsz, waar we fourageerden en een prachtige kamp plaats vonden, aan een bruisende beek. Den volgenden dag was het prachtig weer en .filmde" ik tientallen vlinders op bloemen. We vonden drie soorten Aconitum (napellus, paniculatum en ly- coctonum) bijeen en stapten om twee uur in een prachtig Italiaansch lijkend dorpje Lavine in den trein. In het En gadin wordt het practisch gesproken een Latijnsch (geen Italiaansch) dialect en de bevolking is meest zwartharig en donker van huidskleur. In Schulz stap ten we uit den trein en bleven twee nachten op dezelfde plek. Want in Schulz woont de bekende kunstfotograaf Teuerstein die ons filmpaks en fotogra fische platen zou levern en inlichtingen zou geven over de verdere route. We vonden het echter raadzaam om eerst eens een tocht zonder bepakking te ma ken naar het volgende dorp Scarl en te onderzoeken of we daar behoorlijk levensmiddelen konden krijgen. Want Scarl is een dorp, dat alleen 's zomers is bewoond. In December, als het hooi op is, wordt het vee langs het primi tieve weggetje over een meterdikken sneuwlaag naar Schulz gedreven en pas in Mei, als de sneeuw weg is, wordt het dorp weer bevolkt. De tocht naar Scarl was onbeschrij felijk mooi De weg slingerde zich nu eens door een honderden meters diep ravijn, waardoor de rivier klotsend en bruisend over tallooze watervallen zich een weg baande, dan weer door een dal, vol met groote en kleine rolkeien. Ter wijl machtige dolomiet-ba-gen, waar de neeuw slechts plaats vindt in enkele spleten, den achtergrond vormden. Het was heel warm, doch om een uur of een werd het iets minder door een dikke lucht, die gelukkig hoog boven de hoog ste toppen dreef. Opeens staan we voor een brug met Cèn bord „Nationalpark", waaronder in liet Duitsch en Rhaets- Romans „Absolute bescherming van alle planten en dieren". C. SIPKES. 1) Wat men gewoonlijk marmotten noemt, zijn Guïneesche biggetjes. MUZIEK IN DEN HOUT door de H. O. V. op Donderdag 11 Aug. 1927 te acht uur, onder leiding van Nico Gerharz. Fransch-Italiaansch programma: L 1. Marche de l'opera, La Reine de Saba Oh. Gounod. 2. Ouverture „Mignon", A. Thomas. 3. Suite-Ballet, F. Popy. a. Entree-Mazurka, b. Pizzicati. c. Valse lente, d. Largo, e. Final-Galop. 4. Fantaisie de l'opera Carmen, G. Bizet. n. 5. Ouverture „Jeanne d'Arc", G. Bizet 6. Ballet de l'opera „Gioconda", A. Ponchielli. 7. Grande Fantaisie de 1' opera „Ca- valleria Rusticana", Mascagni. ORGELCON CERT Orgelbespeling in de Groote of St. Bavokerk te Haarlem, op Donderdag 11 Augustus 1927 's avonds van 71/2 81/2 urn, door den heer Hendrik Andriessen. Programma: Werken van Joh. Seb. Bach. 1. Praeludium et fuga, C moll 2. Pastorale 3. Choral vorspiele aj Komm, heilger Geist "b. Nuhn komm' der Heiden Heiland 4. Praeludium pro organo pleno, H moll CORRUPTIE IN DE GAS-INDUSTRIE? In Het Volk van Dinsdagavond is nog een artikel van den heer Van der Stel opgenomen. De heer Van der Stel deelt daarin mede, dat de heer Bruinwold Riedel hem in een onderhoud te kennen gaf dat hij hem zeer binnenkort aan een schitterende positie kon en wilde hel pen. wanneer hij wilde eindigen met zijn actie tegen de directeuren en hem het telegram en zijn brief aangaande de Beverwijksche zaak en de algemeene zaak teruggaf. ,Jk liep", gaat de heer Van der Stel vrik en gaf hem ger zoo voorzichtig geweest van een en ander foto's te laten nemen. Thuis komende veranderde ik van opinie en deelde hem persoonlijk mede mijn vrij heid van spreken niet te willen ver- koopen voor een positie die geheel in de lucht hing en te zullen blijven ijve ren voor herkrijging van mijn lidmaat schap. Zijn antwoord was: ik laat Je niet los (wat ik best kan begrijpen) en we kunnen als de nood aan den man komt, in dien zin dat de algemeene zaak geheel spaak loopt (waarop het den laatsten tijd stelselmatig aanstuur de) altijd nog eens praten. Komt het tot het uiterste, doe dan niets zonder mij, zoo was zijn laatste woord. Toen de speurneus van „Het Volk" zich in de zaak mengde, voldeed ik aan des heeren Riedels wensch en be richtte ik hem, dat, wilde ik geen gek figuur slaan, ik tot volle openbaar making moest overgaan". In een naschrift zegt de heer Van der Stel voorts nog onder meer het volgende: Ter nadere toelichting van myn voorstel (f 50.000 schadelooststelling) diene dat dit voorstel gedaan werd nadat door den heer Bruinwold Riedel zoo als ik met een getuige kan bewijzen onder goedkeuring van het „ge heim genootschap", was aangeboden een jaarlijksche uitkeering van f 4000 a f 5000 gedurende 20 jaar, met dien verstande dat, by het eerste geluid dat ik gaf betreffende de corruptie, de uitkeering werd stopgezet. Dit voor stel werd door my onaannemelijk ge acht. De justitie te Utrecht onderzoekt thans de corruptie-affaire en schenkt tevens aandacht aan de enveloppe met „onbekeriden" inhoud van den heer Bruinwold RiedeL Indien de justitie den weg bewan delt, dien ik der recherche heb ge wezen, dan is de zaak, zonder een ge weldigen paperassenwinkel, binnen 24 uur grootendeels opgelost. Laat de'justitie ook eens informeeren by den heer Geesink, den op wacht geld gestelden directeur der door Am sterdam geannexeerde gemeente Sloten, die zyn buidel flink heeft gespekt en het daarom zeker noodig vond de politie te mengen in een diefstal van 2 sigaren door den werkman J. v. d. Broeke. Voor de Justitie is er werk aan den winkel en en wijd perspectief opent zich voor aankomende gasdirecteuren In Het Volk van 3 dezer werd in een artikeltje vermeld, dat de num mers 1 en 3 van de oorspronkelijke voordracht in Beverwijk (Van Goor, Zaandam en Van Hoeve Castricum) zich hadden teruggetrokken, wyl zy geen „zin" meer hadden in de benoe ming. Het spreekt van zelf dat beiden er geen oogenblik aan hebben gedacht dat hun byvoorbeeld eens gevraagd kon worden op welk hoofd zy de 10 procent korting op gasmeters hebben geboekt. (De heer Van Goor is toch gedurende een jaar waarnemend direc teur in Zaandam geweest). R.K. SMEDENPATROONSBOND. De Maasbode meldt, dat alhier de RE. Smedenpatroonsbond zyn 10-jarig bestaan heeft gevoerd. Op deze verga dering heeft de heer P. J. M. van Te- tering namens de R.K. Middenstands- vereeniging, den feestvierenden Bond gecomplimenteerd. Nadat enkele huis- houdeiyke werkzaamheden waren ver richt vereenigden de leden van den Bond zich aan een lunch, waarna een autotocht werd gedaan door Haarlem en oüistreken. Des namiddags had verder nog een gezamenlijk diner plaats. EXAMEN LICHAAMSOEFENINGEN. - Haarlem. 9 Aug. Geslaagd de dames: G. Gelok, Groningen, C. J. C. Lanen, 's-Gravenhage, M. Lysen, Zutphen, M. M. van der Mey, Amsterdam, A. M. Min- nis, Amsterdam, C. A. Zoon, 's-Graven hage. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 969 MUGGEN De avond belooft rustig en interessant te worden verbeeldt zich dat hfj een mug hoort en tracht deze in het oog te krijgen kan zyn aandacht niet by zyn boek houden uit vrees voor een muggen beet is overtuigd dat hy al een beet te pakken heeft maar kan er geen uiter lijke kenteekenen van vinden keert vastberaden zyn boek terug concentreert zyn op het tafelkleed, zit-ie! komt behoedzaam nader en meptwaarna het biykt dat het een zwart vlekje op het tafelkleed was gaat naar bed na een lijden, dat niet erger kon geweest, zyn als de kamer vol muggen was geweest. (Nadruk* verboden.) MALARIABESTRIJDING DE WANDTEKSTEN In de Verslagen en Mededeelingen betreffende de "Volksgezondheid vinden wy opgenomen het verslag van de werk zaamheden der Noord-Hollandsche Commissie ter bestrijding der Malaria door de bevolking van 1 April tot 31 December 1926. Daaraan ontleenen wy de volgende mededeelingen: Spraken wij in het vorige jaarverslag onze teleurstelling uit over het feit, dat onze commissie geen toestemming kon verkrygen gratis de wendteksten o.m. te doen ophangen in de postkantoren, met groote voldoening deelen wy thans me de, dat, naar aanleiding van een ver zoek onzer Commissie dd. 30 Septem ber aan den inspecteur der Posteryen en Telegrafie te Haarlem om de wand- teksten gratis in de Postkantoren en hulpkantoren te dogen doen ophangen, wy 5 October hierop een toestemmend antwoord mochten ontvangen, voorzoo- verre betreft de hulpkantoren, in het ambtsgebied van genoemden Inspec teur, onder voorwaarde, dat de direc teuren der Postkantoren, waaronder de hulpkantoren ressorteeren, geen be zwaar hadden tegen dit ophangen.Geen der 25 aangeschreven directeuren had eenig bezwaar. Ons werd zelfs de meest mogeiyke medewerking verzekerd, waarvoor onze Commissie zeer dank baar is. Aan 85 hulpkantoren en post stations werden de wandteksten toege-, zonden, waar zy werden opgehangen. De Inspecteur van de Posteryen en Telegrafie te Haarlem deelde ons verder mede, dat de directeur-generaal der Poste-yen en Telegrafie te beslissen had over het doen ophangen in de hoofdkantoren. Wy nebben ons toen ge wend tot den directeur-generaal der Posteryen en Telegrafie, met verzoek ook in de Hoofdkantoren de wandtek sten gratis te mogen doen ophangen, vooral in de kantoren ten plattelande, doch mochten hierop geen toestemmend antwoord ontvangen, wat wel te be treuren valt,daar verscheidene kantoren hiervoor zeker in aanmerking zouden komen. WU koesteren den wensch, dat zoowel de Nederlandsche Spoorwegen als de heer directeur-generaal der Posteryen en Telegrafie ons alsnog toestemming zullen willen verleenen in de stations en halten der spoorwegen in Noord-Hol land en in genoemde hoofdkantoren onze wandtekst gratis te doen ophan gen." JHR. A. W. VAN DER WIJ£K t.. In den ouderdom van 85 jaar is te Bloemenda&l overleden Jhr. A. W. van der wyck, gep. generaal-majoor der cavalerie. De ter aardebestelling van het stoffeiyk overschot heeft plaats op de Nieuwe Algemeene Begraafplaats te Bloemendaal Donderdagmiddag te 21/2 uur. Het kapotte Sigaren bandje. Ze zagen er, wat de kleeren betreft, niet buitengewoon voordeelig uit: de een had een vuil, hier en daar ge scheurd. katoenen pakje aan en de an der droeg een groen „bloesie" waar- ïyk niet minder vuil en door een der mouwen waarvan een goor puntig elle- boogje brutaal naar bulten keek. Maar hun jongenskoppen, waaraan hoed en pet vreemd waren, met de zoo wat naar alle kanten uitstaande blonde haren, zagen er gezond uit en uit him oogen blonken de levenslust en de dartelheid. Ze zullen tien en twaalf jaar zyn ge weest. Langs een bekend Haarlemsch café scharrelden ze zoo'n beetje heen en weer, nu en dan tot de bezoekers, die in gemakkelijke rieten stoelen op het terras zaten uit te puffen, zich lavend met den een of anderen verfrisschen- den drank, vrijmoedige vragen richtend, zooals: .Haas, gee-mijn óók 'n slokkie!" of: „Smaakt 't lekker, baas?" Onderwyi speurden hun valken blikken tusschen de stoelen en onder de tafeltjes van het café met echten jagershartstocht. Plotseling stond er één. de oudste, één ondeelbaar oogen blik doodstil; spanning was in heel zyn wezen en zyn oogen staarden naar één bepaald punt. Toen schoot hy vooruit, als een visch in het water, bukte zich onder een der tafeltjes en grits te iets weg, dat leder gewoon mensch voor een waardeloos, stukje papier zou aangezien hebben. Met één sprong was hy bij zyn kame raad terug en vergastte hem op een korten, maar uitdrukkingsvollen vreug dedans. Toen kreet hy met van blijdschap overslaande stem: „Ik heb 'm jó; ik heb 'm! Da's Leejepold, da's koning Leejepold. wat lk je brom! Kyk maar: daar hei-je z'n lange neus en daar hei-Je z'n vierkante baard En liefdevol streek hy het verfom faaide sigarenbandje op zyn hand glad. Toen trok een wolk over zyn nog pas lachende jongenstronie en hy zei iets wat we hier nu eenmaal niet herha len kunnen, maar uit den toon waarop hy het zei, sprak duidelijk diepe te leurstelling. „Da's gemeen!" huilde hy half. „Da's verduld gemeen! Hy is niet héél! D'r is "n stukkie van z'n baard af!" Maar dadelijk daarop blonk weer de Hoop uit zyn oogen. „Jó. ga mee zoeke!" schreeuwde hij. .Misschien leit 't er nog! Dan plak ik 't er an!" En beiden doken ze nu brutaal onder de tafeltjes, grijpend naar ook maar 't kleinste papiertje, hopend dat het 't ontbrekende stukkie van de baard van Leejepold zou zyn. Helaas! Teleurstelling zou hun deel worden. Het stukkie baard was weg en bleef weg. Toen gooide myn vriendje met de elleboog door zyn mouw het kapotte sigarenbandje met een onbeschryfelijke mengeling van minachting en droefheid in zyn blik. weer op straat* Wat had hy aan Leejepold die niet héél was? J. C. E. SCHOUWBURG JANSWEG. In den Schouwburg aan den Jansweg zullen de voorstellingen van de Jeugd- biscoop tot September a^. niet meer plaats vinden. De opvoeringen van „De Tante uit Indië" zyn geëindigd. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen by: C. Houten, zyiweg 107. autoband: F. Plaisier, Aelbertsbergstraat 51. gouden armband; A. de Vries, Zuid Polder straat 29. R.K. gebedenboekje; J. Fennis Z.B. Spaarne 34a, zwarte boa; J. Donia Spaarnwouderstraat 21 rood, badpak, handdoek en muts: F. Wesseling, Wes- sterhoutstraat 35, postduif (genum merd) Homme en Co„ Anegang 40. dameshoed; A. Heins, zyistraat 54rood Belg. Herdershond; J. N. Hekhuyscn, Nachtegaalstraat 21, koffer met in houd; Schouten, Koningstraat 58, gryze kat; Kennel Fauna. Parklaan; grijze kat, gebracht door Van RyswUk Klop persingel 129; gryswitte kat, gebracht door Keyzerswaard. Nieuwe Gracht 2. A. War, Zuiderstraat 8 rood lorgnet; J. F. Vv. Maas, Witte Heerenstraat 16 zwart, manchet; M. Zwitser, Baljuws laan 13, kindermuts: A. de Vries. Leld- schestraat 38 P hondenpenning (ge nummerd); J. *Hulscher, de la Re ij- straat 75. portemonnaie; H. J. Koele- meijer Jan Steenstraat 9, pakje inh. 6toffen. W. Beek, Lootsstraat 29, pakje dames ondergoed; S. v. d. Zande, Nacht- zaamstraat 23, portemonnaie met in houd; Bur. v. Politie Smcdestraat, blauwe rozenkrans en een rilwielpomp; W. de Vries, Spoorwegstraat 12, rij- wielbelastingmerk; E. Vcnnik, Spion kopstraat 47, idem; M. Buts, Antonie- straat 35, idem in étui; G. Haan. Es- schilderstraat 28 rood. rozenkrans; O. van Houten, HarmenJansstraat 3, rozen krans (zilveren); M. Zwitser, Baljuws- laan 13, rozenkrans; Th. Rebel. Oly- canstraat 52, reticule met Inhoud; L. v. Halem, Joubertstraat 30 a, racket: J. v. d. Brugge. Cederstraat 15. sleutel (Ford) L. de Zwart, Staringstraat 4, bos sleutels, Schreur Grobberstraat 1, kraansleutel; Oudshoorn, Turfmarkt 4, zweep. door AGATHA CHRISTIE. Vertaling van A. d. Z. 26) Als een houten luik kwam er een offi- cleele uitdrukking over Japp's expressief gezicht. „Misschien cn misschien niet", merkte hy droogjes op. Poirot keek hem peinzend aan. „Ik ben er erg op gesteld, heeren, dat hy niet gearresteerd wordt". „Dat kan wel", merkte Summerhaye sarcastisch op. Japp keek Poirot met komische ont steltenis aan. .Hunt u niet een beetje verder gaan. Mr. Poirot? Een oogwenk van u is even goed als een knikje van een ander. U bent er by geweest en de Yard maakt liever geen vergissingen, ziet u". Poirot knikte ernstig. „Dat is juist, wat ik dacht. Nu. ik zal u dit zeggen. Gebruik uw machti ging: Arresteer Mr. Inglethorn. Maar u zult er geen eer mee inleggen de zaak tegen hem zal dadelijk opzij gezet wor den! Comme 5a!" En hij klapte veel- beteekenend met de vingers. Japp's gezicht werd ernstig, terwyi Summerhaye ongeloovig snoof. Wat my betreft, ik was letterlijk stom van verbazing. Ik kon alleen maar tot het besluit komen, dat Poirot krank zinnig was. Japp had een zakdoek uitgehaald en veegde er zacht zyn voorhoofd mee. „Ik durf niet, mr. Poirot. Ik zou op uw woord afgaan, maar er zyn anderen boven me, die zullen vragen, wat ik er mee voor heb. Kunt u me niet wat meer geven, om op af te gaan? Poirot dacht een oogenblik na. „Dat kan", zei hy eindelyk. „Ik geef toe, dat ik het niet graag doe. Ik geef er myn kaarten mee uit handen. Ik zou hier liever voorloopig in het geheim ge werkt hebben, maar wat u zegt. is heel juist het woord van een Belgisch po litieman. wiens tyd voorby is. kan niet voldoende zyn! En Alfred Inglethorp moet niet gearresteerd worden. Daar heb ik een eed op gedaan, zooals myn vriend Hastings hier weet. Kyk dan m'n beste Japp, gaat u dadelyk naar Styles?" „Wel. over een half uur ongeveer. We bezoeken eerst den president en den dokter". „Goed. Haal me. als je langs komt, aan het laatste huis van het dorp Ik zal met je meegaan. Te Styles zal Mr. Inglethorp, of als hy weigert— wat mogeiyk is zal ik je bewijzen geven, die je zullen overtuigen, dat de zaak tegen hem onmogeiyk volgehouden kan worden. Is dat afgesproken?" .Afgesproken', zei Japp van harte. „En uit naam van de Yard ben ik u zeer verplicht, hoewel ik moet beken nen, dat ik op 't oogenblik niet het kleinst mogelyke gaatje in de getuigenis verklaringen kan zien, maar u bent al tijd een wonder geweest! Tot straks dan monsieur!" De twee detectives stapten weg, Sum merhaye met een ongeloovig gry'nslachje op zyn gezicht. „Nu. m'n vriend", riep Poirot, voor dat ik een woord kon uitbrengen, „wat denk je er van? Ik had een paar warme momenten by dat verhoor; ik kon me niet voorstellen, dat de man zoo stom zou zyn, dat hy weigerde, iets te zeggen. Werkeiyk, het was de politiek van een idioot". „H'm! Er zyn nog andere verklarin gen dan die van stommiteit", merkte ik op. „Want als de zaak tegen hem juist is, hoe kon hy zich dan anders verde digen dan door zwijgen?" „Wel, op duizend manieren", riep Poirot. „Kyk, stel, dat ik het ben. die dezen moord begaan heeft, dan kan ik wel zeven heel aannemeiyke verhalen bedenken! Veel overtuigender dan mr. Inglethorps hardnekkige ontkenning. Ik moest wel lachen". „M'n beste Poirot, ik geloof zeker, dat u er wel zeventig kunt bedenken. Maar in ernst, in weerwil van wat ik u tegen de detectives heb hooren zeggen, kunt u toch niet biyven gelooven in de moge- lykheid van Alfred Inglethorps on schuld?" „Waarom niet evengoed als tevoren? Er is niets veranderd". „Maar het verhoor is zoo overtui gend". „Ja, al te overtuigend". We gingen het hek van villa Least ways binnen en liepen de nu welbeken de trap op. „Ja, ja, al te overtuigend", vervolgde Poirot. bijna in zich zelf. „Een werke iyk bewijs is meestal vaag. onbevredi gend. Het moet onderzocht worden, ge zift. Maar hier is alles kant en klaar. Neen, m'n vriend, dit bewys Is heel knap opgemaakt, zoo knap, dat het zyn doel is voorby gegaan". „Waar maakt u dat uit op?" „Omdat, zoo lang als het bewys tegen hem vaag en onaantastbaar was, 't heel moeiiyk weerlegd kon worden. Maar in zyn angst heelt de schuldige het net zoo vast aangetrokken, dat één snede er in Inglethorp de vrijheid zal geven". Ik zweeg. En na een paar minuten vervolgde Poirot: «Laten we de zaak eens zoo beschou wen Er is een man. die. laten we zeg gen. het plan heeft, zijn vrouw te ver giftigen. Hy is door zyn slimheid voor uit gekomen. Vermoedeiyk is hy dus slim. Hy is niet heelemaal gek. Wel. wat doet hy nu? Hij gaat brutaalweg naar den dorpsapotheker, en koopt strychnine onder zyn eigen naam, met een gefantaseerd verhaal over een hond, dat wel moet bewezen worden, uit de lucht gegrepen te zyn. Hi! gebruikt het yergif dien avond niet. Neen. hy wacht tot hy een lievigen twist met haar ge had heeft, waarvan het heele huishou den op de hoogte is. en die natuuriyk de verdenking op hem richt. Hy maakt geen verdediging klaar geen scha duw van een alibi en toch weet hy, dat de apothekersbediende natuuriyk met de feiten voor den dag moet komen. Bah. vraag me niet. te gelooven, dat iemand zoo idioot kan zyn. Alleen een krankzinnig, die zelfmoord wilde begaan door zich te laten ophangen, zou zoo handelen!" „Toch begrijp ik niet begon ik. „Ik begrijp het evenmin. Ik moet Je zeggen, mon ami, dat het me duister is: My Hercule Poirot!" „Maar als u gelooft' dat hy onschul dig is. hoe verklaart u dan, dat hy de strychnine gekocht heeft^" .Heel eenvoudig. Hy heeft die niet gekocht". „Maar Mace herkende hem toch". „Pardon, hy zag iemand met een zwarten baard, zooals van mr. Ingle thorp. en die een lorgnet droeg als mr. Inglethorp, en gekleed was met mr. In glethorps vry in 't oog vallende klee ren. Hij kon niet iemand herkennen, dien hy waarschyniyk alleen in de ver te gezien had. daar hy, zooals je je her- innért, zelf pas een paar weken in het dorp was en mevrouw Inglethorp by Coot in Tadminster kocht". „Dus u denkt"..- „Mon ami. herinner Je Je de twee puntenwaarop Ik den nadruk legde? Laat het eerste voorloopig rusten, maar wat was het tweede?" „Het belangryke feit, dat Alfred In glethorp eigenaardige kleeren draagt, een zwarten baard heeft en een lorgnet gebruikt", citeerde ik. „Juist. Veronderstel nu eens. dat iemand door wilde gaan voor John of Lawrence Cavendish. Zou dat gemakke- ïyk zyn?" „Neen", zei lk in gedachten. „Natuur iyk zou een acteur" Maar Poirot sneed myn woorden on- meedoogend af. „En waarom zou het niet gemakkelijk zyn? Ik zal het u zeggen, m'n vriend: Omdat ze geen van belden een snor of baard hebben. Om je In het volle dag licht als één van die twee te grlmceren, zou men een acteur van talent moeten zyn. en van huls uit een zekere gelijke nis van gezicht moeten hebben. Maar in het geval van Alfred Inglethorp is dat anders, zyn kleeren, zyn baard, de lorg net, die zijn oogen vefbergt dat zyn de in het oog springende punten van zijn uiteriyk. Wat is nu het eerste in stinct van den misdadiger? De verden king van zichzelf af te leiden, niet waar? En hoe kan hy dat het best doen? Door die op een ander te werpen. In dit geval was er iemand by de hand. Ieder een was gepredisponeerd, om in de schuld van mr. Inglethorp te gelooveu, (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9