VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN
GEMEENTERAAD.
FLITSEN
FEUILLETON
DE GEHEIMZINNIGE ZAAK
VAN STYLES
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 18 AUG. 1927
School voor Voorbereidend Lager Onderwas in het
Leidsche kwartier. Een geheime zitting van een
ha3f uur. Het overgenomen personeel uit de ge
annexeerde gebieden. De scheuren in de zwem.
inrichting aan de Houtvaart. Debat over de staking
in de Slachthuisstraat. Nog eens de biervaatjes aan
het Spaarae. De tooneelwedstrijd van „Jacob van
Lennep".
Mededeelingen en ingekomen
stukken.
Ingekomen zijn:
een brief van Gedeputeerde Staten ten
geleide van een afschrift van een uit
treksel uit het Koninklijk Besluit van 18
Juli 1927 No. 11. houdende goedkeuring
van de verordening tot heffing van
schoolgeld op de scholen voor lager on-
d vijs;
afschrift van het Koninklijk Besluit
d-d. 27 Juli 1927 No. 39 tot schorsing van
het raadsbesluit van 18 Juli ji. betref
fende vaststelling eener verordening te
gen onredelijke opdrijving van woning-
huren:
een brief van Gedeputeerde Staten ten
geleide van het door hen goedgekeurde
raadsbesluit d-d. 16 Maart 1927 betref
fende goedkeuring rekening en verant
woording 1926 commissie voor school
kleed ing;
een brief van de Haarlemsche Orkest-
Vereeniging. houdende dankbetuiging
voor de voor 1927 toegekende extra
subsidie van 6.750— en waarin nog
maals verzocht wordt de subsidie voor
1928 en volgende Jaren te verhoogen tot
j 40.000;
een brief van den voorzitter van het
Centraal Stembureau houdende mede-
deeling, dat J. H. Visée zijn benoeming
tct lid van den Raad niet aanneemt
een schrijven van W. P. Jansen, waar
in hij bedankt als lid van den Gemeen
teraad;
brieven van den Voorzitter van het
Centraal Stembureau betreffende inzen
ding benoemingsbesluiten M. H. Groe-
nencaal en G. Wolzak Hzn.. als leden
van den Raad alsmede bericht dat deze
die benoeming aannemen.
een verzoek van den Gemeente-Ont
vanger om hem verlof te willen verlee-
nen van 5 September tot en met 1 Octo
ber a.s. wordt ingewilligd.
Gesteld worden in handen van B. en
W. om prae-advies:
een verzoekschrift van de Naarnlooze
Vennootschap Bouwmaatschappij „Kle-
verpark" om het recht van erfpacht van
een perceel grond aan de Santpoorter-
s:raa: te beëindigen en om den grond
aan verzoekster te verknopen.
een verzoek van de Kerkvoogdij der
Ned. Hervormde Gemeente te Spaarn-
dam om een bijdrage van 1.000 in de
kosten van restauratie van haar kerk
gebouw.
Besloten wordt om de huur van twee
perceelen grond aan den weg langs de
Leldschevaart bij besluit van 28 Juli 192S
nr. 19 verhuurd aan W. J. Dankmeijer
over te schryven met ingang van 1 Ja
nuari 1928 op naam van mevr. C. A.
v. c. Eerg geb. Dankmeyer.
School voor Voorbereidend
Lager Onderwijs.
Voortgezet wordt de discussie over het
voorstel van B. en W. tot stichting van
een School voor Voorbereidend Lager
Onderwijs in het Leidsche kwartier.
De heer Peper dringt op spoedige uit
voering van de plannen aan.
De heer Joh. Visser merkt op. dat
het hier de eerste aanvrage van derge-
1 ijken aard is. Hier moet dus een begin
sel beslui: genomen worden. De zaak dient
cus van alle kanten bekeken te worden.
Het staat bij hem vast, dat niet alle
kinderen van deze school later een open
bare school zullen bezoeken. Het verdient
dus overweging, In het vervolg bij een
dergelijke aanvraag goed te onderzoeken
wat de voornemens der belanghebbende
cuders zijn.
De heer Van Liemt brengt hulde
aan B. en W., omdat men er blijkbaar
op uit is, de bestaande gebouwen in on
ze gemeente zoo economisch mogelijk te
gaan gebruiken.
De heer J o o s t e n waarschuwt er te
gen, om niet de richting uit te gaan,
die de heer Klein blijkbaar uit wil. Het
mag geen „beroerde" school worden. Van
alle kanten moet geprobeerd worden, het
enderwijs zoo goed mogelijk te maken.
Mevrouw Maarschal 1K o m i n
spreekt in denzelfden geest.
De heer Boes komt op tegen de
wóórden van den heer Joh. Visser. Het
Is niet de bedoeling om het bijzonder
onderwijs te kleineeren. Ook vindt spre
ker het onvoorzichtig, om te zeggen dat
misschien niet alle kinderen later op de
openbare school zullen komen. Hij is van
meening, dat de voorbereidende school
too goed mogelijk moet -wezen.
Mej. Berdenis van Berle k o m
acht het open terrein bij deze voorberei
dende school wel wat klein. Zij vraagt,
zoo mogelijk later een aansluitende uit
breiding tot stand te brengen.
Wethouder Bruch dankt voor den
steun, die hem door sommige leden is
gegeven. Volgens hem heeft men hier
alleen te maken met de toelichting van
B. en W. en niet met die van den heer
Kuling. Spreker acht de keus van de
plaats voor deze voorbereidende school
goed. Bij deze school zal rekening worden
gehouden met de belangen van het on
derwijs eenerzijds en met die van de
gemeentekas aan den anderen kant.
Overbodige uitgaven zullen achterwege
blijven. Het moet een goed gebouw met
degelijk onderwijs worden. Wel zal het
heel moeilijk wezen, het open terrein
nog wat grooter te maken B. en W. zul
len overigens met de uitwerking van de
ze plannen den noodigen spoed betrach
ten.
De heer Klein merkt in antwoord
aan den heer Joost en op, dat ook hij
van meening is, dat de school zoo goed
mogelijk moet wezen. Alleen hoopt spre
ker dat de raad later eventueel ook voor
een voorbereidende school voor bijzon
der onderwijs welwillend zal wezen.
Het voorstel van B. en W. wordt zon
der hoofdelijke stemming goedgekeurd.
PUNT 5.
Aanschaffing gymnastiek werk
tuigen.
B. en W. stellen den Raad voor
een bedrag van f 1065 beschikbaar te
stellen voor aanschaffing van verschil
lende gymnastiek toes tellen en werktui
gen voor school C aan den Rijksstraat
weg 374 zoomede voor het aanbrengen
van e enige verbeteringen aan reeds aan
wezig materiaal.
Goedgekeurd.
PUNT 6.
Scholen in voormalig Schoten.
B. en W. stellen den Raad voor te be
sluiten, onder intrekking van het be
paalde sub B. en C. van het besluit van
3 Augustus 1927, o.m. tot reorganisatie
van het openbaar lager onderwijs in de
voormalige gemeente Schoten daarvoor
te lezen als volgt:
B, School A in de voormalige ge
meente Schoten met ingang van 23
Augustus 1927 terug te brengen tot de
gewone formatie van zevenkiassige
school, en van hare 14 parallelklassen te
vormen twee nieuwe scholen, elk met 7
klassen en deze drie scholen aan te dui
den: School A met nummer 34 eh de
beide nieuw ontstane scholen, onder
scheidenlijk met de nummers 35 en 36.
C. Als plaats van vestiging voor
School nummer 35 aan te wijzen een ge
deelte van het schoolgebouw aan de
Overtonstraat no. 42, en voor School no.
36 een gedeelte van het schoolgebouw
aan de Soendastraat no. 41.
Wordt zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
PUNT 7.
Overplaatsing onderwijzend per
soneel.
Tenslotte komt aan de orde het voor
stel van B. en W. tot overplaatsing en
benoeming van onderwijzend personeel
voor openbare lagere scholen, dat reeds
eerder uitvoerig in ons blad werd me
degedeeld.
De raad vereenigt zich zoowel met de
overplaatsingen als met de benoemin
gen.
Geheime zitting.
Daarna wordt de openbare vergade
ring geschorst.
Na de geheime zitting, die ruim een
half uur duurde, stelt Wethouder R e i-
nalda namens B. en W. voor, aan te
kcopen twee stukken grond aan de Jan
Gijzenvaart voor resp. 63.000 en
184.574.
De Raad keurt dit goed, evenals een
voorstel van B. en W. om den post voor
het maken van den basaltkademuur aan
de Friesche Varkenmarkt te verhoogen
met 8800 voor een verlenging van dien
muur.
Het overgenomen personeel.
In de vorige raadszitting had de heer
Roodenburg vragen gesteld naar
aanleiding van het overnemen van amb
tenaren en werklieden uit de gean
nexeerde gebieden.
Wethouder R e i n a 1 d a antwoordt na
mens B. en W.. dat in totaal zijn over
genomen 176 ambtenaren, werklieden en
politiepersoneel. Hiervan zijn alle werk
lieden en werksters alsmede het pöli-
tieuersoneel te werk gesteld: dit ge
schiedde ook met 33 ambtenaren uit
Schoten, 8 uit Heemstede, 1 uit Spaarn-
dam en 1 uit Haarlemmerlïede c.a. Op
wachtgeld zijn gesteld na besprekingen
met de Commissie voor Georganiseerd
Overleg vijf ambtenaren uit Schoten en
één uit Heemstede. Eén ambtenaar is
niet overgenomen. Nagegaan zal worden
welk tijdelijk personeel zal worden ont
slagen en wie nog eventueel op wacht
geld moeten worden gesteld. De over
neming van al die personeel achten B
en W. in het belang van de gemeente en
dit zal ook de bevordering van het oude
personeel niet schaden.
De scheuren in de nieuwe
zweminrichting.
De heeren Klein Schiphorst en
Wolzak hadden in de vorige raadszit
ting vragen gesteld over de scheuren in
de nieuwe gemeentelijke zweminrichting
aan de Houtvaart. O-a. hoe die scheuren
ontstaan zyn.wat er gedaan wordt voor
de herstelling en voor wie de financieele
gevolgen zijn.
Wethouder R e 1 n a 1 d a antwoordt,
dat B. en W.. na kennis genomen te
hebben van het rapport van den direc
teur van Openbare Werken (dien spre
ker den bouwmeester der inrichting
noemt), ten aanzien van deze inrichting
volkomen gerust zijn. Er is geen helfun-
deering onder het reservoir. De scheuren
zijn ontstaan door een zetting, omdat
gedeeltelijk op staal gebouwd en een
ander gedeelte geheid is. De financieele
gevolgen van het herstel zullen door de
gemeente gedragen moeten worden. De
ze kosten zijn veel geringer, dan bij toe
passing van heifundeering voor het
geheele complex. Het reservoir in
het voorgebouw is 4.55 M. hoog en de
inhoudsmaat bedraagt 450 kub. M. Het
water wordt verwarmd door de zon en
door de omgeving. De douches zijn pre
cies eender aangebracht als aan de Kle
verlaan en zooals ook elders geschied is.
De heer- Klein Schiphorst is
met het antwoord van wethouder Rei-
'nalda niet voldaan. Al had het eenige
duizenden méér gekost, dan zou spreker
er toch vóór geweest zijn, om ook on
der het reservoir te heien. Als het reser
voir, dat volgens spreker niet aan de
gestelde eischen voldoet, geheel met wa
ter werd gevuld, dan zouden de gevol
gen nog veel ernstiger zijn Doordat de
zon buitengesloten wordt, kan de tem
peratuur niet goed worden. Spreker had
liever gehad, dat men er ruiterlijk voor
uitgekomen was, dat er een technische
fout gemaakt was. Waar gewerkt wordt,
kunnen immers ook fouten gemaakt
worden. En dat is dan ook niet erg.
Maar dan moet men er voor uit durven
komen.
De heer M ie z ér us kan zich geheel
met de zienswijze van den heer Klein
Schiphorst vereenigen. Spreker zou er
nooit vóór geweest zijn, om slechts on
der de helft van een groot, aaneenge
sloten gebouw te heien. Er wordt vol
gens hem om de zaak heen gedraaid.
Wethouder Re in aid a komt tegen
dit laatste op. B. en W. en de directeur
van Openbare Werken draaien niet.
maar zeggen precies waar het op aan
komt. Er zouden veel te veel kosten ge
maakt zijn. Het gebouw zal door de
scheuren en het herstel daarvan geen
schade lijden. Beter was het natuurlijk
geweest, als het niet gebeurd was en
B. en W. betreuren dit dan ook, maar
zij en de directeur van Openbare Wer
ken zijn volkomen gerust over dit bouw
werk. In ieder geval Is de gemeente
voor de uitgifte van een belangrijk be
drag gespaard.
De heer Castrlcum vraagt, om
dan eens het reservoir geheel met wa
ter te doen vullen, wat toch eigenlijk
moet kunnen geschieden. Dan kan men
beter over de gevolgen oordeelen.
Wethouder R e i n a 1 d a verklaart nog
eens, dat deze zweminrichting voldoet
aan de gestelde eischen. Nochtans zijn
B. en W. bereid, nog eens aan'deskun
digen inlichtingen te vragen.
De staking in de Slacht
huisstraat.
De heer Peper had schriftelijk in
lichtingen gevraagd over de staking bij
den bouw der 142 arbeiderswoningen.
Hij had gevraagd, of het gemeentebe
stuur pogingen wilde aanwenden, om
aan het conflict een einde te maken.
De Voorzitter antwoordt, dat B.
en W. op dit verzoek, dat laat ingeko
men is, in deze zitting nog geen ant
woord kunnen geven. In ieder geval
kunnen zij nog niet zeggen, wat zij voor
nemens zijn te doen.
De heer Kees en meent, dat B. en
W. toch wel een antwoord kunnen ge
ven op de vraag van den heer Peper, of
zU bereid zijn, eventueel bemiddelend op
te treden.
Wethouder R e i n a 1 d a acht hefc in
het belang van deze zaak, als er in dit
stadium nog niet in den raad over ge
sproken wordt.
B. en W. zullen zich, zooals zij reeds
van den eersten dag af hebben ge
daan, op de hoogte van deze zaak hou
den. B. en W. zullen, als dit in het be
lang van de gemeente noodig mocht blij
ken en als het kan, ingrijpen. Maar nog
maals merkt spreker op, dat het niet in
het belang van deze zaak is, als er nu
reeds in den raad over gedebatteerd
wordt. Dadelijk na den aanvang van dit
conflict heeft de wethouder voor de
werkloosheidsbestrijding aan de belang-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 976
SUGGESTIE
Vader besluit, na een
hartig ontbijt, gezellig
buiten te gaan zitten
zet zich in een scha-1 vouwt zijn krant open
duwrijken hoek, waar 't I en bereidt zich voor op
lekker koel is I een plezierigen Zondag-
I ochtend
leest een bericht met de
voorspelling dat de dag
buitengewoon heet' zal
zijn
hoort Jan Kommer over
de hitte mopperen
en Jansen met Klaasen i staat op en consulteert voelt zich de rest van
en Jansen met isjaasen l staat op en cons
in een debat over de I den thermometer
vraag of het vandaag I
nog heeter is dan vori-
gen Zondag
den dag loom, warm en
onbehagelijk.
(Nadruk verboden.)
hebbende partijen gevraagd, bij hem te
komen, om deze zaak te bespreken. B.
en W. zijn daardoor volkomen op de
hoogte van de zaak gekomen. Het is
evenwel niet gelukt, een einde aan het
conflict te maken. Toch hoopt spreker,
dat een gunstige oplossing verkregen zal
worden, als al de partijen hiervoor wil
len samenwerken.
De heer Peper meent, dat het bi
het belang van de gemeente is, als er
dadelijk bemiddelend door het gemeen
tebestuur wordt opgetreden. Anders zal
er veel nadeel ontstaan. Elke regenbui
berokkent een blijvende schade. De soli
diteit van den bouw heeft er onder te
lijden. Spreker hoopt dus, dat B. en W.
met de betrokken partijen in overleg
zullen treden.
De heer Klein Schiphorst deelt
mede, nu niet langer te kunnen zwij
gen. Zoowel de patroons als de meer
derheid der arbeiders waren bereid om
de zaak door arbitrage te doen beslis
sen, maar de partygenooten van den
heer Peper wilden dat niet, namelijk de
leden der Federatie van Bouwvakarbei
ders. Als de arbeiders dus schade lijden,
dan komt dat op rekening van de par
tygenooten van den heer Peper. Ook
keurt spreker het af, dat een gemeente
opzichter buiten zijn bevoegdheid om
inlichtingen over deze zaak aan derden
heeft gegeven. Hy wenscht dit onder
zocht te zien, want dit acht hij aller
minst in het belang der gemeente. Dit
conflict zou al lang voorbij zijn geweest,
als de partygenooten van den heer Pe
per hun goeden wil maar hadden laten
zien.
De heer Joh. Visser uit zijn ver
ontwaardiging over de molestaties van
werkwilligen. Dit is geen strijdwapen
meer van dezen strijd, zegt hy. Ook is
hy verontwaardigd over het feit, dat
de politie dit niet heeft kunnen belet
ten.
Wethouder Re in al da merkt op,
dat B. en W. zich over hun meening
omtrent de wyze van strijd voeren
niet uitlaten. Door deze staking zal een
uitstel van den termyn van oplevering
zeer zeker plaats hebben. Daar is trou
wens in het bestek in voorzien. Een sta
king behoort tot de redenen, waarom
uitstel verleend kan worden. Er zal dus
schade worden geleden. Het is evenwel
onjuist, dat de bouw dezer woningen
niet solide zou zijn. Er is precies vol
gens de teekeningen gewerkt. Ook heeft
een strenge keuring van de materialen
plaats gehad. Als zy niet goed waren,
werden zy onverbiddelijk afgekeurd.
Zonder overdreven te zyn heeft men de
best mogelyke materialen gebruikt. B.
en W. waren en zyn nu nog steeds van
plan. te trachten een eind aan dit inder
daad moellyk conflict te maken door
arbitrage. Gehoopt was. dat ook de niet-
gecontracteerde arbeiders zich aan arbi
trage zouden onderwerpen, wat zy even
wel geweigerd hebben. Dat waren zooge
naamde „duizendpooters" uit Amster
dam.
Hiermede wordt de discussie over deze
zaak gesloten.
In antwoord op een vraag van den
heer Van Liemt over den bouw van
een houten hulpschool en of die aan een
Haarlemsche firma is gegund, antwoordt
wethouder R e i n a 1 d a, dat aan B. en
W. hiervoor een crediet van 10.000 is
toegestaan. Het laagst werd ingeschre
ven door den Haarlemschen aannemer
J. Klerk voor 7375; aan hem is het
werk gegund. Hij zal het werk in vier
weken opleveren.
De heer Van de Kamp vraagt, of
by dit bedrag ook de kosten voor het
schilderwerk begrepen zyn.
Wethouder Re in al da antwoordt,
dat hierby alles is inbegrepen wat in de
bestekken genoemd is.
De biervaatjes aan het
Spaarne.
De heer Groenendaa] informeert,
hoe het nu staat met het bestrijden van
het walgelyke tooneeltje aan het Spaar
ne. waar mannen de restjes bier opdrin
ken uit de vaten, die daar neergezet
worden.
De Voorzitter antwoordt, dat aan
alle betrokken firma's een waarschuwing
is gericht om de vaten daar leeg neer
te zetten. Men dient nu eerst eens af
te wachten, welk effect deze waarschu
wing heeft. Spreker ka,n niet garandee-
ren. dat dit euvel zich niet nog eens een
keer zal voordoen. De toestand is ove
rigens wel iets verbeterd. By de behan
deling van voorstellen tot wyziging der
Politieverordening zal deze zaak bespro
ken worden.
De heer Van de Kamp heeft ook
de ervaring opgedaan, dat de toestand
iets verbeterd is.
De tooneel wedstrijd van
„Jacob van Lennep".
De heer Van de Kamp vraagt in
lichtingen. waarom voor den toon eel-
wedstrijd van „Jacob van Lennep" thans
slechts een zilveren medaille is geschon
ken en in 1923 een gouden. Volgens den
heer Bruch was die wedstrijd van 1923
belangryker, omdat er zich vier of vijf
buiteiilandsche vereenigingen hadden
aangemeld. Dit was evenwel onjuist,
zegt spreker. Er had er zich maar één
aangemeld.
Wethouder Bruch antwoordt, dat
bij een aanvrage van een medaille altyd
geïnformeerd wordt, wie zich voor deel
neming hebben opgegeven. Zich opge
ven en meedoen is evenwel niet hetzelf
de. Het is nu niet meer gemakkelijk te
onderzoeken, wat er vier jaar geleden
gebeurd is. Spreker haast zich om mede
te deelen, dat hy ook dezen wedstrijd
van „Jacob van Lennep" belangryk
vindt. Maar B. en W. meenden ui 1923
te doen te hebben met een wedstryd.
„die zich belangwekkender deed aan
zien". Spreker hoopt, dat ook de wed
stryd van 1927 met een goeden uitslag
bekroond mag worden
Te 4.15 uur wordt de vergadering ge
sloten.
MUSEUM VAN KUNST
NIJVERHEID.
DE BIBLIOTHEEK.
De verbouwingen voor de huisvesting
der Provinciale Staten, van het Pavil
joen „Welgelegen", waarin, zooals be
kend is, het Museum van Kunstnyver-
heid en de Bibliotheek gevestigd waren,
hebben verschillende verhuizingen ten
gevolge.
De collecties der voorwerpen van het
Museum zyn thans voor het grootste
gedeelte ingepakt en deze zullen, wan
neer de nieuwe huisvesting voor het
Museum in de Vleeschhal is vrygeko-
men,opnieuw worden tentoongesteld.
Voor de bibliotheek was het gemeen
tebestuur zoo welwillend een zaal. de
z.g. Noorderpandhuiskamer, een ruim
te, behoorende tot het gebouwen-com
plex van het stadhuis, af te staan,
waardoor het mogclyk is geworden, dat
deze belangrijke verzameling van wer
ken over Kunst. Architectuur en Kunst-
nyverheid door den belangstellende blij
vend kan worden geraadpleegd en daar
uit kan worden geleend.
De bibliotheek welke ten doel heeft door
middel van periodieken, boek- en plaat
werken, de kennis en de belangstelling
in schilder- en beeldhouwkunst, archi
tectuur, kunstny verheid en industrieele
kunst te vergrooten en te verbreiden,
verzendt daarvoor aan den aanvrager
de hierover handelende literatuur bin
nen de grenzen van het Rijk kosteloos
ter lezing; slechts de transportkosten
heen en weer en de onkosten voor cor
respondentie of frankeering komen voor
rekening van den aanvrager. Op ver
zoek worden over toegepaste schilder
en beeldhouwkunst, architectuur,
kunstnijverheid, industrieele kunsten of
onderdeelen daarvan opgave van be
staande litteratuur verstrekt, terwyi te
vens wordt opgegeven, welke werken de
bibliotheek daarvan bezit.
Het museumbestuur heeft besloten om
de bibliotheek in het vervolg voor het
publiek open te stellen alle werkdagen,
des Maandags van 15 uur, alle overige
werkdagen van 105 uur.
TIMMERLIEDENVEREENIGING
EENSGEZINDHEID".
De St.Crt. van 16 Augustus bevat de
statuten der Timmerlieden-, Machi
nale Houtbewerkers- en Modelmakers-
vereeniging .Eensgezindheid", gevestigd
te Haarlem.
De vereeniging heeft ten doel een
dracht en verbroedering, alsmede het
vrïendschappeiyk verkeer onder de le
den te bevorderen en te onderhouden
en tevens de zedelyke en stoffelijke wel
vaart der leden te bevorderen, los van
elk politiek of godsdienstig party ver
band.
door
AGATHA CHRISTIE.
Vertaling van A. d. Z.
33)
„Werkelijk? is dat zoo, mon ami?"^
"ja. Licht me, als 't u blieft, even in".
Poirot bekeek me een paar minuten
aardachtig. Töen schudde hij. tot myn
greote verwondering, beslist het hoofd.
„Neen, m'n vriend".
„Och kom, waarom niet?"
„Twee is genoeg voor een geheim".
„Nu, 7111(1 het heel onbmyk' de
feiten voor me achter te houden".
,/Dc houd geen feiten achter. Ieder
feit, dat ik ken, is in je bezit. Je kunt
je gevolgtrekkingen daaruit maken. De
zen keer is het kwestie van meenin
gen".
.Toch zou het interessant zyn, die te
kennen".
Poirot keek me ernstig aan, en schud
de nogmaals het hoofd.
„Zie Je", zei hy treurie. jy hebt geen
instinct".
„Het was verstand, wat u daareven
van me wenschte", bemerkte ik.
„Die twee gaan dikwijls samen", zei
Poirot raadselachtig".
Die opmerking leek zoo totaal er
naast, dat ik niet eens de moeite nam,
ze te beantwoorden. Maar ik besloot,
dat als ik interessante en belangryke
ontdekkingen zou doen zooals onge-
twyfeld zou gebeuren ik ze vóór me
zou houden, en Poirot verrassen met het
laatste resultaat.
Er zyn oogenblikken, dat het iemands
plicht is, zich te handhaven.
HOOFDSTUK IX,
Dr. Bauerstein.
Ik had nog geen gelegenheid gehad,
om Poirots boodschap aan Lawrence
over te brengen. Maar, toen ik nu over
het grasveld naar buiten liep, nog steeds
een grief koesterend tegen de heersch-
zucht van myn vriend, zag ik Lawrence
op het croquetveld doelloos een paar
heel oude ballen rondslaan met een nog
ouderen hamer.
Het trof me, dat dit een goede ge
legenheid zou zyn, om myn boodschap
over te brengen. Anders zou misschien
Poirot zelf me er van ontlasten. Ik be
greep wel niet heelemaal de portee er
van, maar Ik vleide me, dat Ik door het
'antwoord van Lawrence en misschien
een klein, handig kruisverhoor van mijn
kant, spoedig de beteekenis er van zou
gewaar worden. Dus sprak ik hem aan:
„Ik heb naar je gezocht", merkte ik,
niet naar waarheid, op.
„Zoo?"
„Ja, om je de waarheid te zeggen, heb
ik een boodschap voor je.... van Poi
rot". f
„Ja?"
„Hy zei me, te wachten, totdat ik al
leen met je was", zei ik, terwyl ik myn
stem beteekenisvol liet dalen, en hem
van terzyde scherp aankeek. Be heb er
altijd nog al slag van gehad, om, wat
je geloof ik, noemt, een atmosfeer te
scheppen".
..Nu?"
Er kwam geen verandering in de uit
drukking van het donkere, melancho
lieke gezicht. Had hy eenig idee van
wat ik ging zeggen?
„Dit is de boodschap". Ik liet myn
stem nog dieper dalen.
„Probeer het extra koffiekopje te vin
den, en je kimt in vrede leven".
„Wat kan hy bedoelen?" Lawrence
staarde me met volkomen natuurlyke
verbazing aan.
„Weet je het niet?"
„Volstrekt niet. jy?"
Ik kon niet anders, dan myn hoofd
schudden.
„Wat voor extra koffiekopje?"
„Dat weet ik niet",
.Hij kan het beter aan Dorcas of één
van de andere meisjes vTagen, als hy
iets over koffiekopjes wil weten. Dat is
hun zaak, niet de myne. Ik weet niets
ven de koffiekopjes af, behalve dat we
er hebben, die nooit gebruikt worden,
en die een ware droom zyn. Oud Wor
cester! Je bent geen kenner, wel, Has
tings?"
Ik schudde het hoofd.
„Dan mis je een boel- Een werkeiyk
volmaakt stuk oud porcelein het is
een waar genot, het in de hand te heb
ben, of zelfs er naar te kijken".
„Nu, wat moet ik Poirot zeggen?"
„Zeg hem maar, dat ik niet weet,
waar hy het over heeft. Het heeft geen
zin voor me".
„Goed".
Ik ging weer naar huis terue, toen hij
me plotseling terugriep.
„Zeg, wat was het eind van de bood
schap? Zeg het nog eens, wil je?"
.Probeer het extra koffiekopje te
vinden, en je kunt in vrede leven"
Weet je zeker, dat je niet begrijpt wat
het beteekent?"
Hij schudde het hoofd.
„Neen", zei hy peinzend. „Ik ik
zou wel gillen, dat ik het wist".
Het gebons van de gong klonk uit
het huis en we gingen samen naar bin
nen. Poitrot was door John gevraagd
om te biyven lunchen en zat al aan
tafel,
By zwygende overeenkomst werd ëe
tragedie niet aangeroerd. We spraken
over den oorlog en andere onderwer
pen van buitenaf. Maar nadat de kaas
en beschuitjes rondgegeven waren, en
Dorcas de kamer verlaten had, leunde
Poirot plotseling voorover naar me
vrouw Cavendish.
„Excuseer me, madame, dat ik onaan
gename herinneringen wakker roep,
maar ik heb een klein idee" Poi-
rot's kleine ideeën werden een stop
woord „en zou u graag een paar vra
gen doen."
„Aan my? Zeker."
„U bent al te vriendelijk, madame.
Wat ik wilde vragen, is dit: de deur,
die van mademoiselle Cynthia's kamer
naar die van mevrouw Inglethorp leidt,
was gegrendeld, zegt u?"
„Zeker was die gegrendeld", ant
woordde Mary Cavendish, eenigszins
verwonderd. „Dat heb ik ook by het
verhoor gezegd."
„Gegrendeld?"
„Ja." Ze keek verbaasd.
„Ik bedoel", verklaarde Poirot, „bent
u er zeker van, dat die gegrendeld was,
en niet enkel op slot?"
„O, ik begrijp, wat u bedoelt. Neen,
dat weet ik niet. Ik zei gegrendeld, daar
mee bedoelend, dat die dicht was, en
ik ze niet kon openen, maar ik geloof,
dat alle deuren gevonden zyn, aan den
binnenkant gegrendeld,"
„Maar, voor zoover u betreft, kon de
deur evengoed op slot zyn geweest?"
„O ja."
„U hebt niet toevallig opgemerkt, ma
dame, toen u de kamer van mevrouw
Inglethorp binnen bent gekomen, of die
deur toen gegrendeld was, of niet?"
„Ik ik geloof het wel."
„Maar u hebt het niet gezien?"
„Neen. Ik heb er niet naar geke
ken."
„Maar ik wel." kwam Lawrence plot
seling tusschenbeide. „Ik heb toevallig
opgemeskt, dat die gegrendeld was."
„Ah, dat is dus uitgemaakt." En Poi
rot keek teleurgesteld.
Ik kon niet laten, me te verheugen,
dat voor dezen keer één van-zyn kleine
ideeën op niets was uitgedraaid.
Na den lunch vroeg Poirot me. met
hem mee naar huis te gaan. Ik stemde
er, een beetje stijf, in toe.
„Je hebt iets, wat je hindert, niet?"
vroeg hy bezorgd, toen we door het
park liepen.
„Volstrekt niet," zei ik koeL
,Dat is goed. Dat is een pak yan myn
hart."
Dit was niet bepaald, wat ik bedoelde.
Ik had gehoopt, dat hy het styve in
myn houding zou hebben opgemerkt.
Toch droeg de warmte van zyn woorden
ertoe by, om myn biliyk misnoegen te
kalmeeren. Ik ontdooide.
„(Wordt vervolgd).