HAARLEM'S DAGBLAD
1UITENLANDSCH OVERZICHT
1111
VRIJDAG 26 AUG. 192/
DERDE BLAD
DE SACCO- EN VANZETTI-ONLUSTEN TE PARIJS
Een staaltje van revolutie.
FEESTOF OPSTAND?
(Van onzen Parijschen correspondent).
Dit is in één woord ontzettend geweest.
Met voldoening kan de prefect, de heer
Chlappe zeggen, dat het doel van de
opstandelingen niet is bereikt, dat men
inderdaad heeft kunnen voorkomen, dat
ze doordrongen tot het gebouw van de
Amerikaansche legatie, maar dat is dan
ook alles. "Want Parijs is in dezen afge-
loopcn nacht getuige geweest van de
verschrikkelijkste tooneelen van wanorde
en anarchie. Niet alleen van de zijde van
de bevolking maar ook we moeten hel
eerlijkheidshalve zeggen van den kant
van de politie. Menigmaal zijn we in. het
gedrang geweest, we herinneren ons woe
lige avonden en gebeurtenissen, maar
nimmer nog was het ons overkomen, zoo
als gisteravond, dat er ineens, terwijl we
rustig over den boulevard liepen, een
agent op ons afstormde die een formeele
vechtpartij begon. Een jonge „blanc-
bec", zijn uniform open, zijn boordje er
bü sleurend, greep me maar dadelijk by
den keel om me te dwingen een anderen
kant uit te gaan; toen hij de roode kaart
van de politie zag begreep hij blijkbaar
zijn vergissing en stormde haastig weg,
zich onder het publiek mengend om te
voorkomen dat ik zijn nummer opnam.
Dat is wat mij zelf overkwam, maar wat
in andere gevallen geschiedde was veel
erger. Het is zeker een excuus voor deze
wanorde bij de politie, dat ze van ver
schillende kanten werd bestookt door
het uitvaagsel van het uitvaagsel, dat
onder voorwendsel te demonstreeren voor
Sacco en Vanzetti begon te plunderen.
Dat rustige burgers zoo maar werden
aangevallen bewust toch dat zich onder
het corps individuen bevinden die zich
zelf niet meester zijn in de uren dat men
op him bravoure en hun kalmte moet
kunnen rekenen. Wat moet men denken
van zoo'n tafereel: tien gewapende agen
ten die gezamenlijk een dame afranse
len, die een grijsaard omver smijten en
in een goot gooien, die cafés binnen
dringen en den patroon sommeeren om
de zaal te doen ontruimen, die een café
binnendringen met als wapen de marme
ren tafeltjes die ze bij wijze van „schild"
hebben meegenomen, die er maar in het
wilde wég op los ranselen met gummi
stokken zonder te kijken met wien ze te
doen hebben, die de menschen aanhiel
den met de vraag: „Heb je geen revol
ver bij je?" en als ze geen wapen von
den dan maar een schop van achteren
gaven: „nee?nou, daar heb" je dan
wat", die op een gegeven oogenblik zich
revolver in de hand, opstelden op een
straathoek en iedereen bedreigden?
En de eenigen die ze ongemoeid lieten
dat warende honderden Amerika
nen die op de caféterrassen onder het
genot van een kop koffie gratis zaten
te genieten van dat schouwspel: Hoe de
Parijzenaars mochten worden afgeran
seld. Is het geen oogenblik bij hen opge
komen om eerst die haarden van onrust
uit te roeien, wijl de demonstranten na
tuurlijk juist die punten opzochten waar
Tlch landgenooten van Pulier bevonden?
fte-t brandpunt van de onlusten was de
boulevard Sebastopol en de boulevard
Clichy. Hf) die heeft gezien, wat daar
gebeurde, kan er zich eerst een denk
beeld van vormen wat het zou beteeke-
nen wanneer de revolutionairen, de vol
gelingen van Moskou, meester zouden
worden van de situatie. Daar vlogen de
winkelruiten aan stukken, daar rende de
bende, onder één kreet: „dood aan de
bourgeois!" weer voort om verder een
café te plunderen. En in een oogwenk,
nadat met keien de ruiten waren ver
nield, was de heele étalage leeggeplun
derd, knalden revolverschoten, rukte men
de boomen en de ijzeren hekken er om
uit den grond om die dwars over den
verkeersweg te leggen, zoodat de bereden
troepen een hindernis vonden. Particu
liere auto's werden door tien, twintig
bandieten tegelijk besprongen. De banden
werden doorgesneden, de portieren er
uit gerukt, de kussens met messen aan
stukken gesneden, de carrosserie in el
kaar getrapt en dan werd met vereende
krachten de wagen om gegooid. Een tram
werd bestormd en alle ruiten en wat los
of vast was, werden aan stukken ge
gooid of getrapt. Kledingmagazijnen
werden leeggeplunderd, de „bourgeois",
dien men tegen kwam mishandeld, door
tien, twintig individuen tegelijk, en nau
welijks kwam de politie opdagen, of zij
waren al weer een heel eind verder, ruk
ten de straatsteenen uit den grond en
bekogelden in hun vlucht de winkels.
Een bloemenkiosk werd ondersteboven
gesmeten. Toen de politie naderde sme
ten ze een handkar dwars over den weg.
Men kan van dat alles een couranten
verslag maken, een lijst opmaken van de
winkels die werden vernield en van de
menschen die werden benadeeld, maar
men moet zelf van dat alles getuige zijn
geweest om de verschrikking er van te
beseffen en te begrijpen wat zooiets be-
teekent.
Dit had niets te maken met het schan
daal van Charlestown en de wreedheid
van de beulen van Sacco en Vanzetti;
dat alles was slechts een voorwendsel;
het was de generale repetitie voor den
„grooten avond".
Gistermiddag, toen alles nog betrek
kelijk rustig was, hebben we verschillende
neringdoenden gezien, banken en reis-
bureaux, die voorzichtigheidshalve de
Amerikaansche vlaggen, die ze als re
clame gebruikten, binnenhaalden. Maar
de wijdbroekige en gebrilde heeren, die
hier bij honderden rondslenteren schij
nen nog niet den ernst van het oogen
blik te begrijpen en afficheeren zich nog
geweldig, denkend heer en meester te
zUn ook in Parus. Daar zouden ze zich
toch in kunnen vergissen. Want bij de
hééle bevolking, kan men gerust zeggen,
ook bij de menschen die niets hebben uit
te staan met de opstandelingen van de
zen nacht, bestaat op het oogenblik een
geweldige antipathie tegen alles wat
Amerikaansch is. Op den duur zal het
wel slijten, maar voor het oogenblik is
het verstandiger om zich zoo kalm mo
gelijk te houden. Niemand zal natuurlijk
héél Amerika verantwoordelijk stellen
voor het gedrag van Fuller c.s. Maar toch
is men pijnlijk getroffen dat op alle op
roepen welke van Frankrijk uitgingen,
van de werkers zoowel als van de intel-
lectueelen, geen enkel antwoord uit de
Vereen igde Staten is gekomen, en het is
een ieder hier, in Frankrijk, waar men
zich het meest het lot van Sacco en
Vanzetti heeft aangetrokken en zich het
meest voor hun bevrijding heeft inge
spannen, opgevallen dat men het
„lauwst" was in de Ver. Staten. Men
beschouwt dit als de Amerikaansche
grootheidswaanzin, waarmee elke Ameri
kaan sedert den oorlog is behept.
Zooals men weet is reeds de eerste af-
deeling van de American Legion in Pa
rijs gearriveerd. In totaal zullen dertig
duizend Amerikanen, die aan den oorlog
deelnamen, naar Parijs komen om hier
feest te vieren.
De regeering heeft 19 September a.s.
tot nationalen feestdag verklaard ter ge
legenheid van het Congres van de Ame
rican Legion. Nu reeds is er een inter
pellatie om dat te veranderen. Nu reeds
neemt een deel van het bestuur van de
American Legion ontslag, wel begrij
pend dat er, nu met de veroordeeling van
Sacco en Vanzetti de antipathie van het
Fransche volk tegen het Amerikaansche
is opgevoerd, geen reden is om gezamen
lijk feest te vieren. Zullen de autoriteiten
uit de les van gisteravond hebben geleerd
om dit feest af te bestellen? Want an
ders is het een vraag of 19 September
een fee6t of een nog bloediger opstand
wordt.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
Parijs, Augustus.
Een menschenoffer.
Een geval van gevaarlijk bijgeloof
heeft zich voorgedaan in het Bulgaar-
sche dorpje Loponitza. Reeds lang
heerscht er in de streek waarin het
plaatsje ligt een vreeselijke droogte. De
oogst dreigt geheel te mislukken. Tenein
de de hoogere machten, die naar zij
meenden ten zeerste vertoornd waren, te
verzoenen, besloten de inwoners een
menschenoffer te brengen. Vier ongeluk-
kigen kozen zij daartoe uit. Een was be
schuldigd van een slecht zedelijk gedrag,
een ander van het vervalschen van melk,
de derde van meineed. De vierde was
strafbaar omdat hij de jeugd hazardspe
len had geleerd. Deze menschen werden
ter dood veroordeeld, en op een weiland
geëxecuteerd.
Alle inwoners van het dorp zijn gear
resteerd en zullen worden vervolgd we
gens moord, Of het offer geholpen heeft
is niet vernomen.
Wantrouwen tusschen volkeren erger
dan haat. De Duitschers vragen om
na 1 Januari 1928 geen Fransch sol
daat meer op Duitsch gebied te laten.
De Franschen willen daarvan even
wel niets weten.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Steunt den STRIJD tegen den VERKOOP
MET CADEAUX, dat voordeeltje is
meestal ten nadeele van kwali
teit en prijs.
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
De quaestie van de bezetting van het
Rijnland houdt de gemoederen nog be
zig.
Te Parijs wordt thans het congres der
Interparlementaire unie gehouden. 400
parlementsleden uit 35 landen waren
daarbij tegenwoordig. Poincaré heette de
aanwezigen welkom namens de Fran
sche regeering. Daarbij zei hij dat elk
werk, dat naar toenadering tusschen de
volken streeft, moet worden gesteund.
Het werk van de Interparlementaire
Unie moet zijn datgene uit den weg te
ruimen, wat de volken van elkaar ver
wijdert en datgene wat hen tot elkaar
brengt te versterken.
Niemand van ons, van welk land hij
ook burger is. zou er in toestemmen,
slechts wereldburger te zijn. Hoe wen-
schelijk, hoe noodig ook de harmonie
tusschen de volken is, zij loopt dikwijls
gevaar door onvoorziene dingen ver
stoord te worden, als daar is tegenstrij
digheid van belangen, naijver, eigenlief
de. vooroodeel; ja, door gevaarlijke bij
gedachten, die in bepaalde kringen be
staan.
Na die begroeting was het woord aan
Loebe, den president van den Duitschen
Rijksdag, die het volgende in het mid
den bracht:
„De interparlementaire unie be
schouwt het inzonderheid als haar taak,
dat zij de internationale scheidsgerech
ten meer in de practijk werkzaam wil
doen zijn. Helaas zijn echter de groote
verwachtingen, die de laatste jaren ook
de openbare meening in Duitschland
hebben bezield, niet in die mate in ver
vulling gegaan als was verwacht. In de
toenaderingspolitiek is een zekere stil
stand ingetreden. De redenen hiervoor
zijn meer van moreelen dan van politle-
Door den enormen regenval die In Engelsch-Jndlë heeft plaats gehad,
zijn de dijken van verschillende spoorlijnen geheel weaaespoeld.
ken aard. Hier is de uitspraak van den
Franschen minister van Oorlog, Pain-
levé, op haar plaats, dat het wantrou
wen tusschen de volkeren erger is dan
de haat en dat men eindelijk van woor
den tot daden moet overgaan.
Daar het congres juist thans te Parijs
bijeen is, dringt zich de vraag op, of
Frankrijk openlijk moet verklaren, dat
van 1 Januari 1928 af geen enkel
Fransch soldaat meer op Duitsch grond
gebied zal staan
Ongetwijfeld is een langree duur der
bezetting in strüd met de politiek van
toenadering tusschen Duitschland en
Frankrijk, evenals met Duitschlands op
neming als gelijkgerechtigde in den Vol
kenbond en ten slotte met den geest van
Locarno.
Aan den anderen kant moeten de ver
tegenwoordigers van Duitschland verkla
ren en ook door feiten bewijzen, dat
Duitschland zich niet in het geheim
wapent, dat het eerlijk en loyaal de
ontwapeningsbepalingen van het verdrag
van Versailles ten uitvoer legt en voor
alles de moreele ontwapening van het
Duitsche volk op het gebied der opvoe
ding van zijn jeugd en van zijn school
in de daad wil omzetten.
De rede van Loebe werd beantwoord
door de Jouvenel-oud-minïster van
Frankrijk en oud-Hooge-Commissaris
van Syrië. Deze verklaarde, dat er
eenige aarzeling bestaat, wat den vrede
betreft. Dit moet worden toegeschreven
aan het feit, dat men twee Europa's
geschapen heeft; een Westelijk Europa,
welks territoriale status erkend is, en
een Oostelijk Europa, waar dat niet
het geval is. Er bestaat eenige onge
rustheid als gevolg van de omstandig
heid, dat Duitschland, terwijl het tot
den Volkenbond toetrad, met de Sovjet-
regeering de verdragen van Rapallo en
Berlijn sloot. Loebe drong er wel op aan
dat de Rijn vóór 1 Januari 1928 ont
ruimd zal worden, maar de Rijnland
bezetting is de eenige waarborg voor
de stabiliteit van Oost-Europa. Wan
neer wfj het Rijnland zouden ontruimen
zouden over twee of drie jaar de
betalingen op grond van het Dawes-
plan ophouden en zouden wij onmid
dellijk daarop onzen nieuwen vriend
Duitschland slaags zien raken met onze
voormalige geallieerden. Wat zou er
dan van de Duitsche vriendschap over
blijven? Frankrijk wenscht den vrede
maar het wil dien vrede niet zien los
gemaakt van dien met de anderen.
De rede van De Jouvenel werd door
bijna de geheele vergadering toege
juicht.
Het Engelsche ministerie is Donder
dagmiddag bijeengekomen om de
kwestie van de bezetting van Rijnlnad
te bespreken.
Het vlootpro-
gramma van Amerika
De correspondent te San Francisco
van de „New York Times" meldt, dat
de minister van Marine der Vereenigde
Staten, Wilbur, ontkent, gezegd te heb
ben, dat hij het Congres verhooging
van het vlootbouwprogram met honderd,
procent zal vragen. De minister ver
klaarde, dat het kruiserbouwprogramma
op de behoeften des lands gebaseerd
zal zijn en dat de algemeene vloot-ad-
ministratie heeft te beslissen over het
geen aan het Congres zal worden voor
gesteld. „Ik geloof", (aldus Wilbur),
„dat reeds vóór de drie-mogendheden-
conferentie te Genève daarover een be
slissing genomen is. Derhalve is elk
toekomstig program onafhankelijk van
de resultaten der Geneefsche confer
rentie..
De verkeerS'
conferentie.
In de voortgezette verkeersconferentie
te Genève dreigde een ietwat pijnlijk
politiek debat te ontstaan, toen''' de
verkeersconferentie het Spoorwegver
keer behandelde en de Hongaarsche ge
delegeerde Dietrich een motie indiende,
dat de verkeersconferentie aan de ver-
keerscommissie de opdracht zou geven
haar aandacht te wijden aan de verbe
tering van den voortgang van het in
ternationale spoorwegverkeer, ook in
dien een algemeene staking zou zijn uit
gebroken in een land, waardoor de inter
nationale spoortreinen plegen te ver-
keeren.
Prof. van Eysinga heeft echter ter
stond door zijn tusschenkomst zulk een
debat verhinderd.
Verder kwam de passenkwestie aan
de orde.
Een deskundige commissie onder voor
zitterschap van den Griek Politis had
de conventie ontworpen, volgens welke
de staten zich zouden verbinden een uni
formen pas in het leven te roepen, die
gegeven zou kunnen worden aan de op
hun grondgebied wonende personen,
die hetzij geenerlei, hetzij een twijfelach
tige nationaliteit bezitten, hetzij wel een
bepaalde nationaliteit hebben doch geen
pas van hun eigen regeering kunnen
krijgen of die bij hun regeering om gel
dige redenen niet willen anvragen.
De strijd ging om de passen voor per
sonen van deze laatste categorie.
De Nederlandsche regeering had reeds
verklaard in geen geval passen te zul
len geven aan vreemdelingen, die een
andere nationaliteit bezitten.
Onze regeering verklaarde voorts, zich.
het recht voor te behouden als van nul
en geener waarde te beschouwen een pas
die niet-Nederlandsche autoriteiten aan.
Nederlandsche onderdanen mochten
verleenen.
Dit gedeelte van de conventie onder
vond ook bestrijding van Italiaansche,
Zwitsersche, Iersche en Tsjecho-Slo-
waaksche zijde en werd daarna ingetrok
ken.
Ijjifiiiiniin
v:si
Gevaarlijke nieuws
gierigheid.
Hoe gevaarlijk het is, wanneer een
Vliegtuig op een veld daalt, direct er
naar toe te snellen, bewijst het volgende
geval weer eens. Wel mag hier van ge
zegd worden: Door schade en schande
wordt men wijs.
Dicht bij Silina in Tsjecho Slowakije
kreeg een militair vliegtuig een defect
en moest een noodlanding doen. De pi
loot vond een terrein, dat er geschikt
voor was en bracht zijn toestel behouden
op den grond. In den tijd dat hij laag
over het terrein vloog om een geschikte
plaats uit te zoeken rende de landsbe-
volking echter naderbij en toen het toe
stel eenmaal op den grond kwam, was
het meteen omringd door een opdringen
de menigte. De schroef van het vliegtuig
draaide nog en het gevolg was, dat de
menschen eenvoudig weggemaaid wer
den. Toen de menigte terugweek bleven
er een groot aantal personen als leven
loos op het veld liggen. Een veertienjarig
meisje en een kind van drie Jaar werden
dood weggedragen; een moeder van vijf
kinderen was zwaar gewond en vijftien
andere onvoorzichtigen moesten naar
een ziekenhuis vervoerd worden, wegens
min of meer ernstige verwondingen.
Ook den bestuurder had deze nieuws
gierigheid noodlottig kunnen worden.
Bij de landing van Lindbergh en an
dere beroemde vliegers op Le Bourget
vreesden de autoriteiten ten zeerste, dat
het publiek de cordons zou verbreken, en
daardoor de landing levensgevaarlijk zou
maken. Ongelukken zijn daarbij echter
uitgebleven.
Nog altijd oorlogs
herinneringen.
Dinant herdenkt in deze Augustusda
gen den oorlogstijd van 1914. Belgische
en Fransclie vlaggen waaien halfstok
of omfloerst met rouw in den krachti-
gen wind van de Ardennen, en uit stad
jes en dorpen in den omtrek komen de
menschen naar Dinant, vereenigd in her
denking. Het is geen feeststoet, maar
.veeleer een kalme stille pelgrimsgang.
Behalve de stedelijke overheid en
hooggeplaatste personen zijn in Dinant
aanwezig de burgemeesters van andere
plaatsen, die van het oorlogsgeweld ge
leden hebben, Belgische en Fransche:
van Atrecht, Boulogne. Calais, Duinker
ken, Nancy, Verdun, Metz en Straats
burg. De bisschop van Atrecht heeft een
gedachtenisrede gehouden en men be
zocht de muren voor welke zoovele Di-
pantsche burgers door fusillades van
den vijand zijn gevallen. Dinant wordt
ook bezocht door Prins Leopold van
pclgiê.
De pers en het Hof.
Met George Smith is een óud journa
list en een beminde figuur in Fleet Street
heengegaan. Gedurende drie en dertig
jaar was hij als hof-verslaggever werk
zaam voor het voornaamste binnenland-
sche persagentschap van Engeland, de
Press Association. Hij was juist op het
punt op zijn lauweren te gaan rusten,
toen een automobielongeluk een einde
aan zijn leven maakte. Een drukken weg
overstekend in de buurt van Hendon, ter
gelegenheid van het jaarlijksche vlieg-
feest, werd hij door een auto aangereden
en gedood. Iedereen hield dezen veteraan
in het krantenvak in hooge eere, het
geen o.a. duidelijk bleek toen een aan
tal zijner vrienden uit alle standen der
samenleving zonder andere aanleiding
dan het verlangen hem een aardige ver
rassing te bereiden, hem onlangs een
automobiel schonk. Smith vervulde een
eenige positie in de Britsche journalis
tiek, want jaren lang werd al het offi-
cieele nieuws over de koninklijke fami
lie via hem openbaar gemaakt. Zijn
betrekkingen tot de verschillende leden
van het koninklijk gezin waren zeer
aangenaam, hetgeen o.a. t.ot uiting kwam
bij zijn dood toen het koninklijk echt
paar het berooide gezin een ongewoon
warm bewijs van deelneming zond. De
laatste vijf en twintig jaar is er veel ver
anderd in de Engelsche hof-journalistiek.
In den tijd van Koningin Victoria werd
de pers rigoureus van alle hoffuncties
uitgesloten en moest men achterbaksche
middelen te baat nemen om het publiek
wat te kunnen vertellen van wat er in
het regeerend huis omging. Toen Ko
ning Eduard den troon beklom werd de
etiquette in dat opzicht verzacht. Smith
slaagde er toen in nauwe betrekkingen
met het Hof aan te knoopen. Koning
Eduard zond eens een der hof dignitaris
sen naar hem toe om hem te vragen of
hij een voordeelige officieele betrekking
wilde aanvaarden als erkenning van zijn
langen openbaren dienst. Maar deze mo
del-journalist antwoordde dat hij tevre
den zou zijn met een plaatselijk ambte
naarschap voor den Burgerluken Stand
voor zijn vrijen tijd. Het Hof heeft nu
een persafdeeling. De leden van het ko
ninklijk huis poseeren bijna dagelijks
voor persphotografen en ook in ander
opzicht is er veel meer vrijheid. Wijlen
Smith wordt algemeen beschouwd als de
baanbreker, die door zijn bescheiden en
beschaafd optreden hof en pers heeft
verzoend.
Een aardbeving in Japan
Het blad „Nichi Shimboen" te Tokio
meldt dat tengevolge van een aardbe
ving die bij Tainan plaats had. tien per
sonen werden gedood en meer dan hon
derd gewond, en tweehonderd huizen
i-werden verwoeste
Mechanische strijd
machten.
Sedert de eerste tanks over het slag
veld van de Somme kropen is veel geld
en hersenwerk besteed aan een poging
Brittanje een goede mechanische strijd
macht te verschaffen. Op Salisbury Plain
de bekende manoeuvre-terreinen in het
Zuiden des lands, kan men nu waarne
men hoe ver men hierin is gevorderd.
Tanks van velerlei afmetingen, indruk
wekkende monsters, kleine „terriers" met
een bemanning van één, werden er de
vorige week samengetrokken voor ma
noeuvres. Het spel begon met een langen
marsch dwars door velden. En in een
mimischen oorlog, die thans aan den
gang is, wordt de doeltreffendheid der
oorlogsmachines terdege op de proef ge
steld. De manoeuvres worden met groo
te belangstelling gevolgd dpor oorlogs
technici van verschillende inzichten. De
eene school wil de mechanische strijd
krachten nagenoeg beperkt zien tot lor
ries met luchtbanden voor transport van
troepen en wapens. De andere school wil
den motor in de hitte van het gevecht
brengen en juggernauten gebruiken met
rupsbanden, die als de eerste tanks
zich op alle terreinen kunnen voortbe
wegen. De sterkste machine, die aan de
manoeuvres deelneemt, is de Mark-II-
„draak", die als motorpaard en voorzien
van rupsbanden met gemak zware stuk
ken artillerie over ruwen grond trekt en
heele batterijen snel in positie brengt. De
machine vervoerd op haar gepantserd
dek twaalf kanonniers en in haar ruim
172 zware projectielen. De lichte machi
ne, een „one man tank" is gewapend met
een machinegeweer, dat de bestuurder
met één hand kan bedienen, terwijl het
andere het stuur hanteert. Tactici van
de oude krijgsschool zeggen dat al deze
machines allemaal goed en wel zün, maar
dat men er als oorlogsmiddelen niet te
veel waarde aan mag hechten, daar ze
slechts helpend kunnen optreden. Zij
houden het over het algemeen bij de
voorstanders van uitgebreid motorver-
voer van troepen en wapens langs de
oorlogswegen. De taak van het voetvolk
blijft de voornaamste en de motor kan
het nuttigste oorlogswerk doen door dit
voetvolk snel te brengen waar het moet
wezen.
Radio voor stations
dienst.
De jongste proef voor practische toe
passing van radio in Engeland geldt ten
dienst op het drukke spoorwegstation
van York. Het doel dat men er mee voor
heeft is het reizend publiek bü te staan
in het vinden van treinen in de drukke
uren, wanneer treinen uit allerlei rich
tingen tegelijk aankomen en passagiers
moeten overstappen. Dat is aan dit sta
tion altijd een aanleiding geweest voor
veel verwarring, vooral in den vacantie-
tüd. De wisselende aanwijzingen der per
rons op reusachtige borden heffen het
euvel der verwarring wel wat op. Maar
ze zijn toch onvoldoende gebleken de
stoeten reizigers wegwijs te maken. Daar
om heeft men sedert eenige dagen een
aanvullend middel ter hand genomen in
den vorm van „luidsprekers", die wach
tenden reizigers vertellen aan welke per
rons er zijn er een twaalftal hun
treinen wachten. Op de meest geschikte
punten zijn drie van die luidsprekers in
actie. En wanneer blijkt dat het experi
ment succes heeft denkt men er nog een
drietal aan toe te voegen. Men heeft
uiteraard de modernste en klaarste toe
stellen voor het doel gekozen. Men zegt
er van dat zij 500 M. ver door de gewone
stationsgeluiden heen kunnen worden
gehoord en verstaan. De radio-aanwijzin
gen hebben plaats van een centraal sein
huis uit, dat is voorzien van een speciale
microphoon, die uitsluitend gevoelig is
voor de stem van den aankondiger, daar
ze door haar constructie alle bijgeluiden,
die niet rechtstreeks in de microphoon
vallen, uitsluit. Zulk een voorziening is
zeker voor stationsdienst gebiedend.
Want iedereen, die in de openlucht wel
eens luidsprekers heeft gehoord weet
hoe moeilijk het kan zijn den zin van
het gesprokene te verstaan door allerlei
bijgeluiden.
De menschenslachter.
In een kelder van een herberg in een
Poolsch plaatsje heeft men een lugubere
vondst gedaan. Er kwamen 70 skeletten
uit te voorschijn en bovendien zes ton
nen met gezouten menschenvleesch.
Deze verzameling was het eigendom
geweest van den ouden heer Domischen-
ko, die eenigen tijd geleden op 93-jari-
gen leeftijd overleden is. De man open
de zestig jaar geleden een herberg en
van dien af aan constateerde men dat
er regelmatig personen op mysterieuze
wijze verdwenen. Toch heeft men eerst
na zijn dood, zestig jaar later, ontdekt,
dat deze herbergier de man was die hen
verdonkeremaande. «Het blijkt nu zelfs,
dat de bezoekers van het café al dien
tijd op menschenvleesch vergast zijn,
dat blijkbaar zorgvuldig gezouten in
's mans kelder bewaard werd. Waar
schijnlijk is het alleen opgediend bij zeer
speciale gelegenheden, daar anders de
voorraad al gauw uitgeput zou zijn ge
raakt. Thans blijkt men ook te weten,
dat de menschenslager zijn slachtoffers
in zijn macht kreeg door hen alcohol
vermengd met een slaapmiddel te voe
ren.
Men vraagt zich af of de Poolsche
justitie niet wat eerder achter deze bij
zonderheden had kunnen komen, en den
moord op een kleine zeventig menschen
had kunnen voorkomen. -i
De Metro-Goldwyn
Leeuw.
Bioscoopbezoekers kennen het merk
wel van de groote filmmaatschappij Me-
tro-Goldwyn-Mayer, dat in den rechter
hoek onder de opschriften van de films
voorkomt. Het stelt een leeuwenkop voor.
De Metro-Goldwyn heeft aan een beeld
houwer opdracht gegeven dit merk in een
standbeeld weer te geven dat waarschijn
lijk geplaatst zal worden in het Hoofd
kantoor of een der gebouwen van de we
reldvermaarde maatschappij. De beeld
houwer, de Franschman Bert Levy, heeft
den moed gehad voor zijn werk als model
een levenden leeuw te nemen. Deze Ko
ning der Dieren. Josaphat genaamd,
komt bij den kunstenaar in diens ate
lier poseeren. Daartoe wordt Zijne Ma
jesteit met de voorpooten op een bankje
geplaatst en moet in die houding gerui-
men tijd geduld oefenen. De beeldhou
wer gaat vlak bij hem staan met zijn
materiaal en begint doodbedaard de ko
ninklijke trekken van het machtige beest
in de harde steen te beitelen. Waar
schijnlijk ziin intusschen filmoperateurs
achter de schermen druk bezig alles vast
te leggen, om straks den volke te ver-
toonen, hoe het merk van de Metro
Goldwyn vereeuwigd wordt.
Het Parijsche blad „Excelsior" publi
ceert er ten minste een plaatje van.
Dat ziet er heel vredig uit en tot dusver
schijnt alles goed te gaan. Wellicht voelt
Zjjne Majesteit Felix Leo zich zeer ge
vleid.
Winkeljuffrouwen over
Amerika.
Een ondernemend Londensch waren
huis heeft onlangs dertig leden van
zün vrouwelijk personeel naar Amerika
gestuurd om er rond te küken. Dè
meisjes zün dezer dagen teruggekeerd
en haar indrukken zijn door de pers
aan de gemeenschap pru'sgegeven. Ze
zijn belangwekkend. Zij bleken het
meest onder den indruk van de zelf
bewustheid van haar Amerikaansche
zusteren. Zü erkennen openhartig dat
de Amerikaansche jonge vrouw deco
ratiever is en een beter figuur heeft
dan de Engelsche. „Miss America" heeft
nog kortere rokken aan dan de vrouwen
van Londen. Zü dragen meer en betere
kleeren, die haar beter passen. En het
New Yorksche meisje van veertien jaar
is even bU de pinken en is even zelf
bewust in haar uiterlijk als het Engel
sche meisje van twintig. Daarentegen
achten deze winkeldames haar natio
nale seksegenooten natuurlijker, Hefc„
Amerikaansche meisje begint reeds op
zeer jeugdigen leeftijd gebruik te ma
ken van lippenrood en rouge. Het
schoeisel van de Engelsche kan niet in
de schaduw staan van dat der Ameri
kaansche.
Tot zoover het oordeel dezer reizen
de vrouwen. Een der oorzaken van de
„finesse" der Amerikaansche vrouwen
kan wel zijn dat zij, in gelijksoortige
positie, meer geld aan haar uiterlük
kunnen besteden dan de Engelsche.
Maar de voornaamste oorzaak zal wel
liggen in verschil van karakter en
geestesgesteldheid. De Engelsche vrouw
is nog al slordig van aard en ziet er
zelfs in de rü'kste kleeren zelden tot
in de puntjes verzorgd uit. De Ameri
kaansche man kreeg van de toeristen
geenszins die onverdeelde bewondering,
die zij aan de vrouw geven. Him klee
ding heet „afschuwelijk" en een van
de meisjes zeide dat zij graag een paar
dozün spelden in hun jassen, vesten en
broeken had willen steken om ze pas
send te maken. Zü vonden het een
schokkend tooneel, toen zij gedurende
een danspartij van een buitensocieteit
waartoe zü waren uitgenoodigd, de man
nen hun jassen zagen uittrekken en in
hun hemdsmouwen zagen dansen.
Deze critiek heeft een paar Amerika
nen, die hier met vacantie zijn, ge
noopt het recht van spreken van dez»
meisjes, die twee weken in Amerika
hebben rond gekeken, in twijfel te
trekken. Zij beweren dat een welopge
voed Amerikaan nimmer in zijn hemds
mouwen zit of danst en dat de kleeding
van den Amerikaanschen man er mag
wezen. Wat de winkelmeisjes van het
warenhuis hier deden was niets anders
dan het oude idee pronageeren dat geen
man zich zoo goed kleedt als de
Engelschman. Waar is dat Enzeland op
het gebied van mannenkleeding de mo
de aangeeft. Maar dat is heel wat an
ders. Die mode komt van een of twee
percent van het Engelsche volk, de
hoogste standen. Over het geheel eeno
men kleedt de Engelschman zich lang
zoo goed niet als b.v. de Nederlander
Degelijke kleeding ontwaart men in
Engeland zelden terwiil ze. naar alge
meen bekend is, in Amerika over de
geheele linie overheerscht.
Wat haar beroep betrof, vonden de
vrouwelijke toeristen dat de Amerikaan
sche winkels haar weinig konden leeren.
De bediening van klanten in Ameri
kaansche winkels vonden zü lang zoo
goed niet en zii geschiedde ook niet zoo
beleefd als in Engeland het geval was.