HAARLEM'S DAGBLAD 1UITENLANDSCH OVERZICHT 1111 VRIJDAG 26 AUG. 192/ DERDE BLAD DE SACCO- EN VANZETTI-ONLUSTEN TE PARIJS Een staaltje van revolutie. FEESTOF OPSTAND? (Van onzen Parijschen correspondent). Dit is in één woord ontzettend geweest. Met voldoening kan de prefect, de heer Chlappe zeggen, dat het doel van de opstandelingen niet is bereikt, dat men inderdaad heeft kunnen voorkomen, dat ze doordrongen tot het gebouw van de Amerikaansche legatie, maar dat is dan ook alles. "Want Parijs is in dezen afge- loopcn nacht getuige geweest van de verschrikkelijkste tooneelen van wanorde en anarchie. Niet alleen van de zijde van de bevolking maar ook we moeten hel eerlijkheidshalve zeggen van den kant van de politie. Menigmaal zijn we in. het gedrang geweest, we herinneren ons woe lige avonden en gebeurtenissen, maar nimmer nog was het ons overkomen, zoo als gisteravond, dat er ineens, terwijl we rustig over den boulevard liepen, een agent op ons afstormde die een formeele vechtpartij begon. Een jonge „blanc- bec", zijn uniform open, zijn boordje er bü sleurend, greep me maar dadelijk by den keel om me te dwingen een anderen kant uit te gaan; toen hij de roode kaart van de politie zag begreep hij blijkbaar zijn vergissing en stormde haastig weg, zich onder het publiek mengend om te voorkomen dat ik zijn nummer opnam. Dat is wat mij zelf overkwam, maar wat in andere gevallen geschiedde was veel erger. Het is zeker een excuus voor deze wanorde bij de politie, dat ze van ver schillende kanten werd bestookt door het uitvaagsel van het uitvaagsel, dat onder voorwendsel te demonstreeren voor Sacco en Vanzetti begon te plunderen. Dat rustige burgers zoo maar werden aangevallen bewust toch dat zich onder het corps individuen bevinden die zich zelf niet meester zijn in de uren dat men op him bravoure en hun kalmte moet kunnen rekenen. Wat moet men denken van zoo'n tafereel: tien gewapende agen ten die gezamenlijk een dame afranse len, die een grijsaard omver smijten en in een goot gooien, die cafés binnen dringen en den patroon sommeeren om de zaal te doen ontruimen, die een café binnendringen met als wapen de marme ren tafeltjes die ze bij wijze van „schild" hebben meegenomen, die er maar in het wilde wég op los ranselen met gummi stokken zonder te kijken met wien ze te doen hebben, die de menschen aanhiel den met de vraag: „Heb je geen revol ver bij je?" en als ze geen wapen von den dan maar een schop van achteren gaven: „nee?nou, daar heb" je dan wat", die op een gegeven oogenblik zich revolver in de hand, opstelden op een straathoek en iedereen bedreigden? En de eenigen die ze ongemoeid lieten dat warende honderden Amerika nen die op de caféterrassen onder het genot van een kop koffie gratis zaten te genieten van dat schouwspel: Hoe de Parijzenaars mochten worden afgeran seld. Is het geen oogenblik bij hen opge komen om eerst die haarden van onrust uit te roeien, wijl de demonstranten na tuurlijk juist die punten opzochten waar Tlch landgenooten van Pulier bevonden? fte-t brandpunt van de onlusten was de boulevard Sebastopol en de boulevard Clichy. Hf) die heeft gezien, wat daar gebeurde, kan er zich eerst een denk beeld van vormen wat het zou beteeke- nen wanneer de revolutionairen, de vol gelingen van Moskou, meester zouden worden van de situatie. Daar vlogen de winkelruiten aan stukken, daar rende de bende, onder één kreet: „dood aan de bourgeois!" weer voort om verder een café te plunderen. En in een oogwenk, nadat met keien de ruiten waren ver nield, was de heele étalage leeggeplun derd, knalden revolverschoten, rukte men de boomen en de ijzeren hekken er om uit den grond om die dwars over den verkeersweg te leggen, zoodat de bereden troepen een hindernis vonden. Particu liere auto's werden door tien, twintig bandieten tegelijk besprongen. De banden werden doorgesneden, de portieren er uit gerukt, de kussens met messen aan stukken gesneden, de carrosserie in el kaar getrapt en dan werd met vereende krachten de wagen om gegooid. Een tram werd bestormd en alle ruiten en wat los of vast was, werden aan stukken ge gooid of getrapt. Kledingmagazijnen werden leeggeplunderd, de „bourgeois", dien men tegen kwam mishandeld, door tien, twintig individuen tegelijk, en nau welijks kwam de politie opdagen, of zij waren al weer een heel eind verder, ruk ten de straatsteenen uit den grond en bekogelden in hun vlucht de winkels. Een bloemenkiosk werd ondersteboven gesmeten. Toen de politie naderde sme ten ze een handkar dwars over den weg. Men kan van dat alles een couranten verslag maken, een lijst opmaken van de winkels die werden vernield en van de menschen die werden benadeeld, maar men moet zelf van dat alles getuige zijn geweest om de verschrikking er van te beseffen en te begrijpen wat zooiets be- teekent. Dit had niets te maken met het schan daal van Charlestown en de wreedheid van de beulen van Sacco en Vanzetti; dat alles was slechts een voorwendsel; het was de generale repetitie voor den „grooten avond". Gistermiddag, toen alles nog betrek kelijk rustig was, hebben we verschillende neringdoenden gezien, banken en reis- bureaux, die voorzichtigheidshalve de Amerikaansche vlaggen, die ze als re clame gebruikten, binnenhaalden. Maar de wijdbroekige en gebrilde heeren, die hier bij honderden rondslenteren schij nen nog niet den ernst van het oogen blik te begrijpen en afficheeren zich nog geweldig, denkend heer en meester te zUn ook in Parus. Daar zouden ze zich toch in kunnen vergissen. Want bij de hééle bevolking, kan men gerust zeggen, ook bij de menschen die niets hebben uit te staan met de opstandelingen van de zen nacht, bestaat op het oogenblik een geweldige antipathie tegen alles wat Amerikaansch is. Op den duur zal het wel slijten, maar voor het oogenblik is het verstandiger om zich zoo kalm mo gelijk te houden. Niemand zal natuurlijk héél Amerika verantwoordelijk stellen voor het gedrag van Fuller c.s. Maar toch is men pijnlijk getroffen dat op alle op roepen welke van Frankrijk uitgingen, van de werkers zoowel als van de intel- lectueelen, geen enkel antwoord uit de Vereen igde Staten is gekomen, en het is een ieder hier, in Frankrijk, waar men zich het meest het lot van Sacco en Vanzetti heeft aangetrokken en zich het meest voor hun bevrijding heeft inge spannen, opgevallen dat men het „lauwst" was in de Ver. Staten. Men beschouwt dit als de Amerikaansche grootheidswaanzin, waarmee elke Ameri kaan sedert den oorlog is behept. Zooals men weet is reeds de eerste af- deeling van de American Legion in Pa rijs gearriveerd. In totaal zullen dertig duizend Amerikanen, die aan den oorlog deelnamen, naar Parijs komen om hier feest te vieren. De regeering heeft 19 September a.s. tot nationalen feestdag verklaard ter ge legenheid van het Congres van de Ame rican Legion. Nu reeds is er een inter pellatie om dat te veranderen. Nu reeds neemt een deel van het bestuur van de American Legion ontslag, wel begrij pend dat er, nu met de veroordeeling van Sacco en Vanzetti de antipathie van het Fransche volk tegen het Amerikaansche is opgevoerd, geen reden is om gezamen lijk feest te vieren. Zullen de autoriteiten uit de les van gisteravond hebben geleerd om dit feest af te bestellen? Want an ders is het een vraag of 19 September een fee6t of een nog bloediger opstand wordt. HENRY A. TH. LESTURGEON. Parijs, Augustus. Een menschenoffer. Een geval van gevaarlijk bijgeloof heeft zich voorgedaan in het Bulgaar- sche dorpje Loponitza. Reeds lang heerscht er in de streek waarin het plaatsje ligt een vreeselijke droogte. De oogst dreigt geheel te mislukken. Tenein de de hoogere machten, die naar zij meenden ten zeerste vertoornd waren, te verzoenen, besloten de inwoners een menschenoffer te brengen. Vier ongeluk- kigen kozen zij daartoe uit. Een was be schuldigd van een slecht zedelijk gedrag, een ander van het vervalschen van melk, de derde van meineed. De vierde was strafbaar omdat hij de jeugd hazardspe len had geleerd. Deze menschen werden ter dood veroordeeld, en op een weiland geëxecuteerd. Alle inwoners van het dorp zijn gear resteerd en zullen worden vervolgd we gens moord, Of het offer geholpen heeft is niet vernomen. Wantrouwen tusschen volkeren erger dan haat. De Duitschers vragen om na 1 Januari 1928 geen Fransch sol daat meer op Duitsch gebied te laten. De Franschen willen daarvan even wel niets weten. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Steunt den STRIJD tegen den VERKOOP MET CADEAUX, dat voordeeltje is meestal ten nadeele van kwali teit en prijs. T BELANGRIJKSTE NIEUWS. De quaestie van de bezetting van het Rijnland houdt de gemoederen nog be zig. Te Parijs wordt thans het congres der Interparlementaire unie gehouden. 400 parlementsleden uit 35 landen waren daarbij tegenwoordig. Poincaré heette de aanwezigen welkom namens de Fran sche regeering. Daarbij zei hij dat elk werk, dat naar toenadering tusschen de volken streeft, moet worden gesteund. Het werk van de Interparlementaire Unie moet zijn datgene uit den weg te ruimen, wat de volken van elkaar ver wijdert en datgene wat hen tot elkaar brengt te versterken. Niemand van ons, van welk land hij ook burger is. zou er in toestemmen, slechts wereldburger te zijn. Hoe wen- schelijk, hoe noodig ook de harmonie tusschen de volken is, zij loopt dikwijls gevaar door onvoorziene dingen ver stoord te worden, als daar is tegenstrij digheid van belangen, naijver, eigenlief de. vooroodeel; ja, door gevaarlijke bij gedachten, die in bepaalde kringen be staan. Na die begroeting was het woord aan Loebe, den president van den Duitschen Rijksdag, die het volgende in het mid den bracht: „De interparlementaire unie be schouwt het inzonderheid als haar taak, dat zij de internationale scheidsgerech ten meer in de practijk werkzaam wil doen zijn. Helaas zijn echter de groote verwachtingen, die de laatste jaren ook de openbare meening in Duitschland hebben bezield, niet in die mate in ver vulling gegaan als was verwacht. In de toenaderingspolitiek is een zekere stil stand ingetreden. De redenen hiervoor zijn meer van moreelen dan van politle- Door den enormen regenval die In Engelsch-Jndlë heeft plaats gehad, zijn de dijken van verschillende spoorlijnen geheel weaaespoeld. ken aard. Hier is de uitspraak van den Franschen minister van Oorlog, Pain- levé, op haar plaats, dat het wantrou wen tusschen de volkeren erger is dan de haat en dat men eindelijk van woor den tot daden moet overgaan. Daar het congres juist thans te Parijs bijeen is, dringt zich de vraag op, of Frankrijk openlijk moet verklaren, dat van 1 Januari 1928 af geen enkel Fransch soldaat meer op Duitsch grond gebied zal staan Ongetwijfeld is een langree duur der bezetting in strüd met de politiek van toenadering tusschen Duitschland en Frankrijk, evenals met Duitschlands op neming als gelijkgerechtigde in den Vol kenbond en ten slotte met den geest van Locarno. Aan den anderen kant moeten de ver tegenwoordigers van Duitschland verkla ren en ook door feiten bewijzen, dat Duitschland zich niet in het geheim wapent, dat het eerlijk en loyaal de ontwapeningsbepalingen van het verdrag van Versailles ten uitvoer legt en voor alles de moreele ontwapening van het Duitsche volk op het gebied der opvoe ding van zijn jeugd en van zijn school in de daad wil omzetten. De rede van Loebe werd beantwoord door de Jouvenel-oud-minïster van Frankrijk en oud-Hooge-Commissaris van Syrië. Deze verklaarde, dat er eenige aarzeling bestaat, wat den vrede betreft. Dit moet worden toegeschreven aan het feit, dat men twee Europa's geschapen heeft; een Westelijk Europa, welks territoriale status erkend is, en een Oostelijk Europa, waar dat niet het geval is. Er bestaat eenige onge rustheid als gevolg van de omstandig heid, dat Duitschland, terwijl het tot den Volkenbond toetrad, met de Sovjet- regeering de verdragen van Rapallo en Berlijn sloot. Loebe drong er wel op aan dat de Rijn vóór 1 Januari 1928 ont ruimd zal worden, maar de Rijnland bezetting is de eenige waarborg voor de stabiliteit van Oost-Europa. Wan neer wfj het Rijnland zouden ontruimen zouden over twee of drie jaar de betalingen op grond van het Dawes- plan ophouden en zouden wij onmid dellijk daarop onzen nieuwen vriend Duitschland slaags zien raken met onze voormalige geallieerden. Wat zou er dan van de Duitsche vriendschap over blijven? Frankrijk wenscht den vrede maar het wil dien vrede niet zien los gemaakt van dien met de anderen. De rede van De Jouvenel werd door bijna de geheele vergadering toege juicht. Het Engelsche ministerie is Donder dagmiddag bijeengekomen om de kwestie van de bezetting van Rijnlnad te bespreken. Het vlootpro- gramma van Amerika De correspondent te San Francisco van de „New York Times" meldt, dat de minister van Marine der Vereenigde Staten, Wilbur, ontkent, gezegd te heb ben, dat hij het Congres verhooging van het vlootbouwprogram met honderd, procent zal vragen. De minister ver klaarde, dat het kruiserbouwprogramma op de behoeften des lands gebaseerd zal zijn en dat de algemeene vloot-ad- ministratie heeft te beslissen over het geen aan het Congres zal worden voor gesteld. „Ik geloof", (aldus Wilbur), „dat reeds vóór de drie-mogendheden- conferentie te Genève daarover een be slissing genomen is. Derhalve is elk toekomstig program onafhankelijk van de resultaten der Geneefsche confer rentie.. De verkeerS' conferentie. In de voortgezette verkeersconferentie te Genève dreigde een ietwat pijnlijk politiek debat te ontstaan, toen''' de verkeersconferentie het Spoorwegver keer behandelde en de Hongaarsche ge delegeerde Dietrich een motie indiende, dat de verkeersconferentie aan de ver- keerscommissie de opdracht zou geven haar aandacht te wijden aan de verbe tering van den voortgang van het in ternationale spoorwegverkeer, ook in dien een algemeene staking zou zijn uit gebroken in een land, waardoor de inter nationale spoortreinen plegen te ver- keeren. Prof. van Eysinga heeft echter ter stond door zijn tusschenkomst zulk een debat verhinderd. Verder kwam de passenkwestie aan de orde. Een deskundige commissie onder voor zitterschap van den Griek Politis had de conventie ontworpen, volgens welke de staten zich zouden verbinden een uni formen pas in het leven te roepen, die gegeven zou kunnen worden aan de op hun grondgebied wonende personen, die hetzij geenerlei, hetzij een twijfelach tige nationaliteit bezitten, hetzij wel een bepaalde nationaliteit hebben doch geen pas van hun eigen regeering kunnen krijgen of die bij hun regeering om gel dige redenen niet willen anvragen. De strijd ging om de passen voor per sonen van deze laatste categorie. De Nederlandsche regeering had reeds verklaard in geen geval passen te zul len geven aan vreemdelingen, die een andere nationaliteit bezitten. Onze regeering verklaarde voorts, zich. het recht voor te behouden als van nul en geener waarde te beschouwen een pas die niet-Nederlandsche autoriteiten aan. Nederlandsche onderdanen mochten verleenen. Dit gedeelte van de conventie onder vond ook bestrijding van Italiaansche, Zwitsersche, Iersche en Tsjecho-Slo- waaksche zijde en werd daarna ingetrok ken. Ijjifiiiiniin v:si Gevaarlijke nieuws gierigheid. Hoe gevaarlijk het is, wanneer een Vliegtuig op een veld daalt, direct er naar toe te snellen, bewijst het volgende geval weer eens. Wel mag hier van ge zegd worden: Door schade en schande wordt men wijs. Dicht bij Silina in Tsjecho Slowakije kreeg een militair vliegtuig een defect en moest een noodlanding doen. De pi loot vond een terrein, dat er geschikt voor was en bracht zijn toestel behouden op den grond. In den tijd dat hij laag over het terrein vloog om een geschikte plaats uit te zoeken rende de landsbe- volking echter naderbij en toen het toe stel eenmaal op den grond kwam, was het meteen omringd door een opdringen de menigte. De schroef van het vliegtuig draaide nog en het gevolg was, dat de menschen eenvoudig weggemaaid wer den. Toen de menigte terugweek bleven er een groot aantal personen als leven loos op het veld liggen. Een veertienjarig meisje en een kind van drie Jaar werden dood weggedragen; een moeder van vijf kinderen was zwaar gewond en vijftien andere onvoorzichtigen moesten naar een ziekenhuis vervoerd worden, wegens min of meer ernstige verwondingen. Ook den bestuurder had deze nieuws gierigheid noodlottig kunnen worden. Bij de landing van Lindbergh en an dere beroemde vliegers op Le Bourget vreesden de autoriteiten ten zeerste, dat het publiek de cordons zou verbreken, en daardoor de landing levensgevaarlijk zou maken. Ongelukken zijn daarbij echter uitgebleven. Nog altijd oorlogs herinneringen. Dinant herdenkt in deze Augustusda gen den oorlogstijd van 1914. Belgische en Fransclie vlaggen waaien halfstok of omfloerst met rouw in den krachti- gen wind van de Ardennen, en uit stad jes en dorpen in den omtrek komen de menschen naar Dinant, vereenigd in her denking. Het is geen feeststoet, maar .veeleer een kalme stille pelgrimsgang. Behalve de stedelijke overheid en hooggeplaatste personen zijn in Dinant aanwezig de burgemeesters van andere plaatsen, die van het oorlogsgeweld ge leden hebben, Belgische en Fransche: van Atrecht, Boulogne. Calais, Duinker ken, Nancy, Verdun, Metz en Straats burg. De bisschop van Atrecht heeft een gedachtenisrede gehouden en men be zocht de muren voor welke zoovele Di- pantsche burgers door fusillades van den vijand zijn gevallen. Dinant wordt ook bezocht door Prins Leopold van pclgiê. De pers en het Hof. Met George Smith is een óud journa list en een beminde figuur in Fleet Street heengegaan. Gedurende drie en dertig jaar was hij als hof-verslaggever werk zaam voor het voornaamste binnenland- sche persagentschap van Engeland, de Press Association. Hij was juist op het punt op zijn lauweren te gaan rusten, toen een automobielongeluk een einde aan zijn leven maakte. Een drukken weg overstekend in de buurt van Hendon, ter gelegenheid van het jaarlijksche vlieg- feest, werd hij door een auto aangereden en gedood. Iedereen hield dezen veteraan in het krantenvak in hooge eere, het geen o.a. duidelijk bleek toen een aan tal zijner vrienden uit alle standen der samenleving zonder andere aanleiding dan het verlangen hem een aardige ver rassing te bereiden, hem onlangs een automobiel schonk. Smith vervulde een eenige positie in de Britsche journalis tiek, want jaren lang werd al het offi- cieele nieuws over de koninklijke fami lie via hem openbaar gemaakt. Zijn betrekkingen tot de verschillende leden van het koninklijk gezin waren zeer aangenaam, hetgeen o.a. t.ot uiting kwam bij zijn dood toen het koninklijk echt paar het berooide gezin een ongewoon warm bewijs van deelneming zond. De laatste vijf en twintig jaar is er veel ver anderd in de Engelsche hof-journalistiek. In den tijd van Koningin Victoria werd de pers rigoureus van alle hoffuncties uitgesloten en moest men achterbaksche middelen te baat nemen om het publiek wat te kunnen vertellen van wat er in het regeerend huis omging. Toen Ko ning Eduard den troon beklom werd de etiquette in dat opzicht verzacht. Smith slaagde er toen in nauwe betrekkingen met het Hof aan te knoopen. Koning Eduard zond eens een der hof dignitaris sen naar hem toe om hem te vragen of hij een voordeelige officieele betrekking wilde aanvaarden als erkenning van zijn langen openbaren dienst. Maar deze mo del-journalist antwoordde dat hij tevre den zou zijn met een plaatselijk ambte naarschap voor den Burgerluken Stand voor zijn vrijen tijd. Het Hof heeft nu een persafdeeling. De leden van het ko ninklijk huis poseeren bijna dagelijks voor persphotografen en ook in ander opzicht is er veel meer vrijheid. Wijlen Smith wordt algemeen beschouwd als de baanbreker, die door zijn bescheiden en beschaafd optreden hof en pers heeft verzoend. Een aardbeving in Japan Het blad „Nichi Shimboen" te Tokio meldt dat tengevolge van een aardbe ving die bij Tainan plaats had. tien per sonen werden gedood en meer dan hon derd gewond, en tweehonderd huizen i-werden verwoeste Mechanische strijd machten. Sedert de eerste tanks over het slag veld van de Somme kropen is veel geld en hersenwerk besteed aan een poging Brittanje een goede mechanische strijd macht te verschaffen. Op Salisbury Plain de bekende manoeuvre-terreinen in het Zuiden des lands, kan men nu waarne men hoe ver men hierin is gevorderd. Tanks van velerlei afmetingen, indruk wekkende monsters, kleine „terriers" met een bemanning van één, werden er de vorige week samengetrokken voor ma noeuvres. Het spel begon met een langen marsch dwars door velden. En in een mimischen oorlog, die thans aan den gang is, wordt de doeltreffendheid der oorlogsmachines terdege op de proef ge steld. De manoeuvres worden met groo te belangstelling gevolgd dpor oorlogs technici van verschillende inzichten. De eene school wil de mechanische strijd krachten nagenoeg beperkt zien tot lor ries met luchtbanden voor transport van troepen en wapens. De andere school wil den motor in de hitte van het gevecht brengen en juggernauten gebruiken met rupsbanden, die als de eerste tanks zich op alle terreinen kunnen voortbe wegen. De sterkste machine, die aan de manoeuvres deelneemt, is de Mark-II- „draak", die als motorpaard en voorzien van rupsbanden met gemak zware stuk ken artillerie over ruwen grond trekt en heele batterijen snel in positie brengt. De machine vervoerd op haar gepantserd dek twaalf kanonniers en in haar ruim 172 zware projectielen. De lichte machi ne, een „one man tank" is gewapend met een machinegeweer, dat de bestuurder met één hand kan bedienen, terwijl het andere het stuur hanteert. Tactici van de oude krijgsschool zeggen dat al deze machines allemaal goed en wel zün, maar dat men er als oorlogsmiddelen niet te veel waarde aan mag hechten, daar ze slechts helpend kunnen optreden. Zij houden het over het algemeen bij de voorstanders van uitgebreid motorver- voer van troepen en wapens langs de oorlogswegen. De taak van het voetvolk blijft de voornaamste en de motor kan het nuttigste oorlogswerk doen door dit voetvolk snel te brengen waar het moet wezen. Radio voor stations dienst. De jongste proef voor practische toe passing van radio in Engeland geldt ten dienst op het drukke spoorwegstation van York. Het doel dat men er mee voor heeft is het reizend publiek bü te staan in het vinden van treinen in de drukke uren, wanneer treinen uit allerlei rich tingen tegelijk aankomen en passagiers moeten overstappen. Dat is aan dit sta tion altijd een aanleiding geweest voor veel verwarring, vooral in den vacantie- tüd. De wisselende aanwijzingen der per rons op reusachtige borden heffen het euvel der verwarring wel wat op. Maar ze zijn toch onvoldoende gebleken de stoeten reizigers wegwijs te maken. Daar om heeft men sedert eenige dagen een aanvullend middel ter hand genomen in den vorm van „luidsprekers", die wach tenden reizigers vertellen aan welke per rons er zijn er een twaalftal hun treinen wachten. Op de meest geschikte punten zijn drie van die luidsprekers in actie. En wanneer blijkt dat het experi ment succes heeft denkt men er nog een drietal aan toe te voegen. Men heeft uiteraard de modernste en klaarste toe stellen voor het doel gekozen. Men zegt er van dat zij 500 M. ver door de gewone stationsgeluiden heen kunnen worden gehoord en verstaan. De radio-aanwijzin gen hebben plaats van een centraal sein huis uit, dat is voorzien van een speciale microphoon, die uitsluitend gevoelig is voor de stem van den aankondiger, daar ze door haar constructie alle bijgeluiden, die niet rechtstreeks in de microphoon vallen, uitsluit. Zulk een voorziening is zeker voor stationsdienst gebiedend. Want iedereen, die in de openlucht wel eens luidsprekers heeft gehoord weet hoe moeilijk het kan zijn den zin van het gesprokene te verstaan door allerlei bijgeluiden. De menschenslachter. In een kelder van een herberg in een Poolsch plaatsje heeft men een lugubere vondst gedaan. Er kwamen 70 skeletten uit te voorschijn en bovendien zes ton nen met gezouten menschenvleesch. Deze verzameling was het eigendom geweest van den ouden heer Domischen- ko, die eenigen tijd geleden op 93-jari- gen leeftijd overleden is. De man open de zestig jaar geleden een herberg en van dien af aan constateerde men dat er regelmatig personen op mysterieuze wijze verdwenen. Toch heeft men eerst na zijn dood, zestig jaar later, ontdekt, dat deze herbergier de man was die hen verdonkeremaande. «Het blijkt nu zelfs, dat de bezoekers van het café al dien tijd op menschenvleesch vergast zijn, dat blijkbaar zorgvuldig gezouten in 's mans kelder bewaard werd. Waar schijnlijk is het alleen opgediend bij zeer speciale gelegenheden, daar anders de voorraad al gauw uitgeput zou zijn ge raakt. Thans blijkt men ook te weten, dat de menschenslager zijn slachtoffers in zijn macht kreeg door hen alcohol vermengd met een slaapmiddel te voe ren. Men vraagt zich af of de Poolsche justitie niet wat eerder achter deze bij zonderheden had kunnen komen, en den moord op een kleine zeventig menschen had kunnen voorkomen. -i De Metro-Goldwyn Leeuw. Bioscoopbezoekers kennen het merk wel van de groote filmmaatschappij Me- tro-Goldwyn-Mayer, dat in den rechter hoek onder de opschriften van de films voorkomt. Het stelt een leeuwenkop voor. De Metro-Goldwyn heeft aan een beeld houwer opdracht gegeven dit merk in een standbeeld weer te geven dat waarschijn lijk geplaatst zal worden in het Hoofd kantoor of een der gebouwen van de we reldvermaarde maatschappij. De beeld houwer, de Franschman Bert Levy, heeft den moed gehad voor zijn werk als model een levenden leeuw te nemen. Deze Ko ning der Dieren. Josaphat genaamd, komt bij den kunstenaar in diens ate lier poseeren. Daartoe wordt Zijne Ma jesteit met de voorpooten op een bankje geplaatst en moet in die houding gerui- men tijd geduld oefenen. De beeldhou wer gaat vlak bij hem staan met zijn materiaal en begint doodbedaard de ko ninklijke trekken van het machtige beest in de harde steen te beitelen. Waar schijnlijk ziin intusschen filmoperateurs achter de schermen druk bezig alles vast te leggen, om straks den volke te ver- toonen, hoe het merk van de Metro Goldwyn vereeuwigd wordt. Het Parijsche blad „Excelsior" publi ceert er ten minste een plaatje van. Dat ziet er heel vredig uit en tot dusver schijnt alles goed te gaan. Wellicht voelt Zjjne Majesteit Felix Leo zich zeer ge vleid. Winkeljuffrouwen over Amerika. Een ondernemend Londensch waren huis heeft onlangs dertig leden van zün vrouwelijk personeel naar Amerika gestuurd om er rond te küken. Dè meisjes zün dezer dagen teruggekeerd en haar indrukken zijn door de pers aan de gemeenschap pru'sgegeven. Ze zijn belangwekkend. Zij bleken het meest onder den indruk van de zelf bewustheid van haar Amerikaansche zusteren. Zü erkennen openhartig dat de Amerikaansche jonge vrouw deco ratiever is en een beter figuur heeft dan de Engelsche. „Miss America" heeft nog kortere rokken aan dan de vrouwen van Londen. Zü dragen meer en betere kleeren, die haar beter passen. En het New Yorksche meisje van veertien jaar is even bU de pinken en is even zelf bewust in haar uiterlijk als het Engel sche meisje van twintig. Daarentegen achten deze winkeldames haar natio nale seksegenooten natuurlijker, Hefc„ Amerikaansche meisje begint reeds op zeer jeugdigen leeftijd gebruik te ma ken van lippenrood en rouge. Het schoeisel van de Engelsche kan niet in de schaduw staan van dat der Ameri kaansche. Tot zoover het oordeel dezer reizen de vrouwen. Een der oorzaken van de „finesse" der Amerikaansche vrouwen kan wel zijn dat zij, in gelijksoortige positie, meer geld aan haar uiterlük kunnen besteden dan de Engelsche. Maar de voornaamste oorzaak zal wel liggen in verschil van karakter en geestesgesteldheid. De Engelsche vrouw is nog al slordig van aard en ziet er zelfs in de rü'kste kleeren zelden tot in de puntjes verzorgd uit. De Ameri kaansche man kreeg van de toeristen geenszins die onverdeelde bewondering, die zij aan de vrouw geven. Him klee ding heet „afschuwelijk" en een van de meisjes zeide dat zij graag een paar dozün spelden in hun jassen, vesten en broeken had willen steken om ze pas send te maken. Zü vonden het een schokkend tooneel, toen zij gedurende een danspartij van een buitensocieteit waartoe zü waren uitgenoodigd, de man nen hun jassen zagen uittrekken en in hun hemdsmouwen zagen dansen. Deze critiek heeft een paar Amerika nen, die hier met vacantie zijn, ge noopt het recht van spreken van dez» meisjes, die twee weken in Amerika hebben rond gekeken, in twijfel te trekken. Zij beweren dat een welopge voed Amerikaan nimmer in zijn hemds mouwen zit of danst en dat de kleeding van den Amerikaanschen man er mag wezen. Wat de winkelmeisjes van het warenhuis hier deden was niets anders dan het oude idee pronageeren dat geen man zich zoo goed kleedt als de Engelschman. Waar is dat Enzeland op het gebied van mannenkleeding de mo de aangeeft. Maar dat is heel wat an ders. Die mode komt van een of twee percent van het Engelsche volk, de hoogste standen. Over het geheel eeno men kleedt de Engelschman zich lang zoo goed niet als b.v. de Nederlander Degelijke kleeding ontwaart men in Engeland zelden terwiil ze. naar alge meen bekend is, in Amerika over de geheele linie overheerscht. Wat haar beroep betrof, vonden de vrouwelijke toeristen dat de Amerikaan sche winkels haar weinig konden leeren. De bediening van klanten in Ameri kaansche winkels vonden zü lang zoo goed niet en zii geschiedde ook niet zoo beleefd als in Engeland het geval was.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9