1UITENLANDSCH OVERZICHT
DE NATIONALISTISCHE IDEALEN IN CHINA.
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 27 AUG. 1927
door Ir. P. J. BLOM.
De schrijver van dit artikel ls sinds
vijftien Jaar ingenieur bij Publieke
Werken te Sjanghai en vertoeft sinds
eenige weken met verlof in Holland
Als kenner van de Chineesche toestan
den zal hy verscheidene onderwerpen,
bet groote Chineesch vraagstuk betref
fende, in ons blad behandelen.
ZU die met aandacht de berichten uit
China gevolgd hebben, zullen dikwyis
geklaagd hebben dat ze geen wys kon
den worden uit de politieke verwikke
lingen.
Het aantal strydende generaals, de
legers, de steden, alles met voor een
Westersch oor ongewone namen, in een
land waarvan de meesten de aardryks-
kundige byzonderheden allang vergeten
zyn, is dan ook zoo groot dat de lezing
van zulke berichten meer een taak
dan een genoegen is.
Toch moet iedereen erkennen dat het
gebeuren in China hoogst belangrijk is
en een groote invloed zal kunnen uit
oefenen op 's werelds belangen.
Afgezien van de verwarrende byzon
derheden van den stryd tusschen Noord
en Zuid, is de kern der moeilykheden,
de nationalistische beweging niet moei-
hjk te begrypen.
De stryd is het beste te beschrijven
als een evolutie, een verandering van
oud China tot een nieuw China.
Deze verandering, waaraan de vreem
delingen een grooten stoot hebben ge
geven, verloopt niet zoo vreedzaam als
we dat zouden wtenschen. zy gaat ge
paard met een revolutie die alles dreigt
te vernielen wat de vreemdelingen
in een zestigtal jaren met zorg hebben
opgebouwd.
Jong China, niet tevreden met de
resultaten van den republïkeinschen re-
geeringsvorm bewerkt de verandering
Voor ons Westerlingen is dit een merk
waardig verschynsel. Wel kennen wij
studentenvereenigingen, die een invloed
uitoefenen op hun eigen studie, maar
met 's lands politiek bemoeien zij zich
niet. In China houden de studenten
optochten, beleggen volksvergaderingen
en enkele allesomvattende leuzen wor
den rondgedragen, opgenomen in de
couranten en te pas en onpas gebruikt
in hun strUd tegen een gehaten gouver
neur. een belasting of tegen den ge-
haten vreemdeling. De zeer weinig ont
wikkelde koelie-klasse ziet in hen- de
verlossers.
De ouderen, opgevoed in Amerika,
Duitschland, Engeland, Frankrijk, of aan
scholen in Sjanghai en Peking voelen
den drang tot hervorming, tot verhef
fing van de koelieklasse uit de mid-
deneeuwsche toestanden die in 't bin
nenland heerschen.
Deze beweging is nog pas van jonge
ren datum. Sommigen der teruggekeer
de studenten bekleeden reeds flinke
betrekkingen: men vindt bankdirec
teuren, rechters, doktoren, chefs van
handelshuizen die reeds enkele jaren
praktijk op konden doen.. Dat echter
de meeste der jongeren niet ryp zijn
om als leiders op te treden is begrij-
pelijk.
Het volk volgt hen blindelings in
den stryd tegen de vreemdelingen die
volgens hen de ontwikkeling en vry-
making in den weg staan.
Veel goeds is reeds gedaan. De recht
spraak is beter geregeld, moderne fa
brieken worden opgericht, wegen worden
aangelegd, al is het op bescheiden'
schaal. Maar het is slechts een drup
pel in den oceaan. Er, ontbreekt nog
te veel aan. Alle vooruitgang stuit op
hebzucht, bedrog, onkunde en verre-
pedanterie.
De ouderen, nog opgevoed in de con-
fucius-school zwygen. Hun rol is uit
gespeeld, zy worden opzy gedrongen.
Hun systeem van regeeren was aller
minst ideaal, zy kunnen de nieuwe
iedeeën van algemeene ontwikkeling
niet begrypen, van hygiëne en medezeg
gingschap in 't algemeen. Zy waren op
gevoed in de oude wijsbegeerte en
staathuishoudkunde. Zy stonden als en
kelingen in de dorpen aan het hoofd
van de gemeente als vaders, beslissend,
rechtsprekend volgens de oude leer en
eigen inzicht. Om volkswelvaart, ont
wikkeling gaven zy niet. De gildes zorg
den voor hun eigen welvaart. Scholen
was een particulier genoegen. Vandaar
dan ook dat in de moderne beweging
geen oudere leiders gevonden worden.
Maar de jongeren zyn nog onervaren.
Zoo is in Sjanghai een opperste rech
ter benoemd, een meisje, juffrouw
Soemi Pscheng, in Parijs afgestudeerd.
Zonder rype ervaring te bezitten, wordt
zij geacht de meest ingewikkelde vraag
punten te kunnen beslissen en de ver
houding te kunnen bepalen van Chi-
neezen tot vreemdelingen, wat recht en
verdragen betreft. Dat loopt natuurlijk
spaak. De gemengde rechtbank in
Sjanghai, tot voor kort onder vreemd
toezicht, welke gedingen beslist tusschen
Chineezen en Vreemdelingen, wordt
ernstig beschuldigd van partydigheïd.
Er is een beweging op touw gezet onder
de vreemde kooplieden om die recht
bank weer onder hun leiding terug te
brengen om den handel een beteren
ruggesteun te kunnen geven.
Had de beweging der jongeren, de
Nationalistische beweging zich rustig
kunnen ontwikkelen, geslacht na ge
slacht, ervaring opdoende, wellicht
was er wat beters van terecht geko
men. Jammer genoeg heeft het com
munisme, een verkeerden kant naar vo
ren gebracht, en eenhopeloozze verwar
ring gesticht die de Chineezen zelf
trachten op te lossen. De communisten,
gebruik makende van den strydlust van
jong China, hebben het laagste deel
van de bevolking opgezweept tot geweld
daden die de evolutie schaden in plaats
van helpen.
De rustige boerenarbeider, de koopman
ziet zyn bestaan bedreigd. Zuid en
Noord trekken tegen elkaar te velde. De
oorlogvoerenden, een heerleger van
dieven, roevers en moordenaars maken
handel en industrie onmogelijk. Fabrie
ken en handelshuizen worden gebrand
schat. dorpen uitgemoord, oogsten ver
nield, de arbeiders meegevoerd in het
leger en vrouwen en meisjes verkocht.
En de zich ryk-stelende partyleiders en
generaals verdwynen van het tooneel,
zoeken hun toevlucht in de vreemde
nederzettingen en worden door ande
ren opgevolgd, die 't werk op den
zelfden voet voortzetten. En u worstelt
weer met nieuwe namen van generaals.
Jong China ziet deze ontwikkeling
met leede oogen aan. Zóó hadden ze
't niet bedoeld. Zö meenden in de woor
den van den gestorven leider Soenjatsen
hun strydkreet gevonden te hebben. De
uitslag kwam de idealen van den voor
vechter niet naby. Soenjatsen was meer
een idealist, een droomer, dan een
krachtige regeeringsfiguur. Maar hy
had een leuze, en dat heeft een Chinees
nóodig. 't Is zijn partijprogramma. Aan
Soenjatsen is veel toegedicht door com
munisten, dat niet tot zijn idealen be
hoorde. Zijn leuze, „door het volk, van
het volk, voor het volk" is dikwijls ver
keerd uitgelegd. Zijn politiek testament
in iedere vergadering voorgelezen, als
een verlossend woord, kan moeilyk wor
den toegeschreven aan den idealist dien
de ontwikkeling van handel, de geeste-
lyke en zedelijke opheffing van China
aan het hart lag. Het is ongetwyfeld
onder commmistischen invloed tot stand
gekomen.
Na de openbaringen te Peking na de
vernietiging van den handel op de
Jangtse werd de strijd tegen het
communisme aangebonden. Die kwam
niet overeen met 't Chineesche karakter,
het schaadde den rustigen koopman en
't bracht armoede en geweld in het
land.
Borodin en volgelingen moesten ver
trekken.
De eerste stap naar de verbetering
der toestanden in China is het streven
naar eenheid. Gezamenlijk kunnen
Noord en Zuid, Oost en West het
ideaal nastreven. Maar welke party
zal de regeerende zyn? 't Is een strijd
geworden om de hegemonie van enkele
kleine groepen. De ziel van t volk is
er niet in betrokken. Ook die van de
soldaten niet. Zij trekken heen en weer
om aardsche bezittingen, om den broode
zy rooven en branden naar harte
lust.
De strijd tot verbetering, de nationa
listische beweging is daarom niet alge
meen. Slechts in enkele groote steden
komt die beweging tot uiting. Waarom
zou het ook? De landbouwer, de han
delsman ondervindt slechts de ellen
de. President of keizer, 't is hem om
't even.
ZU die in t binnenland van China
gereisd hebben, kennen de aartsvader-
ïyke toestanden, de rust en de genoeg
zaamheid. De boer is het gelukkigst als
hij met rust gelaten wordt, als hy zijn
landje kan verzorgen en aan zijn
hoogst bescheiden eischen kan vol
doen.
Een woning van bamboe besmeerd
met klei, zyn kippen en varkens, een
buffel voor 't ploegen en de melk, zyn
rijst en kool en wat vleesch of gedroog
de visch, ziedaar zijn primitieve wen-
schen. Zyn geschillen, zyn moeilykhe
den worden door het dorpshoofd opge
lost. Beslissingen over het tydstip van
huwelijken, begrafenissen, erfenissen,
aan te nemen betrekkingen worden
door den blinden man tegen matige ver
goeding gegeven. Wat wil hy met
evolutie, communisme, met legers? Zoo
lang hij vrij is van rooversbenden, of
brandstichters is hij tevreden.
Dat er in een reuzenland als China
met verschillende stammen, met kli
maten als in Java in 't Zuiden en
als Rusland m 't Noorden, geen eenheid
is, is te verklaren. De levensvoorwaarden
de idealen zijn verschillend. De ideeën
van verheffing, van evolutie zyn niet
gelijk in Zuid en Noord.
Dat de communisten eerst het Zuiden
bewerkt hebben is uitsluitend te wijten
aan het feit dat de ideeën van Soen
jatsen in 't Zuiden ingang vonden. Het
was een houvast, een vruchtbare bo
dem. Toch is Soenjatsen de eerste, al
hoewel tijdelijke president van de Chi
neesche Republiek geweest, gezeteld in
Peking. Zijn ideeën vonden daar geen
ingang.
China heeft zelden een periode van
rust gekend. Maar nooit ging het zoo
ten gronde als nu in den strijd om de
opperheerschappij onder een leuze van
verbetering, van nationalisme.
Hoe de vreemdelingen daarby be
trokken werden, zullen we een ander
maal zien.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regeL
De suprematie ter zee. T eg eng e-
jsproken berichten over plannen van
Engeland en Japan. Nieuwe aanslui
ting tusschen de Donaustaten. De
spoorwegongelukken.
T BELANGRIJKSTE NIEUWS. I
William Castel die de leiding in han
den heeft van het ministerie van Bui-
tenlandsche Zaken der Vereenigde
Staten, tydens de afwezigheid van Kel
logg heeft de volgende verklaring afge
legd:
»Het bericht fai de pers over een ma
rinepact tusschen Engeland en Japan
is voor zoover het ministerie bekend is.
absoluut ongegrond.
Er is geen enkel dergelijk bericht te
Washington ontvangen en ik heb geen
reden om aan te nemen, dat er een
basis bestaat voor dit bericht".
Het desbetreffende bericht was ver
sohenen In de „Washington Post" en
begon als volgt: „Het ministerie van
Buitenlandsche Zaken heeft uit be
trouwbare bron het bericht ontvangen,
dat Engeland en Japan tot een gemeen
schappelijk geheim pact zyn gekomen
betreffende de toekomstige suprematie
ter zee.
Dit pact is gesloten toen het duide
lijk werd, dat de Vereenigde Staten het
op de jongste conferentie te Genève
voorgestelde Britsche program niet wil
den aanvaarden".
Het bericht wordt beschouwd als het
begin eener poging om verdenking in
Amerika te stichten tegen Engeland en
Japan en om daardoor het Congres
der Vereenigde Staten gunstig te stem
men voor de toekenning der fondsen,
benoodigd voor den aanbouw van
groote kruisers.
Het Japansche ministerie van Bui
tenlandsche Zaken verklaart categorisch
dat het gerucht volgens hetwelk een
overeenkomst zou zijn gesloten tusschen
Engeland en Japan aangaande de toe
komstige suprematie op maritiem ge
bied, van allen grond ontbloot is. Ook
ontkent het ministerie dat het herstel
van het Engelsch-Japansch verbond op
het oogenblik besproken wordt.
Men zou kunnen zeggen dat de In
terparlementaire Unie die thans te
Parijs bijeenkomt als een voor-parle
ment is te beschouwen. Ook ditmaal
zal men daarom in Genève het oor wel
te luisteren leggen naar wat te Parys
gesproken wordt over de huidige si
tuatie in de wereldpolitiek, het tot-
standbrengen van een Europeesche tol-
overeenkomst. de vermindering der be
wapening en de methoden van codifi
catie van het internationaal recht,
alle onderwerpen die op de conferentie
te Parijs aan de orde komen. En hoe
zal dan straks in Genève worden be
slist over de wereldpolitiek, voorzoover
zij wordt beheerscht door het Fransch-
Duitsche probleem?
De Assemblée zal allereerst drie
nieuwe leden moeten benoemen in den
Raad, in plaats van België, Tsjecho-
Slovakye en San Salvador, welke dit
jaar aftreden. Men verwacht, dat een
besluit zal worden genomen, om de
verkiezing voor den Raad volgens een
systeem van overdraagbare stemmen
te doen plaats hebben. Tevens zal men
bespreken, of de Raad in het vervolg
drie of vier maal per jaar zal byeen-
komen. Verder zullen de gewone debat-,
ten gevoerd worden over de problemen
der ontwapening, alsmede over de
kwesties betrekking hebbende op de
financiën, het verkeer, de gezondheid,
mandaten en slavernij. Natuurlijk zul
len echter ook aparte besprekingen tus
schen de toonaangevende staatslieden
worden gehouden, en men neemt zelfs
aan, dat daar de quaestie van de Rijn-
landbezetting zal worden beslist.
Nieuwe aansluiting
tusschen de Donau
staten?
Deze ook voor heel Europa be-
langryke quaestie bespreekt Dr. Ludwig
Walko, minister van buitenlandsche
zaken van Hongarije in een artikel in
de Telegraaf. Hy schrijft:
„Steeds veelvuldiger en voortdurend
grondiger houdt men zich in den jong-
sten tyd in de groote rijken van het
Westen bezig met den toestand der
successie-staten. Deze verhoogde be
langstelling heeft echter nog niet tot
concreet geformuleerde conclusies ge
leid en blijft voorshands nog tot com
binaties beperkt. Meestentyds wordt het
denkbeeld geopperd. dat eenigerlei
nauwe economische samenwerking tus
schen de betrokken landen den toe
stand zou kunnen verpieteren. Van
welken aard deze samenwerking zou
moeten zyn en in welke mate zy zou
moeten geschieden, is nog nimmer
nauwkeurig geformuleerd.
Maar met het oog op het feit, dat
óf handelsverdragen tusschen de Donau
staten na langdurige onderhandelingen
reeds van kracht zyn geworden, óf
dat de mogelijkheid voor het sluiten
van dergelijke verdragen aanwezig is,
wordt onder deze samenwerking klaar
blijkelijk een verder strekkende en
nauwere samenwerking verstaan dan
die, welke langs den weg van normale
verdragen te bereiken is. Zonder twijfel
men kan zich zeer goed overeenkom
sten voorstellen, die uitgaan boven deze
verdragen, doch voor overeenkomsten
van dien aard is een onontbeerlijke
voorwaarde: de grootste en meest vol
komen politieke verzoening tusschen de
betreffende staten, ómdat dergelijke
overeenkomsten uit den aard der zaak
gepaard gaan met belangrijke reacties
op het politieke en economische leven
van de verdragsluitende partijen.
Als er vérstrekkende overeenkomsten
tot stand zullen komen, is het eener-
zijds noodig dat elk van de deelne
mende partijen in de overeenkomst
voordeelen ziet, omdat anders een har
monische samenwerking niet denkbaar
zou zyn. Aan den anderen kant is het
echter noodzakelijk, dat door derge
lijke overeenkomsten de belangen van
derden niet benadeeld worden.
Geheel afgezien nu van het feit, dat
dit probleem eigenlijk niet behandeld
kan worden nu de politieke voorwaar
den daartoe niet zUn vervuld, zou voor
Hongarije een economische samenwer
king, verder gaande dan de thans be
staande verdragen, zooveel nadeelen op
leveren en het zou zich daarby naar
zooveel zyden moeten binden, dat er
voor Hongarye ten slotte geen econo
misch voordeel uit voortvloeien zou.
Wellicht zou het voor enkele landbouw
producten voordeelen kunnen verkrij
gen, maar voor zoover het de algemeene
productie betreft, bestaan er slechts na
deelen.
In politiek opzicht zou een dergelijke
overeenkomst bovendien groote moge
lijkheden openen voor beïnvloeding en
de resultaten, bereikt by de moeizame
economische reconstructie, op het spel
zetten, zoodat leidende Hongaarsche
kringen voor dit denkbeeld niet te win
nen zouden zyn. Blyft aldus de vraag,
of in plaats hiervan een economische
gemeenschap of samenwerking der suc
cessie-staten of vqn een deel dezer sta
ten tot stand gebracht kan worden.
By een dergelijke economische oplossing
echter kan geen enkele staat belang
hebben, die op export Is aangewezen
en voor wie de successie-staten export
mogelijkheden bestaan.
De opvatting, als zou ten gevolge van
een eventueele economische gemeen
schap of coöperatie elke verdragscon
nectie tot de staten die belang hebben
by de export-mogelijkheden kunnen
worden opgeheven, vervalt reeds daar
om, omdat dit een buitengewoon na-
deeligen invloed op alle Donau-staten
zou hebben. Alleen reeds deze omstan
digheid is een beletsel voor de verwe
zenlijking der geopperde plannen. Het
is gemakkelijk te begrijpen, dat vooral
door politici, die de belangen van het
eigen land voor oogen hebben, vaak
theoretisch geschikte economische sa
menwerkingsvoorstellen worden gedaan.
Toch zullen er In Europa zoowel ten
aanzien der politieke verzoening als
ook aangaande de stabillseering van het
economisch leven belangrijke verande
ringen moeten komen, voor deze voor
stellen werkelijk practische waarde
kunnen erlangen".
Tegen de
doodstraf
De „Ryksbond van de Duitsche demo
cratische jeugd" heeft een motie aan
genomen, waarbij naar aanleiding van
de executie van Sacco en Vanzetti en de
tallooze terechtstellingen in Rusland op
de geheele Duitsche jeugd en de openba
re meening een beroep wordt gedaan
om er op aan te dringen dat by de a.s.
herziening van het strafrecht de dood
straf wordt afgesch-ft.
In de motie wordt o.a. het volgende
verklaard: J
„Het misbruik dat een formeel ver
steende justitie van dit strafmiddel
maakt en executie van jonge mensohen
onder de 25 jaar, bij wie altijd de moge-
lykheid van verbetering blijft bestaan,
moeten ook degenen die tot dusver
steeds vóór de doodstraf pleitten, tot
nadenken stemmen."
HET SPOORWEG
ONGELUK BIJ CHAMONIX
Onder de dooden bij het spoorwegon
geluk op de lyn Montenvers—Chamonix,
die meerendeels ontzettend zyn ver
minkt en nog niet allen geïdentificeerd
konden worden, heeft men geen Neder
landers aangetroffen: het zijn vrijwel
allen Duitschers en Engelschen.
Onder de gewonden bevinden zich de
heer en mevrouw Van Oven afkomstig
uit den Haag die naar het ziekenhuis
van Bonneville werden overgebracht, ge
legen aan de lijn ChamonixGenève.
Uit het feit, dat zy naar Bonneville
worden vervoerd, werd reeds dadelijk af
geleid, dat hun verwondingen niet le
vensgevaarlijk zyn, daar de ernstig ge
wonden te Chamonix zijn gebleven.
Nader wordt ons geseind:
De heer van Oven heeft een ernstige
been fractuur, zyn echtgenoot© heeft
een rib gebroken. Het been van den heer
van Oven is reeds gezet.
De heer Van Voorst van Beest uit Den
Haag, die zich eveneens in den trein be
vond kreeg slechts eenige zeer lichte
kwetsuren. Hij bevindt zich thans in
zyn hotel.
In den tweeden wagon, die, doordat
de koppeling afbrak, niet naar beneden
viel, bevond rich nog een Nedcrland-
sche familie van vier personen. Deze
zyn met den schrik vrijgekomen.
In totaal zijn er thans 22 dooden en
30 gewonden.
Roerende liefde in het
dierenrijk..
CV an onzen Weenschen correspondent.)
Kunnen dieren voelen als menschen
en zijn hun gevoelens even diep als die
van ons? Het is een vraag, die reeds
sedert eeuwen wordt gesteld en die
meestal bevestigend wordt beantwoord.
Dezelfde bevestiging vindt men ook in
het boek van zekeren Josef Delmont,
die jaren lang door de oerwalden en
steppen van haast heel de aarde rond-
dooldee en die daarby het leven van
verschillende diereii met de grootste op
merkzaamheid van dichtbij gadesloeg.
In zijn boek „Von lustigen Tieren und
dummen Menschen". dat te Berlijn by
de Neue Berliner Verlagsgesellschaft
m.b.H. het licht zag, vertelt hy ontel
bare vroolijke en tragische dierenge-
schiedenissen. die ons een diepen inblik
in het zieleleven der afstammelingen
van dq passagiers van Noachs ark ver
schaffen. Met een benijdens waardig ge
voel voor humor discht Delmont ons de
grappigst anecdotes op. Hy vertelt o.a.
waarom de hyena lacht, hoe het op een
dierencongres toe gaat, wat de dieren
over de Oceaanvliegers denken.... men
ziet dat Delmont dus ook actueel is en
in dit opzicht dus niet verstoken is van
een zeker journalitiek talent! wat
dieren doen, wanneer zy jaloersch op el
kander zyn enz. enz. In niets zyn de
dieren minder „menschelyk" dan de
mensch zelve. Het opmerkelyke. is
Delmont heeft het herhaaldelijk kun
nen constateeren dat dieren, die
voortdurend in gezelschap van men
schen zyn, huisdieren dus, eerder over
verdriet en smart heenkomen dan die
ren, die zich in de vrije natuur ophou
den. Natuuriyk bestaat er geen regel
zonder uitzonderingen en ook by huis
dieren heeft men roerende staaltjes van
liefde kunnen zien. Vooral moederliefde
verloochent zichzelf. De kat van een
herbergier op Rhode Island had zes
jongen gekregen. De baas besloot deze
diertjes t.e verdrinken. Hy stopte hen
in een zak en wierp hen in het watei
van een zyarm der Providence River.
De kat was miauwend den waard ach
terna geloopen. Toen de zak met de
•jongen in het water was geworpen
sprong de moeder haar jonge katjes na.
Zij greep den zak met haar tanden beet
en zwom er mee naar den oever. De
waard liet haar toen haar jongen be
houden.
Een ander staaltje van moederlief
de: In de Wenzelgasse te Weenen was
bij een tuinman brand uitgebroken. Een
geit waagt zich in de vlammen om haar
jong te redden.
In den staat Newyork, In de buurt van
Nyack, had èen Duitsche waard, Fischer
geheeten, een huisje aan een boer ver
huurd. In de schuur by dit huis brak
des nachts brand uit. Op den zolder
van deze schuur had een kat haar vier
jongen liggen, zy kwam met een harer
jongen in haar bek den ladder af. Dan
ging zi) terug om een tweede jong te
redden.
Reeds was haar vel verzengd, doch
ook een derde katje haalde zy naar be
neden. Nu had zy reeds zware brand
wonden opgeloopen en de waardin wilde
de kat niet meer opnieuw in de bran
dende schuur laten gaan. Zy nam de
kat in haar armen, maar het dier wist
zich los te rukken, klom opnieuw in den
vlammengloed en vond hier den dood
met haar vierde kind.
In een oerwoud had men een orang-
oetang gevangen. Het dier was in de
kooi, die tegelyk als val had dienst ge
daan, gestorven en zyn vrouwtje zat
vóór de kooi om te trachten hem te be
vrijden. zy maakte een helsch misbaar
en nam een dreigende houding aan,
toen de jagers naderden. Men loste een
geweerschot om haar weg te jagen en
zij vlood. Uit den top van een boom
keek zy toe, wat de booze mannen de
den. De doode orang-oetang werd in
de kooi vastgebonden cn de deur werd
opengelaten. Men stelde het mechaniek
opnieuw zóó, dat wanneer een dier de
kooi zou binnengaan, de deur moest toe-
klappen. Nauwelijks hadden de men
schen zich verwyderd, of de orang-
oetan-weduwe klauterde naar bene
den en lfep de kooi binnen. Klap... de
deur viel toe en het vrouwtje was ge
vangen! zy zat treurig in een hoekje cn
had het doodeh dier in haar armen.
Men bracht haar elders heen, waar zy
opnieuw in een kooi kwam te zitten. Zij
at en dronk niets en bleef treurig. Men
gaf haar een nieuwen mannetjes-aap,
doch zy begon onmiddeliyk met dezen
orang-oetan te vechten en beet hem
op verschrikkelijke wijze. Men moest
den nieuwen aap weer wegnemen en men
legde nu het geprepareerde vel van den
gedooden aap in haar kooi. Onmid
deliyk trok zy de roodbruine huid naar
zich toe, zy snuffelde en rook aan dit
vel en draaide met haar oogen. Zy
wreef met haar handen over het vel en
rook daarna aan haar vingers. Dit her
haalde zich meerdere malen en voortdu
rend bewoog zy haar lippen. Het was,
alsof zy met zichzelf sprak. Zij
richtte zich op haar achterbeenen op
en gedroeg zich als een krankzinnige.
Nu eens drukte zy het vel aan haar
hart dan weer spreidde zy het uit op
den grond en rolde zich er overheen.
Eindelijk legde zy de huid als een
mantel om haar schouders en wikkelde
zy zich er in. Den volgenden morgen
vond men haar dood op het vel liggen.
Londen in Augustus.
(Van onzen Londenschen correspondent)
Engelsche romanschrijvers, Thackeray
niet het minst, hebben herhaaldeiyk den
lof gezongen van Londen in Augustus.
Ik heb inderdaad Augustus-maanden in
Londen gekend die een atmosfeer van
rust en zomersche behagelykheid adem
den. die men tevergeefs in de vacantie-
oorden en aan zee zou hebben gezocht.
Tegen alle vooroordeel in zou men gerust
kunnen volhouden dat een Augustus-
vacantie in deze metropool (en er om
heen) een uitgezocht genoegen kan wor
den. Zelfs in het hartje van de City kan
de zomer luisterryk heerschen. Lincoln's
Inn en de Temple-tuinen krijgen in de
zomerzon extra bekoring, niet het minst
indien men beéeft dat een paarhonderd
meter er buiten het geraas van druk
stadsverkeer met de geuren van benzine
en teer biyft overheerschen. De rivier
oever by Chelsea kan in Augustus het
aspect aannemen van een exotisch en
romantisch oord, dat alle verlangens
„naar een verandering" ten volle bevre
digt. Maar dit alles kan niet gelden voor
deze Augustus. De stad is het tegendeel
van rustig, want de pneumatische beton-
boor is allerwege en vult de lucht met
oorverdoovend geraas. De weg-autoritei-
ten schyr.cn een offensief te zyn begon
nen tegen alle wegen en straten, die wat
vervallen zyn. Het centrum van den
aanval ligt in Piccadilly, maar allerlei
ondergeschikte straten, over de gansche
stad verspreid, worden eveneens aange
pakt. De beroemde hoofdstraat is een
chaos van loopgraven, kuilen en opge
graven riolen en andere leidingen. Het
grootste deel van een etmaal maken de
straatbrekers met hun razende werktui
gen het verblyf binnen gehoorafstand
onmogelyk. De omnibussen nemen onge
wone routes en men kan er nooit zeker
van zyn of een bus u naar de gewensch-
te en op het richtingbord aangegeven
plaats brengt. Voor het eerst in de ge
schiedenis van Londen rijden de openba
re voertuigen over de Mali, de officieuze
avenue van het koninklijk paleis. De
clubbezoeker, die zich had voorgesteld
vreedzaam te kunnen soezen in de groo
te leunstoelen van rook en leeskamers op
warme Augustus-middagen, wordt uit
zyn droom geholpen door de voorby-ja
gende omnibussen waarvan de passagiers
in zyn heiligdom kunnen gluren. Dat is
nu niet het eenige voorrecht van bus
reizigers. Zy kunnen nieuwe schoonheid-
ontdekken in St. James' Park, nu de bus
him gelegenheid geeft over de hooge mu
ren, die koningklyke woningen afzonde
ren, die koninklijke woningen afzonde
ham Palace liggen nu open voor de
oogen der omnibussende gemeenschap;
en mooi zyn zy, heel wat mooier dan het
paleis zelf. Maar ondanks deze voordee
len van tydelyken aard moet alle vacan-
tievreugde in Londen dit jaar lettelyk in
het water zyn gevallen. Wat zullen de
Amerikanen wel hebben gedacht in
grooten getale waren zij door de „Come
to Britain"-propaganda gelokt van
een stad, die overal open lag, waar
helsch lawaai van vernielende instru
menten de lucht in hevige trilling hield
en waar de regen neerplaste, dag in, dag
uit, negentien kostbare dagen van
Augustus lang.
Nieuwe Poolreis van
Nobile.
De „Popoio d'Itaüa" meldt. d?.t ge
neraal Nobile, die met Amundsen en
Ellsworth over de Noordpool vloog, on-
nieuw een poging zal doen om met een
Italiaansch luchtschip de Noordpool te
bereiken. De expeditie zal worden gefi
nancierd door de stad Milaan.
Het latente talent.
Een bokser in opkomst is de achttien
jarige Franschman Humery, die al
kampioenneigingen begint te vertocnen.
zyn talent ontdekte hy evenals alle be
gaafden by toeval. Zijn ouders hadden
een koekkraampje op de markt tet Va
lenciennes, en lieten de zorg daarvoor
wel eens aan hun zoon over, wien het
ook best toevertrouwd bleek te zijn. Een
klant, die zonder te betalen weg wilde
gaan kwam er zoo gemakkelijk niet af.
Toen hy den kleinen koopman met een
draai om zyn ooren wilde afschepen,
greep deze den lafaard, die wel twee
maal zoo groot was vast en legde het
eerste blijk van zijn bokskunst af. Hy
was toen vijftien jaar, en van dat
oogenblik heeft Humery zich gerege'd
geoefend al was het dan niet op oneer-
lyke klanten. Hy is nu op den we®, die
naar het kampioenschap leidt' en
traint zich met zyn vriend en landge
noot Mascart.
„De Hymne van den
Haat."
Sovjet-Rusland zendt een nieuw pro
duct de wereld in: de „Hymne van den
Haat". De auteur is Alexy Besymenski,
een dichter, die goed aangeschreven
staat bij de Sovjet-autoriteiten. Het lied
is zeer bevorderlijk voor den wereldvre
de en de inhoud richt zich grootendeels
tegen de andere volken. De strofen zijn
niet erg verheffend om te lezen; zoo
heet het o.a.: „Engeland, land van de
koningen zonder hersenen, van de vrou
wen met geverfde lippen, land van de
dreadnoughts en granaten, en van de
vermomde schurken". Van Rusland zelf
wordt heel wat beters gezegd, in dich-
terlyke beeldspraak gaat het gedicht
voort: „Onze fabrieken hebben open
oogen, onze mynen tandenknarsen, om:
schoorsteenen ballen de vuisten", 't Is
te hopen, dat het lied te dichterlijk is
om door de massa begrepen en gezongen
te worden, want als nationale hymne
staat het niet hoog, al is het geheel in
den geest der regeering samengesteld.
De prae-historische
mensch.
Alvorens naar Engeland te vertrekken
heeft de leider van de laatste archeolo
gische expeditie in Afrika, de heer
Leakey te Mombasa een lezing gehou
den over den prae-hlstorischen mensch.
Aan de hand van een der beenderen
toonde hy aan dat de voorhistorische
dieren een lengte van 80 voet en een
hoogte van 20 voet konden bereiken.
Wat betreft den prae-historischen
mensch verklaarde hy, dat er overblijf
selen zyn gevonden van wel 41 verschil
lende typen. Eigenaardig is. dat het ne
gertype er niet in teruggevonden wordt.
De menschen hadden een grooten sche
del en leefden waarschynlyk ten tyde
van het Europeesche ystydperk.
De expeditie heeft aanwijzingen ge
vonden, die duiden op het bestaan van
een talrijke bevolking, die verschillende
rassen omvatte. Duizenden werktuigen
en andere oudheden werden opgegraven.
De rassen, die in het tegenwoordige
district Kenia leefden, zyn waarschyn-
lyk na den ystyd naar Europa getrok
ken.
Op zoek naar de
Gouden Maagd".
Zal men haar vinden?
Het heele Fransche stadje Saint-Pol-
sur-Ternoise is op zoek naar de „Gou
den Maagd". Ingenieurs, wichelroedo-
toovenaars, zieners allen zyn zy ijverig
aan- 't wroeten in den grond onder het
oude stadje. Zy dalen af in de cata
comben, die zich nog onder Sairt-Pol
uitstrekken en speuren naar den glans
van de „Gouden Maagd", waarvan...
de legende spreekt. Een bekend expert
op het gebied van het vinden van bron
nen, de abt Bouly heeft zijn hulp aan
geboden, maar hy zegt, dat hst vin
den heel moeilyk is by gebrek aan zon.
Het terrein behoorende aan mynheer
Poiret, waar onder zich het kostbare
beeld moet bevinden wordt doorwroet
als een molshoop. Het ïs te hopen dar
een verlossende zonnesrtaal zal door
dringen in de sombere grafkelder en de
„Gouden Maagd" in het volle licht zet
ten. tot heil der Saint-Pol-sur-Ter-.
noisers.