BEURSKRONIEK
KOMIEK
LETTEREN EN KUNST.|FLITSEN
FEUILLETON
DE GEHEIMZINNIGE ZAAK
VAN STYLES
VlCTO RIA-V
E
R
De Fransch.Duitsche handelsbetrekkingen.
Sterke verbetering in Engeland voor handel en nijver
heid. Oostenrijksche renten. Emissies. De Am-
sterdamsche beurs.
ZATERDAG 27 AUG. 1527
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 984
HET TOONEEL.
DE JUISTE TIJD
alle klokken en horloges
in liais blijken het on
eens te zijn
vader informeert bij
Jan Kommer, die ant- j
woordt dat het drie mi
nuten voor zeven is
mevrouw Kommer in
terrumpeert dat Jan zich
vergist, het ls pas acht
minuten voor zeven
vader vraagt Kees Jan
sen, die in zün tuin
bezig is en als hU zijn
handen heeft afgeveegd
merkt dat hij zün hor
loge niet bil zich heeft
vader doet een beroep
op zijn overbuurman, die
wat doovig is en ant
woordt dat 't de 25ste is
waarna vader den ju's-
ten tijd hoort van Ger-
rit van Stuiteren, die
zün horloge net op de
Markt heeft gelijk ge
zet
Vader blijft buiten nog
tien minuten praten met
Van Epscheute, die juist
langs komt en zet later
de klok op de gis gelyk.
HAARLEM'S DAGBLAD
Amsterdam, 25 Augustus.
Als een nieuwe stap in de richting
van meerdere stabiliteit en rust in de
internationale handelsbetrekkingen
weLke een eerste voorwaarde zün voor
een voorspoedige ontwikkeling van
Europa's herstel, kan de afsluiting van
het Fransch-Duitsche handelsverdrag
beschouwd worden. welke verleden
week tot stand kwam. Hiermede is een
periode van 21/2 jaar van onderhan
delen afgesloten. Meermalen hebben
de onderhandelingen op het punt ge
staan volledig te worden afgebroken, tot
zelfs op het laatste oogenblik. Maar
ten slotte is men tot overeenstemming
gekomen en voortaan zullen de han
delsbetrekkingen van deze twee groote
en belangrijke buurstaten door een ver
drag geregeld zijn. voor het eerst
sedert den oorlog van 1870. Oogen-
schymijk heeft bet nieuwe verdrag voor
Dmtschland niet zooveel gunstigs sis
voor Frankrijk. Duitschland staat
Frankrijk namelijk toe hoogere rechten
te heffen van de Duitse he goederen,
dan de douane-wetten op het oogenblik
voorschreven voor de Duitsche produc
ten. terwijl op het meerendeel der
Fransche goederen een verlaging der
rechten worde verleend. De inconse
quentie is echter slechts schünbaar
aanwezig, omdat het Fransche tarief
binnenkort door een veel zwaarder ver
vangen zal worden, zoodat de tarief-
verhoogingen, waarin Duitschland nu
toestemt, minder schadelijk zullen zün,
dan straks het geval zou zijn, indien
de Duitsche producten aan het nieuwe
hooge tarief onderw-sn zouden wor
den. Het nieuwe verdrag is in hoofd
zaak gebaseerd op het beginsel der
meestbegunstiging, zoodat Duitschland
waarschijnlijk zal profiteeren van dc
concessies, die andere landen zullen be
dingen, die met Frankrijk in onderhan
deling zijn, o.a. Zwitserland, België en
Italië.
Het is voorts een bemoedigend ver
schijnsel. dat de handels- en inrius-
trieele toestand in Engeland mede
met het oog op de beteekenis ran de
Engelsche markt als afzetgebied voor
onzen handel den laatsten tijd aoo'n
aanmerkelijke verbetering vertoont. Uit
verschillende districten van Engeland
wordt een aigemeene verbetering in de
belangrijkste takken van handel en ny-
verheia gemeld. Teekenend hiervoor is
bijv. de toestand in de scheep6bouw-
nijverheid aan de Clyde-rivier. De in
aanbouw zijnde tonnage bedraagt 50%
meer dan verleden jaar. In vele andere
districten dalen de werkloosheidscijfers
voortdurend. Uit de industrie-centra van
Manchester, Leeds, Bradford, Boston,
Sheffield en in het Noorden van Enge
land komen goede berichten. Uit
Manchester wordt een recordcijfer voor
de exporten der electriciterts-industrie
gemeld. Steeds meer optimisme en ver
trouwen in de toekomst dus.
Aan de oplossing van de kwestie der
oude Oostenrijksche schulden wordt nog
steeds gewerkt. Thans wordt een con
ferentie tegen October verwacht, byeen-
geroepen door de Schadevergoedings-
eommissïe.
Op deze conferentie zouden de oude
Oostenrijksche in papierkronen luiden
de rente, de gegarandeerde vooroorlog-
sche schuld en de in zilver luidende
obligatieschuld geregeld worden. In de
vergadering van 28 Juli der commissie
kwam men namelijk met betrekking
tot de oude Oostenrijksche in zilver
luidende obligaties niet tot een positief
resultaat.
Aangekondigd werd nog een nieuwe
emissie van f 1.000.000 41/2 obl.
Zwolle tegen 99%. De uitgifte van
1 millioen obl. N.V. Prov. en Gem.
Utrechtsch Stroomleveringsbedrijf werd
scerk overteekend, evenals die van
S 1.500.000 6% obl. Rh. Westf. Elektri-
zitatswerk en 1 millioen 61/2% obl.
Vereinigte Stahlwerke.
door
AGATHA CHRISTIE.
Vertaling van A. d. Z.
4!)
Voor dat ik kon antwoorden, deed één
van de andere Belgen de deur open, en
stak zijn hoofd naar binnen.
„Er is eqn dame beneden, die naar
Mr. Hastings vraagt".
..Een dame?"
Ik sprong op, Piorot volgde me de
smalle trap af. Mary Cavendish stond
in de deur.
„Ik heb een oude vrouw in het dorp
bezocht", legde ze uit, „en daar La
wrence me verteld had, dat u bij mon
sieur Poirot waart, bedacht ik, u aan
te halen".
„Helaas, madame", zei Poirot. „Ik
dacht, dat u gekomen waart, om mij met
een bezoek te vereeren!"
„Dat zal ik wel eens doen. als u het
me vraagt", beloofde ze glimlachend.
„Dat is goed. Als u een biechtvader
noodig mocht hebben, madame" ze
schrikte heel even „denk er dan aan,
De stemming ter beurze kan over
het geheel genomen als gunstig bestem
peld worden. Er heeft zich in de meeste
afdeelingen een kalme koersverheffing
voltrokken, die als een bewüs moet
worden beschouwd, dat de beurs ge
looft in een geleidelijke verbetering
van den algemeenen economischen toe
stand. toenemende welvaart enz. Na
tuurlijk waren er nog enkele andere
factoren, die aan sommige afdeelingen
een speciale tendenz gaven. Maar in
hoofdtrekken gaat deze bewering toch
op en dat blijkt o.a. ook weer uit de
koersbeweging in de bankafdeeling,
waar de meeste fondsen enkele punten
hooger afkwamen, Amsterdamsche
Bank zelfs per saldo 5 punten op 180.
Opmerkelijk was het verloop van de
thee-aandeelen. voor welke papieren
deze week plotseling een groote be
langstelling ontstond, by een open hoek.
En dat, terwyl er in deze fondsen da
genlang niets om gaat soms. Later nam
de handel wel af, doch de stemming was
zeer vast en de koersen wisten zich een
stuk te verheffen. De oorzaak moet ge
zocht worden in het feit, dat de thee-
uitvoeren der thes-produceerende lan
den een aanzienlijke vermindering te
zien zullen geven, vergeleken by ver
leden Jaar. En dit, terwyl de afleverin
gen steeds toenemen. Daardoor zou het
evenwicht tussohen productie en con
sumptie hoe langer hoe meer verbro
ken worden, waarvan het gevolg zou
worden, dat de voorraden sterk zouden
aangesproken worden en deze dus steeds
zouden afnemen. Een en ander is ge
baseerd op de beschikbare statistische
gegevens.
In de industrieele afdeeling was de
tendenz vry goed prijshoudend doch
de handel was kalm. Philips wat luier
en per saldo eenige punten lager. Ook
kunstzijde aan den luien kant. Jurgens
prijshoudend. Het totaal nominaal be
drag aan 6% obligaties dat geconver
teerd is bedraagt f 14.019.COO waar
tegen zijn uitgegeven aan gewone aan-
deelen nominaal f 9.346.000. Het totale
bedrag aan uitstaande 6% obligaties
beloopt nu f 25.981.000.
Amerikaansche waarden vast en
hooger. op het zeer gunstige koersver
loop te New York. Steels een zestal
punten hooger op 140.
Olie's aanvankelijk Iets beter, werden
later weer gedrukt op de onverwachte
verlaging der prijzen voor ruwe Pennsyl
vania olie, die, naar men verwacht
spoedig zal gevolgd worden door
andere verlagingen. Toch kwamen
Koninklijke per saldo nog iets boven het
vorig peil uit, op ca. 346
Rubbers lagen aanvankelijk gedrukt.
De kwestie der ongebruikte uitvoer-
coupons, waardoor de effectiviteit van
de 60% beperking weer eenige maanden
verschoven is, beïnvloedde de markt on
gunstig. Van een blijvende daling der
rubbervoorraden te Londen kan nog
kwalijk gesproken worden. Later ver
beterde de stemming echter en werd
de houding vaster. Hetgeen evenwel
niet kon beletten, dat de koersen eenige
punten beneden het vorige peil terecht
kwamen.
Vast lagen daarentegen scheep
vaarten, op de betere vrachtenmarkt
en de gunstige toekorastverwadhtlngen.
Men hoopt namelijk op een nog ster
kere toeneming van de vraag naar ton
nage in de komende herfstmaanden.
De koersen kwamen hier meestal eenige
punten hooger af. De handel was
kalm.
Suikers meestal enkele punten hooger
vooral H.V-A-, die liefst ruim 15 punten
opliep tot 768. De handel was hier echter
gerir.g.
Tabakken lagen aanvankelijk zeer
vast, vooral voor Senembah, die dan ook
een zestal punten hooger op 481 af
kwam. Deli Batavia, en Deli My. later
iets flauwer. Ook Arendsburg mon
teerde per saldo een tiental punten
tot 689.
BEURSMAN.
Papa Poirot is altijd tot uw dienst".
Ze staarde hem een paar minuten aan,
alsof ze een diepere beteekenis in zijn
woorden zocht te lezen. Toen keerde ze
zich bruusk af.
.Kom, wilt u niet met ons mee terug-
wandelen, monsieur Poirot?"
„Heel graag, madame."
Den geheelen weg naar Styles praatte
Mary snel en koortsachtig. Het trof me.
dat ze eenigszins bang voor Poirot's
oogen was.
Het weer was veranderd, en de scher
pe wind was bijna herfstachtig in zijn
guurheid. Mary huiverde een beetje en
knoopte haar zwarten mantel hooger
dient. De wind maakte een treurig ge
luid door de boomen, als een groote
reus, die zuchtte..
We liepen naar de groote deur van
Styles, en opeens bemerkten we, dat er
iets niet in orde was.
Dorcas kwam naar buiten loopen, ons
tegemoet.
Ze schreide en wrong de handen. Ik
zag andere dienstboden op den achter
grond samengeschoold, één en al oog
en oor.
„O, mevrouw; o mevrouw! Ik weet
niet. hoe ik het u vertellen moet
„Wat is er, Dorcas?" vroeg ik onge
duldig. „Vertel het ons maar dadelijk".
„Die akelige rechercheurs. Ze hebben
hem gearresteerd ze hebben mr.
Cavendish gearresteerd!"
NIETS IS GEHEEL WAAR.
EEN DUIT5CH TOONEEL-
SPEL OVER MULTATULI.
„Misschien is niets geheel waar, en
zelfs dat niet!"
De Duitscher F. M. Huebner koos dit
eerste der Ideeën van Multatuli
Nlchts ist ganz wahr voor den titel
van een tooneelspel, dat Eduard Douwes
Dekker tot hoofdpersoon heeft. Het stuk
is in het oorspronkelijke eerst versche
nen in het tijdschrift De Stem cn
thans in een Kollandsche vertaling van
Simon Koster in boekvorm bü de uit
gevers P. N. van Kampen en Zoon te
Amsterdam.
Een Duitsch tooneelspel. waarin het
leven en de strijd van Multatuli drama
tisch zyn verwerkthet leek mü be
langrijk genoeg om het eens in ons blad
te bespreken.
Het stuk begint met de verschü'nlng
van Fancy in een costuum, dat de
Duitscher schrijft dit uitdrukkelUk voor
„haar tegelijkertijd kenteekent als
muze en als denion". Deze aanwüzing
..half demon" is van belang en duldt er
reeds op, dat Huebner Fancy heel an
ders ziet dan Multatuli dit deed. In
zijn proloog, dien hij Fancy doet uitspre
ken, bereidt hü ons eveneens er op
voor. dat de hoofdpersoon uit zün too
neelspel een ander zal zün dan de held.
„welke het nageslacht voor oogen staat".
En alsof hy van te voren reeds tegen
spraak verwacht, laat hü Fancy in den
proloog verder zeggen:
Doch ban den toom uit uw ontstelde
hart,
Wanneer gy hier dit nieuwe beeld
aanschouwt
Met vreemde trekken, zinneloos en
verward,
Verteerd in hartstocht, waar gü hebt
vertrouwd
Op wat uw liefde dezen mensch van
smart
Voor lïcht-omklaarde woning had
gebouwd.
Zeg niet: ,,'t Is leugen. Slecht gebeeld.
Onklaar".
Wie kent zich zelf? Wie andren? Wat
is waar?
„Verteerd in hartstocht", zoo heeft
Huebner Multatuli voornamelijk gezien
en zoo heeft hij hem ook in zijn tooneel
spel „Niets geheel waar" geteekend.
Het zyn eigenlijk meer drie episodes
dan een dramatisch geheel, die Huebner
ons geeft, en in die 3 geheel verschil
lende episodes zien wy Multatuli telkens
in zyn behoefte om steun van de vrouw,
maar altyd weer eene andere vrouw dar
Tine.
Tine blijft de aangebedene, maar daar
naast zoekt hü troost en inspiratie Ir.
de kussen en de aanbidding van
Eugenie, het meisje, dat hü verloste
uit een leven van slavernij, van Betsy,
het nichtje, dat om hem haar ouderlyk
huis heeft verlaten, van Mimi. die
als „tweede" hem met Tine wil dee-
len.
„Ik kan het mün en dün der ..zielen,
niet meer uit elkaar houden!" laat de
schrü'ver Multatuli aan het slot van het
tweede bedrijf in verbüstering uitroe
pen. „Iedereen heeft toegang in me.
alsof ik water ben, waar het licht in
breekt. Betsy's kus. Betsy's klacht, die
pas tot me doordrongen, verbleeken al
tot legende.... Onuitsprekelijk heerlijk
en kostbaar, daarom alleen. Warm en
levend, als een droom, mü toegezonden
door Fancy, wier ademtocht mij in zich
opneemt!"
Fancy de mèze, maar tegelijk dus ook
de demon. Fancy, die zich van de vrou
wen bedient om hem, den dichter, te
inspireeren.
Gij hebt hem lief. En lk. uit tijdverdry f
Verberg mij zelf in u. Uit uwen mond.
Uw siddren, uwen overvloed, uw lüf
Was ik het, die hem lokte en liefde zond.
Ik straalde in u, gy waart mün schoon
verbïüf,
Toen ik zijn hemel aan uw aarde bond.
zegt Fancy in een epiloog tot Mimi en
Tine, die beiden Dekker evenzeer lief
hebben en hem trouw zijn. Maar Multa
tuli weet niet, wat trouw is. Hij heeft de
vrouw noodig voor zijn bezieling, hij be
seft nauwelijks hoe wreed hij is, hoe hij
de vrouwen martelt, die in zijn liefde
welke écht is, zoolang zij duurt ge-
looven.
Dit is het hoofdmotief van „Niets is
geheel waar". Daartusschen door geeft
de Duitsche schrijver drie vrywel van
elkaar los staande fragmentarische
episodes uit Multatuli's leven, welke
voor een Duitsch publiek, dat verder van
Multatuli staat dan het Hollandsche,
minder interessant zullen zyn dan voor
ons. Het is meer verhalend dan drama
tisch. sn de eerste episode op zijn
zolderkamertje te Brussel, waar Multa-
tuii zijn Max Havelaar schrüft en gebrek
lijdt krijgt hij bezoek van den Am-
sterdamschen tooneeldirecteur Eduard
de Vries, die Multatuli's-tooneelstuk
De Eerlooze wil spelen. In dit too-
neel met de Vries komt Multatuli vol
geestdrift en in extatisch vuur over zün
Havelaar te spreken en hij leest de Vries
het beroemde slot waarin hü zün i>oek
aan den Koning opdraagt voor. Maar
de Vries, die een conventioneel en be
krompen man is. kan Multatuli in zyn
dichtersvlucht niet volgen. Hü speurt
overal bezwaren en ziet in dit lyrische
stuk een aanranding van het gezag en
majesteitsschennis. Multatuli's exaltatie
beangstigt hem en als Multatuli weer ai-
leen is, is deze er van overtuigd, dat
de Amsterdamsche tooneeldirecteur hem
voor krankzinnig houdt. Maar dan is het
Eugenie het meisje, dat hem m Brus
sel troost schenkt die hem weer be
zieling geeft. En wanneer hy dan een
brief met geld van Tine ontvangt en
een juist uitgebroken oproer op straat,
waarbij stakende arbeiders de Interna
tionale zingen in 1859?? hem zyn
roeping scherper bewust doet worden,
dan is zijn besluit spoedig genomen. In
de strijdkreten van het opgestane volk
hoort hij de strijdkreten van de Javanen,
die zijn hulp noodig hebben, en hy
snelt in geëxalteerden toestand de straat
op, waar het oproer heerscht om naar
Amsterdam te vertrekken, Eugenie troos
teloos alleen achter latend. De jonge
vrouw begrijpt; dat zij haar held nooit
meer zal zien.
In het tweede bedryf brengt de Duit
sche schrijver Multatuli op een kamer in
het Poolsche koffiehuis te Amsterdam te
zamen met Jacob van Lennep en profes
sor Pieter Johannes Veth en in dat ge
sprek ondergaat Multatuli dezelfde ont
goocheling als in zün onderhoud met
Eduard de Vries. Van Lennep, de voor
zichtige en conservatieve Hollander ziet
een gevaar in Multatuli's verlangen om
het volk in de zaak der Javanen te be
trekken. Hij bevonderde den Max Have
laar dat een „rilling door het land
deed gaan" als kunstwerk, maar voor
de consequenties van dit boek deinst hij
terug. En ook prof. Veth. die eerst in zyn
bewondering voor Multatuli een natio
nale adhaesiebetuiging voor hem op touw
wilde zetten, retireert, zoodrat hy ziet,
dat Ven Lennep zich om politieke rede
nen terugtrekt. Multatuli staat alleen,
maar weer is het de in hem geloovende
vrouw, die heb inspireert tot het schep
pen. van zijn Minnebrieven, die hü zzl
schrijven aan Tine en haar. Doch dan
verschijnt Betsy's vader. Abrahamsz, die
zijn dochter komt opeischen en Multatuli
hevige verwyten doet. Abrahamsz, die
het nuchtere verstand vertegenwoordigt
is niet in staat den kunstenaar van
den mensch te scheiden, hetgeen van
een in zün dochter bedreigd vader zeer
begrijpelyk is. Hij houdt Multatuli een
spiegel voor, waarin deze zich zelf als
zelfzuchtig, stuurloos mensch ziet. De
vader neemt zijn dochter met zich mede,
maar zij „verbleekt reeds tot legende"
voor Multatuli zoodra zü is heengegaan.
Het laatste bedrijf brengt ons bij Tine
met haar liefde en haar strijd. Het speelt
in 1369 wanneer Multatuli zijn lezin
gen door heel het land houdt en daarbij
overal als kunstenaar wordt gehuldigd.
Tine moet haar man deelen met Mimi.
Multatuli vindt dit in zijn zelfverblin
ding iets heel gewoons.
„Ik heb iets. dat niemand heeft, ik
heb jullie!" zegt hy tot Mimi en Tine.
Er. terwijl hij hun beider handen in de
zijne neemt, gaat hü door „Hier ontstond
wat onder menschen onmogelijk scheen.
Twee handen houd ik in de mijne. Ze
zijn deelen van 2 lichamen, maar toch is
het één, toch ben Julüe het Eén en het
Al en ik sta verwonderd voor dit Al en
ontvang zün wonderbare stralingen van
rechts en links"en de vrouwen ant
woorden beiden: „Ik behoor jou toe!"
Doch wanneer Multatuli is afgereisd
naar Mainz en Tine alleen is, komt
Edu, haar jongen, die haar wijst op het
onteerende en krenkende van dezen toe
stand. Zij besluit zooals zü reeds één
maal deed heen te gaan naar Ita
lië en Multatuli voor goed alleen te
laten. Zy vertrekt, overtuigd, dat zij hem
meer zal inspireeren uit de verte als een
schim, als een geliefde om naar te ver
langen dan als zün vrouw.
„O, Tine, jij bent edelmoediger dan
ik!" zegt Mimi.
„Hij houdt van den droom!" is Tine's
antwoord. „Hü moet het vertrouwen
hebben, dat hü is voorbestemd, het uit
verkorene te veroveren".
Zü gaat heen met haar kinderen, haar
huis in Mimi's handen latend. En het
laatste woord, dat zü tot Mimi zegt, is:
„Zuster!"
Of „Niets is geheel waar" op het too-
neel zou voldoen? Multatuli staat niet
meer zoo in het centrum van de belang
stelling van ons volk als een 30 jaar ge
leden en zün figuur als hoofdpersoon
van een drama zou niet alleen voldoende
zijn zooals misschien vroeger om
succes te waarborgen. Als tooneelwerk
lijkt het mü te fragmentarisch en meer
een poging de figuur van Multatuli te
„beiichten" dan te dramatiseeren. Mis
schien zouden dilettanten wanneer
tenminste voor de hoofdrol een geschikte
speler gevonden kan worden eens een
proef met dit stuk kunnen nemen. De
hoofdpersoon in dit werk is zeker be
langrijk genoeg om er zyn krachten aan
te geven. Zoo heeft blykbaar ook de
Duitscher F. M. Huebner gedacht, toen
hij Multatuli uitverkoos om er een too
neelspel aan te wüden.
3. B. SCHUIL.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
a 60 Cents per regeL
keer te slim was af geweest en de be
schuldiging van spionnage niet volge
houden kon worden, waren zü'n vleugels
voor het vervolg vrüwel gekortwiekt.
Ik vroeg, o£ Poirot dacht, dat John
veroordeeld zou worden. Tot mijn groo
te verwondering gaf hij ten antwoord,
dat hij integendeel zeer waarschijnlijk
vrijgesproken zou worden.
„Maar Poirot", protesteerde ik.
„O, m'n vriend, heb ik niet aldoor te
gen je gezegd, dat ik geen bewijzen
heb. Het is één ding, te weten, dat
iemand schuldig is. het is een heel an
der iets, het te bewyzen, En in deze
zaak is er verschrikkelijk weinig bewijs.
Dat is de heele moeilijkheid. Ik, Hercule
Poirot, weet het, maar ik mis den laat
sten schakel van mijn ketting. En, ten
zij ik dien ontbrekenden schakel kan
vinden"Hü schudde ernstig het
hoofd.
„Wanneer hebt u John Cavendish voor
't eerst verdacht?" vroeg ik na een paar
minuten.
„Heb jij hem in 't geheel niet ver
dacht?"
„Neen".
„Niet na dat stukje gesprek tusschen
mevrouw Cavendish en haar schoon
moeder, dat je toevallig hoorde en haar
daaropvolgend gebrek aan openhartig
heid bij het onderzoek?"
„Neen"
„Heb je geen gevolgtrekkingen ge
fNadfuk verboden.)
FELIX TIMMERMANS ALS
SCHILDER.
In de (fBrusselsche)) Standaam
verhaalt een redacteur van dit blad van
zijn jongste bezoek aan Den Fee, zooals
Timmermans in de wandeling wordt ge-
heeten, en van diens huidige werkzaam
heden, welke op het oogenblik, vooral
van picturalen aard blijken te zyn.
We vallen, aldus de Standaard-man,
op een stoel terwijl Timmermans een
mooi pastel, een zicht op de kerk boven
roode daken, fixeert Wat hij tegen
woordig doet? 's Morgens Breu#iel
tot aan de patatten, dan teekenen,
schetsen, brieven schrijven. De koerier
wordt zoo groot, dat hij een secretaris
heeft aangeworven en naar een schrijf
machine zoekt. Breughel moet af tegen
October. Het zal een omvangryk werk
zijn, geen technische studie, maar een
boek over Breughel, zooals Timmermans
hem ziet.
Intusschen gaat O. L. Vrouw in de
Doornkens, uit het Fransch van Ghéon
vertaald, weldra onder druk bü de N.V.
De Standaard. Het stuk zal, eigenaardig
genoeg, nooit m het Fransch verschij
nen. Het blüft iets voor Vlaanderen,
heeft de auteur gezegd. Ghéon schikt
ook met zijn compagnons naar Brus
sel te komen om daar „De Ster" door
hem in het Fransch vertaald, op te
voeren. Timmermans werkt verder sinds
lang reeds aan een Kruisweg. De schet
sen in pastel, hangen naast mekaar ge
speld. Vooral twee der eerste zyn van
opvallende schoonheid en oorspronke
lijkheid „De Weenende Vrouwen" en
de .Derde Val onder het Kruis". Ze
gaan naar de tentoonstelling, op 10 Sep
tember door de „Pelgrim" waar Tim
mermans deel van uitmaakt te Ant
werpen ingericht. Voor dien Kruisweg is
hij thans vol vuur, een voor een komen
de staties klaar. Die worden dan in
groot formaat en in kleur door de Stan
daard uitgegeven met een inleidenden
„psalm" van den kunstenaar.
Eigenlijk waren deze schetsen be
doeld als de voorbereiding van den
Kruisweg, dien hij voor het Begijnhof
zal maken om de oude, verweerde schil
derijtjes langs de straatjes te vervan
gen. Die nieuwe Kruisweg wordt ge
schilderd op eternit met een nieuw pro
cédé, dat de verf tegen de guurste onty
bestand maakt. Een eerste proef is vol
komen gelukt en de uitslag verrassend
moot
Dit jaar komt er ook weer een Pal-
lieter-Kalender. De motieven zyn alle
maal aan het Begijnhof ontleend met
begijntjes, processie en het haantje van
den toren!Maar Breughel blyft
hoofdzaak!
Dan komt er een herinnering aan
Raymond de la Haye, den bekenden
Lierschen schilder, die bü den aanvang
van den oorlog sneuvelde. En... de rest
is voor later!
maakt en bedacht, dat, als het Alfred
Inglethorp niet was, die met zyn vrouw
in een twistgesprek was en je herin
nert, je dat hü het bü de zitting hard
nekkig ontkende het óf Lawrence óf
John moest zijn? Nu, als het Lawrence
was. zou het gedrag van Mary Caven
dish even onverklaarbaar zyn. Maar als
het daarentegen John was, werd de
heele zaak volkomen natuurlyk opge
lost".
,Dus", riep ik uit, daar er een licht
bij me opging, „was het John, die op
dien middag met zyn moeder overhoop
lag?"
Huist"
„En u hebt dat aldoor geweten?"
„Zeker. Het gedrag van mevrouw
Cavendish kon alleen op die wijze ver
klaard worden".
„En toch zegt u, dat hij vrijgespro
ken kan worden?"
Poirot haalde de schouders op
„Zeker dos ik dat. Bü de behandeling
op hét politiebureau zullen we de acte
van beschuldiging hooren, maar naar
alle waarschünlykheid zullen zün ad
vocaten hem raden, zyn verdediging
voor later te bewaren Daar zullen we
by de terechtzitting mee overvallen
worden. En, a propos, ik moet je met
een enkel woord waarschuwen, m'n
vriend. Ik moet niet in de zaak ge
noemd worden".
(Wordt vervolgd.^
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL.
Toor huishoudelijk gebruik
„Lawrence gearresteerd?" vroeg ik
verbaasd.
Ik zag een vreemden blik in de oogen
van Dorcas komen. „Neen, meneer. Niet
meneer Lawrence meneer John".
Achter me viel Mary Cavendish met
een wilden kreet tegen me aan en toen
ik me omkeerde, om haar te grijper.,
ving ik den kalmen triomf in Poirots
oogen op.
HOOFDSTUK XI.
De akte van beschuldiging.
Het verhoor van John Cavendish
voor den moord op zyn stiefmoeder
vond twee maanden later plaats.
Van de tusschenliggende weken zal ik
maar weinig zeggen, maar mijn bewon
dering en sympathie gingen ongeveinsd
naar Mary Cavendish uit. Ze stelde zich
hartstochtelijk aan de zijde van haar
echtgenoot, zelfs de gedachte aan zijn
schuld versmadend en vocht voor hem
met hand en tand.
Ik uitte mijn bewondering tegenover
Poirot en hy knikte peinzend.
„Ja, ze is één van de vrouwen, die in
tegenslag zich op haar best toonen. Die
brengt alles, wat er lief en waar in haar
is. naar buiten. Haar trots en jaloersch-
heid zijn
„Jaloerschheid?" vroeg ik.
„Ja- Heb je niet gemerkt, dat ze een
I buitengewoon jaloersche vrouw is? Zoo
als ik zei, haar trots en jaloerschheid
zün op zü gezet. Ze denkt aan niets dan
aan haar man en het vreeselijke lot,
dat hem boven 't hoofd hangt",
j Hij sprak met medegevoel en ik keek
hem ernstig aan, mij dien laatsten mia-
dag herinnerend, toen hij aan 't over-
i denken was. of hij al of niet zou spre-
I ken. Met zijn teederheid voor .diet ge-
luk van een vrouw", was ik blü. dat de
j beslissing hem uit de hand was geno
men.
I „Zelfs nu", zei ik, „kan ik het bijna
niet gelooven. Ziet u, tot de allerlaatste
minuut heb ik gedacht, dat het Lawren
ce was". Poirot glimlachte.
„Dat weet ik".
„Maar John! M'n oude vriend John!"
„Iedere moordenaar is waarschnlijk
van iemand de oude vriend", merkte
Poirot wijsgeerig op. „Je moet gevoel en
verstand niet verwarren".
„Ik moet wel zeggen, dat u me een
„hint" hadt kunnen geven",
„Misschien, mon ami, heb ik dat niet
gedaan, juist omdat hij een oude vriend
van je was".
Ik was daar nogal ontdaan over, om
dat ik me herinnerde hoe ik ijverig aan
John had overgebracht, wat ik geloofde,
dat Poirots meening over Bauerstein
was. Die was intusschen vrygesproken
van de beschuldiging tccen hem inge
bracht. Nochtans, hoewel hij hun dezen