WAT HEBBEN WIJ AAN ONS
REISJE GEHAD?
23395/
ZEER MODERNE JAPONNEN.
Het allernieuwste op het gebied van
„Complets" is jyel het hierboven afge
beelde model Het is van geruite stof
gemaakt; ook het geheele achterstuk
van de japon is geruit; de voorzijde van
de blouse is vangeffen stof. Het is een
buitengewoon gewild model vooral door
hét leuke effect, dat de „bretels" er aan
geven.
Knippatronen kunnen worden verkre
gen als volgt:
Voor japon en mantel samen (gelieve
op te geven Nos. 23.393/394) f 1 voor
japon of mantel apart, elk No. 70 cents.
De kn'ppatronen zijn verkrijgbaar in
de maten 42, 44, 46, 48.
De ander japon is ook buitengewoon
chique. De lange mouwen, de typische
kraag en de eigenaardige garneering ter
linkerzijde, geven er een gedistingeerd
cachet aan.
Deze japon kan als wandeltoilet, voor
het maken van visites en ook als een
voudig huistoilet gebruikt worden. Te
gen den Herfst komt een dergelijke ja
pon, van een beetje zwaardere stof ge
maakt, zeer dikwijls uitstekend te pas.
Knippatronen zijn verkrijgbaar onder
opgave van No. 23.395, in de maten 42,
44, 46, 48. Kosten 70 cents.
IK WIL!
Deze twee kleine woordjes zien er zeer
onschuldig uit. Maar wat ligt er een
massa in opgesloten zoowel goed als
kwaad!
Reeds het kleine kind uit zijn willetje
en heel dikwijls op zeer energieke wijze,
zoowel in positieven als negatieven zin.
Natuurlijk kan men bij een zoo klein
wezen niet van overweging en een doel
bewuste handeling spreken, die dan tot
een wilsuiting voeren; hier gaat het om
een instictief voelen. Eerst in den 'oop
der jaren in den schooltijd b.v. leert
het kind aan de hand der ervaringen,
die het gemaakt heeft en nog opdoet,
aan zijn wil een bijzondere richting te
geven.
In dezen tijd is de invloed der opvoe
ding van groote waarde vcor de ont
wikkeling van den wil. De kinderen
zien meer dan wij in het algemeen den
ken; hunne omgeving, hun ouders,
broers en zusters, leeraren en andere
personen houden zij by hun gesprekken
en handelingen goed in het oog. Daar
om is het zeer verkeerd, als men kleine
kinderen bij gesprekken en onderhande
lingen over allerlei levensdingen, aan
wezig laat. Uit zulke dingen trekken
by later, als zij op een bepaalden leef
tijd gekomen zijn, hunne gevolgtrekkin
gen en uiten, dikwijls eerst heel veel
later, hun wil in een vorm en met be
trekking tot een zaak, die overeenstem
men met iets, dat zij lang, lang geleden
hebben gehoord. Dan beroepen zij zich
er op, dat vader en moeder het ook zoo
gedaan hebben, zonder te weten op wel
ke gronden de volwassenen toen juist
zóó en niet anders gehandeld hadden.
Komt het kind dan in het leven met
al zijn verlokkingen en plichten, zorgen
en vreugden, dan moet er in den jon
gen mensch reeds een goede grond ge
legd zijn; hij moet zijn wil in toom we
ten te houden en het onderscheid ken
nen'tusschen goed en kwaad. Hij moet,
begrijpen, dat willen en willekeur niet
verwisseld moeten worden, doch dat de
wil ook aan wetten gebonden is. Hier
moet dan-het verstand te hulp komen
en den menschen toonen dat wetten, ge
schrevenen als ongeschrevenen, noodza
kelijk zijn om leven, have en goed, eer
en zeden te beschermen. Deze wetten
moet de mensch in zich laten doordrin
gen, zoodat zij hem vanzelfsprekend en"
noodzakeijk voorkomen. Dan zal het
hem niet zwaar vallen zijn eigen wil
aan den hoogeren dien der v/et
aan te passen.
EEN CHIQUE JAPON IN TWEE KLEUREN.
Twee kleuren iy chiquer dan één
kleur tegenwoordig. Het hierbdven af
gebeelde model is een uitstekend voor
beeld van een keurige, gekleede japon
in twee kleuren, namelijk marine-blauw
en room-kleurige crêpe-de-chine.
Het model is iets aparts op zichzelf. De
typische „behandeling" van den rok, de
lange taille en het uitgesneden vest met
het omliggende kraagje en het smalle
dasje, de lange mouwen met de room
kleurige manchetten het zijn even
zoovele kenmerken van werkelijke dis
tinctie.
Knippatronen zijn verkrijgbaar in de
maten 42, 44, 46, 48 onder opgave van
No. 23.715. Kosten 55 ets.
VOOR DE KLEINE MEISJES.
23812
Voor kleine meisjes van 410. jaar,
zijn hierboven twee heel aardige jurkjes
afgebeeld. Met het oog op het zeer ver
anderlijke weer der laatste weken zal
het van Moeder afhangen, wat voor stof
zij' wenscht te kiezen voor het vervaar
digen ervan. Juist met het oog daarop
23.311
zijn twee modelletjes gekozen, welke
voor vervaardiging in zoowel lichtere,
als zwaardere stoffen, gelijkelijk in aan
merking komen.
Knippatronen zijn -verkrijgbaar a f 0.55
en men gelieve bij bestelling den leef
tijd van het meisje op te geven.
IK KAN!
Heel dikwijls in het leven klinkt deze
uitroep ons in het oor. Dikwijls terecht
zeer dikwijls echter ook ten on
rechte. Er zijn menschen, die een ge
weten hebben en ernaar luisteren; er
zijn er echter ook, die er niet naar luis
teren. Want menigeen verbeelt zich
dat hij wat kan, terwijl hij in werke
lijkheid aan de hem gestelde eischen
niet weet te voldoen. Hoe komt het nu,
dat zoo iemand zeggen kan: „ik kan"?
In zulke gevallen zijn er allerhande om
standigheden, welke een rol spelen;
b.v. financieel? moeilijkheden, groot
doenerij, eerzucht e.d. Zulke lieden tre
den dan meestal met een ongelooflijk
aplomb op en overrompelen de anderen,
waarbij zij iets trachten en hopen te
bereiken. En dan blijkt, dat zij de op
zich genomen verplichtingen in het ge
heel niet kunnen nakomen, zoodat zij
tenslotte met smaad en schande wegge
jaagd worden.
Ik kan! kan echter ook met volle
overtuiging gezegd worden, wanneer
een mensch zich bewust is van zijn
kunnen en zijn wil.
Iemand, die iets geleerd heeft en
practische ervaring heeft, kan met een
goed geweten zeggen: Ik kan! Er zijn
echter ook gevallen, waarin aan deze
voorwaarden niet voldaan is. Kan dan
zoo iemand ook zeggen: Ik kan!? Eer
der moet men gelooven, dat die persoon
zeggen moet: het ontbreekt mij hier
en daar asm de noodige kennis en er- j
varing; niettegenstaande dat, kan hij
toch in staat zijn aan de gestelde eischen
te voldoen want de mensch wordt ster
ker met de hoogere eischen, die hij
zichzelf stelt. En ook hier zullen de
goede gevolgen voor iemand, die open
en ruiterlijk bekent hoe het met hem
staat, niet uitblijven.
Maar nu de keerzijde.. Hoevelen
zijn er niet, die zeggen: Ik kan niet,
hoewel zij het toch zouden kunnen. Er
zijn menschen die nooit zelfvertrouwen
bezeten, of dit, ten gevolge van allerlei
wederwaardigheden in het leven, ver
loren hebben. Voor zulke lieden is het
leven natuurlijk een kwelling. Nergens
kunnen zij een baantje behoorlijk ver
vullen; want bij de geringste moeilijk
heid. die voor hen opduikt, schrikken
zij terug en roepen angstig uit: „Ik
kan het niet!" En toch. als zij eens een
beetje meer energie aan den dag wil
den leggen, zouden zij zeer zeker spoedig
het hun voorgelegde vraagstuk naar
genoegen kunnen oplossen.
Het is toch een bekend feit, dat alle
moeilijkheden, die men flink en met
een vasten wil onder de oogen ziet, dan
slechts half zoo zwaar schijnen.
Daarom moet men nooit versagen,
als men voor de kwestie gesteld wordt
of men iets doen kan of niet en met
„ja" de 'vraag beantwoorden, als men
het met zijn geweten overeen kan bren
gen. Men moet er zich echter voor
hoeden al te voorbarig te zijn met
een toestemmend antwoord, als men er
de juiste capaciteiten niet voor bezit.
Ieder mensch moet slechts datgene doen
wat hem door zijn lichamelijke, zoowel
als geestelijke krachten veroorloofd
wordt te doen. Dan zal ieder mensch
zijn plaatsje ln £e gemeenschap tot zijn
eigen nut en voordeel, zoowel als tot
dat der anderen vervullen.
RECEPT.
SINAASAPPELLIMONADE VOOR DE
WARME DAGEN.
Op 3/4 liter '?ater neemt men 2
pond suiker, 25 gram citroenzuur en
15 gram sinaasappelessence (allebei bij
den drogist verkrijgbaar). Het water
brengt men aan de kook, lost er de
suiker en het citroenzuur in op en laat
alles bekoelen. Dan eerst roert men er
de sinaasappelensence in, waarna de li
monade gereed is en in goed schoon-
gemaaakte flesschen* met een schoone
kurk bewaard kan worden. Wanneer
u nu limonade gaat schenken, gebruikt
u 1 deel van uw eigengemaakte limo
nade-siroop op 3 deelen water.
VROUWENKRONIEK.
EEN JA#ON MET PLISSé'S.
EN EEN NAJAARSTAILLEUR.
Nee, ik wil mij niet begeven in de
diepzinnige bespiegelingen over den
kringloop der dingen en beschouwingep
gaan houden over de vraag, of alles wat
is, reeds millioenen jaren te voren ook
zoo geweest is en over nog zoo'n baga
tel jaren weer zal terugkomen. Maar
één ding is waar, als er soms iemand
mocht zyn, die geloofde dat de tegen
woordige mede van plooien en plissé's
iets nieuws is, althans van den laatsten
tijd, die vergist zich heusch. Het is
zelfs heelemaal niet overdreven, te zeg
gen, dat die mode een paar duizend jaar
oud is. Men moet maar eens, zooals een
collega uit de, ville lumière dezer dagen
voorstelde, oude afbeeldingen bekijken
van de vrouwen der Egyptenaren, om te
ontdekken, dat zij reeds onder bepaalde
vormen de plissé's kenden. Nee, heele
maal nieuw is het dus niet te noemen.
Al verdwijnt deze mode af en toe soms
voor een paar jaar, om dan weer met
vernieuwde kracht de vrouw tot nieuwe
slavernij tg dwingen. Al is dit dan ook
een heel prettige slavernij. Want, is er
iets dat jeugdiger maakt, bekoorlijker
is dan de plissé's? Ze staan bij elk ge
zicht en eiken leeftijd. We zien nu ja
ponnen, die heelemaal geplisseerd zijn,
enkel met een ceintuur in het midden,
waarvan zelfs ook de mouwen beneden
den elleboog geplisseerd zyn. Een heel
aardig voorbeeld geeft ook de japon links
op de teekening. De eenvoud van deze
alleraardigste jurk wordt op origineele
wijze gebroken door een strook plissé's
in den vorm van jabots. Op de -bovenste
'jabot is een metalen gesp met glinste
rende steentjes bevestigd, een wijze van
gameering, die momenteel heel sterk in
zwang is. Rechts een van de alleraar
digste najaarsmodellen voor tailleurs.
Men ziet, dat de mode der capes nog
lang niet is uitgestorven in tegendeel.
De cape is afneemJbaar en wordt met
slechts een paar knoopen vastgemaakt.
Het costume is van Engelsche stof, het
cape-je is effen gevoerd. De twee
stolpplooien van voren in den rok, ver
schaffen de noodige stap-ruimte. Aan
4.50 M. stof van 1.40 M. breed heeft men
EEN DECORATIEVE
BEKLEEDING.
Alles in de slaapkamer moet tegen
woordig „bekleed" zijn en, als het kan,
zooveel mogelijk in denzelfden trant.
En als ge voor uw slaapkamer een pa
piermandje koopt een buitengewoon
nuttig voorwerp juist in die kamer!
waarom bekleedt ge het dan niet, in
overeenstemming met de andere toilet
artikelen en benoodigdheden, welke er
aanwezig bijnj
Voor het gewone model langwerpige
rieten papiermandje, knipt men de be
kleeding langwerpig in den vereïschten
vorm, terwijl men voldoende stof neemt
om het mandje flink ruim geplooid te
kunnen omkleeden. Neemt men een be-
kieeding, bestaande uit effen en bedrukte
stof, dan moeten de breedten der stof,
als zij samengevoegd wordt, de geheele
hoogte van liet mandje bedekken en
dan moet er nog vijf centimeter voor
zoom overblijven. De beide stoffen wor
den zóó aan elkander gehecht, dat er
een plaatsje openblijft voor een elastiek
of een lint.
Wanneer men voor het mandje aardi
ge stoffen uitzoekt, wordt het op deze
wijze een decoratief stukje voor de
slaapkamer. Juist dergelijke, vroolijk ge
kleurde dingen, zelf gemaakt, die dus
niet erg veel kosten en binnen ieders
bereik vallen, geven aan een kamer dat
vroolijke, opgeruimde aanzien, dat wij
zoozeer noodig hebben in ons huis. En
in ons huis is de slaapkamer toch wel
de kamer, waar wij, onder alle omstan
digheden, weder kracht moeten opdoen
voor den volgenden dag. Een aangena
me omgeving is een bevorderaarster van
de rust. Heusch, men slaapt beter in
een gezellige slaapkamer, dan in een
koude, onaangcklc-ede, vierkante ruimte,
waarin toevallig een bed staat.
September de meeste menschen zijn
weer thuis na hun vacantie en menigeen
heeft een herinnering aan een korter
of langer reisje, dat in die vacantie on
dernomen is. Iedereen heeft zijn of haar
indrukken daarvan meegenomen, maar
hoe verwerken wij die indrukken nu.
Er is den laatsten tijd een neiging van
de menschen om zoo'n jaarlïjksch reisje,
al is het maar voor twee of drie dagen
een noodzakelijk iets te gaan vinden,
om, zooals het dan heet „frisch" te blij-,
ven. Van iemand, die het desnoods wel
zou kunnen betalen, maar die nu geen
lust gevoelt in reizen, wordt de sombere
voorspelling gedaan dat hij of zij erg
duf en bekrompen zal worden, en
meestal weet men- dan zoo iemand al
met voorbeelden van dufheid erbij te
noemen. Reizen verruimt den blik, heet
het dan, het geeft een nieuwen kijk op
het leven en het verfrischt onzen
geest.
Allemaal heel mooi en goed, zouden
wij kunnen zeggen, maar dat zijn
machtswoorden, die toch nog weieens
nader bekeken mogen worden.
Iedereen kent de tegenwoordige ma
nier van reizen van velen: 's avonds
laat komt het gezelschap in een plaats
aan gaat in het hotel spoedig naar bed
om krachten op te doen voor den vol
genden dag. 's Morgens niet te laat
wordt er ontbeten, en het gezelschap
gaat op weg, óf om de bezienswaardig
heden van het plaatsje of de groote stad
te zien, óf om een enkele beroemde
bergtoer of wandeling te maken. Diner
in het hotel, 's avonds ergens dansen en
den volgenden morgen vroeg weer ver
der naar nieuwe plaatsen met nieuwe
bezienswaardigheden. Wie zoo tien da
gen of een week op reis is geweest, komt
overvol van indrukken thuis, maar wan
neer er gevraagd wordt naar bijzonder
heden door vrienden en kennissen, has
pelt, hy of zij alles hopeloos door elkaar
en stelt den indruk der verschillende
bezochte steden volkomen afhankelijk
van de eigen stemming of van het weer.
„Ja, Keulen is een prachtige stad en
de Dom overweldigend mooi maar
daarmee begon de reis en de verteller-
(ster) was nog' geheel en al frisch.
„Venetië is ons erg tegengevallen, zoo
somber," maar op den dag daar doorge
bracht regende het van den vroegen
morgen tot den laten avond.
Daarna worden eenige plaatsen al-
lergenoegelijkst met elkaar verward,
zoodat het huis van de bankiers Roth-
schildt in Mainz blijkt te staan in plaats
van in Frankfort, de beren uit de be
roemde kuil in Bern met kuil en al naar
Zürieh verhuisd schijnen te zyn, en
waarna tenslotte Parijs een vermoeien
de, roezemoezige stad moet zijn, „waar
niets bijzonders is te zien" omdat de
reiziger te vermoeid was om van de
schoonheid der Fransche hoofdstad meer
iets in zich op te nemen.
Een uitzondering noemt u dit mis
schien? Misschien is het wat overdreven
geteekend, maar een feit is het, dat me
nigeen reist en niet meer dan een vo
gelvlucht-indruk mee naar huis neemt
van het reisje, waarbij natuurlijk de de
tails óf geheel in het gedrang komen
óf verkeerd worden waargenomen.
Het is allerminst onze bedoeling om te
beweren, dat dit een verkeerde manier
van reizen is. Sommige menschen, en
misschien in den tegenwoerdigen tijd
wel heel velen, houden van zoo'n over-
ziehtsreis en doen niets liever dan van
plaats naar plaats trekken en overal
wat zien en de rfest maar kalmweg over
slaan. Wij noemen dit een typisch Ame-
rikaansche man: van reizen: Aanko
men Baedeker de hand de beziens
waardigheden afdraven, zooveel tijd
voor dit museum, zooveel voor die kerk,
Baedeker dicht, afreizen.
Het is een manier van ontspanning
waaraan velen waarschijnlijk behoefte
hebben, die echter nieuwe inspanning
brengt door zijn gejaagdheid, maar die
zeker afleiding geeft: tijd voor denken
aan andere dingen schiet er niet oVer.
Maar nu is het eigenaardige dat juist
de menschen die zóó reizen het meest
den mond vol hebben over: niet altijd
aan je eigen tafel zitten; of: reizen is
noodig om frissche denkbeelden in een
mensch te brengen; of: reizen is ver
sterkend voor den geest, enzoovoorts. En
wat steken zij zelf eigenlijk van hun rei
zen op? Op de oogenblikken dat het
van hen verwacht wordt, kijken zij, be
wonderen waarschijnlijk maar verder
moeten zij, anders loopt hun programma
in de war. En tenslotte komt er een
warwinkel van beelden in hun hoofd,
welke zij zelf niet eens beseffen, maar
die aan den dart. wanneer zij la
ter met een and^. mezelfde plaats voor
den tweeden keer bezoeken, en als dan
blijkt, dat zij er totaal niets meer van
weten.
„Bereisd" heeten zulke menschen die
gewend zijn om van plaats naar plaats
te gaan, en die dan ook een zekere ge
makkelijkheid over zich hebben gekre
gen.
Maar de eigenlijke beteekenis van „be
reisd" is toch eigenlijk een heel andere:
bereisd zyn de menschen die vooruit
zich min of meer op de hoogte hebben
gesteld van de plaatsen die zij zullen be
zoeken, of als ze daartoe niet in de ge
legenheid zijn geweest, de indrukken
willen verwerken voordat zij nieuwe
'gaan opdoen; bereisd zijn de menschen
die zeggen: hier bevalt 't me goed, hier
wil ik wat langer blijven om te genie
ten, zij het dan natuurschoon of van
musea, al naar den aard. der reizigers.
Bereisd zijn zij, die een plaats in den
regeh of bij somber weer ook weten te
waardeeren, omdat werkelijke mooie na
tuur of een mooi bouwwerk bij alle
weersgesteldheden een eigen bekoring
hebben. En bereisd zijn zij, die him
indrukken verwerken, ze rangschikken
in hun hoofd en een duidelijke voorstel
ling .hebben van al het genotene, en die
tenslotte van de bezienswaardigheden
uitzoeken wat hun aantrekkelijk voor
komt en desnoods een dag rust kunnen
nemen" omdat zij voelen dat de in
drukken hen gaan overstelpen.
Heb je dit of dat niet gezien?" hoe
vaak wordt dat half verontwaardigd,
half verbaasd uitgeroepen, wanneer aan
een bekende een overzicht van de reis
wordt gegeven. Wat doet dat er nu toe:
de reiziger heeft zyn uitstapje gemaakt
oni te genieten van wat hem of haar be
koorde en niet omdat het er nu eenmaal
bij behoort, bepaalde dingen te gaan
zien. Dat laatste is weer de Amerikaan-
sche manier van reizen: er geweest zijn,
daarop komt het ten slotte by hen toch
maar op aan.
Nu zijn er dan ook altijd nog de, dooi
de haastige reizigers veel gesmade men
schen die om hun tafel zijn blyven zit
ten, de oudjes natuurlijk uitgezonderd.
Maar als die menschen geen behoefte
hebben aan reizen, verfrisschen zij hun
geest vaak door andere dingen: de Ame-
rikaansehe reizigers, als wij ze zoo mo
gen noemen konden net zoo goed thuis
blijven, tenminste wat verfrissching van
den geest betreft, en aan de ontspanning
op reis hebben de thuisblijvers geen be
hoefte.
Het is net even dwaas om verontwaar
digd te zeggen: „Ga jij niet op reis?" als
wat wy zooeven noemden: „Heb je dit
of dat niet gezien?" Reizen is een lief
hebberij, zooals fotografeeren of zooals
elke sport er een is.
Nu gaan er velen op reis om een reis
lustige gezelschap te houden, want al
leen reizen is geen genoegen, en tenslot-.
te kunnen zij dan allen genieten. Maar
even goed als er menschen zyn, die dol
zijn op reizen, zijn er ook die dol zyn
op thuisblijven en zij zijn er niets min
der om. En het spreken van: „die verre
reizen doet, kan heel wat verhalen,"
doelt op de ouderwetsche manier van
reizen, toen. alles zoo langzaam ging, dat
de indrukken vanzelf beter verwerkt
werden.
Wie zichzelf nog niet kent op dit punt,
en die van een reisje niet enkel de
lichte ontspanning verlangt, maar er
wel degelijk wat van wil meenemen voor
het komende werkjaar, kan nu eens bij
zichzelf nagaan, welke indrukken er zijn
blijven hangen: of het een warwinkel in
zijn of haar hoofd is van bezienswaar
digheden, hotelkamers en strijkjes, of
dat er een lyn door de herinneringen
loopt, waaraan alles op zyn plaats ver
bonden is. din heeft de reiniger er iets
moois van mee naar huis genomen.
E. E. J—F.