gewennen, geeft lk dezen keer een beestje, dat je op een -olankje kunt zet ten door hier gaten in uit te zagen, waarin de onderultstekende stukjes pas- Ben. Denk er om, vergeet niet Je werk stuk netjes te schuren. Vóór Je de tee- kening calkeert, schuur Je 't hout aan beide zijden in de richting van den nerf. Is 't oeest uitgezaagd, schuur dan de kanten een weinig rond. Voor de ver dere afwerking en de verf bekijk je 't model maar, dat in de Tijdingzaal aan wezig is. HANDWERK-RUBRIEK. Op verzoek van vele meisjes zal ik het winter-halfjaar iedere week een praatje maken over een of ander handwerkje. Kostbare handwerken kun Je in een winkel koopen en de winkeljuffrouw wil je dan alle mogelijke inlichtingen ge ven. Dus daarover spreken we niet. We willen samen trachten iets aardigs of iets nuttigs te maken voor weinig of geen geld. Houden jullie er een handwerkdoos op na? Ik bedoel zoo'n doos met aller lei restantjes zijde, wol, koord enz. Als Je er geen hebt, begin er dan dadelijk een in te richten. In moeders naaidoos of in die van Je zelf vindt Je vast wel iets, dat daar eigenlijk ongebruikt ligt. Om te beginnen allerlei kluwentjes wol. Van die wolrestjes gaan we een aardige thee- warmer maken. We kunnen hem breien of haken. Ik vind haken vlugger gaan, jullie ook? Dan haken we hem. De hoogte wordt 30 c.M. De grootste breedte wordt 35 c.M. We zetten 4 ket tingsteken op en maken die vast tot een ring. lste toer. 8 stokjes (in eiken steek 2). 2de toer. Tusschen elk stokjespaar 2 stokjes en tusschen elke 2 stokjes 2 ket tingsteken. 3de toer. Afwisselend tusschen de 2 8tokjesgroepen 2 stokjes en tusschen de 2 stokjes ook 2 stokjes. 4de toer. Tusschen elk paar stokjes 1 stokje. 5de, 6e, 7e en 8e toer. Tusschen elk paar stokjes 2 stokjes. 9de tot 37e toer. 1 stokje tusschen elk stokjespaar. Iedere toer begin Je met een andere kleur. PIRAMIDE-KRUISWOORDEN RAADSEL. Ingez. door den kleinen Koerier. Onder de goede oplossers verloot lk een boek. 15 Sept. moeten de oplossingen ln mijn bezit zijn. VERTICAAL. 1. Aanlegplaats van schepen. 2. Rivier ln Dulftjchland. 3. Muzieknoot. 4. Verkorte meisjesnaam. 4a. Oude Lengtemaat. 6. Jongensnaam. 8. Gebiedende wils van een weric- Jyoord. 10. Familie-lid. 11. Overschot. 14. Zangstem. 15. 10. 16. Muzieknoot. HORIZONTAAL. 1. Verkorte Jongensnaam. i. Deel van een kast. 5. Persoonlijk voornaamwoord. 7. Een zeer voorname stand. 9. 't Beginwoord van de meeste sprook jes. 11. Een muzieknoot. 12. Een voertuig. 13. Een deel van een schip. 14 Een vrucht. 15. Staat onder vele brieven. 17. Deel van een wagen. 19 Friesche Jongensnaam of uitroep. CO. Grooter dan een dorp. EN VLOED. Jeanne Merry keek naar de golven, die tegen haar bootje klotsten. Zij scheen geen haast te hebben om haar bootje los te maken van de kleine landingspier. Vooreerst was het een warme dag en op de tweede plaats zag zij Ronald Lee van verre aankomen, op weg naar zijn va- der's motorboot, die ook aan de pier ge meerd lag. „Goedenmorgen, Jeanno", zeide hij en nam toen niet meer notitie van haar, terwijl hij ln de motorboot stapte en den motor begon schoon te maken. „Wat maakt hy een drukte met die motorboot," dacht Jeanne. Hardop zeide: „Alleen luie menschen maken ge bruik van motorbooten. Een stevige, ge zonde Jongen, zooals JU. moest eigenlijk een paar riemen noemen en roeien." Ronald keek op en glimlachte. „Met zoo'n bootje, als dat van Jou kun Je niet ver genoeg zee op," zei hij. „O, kun Je dat niet?" riep Jeanne. „Nu, terwijl Jij dien vies-ruikenden motor schoon maakt kan lk gemakkelijk den riviermond over roeien." Ronald glimlachte slechts. Jeanne wist, dat hU er een eer ln stelde de „Zwaan" zoo prachtig schoon en blank te houden, als de vogel waarna hij heet te. En zU wist. dat hij nog geruimen tijd bezig zou zijn met het schoonmaken ervan. Zij liet haar riemen ln het vater en terwijl de boot voortschoot, riep zij: „Ik wil met je wedden, dat lk de Punt om ben,» vóór jou." „Het is beter, ddt Je de Punt niet omgaat in dat ding." zeide hij ernstig. „Tegen den wind ln terugko men haal je niet als het getij verloopt." Wat Ronald zeide, was waar. De Punt was het einde van een lange zandige kust aan de andere zijde van den rivier mond en als men om de Punt heen ging, was men op de open zee. Als nu het ge tij verliep en men had den wind tegen, wat bijna altijd het egval was. daar, dan was het zelfs voor een sterken roeier bUna ondoenlijk om terug te komen. Ro nald maakte verder den motor en de boot schoon, doopte zijn handen ln het water en veegde ze af met een dot poets katoen. Toen liet hU den motor loopen en de Zwaan tufte weg naar een wherry met roode zeilen, die midden op de ri vier gemeerd lag. Daar ging hi) aan boord, praatte een uurtje met den eige naar, dien hij goed kende en stuurde daarna zijn boot naar de Punt. Al spoe dig was hij alle kleinere booten gepas seerd. Slechts een rij zellbooten waren heel ln de verte te zien. Plotseling werd hij verrast door het gezicht van een roeibootje. Er zat niemand in en het lag hoog en droog op een eilandje. „Iemand aan den grond geloopen," zei Ronald tot zichzelf. „Waarachtig, IR ge loof, dat het Jeanne's bootje ls." Hij zette den motor af en liet de Zwaan drijven. Terwijl hij langzaam na. der kwam, zag hij, dat het inderdaad de boot van Jeanne was. OogenbllkkeliJk be greep hij, wat er gebeurd was. Bij hoog water was dat eiland heelemaal onder water. Jeanne had toevallig Juist op dat punt uitgerust en had niet op 't terug vloeiende water gelet, en was aan den grond geraakt. Toen was het te laat om do boot nog los te krijgen. „Maar waar Is Jeanne" vroeg hij zich af. Op dat oogenblik kwam het meisje achter de boot vandaan en wuifde met haar hand „Ik kan haar geen centimeter van haar plaats krijgen," riep zij uit. „Wil Je ko men helpen" „Dat helpt toch niet," riep hij terug. „Wij kunnen haar onmogelijk vlot krij gen. Hoe meer we zouden probeeren, hoe verder zij in den modder zou zinken. „Nu, wat moeten we dan doen?" „Wach ten tot het getij verloopt." „Maar dat duurt nog minstens een uur!" „Het zal bijna drie uren duren, vóór er genoeg water ls om de bopt vlot te krijgen." „O, zeg, dan is het al vier uur. En het duurt uren, voor lk teruggeroeid ben naar huis." „Nu, ln leder geval zal niet van honger omkomen. Ik heb hier wat te eten." „Ja, maar ik heb moeder gezegd, dat ik om vijf uur thuis zou zijn. Zij zal denken, dat ik verdron ken ben en bovendien moet lk van avond op het concert zingen." „Dan zal je in de Zwaan terug moeten gaan." „Maar ik kan de boot niet hier laten. Dan zijn we die kwijt." „Daar zullen we wel oppassen", zei Ronald en glimlachte. Hij wierp zijn anker overboord, zoo dat de Zwaan niet kon afdrijven, toen trok hij kousen en schoenen uit en waadde naar Jeanne toe, terwijl hjj onder zijn arm een doosje had met bis cuits en kaas en een fleschje gember bier. Jeanne had een paar boterham metjes bij zich en een stuk cake en sa men aten zij, gezeten op den rand van de aan den grond geloopen roeiboot. „Het is aan 't keeren," zei Ronald een tijdje later. Zwijgend wachtten zij. „Ik zie nog steeds niet ln, hoe lk op tyd thuis moet komen, zeide Jeanne, die nu haar tranen bijna niet meer kon bedwingen. „Dat komt, omdat je nie op mijn Zwaan vertrouwt," zeide Ronald. Ein delijk begon het water te kabbelen te gen de kiel van de boot. Tien minuten later zeide Ronald: „Stap ln." Ronald duwde de boot een paar meter voort, sprong er toen zelf ln en roeide naar de Zwaan. Toen haalde hij het anker op, bond met het ankertouw Jeanne's boot aan de Zwaan vast, sloeg den motor aan en voort ging het. Tuf-tuf-tuf-tuf, ging de motor en Ronald staarde strak voor zich uit, om den goeden koers te houden. Nooit vergat Jeanne dien tocht over de golven. De zee was ruw en het kleine bootje achter hen sprong en danste heen en weder als een kurk op de baren. Geen enkele maal keek Ronald op of om strak bleef hij vooruit turen voor den goeden koers. Jeanne bewonderde de zekere wijze, waarop hij de boot door de groote golven stuurde. Juist begon de kerkklok vijf te slaan, toen de Zwaan ten slotte tot rust kwam bij de landingsplaats. Jeanne sprong eruit. „Loop nu maar hard naar buis," zei Ronald, „dan zal lk Je boot wel vast leggen." Jeanne bukte zich tot hem over. „Ik ben gewoon dol op Jou kleine Zwaan," zeide zij en liep hard weg. DE OUDSTE door W. B.—Z. (10) De volgende week trokken we sa men naar Haarlem. Meneer Verbrug bond me nog op 't hart Franclne voor al te laten kennismaken met mijn groot ouders. „Dat zijn de liefste oudjes, die lk ken," vertelde hij aan Franclne. „Mag lk ook eens met Je mee?" vroeg Bram. „Als Bram groot ls," antwoordde me vrouw. Ilse liet er dadelijk op volgen: „Als Bram groot ls, mag hij met Ilse mee naar Duitschland," „Ik wil liever met Suze mee," zei dio leukerd. En lk kon het heusch niet hel pen, dat lk er vroolijk om lachen moest. Ilse verdween als een beleedlgde majes teit naar de keuken. Vader en de tweelingbroertjes kwamen ons van den trein halen. Met de Jongens was Franclne niet dadelijk op dreef. Met vader ging het beter. Terwijl vader met Franclne vooruit liep, kreeg lk aan lede ren arm een broertje. „Is 't een nuf?" vroeg Jan. Ik beweerde natuurlijk, dat dit heele maal niet het geval was. Maar lk ver zocht hun dringend haar niet zoo op te nemen, alsof ze heel wat bijzonders was. „Ze heeft een gekken hoed op," zei Frans. „En een gekken mantel aan," vervolg de Jan. Ik hoopte van ganscher harte, dat dit edele tweetal geen onbehoorlijke dingen zou doen of zeggen. Toch was Franclne spoediger bi) ons op dreef, dan lk ooit gedacht had. Vooral met Rle was ze dadelijk do beste maat jes. 't Bleek, dat ze evenveel van 't huls- houden hield als Marie. Na den maaltijd bood zo dadelijk aan Jo om te helpen met nfwasschen. „Welnee, er zijn handen genoeg, JU bent logé" zei moeder. „Ik doe het dolgraag, mevrouw," drong Francine aan. Natuurlijk had ze nu moeders hart gestolen. ,,'k Had graag in de huishouding ge wild," vertelde Francine. „Hoe goed moe der me ook gebruiken kon, 't was toch beter, dat ik verder leerde om straks ln mijn eigen onderhoud te voorzien." ver* volgde ze. Even zwegen we allemaal. Ik had naar huis veel over Francine geschreven. Moeder vertelde nu. dat de grootouders morgen kwamen eten. 't Gesprek ging nu gelukkig weer den vroolijken kant uit. 's Avonds kleedde ik Polly uit en Francine nam Mies voor haar rekening. „Heb je ook een zusje van zeven Jaar?" vroeg Mies. „Ja en nog eentje van tien ook." Mies moest nu natuurlijk nog veel meer weten. Hoe oud ze waren? Of er nog meer kinderen waren? Hoe ze alle maal heetten? Ik bemerkte wel, dat Francine half onwillig al die vragen be antwoordde. Waarom deed zij zoo half, zoo alsof die zusjes haar niets aangin gen? Opeens zag ik haar in een ander licht. En toen we 's avonds in bed lagen (ze sliep bij mij op de kamer) kon ik niet nalaten het haar ronduit te zeggen. „Het moeilijke heeft ons zoo in beslag genomen, dat we ook de goede dingen er door vergaten," bekende ze eerlijk. Droe vig vervolgde ze: „We hadden ook zoo veel verloren, onzen besten vader, al ons geld en bijna al onze vrienden." Stilletjes gaf ik mijn nieuwe vriendin een kus. Eigenlijk vond lk, dat ze boven mij stond. Hoe weinig had lk mijn goed, vriendelijk thuis gewaardeerd! Hoe had ik gesnakt er uit te zijn! En nu ik er uit was, als ik heel eerlijk was, moest lk zeggen, dat 't me tegenviel, soms bitter tegenviel. Francine uitte zich tegenover moeder, zooals ze zich tegenover mij nog nooit geuit had. Ze vertelde, dat haar moeder zenuwziek was. Buiten de deur kwam ze bijna nooit. Ze Wantrouwde ieder. Tel kens moest de dokter komen, zoodat een groot deel van hun nog kleine inko men aan dokter en apotheker betaald moest worden. Ellza, de oudste dochter verzorgde moeder en deed de huishou ding. Francine zou niet graag met haar zuster ruilen willen, want het leven van Liza was lang niet gemakkelijk. Dan volgde Herman. Herman was student on hU mopperde altijd, omdat ze zuinig moe::ten zijn. De twee jongste zusjes wa ren h' l gemakkelijke kinderen. „Geluk kig maar," zei Francine. Toen zei moeder op ernstigen toon: „Wat missen die twee kleintjes veel." „Maar ze hebben onzen vroegeren rijk dom niet zoo gekend," vervolgde Fran cine. „Maar nu missen ze de vroolijkheid, die leder kind zoo noodig heeft," ant woordde moeder. Ik was nu al zestien. De vroolijkheid ln ons eenvoudig thuis had lk ln den vreemde vaak gemist. Moeder had ge lijk: een vrooljjk thuis, dat was het al lerbeste. Die goede Moes vroeg aan Francine of die twee kleine zusjes met de Kerstva- cantie niet in Haarlem mochten komen. „Moeder zal het wel goed vinden en lk denk, dat ze zelf ook wel willen," zei Francine. Later zei ze tegen mij: „In Jullie huis voel lk mijn eigen tekortkomingen aan gaande de kleintjes veel sterker dan in mijn eigen thuis. Suus, wat is het by Jullie heciijk!" „Ja, 't is bij ons heerlijk," herhaalde lk. „Vind Je het niet wonderlijk Fransje, maar toen lk thuis was, vond ik liet er vervelend. Vervelend, omdat er altijd wat te doen was en omdat ik de oud ste was." „Als Je Elize zag werken eft sloven, zou Je wel anders over de oudste den ken." antwoordde Francine. „Mag lk eens met haar kennis ma ken?" „Misschien. als. zy. wil." „Natuurlijk. Wil Je het haar vragen?" 's Maandags morgens vertrokken we om 8 uur weer naar Amsterdam, uitge leide gedaan door de heele familie. (Wordt vervolgd.) LASSO-WERPEN. Jumbo, de Oliiant en Knmbie, de Aap. waren samen naar de kermis ge weest en hadden o. zooveel plezier ge had in een groote Wild-West-tent, waar oowboys met lasso's wierpen en alles met hun touwen wisten te vangen, wat onder hun bereik kwam. Jumbo en Krimbie waren zóó opge wonden over de kunsten, welke de cow boys met hun lasso's vertoonden, dat zij afspraken, om dat kunstje ook eens te probeeren. Zij waren nog niet ver gegaan, of zy zagen de koe van buurman over den weg loopen. „Vooruit, daar gaat-ie!" riep Jumbo en zij slingerden hun laso's naar de koe die hen niet begrypend en dom stond aan te kyken. Misschien vertellen wy je de volgen de week of Jumbo en Krimbie goed kon den lasso werpen. In dien tusschcntyd moet je maar vast beginnen met deze teekening op een aardige wyze te kleuren. PIJLEN MAKEN VAN PAPIER. KLAAS DE CLOWN. KLAAS DE CLOWN EN DE KROKODIL VAN DEN KAPITEIN v/u.'ióchyniyk hebben Jullie allemaal al eens geprobeerd papieren pyien te ma ken. Je kunt er veel pleizler mee hebben en, als ze op de Juiste manier vervaar digd zyn, kunnen ze eer geruimen tyd door de lucht vliegen. Je kunt ze het beste maken van oud brievenpapier; halve velletjes hebben zoowat de goede afmetingen ervoor. Neem Jc papier voor je en vouw de hoeken om van een der smalle zyden, zooals aangegeven staat in teekeningetje A. Dan vouw Je het dubbel, zoodat je de afbeelding van teekeningetje B tot resultaat krygt. Nu vouw Je het gedeelte dat met een kruisje gemerkt is, terug op de hoogte van de stippellijn en Je krygt tot resultaat de afbeelding in C. Nu vouw Je de zystukken (de vleugels) uit, tot zy horizontaal liggen en Je pill is klaar en moet eruit zien, zooals in D is aangegeven. Om den pyi te werpen, neem je hem tusschen vinger en duim of het reepje papier, dat er onder uitsteekt. EEN AARDIG SPELLETJE. Hier een leuk spelletje, dat Jc met de gehcele familie rondom de tafel kunt spelen. Ieder neemt een blad pa pier voor zich en een potlood. Een van 'fc gezelschap neemt een boek en laat dat zoo openvallen. De eerste letter van die bladzydc ls b.v. B. Nu wacht Je tot do klok slaat. By den eersten slag begint leder zooveel plaatsen te zoeken, als er maar te vinden zyn, die met een B be ginnen. Na 5 minuten moet ieder het potlood neerleggen. De eerste leest zyn opgeschreven plaatsen voor. Wie dezelf de plaats heeft, geeft er een streep door. Wie tenslotte de meeste plaatsen over heeft, heeft hc't gewonnen en krygt ze ker van moeder een lekker koekje. In plaats van steden, kun je ook die ren of planten nemen. Ben Je met alle maal grooten, dan is het ook aardig en tevens leerzaam om er een vreemde ta- len-wedstrijd van te maken. Je schryft me maar eens, hoo Je dit 0 minuten-spel hebt ingekleed. „Zou jc willen hooren hoe ik dien krokodil gedood heb?" zei Kapitein Opscheppers. „Nu, hij had de prinses gegrepen en Hep met haar weg, toen ik hem greep. cn drie dikke knoopeu in zijn staart legde. Hij draaide zich om, om mc tc bijten, doch ik nam ccn tang en trok hem al zijn tanden ultl" „Geweldig!" zcl Kilaas, glimlachend, terwijl hij aan het touw trok. „En toen heb ik hem gcdoodl" ging de Kapitein voort. Maar juist op dat oogenblik werkte het touw. „Je zult je hier of daar wel ln vergist hebben," zei Klaas lachend. „Kijk, hy leeft nog!" UITbi^-U VAN DEN VACANTIE-WEDSTRIJD. Wat zal ik van de inzendingen zeg gen? Ze zyn me meegevallen en ze zyn me niet meegevallen, 't Aantal is me bitter tegengevallen. Er ls buiten toch zooveel te vinden. Daarvoor behoef je heusch niet naar een anderen streek te gaan, of naar een vreemd land. Bloemen en bladen drogen is ieders werk niet. Er wordt wat zorg en moeite voor ver- eischt, maar wie dat er voor over heeft, ziet zyn moeite ruimschoots beloond. Dat biykt wel uit het werk van de prys- winners. Myn aanvankeiyk plan was dit in de Tydingzaal ten toon te stellen. Maar de schriften met gedroogde bladen en bloemen moeten ter hand genomen worden, om alles goed te kunnen waar nemen. Het werk, waaraan zooveel zorg besteed is, geef ik niet graag uit handen. Wie het echter heel graag wil zien, mag het bij my komen bekyken. In Afdeeling I verdient GARENG, oud 13 Jaar met zyn prachtige schelpenver zameling, waar zelfs inktvlsschen, mos sels en oesters by zyn, den eerste prys. 't Ziet er zóó keurig uit, dat 't voor Ga- reng een mooie herinnering zal biyven. Hy moet me maar gauw schryven, welk boek hy graag nebben wil. Tweede-pryswinster is MOEDERS JONGSTE, oud 13 jaar. zy stuurde ook een mooie schelpenverzameling in. Jammer, dat ze nergens namen van wist. MOEDERS HULP, oud 13 jaar, krygt den 3den prys. Haar gedroogde bloemen en bladen zien er netjes uit. Dat bun deltje viooltjes zou beter zyn uitgeval len, als je ze met vloei bedekt had. Nu krygen we afdeeling II. In deze afdeeling stel lk dit keer maar 2 pryzen beschikbaar. ELS VAN ECK. oud 6 Jaar krygt den lsten prys. Die kleine peuter heeft toch zulk flink werk geleverd, dat het een lust is er naar te kyken. Behalve een schelpenverzamcling heeft ze nog 2 schriften met gedroogde bladen en bloe men Dan heeft ze nog een aardig bosje korensoorten gedroogd. Uitgezonderd het kastanjeblad, dat wel wat heel groot was voor het schriftvel, zyn al haar bla den goed gelukt. Haar bloemen zyn bui tengewoon netjes vooral die boterbloe men, de wikke en de klavertjes. Zeg kleine Els schryf me maar gauw welk boek je graag hebben wilt. KLEINE ULBO, oud 9 jaar, krygt den 2den prys. zyn werk ziet er ook goed verzorgd uit. Vooral het begin is heel goed. Jammer dat de bloemen hier en daar gevlekt zyn. Voortaan ook maar vloei er tusschen leggen. De lobelia is heel keurig. Alle pryswinners mogen Woensdag 14 September na 2 uur by my hun pryzen komen halen. KINDERTUINTJES. Nog enkele planten, die uitstekend materiaal vormen voor een winter- bouquet zyn: Chinecschc lampionsplant (Physalis) Een vaste plant, die zich sterk uit breidt, zoodat Je erg moet oppassen, dat niet na verloop van een paar jaar je heele tuin volstaat. Ze moet vooral een zonnig hoekje hebben, daar anders de vrucht groen biyft. De bloemen zyn witachtig, doch vallen niet erg in het oog, omdat ze tusschen de bladeren verscholen zitten. In de oksels van de bladeren zit één bloempje. We planten haar echter niet om Je bloe-m, doch evenals de Judaspenning om de vrucht. Dit ls een bolvormige, oranje bes, om sloten door de 1 elk, dié later zeer groot wordt en wanneer de vrucht ryp ls, een mooie, roede kleur krygt. 't Is dan tyd de stengels af te snijden. We hebben dan 5 a 6 lampionnetjes aan éen sten- geL Den heelen winter door biyven mooi van kleur en geven werkeiyk en aardige afwisseling ln de hulskamer, wanneer de snybloemen schaarsch en duur zyn. Kaardebol (Dipsacus fullonum). Deze tweejarige plant kan wel 2 a 2 1/2 M. hoog worden en neemt heel wat ruimte ln beslag. 8tengcl en de hoofdnerf der bladeren 7jjn bezet met scherpe stekels. De kleine lila bloempjes in een hoofdje om den top van den stengel zyn omgeven door stekelvor- mige omwindsclblndercn. De bloeiende bloemen worden afgesneden (pas op. prik Je niet by dit werk) cn gedroogd en geven een mooie afwisseling met Je gedroogde Judaspenning. Een elgenaar- :d by deze plant zfjn de water reservoirs. Twee bladeren omsluiten den stengel geheel en vormen er als het ware een kom omheen. Hierin biyft het gevallen regenwater staan, waarvan do plant nog dagenlang profiteert. Papavers. De bloemen behandelde lk reeds vroe ger; de vruchten (papavcrbollen) zyn uitstekend geschikt voor winterbouquet- ten. We kunnen ze nog eens beetje op- vrooiyken door het kapje op de vrucht een kleurtje te geven. Wil Je je droge bouquet voltooien, pluk dan aan een of anderen sloot kant wat lischdodden, hier vaak duikers of rietsigaren genoemd. Zorg daar- by dat de verdorde stengeldeelen boven de vrucht niet afbreken. TUINIER. Postzegelrubriek NEDERLAND. (Aanvulling II) I f) i w Mtjcie. flf/q Ac 7i' /ac tv t"j At jc /oc. /Sc t«J f'iJ t"J AC JC A/ Jc. /jc /Je /pjó In 1925 verschenen 3 weldadigheids- zegels, nl. 2 cent (groen en oranje-wa pen van Noord-Brabant), 7 1/2 cent (lila en blauw-wapen van Gelderland) en 10 cent (rood on geel-wapcn van Zuid-Holland). Grootte van de vakjes 2.8 by 2.3 c.M. Deze zegels werden met een toeslag verkocht, zoodat de prys resp. bedroeg 411 cn 12 1/2 ct. In 1926 werden 4 weldadigheidszegels uitgegeven nl. 2 cent (rood en zilver wapen van Utrecht), 5 cent (groen en blauw-wapen van Zeeland). 10 cent (oranje-rood en oiyf-wapen van Noord- Holland) en 1 cent (ultramarUn en oranje-wapen van Friesland). Grootte van de vakjes 2.8 by 2.3 cM. De prys van deze zegels bedroeg resp. 4, 8, 13. en 18 ct. Ter gelegenheid van 't 60-jarig be staan van 't Nederlandsche RoodekruiA verschenen ln 1927 eenige herdenkings zegels. welke met een toeslag werden verkocht ten bate van genoemd Roode- kruis. Uitgegeven werden: 2 cent <kar» myn-Koning Willem III), 3 cent (groen- Koningln Emma), 5 cent (grys-blauw- Prins Hendrik). 7 1/2 cent (ultramaryn- Koningin Wilhelmlna) en 15 cent (blautf en rood-dccoraticf rood kruis). Grootte van de vakjes 3.1 by 2.6 c.M. De prys bedroeg resp. 4. 5. 8, 11 en 20 ct. Tenslotte krygen we nog twee nieu we portzegels ln 1926—'27 uitgegeven ln t nieuwste typo nl. in den cirkel *i waardecijfer en daaronder CNT. nl. 6 cent en 7 1/2 cent<lichtblauw). Grootte van de vakjes 2.8 by 2.3 c.M. Zie voor de indeeling 't schetsje. Volgende week beginnen de rondzen- dlngen. Mag ik Jullie er nog eens op wyzen de boekjes cn portefeuilles net jes te behandelen. Er sch linen wel eens Jongens tusschen te zijn. die hun verza meling ln orde brengen, doch vergeten van te voren hun handen te wnsschen. Denk er om voor een verzamelaar 19 netheid en zlndeHIkheld een eerste vcr- eischte. Ik hoop. dat Jullie allemaal weten en er zich ook aan zullen houden, dat t streng verboden ls zegels ln de boekjes te verwisselen. Uit elk boekje mag je hoogstens 5 zceels zoeken, doch Je mag er niet ln plakken Voor jc dubbele ze gels knn Je by my een leeg rutlboekje krijgen. Maandags van 4 tot B uur ben ik altyd voor de rubriek te spreken. S. Blocmhofstraat 29.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 14