PARIJSCHE MODE.
MISLUKKEN.
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 15 SEPT. 1927
LOSSE BLOUSE.
MANTELTJES.
Jüiuüici
2* r2^
EEN BUITENGEWOON ELEGANTE DEUX PlèCES.
De chiqueste japon, welke men zich
voor den herfst denken kan, is het hier
boven afgebeelde model van hazelnoot-
bruine tint en gemaakt van de nieuwe
stof: de wollen crêpe-de-Chine.
Men kan zich geen gelegenheid voor
stellen, waarbij deze deus-pièces niet
zou kunnen worden gedragen. Men kan
er in trouwen, men kan er de trouw
partij van een vriendin in bijwonen.
Men kan er in gaan lunchen, tea-en,
boodschappen doen en naar het kantoor
gaan.
Het geheel werd ontworpen in een
subtiele hazelnoot-bruine kleur, met
beige en zwarte crépe-de-chine afge
zet. Beige en bruine vilten bessen gar-
neeren het zwarte helmhoedje. Het
taschje is van bruinachtig slangen- of
hagedissenleer evenals de schoentjes en
de kousen zijn van een bruin-beige tint.
Iedere vrouw kan met groot succes dit
toilet voor haar herfstkleeding kiezen.
Men kan de japon later onder een zwa-
ren wintermantel dragen.
Het spreekt vanzelf dat er ook an
dere kleurencombinaties mogelijk zijn,
bijv. marineblauw cashmere, afgezet
met roode en beige of groen en cycla
men-kleurige zijden crêpe; zwarte wol
len crêpe, afgezet met rood en honig-
kleurige of koningsblauw ea beige zij
den crêpe enz.
Knippatronen zijn verkrijgbaar voor
de japen alleen onder opgave van no.
24.020, voor bijbehoorenden mantel on
der no. 24 019. in de maten 42, 44, 46,
48. Voor mantel of japon alléén is de
prijs f 0.70 per stuk; voor het geheel f 1.
VROUWENKRONIEK.
Tusschen 8 en 10 uur..
Ja. het had even goed kunnen zijn:
tusschen 7 en 8. of tusschen 8 en 11 uur,
want ik weet niet, hoe lang u 's morgens
in uw ochtendjapon loopt., en of u
kinders of een man heeft te „verzorgen"
's morgens, of niet, ofnóg niet. Dat
kan ik natuurlijk allemaal niet raden.
Maar de hoofdzaak is. dat we het dezen
keer dan zullen hebben overoch
tendjaponnen, of wilt u een ander woord?
Goed: over négligés dan, of over huisja
ponnen, of kimono's. U begrijpt nu
ker wel, wat ik bedoel? Ik meen zoo'n
lekkere gemakkelijke, soepele, warme
ochtendjapon, die je zoo één, twee, drie
aanschiet 's morgens. De tijd komt al
weer aan voor zoo'n warme ochtendjapon
want het wordt spoedig 's morgens al
aardig frisch.
En wat zegt u dan van die fijne, mak
kelijke ochtendjapon, links op de teeke-
ning, die het midden houdt tusschen een
mannelijke Kamerjapon en een kimono? 1
Dat raglanmodel geeft er iets heel soe
pels aan. En als geel, citroengeel, u
staat, wat zegt u dan wel van deze ja
pon in het citioengeel, met naden, die
aaneengezet zijn met een haaksteek van
grove zwarte koordzijae. of wel, waar op
de naden een zwart zijden tres, of bor
duursel gezet is? Als stof kan men van
alles nemen, flanel, velours ae laine, ve
lours de coton, kasha, en nog een leger
van andere warme stoffen. Staat geel u
niet, neem. dan twee sterk afstekende
tinten blauw, cf iets dergelijks. Rechts is
een kimono. Zeker, ik weet wel, kimono's
kunt u in allerlei prijzen en kleuren hee-
lcmaal gemaakt, kant en. klaar koopen.
Maar, als u nu iets origineels wilt, iets
dat niet iedereen draagt, dan kunt u
van het idee gebruik maken, dat de ki
mono rechts op de teekening u biedt.
Neem daarvoor een mooie bedrukte stof,
crepon, of iets van dien aard. bijv bruin
en blauw, en zet die af, mei een ge
schulpte rand van effen blauw. Dan heeft
u iets heel fijns en origineels.
MADELEINE.
Het losse manteltje, dat eigenlijk als
blouse gedragen wordt, is bezig bij
zondere populariteit te verwerven.
Het hierboven afgebeelde model kan
uitstekend gemaakt worden van zwart
velveteen en wordt dan een ideaal huis
jasje. Het heeft een paar echt „man
nelijke zakken, mouwen met hooge
manchetten en de overgeslagen kraag-
revers, welke altijd zoo'n aardig effect
geeft.
Van dit aardige jasje zijn knippa
tronen verkrijgbaar onder opgave van
no. 23.120 in de maten 42, 44, 46, 48.
Kosten 55 oents.
WIJZE WOORDEN.
MEER LIEFDE.
Hoe heel anders zou het er in de
wereld uitzien, als alle menschen meer
liefde hadden. Waarheen wij ook zien,
in het familieleven in engeren en
breederen zin, in het zakenleven, in het
openbare leven, in Gemeente en Staat
en als wij dan tenslotte de verhouding
der staten onderling bekijken, dan moe
ten wij. tot ons leedwezen, steeds weder
vaststellen, dat het bijna altijd ont
breekt aan voldoende liefde. Haat, twee
dracht en nijd spelen de hoofdrol en
brengen overal ellende en vertwijfeling
onder de menschen. En zijn er dan af
en toe eenige menschen, die met liefde
voor hun medemenschen bezield zijn,
dan worden deze gehoond en versleten
voor idealisten, utopisten en wat al
meer! Schouderophalend gaat men hen
voorbij en werpt, hun hoogstens een
medelijdenden blik toe. En wa&rom?
Omdat de anderen de liefde niet ken
nen en ook in het geheel niet willen
leeren kennén. Want zij hebben het on
bestemde gevoel, dat de liefde alles
verdraagt, alles lijdt en vergeeft. En
daarvoor schrikken zij terug, zonder te
bedenken, dat hun eigen liefde-loos
leven hun nog veel, veel mèer onaan
gename dingen brengt.
Het is eigenaardig, dat degene, die
van de ware liefde vervuld is, het on
aangename. dat het leven ons soms
brengen kan, lang niet zoo zwaar op
neemt, als het den anderen moge toe
schijnen.
Dat geeft toch te denken. Dan moet
die ..liefde toch iets hoogers, van hoogere
afkomst zijn, dan men zoo in het alge
meen denkt. Ja, zoo is het werkelijk.
De liefde is een goddelijke vonk, die
met haar gloed het onaangenaam-
koude verwarmt. Het menschen-Ieven
is toch waarlijk al zwaar genoeg: wij
behoeven het door onze liefdeloosheid
tegenover onzen naaste werkelijk niet
zwaarder te maken!
En zooals het gaat met den enkeling
zoo gaat het ook in het familieleven,
en zooals het in het familieleven gaat.
zoo is het ook in het politieke en
staatsleven. Werd ook daar de gedachte
der liefde meer aangewend, trachtte
men daar uit te gaan van een basis
van begrypen-van-des-anderen-eigen-
aardigheden, dan zouden er wzenlijk
nuttige en vruchtdragende dingen tot
stand komen.
Maar jammer genoeg heerscht er
overal wantrouwen, zelfzucht, haat en
nijd, maar geen liefde, die toch alle af
gronden en meeningsverschillen kan
overbruggen.
Daarom nogmaals: Meer liefde!
RECEPT.
BLOEMKOOLSOEP.
Dat is een zeer voordeelige soep om
dat we er feitelijk heel weinig voor
noodig hebben als we namelijk toch
bloemkool als groente eten. We gebrui
ken dan op 1 1 2 kan bloemkoolwater,
waarin een paar stukjes overgehouden
bloemkool. 5 glad afgestreken eetlepels
bloem, 3 idem lepels boter, een el en 1 1/2
theelepeltje nioggi aroma. Roerende ver
warmt men de boter en de bloem en
voegt er langzaam met scheutjes tegelijk
het bloemkoolv atej' bij. Een minuut of
tien laten doorkoken (roeren), de lepel
tjes aroma erbij doen en de soep don in
de terrine gieten, waarin men het ei ge
klutst heeft. Een heerlijk soepje voorafI
Een nieuwe mode, uit de oude
doos
De kant-mode herleeft.
De kant heeft dit seizoen weer haar
intrede in het rijk der vrouw gedaan, en
tientallen jaren vervagen en we wanen
ons weer terug in een tijdperk van gratie,
van sleepende japonnen en ritselende
zijde. De kant is er weerMaar toch
is er iets anders geworden. Want nu
heeft de machine de taak van de kant
werksters voor een belangrijk deel over
genomen en daarmee de kant in het be
reik van vrijwel iedereen gebracht, voor
lieden met dikke en ook met dunne
beurzen. Die mooie, dure, „echte" kant
van voorheen wordt nu ook nog gebruikt
maar alleen op kostbare costumes, voor
avondtoiletten. De goeükoopere, machi
nale kant zien we ook in de daagsche
costumes haar weg vinden, al blijft het
gebruik toch in hoofdzaak beperkt voor
de fijnere costumes, do avond-japonnen.
Kant is weer zeer in de mode dus, voor
al de zijden kanten. We zien de kant ge
bruiken in banen, in breede tusschen-
zetsels, we zien de kunstmatig vergeelde
kant, het doorvlochten kantwerk, het
filet. Men maakt er heele japonnen van
of men garneert japonnen er mee, door
het samen te verwerken met crêpe de
chine, mousseline of crêpe georgette,
hadden we vroeger alleen maar witte
kant, zwarte of gele, nu hebben we ze in
alle mogelijke kleuren. Zagen we vroe
ger alleen maar de oude dames in zwar
te kant prijken, nu kan iedere vrouw
bij wijze van spreken die dragen. We
zien nu meer „moderne" kant natuurlijk
BLOUSE-HEMD EN BROEK
VOOR DEN SCHGOLGAANDEN
JONGEN.
De oude Valenciennes Is lichtelijk van
haar hooge standplaats verdrongen door
filet, „Point de Paris", enz. Witte kant
zien we weinig, meer rose, touwldeurig,
oker, zilver, goud enz. Kanten zakdoek
jes zien we tegelijkertijd ook weer ver
schijnen. en de kanten ^aaiertjes,
om de kanton shawls niet te' vergeten.
Voor de middagjaponnen neemt men in
plaats van de zijdon kant natuurlijk wat
steviger materiaal. Ter illustratie van
dit kantpraatje een enkel voorbeeld van
een allerliefste avondjapon. Die kan men
nemen van zilvergrijze stof (wil men
het fijner maken nog, dan zilverbrocaat)
met zilvergrijze zijden-kanten volants en
kraag. Op den schouder een pioenroos
van granaatkleurig fluweel. En wil men
er heelemaal een gala-japon van maken?
Dan kan men deze japon van goudbro-
caat met mantilla en volants van goud
kant mmen. Maar hoe dan ook, het
blijft altijdeen schat van een japon.
MADELEINE.
TEGENSPREKENDE MANNEN.
Mannen zijn zoo in de contramine dat
als hun vrouwen hen 's avonds laat
thuis wilden laten komen, zij het waar
schijnlijk juist niet zouden doen.
Het hierboven afgebeelde model geeft
een nuttigen uitrusting voor de school
voor een stevigen Hollandschen jongen
van 810 jaar. Omdat wij allen weten,
hoe er soms op school geravot kan wor
den, doet men het beste, de broek van
een stevige stof te maken, zooals zwaar
serge of corduroy en het blouse-hemd
van bijv. viyella.
Wanneer de nazomer mooi is en het
blijft nog eenigen tijd aangenaam
herfstweer, dan kan de jongen er nog
geruimen tijd plezier van hebben-Door
de wijze, waarop zij naar en van school
komen en gaan namelijk bijna altijd
dravend, krijgertje spelend of zoo iets,
hebben zij het toch niet koud,
integendeel, nog veel te spoedig warm
en daarom kan de hierboven bedoelde
uitrusting heel wel in goede aarde val
len bij hen.
Knippatronen zijn verkrijgbaar onder
opgave van no. 50.521 en met vermelding
van den leeftijd.
Kosten 55 cents.
VAN HIER EN DAAR.
Hoeden zijn voor den herfst aantrekke
lijker dan zij in langen tijd geweest zijn.
Bijna alle nieuwe modellen hebben een
breeden rand, die een weinig over het
gezicht valt, op een wijze, welke buiten
gewoon flatteert. Vilthoedjes, met soms
op heel ingewikkelde manier geplooiden
bol, worden ook nog veel gedragen.
Groote bloemen van peau de suède
worden gebruikt als garneering voor ge
kleurde stroohoeden, crinoline-hoeden
van stroo hebben dicht bezette bollen
met roze blaadjes, terwijl zwarte z.g.
Bangkok-hoedjes minder „strak" ge
maakt worden door middel van koffie
kleurige kant, welke vlak onder den rand
genaaid wordt.
Schcenen en kousen zijn eveneens zeer
belangrijk. Het is de moeite waard op te
merken, dat modieuze vrouwen den laat-
sten tijd in Londen en Parijs kousen dra
gen, die één tot twee tinten donkerder
zijn dan hare schoenen, terwijl sommige
dames zelfs zwarte kousen dragen. Witte
schoenen zijn den geheelen zomer niet
erg in trek geweest, en zullen dus zeker
in den vroegen herfst ook niet gedragen
worden. Werden zij al eens een enkele
maal aangetrokken, dan werden er in
ieder geval geen witte kousen bij gedra
gen, doch steeds diep-beige of „door-de-
zon-verbrand-kleurige".
Satijnen schoentjes met platte hakken,
geverfd in de kleur van het toilet dat
men draagt, zijn in zwang voor den na
middag. De fluweelen schoen komt ook
weder in de mode en wordt, wanneer hij
des avonds gedragen wordt, gegarneerd
met cliamanté of rijnsteen, terwijl flu
weelen schoentjes, welke overdrag ge
dragen worden, met kant worden ver
sierd.
De shawl wordt nog steeds met succes
des avonds gedragen. Bijna ieder nieuw
modeseizoen, dat aanbreekt, hoort men
zeggen, dat de shawl „dood" is en niei
meer zal worden gedragen: doch iederert
keer opnieuw verschijnt zij en blijft: en
dit zegt meer. Natuurlijk verschijnt zij
niet altijd in denzelfden vorm, waarin
we haar al eenige seizoenen hebben me
de gemaakt; in de lente verscheen zij in
de vermomming van een glinsterende lap
metaal-kant hetzij goud, zilver of alu
minium, met geweldig lange zijden fran
je en driehoekig van vorm.
Nu is zij er weer. Doch ditmaal is dit
luxueuze modesnufje gemaakt van zacht
wit bont, gevoerd met witte crêpe de
Chine, doch nog steeds met de zijden
franje thans echter handgeknoopt en
heel lang. Deze shawls zullen heerlijk
zijn als het theaterseizoen begint en de
koudere dagen aankomen namelijk
voor wie zich zoo'n luxe-jasje kar: ver
oorloven.
De bekende film „Een Hur" heeft in
Londen bijna een geheel jaar aan één
stuk geloopen. De wekeiyksche recettes
aan de kas van het bioscoop-theater be
droegen door elkander f 36.000.
Borduren, haken en breien verliezen
steeds meer hun aantrekkelijkheid voor
de tegenwoordige vrouw, zegt men,
omdat de vrouw van heden veel meer
doet aan openlucht-sport.
In het Noorden van China is het
niets buitengewoons, dat er kinderen
geboren worden met lichtrood haar en
groene oogen. Stelt u eens voor, dat zoo
iets hier gebeurde!
De korste oorlog, die er ooit geweest
is, was wel die, welke in 1893 aan Enge
land verklaard werd door den Sultan
van Zanzibar. Die oorlog duurde... veer
tig minuten!
Een oüfant heeft in zijn slurf een sa
menstel van 40.000 spieren. I-Iet mc-n»
schelijk lichaam bevat er slechts 527 in
het geheel.
Vruchtenvlekken moet men niet in
een tafellaken laten intrekken. Zoodra
er zoo'n ongelukje gebeurt, moet men
het tafellaken met het bevlekte gedeel
te uitspannen over een waschbakje en
over de vlek net zoolang kokend water
gieten tot zij verdwenen is.
Sommige menschen trekken hun mou
wen op zoodra er een of ander werk te
deen is; anderen trekken hun neus op.
CRIGJNEELE SERVETTEN
Wij doen alle pogingen om steeds
zooveel mcgelijk met de mode mede te
gaan het vrouwelijke instinct dwingt
ons daar om zoo te zeggen toe.
Het spreekt dus vanzelf, dat de
r.ieuwe mode. om servetten en tafelgoed
zooveel mogelijk „vrcoüjk" te maken
door er allerhande aardige figuren op te
borduren, met open armen door de vrou
wen werd ontvangen en iedere huis
vrouw heeft thans reeds minstens één
stel tafelgoed, dat met aardige figu
ren in frissche kleuren is bewerkt en
dat zij gebruikt als zij eens vrienden,
kennissen of familieleden aan de lunch
heeft
Natuurlijk ziet een aardige gedekte ta
fel met frisch geborduurde servetten en
tafellaken er erg vroolyk uit en geeft
een geheel anderen aanblik en totaal
verschillenden indruk dan de vroegere
deftige „gelegde" tafels met prachtig
antiek damast en schittering van kris
tal en zilver.
Vooral in den zomer en den herfst is
de „geborduurde tafelgoed-mede" leuk;
het weer, de omgeving en de algemeene
goede stemming dragen er toe bij om
een gedekte tafel tot een ware lust voor
de oogen te maken.
Niets durven aanpakken. Opgewektheid bij ons
werk. Huisvrouwen-werk.
In een Engelsch tijdschrift stond on
langs de navolgende lang niet malsche
uitspraak: Massa's menschen zijn mis
lukkingen, eenvoudig omdat zij nooit iets
probeeren. Dat is geen kleinigheid: vol
gens die uitspraak zouden er dus heel
wat mislukte leeglcopers in de wereld
zijn. die zelfs nooit eens de moeite ge
nomen hebben, om iets aan te pakken.
Als dat zoo was, zouden er onder hen
zijn, die er gewoonweg te lui voor wa
ren, het gemakkelijker vonden om an
deren voor het werk te laten opkomen,
terwijl al!e andere mislukten een le
vensangst aan den dag zouden leggen,
die voor de psychiaters een lang niet
oninteressant materiaal voor onderzoe
kingen zouden opleveren.
Natuurlijk is het wel degelijk zoo, dat
er menschen zijn. die te lui zijn om te
werken, en cok dat er zijn. die olie le
vensvreugde missen, sterker nog, die
geer. enkele zaak durven te ondernemen
ir. het leven uit angst dat het zcu kun
nen mislukken. Maar dat er zoo massa's
zijr., lykt toch wel wat onwaarschijnlijk,
net zoogoed als dat er massa's mislukten
zouden zijn, zooals in deze uitspraak
toch verondersteld wordt.
Lang niet iedereen slaagt even goed in
de wereld; door allerlei omstandighe
den zooals aanleg, geest, ook wel door
louter geluk, brengt de eene het wel veel
verder dan de ander, maar er bestaat
toch nog we! een groot verschil tusschen
bepaald „mislukt" zijn of het niet zoo
erg ver gebracht te hebben.
Waar het echter velen aan ontbreekt,
dat is de lust bij het probeeren van het
werk. Dat wil nog niet zeggen, dat zijzelf
daardoor volkomen mislukken, maar wel
dat hun werk er zoo nu en dan door
mislukt of dat zij een hekel aan dat
werk krijgen. Het is soms een landerig
gezicht, om te zien met hoe weinig
animo en opgewektheid velen aan hun
werk beginnen, en dan denkt men onwil
lekeurig: hoe kan dat ooit gosd worden,
wanneer er zoo weinig liefhebberij ach
ter zit. „Die persoon heeft dan zeker
heelemaal geen liefhebberij in dat
werk," zal er gezegd worden, „dat is
het 'm juist, zoo iemand behoorde be
klaagd te worden, het is erg genoeg om
je werk lusteloos te moeten doen."
Maar dat is geen redeneering: wie
geen animo in zijn of haar werk heeft,
moet probeeren die animo te krijgen.
Zelfs de meest opgewekte mensch met
den grootsten werkijver heeft weieens
een lustelooze bui: het werk wordt
saaier en langzamer dan anders begon
nen; maar opeens dringt .het tot hem
door dat het werk op deze wijze al bui
tengewoon vervelend is, dat een beetje
meer liefhebberij het aanmerkelijk beter
zou maken, en meteen gaat het sneller,
de verveling is verdreven en alles lijkt
weer vroolijker en mooiér.
Een ander geval is het natuurlijk,
wanneer het werk onze krachten te bo
ven gaat, dat is sloopend en daarbij
kan de lust in den arbeid ook vrijwel
niet blijven bestaan. Maar er zijn meer
menschen, die over hun werk klagen
omdat zij zelf er de noodige liefhebberij
niet voor weten aan te kweeken, dan dat
er zijn, wier dagelijksche taak hun gees
telijke of lichamelijke krachten te boven
gaat.
Voor huisvrouwen bestaat ook me
nig werkje dat zij gaarne aan anderen
zouden overlaten, om niet te spreken
van de groote zorgen van so/nmigen,
doch meer bij kleinigheden te biyven.
Er zijn vrouwen, die over al die kleinig
heden klagen en tobben, totdat zij ten
slotte niet anders meer weten of zy zijn
diep-beklagenswaardige schepsels: an
deren doen ze maar niet, gaan de kleine
moeilijkheden uit den weg en vinden
daardoor elk nieuw werk steeds moei
lijker, terwijl er dan gelukkig ook nog
heel wat zyn, die haar kleinigheden op
gewekt en vlug afwerken, waardoor zij
veel meer tot hun eigen proportie wor
den teruggebracht dan bij de tobberige
klaagsters. Wanneer die laatsten dan
nog een vriendin of kennis ontmoeten,
die geen huishouden heeft te besturen
en allerlei pretjes opsomt, waaraan zij
meedoet, dan is het klagen niet van de
lucht en zij wenscht zich in de plaats
van de andere. Maar zij beseft daarbij
niet, dat die andere misschien dolblij
zou zijn met een eigen huishouden, met
en benevens alle kleine en groote zorgen
en moeiiykheden, en die nu een klein
beetje zielig opgeeft van haar pretjes,
om haar gemis te bedekken.
Opgewektheid is dikwijls evengoed
een aanwendsel als het eeuwige kla
gen; wie zichzelf went om alle kleine
■moeilijkheden met opgewektheid te
overwinnen, er niet honderduit over
klaagt, of probeert ze te ontloopen,
zal bemerken dat op den duur de
groote zorgen ook met meer opgewekt
heid onder de oogen gezien kunnen
worden. En daarop komt het ook voor
een huisvrouw aan: wanneer de zorgen
het huis binnensluipen, ze met moed en
levensvreugde onder de oogen te dur
ven zien.
MENU.
Runderlappen.
Bloemkoolschotel,
Aardappelen,
Omelet met meel,
De runderlappen worden gewasschen,
gezouten en in het heete vet mooi
bruin gebakken. In dit vet worden een
eetlepel bloem en een gesnippeld uitje
bruin gebakken, de saus afgemaakt met
wat bouillon, en naar smaak met zout,
peper, mosterd, het sap van een citroen
en peterselie.
In deze saus worden de lappen ge
durende een uur zachtjes gestoofd.
Voor den bloemkoolschotel is noodig:
1 bloemkool,
1 ons ham,
8 eetlepels tomatenpurée.
2 eetlepels geraspte kaas.
boter.
De b'ocmkool wordt in kleine stuk
jes gesneden en in kokend water met
zout gaargekookt, waarna ze moet uit
lekken.
In een met boter besmeerden vuur
vasten schotel wordt een laag van de
bloemkool gelegd, daarop wat van de ge
hakte ham en eenige lepels tomaten
purée. Dit wordt laag om laag voortge
zet totdat alles op is. De bovenste laag
moet tomatenpurée zyn, waarna er pa
neermeel en kaas vermengd over wordt
gestrooid en enkele kluitjes bqfer. De
schotel mag hoogstens tien minuten in
den oven blyven.
Voor de omelet zijn de irgrciiënten:
4 eieren,
1/2 d.L. melk,
wat zout,
twee eetlepels suiker,
twee eetlepels bloem,
boter.
De eieren worden goed geklopt met
de suiker, de melk wordt erby geroerd,
wanneer dit samen voorzichtig by liet
meel wordt gemengd, zoodat er geen
enkel klontje meer in het deeg achter
blijft. De boter wordt in de koekepan
gesmolten en hierin de omelet aan
beide zijden gaar en lichtbruin gebak
ken. Op een yerwarmden schc'.cl wordt
ze ong-dieno', bestreken met wat warme
gezeefde appelmoes.
E. E. J.—p.