JCHlin PARIJSCHE MODE. NAUWGEZET. FfiODE-SHOW WEILL-MULLER. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 22 SEPT. 1927 TWEE MANTELS VOOR HERFSTREIZEN EN NAJAARSWEER. De hierboven afgebeelde modellen geven een beeld van wat de herfst- moöe ons brengen zal en een blik op de beide mantels doet ons in de eerste plaats opmerken de eigenaardige, leuke wijze, waarop de kraag is gecreëerd en in de tweede plaats de typische in- stiksels bij de schouders welke thans niet meer evenwijdig loopen aan de lengte van den mantel, doch straals gewijze, met de halsopening als middel punt, naar de mouwen tce uitloopen. De eerste mantel rechts op de tseke- ning wordt gemaakt van marine-blauwe rips. Deze heeft breeder ceintuur op de heup, waardoor een typisch, lichtelijk overblousend effect ontstaat. De andere mantel wordt gemaakt van grijs tweed en is zeer karakteristiek gegarneerd langs den ondermouw en het onderpand terwijl de leuke haif- zakjes er een zeer apart cachet aan geven. Van beide mantels zijn knippatronen verkrijgbaar en wel van de eerste on der opgave van no. 23.969 en van de tweede onder opgave van no. 23.970. Beide patronen kunnen in de maten 42, 44, 46, 48 worden verkregen tegen be taling van 70 cents per stuk. WAT MEN AAN DEN HALS DRAAGT. Het toilet met hoogen kraag ver heugt zich in een greote populariteit tegenwoordig en de jabot, hetzij van kant, hetzij van linnen of zijde, ver leent een frissche aantrekkelijkheid aan iedere japon. Zoowel het nauwsluitende kleine kraagje als de volle jabot, welke hier boven zijn afgebeeld, werden gemaakt van fijne crême-kleurige kant. De jabot heeft in het midden een groen zijden lintje loopen. Een ander aardig idee ziet men uitgedrukt in beige georgette gegarneerd met een strookje zwart satijnen lint, terwijl daarvan één lang einde over den jabot valt. Vele jonge dames gebruiken bij avondtoilet een dergelijke halsversie ring. Ook tulle staat uitstekend, voor al als het in een keurigen strik op zijde gedragen wordt. Het Is zeer waarschijnlijk, dat deze mode den geheelen herfst en winter zal worden doorgevoerd en daarom is het aan te bevelen zelf een dergel:jken jabot te vervaardigen; het is een gemakkelijk werkje voor een vrouw, die een beetje met de naald weet om te gaan Nauwgezet en pietluttig. Afspraken. Laat komers. Den meesten onzer zal het met dat woordje nauwgezet wel hetzelfde gaan: het doet denken aan pietluttige plichts betrachting zoolang er werk van ons verwacht wordt, maar nauwelijks is de werktijd afgeloopen, of met het werk is het ook uit; alles keurig op z'n tijd geen minuut te laat beginnen, maar ook geen minuut te laat eindigen. In één woord: vervelend. Maar dan wordt nauwgezetheid toch verward met pietluttigheid: alles moet op de klok in orde zijn, geen ding mag van zijn plaats zijn, de geheele dagin- deeling moet kloppen als een bus. Komt er iets bijzonders onverwachts opdagen, dan zijn de pietluttigen geheel in de war, hun dag- en uurinaeeling stort in een en zij weten er geen weg meer uit. Zulke menschen zijn volkomen onge schikt voor verrassingen; deze brengen hen altijd uit hun evenwicht en zij we ten geen raad met zichzelf en met de zoogenaamde verrassing. Misschien waren zulke menschen oor spronkelijk alleen maar nauwgezet, en hebben de omstandigheden en hUD eigen neiging tot overdrijven hen ten slotte zoo pietluttig gem okt. Zoo kan dan een deugd tot een ondeugd uit groeien. Maar aan echte nauwgezetheid ont breekt het bij nog zeer velen. Om te be ginnen schijnen de afspraken maar al te dikwijls gemaakt te worden, om voor al niet te worden nagekomen. Natuurlijk zijn er gevallen, waarin het niet anders mogelijk is dan de eerst- gemaakte afspraak te veranderen; komt men er ruiterlijk voor uit hoe de vork in de steel zit, dan zal geen verstandig mensch zich daarover boos maken. Maar heel wat keertjes worden afspraken ge maakt en vergeten, 's morgens zijn zij gemaakt, 's middags weer vergeten. Of er zijn menschen die strijk en zet een half uur later komen dan de afspraak was: met het onschuldigste gezicht van de wereld geven zij een smoesje op voor hun laat komen en zijn het volgende oogenblik alweer vergeten, dat zij hun afspraak niet zijn nagekomen. Waarop ze dan een volgenden keer weer precies eender doen. TOEKOMSTMUZIEK. Wil u wel gelooven, dat deze tijd van het jaar de moeilijkste tijd is voor de mode. en allen, die ermee te maken hebben? Het is de tijd van de nieuwe probeersels, van het voelen en tasten naar de nieuwe richting in de mode, om te zien, wat er bij de vrouwenwereld in zou gaan, wat in zal slaan, en wat niet. Daarom is het zoo moeilijk te voor spellen, heel positief, dit of dat zal be slist mode zijn. Men kan verwachtingen uitspreken, maar beslist iets vooruit be palen, dat is ten eenenmale onmogelijk. AI zouden sommige modehuizen dit wel willen. En weet u, wat een collega uit de Lichtstad daarom voor heel verstan- digen raad gaf ?Dezenhaast u maar niets met nieuwe costumes te nemen. Laat de mode een beetje den tijd, te bezinken. Ge kunt later wel zien. Zoo gauw ver andert de mode niet, dat u, in afwach ting van uw nieuwe keus, niet zoolang die japon van verleden jaar (met een kleine détail-wijziging desnoods) kunt dragen. Nu ja, en als u dan met alle geweld een voorzichtige blik in de toekomst wilt hebben, goed, luister dan maar, wat „mode-experts" voorspellen (onder alle voorbehoud natuurlijk). In de eerste plaats een tamelijk sterke reactie tegen de „vermannelijking" van onze mode, terugkeer naar de echt-vrouwelyke dé tails, naar ingewikkelder, sierlijker ver sieringen en garneeringen, zonder ech ter heelemaal weer terug te vallen in de al te ingewikkelde en bewerkelijke ja ponnen van vroeger. We krijgen weer meer echte japonnen uit één stuk, en niet meer gemaakt van een rok en een pull-over-lijf. Allerlei nieuwe ideeën zien we pogen zich een weg te banen. De taille komt bijna op haar natuurlijke plaats; we zien wijde rokken, hetzij dat de wijdte verborgen is in plooien en plissé's, die bij de minste beweging open gaan en de werkelijke wijdte van den rok laten zien, hetzij op een andere ma nier. We zien veel zwart met wit ver werken, we zien veel volants. Dan voor spelt men een „groote rage" voor grijs, verder een groote voorliefde voor das jes, zelfs dassen met stippen! De vier kante hals zal weer in de gunst ko men, het hagedissenleer voor garneering en schoeisel zal nog mode blijven. Astra kan zal een plaats opeischen en de bal lonmouw komt weer op de proppen. Nu, heb ik genoeg voorspeld? En kijk dan maar even naar het plaat je, dat een japon laat zien, volgens eenige van de hierboven genoemde „nieuwe" modevoorschriften. Deze japon van zilvergrijs crêpe-de-chine opent op een witte onderjurk, een z.g. fourreau. De japon is heel mooi afgezet met blauw, in schulpen uitgesneden. Aan 3.25 M. stof van 1 M. breed heeft men genoeg. Verder nog twee ch&les, links een van lichtgroene kasha, met lange franje in dezelfde tint, versierd met op- (of in-) gezette strooken rose kasha. Rechts een van zandkleurige kasha, met bogen Hcht-groene ka-sha. Dezelfde motieven vindt men op de vilt hoedjes terug. MADELEINE. EEN NIEUW HERFST- SNUF.IE. 29.oos De hierboven afgebeelde japon mag inderdaad gerust met den bovenstaanden titel, „een nieuw herfstsnufje" wor den aandeduid. Het is iets geheel aparts en ongetwijfeld zal iedere lezeres net leuke toiletje, met aandacht beschou wen. Men kan het maken van verschillen de stoffen, welke voor herfstdracht ge schikt zijn. Men kan meestal heel gemakkelijk en heel goedkoop ccn couponnetje van het een of ander aardige stofje koopen om er dit chique japonnetje van te ma ken. Vooral lette men op de aardige kraag- sluiting, de slanke lange mouwen, den typisch gevormden ceintuur op de heup en het coquette rokje met twee groote plooien opzijde. In de taille, op de manchetten en den ceintuur kan men, naar verkiezing een aardig borduursel aanbrengen in een contrasteerende kleur, hetgeen den aanblik van het geheel nog ten goede komt. Knippatronen zijn verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46, 48 onder opgave van no. 24.005. Kosten 55 cents. RECEPT. CITROENRIJST. Op een half pond rijst neemt men 1 kan water, snuifje zout, 3 ons suiker, schil van iy2 citroen, sap van 3 citroe nen. De rijst wordt goed gewasschen en met het koude water en de dunne ci troenschil en zout opgezet. Langzaam gaar, doch niet geheel droog laten koken. Dan citroensap en suiker er doorheen (citroenschil er uit visschen) en de pud ding in een met koud water omgespoel- den vorm gieten en koud en stijf laten worden. Na storting op een vochtige schaal, dient men er vanille-saus bij. Oostenrijksche spiegeleieren. Neem op 4 eieren één ui, 1 eetlepel boter, 2 eet lepels geraspte kaas. De schoongemaakte uit wordt fijngehakt en daarna met de boter in een vuurvast schoteltje zachtjes gaar gesmoord. Dan gooit men er één lepel kaas over; vervolgens laat men ervoorzichtig de eieren op vallen, zóó, dat de dooiers heel blijven. Dan gaat de rest van de kaas er over en zet men het schoteltje in den oven, tot het eiwit ge stold is. En nu nog enkele modellen: een velours mantel in drie tinten grijs, ook weer zoo verwerkt dat de ba» nen als gedrapeerd naar dc sluiting toekomen, gegarneerd met lichtgrijs bont cn hierbij een hoed in deze zelfde kleur maakte ccn gedistingeerd effect. Niet minder elegant en war» mcr van tint was de lichtbruine man» tel. gegarneerd met Brcitschwanz ook in lichtbruin, cn een baret in die kleur, enkel versierd met een ver» gulden ring en Breitschanz als op den mantel. Een alleraardigst donkerblauw hoed» je was gegarneerd met blauw»beige» rood viltdat er ails een lint tusschen» genaaid was, en wat opvallender, maar niet minder mooi was het grijze hoedje met de garneering in hardgeel, grijs en donkerbeige. Behalve het reeds genoemde beige kalfsmanteltje, was er dan ook nog het vculen»bont in donkerbruin ert zwart. imitatic»antilope, het zeer dure Bizam en het zeldzame Chinchilla, een velletje van een Amerikaansche rat dat als kraag gebruikt werd op een mantel van zwart veulenbont. Een zwarte Sealskin mantel met een garneering van bandjes bont waarvan dc glans in de andere rich» ting het effect verleende., deed rijk aan, naar ons idee toch mooier dan het gladde bont, dat nu zooveel ge» lanccerd wordt. Een moibavondcape toonde dan nog hoe mooi soepel dit bont voor zulk ccn klccdingstuk is, terwijl een mid» dagjapon van groen geruit velours chiffon in elegance wedijverde met een ander toilet van licht bordeauxrood in dezelfde stof. Natuurlijk zijn dc smaken der toe» schouwers verschillend over de ver» toonde costuums, maar geen enkele zal er vandaan gekomen zijn, zonder aan eenige stukken gedacht tc hebben, die zij toch wel speciaal mooi vond; voor oud zoowel als voor jong en ook voor den middelbaren leeftijd, wat pleit voor de veelzijdigheid dezer mode»show die toch over zulk een beperkt terrein wordt gehouden. E. E. J.T—1' De kenmex-ken der Mode. Kleuren, stoffen en bont. Hoedenmode. Modellen. De nieuwste snufjes op het gebied van bont. dames»klcermakcry en hoe» j DinsdaS weer vertoond aan de dames die zich in het aardige zaaltje van den kegelbond verzameld hadden op uitnoodiging van dc fir» ma's A. Weill, Th. H. Weill en H. P. Muller. Slanke lijn en eenvoud: ziedaar de twee meest kenmerkende uitingen van de huidige mode. Geen van bei-- den nieuw, zult ge misschien zeggen, maar in deze laatste mode»nieuwig» heden zijn zij toch weer heel anders dan in alle vorige. En daardoor zijn ze dan ook weer een nieuwtje alsof èn slanke lijn èn eenvoud pas gisteren door de groote modehuizen in Parijs voor het eerst werden gelanceerd. De kenmerkende kleuren voor de nieuwe wintermode zijn grijs, beige, alle kleuren bruin en blauw, echter niet het donkere marineblauw, maar van frisch donkerblauw tot pastel» blauw toe. De mantels, zoowel dc stoffen als de bontmantels zijn recht cn glad in den rug. Hier ontbreekt iedere ver» sic ring: een enkel sportcostuumpje mag dan eens een doorgeregen cein» tuur vertoonen, de meeste mantels zijn recht, uitgezonderd een gamee» ring van lijnen, die vrij vaak dienst doet om op bescheiden wijze de al te strenge ruglijn wat tc verzachten. Dit lijnenspel wordt bij de stoffen man» tels meest verkregen door innaaien waardoor een koord»effect wordt te» weeg gebracht, terwijl sommige man» tels met apart tusschcngcnaaide lap» jes der stof zijn versierd. Bij dc bont» mantels worden de bonthuidjes in verschillende richtingen genaaid, waarbij dan de verschillende glan» zingen het effect teweeg brengen. Deze lijnen loopen allen na2r de plaats van de sluiting toe, zoodat de mir.tel ais gedrapeerd aandoe», ovcri» gens komt echter elke verruiming vóór aan den mantel: het voorstuk wordt in klokmodel gedrapeerd, soms ge» heel, soms ook alleen ónder de sluiting, bij een enkele valt die sluiting geheel van achteren opzij, ook enkel een dracht voor slanke vrouwen. Voor mantels is de pagode»mouw in tel: echter is hier onder een nauw» stuitender manchet verwerkt, welke het innaaien belet. Complets zooals rok, jumper en drie kwart mantel ziet men niet meer, een deux pieces is nu weer het laatste, waarbij dan japon en mantelvoering beide van dezelfde zij zijn gemaakt: de mantel moet lang zijn. Voor de mantels van stof is velours nog steeds zeer in trek, terwijl voor de bontmantels allerlei nieuwe soor» ten hun intree hebben gedaan alle gladharig ter eere van de slanke lijn. Zoo was er een mantel van kalfshuid, effen beige zonder een enkel vlekje, verder het zoogenaamde Poulain, de huid van een Russisch veulen, en Pet» zaniki, ook een Russische bontsoort die met Murmel verwant is. Na» tuurlijk zijn de niet»gladde soorten ook nog zeer in tel: Pcrsianer, Seal» skin. Nutria, Mol en andere, maar zij moeten kortharig zijn. langharig bont wordt alleen nog voor garneering. dat wil in dit geval zeggen kraag en man» chetten gebruikt. Als stoffen voor geklcede namid» dag japonnen doen fluweel en velours chiffon opgeld. En nu de hoeden. Ten eerste: geen groote hoeden. Pogingen om deze weer „erin" te krijgen, zijn gestrand op den tegenzin der vrouwen: bij het korte haar hoort een ldcin hoedje, het is gemakkelijk en het staat kwiek. Een enkele groote hoed gaat nog wel, maar hoedjes zonder cenigen rand zijn het meest gewild op 't oogenblik. Wie ervan bekoord is, mag echter eerst wel eens bedenken: is mijn gezicht daar wel geschikt voor-Werkelijk, hoe, den met smalle randjes die u meer flatteeren, zijn cr ook nog bij massa te vinden. De modekleuren. zijn de» zelfde met bordeauxrood, >le gamee» ring is uiterst simpel: een enkele vreemde sierspeld, wat smal metaal» lint cn verder moet de vorm het goede effect teweeg brengen, tezamen met dc kunst en den goeden smaak der modiste die tusschen het vilt of fluweel een garneering laat verwerken waarvan het naaien geheel onzicht» baar is. Dc vier grootste modisten: Descot, Reboux, Alphonsy en Georgette ge» ven de hoedenmode aan: bloemen en lintenfabrikanten hebben gepoogd die eenvoud weg te dringen, maar zij hebben gefaald: geen kwikken en strikken zooals dat vroeger heette, om het geheel wat op tc sieren, het model van den hoed moet het alleen doen. Tenslotte dit nog van dc hoedjes: alle garneering die er nog op aange» bracht mocht zijn, valt over het oor, iets wat sommigen zeer flatteert. EEN ZEER GEDISTIN GEERD MANTELCOSTUUM. 23,95>S Voor de Jongedames, die tegen den herfst liever een nieuw mantelcostuum hebben dan een gekleede japon, beel den wij hierboven een toiletje af, dafc uitmunt door distinctie en fijnen smaak. Door een der eerste Modehuizen gelanceerd, zal het niet nalaten een ge weldigen opgang te maken, daar snit en samenstelling het hart van iedere Jonge vrouw stormerderhand zullen ver overen. Het kan gemaakt worden in de nieuwe tinten koper-rood, bruin, beige-bruin, groen en groen-beige van verschillende stoffen, die voor het vervaardigen van een mantelcostuum in aanmerking ko men. Knippatronen zijn verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46, 48 onder opgave van no. 23.996. Kosten 55 cents. Wie vergeetachtig is, kan niet nauw gezet zijn, zonder er het hulpmiddeltje van papier en een potlood bü te halen. Vergeten kan Iedereen weieens iets: worden er verontschuldigingen over aan geboden, dan zou het dwaasheid zijn om er verder nog over door te mopperen; maar vergeetachtigheid kan toch nooit als een eigenschap worden gehouden, waaraan degene, die ermee behept is, niets doen kan. „Zoo ben ik nu eenmaal" heet het dan leukweg en verder schijnt daarmee alles verontschuldigd. En het komiekste is nog dat degene die wel nauwkeurig is, die wel precies om haar tijd denkt, die geen afspraken vergeet en geen smoesjes noodig heeft om zich uit een moeilijk parket te red den, door de andere voor over-secuur wordt uitgemaakt. Met een klein beetje medelijden en ook met wat minachting wordt er over zoo iemand gesproken, alsof het een schande is om op zulke dingen qauwkeurig te zijn. Heeft deze nauwgezette een afspraak met twee an deren, die natuurlijk(i) te laat komen, dan heet het klagelijk: ja maar, jij bent <bk zoo precies; of: een mensch kan zich %ch weieens wat verlaten; alsof het voor de eerste niet precies even moeilijk is om op tijd op de aangegeven plaats te zijn als voor de beide anderen. Nu kan nauwgezetheid ontaarden, zoo dat bij een afspraak van 9 uur al te stipte een minuut over negen, of liever nog een minuut voor negen al met het horloge in de hand en met gefronste wenkbrauwen staat te wachten: daar zal wat zwaaien, en omdat alle horloges weieens iets verschillen, kan men iemand, die drie minuten na den vast- gestelden tijd komt, niet met booze blikken verwelkomen. Veel dwazer is het echter nog wanneer iemand die zelf nooit op tyd komt en steeds met gang afspraken vergeet, van de anderen de meest volmaakte punc tualiteit verlangt: zoo zijn er heel wat meer dan men oppervlakkig wel den ken zou. In het algemeen is het een deugd om nauwgezet te zijn, en zeker is het dat ten opzichte van afspraken. Maar ont vang laatkomers niet met een boos ge zicht en een onaangenaam gemopper: bestaat er een goede verontschuldiging voor het laatkomen, dan wordt de be knorde allicht ook boos omdat haar geen tijd gegund wordt, zich te verde digen. Op die wijze zijn al heel wat pret jes gestrand op een onrechtvaardige boosheid. Later denkt men: was ik maar niet zoo lichtgeraakt geweest, dan was alles anders verloopen, dan was ons ple zier er niet door bedorven. En Is het niet om een pretje te doen, maar om werken of om zaken, dan bereikt men met boosheid ook niets mie- mand die moppert over een vermeend onrecht, zonder dat dit bewezen is, heeft niet naderhand een gevoel gehad alsof zij onrechtvaardig te werk ging. Aan den anderen kant kunnen wij te gen de laatkomers zeggen: wilt ge u dit onaangename gemopper besparen, kom dan ook uw verplichtingen na, dan neemt ge meteen de aanleiding tot al die narigheid weg. MENU Lamscóteletten. Aardappelpuree. Snijboonen. Weener Pudding. De coteletten worden gewasschen, ge zouten, gepaneerd en in het heete vet of de boter lichtbruin en gaar gebakken, waarvoor ongeveer vijf en twintig minu ten gerekend wordt. De jus wordt op de bekende manier met water afgemaakt. De aardappelpuree wordt gemaakt van koude of warme gekookte aardappelen, deze worden fijn gemaakt, aangemengd met melk en water, nootmuskaat en zout naar smaak. Om de puree goed wit te krijgen wordt ze daarna op het for nuis verwarmd, terwijl er steeds nog met een lepel in geroerd, of liefst nog met een garde in geklopt wordt. De snijboonen worden aan beide zij den tweemaal afgehaald, met het snij boonenmesje of de molen gesneden en gedurende ongeveer anderhalf uur ge kookt, zoodat het water er op verkoken kan. Is er nog water op, dan wordt dit er af gegoten en de groente verder met een stukje boter gestoofd. Voor de warme pudding ls noodig: 2 ons suiker, 11/4 ons oud brood zonder korst, 21/2 d.L. melk, 4 eieren, 1 ons sultana rozijnen, 30 gr. sucade, sap en schil van een citroen. 1 ons suiker moet in een ijzeren pan netje roodbruin branden en dit wordt dan roerende bij de kokende melk ge voegd totdat alle caramel is opgelost. Het brood wordt in dobbelsteentjes ge sneden en vermengd met de gewasschen rozijnen gesnipperde sucade. geraspte ci troensap. De eieren worden met de overige suiker geroerd, hierbij steeds roerende, de melk met de caramel ge voegd, waarna dit tenslotte over het brood met de overige ingrediënten ge goten wordt. Als dit staat te weeken, wordt een warme puddingvorm met bo ter besmeerd, de puddingmassa hierin gedaan en de pudding gedurende ander half tot twee uur in een waterbad ge kookt. De pudding wordt warm opge diend, liefst met een warme vanillesaus. E. E. J.—f».

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 10