HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 29 SEPT. 1927
DERDE BLAD
HET KASTEEL DE SYPESTEYN.
Een Sprookjesslot te Loosdrecht.
DE MIDDELEEUWEN HERLEEFD
Een lezer had er mü over geschreven.
Dat het zoo merkwaardig was, en dat hij
het al meermalen had bezocht, dat mid-
deleeuwsche kasteel, door Jhr. C. W. A. v.
Sypesteyn herbouwd zooals zijn voorva
deren het vele eeuwen geleden bewoond
hadden. „Er Is een museum in van heel
mooie antiquiteiten, maar de oude edel
man bewoont het bovendien zelf, en als
u hem eens even schreef
Ik deed dat dadelijk, vroeg natuurlijk
of de fotograaf mee mocht komen, en
kreeg een bewilligend antwoord. Wij
zouden welkom zijn.
Het bleek niet zoo dadelijk te vinden.
Wjj belandden eerst in Oud-Loosdrecht
en bleken toen nog ver van ons doel te
zijn. Nieuw-Loosdrecht ligt heelemaal
aan de overzijde van de Plassen. Maar
de omweg, de lange route, bleek zuivere
winst. De Plassen met haar verre uit
zichten en de herfsttinten waren zoo
ontroerend mooi dat we niet dachten
aan kilometer-vTeten, kwaal van dezen
tijd, en rustigjes voortgleden, en beur
telings geestdriftig elkaar prachtplekjes
wezen, schilderijtjes, wonderen van
herfstkleur in teere harmonie. Toch was
ik in gespannen verwachting van de ro
mantiek van het middeleeuwsche kasteel,
maar de man van de journalistiek-ln-
beeld toonde zich sceptisch gestemd.
De camera geeft weer in onver
biddelijke werkelijkheid, en wij hadden
geen van beiden ooit Nieuw Loosdrecht
of dat oude kasteel gezien. De twee na
men leken al zoo flagrant in tegenstel
ling. Hoe kon dat ooit iets zijn? Bij
leder eenigszins-bejaard huis dat wij
passeerden vroeg hij of dat het niet zou
wezen?
Maar Nieuw Loosdrecht is ondanks
den naam een mooi oud dorpje, een
idylle in deze prachtige Hollandsche om
geving. Wij gleden het zachtkens door
en zagen geen kasteel. Er kwamen weer
lange heggen, bosschages rezen aan
weerszijden van den smallen, bochtigen
weg, een enkele ouderwetsche auto leek
Verschrikt uit te wijken voor den mo
dernen, breeden Amerikaan....
Toen, Ineens, waren we er. Een hoog
ijzeren hek, poortgebouwtjes aan weers
zijden, een breed voorplein er achter
Heelemaal niet desolaat, zooals bij ruï
nes of verlaten landhuizen uit ouden
tijd, maar vriendelijk en welvarend, met
bloemen en heesters en een wei-onder
houden park in 't verschiet. Nog iets
verder reden wij door en daar verrees
hoog en imposant, vlak nevens den weg,
het kasteel De Sypesteyn.
Deze verschijning kwam zoo plots en
Verrassend dat we er stil van waren, en
zwijgend de auto op den berm reden,
en uitstapten en staarden naar dit
vreemde slot, dat nieuw was maar toch
wel heel oud, trouwens opgetrokken
uit heel ouden steen, en zoo verrassend
rijzig en slank van structuur.
Er stond een nuchter bordje by' een
kleine poort, dat vermeldde dat dit de
toegang tot het museum van Oudheden
was. En een ander bordje verzekerde dat
er plaats voor auto's was op het voor
plein. „Zouden wy dat wel doen?" vroeg
de man met de camera aarzelend, en ik
dacht hetzelfde als hij pn zei dus:
„Neen, dat gaat niet". Het leek een
schennis van dit met liefde en eerbied
herbouwde verleden. Het scheen grof,
indélicaat om dat moderne snelheids
werktuig in zulk een omgeving te bren
gen.
Wij heten het dus achter op den berm.
gingen de poort door en werden op de
brug dat was ook volkomen in stijl
door den Heer van dit kasteel met
hoffelijke woorden ontvangen. Hij ge
leidde mij langs zijn oudhedenzijn
schatten.
Jhr. van Sypesteyn moge het my ver
geven dat ik hier enkele woorden over
zijn persoon zeg. Hij heeft my duidelijk
kenbaar gemaakt dat hij het liefst bui
ten bespreking bleef en dat hij wars is
van alles wat naar persoonlijke voorop
stelling zweemt. „Als u tevreden bent
over mijn geleide", zei hij met een
glimlachje, „zegt u dan eenvoudig dat
ik het u goed getoond heb
Maar daarbij kan ik het niet laten,
al zal het kort zijn. Iets dient gezegd
over de mensch die deze herrijze
nis schiep, die daaraan reeds 28 jaar ge
werkt heeft en met geestdrift spreekt
over hetgeen hij nog bijbouwen zal
nog een klein resteerend gedeelte van
het kasteel en over de slotgracht die
hij tenslotte geheel hoopt te kunnen
„her-graven". Hij is een oud man met
een zeer helderen en schranderen geest
en een zeer veelzijdige kennis. Een man
die. in zyn vroegere functie bij de
Kroondomeinen, een studie van Holland
sche tuinarchitectuur heeft gemaakt en
daarover een werk het licht doen zien.
Die zijn bevindingen practisch heeft
neergelegd in den wonder-mooien tuin
aanleg bij zijn herbouwd slot. Een man
die bij dien herbouw zijn eigen archi
tect is geweest, en trouwens'al meer ge
bouwd heeft. Een groot kenner van
kunst en oudheden tenslotte, en een
geestdriftig verzamelaar, die bij ieder
stuk van zijn collectie interessante bij
zonderheden weet te vertellen. Zijn een
voudige woorden voeren den luisteraar
terug in dat vreemde verleden van
eeuwen terug, in het verstilde maar toch
nog zoo kleurige en boeiende domein der
Historie. En toen hij een prachtigen
Italiaanschen kanten kraag uit de 16e
eeuw toonde, ragfyn maar volkomen gaaf
en ongeschonden, een juweeltje van oude
kunstvaardigheid, kwam vanzelf de
wensch: „Als wij daarvan nu eens de
gansche geschiedenis wisten, daarvan
en van al dat andere". En dat beaamde
hij dadelijk. Er leeft zooveel in al dat
schoons uit oude tijden, voor wien het
liefheeft en er zich in verdiepen kan en
er in zijn verbeeldingskracht verder van
genieten. Voor diengene is het leven der
vervlogen eeuwen zoo rijk en onuitputte
lijk, dat hem het Heden niet deren
kan.
Het zou mij veel te ver voeren om
deze kunst- en oudhedenverzameling in
détail te gaan beschrijven. Ver buiten
de grenzen van een dagbladartikel.
Er is heel veel moois in het kasteel
De Sypesteyn.
Dit alles is met groote zorg en verfijn
den smaak gerangschikt in vele vertrek
ken, zalen en kamers, waarin het soms
maar een schemerig half-licht is al
straalt de «zon buiten, al speelt haar
licht door de smalle, hooge glas-
in-lood ramen. Maar de heer van dit
kasteel versmaadt het moderne niet. Af
en toe knipt hij 't electrisch licht aan,
maakt terloops een zeer hedendaagsche
opmerking over den hoogen prijs per
K.W.U. die Loosdrecht berekent, vraagt
of we in Haarlem niet voordeeliger uit
zijn
Talrijk zijn de familieportretten, de
meeste prachtig geconserveerd en som
mige door bekwame hand gerestaureerd.
Er is een jonge meisjesportret by van
een vrij onbekenden schilder. De Jode,
dat een juweeltje van kleur en expres
sie is. Er zijn heel mooie dingen van
Moreelse en Troost. En vele oude van
Sypesteyn's hebben in Haarlem ge
woond; wij zien een hunner als eersten
burgemeester der stad, temidden van
zijn collega's. Ook een portret van Gael,
burgemeester van Haarlem tijdens het
beleg.
Dan oude meubelenprachtige
oude kasten en kisten vooral, uit de 15e
en 16e eeuw en zelfs nog oudere, en een
heele collectie uurwerken en porcelein
en koffers, kaarsenkronen en kistjes en
prachtige Gothische schouwen en ge
beeldhouwde deuren in al die zaaltjes
en torenkamersDe verzameling por
celein, waarbij een heele collectie Chi-
neesch en Japansch met Europeesche
voorstellingen, moet een onschatbare
waarde hebben. Daaraan alleen zou de
liefhebber uren van bewondering kun
nen wijden.
In de meubelen overhcerscht natuur
lijk de gothiek. Bij de Fransche uurwer
ken vinden wij er uit den eersten tijd
van de revolutie, het Directoire, daarna
het Consulaat, die typisch den overgang
van den Louis Seize-stijl naar Empire
toonen.
De prachtige wapenverzameling, waar
toe kanonnen, geweren, pistolen, Jacht
hoorns, degens, zwaarden en sabels, lan
sen, krissen, dolken en bogen behooren
zou alleen al voldoende zijn om den be
langstellenden leek er toe te bewegen
om nog eens naar dit kasteel terug te
keeren en dat alles eens rustig te be
kijken. Zoo'n dames-jachtgeweer uit de
16e eeuw, ingelegd ebbenhout met ivoor
en geciseleerd ijzerwerk. In een paar uur
kun je niet anders doen dan even vluch
tig bezien en bewonderen, en alweer ben
je in een volgend vertrek en wordt je
aandacht getrokken door heel iets an
dersdoor beeldhouwwerken nu:
bustes van Constantijn Huygers. van
prins Philips Willem van Oranje (16e
eeuw. Pollard) en een albasten borst-
beeldje dat vermoedelijk uit de 13e eeuw
afkomstig is.
Wij beklimmen een nieuwen steenen
wenteltrap en denken aan de ruïne van
Brederode. en de vriendelijke gastheer
merkt onder 't klimmen nuchtertjes op
dat deze trap voor dames meestal nogal
lastig blijkt. Dan staan we ineens weer
voor een ameublement Louis Seize, gla
zenkasten met oud-Loosdrechtsch por
celein. een staande klok anno 1700 met
een speelwerk op clavecimbaal, op sna
ren dus
zijn voorvaderen herbouwd heeft! Zou
den niet velen, die dit lezen, hem benij
den?
De prachtige rozentuin en het park
zijn in den Oud-Hollandschen tuinstijl
van het einde der 16e en begin der 17e
eeuw, waarbij de oude terreinverdeeling
zorgvuldig werd behouden. Er zijn onge
veer driehonderd verschillende soorten
boomen en heesters aangeplant, waar
onder zeer zeldzame, en door den eige
naar gegroepeerd met buitengewone dis
tinctie, zoodat er plekjes zijn waardoor
je haast onweerstaanbaar geboeid
wordt.
Wy verlieten dit sprookjesslot slechts
noode, en keerden in het roezige mo
derne leven terug nadat onze vriende
lijke gastheer ons in een der kasteelver-
trekken de thee had aangeboden.
Daarna deed hij ons uitgeleide over
de brug.
Buiten, op den berm, wachtte des fo
tografen Buick. Toen wij buiten kwamen
was alleen de achterkant van den wa
gen zichtbaar, en tot ons beider inten
se verbazing sprak de man die de Mid
deleeuwen herbouwde, de man van de
antiquiteiten met de opgewekte belang
stelling van den modernen auto-ken
ner: „Aheen Amerikaan, zie ik.
Buick? Goeie wagens
Hetgeen mij nog meer versterkte in
den indruk, dat het interessantste in
deze buitengewoon interessante omge
ving de bewoner is, de man die dit alles
schiep.
U, lezer, die het oude en schoone
waardeeren kunt en die gevoelt voor de
wondere romantiek van dit zeer bijzon
dere plekje Holland, raad ik aan om
Nieuw Loosdrecht en het kasteel De Sy
pesteyn te bezoeken. Het zal voor u,
evenals voor mij, een onvergetelijke
middag zyn. En u zult er willen terug-
keeren.
R. P.
Ik zal niet verder gaan met opsom
men, want daarmee kan toch alleen
maar een indruk van de veelheid en
veelsoortigheid van deze prachtige ver
zameling worden gegeven. En die is nu
wel bereikt.
Het merkwaardige van dit kasteel is
dat het blijkbaar nog m^ir bij zoo wei
nig menschen bekend is, ofschoon het
aantal bezoekers voortdurend ietwat toe
neemt. Er komen nu een duizend be
zoekers in een jaar. Velen zijn er voor
de tweede en derde maal teruggekeerd,
en dat verheugt jhr. van Sypesteyn. Er
wordt voor het museum een entrée ge
heven van 50 ets., blijkbaar alleen om
te voorkomen dat iedereen er zoo maar
binnenloopt, maar niet meer bij een
herhaald bezoek. En de Heer van Sype
steyn zeide mij dat hy de laatste was
van zijn geslacht, en dat hij van het
kasteel nu een Stichting had gemaakt,
opdat het zou blijven voortbestaan als
museum.
In 1899 werd een aanvang gemaakt
met het onderzoek naar de grondsla
gen van het oude middeleeuwsche kas
teel, waarvan vrijwel niets meer over
wastenminste niets zichtbaars, be
halve een gedeelte van de grachten.
Maar toen jhr. van Sypesteyn, die de
gronden had aangekocht, in het veen
liet graven, vond hij daarin het volle
dige beloop dier grachten, met de
oude schoeiïngen en brugovergangen.
Op de oude fundamenten, die werden
blootgelegd, werd op het voorplein de
oude buitenmuur met torentjes en
poortgebouwen weer opgetrokken. Dien
buitenmuur met een torentje ziet u op
een der chichés in dit artikel.
Er waren ook sporen van een steenen
brug ,die herbouwd werd, en in 1911 wer
den de fundamenten van het kasteel zelf
volledig blootgelegd. Daar lag de com
plete plattegrond van het oude gebouw
zooals het in de Middeleeuwen was ge
weest.
In het voorwoord in een door hemzelf
geschreven gids getuigt jhr. van Sype
steyn dat er bij dit werk geen voorop
gesteld plan was om het kasteel te her
bouwen. Het belangwekkende der
vondsten leidde er langzamerhand toe,
Het gevolgde systeem was dat hij bij
het hooger optrekken der nog bestaan
de fundamenten en muurgedeelten een
gebouw zou verkrijgen dat gelijk w;
aan het oorspronkelijke, tenminste in
de omtrekken. De hoogte kon hij opma
ken uit de oude teekeningen, en verde;
baseerde hy zich op het einde der 15e
en begin der 16e eeuw een tijd waar
in de kasteelen meer bewoonbaar wer
den gemaakt en vooral meer vensters
erin aangebracht.
Gefantaseerde versieringen komen
niet in het kasteel voor en bij de inrich
ting is er naar gestreefd om uitsluitend
oude voorwerpen te gebruiken. Alle
schouwen .deuren en deursluitingen zyn
uit den tijd. Jarenlang heeft jhr. van
Sypesteyn die verzameld; overal in Ne
derland heeft hij ze bij het sloopen van
oude gebouwen gekocht. Dat geldt ook
voor de steenen en het zware hout, bij
den bouw gebruikt, en zelfs voor een
deel van de deurhengsels en sluitingen
van vensters en luiken. Het ontbreken
de werd zorgvuldig volgens de oude
voorbeelden vervaardigd.
Welk een arbeid!en welk een be
koring moet er van uitgaan voor den'
inan d'e op die wijze het kasteel vau
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
DOOR INSPANNING UIT
SPANNING.
SILVIA SILOMBRA.
In geen van zijn stukken toornt Jhr.
van Riemsdijk zich zoo zeer - tooneel-
schrijver als in Silvia Silombra. Men
moge over 't genre van dit tooneelwerk
oordeelen, zooals men wil, men zal toch
moeten bekennen, dat Silvia Silombra
uitstekend van bouw is. Men ziet in dit
stuk, dat van Riemsdijk school is ge
gaan bij Sardon en Dumas. Bij den
laatste zelfs te veel. Silvia Silombra loopt
vrijwel geheel parallel met Margaretha
GauGhier zelfs de beroemde scène van
Armand in het vierde bedrijf ontbreekt
niet maar in deze transplantatie van
Margaretha Gauthier in de tooneelkrin-
gen toont van Riemsdijk zich volkomen
kenner van het vak. In dit stuk is alles
uitstekend voorbereid en de rollen zijn
tot de kleine toe bijna zonder uit
zondering speelrollen. En de titel
rol is er éen voor een ster. Hieraan is
dan ook het succes van het stuk in de
eei-ste plaats te danken geweest.
Ik vermoed, dat mej. Busquet weinig
rollen met zoo veel liefde gespeeld zal
hebben als de titelrol in dit stuk van
Van Riemsdijk. Deze rol ligt volkomen
in haar talent en de verwachting, die
ik er van had, heeft zij dan ook geens
zins teleurgesteld. Zelden heb ik mej.
Busquet beter gezien dan in deze sterre-
rol, waarmee zij voor de zooveelste maal
heeft bewezen, dat zij als geen an
dere dilettante in Haarlem een actrice
is voor het groote werk. Ik heb waar
lijk respect voor wat mej. Busquet in
de rol van Silvia Silombra heeft gepres
teerd! Men moet heel wat techniek en
speeltalent bezitten om zulk een groote
rol met zoo'n zekerheid, zoo beheerscht
en in stijl te spelen.
In het eerste bedrijf leed het spel nog
aan gemaniëreerdheid, klonk haar stem
wat geaffecteerd, was alles nog te veel
„tooneel". Maar in het tweede bedrijf
als de angst voor haar ziekte Silvia be
sluipt was zij er reeds geheel en al
in. Toen toonde zij zich de actrice van
ervaring, vakkennis en talent! Zij be-
heerschte de groote scène met den
priester volkomen. Uitstekend gaf zij de
haar verterende angst en zij wist haar
spel volkomen op peil te houden in de
daarop volgende veel van de actrice
vergende tooneelen met den dokter
en Renée Raneck! Dit was volkomen
het spel. wat uiterlyk maar van sterk
dramatische kracht dat deze rol ver
langt. En in de lange, gerekte sterf
scène toonde zij een techniek, die men
van een dilettante byna niet durfde
verwachten. In rollen als deze Silvia
Silombra toont mej. Busquet zich altijd
nog de eerste vrouwelijke kracht van
het Haarlemsche dilettanten-tooneel. In
het groote, breece spel kan geen ander
in Haarlem haar nog evenaren
In het milieu van D. I. U. is mej. Bus
quet de ster. Dat geeft aan een voor
stelling. waarin zij medewerkt iets on
evenwichtigs. Iemand van de kracht van
den heer P. Wouda kan tegen een ac
trice als mej. Busquet met haar groote
routine moeilijk op. Dit bleek ook gis
teren in verschillende scènes, die zij
samen speelden. Toch kan men respect
hebben voor de manier, waarop hij zich
door de rol van dezen aristocraat-schrij
ver een rol. die hem niet geheel lag
heensloeg. Met het groote tooneel in
IV, dat hij met volkomen overgave
speelde, wist hy de zaal mee te krijgen
en mocht hij een warm applaus van het
enthousiaste publiek inoogsten.
Dat mevrouw Bergman een vermake
lijke Cosima zou zijn, was te verwachten.
Misschien zou men de opmerking kun
nen maken, dat deze oud-actrice haar
stem en uitspraak wel wat heel weinig
had gecultiveerd wat men van de
meest en der acteurs ook kon zeggen
maar in het komische kwam deze rol
niets te kort. Mevrouw Bergman speel
de de klaploopende oude rot een der
dankbaarste rollet? uit het stuk met
verve en blijkbaar genoegen. Zij heeft
er dan ook veel plezier van gehad.
Van de verdere bezetting kan men
zeggen, dat het artisten-milieu wel wat
meer kleur had kunnen krijgen. Het
was wel eens moeilijk in deze dames en
heeren tooneelspelers en tooneelspeel-
sters te zien. Maar overigens gaven zij
zich met blijkbare liefde aan hun rollen
en hadden zij er succes mee. Mevrouw
Van Huizen bleek een dilettante, die
zich gemakkelijk op het tooneel beweegt
en die goed spreekt. Dat is reeds veel!
Zij had de actrice in Floor nog wat meer
naar voren kunnen brengen, maar het
snibbige in de figuur kreeg van haar
behoorlijk zijn deel. Van de mannen uit
het tooneelmilieu was de heer Hoeben
de beste. Hij speelde den tooneeldirec-
teur met aplomb en hij „vulde" van
alle heeren met zijn spel het meest het
tooneel. Een aardig komisch figuurtje
was Kobus, de tooneelknecht, van den
heer Ruifrok.
De heer Kordelaar speelde den priester
ingetogen en sympathiek, maar het spel
bleef wat mager tegenover het breede
spel van mej. Busquet. De heer J. van
Elten debuteerde gisteren bij D. I. U. in
de rol van Dr. Serbroek. Wy hebben Van
Elten wel eens beter gezien, vaster in
zijn typeering. Toch bracht hij met zijn
spel een zekere rust op het tooneel, al
had de rol nog meer mildheid kunnen
verdragen. Deze dokter was wat te
stroef.
De regie viel te loven. De voorstelling
was blijkbaar goed voorbereid en als ge
heel was het een voorstelling, die dank
zij vooral het spel van mej. Busquet het
groote sucecs dat zij behaalde, verdien
de. Aan mej. Busquet werden blijk
baar van den auteur fraaie bloemen
na het derde bedrijf aangeboden. Het
publiek heeft haar na elk bedrijf warm
toegejuicht.
Vóór den aanvang der voorstelling
heeft de heer A. J. Hoeben, die wegens
drukke werkzaamheden zijn functie van
voorzitter had neergelegd als be
stuurslid van D. I. U. afscheid genomen
van de leden. De mededeeling. dat hij
nog dikwijls als werkend lid voor de le
den hoopte te verschijnen werd met
applaus ontvangen. De nieuw gekozen
voorzitter, de heer W. Plantinga bood
den heer Hoeben met een woord van
dank voor alles, wat hij voor D. I. U.
had gedaan, een bloemenmand aan.
J. B. SCHUIL-.
HERMAN GORTER HERDENKING
Onder auspiciën van den Soc. Kuns*
tenaars^Kring zal op Zaterdagmiddag
1 October in de kleine zaal van het
Concertgebouw te Amsterdam een
herdenking van den dichter Herman
Gorter plaats hebben.
De volgende voordrachtkunstenaars
zullen belangeloos medewerking vers
Qeenen: Charlotte Kohier, Liesbeth
SanderssHerzberg, Albert van Dal=
sum en J. Sternheim. Mevrouw Lank=
hout zal enkele pianossolo's spelen.
De geheele opbrengst van den mid=
dag is ten bate van de Vereeniging der
tuberculose „Zonnestraal".
STADSNIEUWS.
HEROPENING „MODERN'*
Het welbekende Cabaret „Modern",
aan de Raaks, is dezen zomer geheel
gerestaureerd, zoodat den bezoekers in
het a.s. winterseizoen een mooi theater
wacht. Ook is er een nieuw orkest, de
„Gold Star Band", uit „Modern" in
Utrecht.
Vrijdag 30 September is de opening.
Gedurende de eerste veertien dagen
zal de humorist Lou Bandy, in het caba
ret optreden.
EEN JUBILEUM TN HET MILITAIR
TEHUIS
In het blad „De Nederlandsche Krijgs
man" vestigt een oud-militair de aan
dacht op het aanstaande jubileum van
den heer Brands en zyn echtgenoote, die
op 1 October a.s. 121/2 jaar als Huis
vader en -moeder in het Tehuis voor
Militairen zullen werkzaam geweest zijn.
Zeker zal het het jubileerende echt
paar, dat bij alle bezoekers van het Te
huis hoog staat aangeschreven, op 1 Oc
tober niet aan blijken van belangstelling
ontbreken.
FAILLISSEMENT.
Woensdag werd door de Haarlemsche
rechtbank in staat van faillissement
verklaard J. F. Koch, kruidenier te
Haarlem, 2e Hoogewoerddwarsstraat 38;
Curator Mr. J. A. P. C. ten Bokkel alhier
Rechter Commissaris Mr. J. D. Pasteur.
DE HAARLEMSCHE POSTZEGEL-
BEURS
De Haarlemsche postzegelbeurs is, na
een rusttijd gedurende de zomermaan
den en aangemoedigd door het succes
van het vorige jaar, wederom met de
voorbereidingen voor de voortzetting der
postzegelbeurs begonnen. Zij zal daarbij
een proef nemen met de beurs niet te
houden op Zaterdagmiddag, maar op
Maandagavond, voor het eerst Maandag
3 October, in het gebouw van den Haar.
lemschen Kegelbond. Het belang van de
vele verzamelaars bij deze beurs is wel
in hoofdzaak, dat- er voor ieder, groot
of klein, wat van belang zal zijn. Boven
dien blijft ieder liefhebber steeds op de
hoogte van alle bijzonderheden op phi-
latelistisch gebied. Ook kan men er van
verzekerd zijn, dat de nieuwste zegels
byna altijd al aanwezig zullen zyn, zeer
kort na hun verkrygbaarstelling, zoowel
in binnen als buitenland. De beurs be
oogt verder voornamelijk onder amateurs
het verzamelen te bevorderen en even
tueel voorlichting te geven. Het lidmaat
schap is tegen een gering bedrag voor
ieder opengesteld. Het bezoeken der
beurs is voor ieder verzamelaar gratis;
zy, die als verkooper zouden willen op
treden, moeten toestemming van het be
stuur hebben. De bedoeling zit verder
voor, aanbiedingen aan verzamelaars te
doen tegen zeer billijk tarief, opdat vele
onwetenden niet tegen fancy-prijzen,
zooals nog maar al te veel in de postze
gelwereld voorkomt, zich zegels zullen
aanschaffen.
Van hoeveel belang de beurs kan zijn
voor de philatelisten, blijkt wel wanneer
men eens kennismaakt met deze instelling
te Amsterdam. Men zal dan moeten er
kennen, dat dit een voor verzamelaars
onmisbare gelegenheid is, en dat ook
Haarlem zoo iets noodig heeft.
DR. H. J. KIEWIET
DE JONGE.
TACHTIG JAREN.
De eere-voorzitter van het Aigemeene
Ned-erlandsch Verbond, Dr. H. J. Kie-
wiet de Jonge wordt heden, Donderdag,
jaar. De heer Kiewiet de
Jong he~"t verscheidene jaren
het gymnasiaal onderwijs gediend. In
1912 nam hij afscheid als rector van
het gymnasium te Dordrecht. Een lan-
reeks van jaren was hij de groote
stuwkracht van het Alg. Ned. Verbond.
Een trouw vriend van velen in Zuid-
Afrika is hij. In den tijd van den
Transvaal-oorlog werd op zijn aan
stichting te Dordrecht een Perskantoor
geopend. Dit had ten doel over de ge
heele wereld gegevens te verspreiden
over de ware aanleiding tot den oorlog,
de krijgsverrichtingen en den aard en
de zeden der Trausvaalsche Boeren.
Voor de stamverwanten buiten Neder
land heeft hij veel gedaan. Ook als
hoofdbestuurder der Ned. Zuid-Afri-
kaansche vereeniging. Dit alles zal ze
ker heden met dankbaarheid worden
herdacht door allen, die ware groot
heid van geest en ziel weten te waar
deeren.
„Neerlandia", het orgaan, dat vele ja
ren onder de leiding van dr. Kiewiet de
Jonge heeft gestaan, biedt den 80-jarige
veler kalukwenschen aan. Tal van oud-
medewerkers en medewerkers huldig
den hem. De redactie beperkte zich.
Maar toch, het werd reeds een lange
reeks. Een paar vermelden wij er van.
Vooreerst halen wij aan den voorzitter
van groep Nederland Prof. A. A. van
Schelven. Deze sohrijft:
„Nicht insofern der Mensch etwas
zurücklasst, sondern insofern er wirkt
und andere zu wïrken anregt, bleibt er
von Bedeutung" heeft Goethe gezegd.
Tridien dit waar is, en weinigen zullen
het willen ontkennen, mag dr. Kiewiet
de Jonge met dankbaarheid zijn 80sten
verjaardag vieren. Die „Anregung" was
er en is er.
Vervolgens dr. J. B. Schepers. Deze
verklaart
Kiewiet de Jonge al tachtig Jaar!
Och kom, 't is een vergissing van den
tijd! Voor mij blijft hij de geestdriftige
man wiens rollende stem ons meesleep
te, wiens kleine gestalte groot werd,
wanneer hij zyn Verbond deed leven
voor ons en in wiens huis zoovele be
raadslagingen en ontvangsten plaats
hadden, om de heele wereld te vervullen
van de glorie van onze stam en deze te
verbinden aan Hollands oudste stad. Nu
besef ik pas. dat ik mij het Verbond
nooit recht heb kunnen voorstellen zon
der hem als voorzitter met zyn vrouw,
als een beminnelijke hulpe in alles,
naast zich.
En nu zeggen ze, dat hij tachtig jaar
wordt. Nu "t zij zoo! Moge hij dan nog
lang getuige zijn van een voortdurenden
vooruitgang van zyn Algemeen Neder-
landsch Verbond!
En tenslotte vermelden wij neg dat
de heer A. Stoop van Bloemendaal zegt;
Tachtig jaar worden kan een twijfelach
tige verdienste zyn als men zijn lichaam
geen gelegenheid heeft gegeven om te
sly ten: doch dr. Kiewiet de Jonge haal
de zijn 80 jaren bij voortdurende werk
zaamheid, in den strijd steeds noodig
om iets belangrijks tot stand te bren
gen. Daarom driewerf hulde en geluk
gew-enscht.
Verschillende anderen betuigden den
grooten vaderlander nog hun hulde en
dank, onder wie Prof. P. J. Blok, Prof.
L. Knappert, Hendrik Muller, W. J.
Leyds en Dr. J. Th. de Visser. De aige
meene voorzitter van het Alg. Ned. Ver
bond, de heer P. J. de Kan ter, besluit de
tij.
BAZAR GOEDE TEMPELIEREN.
Er waren Woensdagavond op den ba
zar van de Goede Tempelieren veel at
tracties zoodat er groote gezelligheid
heerschte. Het gezelschap „H. A. M."
zorgde voor opgewekte muziek. Een ge
zellig zitje in den theetuin geeft gelegen
heid om de zaal geheel te overzien.
Het rad van avontuur, de grabbelton
en 't ballen werpen, hadden veel af
trek. De verkoop ging schitterend.
De bezoekers misten evenwel een vete.
raan, den heer Crama. Jammer dat deze
die op zijn 80-jarigen leeftijd nog altijd
met jeugdig vuur medewerkt, thans in
het Diaconessenhuis wordt verpleegd.
Gelukkig maakt hy 't na een ernstige
operatie, heel best.
RECTIFICATIE.
Op de fotopagina in ons nummer van
Woensdag komt een afbeelding voor van
Willem Mengelberg, in gezelschap van
den heer Röell. Hier is de pen leelijk
uitgeschoten. Naast Willem Mengel
berg staat niet de Commissaris der Ko
ningin, doch de heer Charles E. Boisse-
vain.
MARKTNIEUWS.
HAARLEM.
Noteering van 28 September 1927.
Appelen 6—30 ct p. K.G.
Peren 650 ct. p. K.G.
Bloemkool 10—25 ct. p. stuk
Roode kool 812 ct. per stuk.
Groene kool 514 ct. per stuk.
Andijvie f 1.10—f 3.50 per 100 struik.
Posteltjn 70—80 ct. per kist.
Spinazie f 0.70—f 1 per kist.
Sla f 0.70f 2.50 per 100 krop.
Wortelen 718 ct. per bos.
Heereboonen 18—28 ct. p. K.G.
Snijboonen 16—36 ct. per K.G
Selderij 412 ct. per bos.
Pieterselie 4—8 ct. per bos.
BEVERWIJK
Noteering van 28 Sept. 1927. Spinazie
per kist f 1.30—1.50, postelein per kistje
f 0.450.55. andijvie per kist f 0.901.10
wortelen. 100 bos f 7—12, komkommers
per 100 f 7—11, aardapp. klei per K.G.
f 0.08—0.09, ide mzond f 0.11, snijboo
nen per K.G. f 0.200.42 heerenboonen
per K.G. f 0.120.24 spruitjes per K.G.
f 0.060.10, roode kool f 5—10, savoye-
kool f 5.508, bloemkool f 10—24. alles
per 100, uien, per K.G. f 0.0.60.08, sla
per kist f 0.401.50, pieterselie, per bos
f 0.060.08 selderie per bos f 0.04—
0.06 appelen f 0.08—0.34. peren f 0.10—
f,36 druiven f 0.60—0.80. alles per K.Q,