HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 29 SEPT. 1927 DERDE BLAD HET KASTEEL DE SYPESTEYN. Een Sprookjesslot te Loosdrecht. DE MIDDELEEUWEN HERLEEFD Een lezer had er mü over geschreven. Dat het zoo merkwaardig was, en dat hij het al meermalen had bezocht, dat mid- deleeuwsche kasteel, door Jhr. C. W. A. v. Sypesteyn herbouwd zooals zijn voorva deren het vele eeuwen geleden bewoond hadden. „Er Is een museum in van heel mooie antiquiteiten, maar de oude edel man bewoont het bovendien zelf, en als u hem eens even schreef Ik deed dat dadelijk, vroeg natuurlijk of de fotograaf mee mocht komen, en kreeg een bewilligend antwoord. Wij zouden welkom zijn. Het bleek niet zoo dadelijk te vinden. Wjj belandden eerst in Oud-Loosdrecht en bleken toen nog ver van ons doel te zijn. Nieuw-Loosdrecht ligt heelemaal aan de overzijde van de Plassen. Maar de omweg, de lange route, bleek zuivere winst. De Plassen met haar verre uit zichten en de herfsttinten waren zoo ontroerend mooi dat we niet dachten aan kilometer-vTeten, kwaal van dezen tijd, en rustigjes voortgleden, en beur telings geestdriftig elkaar prachtplekjes wezen, schilderijtjes, wonderen van herfstkleur in teere harmonie. Toch was ik in gespannen verwachting van de ro mantiek van het middeleeuwsche kasteel, maar de man van de journalistiek-ln- beeld toonde zich sceptisch gestemd. De camera geeft weer in onver biddelijke werkelijkheid, en wij hadden geen van beiden ooit Nieuw Loosdrecht of dat oude kasteel gezien. De twee na men leken al zoo flagrant in tegenstel ling. Hoe kon dat ooit iets zijn? Bij leder eenigszins-bejaard huis dat wij passeerden vroeg hij of dat het niet zou wezen? Maar Nieuw Loosdrecht is ondanks den naam een mooi oud dorpje, een idylle in deze prachtige Hollandsche om geving. Wij gleden het zachtkens door en zagen geen kasteel. Er kwamen weer lange heggen, bosschages rezen aan weerszijden van den smallen, bochtigen weg, een enkele ouderwetsche auto leek Verschrikt uit te wijken voor den mo dernen, breeden Amerikaan.... Toen, Ineens, waren we er. Een hoog ijzeren hek, poortgebouwtjes aan weers zijden, een breed voorplein er achter Heelemaal niet desolaat, zooals bij ruï nes of verlaten landhuizen uit ouden tijd, maar vriendelijk en welvarend, met bloemen en heesters en een wei-onder houden park in 't verschiet. Nog iets verder reden wij door en daar verrees hoog en imposant, vlak nevens den weg, het kasteel De Sypesteyn. Deze verschijning kwam zoo plots en Verrassend dat we er stil van waren, en zwijgend de auto op den berm reden, en uitstapten en staarden naar dit vreemde slot, dat nieuw was maar toch wel heel oud, trouwens opgetrokken uit heel ouden steen, en zoo verrassend rijzig en slank van structuur. Er stond een nuchter bordje by' een kleine poort, dat vermeldde dat dit de toegang tot het museum van Oudheden was. En een ander bordje verzekerde dat er plaats voor auto's was op het voor plein. „Zouden wy dat wel doen?" vroeg de man met de camera aarzelend, en ik dacht hetzelfde als hij pn zei dus: „Neen, dat gaat niet". Het leek een schennis van dit met liefde en eerbied herbouwde verleden. Het scheen grof, indélicaat om dat moderne snelheids werktuig in zulk een omgeving te bren gen. Wij heten het dus achter op den berm. gingen de poort door en werden op de brug dat was ook volkomen in stijl door den Heer van dit kasteel met hoffelijke woorden ontvangen. Hij ge leidde mij langs zijn oudhedenzijn schatten. Jhr. van Sypesteyn moge het my ver geven dat ik hier enkele woorden over zijn persoon zeg. Hij heeft my duidelijk kenbaar gemaakt dat hij het liefst bui ten bespreking bleef en dat hij wars is van alles wat naar persoonlijke voorop stelling zweemt. „Als u tevreden bent over mijn geleide", zei hij met een glimlachje, „zegt u dan eenvoudig dat ik het u goed getoond heb Maar daarbij kan ik het niet laten, al zal het kort zijn. Iets dient gezegd over de mensch die deze herrijze nis schiep, die daaraan reeds 28 jaar ge werkt heeft en met geestdrift spreekt over hetgeen hij nog bijbouwen zal nog een klein resteerend gedeelte van het kasteel en over de slotgracht die hij tenslotte geheel hoopt te kunnen „her-graven". Hij is een oud man met een zeer helderen en schranderen geest en een zeer veelzijdige kennis. Een man die. in zyn vroegere functie bij de Kroondomeinen, een studie van Holland sche tuinarchitectuur heeft gemaakt en daarover een werk het licht doen zien. Die zijn bevindingen practisch heeft neergelegd in den wonder-mooien tuin aanleg bij zijn herbouwd slot. Een man die bij dien herbouw zijn eigen archi tect is geweest, en trouwens'al meer ge bouwd heeft. Een groot kenner van kunst en oudheden tenslotte, en een geestdriftig verzamelaar, die bij ieder stuk van zijn collectie interessante bij zonderheden weet te vertellen. Zijn een voudige woorden voeren den luisteraar terug in dat vreemde verleden van eeuwen terug, in het verstilde maar toch nog zoo kleurige en boeiende domein der Historie. En toen hij een prachtigen Italiaanschen kanten kraag uit de 16e eeuw toonde, ragfyn maar volkomen gaaf en ongeschonden, een juweeltje van oude kunstvaardigheid, kwam vanzelf de wensch: „Als wij daarvan nu eens de gansche geschiedenis wisten, daarvan en van al dat andere". En dat beaamde hij dadelijk. Er leeft zooveel in al dat schoons uit oude tijden, voor wien het liefheeft en er zich in verdiepen kan en er in zijn verbeeldingskracht verder van genieten. Voor diengene is het leven der vervlogen eeuwen zoo rijk en onuitputte lijk, dat hem het Heden niet deren kan. Het zou mij veel te ver voeren om deze kunst- en oudhedenverzameling in détail te gaan beschrijven. Ver buiten de grenzen van een dagbladartikel. Er is heel veel moois in het kasteel De Sypesteyn. Dit alles is met groote zorg en verfijn den smaak gerangschikt in vele vertrek ken, zalen en kamers, waarin het soms maar een schemerig half-licht is al straalt de «zon buiten, al speelt haar licht door de smalle, hooge glas- in-lood ramen. Maar de heer van dit kasteel versmaadt het moderne niet. Af en toe knipt hij 't electrisch licht aan, maakt terloops een zeer hedendaagsche opmerking over den hoogen prijs per K.W.U. die Loosdrecht berekent, vraagt of we in Haarlem niet voordeeliger uit zijn Talrijk zijn de familieportretten, de meeste prachtig geconserveerd en som mige door bekwame hand gerestaureerd. Er is een jonge meisjesportret by van een vrij onbekenden schilder. De Jode, dat een juweeltje van kleur en expres sie is. Er zijn heel mooie dingen van Moreelse en Troost. En vele oude van Sypesteyn's hebben in Haarlem ge woond; wij zien een hunner als eersten burgemeester der stad, temidden van zijn collega's. Ook een portret van Gael, burgemeester van Haarlem tijdens het beleg. Dan oude meubelenprachtige oude kasten en kisten vooral, uit de 15e en 16e eeuw en zelfs nog oudere, en een heele collectie uurwerken en porcelein en koffers, kaarsenkronen en kistjes en prachtige Gothische schouwen en ge beeldhouwde deuren in al die zaaltjes en torenkamersDe verzameling por celein, waarbij een heele collectie Chi- neesch en Japansch met Europeesche voorstellingen, moet een onschatbare waarde hebben. Daaraan alleen zou de liefhebber uren van bewondering kun nen wijden. In de meubelen overhcerscht natuur lijk de gothiek. Bij de Fransche uurwer ken vinden wij er uit den eersten tijd van de revolutie, het Directoire, daarna het Consulaat, die typisch den overgang van den Louis Seize-stijl naar Empire toonen. De prachtige wapenverzameling, waar toe kanonnen, geweren, pistolen, Jacht hoorns, degens, zwaarden en sabels, lan sen, krissen, dolken en bogen behooren zou alleen al voldoende zijn om den be langstellenden leek er toe te bewegen om nog eens naar dit kasteel terug te keeren en dat alles eens rustig te be kijken. Zoo'n dames-jachtgeweer uit de 16e eeuw, ingelegd ebbenhout met ivoor en geciseleerd ijzerwerk. In een paar uur kun je niet anders doen dan even vluch tig bezien en bewonderen, en alweer ben je in een volgend vertrek en wordt je aandacht getrokken door heel iets an dersdoor beeldhouwwerken nu: bustes van Constantijn Huygers. van prins Philips Willem van Oranje (16e eeuw. Pollard) en een albasten borst- beeldje dat vermoedelijk uit de 13e eeuw afkomstig is. Wij beklimmen een nieuwen steenen wenteltrap en denken aan de ruïne van Brederode. en de vriendelijke gastheer merkt onder 't klimmen nuchtertjes op dat deze trap voor dames meestal nogal lastig blijkt. Dan staan we ineens weer voor een ameublement Louis Seize, gla zenkasten met oud-Loosdrechtsch por celein. een staande klok anno 1700 met een speelwerk op clavecimbaal, op sna ren dus zijn voorvaderen herbouwd heeft! Zou den niet velen, die dit lezen, hem benij den? De prachtige rozentuin en het park zijn in den Oud-Hollandschen tuinstijl van het einde der 16e en begin der 17e eeuw, waarbij de oude terreinverdeeling zorgvuldig werd behouden. Er zijn onge veer driehonderd verschillende soorten boomen en heesters aangeplant, waar onder zeer zeldzame, en door den eige naar gegroepeerd met buitengewone dis tinctie, zoodat er plekjes zijn waardoor je haast onweerstaanbaar geboeid wordt. Wy verlieten dit sprookjesslot slechts noode, en keerden in het roezige mo derne leven terug nadat onze vriende lijke gastheer ons in een der kasteelver- trekken de thee had aangeboden. Daarna deed hij ons uitgeleide over de brug. Buiten, op den berm, wachtte des fo tografen Buick. Toen wij buiten kwamen was alleen de achterkant van den wa gen zichtbaar, en tot ons beider inten se verbazing sprak de man die de Mid deleeuwen herbouwde, de man van de antiquiteiten met de opgewekte belang stelling van den modernen auto-ken ner: „Aheen Amerikaan, zie ik. Buick? Goeie wagens Hetgeen mij nog meer versterkte in den indruk, dat het interessantste in deze buitengewoon interessante omge ving de bewoner is, de man die dit alles schiep. U, lezer, die het oude en schoone waardeeren kunt en die gevoelt voor de wondere romantiek van dit zeer bijzon dere plekje Holland, raad ik aan om Nieuw Loosdrecht en het kasteel De Sy pesteyn te bezoeken. Het zal voor u, evenals voor mij, een onvergetelijke middag zyn. En u zult er willen terug- keeren. R. P. Ik zal niet verder gaan met opsom men, want daarmee kan toch alleen maar een indruk van de veelheid en veelsoortigheid van deze prachtige ver zameling worden gegeven. En die is nu wel bereikt. Het merkwaardige van dit kasteel is dat het blijkbaar nog m^ir bij zoo wei nig menschen bekend is, ofschoon het aantal bezoekers voortdurend ietwat toe neemt. Er komen nu een duizend be zoekers in een jaar. Velen zijn er voor de tweede en derde maal teruggekeerd, en dat verheugt jhr. van Sypesteyn. Er wordt voor het museum een entrée ge heven van 50 ets., blijkbaar alleen om te voorkomen dat iedereen er zoo maar binnenloopt, maar niet meer bij een herhaald bezoek. En de Heer van Sype steyn zeide mij dat hy de laatste was van zijn geslacht, en dat hij van het kasteel nu een Stichting had gemaakt, opdat het zou blijven voortbestaan als museum. In 1899 werd een aanvang gemaakt met het onderzoek naar de grondsla gen van het oude middeleeuwsche kas teel, waarvan vrijwel niets meer over wastenminste niets zichtbaars, be halve een gedeelte van de grachten. Maar toen jhr. van Sypesteyn, die de gronden had aangekocht, in het veen liet graven, vond hij daarin het volle dige beloop dier grachten, met de oude schoeiïngen en brugovergangen. Op de oude fundamenten, die werden blootgelegd, werd op het voorplein de oude buitenmuur met torentjes en poortgebouwen weer opgetrokken. Dien buitenmuur met een torentje ziet u op een der chichés in dit artikel. Er waren ook sporen van een steenen brug ,die herbouwd werd, en in 1911 wer den de fundamenten van het kasteel zelf volledig blootgelegd. Daar lag de com plete plattegrond van het oude gebouw zooals het in de Middeleeuwen was ge weest. In het voorwoord in een door hemzelf geschreven gids getuigt jhr. van Sype steyn dat er bij dit werk geen voorop gesteld plan was om het kasteel te her bouwen. Het belangwekkende der vondsten leidde er langzamerhand toe, Het gevolgde systeem was dat hij bij het hooger optrekken der nog bestaan de fundamenten en muurgedeelten een gebouw zou verkrijgen dat gelijk w; aan het oorspronkelijke, tenminste in de omtrekken. De hoogte kon hij opma ken uit de oude teekeningen, en verde; baseerde hy zich op het einde der 15e en begin der 16e eeuw een tijd waar in de kasteelen meer bewoonbaar wer den gemaakt en vooral meer vensters erin aangebracht. Gefantaseerde versieringen komen niet in het kasteel voor en bij de inrich ting is er naar gestreefd om uitsluitend oude voorwerpen te gebruiken. Alle schouwen .deuren en deursluitingen zyn uit den tijd. Jarenlang heeft jhr. van Sypesteyn die verzameld; overal in Ne derland heeft hij ze bij het sloopen van oude gebouwen gekocht. Dat geldt ook voor de steenen en het zware hout, bij den bouw gebruikt, en zelfs voor een deel van de deurhengsels en sluitingen van vensters en luiken. Het ontbreken de werd zorgvuldig volgens de oude voorbeelden vervaardigd. Welk een arbeid!en welk een be koring moet er van uitgaan voor den' inan d'e op die wijze het kasteel vau LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL. DOOR INSPANNING UIT SPANNING. SILVIA SILOMBRA. In geen van zijn stukken toornt Jhr. van Riemsdijk zich zoo zeer - tooneel- schrijver als in Silvia Silombra. Men moge over 't genre van dit tooneelwerk oordeelen, zooals men wil, men zal toch moeten bekennen, dat Silvia Silombra uitstekend van bouw is. Men ziet in dit stuk, dat van Riemsdijk school is ge gaan bij Sardon en Dumas. Bij den laatste zelfs te veel. Silvia Silombra loopt vrijwel geheel parallel met Margaretha GauGhier zelfs de beroemde scène van Armand in het vierde bedrijf ontbreekt niet maar in deze transplantatie van Margaretha Gauthier in de tooneelkrin- gen toont van Riemsdijk zich volkomen kenner van het vak. In dit stuk is alles uitstekend voorbereid en de rollen zijn tot de kleine toe bijna zonder uit zondering speelrollen. En de titel rol is er éen voor een ster. Hieraan is dan ook het succes van het stuk in de eei-ste plaats te danken geweest. Ik vermoed, dat mej. Busquet weinig rollen met zoo veel liefde gespeeld zal hebben als de titelrol in dit stuk van Van Riemsdijk. Deze rol ligt volkomen in haar talent en de verwachting, die ik er van had, heeft zij dan ook geens zins teleurgesteld. Zelden heb ik mej. Busquet beter gezien dan in deze sterre- rol, waarmee zij voor de zooveelste maal heeft bewezen, dat zij als geen an dere dilettante in Haarlem een actrice is voor het groote werk. Ik heb waar lijk respect voor wat mej. Busquet in de rol van Silvia Silombra heeft gepres teerd! Men moet heel wat techniek en speeltalent bezitten om zulk een groote rol met zoo'n zekerheid, zoo beheerscht en in stijl te spelen. In het eerste bedrijf leed het spel nog aan gemaniëreerdheid, klonk haar stem wat geaffecteerd, was alles nog te veel „tooneel". Maar in het tweede bedrijf als de angst voor haar ziekte Silvia be sluipt was zij er reeds geheel en al in. Toen toonde zij zich de actrice van ervaring, vakkennis en talent! Zij be- heerschte de groote scène met den priester volkomen. Uitstekend gaf zij de haar verterende angst en zij wist haar spel volkomen op peil te houden in de daarop volgende veel van de actrice vergende tooneelen met den dokter en Renée Raneck! Dit was volkomen het spel. wat uiterlyk maar van sterk dramatische kracht dat deze rol ver langt. En in de lange, gerekte sterf scène toonde zij een techniek, die men van een dilettante byna niet durfde verwachten. In rollen als deze Silvia Silombra toont mej. Busquet zich altijd nog de eerste vrouwelijke kracht van het Haarlemsche dilettanten-tooneel. In het groote, breece spel kan geen ander in Haarlem haar nog evenaren In het milieu van D. I. U. is mej. Bus quet de ster. Dat geeft aan een voor stelling. waarin zij medewerkt iets on evenwichtigs. Iemand van de kracht van den heer P. Wouda kan tegen een ac trice als mej. Busquet met haar groote routine moeilijk op. Dit bleek ook gis teren in verschillende scènes, die zij samen speelden. Toch kan men respect hebben voor de manier, waarop hij zich door de rol van dezen aristocraat-schrij ver een rol. die hem niet geheel lag heensloeg. Met het groote tooneel in IV, dat hij met volkomen overgave speelde, wist hy de zaal mee te krijgen en mocht hij een warm applaus van het enthousiaste publiek inoogsten. Dat mevrouw Bergman een vermake lijke Cosima zou zijn, was te verwachten. Misschien zou men de opmerking kun nen maken, dat deze oud-actrice haar stem en uitspraak wel wat heel weinig had gecultiveerd wat men van de meest en der acteurs ook kon zeggen maar in het komische kwam deze rol niets te kort. Mevrouw Bergman speel de de klaploopende oude rot een der dankbaarste rollet? uit het stuk met verve en blijkbaar genoegen. Zij heeft er dan ook veel plezier van gehad. Van de verdere bezetting kan men zeggen, dat het artisten-milieu wel wat meer kleur had kunnen krijgen. Het was wel eens moeilijk in deze dames en heeren tooneelspelers en tooneelspeel- sters te zien. Maar overigens gaven zij zich met blijkbare liefde aan hun rollen en hadden zij er succes mee. Mevrouw Van Huizen bleek een dilettante, die zich gemakkelijk op het tooneel beweegt en die goed spreekt. Dat is reeds veel! Zij had de actrice in Floor nog wat meer naar voren kunnen brengen, maar het snibbige in de figuur kreeg van haar behoorlijk zijn deel. Van de mannen uit het tooneelmilieu was de heer Hoeben de beste. Hij speelde den tooneeldirec- teur met aplomb en hij „vulde" van alle heeren met zijn spel het meest het tooneel. Een aardig komisch figuurtje was Kobus, de tooneelknecht, van den heer Ruifrok. De heer Kordelaar speelde den priester ingetogen en sympathiek, maar het spel bleef wat mager tegenover het breede spel van mej. Busquet. De heer J. van Elten debuteerde gisteren bij D. I. U. in de rol van Dr. Serbroek. Wy hebben Van Elten wel eens beter gezien, vaster in zijn typeering. Toch bracht hij met zijn spel een zekere rust op het tooneel, al had de rol nog meer mildheid kunnen verdragen. Deze dokter was wat te stroef. De regie viel te loven. De voorstelling was blijkbaar goed voorbereid en als ge heel was het een voorstelling, die dank zij vooral het spel van mej. Busquet het groote sucecs dat zij behaalde, verdien de. Aan mej. Busquet werden blijk baar van den auteur fraaie bloemen na het derde bedrijf aangeboden. Het publiek heeft haar na elk bedrijf warm toegejuicht. Vóór den aanvang der voorstelling heeft de heer A. J. Hoeben, die wegens drukke werkzaamheden zijn functie van voorzitter had neergelegd als be stuurslid van D. I. U. afscheid genomen van de leden. De mededeeling. dat hij nog dikwijls als werkend lid voor de le den hoopte te verschijnen werd met applaus ontvangen. De nieuw gekozen voorzitter, de heer W. Plantinga bood den heer Hoeben met een woord van dank voor alles, wat hij voor D. I. U. had gedaan, een bloemenmand aan. J. B. SCHUIL-. HERMAN GORTER HERDENKING Onder auspiciën van den Soc. Kuns* tenaars^Kring zal op Zaterdagmiddag 1 October in de kleine zaal van het Concertgebouw te Amsterdam een herdenking van den dichter Herman Gorter plaats hebben. De volgende voordrachtkunstenaars zullen belangeloos medewerking vers Qeenen: Charlotte Kohier, Liesbeth SanderssHerzberg, Albert van Dal= sum en J. Sternheim. Mevrouw Lank= hout zal enkele pianossolo's spelen. De geheele opbrengst van den mid= dag is ten bate van de Vereeniging der tuberculose „Zonnestraal". STADSNIEUWS. HEROPENING „MODERN'* Het welbekende Cabaret „Modern", aan de Raaks, is dezen zomer geheel gerestaureerd, zoodat den bezoekers in het a.s. winterseizoen een mooi theater wacht. Ook is er een nieuw orkest, de „Gold Star Band", uit „Modern" in Utrecht. Vrijdag 30 September is de opening. Gedurende de eerste veertien dagen zal de humorist Lou Bandy, in het caba ret optreden. EEN JUBILEUM TN HET MILITAIR TEHUIS In het blad „De Nederlandsche Krijgs man" vestigt een oud-militair de aan dacht op het aanstaande jubileum van den heer Brands en zyn echtgenoote, die op 1 October a.s. 121/2 jaar als Huis vader en -moeder in het Tehuis voor Militairen zullen werkzaam geweest zijn. Zeker zal het het jubileerende echt paar, dat bij alle bezoekers van het Te huis hoog staat aangeschreven, op 1 Oc tober niet aan blijken van belangstelling ontbreken. FAILLISSEMENT. Woensdag werd door de Haarlemsche rechtbank in staat van faillissement verklaard J. F. Koch, kruidenier te Haarlem, 2e Hoogewoerddwarsstraat 38; Curator Mr. J. A. P. C. ten Bokkel alhier Rechter Commissaris Mr. J. D. Pasteur. DE HAARLEMSCHE POSTZEGEL- BEURS De Haarlemsche postzegelbeurs is, na een rusttijd gedurende de zomermaan den en aangemoedigd door het succes van het vorige jaar, wederom met de voorbereidingen voor de voortzetting der postzegelbeurs begonnen. Zij zal daarbij een proef nemen met de beurs niet te houden op Zaterdagmiddag, maar op Maandagavond, voor het eerst Maandag 3 October, in het gebouw van den Haar. lemschen Kegelbond. Het belang van de vele verzamelaars bij deze beurs is wel in hoofdzaak, dat- er voor ieder, groot of klein, wat van belang zal zijn. Boven dien blijft ieder liefhebber steeds op de hoogte van alle bijzonderheden op phi- latelistisch gebied. Ook kan men er van verzekerd zijn, dat de nieuwste zegels byna altijd al aanwezig zullen zyn, zeer kort na hun verkrygbaarstelling, zoowel in binnen als buitenland. De beurs be oogt verder voornamelijk onder amateurs het verzamelen te bevorderen en even tueel voorlichting te geven. Het lidmaat schap is tegen een gering bedrag voor ieder opengesteld. Het bezoeken der beurs is voor ieder verzamelaar gratis; zy, die als verkooper zouden willen op treden, moeten toestemming van het be stuur hebben. De bedoeling zit verder voor, aanbiedingen aan verzamelaars te doen tegen zeer billijk tarief, opdat vele onwetenden niet tegen fancy-prijzen, zooals nog maar al te veel in de postze gelwereld voorkomt, zich zegels zullen aanschaffen. Van hoeveel belang de beurs kan zijn voor de philatelisten, blijkt wel wanneer men eens kennismaakt met deze instelling te Amsterdam. Men zal dan moeten er kennen, dat dit een voor verzamelaars onmisbare gelegenheid is, en dat ook Haarlem zoo iets noodig heeft. DR. H. J. KIEWIET DE JONGE. TACHTIG JAREN. De eere-voorzitter van het Aigemeene Ned-erlandsch Verbond, Dr. H. J. Kie- wiet de Jonge wordt heden, Donderdag, jaar. De heer Kiewiet de Jong he~"t verscheidene jaren het gymnasiaal onderwijs gediend. In 1912 nam hij afscheid als rector van het gymnasium te Dordrecht. Een lan- reeks van jaren was hij de groote stuwkracht van het Alg. Ned. Verbond. Een trouw vriend van velen in Zuid- Afrika is hij. In den tijd van den Transvaal-oorlog werd op zijn aan stichting te Dordrecht een Perskantoor geopend. Dit had ten doel over de ge heele wereld gegevens te verspreiden over de ware aanleiding tot den oorlog, de krijgsverrichtingen en den aard en de zeden der Trausvaalsche Boeren. Voor de stamverwanten buiten Neder land heeft hij veel gedaan. Ook als hoofdbestuurder der Ned. Zuid-Afri- kaansche vereeniging. Dit alles zal ze ker heden met dankbaarheid worden herdacht door allen, die ware groot heid van geest en ziel weten te waar deeren. „Neerlandia", het orgaan, dat vele ja ren onder de leiding van dr. Kiewiet de Jonge heeft gestaan, biedt den 80-jarige veler kalukwenschen aan. Tal van oud- medewerkers en medewerkers huldig den hem. De redactie beperkte zich. Maar toch, het werd reeds een lange reeks. Een paar vermelden wij er van. Vooreerst halen wij aan den voorzitter van groep Nederland Prof. A. A. van Schelven. Deze sohrijft: „Nicht insofern der Mensch etwas zurücklasst, sondern insofern er wirkt und andere zu wïrken anregt, bleibt er von Bedeutung" heeft Goethe gezegd. Tridien dit waar is, en weinigen zullen het willen ontkennen, mag dr. Kiewiet de Jonge met dankbaarheid zijn 80sten verjaardag vieren. Die „Anregung" was er en is er. Vervolgens dr. J. B. Schepers. Deze verklaart Kiewiet de Jonge al tachtig Jaar! Och kom, 't is een vergissing van den tijd! Voor mij blijft hij de geestdriftige man wiens rollende stem ons meesleep te, wiens kleine gestalte groot werd, wanneer hij zyn Verbond deed leven voor ons en in wiens huis zoovele be raadslagingen en ontvangsten plaats hadden, om de heele wereld te vervullen van de glorie van onze stam en deze te verbinden aan Hollands oudste stad. Nu besef ik pas. dat ik mij het Verbond nooit recht heb kunnen voorstellen zon der hem als voorzitter met zyn vrouw, als een beminnelijke hulpe in alles, naast zich. En nu zeggen ze, dat hij tachtig jaar wordt. Nu "t zij zoo! Moge hij dan nog lang getuige zijn van een voortdurenden vooruitgang van zyn Algemeen Neder- landsch Verbond! En tenslotte vermelden wij neg dat de heer A. Stoop van Bloemendaal zegt; Tachtig jaar worden kan een twijfelach tige verdienste zyn als men zijn lichaam geen gelegenheid heeft gegeven om te sly ten: doch dr. Kiewiet de Jonge haal de zijn 80 jaren bij voortdurende werk zaamheid, in den strijd steeds noodig om iets belangrijks tot stand te bren gen. Daarom driewerf hulde en geluk gew-enscht. Verschillende anderen betuigden den grooten vaderlander nog hun hulde en dank, onder wie Prof. P. J. Blok, Prof. L. Knappert, Hendrik Muller, W. J. Leyds en Dr. J. Th. de Visser. De aige meene voorzitter van het Alg. Ned. Ver bond, de heer P. J. de Kan ter, besluit de tij. BAZAR GOEDE TEMPELIEREN. Er waren Woensdagavond op den ba zar van de Goede Tempelieren veel at tracties zoodat er groote gezelligheid heerschte. Het gezelschap „H. A. M." zorgde voor opgewekte muziek. Een ge zellig zitje in den theetuin geeft gelegen heid om de zaal geheel te overzien. Het rad van avontuur, de grabbelton en 't ballen werpen, hadden veel af trek. De verkoop ging schitterend. De bezoekers misten evenwel een vete. raan, den heer Crama. Jammer dat deze die op zijn 80-jarigen leeftijd nog altijd met jeugdig vuur medewerkt, thans in het Diaconessenhuis wordt verpleegd. Gelukkig maakt hy 't na een ernstige operatie, heel best. RECTIFICATIE. Op de fotopagina in ons nummer van Woensdag komt een afbeelding voor van Willem Mengelberg, in gezelschap van den heer Röell. Hier is de pen leelijk uitgeschoten. Naast Willem Mengel berg staat niet de Commissaris der Ko ningin, doch de heer Charles E. Boisse- vain. MARKTNIEUWS. HAARLEM. Noteering van 28 September 1927. Appelen 6—30 ct p. K.G. Peren 650 ct. p. K.G. Bloemkool 10—25 ct. p. stuk Roode kool 812 ct. per stuk. Groene kool 514 ct. per stuk. Andijvie f 1.10—f 3.50 per 100 struik. Posteltjn 70—80 ct. per kist. Spinazie f 0.70—f 1 per kist. Sla f 0.70f 2.50 per 100 krop. Wortelen 718 ct. per bos. Heereboonen 18—28 ct. p. K.G. Snijboonen 16—36 ct. per K.G Selderij 412 ct. per bos. Pieterselie 4—8 ct. per bos. BEVERWIJK Noteering van 28 Sept. 1927. Spinazie per kist f 1.30—1.50, postelein per kistje f 0.450.55. andijvie per kist f 0.901.10 wortelen. 100 bos f 7—12, komkommers per 100 f 7—11, aardapp. klei per K.G. f 0.08—0.09, ide mzond f 0.11, snijboo nen per K.G. f 0.200.42 heerenboonen per K.G. f 0.120.24 spruitjes per K.G. f 0.060.10, roode kool f 5—10, savoye- kool f 5.508, bloemkool f 10—24. alles per 100, uien, per K.G. f 0.0.60.08, sla per kist f 0.401.50, pieterselie, per bos f 0.060.08 selderie per bos f 0.04— 0.06 appelen f 0.08—0.34. peren f 0.10— f,36 druiven f 0.60—0.80. alles per K.Q,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9