HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 13 OCT. 1927 VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN GEMEENTERAAD. Aankoop perceel Koningstraat. Verbetering weg- bedekking voor eenige scholen. Uitbreiding Kinder huis Stads Armen en Ziekenhuis. Verbetering weg- aarisg Amsterdamsche Vaart. Geen Montessori- leermethode by gewoon lager onderwijs. Verschil lende interpellaties. Mej. Van Vlieten het Burger lijk Armbestuur. Heftig debat. De motie-Peper niet ondersteund. Het kind geboren op het Politie bureau. Mededeeilngen enz. Ingekomen zijn: Eerïcht van Gedeputeerde Staten dar Bij voor kennisgeving hebben aangeno men het rssdsbesluic van 13 Juli tot be schikbaarstelling van gelden ten behoe ve van den bouw van arbeiderswonin gen voor ouden van dagen op gronden d?r gemeente; een brief van dezelfden, waarbij wordt toegezonden een afschrift van hun be- sluit van 20 Juli 1927, No. 101 betreffen de de jaarwedde van den Gemeente ontvanger, welk besluit werd goedge keurd bij Koninklijk Besluit van 8 Sep tember 1927. no. 5. een verzoekschrift van den Neder- landschen Federatieven Bond van Per soneel in Openbaren Dienst om naar aanleiding van de onregelmatigheden, welke in eenige gasbedrijven hebben plaats gehad, ook hier een Commissie van onderzoek te benoemen, met een adhaesie-betuiging van de afd. Haarlem van dien Bona; en van de Onafhanke lijke Bedrijfsfederatie van werkers in de Metaalindustrie; een verzoekschrift van de Midden standscentrale voor Haarlem en omlig gende gemeenten om de zakelijke be- lasting op het bedrijf af te schaffen; een verzoekschrift van de afdeeling Spaarndam van „Het Witte Kruis" voor heen tevens vormende de commissie tot exploitatie van het zwembad van de voormalige gemeente Spaarndam, om het zwembad in de Mooie Hel als zoo danig te handhaven en om de noodige verbeteringen te doen aanbrengen; een motie van L. Peper, lid van den gemeenteraad, waarbij mej. W. G. van Vliet wordt uitgenoodigd haar functie ais lid van het Burgerlijk Armbestuur ter beschikking van den Raad te stel len. (Te behandelen bij de rondvraag), een verzoekschrift van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedien den ..Mercurius" om eene doelmatige re- geiing van de arbeidsbemiddeling; een verzoekschrift namens het perso neel van den Vervolgcursus no. 2 om J. L. Munnik te benoemen tot onder wijzer öij dien cursus; (Te behandelen bij punt 20, letter e van den oproepingsbrief). Gesteld worden in handen van B. en W. om prae-advies: le. een verzoekschrift van J. A. Ruijg- voorn om opheffing van de onbewoon baarverklaring, uitgesproken door den Raad der voormalige gemeente Spaarn dam voor perceel Westkolk 50; een verzoekschrift van M. Meijer om een tegemoetkoming in de studiekosten van zijn zoon G. Meijer, leerling van de Da Costa-Kweekschool een verzoekschrift van Tj. de Hoop om aan hem 2 perceelen bouwterrein aan de Noordertuindorplaan te verkoopen. Gedeputeerde Staten der provincie Noordholland hebben de uitkeering r.aar artikel 1 der wet van 24 Mei 1337 (Stok no. 156) over de maanden Mei tot en met December 1927 vastgesteld cp 224.708.84. Op voorstel van B. en W. wordt be sloten het in artikel 8 van boven genoemde wet bedoelde beroep niet in te stellen. De heer Joost en zegt naar aanlei ding van een adres van de Fed. van Personeel in publieken dienst dat naar zijn meening geen aanleiding is een on derzoek te doen instellen inzake cor ruptie bij het gasbedrijf. Inmiddels is bevreemdend de hou ding van leden der Vereeniging van Gasdirecteuren. Spr. houdt zich het recht voor bij de Begrooting daarop te rug te komen. De heer Slingenberg zegt dat te Haarlem nimmer sprake is geweest van ook maar iets bij de gasfabriek, dat niet in den haak zou zijn. Spr. kan mededee- len dat ook B. en W. de houding van het oude bestuur der Vereeniging van Gasdirecteuren afkeurt. B. en W. wil len echter afwachten wat nu het nieu we bestuur zal doen. De heer Peper meent dat de in stelling van een commissie als de Fed. Bond wenscht, toch gewenscht is ter wille van den goeden naam van de bedrijven, al neemt spr. dan aan dat te Haarlem alles in orde is. De heer Slingenberg is tegen een commissie. De justitie doet nu een on derzoek te Utrecht niet alleen naar de handelingen van den directeur te Utrecht rr.aar naar die van alle direc teuren en wel bij de leveranciers. Dat is genceg. Een commissie te Haarlem kan geen inzage van boeken van leve ranciers vragen. De heer Castricum is van meening d:het instellen van een commissie van c: <sk toch geen kwaad kan. De Voorzitter acht het onnoodig. De heer Peper dient een motie in, v 7 erbij de Raad besluit in te stellen een c: .missie van onderzoek als bedoeld in het adres van den Ned. Federatieven Bend van Personeel in Openbaren dienst. De heer Keerwolf zegt dat het raadsbesluit tot instelling van een ge meentelijke huurverordening nu v/el ticor de Kroon is vernietigd, maar dat de Raad nu naar andere middelen moet omzien om onredelijke huurverhooging tegen te gaan. Mede namens den heer Gerritsz dient spr. een motie in, waar bij de Raad besluit om een Bureau in te stellen om huurders wier huur wordt verhoogd met raad en daad bij te staan. S-: drukt den wensch uit dat B. en W. spxdig hieromtrent prae-advies zullen indienen. De heer Re in al da zegt, dat B. en V. wel mondeling prae-advies nu reeds kunnen geven. Spr. kan mededeelen, dat reeds eenige mededeelingen van huur- verhoogingen in handen van Bouw- en Woningtoezichtzijn gesteld. In beginsel is er geen bezwaar tegen om te voldoen aan hetgeen de heer Keerwolf wil: huur ders met raad en daad bijstaan. Dit zal kunnen geschieden zonder dat noodig is het instellen van een nieuw gemeentelijk bureau. De manier waarop raad en daad zal kunnen worden gegeven en hoever dat moet gaan, zullen B. en W. nog nader onder de oogen moeten zien. Over die quaes tie zullen B. en W. spoedig prae- advies uitbrengen. De heer Wolzak vraagt of hetgeen de heer Reinalda zeide is te beschou wen als een prae-advies van B. en W. De heer Reinalda antwoordt, dat verschillende gevallen van huurverhoo ging ter kennis van Bouw- en Woning toezicht werden gebracht. In die ge vallen is reeds met raad en daad bijge staan. Voor zoover in de gemeente dat kan. Voor zoover de menschen niet hoo- gere huur kunnen betalen zal de ge meente trachten hen aan een andere wo ning te helpen. Hoe 7er kan en moet worden gegaan zal nog nader onder de oogen worden gezien. De heer Klein komt terug op de motie-Peper. Hem is gebleken dat de menschen in geding zelf in hun belang de instelling van een commissie achten. In het belang van de menschen is het noodig en wenschelijk. Om die reden is spr. voor de motie. De heer Gerritsz ziet op dit oogen- blik. na hetgeen nu is bekend en na de mededeeling dat de zaak de aandacht vair B. er. W. heeft, geen reden tot in stelling der commissie. De motie van den heer Peper komt in stemming. Ze wordt verworpen met 30 stemmen tegen en 8 voor. Vóór stem den de leden Peper, Scholl, Castricum, Keerwolf, mevrouw Maarsehall-Komin. mej. van Vliet, Klein en Groenendaal. Als de heer Oversteegen zijn stem moet uitbrengen roept hij uit: „Het laat my koud". Hamerp anten. Het proces-verbaal van opneming der boeken en de kas van den gemeente-ont vanger wordt voor kennisgeving aange nomen. Achtereenvolgens worden zonder hoof delijke stemming aangenomen de voor stellen van B. en W. tot goedkeuring van de balans per 31 December 1926 van de woningbouwvereniging „Spaarnoog" en van de Haarlemsche Woningstichting „Vooruitgang", tot uitneming uit het ge meentelijk woningbedrijf van het per ceel Brouwersvaart 18, tot vaststelling van het le suppletoir e kohier 1927 der zakelijke belasting op het bedrijf, om den naam Rozensteeg te wijzigen in dien van Korte Rozenstraat, tot aanvaarding van het geschenk voor het Frans Hals museum van de „Vereeniging tot uit breiding der Verzameling van kunst en oudheden op het Gemeentelijk Museum te Haarlem", tot aankoop van een stuk je grond aan de Arnoldystraat en tot aanuoop van een perceel grond van het Burgerlijk Armbestuur der voormalige gemeente Schoten. Voorts de voorstellen van B. en W. tot aankoop van het perceel Koningstraat 8 en tot aankoop van perceelen aan het Zuider Buiten Spaarne en de Dubbele Buurt, in zake het verpachten van het recht tot aanplakken op borden en zui len, tot het verleenen van een crediet tot uitbreiding van het Kinderhuis van het Stads Armen- en Ziekenhuis. Het voorstel van B. en W. tot afwij- '■'ng van de verordening volgens art. 25 2e lid der Drankwet ten behoeve van een verioisvc-rgunning voor perceel Paul Kmgerkade 37 wordt aangenomen met 27 stemmen voor en 11 stemmen tegen. Tegen stemden de leden Peper, Me vrouw Maarschall-Komin, de Braai, Vis ser, Keesen, mej. Van Vliet, Mej. Ber denis van Berlekom, Gerritsz, Stam, Groenendaal en Bijvoet. Voordat verder met de behandeling van de agenda wordt voortgegaan vraagt de heer Van de Kamp de vergade ring te 5.30 uur te laten eindigen. De Voorzitter: Als 't nu eens tien minuten over half zes mocht worden en wij zijn dan klaar? Laat de heer Van de Kamp dat nu maar aan mij overlaten. PUNT 9 Voorstel van B. en W. om afwijzend te beschikken op een verzoek van S. L. Blom en Tj. ce Vries tot géheele of gedeeltelijke kwijtschelding van over- boekingsbedragen perceelen Leidsche- vaart. De heer Klein zegt dat naar zijn meening in dezen geen schuld bij ae gemeente is. Echter meermalen is een verandering in de voorwaarden van erf pacht gevraagd. Het moeten betalen van een jaar extra erfpacht als overboekings- kosten kan een bezwaar zijn. Kunnen de voorwaarden niet zoo veranderd wor den. dat niet een vol jaar maar drie maanden extra moeten worden betaald? De heer Reinalda antwoordt, das B. en W. gaarne dit denkbeeld willen overwegen en dan daarna den Raad van hun meening mededeeling doen. De heer Oversteegen kan niet inzien dat. als deze adressanten een verlies zouden geleden hebben, de ge meente dan maar zou moeten bijsprin gen. Op die manier zou de raad worden een „steuncomité voor kapitalisten". De heer Reinalda: het gaat niet om verlies. Maar om vergoeding van kosten van overboeking. De heer Overstecgen: Ik meen toch bij de stukken gelezen te hebben van verlies. De heer Reinalda wil trachten den heer Oversteegen het duidelijk te maken. B. en W. passeeren in hun prae- I advies de argumenten van adressanten Het voorstel van B. en W. wordt goed gekeurd. Gemisch dempende wegbe dekking voor scholen. PUNT 13. Voorstel van B. en W. tot verbetering van wegbedekking voor eenige scholen enz. De heer Scholl zegt dat nu eenige bijzondere scholen vroegen om een ge- ruisehlooze wegbedekking, B. en W. da delijk met een voorstel daartoe komen. Spr. drukt den wensch uit dat geleide lijk dergelijke wegbedekking ook voor de openbare scholen zal worden aange bracht. De heer Van Kessel juicht het toe, dat B. en W. dadelijk bereid waren aan bezwaren van adressanten tegemoet te komen. Want wat heeft men aan goede scholen, als het onderwijs er niet rus tig kan worden gegeven? Een andere vraag is of B. en W. ten aanzien van de soort van wegbedekking een juist standpunt innemen. De proef, genomen met deze wegbedekking in de Maerten van Heemskerkstraat is niet medegeval len. Spr. zou een wegbedekking verlan gen die ook voor de toekomst afdoende is. al kost dat dan wat meer. een waar bij niet telkens reparatiën behoeven te geschieden. De heer Mizérus zegt. dat hij de zaak in de Commissie voor Openbare werken al heeft besproken. Met het toe passen van de wegbedekking die B. en W. voorstellen, zal de zuinigheid de wijs heid gaan bedriegen. Gezien de ervaring er mede opgedaan in de Maerten van Heemskerkstraat is dit geld gaan weg gooien. Spr. zou het voorstel van B. en W. zoo willen zien aangevuld, dat er wordt gelezen: „B. en W. te machtigen een gewalsten of betonnen onderlaag te leggen onder de geruischlooze wegbedek king. De heer Klein Schiphorst zegt dat steeds nieuwe uitvindingen gedaan worden. Men moet ten aanzien daarvan iets durven wagen. De heer Van Kessel merkt op, dat te Bloemendaal goede ervaring is opge daan met het aanbrengen van topeka. Op het Zandvoorterpad is een laag to peka van 3 c.M. aangebracht op een gewone klinkerbestrating en het houdt zich daar goed. Dat is niet duur. De heer Reinalda betoogt, dat de Spaarnwouderstraat op den duur op een andere breedte moet worden gebracht. Daarom gaat het niet nu daar een ge- walsten onderlaag of een betonnen on derlaag te leggen. B. en W. hebben nu naar een oplossing gezocht waarbij een goad bovendek is te verkrijgen. Ze ko men nu met een systeem dat redelijk goed is. Te Enschedé is het systeem goed bevallen. Het is waar, dat in de Maer ten van Heemskerkstraat, waar deze wegbedekking ook is toegepast, eenige reparatiën noodig waren. Maar daarte genover staat weer dat op den weg De Bilt naar Zeist het goed voldeed. Wat de heer Mizérus wil gaat nu niet, omdat men na een jaar de onderlaag er weder uit zou moeten halen in verband met de verbreeding van de Spaarnwouder straat. De heer Mizérus zegt dat verbree ding van de Spaarnwouderstraat zeker noodig is, de verbreeding van de Dam straat is echter ook noodig, maar zoo spoedig wordt tot verbreeding niet over gegaan. Voor onteigening heeft de ge meente geen geld. Spr, wenscht zijn amendement te handhaven. De heer Van de Kamp oppert het idee dat B. en W. eens een straat laten bedekken ter lengte van 10 Meter met topeka en dan weder andere gedeelten van die straat laten voorzien van een ander geruischdempend dek, dan kan een eerlijke proefneming worden gedaan. De heer Reinalda antwoordt dat B. en W. tot het nemen van proeven be reid zijn, zij het dan met zoo als de heer Van de Kamp dat uiteenzet. Verder ver dedigt spr. het voorstel van B. en W. waarmede naar hun meening een rede lijke goede oplossing is te verkrijgen. Publieke Werken kan dan neg eens na gaan waar dit en waar een ander sys teem het beste is boe te passen. Het amendement van den heer Mieze- rus wordt verworpen met 32 stemmen tegen en 6 voor. Het voorstel van B. en W. wordt daar"- na zender hoofdelijke stemming aange nomen. Voetpaden verbetering. PUNT 14. Voorstel van B. en W. tot verbetering van voetpaden in het voormalige Heem stede. De heer De Breuk wil een poging doen om B. en W. te trachten te bewe gen het voorstel terug te nemen. B. en W. zeggen in de toelichting dat de trot toirs er zeer verwaarloosd en siordig uit zien. Spr. had zich dat niet kunnen in denken. De gemeente Heemstede 'besteed de steeds geld voor het onderhoud der trottoirs. Nadat spr. de trottoirs is gaan zien is hem gebleken dat het daar ter plaatse niet zuik een noodtoestand is als B. en W. dat voorstellen. De uitgaaf die B. en W. nu willen doen is niet ge wettigd. Het onderhoud van deze voet paden kan geschieden uit den post on derhoud van voetpaden enz. op de ge- meentebegrooting. De heer Keesen zegt dat andere we gen in geannexeerde gebieden er ook slecht aan toe zijn. Speciaal denkt spr. aan den Ouden Weg die in een bijzonder slechten staat verkeert. De Voorzitter zegt dat dit nu niet aan de orde is. De heer Keesen: Ik dacht dat de wegen in de geannexeerde gebieden aan de orde waren. Ik zal er dan later wel op terugkomen. De heer Klein Schiphorst stelt de vraag of de kosten van deze wegver- betering niet kunnen worden afgetrok ken van de eventueele schadevergoeding die Haarlem aan Heemstede zal moeten geven. De heer Van Kessel zegt dat afge zien van de vraag of de verbetering van de paden zoo urgent is, er nog een be zwaar is om nu met deze werkzaamhe den te beginnen. In de maand Januari is er in den regel werkloosheid. Men zou dan eenige wenkloozen aan dit werk kunnen zetten. Kan daarom deze zaak niet worden aangehouden tot de Be grooting en kunnen dan niet meer men schen dan B. en W. zich voorstellen aan dit werk gezet worden om hun werk te verschaffen? De heer Joost en had gedacht dat dit voorstel van B. en \V. minder een uitvloeisel was van een onderhouds plicht der gemeente dan wel een daad van financiesle politiek. Do vraag of wat B. en W. nu willen doen het meest noo dige is meent spr. ontkennend te moe ten beantwoorden. Men zou het echter dus kunnen opvatten dat gemeend werd voor die nieuwe ingezetenen iets meer te moeten doen dan voor anderen. Na de uiteenzetting van den heer De Breuk zal spr. echter niet met het voorstel van B. en W. kunnen mede gaan. De Voorzitter deelt mede, dat verscheidene bewoners van perceelen nabij Zuiderhout klachten hadden inge diend en .verzocht de toegangen tot hun perceelen goed in orde te maken. B. en W. hadden gemeend aan die klachten te moeten tegemoet te komen. Opdracht was gegeven aan den Directeur van Den Hout en de Plantsoenen. Gebleken was dat het onkruid daar ter plaatse welig groeide. Maar dat in die trottoirs te schoffelen bijna niet gaat. Daar zou te veel arbeidsloon mede heen gaan. De Directeur van den Hout en de Plantsoenen meende, dat andere maat regelen moesten worden genomen, op dat er geen onkruid meer kon groeien. Vandaar dat B. en W. met hun voorstel kwamen. Aan den heer Van Kessel antwoordt spr. dat men de zaak afgescheiden moet houder van de werkloosheidsbestrijding. B. en W. deden hun voorstel in het be lang van de ingezet&ien nabij Zuider- hcut. Nu echter de heer De Breuk, die ge acht mag worden in de eerste plaats de belangen van de ingezetenen in dit ge deelte der gemeente te behartigen, meent, dat niet dringend noodig is wat B. en W. voorstelden is spr. bereid het voorstel terug te nemen tot nader orde. PUNT 15. Voorstel van B. en W. om medewer king te verleenen voor verbetering van een gedeelte van den Rijksweg van Haarlem naar Amsterdam. De heer Mizérus merkt op dat we hier al vele jaren in de misère zitten. Spr. drukt den wensch uit dat B. en W. in deze zaak den noodigen spoed zullen betrachten. De Rijkswaterstaat zal het werk der verbetering van den weg reeds den 29en October aanbesteden. De heer Reinalda antwoordt, dat B. en W. in afwachting er van dat de raad dit voorstel zou aannemen reeds order gaven met het aanvoeren van de noodige materialen te beginnen. Het voorstel van B. en W. wordt goed gekeurd. PUNT 16. Voorstel van B en W tot het aan gaan van een overeenkomst met Haar- lemmerliede en Spaarnwoude inzake weghalen van vuilnis. Naar aanleiding van een vraag van den heer Oversteegen verklaart de heer Heerkens Thijssen dat het hier geldt het bestendigen van een bestaan- den toestand, waarna het voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. Voorziening behoefte aan Schoolruimte. PUNT 18. Voorstel van B. en W. in zake de behoefte aan Schoolruunte, strekkende onder meer tot aanschaffing van een verplaatsbare houten hulpschool en te besluiten die te plaatsen op een terrein ten Oosten van den Rijksstraatweg, ten zuiden van de Jan Gjjzenvaart. De heer Scholl is B. en W. dank baar dat ze reeds zoo spoedig praeadvies gaven op zijn voorstel. Hij vindt het echter jammer dat de bouw van de dub bele school in het noordelijk deel der gemeente niet tijdig gereed kan komen Verder vraagt spr. of B. en W. tegen de gemeenteöegrooting kunnen komen met een praeadvies over het voorstel om te komen tot de stichting van een dubbele school in de Amsterdamsche buurt. De heer Peper is heelemaal niet dankbaar. Spr. is van meening dat B. en W. reeds nu met een bouwplan en een raming van kosten der te stichten hulpschool hadden moeten komen tege lijkertijd met het voorstel dat ze nu doen. De heer Bruch antwoordt den heer Scholl dat de nieuwe school in het noordelijk deel der gemeente nog niet zoo spoedig klaar kan zijn. Besloten is wel tot den aankoop van den grond. Maar de goedkeuring van Ged. Staten moet nog worden verkregen. Inmiddels hebben B. en W. reeds voorloopige schetsen voor de school laten maken. Voorts zegt spr. toe dat voor de begroo ting er een praeadvies zal komen op het voorstel tot stichting van een schoolge bouw in de Amsterdamsche buurt. Den heer Peper antwoordt spr. dat de raad nog steeds aan het hoofd der ge meente staat. Zoolang dat het geval is kan niet geschieden wat de heer Peper wilde. B. en W. dienden eerst te weten wat de raad wil voordat ze bouwplannen lieten maken. Om die reden konden thans den raad die plannen niet wor den aangeboden. Het voorstel van B. en W. wordt goed gekeurd. Monlessori-onderwijs. PUNT IS. Voorstel van B. en W. om afwijzend te beschikken op een adres van A. Mars en anderen om te besluiten tot doorvoe ring bij het gewoon lager onderwijs van de „Montessori-methode" voor kinderen die in deze richting voorbereidend on derwijs hebben ontvangen. De heer Scholl zegt dat lezende de ingekomen rapporten men tot de con clusie komt dat het nemen van een proef gewenscht is. B. en W. echter meenen dat het nemen van een proef niet ge wenscht is. Spr. is het daarmede niet eens. Hij dient de volgende motie in: „De Raad enz. besluit B. en W. uit te noodigen bij d.e behandeling van de ge- meent sbegr acting te kernen met voor steller., die het nemen van een proef met Montessori-onderwijs voor gewoon lager onderwijs mogelijk maken". In de toelichting op dc motie zegt spr. nog dat wellicht een cursus voor het kweeken van leerkrachten noodig zal zijn. De heer Visser merkt op, dat toen indertijd het voorstel aan de orde was inzake voorbereidend onderwijs volgens de Montessori-methode hU al had ge voeld dat daar een bezwaar tegen was dat dan later verzocht zou worden de Montessori-methode ook toe te passen voor het gewone lager onderwijs. Tegen het Montessori-onderwijs zijn bezwaren, die niet zijn weg te doezelen. Op een Montessorischool verkeeren de kinderen in een sfeer, die vaak verschillend is van die waarin zij thuis zijn en waarin zij later in de maatschappij zullen verkee ren. Spr. kan zich indenken dat eenigen meenen dat dit een aanbeveling voor het Montessori-onderwijs is maar aan den andexen kant is er de practische zeker heid dat de kinderen, later in een ge heel andere omgeving zullen komen dan die van hun zonnige jeugd. Spr. gaat mede met het voorstel van B. en W. Hij is tegen het nemen van proeven in een verkeerde richting. Mej. Berde nis van Berlekom kan medegaan met het ontwerpbesluit van B. en W„ maar niet met de argu menten van het college nl. het kosten argument en het argument dat van de gemeente in de naaste toekomst nog be langrijke offers ten bate van het onder wijs zullen gevorderd worden. Het argu ment is, dat er is een gebrek aan goede leerkrachten. Om de leerkrachten gaat het. De heer Bruch zegt dat B. en W. zich hebben onthouden van een directe critiek op Montessori-onderwijs op het gebied van de lagere school. Alleen heb ben ze er nadruk op gelegd dat omtrent het Montessori-lager onderwijs hier te lande zoo goed als geen ervaring bestaat. Men tast ten aanzien daarvan nog vol komen in het duister. Er zou dus een proef moeten worden genomen. Echter maar niet iedere proef, die wordt ge vraagd moet dadelijk worden genomen. Voor een proef geldt drieërlei ten eerste dat iets leeft in de belangstelling van de ingezetenen, ten tweede, dat ze weten schappelijk is voorbereid en dat er eeni ge practische ervaring is en ten derde dat de financieele gevolgen met den stand der gemeentekas zijn te rijmen. Op de eerste vraag kan het antwoord bevestigend luiden. In antwoord op de tweede vraag kan worden gezegd dat de proef wel wetenschappelijk is voorbereid en dat er wel eenige ervaring is, maar dat die weinige ervaring niet tot buiten gewoon enthousiasme heeft geleid. Ten aanzien van de derde vraag zegt spr. dat in de naaste toekomst ten op zichte van het onderwijs verschillende voorstellen 'aan den Raad zullen moeten worden gedaan. Echter dient er op gelet te worden wat Is noodzakelijk, wat is nuttig en wat is weelderig. Wat nu aan gaat het nemen van een proef met de Montessori-methode voor het gewoon la ger onderwijs, dit Is niet een proef, die noodzakelijk of nuttig Ls gezien den toe stand der gemeentefinanciën. Het ne men van een dergelijke proef is ook niet gewenscht om de redenen genoemd door mej. Berdenis van Berlekom. Indien de raad mocht besluiten tot het doorvoeren van de Montessori-leer- methode voorlooplg op een school voor gewoon lager onderwijs dan zou de ge meente de opleiding van de teelkrach ten moeten ter hand nemen. Dan is er nog wel iets anders. Aan de opleiding van het bewaar- schoolpersoneel ontbreekt nog veel. Laat men dan niet beginnen met de oplei ding van leerkrachten van onderwijs waarmede nog een proef moet worden genomen. Dan gaat men naar het weel derige. Spr. wil evenwel nog opmerken dat de gemeente meer en meer aan voorbereidend onderwijs gaat doen. De gemeente moet echter maken dat ze niet op onderwijs topzwaar gaat worden. Om al die redenen meent spr. de aanneming van de motie-Scholl te moeten ontraden. In de replieken zegt mevrouw Maar schall-Komin dat de wethouder zelf kwam met een voorstel tot een voor bereidende Montessori-school. Hij moet nu een stapje verder gaan en medewer ken aan den verderen opbouw van het Montessori-onderwijs. De heer Bruch doet opmerken dat naar zijn meening Montessori-onderwijs heerlijk kan zijn voor jonge kinderen, maar dat naarmate die kinderen dich ter by de maatschappij komen, het goed kan zijn, dat ze verder van het Montessori-onderwijs verwijderd zijn. Aan het optrekken van een geheel Mon- tessoriaansch gebouw wil spr. niet me dewerken. De motie van den heer Scholl komt in stemming. Ze wordt verworpen met 25 stemmen tegen en 13 voor. Vóór stemden de leden Peper, Rei nalda, De Vos, Scholl, Joosten, Keer wolf, Koppen, mevrouw Maarschall- Komin, mej. Van Vliet, Gerritsz, .Stam, Groenendaal en Meijers. Het voorstel van B. en W. wordt daarna zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Benoemingen. Vóórdat de benoemingen aan de orde komen vraagt de heer Scholl het woord. Naar aanleiding van het voor stel van B. en W. om aan te stellen tot tijdelijk onderwijzer aan den ver volg cursus no. 2, den heer J. H. Ku ling, vraagt spr. of B. en W. zich voor taan willen houden aan de aanbeveling van het hoofd der school. De heer Boes informeert of niet een oproeping van sollicitanten kan ge schieden om dan daarna na te gaan wie het meest voor een benoeming in aanmerking komt. De heer Bruch antwoordt, dat men niet al te dogmatisch moet te werk gaan. Voor dergelijke benoemin gen zijn geen dogmatische criteria aan te wijzen. Naar bevind van zaken meet men te werk gaan. Nadat het hoofd der school een aanbeveling had gedaan kwam zich nog iemand aanmelden. De inspecteur werd geraadpleegd. Deze zeide dat beiden geschikt waren. Num mer twee had echter reeds eerder voor de betrekking gesolliciteerd en had meer dienstjaren. Wat nu te doen? B. en W. meenden dan maar te moeten aanbevelen der.geme die het meeste aantal dienstjaren had, reeds eerder had gesolliciteerd en die nu en dan was ingevallen. Echter de Raad is souverein. Benoemd worden: tot directeur van het gemeentelijk la boratorium voor pathologische bacterio logie de heer J. van Konijnenburg; tot tijdelijk leeraar in het boekhouden aan de Hoogere Burgerschool B met 5-Jarigen cursus voor den cursus 1927 tot 1928 de heer A. Tol te Amsterdam; tot tijdelijk leeraar in do electroteeh- niek aan de Gemeentelijke avondschool voor nijverheidsonderwijs de heer G. L. Klesser; tot tijdelijk leeraar aan de Gemeente lijke Avondschool vcor handelsonderwijs de heeren B. Buis tc Beverwijk en P. J. vo,n Hofwegen, L. J. F. van der Meulen, G. H. Wamelink en G. Beun, allen te Haarlem; tot onderwijzer aan den vervolgcursus 92 voor het tijdvak eindigende 31 Augustus 1927 de heer J. H. Kuling al hier met 20 stemmen tegen 17 op den heer J. L. Munnik. RONDVRAAG. - Bij de nu vorlgendc rondvraag is al lereerst aan de orde de motie van den heer Peper over Lidmaatschap van mej. Van Vliet van het Burgerlijk Armbestuur. De motie spreekt uit. dat mej. Van Vliet de onmisbare objectiviteit, mist om de functie van lid van het Burger lijk Armbestuur naar behooren te ver vullen en noodigt haar uit haar functie ter beschikking v%n den raad te stel len. Naar aanleiding van een vraag van den Voorzitter, verleent de Raad toe stemming deze zaak te behandelen. De heer Peper zegt dat hy meer malen in clen raad de ondersteuningen verleend door het Burgerlijk Armbe stuur ter sprake braoht. Dan werd ge zegd: ge beziet de zaak van één kant en gaat haar dan maar aan publiciteit prijs geven. Dit maal heeft spr. over de zaak zich van beide zijden laten inlichten. Van de zijde van den voor zitter van het Burgerlijk Armbestuur heeft hij steun gehad cm het noodige licht te verkrijgen. Het gaat ditmaal tegen een lid van het Burgerlijk Arm bestuur, waartegen spr. nu nimmer had gedacht te moeten optreden. Mej. van Vliet is een sociaal-demoerate. Aan haar inzonderheid mag men de eischen stellen dat ze zich een zelfstandig oor deel vormt, dat ze de wraakzucht ver mijdt en dat ze een beslissing niet handhaaft alléén terwilie van haar pers- tige. Het geldt de ondersteuning van een gezin bestaande geheel uit zieken, die allen in observatie zijn bij het Con sultatiebureau der Haarlemsche ver eeniging tot bestrijding der tuberculose. De man die aan bloedspuwingen lijden de was, mag niet werken. De vrouw was ééns per week werkende in een slagerij. Haar werd opdracht gegeven meer werkhuizen te gaan zoeken. Ze wei gerde dat en teen werd de steun op f2.50 teruggebracht. Later, toen bleek dat een vergissing in het spel was. werd de steun verhoogd tot f 3.50 en daarna tot f 5. De steun werd echter niet tot het oorspronkelijke bedrag terugge bracht. Aan herstel van vergissingen werd niet gedacht. Om aan dien plicht tot herstel van een stommiteit te ontko men moest de vrouw „als een stuk vee, bestemd voor een Paasoh-tentoon stelling" zich tweemaal per maand laten keuren. Verder liet men haar herhc.rl- delijk naar verschillende bureaux loopsn De man die half September weder aan het werk dacht te gaan. omdat hij geen hinder meer van zijn kwaal had. be gon daarna weder aan zijn kwaal te lijden. Spr. wer.dde zich tot Mr. Heer kens Thijssen, om aan '.e dringen op herstel van den ouden steun. Be:e zeide hem dat het alles alléén van mej. Van Vliet afhing. Geweigerd is de oude steun te herstellen. De heer Joosten: hm, hm. De heer Peper: Je moest je scha men. De heer Joosten: Jij moest je schamen. De heer Peper gaat voort met mede te deelen dat hij zich eerst trachtte in verbinding te stellen met den secre taris van de soc.-dem. raadsfractie den heer Scholl. Hij kon dezen echter niet meer bereiken op de fractievergadering. Daarna telefoneerde hij met den heer Gerritsz. Deze verdween echter spoedig van de telefoon. Vervolgens wendde spr. zich tot B. en W. Dat heeft echter ook niet gebaat. D?. heer Heerkens Thijssen zeide: Ik zal nog zien wat er gedaan kan worden. Aan hem is het te danken dat het ge zin nog één gulden steun van de St. Vincentlus ontvangt. Van mej. Van Vliet als socialiste en als arbeidster, had spr. een andere houding verwacht- De ondersteunde familie is een net ge zin in wier woning het er netjes uit ziet. Er staan geraniums voor de ra men. De man is van beroep rijwiel- monteur. Hij knutselt nog wel eens Van onderdeelen die hij heeft gekre gen heeft hij een fiets voor zijn jon gen gemaakt. Dat wekt den naijver van de buren op. Aan dien naijver had mej. van Vliet zich moeten weten te ont trekken. Daar zij dal niet deed is zij naar de meening van spr. niet in staat haar functie te vervullen. Het geval is te meer treurig omdat de vrouw in een weeshuis is geweest en de man reeds in het eerste jaar van het huwelijk aan zijn kwaal is gaan lijden. Men behoeft r.og geen socialiste te zijn en geen vrouw zegt spr. om in een dergelijk geval anders te handelen dan mej. van Vliet heeft gedaan, en om niet toe te geven aan bevooroordeeldheid door een wangunst van de buren. Nog nimmer is spr. bij andere leden van het Burgerlijk Armbestuur gestuit op een dergelijke onverzettelijkheid als bij mej. van Vliet. Volgens hem is mej. van Vliet niet meer in staat haar funetie. te bekleeden. De Raad kan haar niet meer handhaven als lid van het Bur gerlijk Armbestuur. De heor Heerkens Thijssen wil in qualiteit van voorzitter van hst Burgerlijk Armbestuur antwoorden. Hij stalt er prijs cp dat te deen. omdat het tot de taak van een voorzitter behoort, wanneer het geldt ie!s wat ln een vol tallige vergadering van het Burgerlijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 10