BRIEVENBUS Brieven aan de Redactie van de K'n- der-Afdeeling moeten gezonden wor den aan Mevrouw BLOMBERGZEE MAN. v. d Vinnestraat 21rood. bellen) JOHAN C. H. Je bent hartelijk welkom. Maar voor de Postzegel-Rubriek moet je je opgeven aan meneer Stolp, Bloemhofstraat 29r. Wou je ook een schuilnaam hebben? Noodzakelijk is het niet. BERLINER BOL. Je schreef me groot nieuws. Als Je het wedstrijdwerk klaar hebt en Je wilt het graag wegbren gen, bezorg het dan maar aan mij. Op welke school werk je nu? 't Is al verba zend prettig voor Je, dat Je wensch zoo gauw werd vervuld. Krijg je van het hoofd der school nu verder les? W. v. d. L. Ben Je wel eens In het Vredespaleis geweest? Er moeten buiten gewoon mooie dingen in zijn. Er was ze ker veel belangstelling by de lezing van Prof. C. Ga je 's Zaterdagsavonds naar de vergadering van de H. J. M. V.? Myn dank voor de toezending van het blaadje, Ik vind het er frlsch uitzien. Wie is nu voorzitter? Natuurlijk mag je me gaarne dat boek brengen. WIPNEUS. Heb je het zoo druk ge had met schoolwerk? Je ingezonden raadsel is goed. Heb Je al vaste plannen voor onzen Sint-Nicolaaswedstryd? Als je een of ander noodig hebt, vraag je het me maar. DISTELVINK. Je eerste raadsel is goed, maar by het tweede verzuimde je de oplossingen te vermelden. Ja, die Foto-Rubriek wordt vast nog een groote verrassing. Hoe staat het met jouw wedstrijdwerk? HARRY VAN PUFFELEN. Je briefje en raadsels kwamen de vorige week te laat. Voor Donderdag moet alles ln myn bezit zyn. 't Spreekt van zelf dat je de schuilnamen-raadsels moeihjk op kunt lossen. Zoek maar eens in de briefjes en by de oplossingen. BAKSTERTJE. Dat was nog eens een lange brief. Een zwart fluweel rokje lykt me ook keurig. Als je nog meer noodig hebt, kom je maar. Zoo lang ik voorraad heb, kan ik uitdeelen. 't Ls wel prettig, dat Je zoo vroeg be gonnen bent. Ben je nu aan het kin dermanteltje bezig? Fyn, dat moeder het geknipt heeft. Wat zal dat bont kraagje er snoezig op staan. Is deze brief lang genoeg naar je zin? GOUDSBLOEMPJE. Heb je na 4 uur nog handwerken? Op welke school ga je? Is Wim thuis gekomen? Hoe zag hy er uit? Ik denk, dat hy reuze veel te vertellen heeft. ROSWITHA. Je raadsel ls goed. Neen, ik heb die letters van Persil niet gezien, 't Is wel iets heel buitengewoons Misschien zullen we nu wel meer lucht- reclames zien. KRULLEMIE. Heb je het boek al uitgelezen? En was het naar Je zin? Je raadsels mochten nog meetellen, al was je te laat. Hoe is 't nu met moeder? Saai hè, als moeder ziek is. Ik hoop, dat Ik de volgende week een heelen vroo- ïyken brief van je kryg. MEJ. H. 'k Vond het aardig, dat U nnj eens schreef. Voor de kinderen is het heeriyk, dat U weer thuis is. Er wqrdt wel veel geduld van U gevraagd, 't Is-»al weer een lichtpuntje, dat U zulke goede en vriendeiyke hulp heeft. En wat prettig, dat U mag handwerken en er ook lu* in heeft. Het poppenpa- troon zal ik nu plaatsen. Wanneer 't anders ls dan uw patroon wil ik 't uwe graag overnemen. Als 't u goed doet, uw hart eens in een briefje uit te Storten, doet U het dan maar gerust. MEVR. J. K—v. d. M. Uw doch tertje is heel welkom. Er zyn meer van «lie kleine peuters, 't Hindert niets, dat ze de hoofdletjters nog maar achter wege laat. Aardig, dat U haar de Ru briek steeds hebt voorgelezen, ze staat er nu niet vreemd tegenover. Uw vrien- deiyke, waardeerende woorden stel lk zeer op prys. Wat leuk, dat ze nu ook meteen maar met den St. Nic.-wed- stryd mee wil doen. Als U haar helpt, zal het popje zeker ln een keurig kleedje gestoken worden, Den verlang den schuilnaam mag ze hebben. De briefjes moeten ulteriyk Woensdag in mijn bezit zyn. Wanneer 't u gemak- kelyker is, mag 't briefje bezorgd wor den aan 't Bureau van Haarlem's Dag blad, maar dan niet later dan Dinsdags. DE KLEINE KOERIER. Ben je het hout al aan 't bewerken? Heb je een fyn weekje achter den rug? Harte- ïyk dank voor de mooie lapjes. Daar heb ik er nooit te veel van. 't Begint al aardig druk te worden. Ik heb er graag wat drukte voor over. jy verlangt geloof ik al naar de tentoonstelling, is 't niet? Je raadsels zyn goed. DE KLEINE VIOLIST. Zondag ben ik nog langs je huis gewandeld en dacht: Wat wonen die jongens daar toch fyn! Heel wat rustiger dan in de stad. Zondags, als 't mooi weer is, is 't by jullie zeker veel drukker dan in de week. Er zullen 's Zondags heel wat auto's voorbysnorren. Uitkyken is te genwoordig de boodschap, of je in een stad of in een dorp woont IRMA K. Je bent harteiyk welkom STERRETJE, Zoo, ben jy een Winter-Rubriekertje? Zoo zyn er meer hoor. Ik vind, dat Je ln dien tusschen- tyd keurig bent gaan schryven. Hoe is het met je vriendin? Is er nog wel eens een logeerparty? Wat ben Je heeriyk aan 't feest vieren. Maar nu is 't zeker ook afgeloopen? GERARD H. Hout, zaagpatronen enz. kun jt krygen by meneer Stolp, Bloemhofstraat 29r. Gordynengoea heb ik wel voor je. Ook wel franje. Ik zou de vloeren belteen Ik kan je ook hel pen aan vloerkleedjes. ZUSJES G. Pltriet en raffia heb ik niet. Als je je adres opgeeft, wil lk er in de St. Nlcolaas-Rubriek om vra gen. Van dat gekleurde papier kun Je wel vlechtmatjes knippen, 't Kan ook wel dienen om doosjes te beplakken. ALIE. Ja, dat vind ik een leuk idee om van die kralen aardige ket tinkjes te maken. Ik heb er wat mooie doosjes voor. Voor die handwerkgarni- turen heb ik nog een heel geschikt mandje. Kom maar eens by me kyken. MADELIEFJE, Doe die plaatjes ln een aardige doos, dan ls het werkeiyk nog een aardig cadeautje. Ik vergat nog de Kinderbewaarplaats in de Aster- straat te vermelden. Die zullen we dit Jaar evenals andere jaren ook gedenken P v. d. H. Ik zou 't maar eens aan myn groenteboer vragen, hoe lang ik die cocosnoot kan bewaren. Ik kan 't Je on- mogeiyk zeggen. KNAGELIJNTJE." zyn jullie nog naar 't Haagje geweest? Ik kan me be grijpen, dat Je 't dolgraag wou. Heb je verder prettige vacantledagen gehad? DE KLEINE LORD^ Waarom zorg je zelf niet voor je konyntje? 't Is juist zoo'n aardig werkje om hem eten te geven. Ik begryp best, dat Je je eigen konyntje niet op wil eten. KRULLEMIE. Je briefje was nu bes' op tyd. Jo raadsels van de vorige week tellen mee. Prettig hoor, dat moe der weer wat beter Ls. Heb Je in de va- cantie nog eens by Sneeuwklokje ge speeld? ESCHDOORNTJE. Zou moeder nog lang moeten liggen? Laten we maar dankbaar zyn, dat ze langzaam vooruit gaat. Is Je jurk nu klaar? Er zijn zeker niet veel kastanjes. Je kunt ook wel meubeltjes van lucifersdoosjes maken. Daar kan ik Je wel aan helpen, 't Doet me plezier, dat Je de Oudste zoo'n mooi verhaal vindt. Ik herinner me nog heel goed, welk een mooi wiegje je verleden jaar instuurde. DE KLEINE MUSCH. De juffrouw vond het zeker erg aardig, dat je zoo goed om haar verjaardag dacht. Ik weet niet of ik haar ken. Hoe heet ze? Ver lang je al weer naar school? BABY PEGGY. Wie speelde er voor Sneeuwwitje? Vond Je die dwergen niet leuk? Zag je het voor de eerste keer? EDELWEISJE. Ik dacht wel. waar zit die kleine Edelweis? Maar ik ver trouwde er op, dat ze terugkwam. Leuk, dat je een vaasje schildert. Zoo'n kleed je voor een poppenwagen is ook welkom. Ben je er al mee bezig? Dezen schuil naam mag je houden, MEVR. R. VAN D.—K. Misschien kan ik u aan die platen helpen Kan Wanda er eens naar komen kyken? TOONEELSPEELSTERTJE. Wat ben je lang uit geweest! En heb je veel genoten? Vond Je de omgeving niet mooi? Ik vind het gezellig, dat Jullie er weer zyn. WIELRENNER. Ben Je ln dien tyd een echte Wielrenner geworden? Natuur lijk ben je weer welkom. Ik vind het flink, dat jullie maar dadelijk voor den St. Nicolaaswedstryd aan 't werk gaan. DUINROOSJE. Je mag dezen naam houden. Als zus beter is, mag ze ook meedoen. Ik hoop toch niet, dat ze erg ziek is. Wat gezellig zoo drie Rubrieker- tjes in één klas. Wordt er wel eens eventjes gebabbeld? ROZENTAKJE. Je raadsel is goed- jy bent nog eens een Teekenaarster en een grappenmaakster meteen. Dat was een snuggere Piet! Als Je vriendin met 't een of ander zit, wil jy haar zeker wel op weg helpen. ROSWITHA. Je raadsel is goed. GOUDKOPJE. Nu niet meer ziek worden, hoor! Op 3 December zal het een vreugde-dagje worden. Dat wil ik je wel vast voorspellen. Hoe ls 't nu met Eef? Speelt de blinde darm niet meer op? Mag hy al uit bed? Jullie heele fa milie moet eens op onze tentoonstelling een kykje komen nemen. KIKKI. Dezen naam mag je hou den. Gezellig, dat de beide vriendinnen nu meedoen, 't Was heelemaal niet bru taal, dat Je meteen maar de raadsels inzond. VENTJE PIGGELMEE. Dat is altyd een heel prettig cadeau, een poppekamer Heb je er nog iets voor noodig, dan kom Je maar eens bij me kyken. Heeft moeder hem al behangen? Er is nu zeker alle dagen werk aan den winkel. GOUDHAANTJE. Den eersten tyd wil jy Je vriendin zeker wel wat op weg helpen. Ze is anders flink van wal ge stoken. Is Je theemuts al gevoerd? En ben je al aan de jurkjes begonnen? 't Is nu net weer om gezellig ln huis te zit ten, PRINS WILLEM VAN ORANJE, Je kunt het zeker wel goed vinden met je onderwyzer. Ik ben heel benieuwd om je legplaat te zien. Dat is yog een heel precies werkje. Vind je ook niet? AMAZONE. Is 't tweede rokje ook al klaar? jy weet nog eens van opschie ten. Je strikvragen zyn goed. Je ver loren brief ls door een eerlijken vinder ln inyn bus gestopt. Dus dat is al weer een bof. CONDOR. De volgende week hoor lk zeker wel een en ander over 't ver- Jaarsfeest. Ben je nu aan 't wedstrijd werk begonnen? Ik heb nog wel carton voor Je. Kom maar eens keuren, of 't voor Je legkaart te gebruiken ls. In de Sint- Nlcolaas-Rubriek staat een adres, waar Je raparatiewerk halen kunt. Je raadsels zijn goed. MARY. Was de doos goed? Mocht Je nog meer noodig hebben, dan stuur Je zus nog maar eens. BOSCHWACHTER. Aan 't eind van de maand mag je ook meeloten. Ja Jon gen, vervelen behoef ik me nooit. Daar zorgen jullie wel voor. GRACE. Wat prettig, dat zus weer beter is. 't Is dus met een sissertje afge loopen. zyn de vlekken nu ook weg? 't Doet me plezier, dat Je ondanks den afstand zoo graag naar de Avondschool gaat. Dan zul je er zeker wel wat van opsteken. TIJL-TIJL. Je bent harleiyk wel kom. Je plannen voor den St. Nicolaas wedstryd juich ik zeer toe. Dezen naam mag Je houden. Wel eenlg hè, dat nu de belde zussen meedoen. KLEINE ULBO. Als je 't weet, ls 't gemakkelijk raden. Maar ik vertel je lekker niet, wat er op 3 December ge beurt. Zal lk nog een keertje raden: be hangselpapier. Anders kan lk niets be denken met beh. Natuuriyk is 't fout. MOEDERS HULP. Gelukkig, dat het patroontje nu goed uitkomt. Dat die Kees al haast klaar is. Vertel jy me e i stilletjes, wat hy maakt. Wat aardig, dat die kleine Jo ook zoo dapper mee doet. Ben je nu voor Jezelf bezig? WILDEBRAS. Je was nog best op tyd. Als de krant weer weg is, kom by my dan maar een andere halen. FRIEZINNETJE. Is 't babybroekje al klaar? Wil je my het patroon zenden van het baby-pakje? Er heeft nog een Rubrlckertje om gevraagd. Wel Jammer, dat er nog geen beukenootjes waren. Maar dat wandelingetje ln het Bloeinen- daalsche Boscli was toch ook wel heeriyk VERGEET-M3J-NIETJE. Kom je toe met je zij? Anders maar vragen. We zyn ln de wereld om elkaar te helpen. Waar heb Je het verder zoo druk mee? AMICO. Dat onvolledige raadsel was van Theeroosje. Dus zy kon de op lossing wel opschrijven. Gesnapt? ZILVERSTERRETJE. Ik ben bhj dat de kistjes zoo goed van pas kwamen. Ja, zoo'n borduurdoos kan cr prachtig uit groeien. Als Je er verder nog iets voor noodig hebt, klop je maar by me aan, KLEOPATRA.Dat was nog eens een gezellige brief. Wat zal «lat straks een fyn jurkje worden. Ik ben zeer be nieuwd om het te zien. Je hebt golyk. dat Je voor jezelf een boudoirtje hebt ingericht. Dat hoort by Je koninklijken naam. Ik vind het zeer vernuftig, dat je er zelf electrisoh licht hebt aange legd. Dat zou Kleopatra niet hebben klaar kunnen spelen. Moeder heeft nu zeker meer respect voor je gekregen. Wat heb Je een heeriyke bruiloft in het vooruitzicht. Leer je er nog iets voor? Hartelijke groeten voor allen. BRUINOOGJE. Gaat het met het borstrokje naar wensch. Knap hoor, dat het onderjurkje al klaar is. Is er uit het kastje ook nog wat te voorschyn geko men? ROZEMARIJNTJE. Ja„ die o moest een v wceen. Dat heb je kranig klaar gespeeld. THEEROOSJE. Heeriyk, dat moe der weer aan het opknappen is. 't Zal natuurlijk neg wel een heel poosje du ren, eer moeder de oude weer ls. Het patroon van de pop komt waarsdhynlijk nu in de Rubriek. EEN NAAMLOOZE. Tc Vermoed, dat het een van de tweelingetjes 'is.Zijn die verleden week 13 jaar geworden? En zyn er zes kinderen op visite ge weest? Willen ze voortaan namen zet ten onder raadsels en briefje. DUIVENVRIEND. Je raadsel is goed. Ik heb je aanvraag nog eens ge plaatst Ik denk dat Je in het voorjaar meer succes zult hebben dan nu. Maar wie niet waagt, wie niet wint. HOUTRAKKERTJE. Wat hoorde ik in langen tyd niets van je. Ik ben blü dat Je weer tyd kunt vinden om geregeld mee, te doen. Hoe maken juf fertje Praatgraag en Veldbloempje het? Gaan Jullie niet naar het nieuwe huis? RIE T. Als ik Hiillebonnen kryg eal ik ze voor Je bewaren. W. BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vinnestraat 21 r. Haarlem, 21 October 1927. ST. NICOLAASRUBRIEK. JACOB WIJNGAARD zond my eer doos met hulzen, 't Ziet er keurig en so lide uit hoorl DE KLEINE VIOLIST en DE KLEINE VOGELVRIEND zonden me boeken, die er als nieuw uitzien. Van een vriendeiyke dame ontving ik nog mooie lappen, doozen, blikjes en een popje, dat aangekleed moet worden. Ik ontving verder nog: klossen, lucifers doosjes, haakcartonnen, glazen buisjes, sigarenkistjes, ansichtkaarten, platen, achtergronden voor poppekast of theater haakzyde, orion, kant, band, speldenkus sentjes, latjes, enz. enz. Wie er iets van kan gebruiken komt het maar by me halen, AMAZONE, Voorhelmstraat llzwart, vraagt restjes wol. Wie defecte poppenmeubelljes wil re- pareeren mag ze komen halen by MEVR. VAN DELFT—KLEIMAN, Dr. Leyds- straat 7rood. J. Goedhart bracht me speelgoed en doozen. By dat speelgoed zyn twee pop pen, waarvan de een een stelletje nieu we kleeren behoeft en de ander moet een nieuwe kop hebben. Wie er een voor haar rekening wil nemen, komt maar by me. Den vriendciyken winkelier, die mU zulke mooie doozen zond, dank ik har- teiyi^ daarvoor. BIJVOEGSEL VRIJDAG 21 OCTOBER 1927 No. 44 AAN ALLEN! 't Gebeurt wel eens, dat ik een inge zonden raadsel goed keur en toch ver anderingen aanbreng. En dan gebeurt het natuuriyk ook, dat lk een briefje kryg met de vraag, waarom lk het ver anderd heb. Maar 't gebeurt gelukkig ook wel eens, dat Inzender of inzendster van het raadsel me later schryven: „zoo als U het veranderd heeft, was het be ter." Dat doet me dan altyd genoegen, want dat is een bewys, dat we elkaar begrijpen. Als alle menschen en alle kin deren elkaar begrepen, dan was er heel wat ruzie en heel wat verdriet minder in de wereld. Om op dat veranderen terug te komen. Laatst stond er in een raadsel een ezel is De drie puntjes moesten aange vuld worden met de letters dom. Maar 't is niet waar, dat een ezel dom is, daar om schreef ik* er niet voor. We zeggen wel: zoo dom als een ezel, maar bewy- zen voor die domheid zyn er niet. Wie zyn grauwtje goed behandelt, het meer eten dan slaag, of nog beter 't heelemaal geen slaag geeft, zal bemerken, dat zyn ezeltje spoedig zyn verzorgers kent. Rus tig voert het zyn last ook wel langs on gebaande wegen en wanneer het stil biyft staan, is daar een reden voor. Mis schien nadert er gevaar, of 't hoort een ongewoon geluid. Kon een mensch de dicrentaal verstaan, dan zou het hoo- ren, dat i-a, i-a, een verzoek inhoudt, of een waarschuwing. In de menschenwereld worden de die ren vaak heel verkeerd beoordeeld. Zoo praten we van vuile, vieze varkens. Maar, als een varken vuil en vies is, is dat de schuld van zyn baas. In een netten, zin- deiyken stal wordt een varken niet mor sig. Menig jongen schreeuwt als een var ken, als moeder hem in de badkuip stopt. Een varken zoekt Juist het water op. Het varken kan 't niet helpen, als er slechte vuil en morsig water in zyn nabyheid ls. Een varken snakt naar het water om de lastige insecten, die zich op zyn vette huid neerzetten, kwyt te raken. En dan praten we van een diefach- tlgen ekster? Wat weet zoo'n vogel van het mijn en dyn? Zeker, het is vaak voor gekomen dat hy een glinsterende ketting of een ring, ja zelfs wel een geldstuk wegnam en het gestolen voorwerp naar zfln nest. voerde. Jullie hebben zeker allemaal wel eens zoo'n verhaal gelezen. En 't is ook werkeiyk waar, dat de ek sterfamilie zich by zonder aangetrok ken gevoelt door glinsterende voorwer pen. Waarom? Omdat een ekster een buitengewoon bekwame architect is. Zoo'n eksterncst is een prachtig stuk bouwwerk. Telkens worden veranderin gen en verbeteringen aangebracht. Mis schien ziet hy in dien gouden ring een prachtige muurversiering, of een meu belstuk. In een myner vorige praatjes over pa ling en zalm hebben Jullie kunnen lezen, dat visschen ook heusch niet stom zyn. Het goede zoeken in mensch en dier, laat dat altyd maar ons streven zUn. Niet afgaan op wat de menschen zeggen en zelf waarnemen en uit eigen oogen ky ken, dan noemen we geen ezel meer dom, geen varken, meer vuil en geen visch meer stom W. B.—Z. HANDWERK-RUBRIEK. Gebreide pop. Deze pop kan men breien van wol of katoen. Men zet 30 steken op en breit steeds recht 48 toeren Dan breit men met een andere kleur 10 toeren. De romp ls dan klaar. Nu nemen we 15 steken op een pen voor het been. 20 toeren worden nu recht gebreid. Dan met de andere 15 steken weer 20 toeren. De voorzyde is klaar. Dit lapje bergen we nu goed weg. Een zelfde lapje breien we voor de rugzyde Is dit ook klaar dan worden de helften aan elkaar genaaid maar zoo, dat we aan weerskanten van de bovenzyde 8 ribben openlaten voor de armsgaten. Voor den schouder hechten we aan iedere zyde 4 steken vast. Van de beenen hebben we nu de lengte tot aan de knie. De onderbeenen zyn nu aan de beurt. De 30 steken van een been breien we nu in de rondte, dus met 4 pennen. Op iedere pen dus 10 steken. De binnenste steek breien we averecht, daar die als naadje dienst moet doen. By het 4de, 6de en 10de naadje minderen we. Dan breien we een hieltje. Nu vooral er om denken, dat we de hiel precies aan de achterzyde maken, dus niet aan weerszyden van het naadje. De 10 steken aan de achter- zy vormen de hielnaald. Aan de 6de steek maken we een naadje. 10 toeren heen en weer breien. Dan de kleine hiel Twee steken na 't naadje een over haling en een steek recht. Dan om- keeren. Averechts breien tot 2 steken na 't naadje. Twee steken samenbreien en 1 averecht omkeeren. De 1ste steek afhalen. Recht breien tot 3 steken voor- by het naadje. Overhalen. De pen is uit. Omkeeren. Averecht breien tot 3 steken na het naadje. Averecht samen- breien. Nu aan weerskanten de lussen opnemen. Dan beginnen we aan den voet. De eerste pen aan weerszyden 'n naadje maken. De 1ste kleine pen in 't begin een overhalLng maken. De 2do kleine pen aan 't einde een mindering. Dan een toer recht. Dit volhouden tot de kleine pennen samen evenveel steken bevatten als de groote alleen. Dan nog 3 naadjes zonder minderen. Ten slotte de teen. 2 steken wegminderen op de groote pen. t steek op ieder kleintje. Een toer recht. Dat herhalen tot er 6 steken overblijven. Deze afkanten. Nu het tweede onderbeen op dezelfde wyze breien. Nu de armen. We nemen aan het armsgat 20 lussen op en breien in de rondte een toer recht, een toer averecht, tot we 20 toeren hebben. Dan 20 toeren geheel recht, maar om de 5 toeren 2 steken minderen. Die minderingen moeten aan de blnnenzy van den arm vallen. Dan afkanten. Op de afgekante steken haakt men 5 stokjes (de vingers) en op ieder stokje een losse. De andere breit men natuurlijk net zoo. Beenen. remp en armen vult men nu op met snippers katern, Een celluloid kopje wordt er aangenaaid en pop ls klaar. W. B.—Z. EEN INDISCH SPROOKJE. Er leefde eens een ryke koopman, die de bezitter was van een groote verza meling kostbaar koper, waarop hy zeer gesteld was. Op zekeren dag moest deze koopman een bezoek brengen aan een naburig land en hy was bang. dat gedu rende zyn afwezigheid zyn kostbare ver zameling gestolen zou worden. Daarom riep hy de hulp in van een vriend, die beloofde, dat hy op alles zou passen. „Breng de verzameling maar hier, zei de vriend dan kun je gerust zyn". Zonder vrees begaf de koopman zich op reis en gedurende vele maanden paste do vriend uitstekend op. Toen begon het hem op te vallen hoe mooi sommige stukken uit de verzameling waren en hy berekende, welk een groot bedrag door deze verzameling kunstwerken van ko per aanwezig was. Hoe meer hy er naar keek. des te meer begon hy naar het bezit van de kunstwerken te ver langen. En eindeiyk kwam het zoover, dat hy zich de stukken toeeigende, ze allo ln den grond verstopte en van dien dag af in gespannen verwachting de te rugkomst van zijn vriend verbeidde. Kindeiyk was de vriend terug en bij het hooren van het groote nieuws was hij zeer verbolgen. „Maar hoe kan dat?" vroeg hy streng. „Gy zyt myn vriend toch, gij hebt mij toch niet kunnen bestelen? „Neenantwoordde de slechte vriend, „Gedurende uw afwezigheid zyn de mui zen hier geweest en die hebben al uw koperen kunststukken opgegeten". „Gelukkig", Juichte de koopman. „Ik ben biy te vernemen, dat gy my ten minste niet bedrogen hebt. Kom ga met my naar huis en wees myn gast". Zoo werden de vrienden weer als van ouds elkanders vertrouwden. Maanden gingen voorby en over de verdwenen kunstwerken werd niet meer gesproken. Op zekeren dag kwam de vriend by den koopman binnen en riep op angsti- gen toon: „Wilt gy my niet helpen, vriend? Myn zoon wordt vermist, sedert gister is hy al weg en nergens kan ik hem vinden". „Dat kan uitkomen", lachte de koop man. „Gister liep ik op den hoofdweg en zag hoe je zoon door een roofvogel werd meegenomen ln de lucht". „Dat bestaat niet", riep de ander boos. „Die jongen is veel te zwaar. Er bestaan geen vogels, die hem van den grond kun nen lichten". „Ei-ei, myn vriend", sprak nu de an der. „gedeelteiyk hebt gy geiyk; in an dere landen zijn meestal zulke sterke vogels niet te vinden, maar ge begrijpt, dat ln een land, waar zelfs de muizen koper eten, de vogels natuuriyk ook sterk moeten zyn". Toen begreep de booswicht, dat hij al lang als de diei bekend was en pas toen hij de verzamel ng kunststukken had te rug gebracht, k n hy zyn zoon weer vry mcckrygenl Jongens, 't is vacantic-week, 't Weer is nog zoo zacht 't Zonnetje schynt lekker warm, Buiten ls 't een pracht. Boomen staan ln herfstgewaad. Bloemen overal. Klnd'ren èpelen in het veld, Met hun tol of bal. Otto loopt zyn hoepel na Lien springt met haar touw En hun bolletjes zyn bloot. Wie voelt nu ook kou? Zie, die Ot, hy wint het hoorl Lien ls nog zoo klein. Maar Ot houdt zyn stap wat in En dat vindt zus fyn. Jongens, 't is vacantieweek! Straks ls 't weer gedaan. Dan maar flink met frisschen moed Aan het werk gegaan. HERFSTVACANTIE. door W. B.—Z.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 19