BRIEVENBUS
Brieven aan de Redactie van de K'n-
der-Afdeeling moeten gezonden wor
den aan Mevrouw BLOMBERGZEE
MAN. v. d Vinnestraat 21rood.
bellen)
JOHAN C. H. Je bent hartelijk
welkom. Maar voor de Postzegel-Rubriek
moet je je opgeven aan meneer Stolp,
Bloemhofstraat 29r. Wou je ook een
schuilnaam hebben? Noodzakelijk is het
niet.
BERLINER BOL. Je schreef me
groot nieuws. Als Je het wedstrijdwerk
klaar hebt en Je wilt het graag wegbren
gen, bezorg het dan maar aan mij. Op
welke school werk je nu? 't Is al verba
zend prettig voor Je, dat Je wensch zoo
gauw werd vervuld. Krijg je van het
hoofd der school nu verder les?
W. v. d. L. Ben Je wel eens In het
Vredespaleis geweest? Er moeten buiten
gewoon mooie dingen in zijn. Er was ze
ker veel belangstelling by de lezing van
Prof. C. Ga je 's Zaterdagsavonds naar
de vergadering van de H. J. M. V.? Myn
dank voor de toezending van het blaadje,
Ik vind het er frlsch uitzien. Wie is nu
voorzitter? Natuurlijk mag je me gaarne
dat boek brengen.
WIPNEUS. Heb je het zoo druk ge
had met schoolwerk? Je ingezonden
raadsel is goed. Heb Je al vaste plannen
voor onzen Sint-Nicolaaswedstryd? Als
je een of ander noodig hebt, vraag je het
me maar.
DISTELVINK. Je eerste raadsel is
goed, maar by het tweede verzuimde je
de oplossingen te vermelden. Ja, die
Foto-Rubriek wordt vast nog een groote
verrassing. Hoe staat het met jouw
wedstrijdwerk?
HARRY VAN PUFFELEN. Je
briefje en raadsels kwamen de vorige
week te laat. Voor Donderdag moet
alles ln myn bezit zyn. 't Spreekt van
zelf dat je de schuilnamen-raadsels
moeihjk op kunt lossen. Zoek maar eens
in de briefjes en by de oplossingen.
BAKSTERTJE. Dat was nog eens
een lange brief. Een zwart fluweel
rokje lykt me ook keurig. Als je nog
meer noodig hebt, kom je maar. Zoo
lang ik voorraad heb, kan ik uitdeelen.
't Ls wel prettig, dat Je zoo vroeg be
gonnen bent. Ben je nu aan het kin
dermanteltje bezig? Fyn, dat moeder
het geknipt heeft. Wat zal dat bont
kraagje er snoezig op staan. Is deze
brief lang genoeg naar je zin?
GOUDSBLOEMPJE. Heb je na 4
uur nog handwerken? Op welke school
ga je? Is Wim thuis gekomen? Hoe zag
hy er uit? Ik denk, dat hy reuze veel
te vertellen heeft.
ROSWITHA. Je raadsel ls goed.
Neen, ik heb die letters van Persil niet
gezien, 't Is wel iets heel buitengewoons
Misschien zullen we nu wel meer lucht-
reclames zien.
KRULLEMIE. Heb je het boek al
uitgelezen? En was het naar Je zin? Je
raadsels mochten nog meetellen, al was
je te laat. Hoe is 't nu met moeder?
Saai hè, als moeder ziek is. Ik hoop, dat
Ik de volgende week een heelen vroo-
ïyken brief van je kryg.
MEJ. H. 'k Vond het aardig, dat
U nnj eens schreef. Voor de kinderen is
het heeriyk, dat U weer thuis is. Er
wqrdt wel veel geduld van U gevraagd,
't Is-»al weer een lichtpuntje, dat U
zulke goede en vriendeiyke hulp heeft.
En wat prettig, dat U mag handwerken
en er ook lu* in heeft. Het poppenpa-
troon zal ik nu plaatsen. Wanneer 't
anders ls dan uw patroon wil ik 't uwe
graag overnemen. Als 't u goed doet,
uw hart eens in een briefje uit te
Storten, doet U het dan maar gerust.
MEVR. J. K—v. d. M. Uw doch
tertje is heel welkom. Er zyn meer van
«lie kleine peuters, 't Hindert niets, dat
ze de hoofdletjters nog maar achter
wege laat. Aardig, dat U haar de Ru
briek steeds hebt voorgelezen, ze staat
er nu niet vreemd tegenover. Uw vrien-
deiyke, waardeerende woorden stel lk
zeer op prys. Wat leuk, dat ze nu ook
meteen maar met den St. Nic.-wed-
stryd mee wil doen. Als U haar helpt,
zal het popje zeker ln een keurig
kleedje gestoken worden, Den verlang
den schuilnaam mag ze hebben. De
briefjes moeten ulteriyk Woensdag in
mijn bezit zyn. Wanneer 't u gemak-
kelyker is, mag 't briefje bezorgd wor
den aan 't Bureau van Haarlem's Dag
blad, maar dan niet later dan Dinsdags.
DE KLEINE KOERIER. Ben je
het hout al aan 't bewerken? Heb je
een fyn weekje achter den rug? Harte-
ïyk dank voor de mooie lapjes. Daar
heb ik er nooit te veel van. 't Begint
al aardig druk te worden. Ik heb er
graag wat drukte voor over. jy verlangt
geloof ik al naar de tentoonstelling, is
't niet? Je raadsels zyn goed.
DE KLEINE VIOLIST. Zondag
ben ik nog langs je huis gewandeld en
dacht: Wat wonen die jongens daar
toch fyn! Heel wat rustiger dan in de
stad. Zondags, als 't mooi weer is, is
't by jullie zeker veel drukker dan in
de week. Er zullen 's Zondags heel wat
auto's voorbysnorren. Uitkyken is te
genwoordig de boodschap, of je in een
stad of in een dorp woont
IRMA K. Je bent harteiyk welkom
STERRETJE, Zoo, ben jy een
Winter-Rubriekertje? Zoo zyn er meer
hoor. Ik vind, dat Je ln dien tusschen-
tyd keurig bent gaan schryven. Hoe is
het met je vriendin? Is er nog wel eens
een logeerparty? Wat ben Je heeriyk
aan 't feest vieren. Maar nu is 't zeker
ook afgeloopen?
GERARD H. Hout, zaagpatronen
enz. kun jt krygen by meneer Stolp,
Bloemhofstraat 29r. Gordynengoea heb
ik wel voor je. Ook wel franje. Ik zou
de vloeren belteen Ik kan je ook hel
pen aan vloerkleedjes.
ZUSJES G. Pltriet en raffia heb
ik niet. Als je je adres opgeeft, wil lk
er in de St. Nlcolaas-Rubriek om vra
gen. Van dat gekleurde papier kun Je
wel vlechtmatjes knippen, 't Kan ook
wel dienen om doosjes te beplakken.
ALIE. Ja, dat vind ik een leuk
idee om van die kralen aardige ket
tinkjes te maken. Ik heb er wat mooie
doosjes voor. Voor die handwerkgarni-
turen heb ik nog een heel geschikt
mandje. Kom maar eens by me kyken.
MADELIEFJE, Doe die plaatjes ln
een aardige doos, dan ls het werkeiyk
nog een aardig cadeautje. Ik vergat nog
de Kinderbewaarplaats in de Aster-
straat te vermelden. Die zullen we dit
Jaar evenals andere jaren ook gedenken
P v. d. H. Ik zou 't maar eens aan
myn groenteboer vragen, hoe lang ik die
cocosnoot kan bewaren. Ik kan 't Je on-
mogeiyk zeggen.
KNAGELIJNTJE." zyn jullie nog
naar 't Haagje geweest? Ik kan me be
grijpen, dat Je 't dolgraag wou. Heb je
verder prettige vacantledagen gehad?
DE KLEINE LORD^ Waarom zorg
je zelf niet voor je konyntje? 't Is juist
zoo'n aardig werkje om hem eten te
geven. Ik begryp best, dat Je je eigen
konyntje niet op wil eten.
KRULLEMIE. Je briefje was nu
bes' op tyd. Jo raadsels van de vorige
week tellen mee. Prettig hoor, dat moe
der weer wat beter Ls. Heb Je in de va-
cantie nog eens by Sneeuwklokje ge
speeld?
ESCHDOORNTJE. Zou moeder nog
lang moeten liggen? Laten we maar
dankbaar zyn, dat ze langzaam vooruit
gaat. Is Je jurk nu klaar? Er zijn zeker
niet veel kastanjes. Je kunt ook wel
meubeltjes van lucifersdoosjes maken.
Daar kan ik Je wel aan helpen, 't Doet
me plezier, dat Je de Oudste zoo'n mooi
verhaal vindt. Ik herinner me nog heel
goed, welk een mooi wiegje je verleden
jaar instuurde.
DE KLEINE MUSCH. De juffrouw
vond het zeker erg aardig, dat je zoo
goed om haar verjaardag dacht. Ik weet
niet of ik haar ken. Hoe heet ze? Ver
lang je al weer naar school?
BABY PEGGY. Wie speelde er voor
Sneeuwwitje? Vond Je die dwergen niet
leuk? Zag je het voor de eerste keer?
EDELWEISJE. Ik dacht wel. waar
zit die kleine Edelweis? Maar ik ver
trouwde er op, dat ze terugkwam. Leuk,
dat je een vaasje schildert. Zoo'n kleed
je voor een poppenwagen is ook welkom.
Ben je er al mee bezig? Dezen schuil
naam mag je houden,
MEVR. R. VAN D.—K. Misschien
kan ik u aan die platen helpen Kan
Wanda er eens naar komen kyken?
TOONEELSPEELSTERTJE. Wat
ben je lang uit geweest! En heb je veel
genoten? Vond Je de omgeving niet
mooi? Ik vind het gezellig, dat Jullie er
weer zyn.
WIELRENNER. Ben Je ln dien tyd
een echte Wielrenner geworden? Natuur
lijk ben je weer welkom. Ik vind het
flink, dat jullie maar dadelijk voor den
St. Nicolaaswedstryd aan 't werk gaan.
DUINROOSJE. Je mag dezen naam
houden. Als zus beter is, mag ze ook
meedoen. Ik hoop toch niet, dat ze erg
ziek is. Wat gezellig zoo drie Rubrieker-
tjes in één klas. Wordt er wel eens
eventjes gebabbeld?
ROZENTAKJE. Je raadsel is goed-
jy bent nog eens een Teekenaarster en
een grappenmaakster meteen. Dat was
een snuggere Piet! Als Je vriendin met
't een of ander zit, wil jy haar zeker wel
op weg helpen.
ROSWITHA. Je raadsel is goed.
GOUDKOPJE. Nu niet meer ziek
worden, hoor! Op 3 December zal het
een vreugde-dagje worden. Dat wil ik
je wel vast voorspellen. Hoe ls 't nu met
Eef? Speelt de blinde darm niet meer
op? Mag hy al uit bed? Jullie heele fa
milie moet eens op onze tentoonstelling
een kykje komen nemen.
KIKKI. Dezen naam mag je hou
den. Gezellig, dat de beide vriendinnen
nu meedoen, 't Was heelemaal niet bru
taal, dat Je meteen maar de raadsels
inzond.
VENTJE PIGGELMEE. Dat is altyd
een heel prettig cadeau, een poppekamer
Heb je er nog iets voor noodig, dan kom
Je maar eens bij me kyken. Heeft moeder
hem al behangen? Er is nu zeker alle
dagen werk aan den winkel.
GOUDHAANTJE. Den eersten tyd
wil jy Je vriendin zeker wel wat op weg
helpen. Ze is anders flink van wal ge
stoken. Is Je theemuts al gevoerd? En
ben je al aan de jurkjes begonnen? 't Is
nu net weer om gezellig ln huis te zit
ten,
PRINS WILLEM VAN ORANJE, Je
kunt het zeker wel goed vinden met je
onderwyzer. Ik ben heel benieuwd om
je legplaat te zien. Dat is yog een heel
precies werkje. Vind je ook niet?
AMAZONE. Is 't tweede rokje ook
al klaar? jy weet nog eens van opschie
ten. Je strikvragen zyn goed. Je ver
loren brief ls door een eerlijken vinder ln
inyn bus gestopt. Dus dat is al weer een
bof.
CONDOR. De volgende week hoor
lk zeker wel een en ander over 't ver-
Jaarsfeest. Ben je nu aan 't wedstrijd
werk begonnen? Ik heb nog wel carton
voor Je. Kom maar eens keuren, of 't voor
Je legkaart te gebruiken ls. In de Sint-
Nlcolaas-Rubriek staat een adres, waar
Je raparatiewerk halen kunt. Je raadsels
zijn goed.
MARY. Was de doos goed? Mocht
Je nog meer noodig hebben, dan stuur
Je zus nog maar eens.
BOSCHWACHTER. Aan 't eind van
de maand mag je ook meeloten. Ja Jon
gen, vervelen behoef ik me nooit. Daar
zorgen jullie wel voor.
GRACE. Wat prettig, dat zus weer
beter is. 't Is dus met een sissertje afge
loopen. zyn de vlekken nu ook weg?
't Doet me plezier, dat Je ondanks den
afstand zoo graag naar de Avondschool
gaat. Dan zul je er zeker wel wat van
opsteken.
TIJL-TIJL. Je bent harleiyk wel
kom. Je plannen voor den St. Nicolaas
wedstryd juich ik zeer toe. Dezen naam
mag Je houden. Wel eenlg hè, dat nu de
belde zussen meedoen.
KLEINE ULBO. Als je 't weet, ls
't gemakkelijk raden. Maar ik vertel je
lekker niet, wat er op 3 December ge
beurt. Zal lk nog een keertje raden: be
hangselpapier. Anders kan lk niets be
denken met beh. Natuuriyk is 't fout.
MOEDERS HULP. Gelukkig, dat
het patroontje nu goed uitkomt. Dat die
Kees al haast klaar is. Vertel jy me e i
stilletjes, wat hy maakt. Wat aardig,
dat die kleine Jo ook zoo dapper mee
doet. Ben je nu voor Jezelf bezig?
WILDEBRAS. Je was nog best op
tyd. Als de krant weer weg is, kom by
my dan maar een andere halen.
FRIEZINNETJE. Is 't babybroekje
al klaar? Wil je my het patroon zenden
van het baby-pakje? Er heeft nog een
Rubrlckertje om gevraagd. Wel Jammer,
dat er nog geen beukenootjes waren.
Maar dat wandelingetje ln het Bloeinen-
daalsche Boscli was toch ook wel heeriyk
VERGEET-M3J-NIETJE. Kom je
toe met je zij? Anders maar vragen. We
zyn ln de wereld om elkaar te helpen.
Waar heb Je het verder zoo druk mee?
AMICO. Dat onvolledige raadsel
was van Theeroosje. Dus zy kon de op
lossing wel opschrijven. Gesnapt?
ZILVERSTERRETJE. Ik ben bhj
dat de kistjes zoo goed van pas kwamen.
Ja, zoo'n borduurdoos kan cr prachtig
uit groeien. Als Je er verder nog iets
voor noodig hebt, klop je maar by me
aan,
KLEOPATRA.Dat was nog eens een
gezellige brief. Wat zal «lat straks een
fyn jurkje worden. Ik ben zeer be
nieuwd om het te zien. Je hebt golyk.
dat Je voor jezelf een boudoirtje hebt
ingericht. Dat hoort by Je koninklijken
naam. Ik vind het zeer vernuftig, dat
je er zelf electrisoh licht hebt aange
legd. Dat zou Kleopatra niet hebben
klaar kunnen spelen. Moeder heeft nu
zeker meer respect voor je gekregen.
Wat heb Je een heeriyke bruiloft in het
vooruitzicht. Leer je er nog iets voor?
Hartelijke groeten voor allen.
BRUINOOGJE. Gaat het met het
borstrokje naar wensch. Knap hoor, dat
het onderjurkje al klaar is. Is er uit het
kastje ook nog wat te voorschyn geko
men?
ROZEMARIJNTJE. Ja„ die o moest
een v wceen. Dat heb je kranig klaar
gespeeld.
THEEROOSJE. Heeriyk, dat moe
der weer aan het opknappen is. 't Zal
natuurlijk neg wel een heel poosje du
ren, eer moeder de oude weer ls. Het
patroon van de pop komt waarsdhynlijk
nu in de Rubriek.
EEN NAAMLOOZE. Tc Vermoed,
dat het een van de tweelingetjes 'is.Zijn
die verleden week 13 jaar geworden?
En zyn er zes kinderen op visite ge
weest? Willen ze voortaan namen zet
ten onder raadsels en briefje.
DUIVENVRIEND. Je raadsel is
goed. Ik heb je aanvraag nog eens ge
plaatst Ik denk dat Je in het voorjaar
meer succes zult hebben dan nu. Maar
wie niet waagt, wie niet wint.
HOUTRAKKERTJE. Wat hoorde
ik in langen tyd niets van je. Ik ben
blü dat Je weer tyd kunt vinden om
geregeld mee, te doen. Hoe maken juf
fertje Praatgraag en Veldbloempje het?
Gaan Jullie niet naar het nieuwe huis?
RIE T. Als ik Hiillebonnen kryg eal
ik ze voor Je bewaren.
W. BLOMBERG—ZEEMAN,
v. d. Vinnestraat 21 r.
Haarlem, 21 October 1927.
ST. NICOLAASRUBRIEK.
JACOB WIJNGAARD zond my eer
doos met hulzen, 't Ziet er keurig en so
lide uit hoorl
DE KLEINE VIOLIST en DE KLEINE
VOGELVRIEND zonden me boeken, die
er als nieuw uitzien.
Van een vriendeiyke dame ontving ik
nog mooie lappen, doozen, blikjes en een
popje, dat aangekleed moet worden. Ik
ontving verder nog: klossen, lucifers
doosjes, haakcartonnen, glazen buisjes,
sigarenkistjes, ansichtkaarten, platen,
achtergronden voor poppekast of theater
haakzyde, orion, kant, band, speldenkus
sentjes, latjes, enz. enz. Wie er iets
van kan gebruiken komt het maar by me
halen,
AMAZONE, Voorhelmstraat llzwart,
vraagt restjes wol.
Wie defecte poppenmeubelljes wil re-
pareeren mag ze komen halen by MEVR.
VAN DELFT—KLEIMAN, Dr. Leyds-
straat 7rood.
J. Goedhart bracht me speelgoed en
doozen. By dat speelgoed zyn twee pop
pen, waarvan de een een stelletje nieu
we kleeren behoeft en de ander moet een
nieuwe kop hebben. Wie er een voor
haar rekening wil nemen, komt maar
by me.
Den vriendciyken winkelier, die mU
zulke mooie doozen zond, dank ik har-
teiyi^ daarvoor.
BIJVOEGSEL
VRIJDAG 21 OCTOBER 1927
No. 44
AAN ALLEN!
't Gebeurt wel eens, dat ik een inge
zonden raadsel goed keur en toch ver
anderingen aanbreng. En dan gebeurt
het natuuriyk ook, dat lk een briefje
kryg met de vraag, waarom lk het ver
anderd heb. Maar 't gebeurt gelukkig
ook wel eens, dat Inzender of inzendster
van het raadsel me later schryven: „zoo
als U het veranderd heeft, was het be
ter." Dat doet me dan altyd genoegen,
want dat is een bewys, dat we elkaar
begrijpen. Als alle menschen en alle kin
deren elkaar begrepen, dan was er heel
wat ruzie en heel wat verdriet minder in
de wereld.
Om op dat veranderen terug te komen.
Laatst stond er in een raadsel een ezel
is De drie puntjes moesten aange
vuld worden met de letters dom. Maar
't is niet waar, dat een ezel dom is, daar
om schreef ik* er niet voor. We zeggen
wel: zoo dom als een ezel, maar bewy-
zen voor die domheid zyn er niet. Wie
zyn grauwtje goed behandelt, het meer
eten dan slaag, of nog beter 't heelemaal
geen slaag geeft, zal bemerken, dat zyn
ezeltje spoedig zyn verzorgers kent. Rus
tig voert het zyn last ook wel langs on
gebaande wegen en wanneer het stil
biyft staan, is daar een reden voor. Mis
schien nadert er gevaar, of 't hoort een
ongewoon geluid. Kon een mensch de
dicrentaal verstaan, dan zou het hoo-
ren, dat i-a, i-a, een verzoek inhoudt, of
een waarschuwing.
In de menschenwereld worden de die
ren vaak heel verkeerd beoordeeld. Zoo
praten we van vuile, vieze varkens. Maar,
als een varken vuil en vies is, is dat de
schuld van zyn baas. In een netten, zin-
deiyken stal wordt een varken niet mor
sig. Menig jongen schreeuwt als een var
ken, als moeder hem in de badkuip stopt.
Een varken zoekt Juist het water op. Het
varken kan 't niet helpen, als er slechte
vuil en morsig water in zyn nabyheid
ls. Een varken snakt naar het water om
de lastige insecten, die zich op zyn vette
huid neerzetten, kwyt te raken.
En dan praten we van een diefach-
tlgen ekster? Wat weet zoo'n vogel van
het mijn en dyn? Zeker, het is vaak voor
gekomen dat hy een glinsterende ketting
of een ring, ja zelfs wel een geldstuk
wegnam en het gestolen voorwerp naar
zfln nest. voerde. Jullie hebben zeker
allemaal wel eens zoo'n verhaal gelezen.
En 't is ook werkeiyk waar, dat de ek
sterfamilie zich by zonder aangetrok
ken gevoelt door glinsterende voorwer
pen. Waarom? Omdat een ekster een
buitengewoon bekwame architect is.
Zoo'n eksterncst is een prachtig stuk
bouwwerk. Telkens worden veranderin
gen en verbeteringen aangebracht. Mis
schien ziet hy in dien gouden ring een
prachtige muurversiering, of een meu
belstuk.
In een myner vorige praatjes over pa
ling en zalm hebben Jullie kunnen lezen,
dat visschen ook heusch niet stom zyn.
Het goede zoeken in mensch en dier, laat
dat altyd maar ons streven zUn. Niet
afgaan op wat de menschen zeggen en
zelf waarnemen en uit eigen oogen ky
ken, dan noemen we geen ezel meer dom,
geen varken, meer vuil en geen visch
meer stom
W. B.—Z.
HANDWERK-RUBRIEK.
Gebreide pop. Deze pop kan men
breien van wol of katoen. Men zet 30
steken op en breit steeds recht 48 toeren
Dan breit men met een andere kleur
10 toeren. De romp ls dan klaar. Nu
nemen we 15 steken op een pen voor
het been. 20 toeren worden nu recht
gebreid. Dan met de andere 15 steken
weer 20 toeren. De voorzyde is klaar.
Dit lapje bergen we nu goed weg. Een
zelfde lapje breien we voor de rugzyde
Is dit ook klaar dan worden de helften
aan elkaar genaaid maar zoo, dat we
aan weerskanten van de bovenzyde 8
ribben openlaten voor de armsgaten.
Voor den schouder hechten we aan
iedere zyde 4 steken vast.
Van de beenen hebben we nu de
lengte tot aan de knie. De onderbeenen
zyn nu aan de beurt. De 30 steken
van een been breien we nu in de rondte,
dus met 4 pennen. Op iedere pen dus
10 steken. De binnenste steek breien we
averecht, daar die als naadje dienst
moet doen. By het 4de, 6de en 10de
naadje minderen we. Dan breien we een
hieltje. Nu vooral er om denken, dat
we de hiel precies aan de achterzyde
maken, dus niet aan weerszyden van
het naadje. De 10 steken aan de achter-
zy vormen de hielnaald. Aan de 6de
steek maken we een naadje. 10 toeren
heen en weer breien. Dan de kleine hiel
Twee steken na 't naadje een over
haling en een steek recht. Dan om-
keeren. Averechts breien tot 2 steken
na 't naadje. Twee steken samenbreien
en 1 averecht omkeeren. De 1ste steek
afhalen. Recht breien tot 3 steken voor-
by het naadje. Overhalen. De pen is
uit. Omkeeren. Averecht breien tot 3
steken na het naadje. Averecht samen-
breien. Nu aan weerskanten de lussen
opnemen. Dan beginnen we aan den
voet. De eerste pen aan weerszyden 'n
naadje maken. De 1ste kleine pen in 't
begin een overhalLng maken. De 2do
kleine pen aan 't einde een mindering.
Dan een toer recht. Dit volhouden tot
de kleine pennen samen evenveel steken
bevatten als de groote alleen. Dan nog
3 naadjes zonder minderen. Ten slotte
de teen. 2 steken wegminderen op de
groote pen. t steek op ieder kleintje.
Een toer recht. Dat herhalen tot er 6
steken overblijven. Deze afkanten. Nu
het tweede onderbeen op dezelfde wyze
breien.
Nu de armen. We nemen aan het
armsgat 20 lussen op en breien in de
rondte een toer recht, een toer averecht,
tot we 20 toeren hebben. Dan 20 toeren
geheel recht, maar om de 5 toeren 2
steken minderen. Die minderingen
moeten aan de blnnenzy van den arm
vallen. Dan afkanten. Op de afgekante
steken haakt men 5 stokjes (de vingers)
en op ieder stokje een losse. De andere
breit men natuurlijk net zoo. Beenen.
remp en armen vult men nu op met
snippers katern, Een celluloid kopje
wordt er aangenaaid en pop ls klaar.
W. B.—Z.
EEN INDISCH SPROOKJE.
Er leefde eens een ryke koopman, die
de bezitter was van een groote verza
meling kostbaar koper, waarop hy zeer
gesteld was. Op zekeren dag moest deze
koopman een bezoek brengen aan een
naburig land en hy was bang. dat gedu
rende zyn afwezigheid zyn kostbare ver
zameling gestolen zou worden. Daarom
riep hy de hulp in van een vriend, die
beloofde, dat hy op alles zou passen.
„Breng de verzameling maar hier,
zei de vriend dan kun je gerust zyn".
Zonder vrees begaf de koopman zich
op reis en gedurende vele maanden paste
do vriend uitstekend op. Toen begon het
hem op te vallen hoe mooi sommige
stukken uit de verzameling waren en hy
berekende, welk een groot bedrag door
deze verzameling kunstwerken van ko
per aanwezig was. Hoe meer hy er
naar keek. des te meer begon hy naar
het bezit van de kunstwerken te ver
langen. En eindeiyk kwam het zoover,
dat hy zich de stukken toeeigende, ze
allo ln den grond verstopte en van dien
dag af in gespannen verwachting de te
rugkomst van zijn vriend verbeidde.
Kindeiyk was de vriend terug en bij
het hooren van het groote nieuws was hij
zeer verbolgen.
„Maar hoe kan dat?" vroeg hy streng.
„Gy zyt myn vriend toch, gij hebt mij
toch niet kunnen bestelen?
„Neenantwoordde de slechte vriend,
„Gedurende uw afwezigheid zyn de mui
zen hier geweest en die hebben al uw
koperen kunststukken opgegeten".
„Gelukkig", Juichte de koopman. „Ik
ben biy te vernemen, dat gy my ten
minste niet bedrogen hebt. Kom ga met
my naar huis en wees myn gast".
Zoo werden de vrienden weer als van
ouds elkanders vertrouwden. Maanden
gingen voorby en over de verdwenen
kunstwerken werd niet meer gesproken.
Op zekeren dag kwam de vriend by
den koopman binnen en riep op angsti-
gen toon:
„Wilt gy my niet helpen, vriend? Myn
zoon wordt vermist, sedert gister is hy
al weg en nergens kan ik hem vinden".
„Dat kan uitkomen", lachte de koop
man. „Gister liep ik op den hoofdweg
en zag hoe je zoon door een roofvogel
werd meegenomen ln de lucht".
„Dat bestaat niet", riep de ander boos.
„Die jongen is veel te zwaar. Er bestaan
geen vogels, die hem van den grond kun
nen lichten".
„Ei-ei, myn vriend", sprak nu de an
der. „gedeelteiyk hebt gy geiyk; in an
dere landen zijn meestal zulke sterke
vogels niet te vinden, maar ge begrijpt,
dat ln een land, waar zelfs de muizen
koper eten, de vogels natuuriyk ook sterk
moeten zyn".
Toen begreep de booswicht, dat hij al
lang als de diei bekend was en pas toen
hij de verzamel ng kunststukken had te
rug gebracht, k n hy zyn zoon weer vry
mcckrygenl
Jongens, 't is vacantic-week,
't Weer is nog zoo zacht
't Zonnetje schynt lekker warm,
Buiten ls 't een pracht.
Boomen staan ln herfstgewaad.
Bloemen overal.
Klnd'ren èpelen in het veld,
Met hun tol of bal.
Otto loopt zyn hoepel na
Lien springt met haar touw
En hun bolletjes zyn bloot.
Wie voelt nu ook kou?
Zie, die Ot, hy wint het hoorl
Lien ls nog zoo klein.
Maar Ot houdt zyn stap wat in
En dat vindt zus fyn.
Jongens, 't is vacantieweek!
Straks ls 't weer gedaan.
Dan maar flink met frisschen moed
Aan het werk gegaan.
HERFSTVACANTIE.
door W. B.—Z.