HAARLEM'S DAGBLAD
STADSNIEUWS.
Haarlemmer Halletjes
BIOSCOOP
ZATERDAG 22 OCT. 1927 DERDE BLAD
SPOORWEGPERSONEEL
.TOEPASSING VAN DIENST
EN RUSTTIJDEN.
In de Jongste vergadering van den
Personeelraad werd besloten aan den
Minister van Waterstaat te verzoeken
een commissie te willen instellen, onder
voorzitterschap van een ambtenaar van
het Rijks toezicht, bestaande uit 3 leden
aan te wijzen door de directie en 3 door
den personeelraad, welke commissie ten
doel zal hebben een loyale toepassing
der dienst- en rusttijden te bevorderen
omdat de ontstemming bij het perso
neel over de toepassing hoe langer hoe
sterker wordt.
VOOR PA VAN DER STEUR.
Liefdadigheidsavond.
Vrijdagavond werd in de aula van het
Kennemer Lyceum de aangekondigde
liefdadigheidsavond gegeven, waarvan de
opbrengst zal worden afgedragen aan
Pa van der Steur.
Wie Pa van der Steur is?
Och wij weten het hier te Haarlem
wel allen, wie hil is. maar Mr. P. P.
Stöcker, die naar hij mededeelde alles
aan Pa van der Steur te danken heeft
kwam het, nadat de avond door den
heer Chr. Nagel met een kort woord
geopend was nog eens extra vertellen.
Uit zijn woorden spraken groote dank
baarheid en groote vereering voor den
oud-Haarlemmer, dte daar in Insulinde
zoo ontzettend veel gedaan heeft voor
de verwaarloosde en ouderlooze Indische
Jongens en meisjes, die alles voor an
deren geweest ls en voor zichzelf niets
en het Indische pauperisme op prac-
tische wijze heeft helpen bestrijden. Ge
weldig en bovenmenschelijk noemde
spr. de liefde van dezen man voor het
kind. Die liefde dringt hem den 62-jarige
niettegenstaande zijn gezondheid is ge
schokt en hij soms heimwee gevoelt
naar Haarlem en zijn mooie omgeving,
nu nog tot werkdagen van 18 uur. Tal
loos vele kinderen heeft hij tot nuttige
leden der maatschappij opgevoed.
De sobere woorden van Mr. Stöcker
maakten diepen indruk en zullen er
zeker toe bygedrageft hebben dat flink
geofferd werd voor het goede doel. Een
uitmuntend programma waaraan ver
schillende dillettanten hun en haar bes
te krachten gaven bracht de talrijke
aanwezigen daarvoor bovendien in de
goede stemming. De Indische dansen
van den heer I. v. d. Velde, de zang
van mej. Dini van Daalen en van den
heer A. Molenaar, de dansen uitgevoerd
door mej Wijnstroom en eenige andere
Jonge dames, de droomerige Hawaian-
muziek onder leiding van den heer D.
Nooy, de sterk beeldende en tempera
mentvolle wijze van voordragen van den
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Commissies zijn instellingen, die ten
doel hebben moeilijkheden gaande te
houden, maar niet op te lossen. Iedereen
weet, dat er een menigte van zulke com
missies zijn, maar de voornaamste daar
van zijn de Staatscommissies, die na
eenige jaren vergaderd en van gedach
ten gewisseld te hebben, ten slotte een
rapport uitbrengen en na gedeelte
lijk gedecoreerd en volledig be
dankt te zijn, naar huis gaan. Het rap
port wordt weggeborgen op een zolder.
„En dan verder?" vraagt u. Wat ver
der? Verder niets. U denkt toch niet, dat
daarna het onderwerp waarvoor de
Staatscommissie was benoemd, wordt op
gelost! Ik bid u, dat vooral toch niet.
Daar kan tien of twintig jaar later een
andere Staatscommissie immers ook
weer plezier van hebben!
Zooals ik zei: de Staatscommissie staat
bovenaan, zooals ook de Staat boven
alles staat daar komt bijvoorbeeld
het woord statig vandaan. De Provin
cie kent ook haar commissies, maar die
zijn natuurlijk al iets minder gewichtig
en die lossen dan ook nu en dan wel
eens wat op. Zelfs de gemeenteraad stelt
af en toe commissies in, die zij dan ad
hoe noemt, (hetgeen niet beteekent dat
zij voor hun beraadslagingen een hok
krijgen) maar deze commissies zijn al
weer van minder beteekenis, dan de pro
vinciale en dus natuurlijk veel onbelang
rijker dan de Staatscommissies. Dat be
grijpt ledereen, die van zijn leven de
uitdrukking „hoogere colleges" gehoord
en begrepen heeft. Deze raadscommissies
komen ook tot conclusies en de Raad
lost zelfs het onderwerp waarvoor zij be
noemd zijn, wel eens op. Dit kan toch
de beteekenis en de bedoeling van com
missies niet zijn!
Bladerende in oude papieren vond ik
onlangs evenwel de onomstootelijke be
wijzen. dat zelfs een eenvoudige raads
commissie in staat is het hooge doel
van haar instelling goed te begrijpen.
Het was een bladzijde uit het dagboek
van een mijner voorvaderen uit den tijd
toen de menschen'voor zulke dingen nog
tijd en gelegenheid hadden en ik vind
het wel de moeite waard, die bladzijde
even voor u over te schrijven
Haarlem, 31 September 1952.
Heden als naar gewoonte te zes uur
opgestaan en ontbeten. Daarna een
Goudsche pijp aangestoken en genoten
van het Nicotlaansche kruid. Vervolgens
de barbier gekomen. Hem onderhouden-
over de snede, die hij mij eergisteren in
mijn kin (rechter onderzijde) heeft toe
gebracht en die mij eenige pijn veroor
zaakt heeft mitsgaders bloedverlies, het
welk ik mij op mijn leeftijd, zijnde 58
jaar en drie maanden precies, niet meer
ongestraft kan veroorloven. Hil beloofde
beterschap en grooter voorzichtigheid in
de toekomst, waarna deze aangelegenheid
als geëindigd beschouwd. Omstreeks
kwartier vóór elven mijn echtgenoote mij
gemeld, dat de zoon van mijn vriend
heerheer Henri Campen, de muziek van
het strijkkwartet, dit alles maakte den
avond tot een aangenamen avond waar
op men zich geen oogenbllk verveelde.
Het was alles beschaafde en hoogstaande
kunst.
Jonge dames verkochten bloemen,
Indische voorwerpen werden verloot,
er was gelegenheid zich als oontribuant
op te geven van het Instituut van Pa
van der Steur en er werd ook nog ge
collecteerd. Pa van der Steur, wiens
87-Jarige moeder aanwezig was, zal zeker
tevreden en verblijd kunnen zijn over
de opbrengst.
In zijn openingswoord had de heer
Nagel nog dank betuigd aan Dr. De
Vletter, Rector van het Lyceum, voor
het beschikbaar stellen van de aula en
aan den heer van Basten, die voor de
aankleeding van het tooneel belangeloos
gezorgd had.
Het was een mooie avond, waarover
alle partijen wel tevreden zullen zijn.
SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL.
De afdeeling Haarlem van de Ned.
Vereeniging van Spoor- en Tramwegper
soneel zal een vergadering houden op
24 October.
De agenda vermeldt o.a. de dienst- en
rusttijden-actie, de classificatie, dienst-
kleeding. degradatie van functies, over
belasting van personeelgroepen en pro
motiekansen en de verhoudingen voor
het Tramwegpersoneel
Een vertegenwoordiger van het hoofd
bestuur zal aanwezig zijn.
AANBESTEDING.
Vrijdag 21 October werd door den
bouwkundige Willem J. Peereboom na
mens het College van Regenten van het
St Elisabeths- of Groote Gasthuis aan
besteed:
a. Het maken van eenige verbouwin
gen in bovengenoemd Gasthuis.
Ingeschreven werd als volgt:
E. Bellaarts Bouwbedrijf, Haarlem,
72.000.
J. Breevoort, Haarlem, 71.000.
Gebr. G. en J. Broertjes, Heemstede
en Bloemendaal 76.800.
D. Bruyn, Haarlem, 91.400.
G. P. Hetem, Haarlem 76.700.
H. Hogervorst, Alkmaar 71.483.
Houtkamp, Santpoort, 68.900.
A. Klaassen, Heemstede 75.500.
Marcelis en Heemskerk, Leiden.
76.150.
G. Metselaar en Zn., Haarlem 83.478.
Gebr. v. d- Putten, Heemstede 73.749
G. J. B. Verheydt en Chr. Smits,
Haarlem 89.000.
N.V. Mij. Rolland, dir. P. v. Deurzen
Haarlem 82.690.
O. Bot, Heer Hugowaard 70.340.
b. Het schilderwerk aan bovengenoem
de verbouwingen.
Ingeschreven als volgt:
J. H. Assumberg, Utrecht 7257.
J. Heemstra. Haarlem 8649.
P. Essenlus, Haarlem, 8800.
Lucas, Spaamdam, 6639.
Breed en Zonen, Heer Hugowaard.
9944.
Pa. P. H. v. d. Bosch en Zonen, Heem
stede 9100.
Voortman, Haarlem 9985.
Barend, Haarlem, 8525.
P. Zanen, Alblasserdam 9700.
Goldsteen, Haarlem 11700.
J. H. Bongers, Haarlem 5500.
J. ter Maten. Den Haag, 8000.
E. Kooy, Utrecht 7400.
Laagste inschrijver sub a. Houtkamp
te Santpoort voor 68.900.
Laagste inschrijver sub b. J. H. Bon
gers te Haarlem voor 5500.
DE H.O.V. VOOR DE RADIO.
Het programma voor Zondag.
Het programma, dat de H.O.V. van de
Hilversumsche A.N.R.O.-studlo uit Zon
dagavond de wereld in zendt ziet er als
volgt uit:
1. Ouverture Le Camavel romain van
Hector Berlioz.
2. Symphonie no. 4. Beethoven.
3. Cello-concert Haydn; dit laatste uit
te voeren door Prof. Arnold Földe-
sy. den solist, die door het orkest be
geleid zal worden.
Dan is er pauze.
No. 4 is: Suite Scène pittoresque, van
Massenet en 5 een welbekend nummer
van de H.O.V.: Schuberts Balletmuziek
uit Rosamunde.
6. Een stuk waar Nico Gerharz steeds
groot succes mee oogstte: Ballet de la
Reine de Saba (Charles Gounod).
Het concert begint te 8.10.
Zooals gewoonlijk wordt van 9.50 tot
10 uur gestopt voor Norddeich.
KADERLANDSTORM VEREENIGING
„KENNEMERLAND".
Dezer dagen heeft deze vereeniging
haar jaarvergadering gehouden. Er was
groote belangstelling, vooral van nieuwe
leden. De eere-voorzitter, kapitein C.
Eldermans, was aanwezig. De jaarver
slagen wezen op den gunstigen toestand
der vereeniging. De feestavonden, waar
onder vooral het bal-masqué uitblinkt,
waren een groot succes. Bij de bestuurs
verkiezing verklaarde de heer Th. Hooy
zijn functie van voorzitter niet langer te
kunnen waarnemen door drukke bezig
heden. Het nieuwe bestuur wordt nu als
volgt samengesteld: M. van Voolen.
voorzitter, C. T. Steffelaar, vice-voor-
zitter, E. van Voolen, secretaris, B. H. M.
Reynen, penningmeester, A. F. Haccou,
commissaris.
De nieuwe voorzitter bracht den heer
Hooy dank voor zijn uitnemend werk
als voorzitter. Besloten werd in Novem
ber een feestavond te organise eren.
CENTRALE BOND VAN TRANSPORT
ARBEIDERS.
Door de afdeeling Haarlem van den
Centr. Bond van Transportarbeiders
wordt Dinsdagavond a.s. een feestavond
georganiseerd naar aanleiding van den
sterken groei der afdeeling. Er is ge
zorgd voor muziek en een humorist. Ver
der zal de heer Zieverink uit Rotterdam
een korte rede houden.
Scala-Theater.
En wat betreft critiek op onze revue
„Daar lach Je om!", zei Pauline Hervé
in den proloog van het stuk, waarvan
zij de regie heeft, en waarin zij een
der hoofdrollen vervult.
En daarmee sprak zij den titel van
de revue uit, die de andere leden van
Tom Princes gezelschap in koor her
haalden: „Daar lach Je om". Toch zul
len wij het maar wagen de revue te be-
critiseeren. Na wat wij zagen kan de
beoordeeling niet zoo slecht uitvallen.
Iedere revue is onsamenhangend, en
voonameiyk berekend op effect, zoowel
wat betreft het gespokene, als wat er
te zien is. De inhoud van deze revue
was al zeer ledig: korte scènes, en niets
zeggende balletten. Maar goed gespeeld
beide. In de scènes was humor te vinden.
Het gezelschap beschikt blijkbaar over
eenige goede komieken. Vooral het Far
West intermezzo was heel aardig en
deed vaag aan Buziau's „Terug naar de
natuur" denken. Daarentegen werden
wij levendig aan Mie en Ko herinnerd
door het spel van Pauline Hervé als
Jordaansche. Maar Mie en Ko kunnen
het beter. De solo-zanger verdient een
waardeerend woord; zijn spel had niet
veel te be teekenen. Vooral met 't ge
liefde: „Ay, ay, ay" had hij succes.
Werkelijk artistiek leek ons de Marionet
ten-Imitatie van twee medespelenden,
die ook overigens mooi spel gaven.
De proloog en de finale dunkt ons, wa
ren het minst geslaagd. De idee om in
de proloog alle medespelers uit den oven
te halen is wel origineel. Maar wat het
daze dansen en springen betreft: „Daar
lach je om".
„Wat de Zee nam" ls een film, die
veel moois te genieten geeft. De titel
zegt reeds, dat de inhoud dramatisch is,
Wie daarvan houdt, ga dit werk dus
zien.
Rembrandt Theater.
Na de gebruikelijke openingsmarsch en
het Rembrandt Nieuws komen op het
tooneel het artistenpaar Stuart en Ca
meron, op het programma aangeduid
als Xylophoon exponenten. De xylophoon
schijnt de naam te zijn van de muziek
instrumenten, die zij zeer verdienstelijk
bespelen. Voor het bedienen dezer in
strumenten is behalve rythmisch ge
voel ook een flinke dosis spierkracht
noodig, maar het resultaat van deze
inspanning is zeer bevredigend. De toe
hoorders toonden zich buitengewoon
voldaan, evenals over de prestaties van
het Terrek Kozakkenkoor, welke vijf
zangers luide werden toegejuicht.
De film: „Een Fatale Vrouw" vertelt u
de geschiedenis van de Markiezin de
Torre Blanca, die op een gemaskerd bal
ontmoet den Argentijnschen Ingenieur
Manuel Robledo. Zij krijgen elkaar lief
en de markiezin verzwijgt hem angstval
lig, dat zij getrouwd is. Zij spreekt de
waarheid als zij zegt, dat Manuel de
eenige man ls, dien zij bemint. Als Ma
nuel zijn ouden vriend komt opzoeken
en aan diens vrouw wordt voorgesteld,
ontwaart hij tot zijn smart en schrik,
dat zijn schoone onbekende de vrouw
is van zijn vriend den markies de Torre
Blanca.
Manuel besluit om zoo spoedig moge
lijk naar zijn werk in Argentinië terug
te keeren en te trachten in zijn werk
zijn liefde te vergeten, maar de mar
kiezin kan den eenigen man, dien zij
lief heeft niet vergeten; zij reist hem
kend, dat ik liever de heete, klamme zie-
kenhand, welke hij mij reikte, afgewe
zen hadde dan, zonder berispenswaarr
dige onhoffelijkheid aan den dag te leg
gen, ware dit onmogelijk geweest. Der
halve nam ik spoedig mijn afscheid na
aanbieding van mijn beste wenschen tot
volledig herstel en veegde de rechter
hand stijf met mijnen schoonen neus
doek af, zoo spoedig ik buiten de deur
geraakte. Thuis komende gelastte ik
onze dienstmaagd, ten spoedigste ka
mille gereed te maken en dronk daarvan
zoo heet mogelijk twee groote koppen,
vertrouwende dat dit heilzaam vocht de
ziekenstof, dewelke in mijn binnenste
zou kunnen zijn doorgedrongen, geheel
en ten eenenmale dooden of althans on
schadelijk maken zal.
Des avonds de Amsterdamsche Cou
rant openslaande, welke door den rond-
brenger gedurende twee uur des avonds
regelmatig ter mijner beschikking wordt
gesteld, las ik niet zonder verwondering,
dat uit het verre Amerika de tijding
is aangekomen, als zoude aldaar een
eenvoudig middel zijn ontdekt, om
grachten waaruit een onaagename
geur opstijgt, volkomen en voorgoed
reukloos te maken. Door mij zijn daarop
onverwijld krachtige maatregelen ge
troffen. opdat dit nummer van het
nieuwsblad niet in de handen van mijn
vriend den heer van der Hulk gerake,
daar hierdoor aan de wenschen van den
waardigen man de bodem zoude worden
ingeslagen en in ieder geval zijn toe
stand door den schok ten zeerste zoude
worden verergerd. Naderhand van het
geval vernemende zal het Z.Ed. dan tót
troost kunnen verstrekken, dat zoodani
ge Amerikaansehe tijdingen meermalen
gebleken zijn, niet op waarheid of rede
lijkheid te berusten, maar veeleer gere
kend te moeten worden tot die nieuws
berichten wélke met een vreemde en
zeer eigenaardige term „humbug" wor
den genoemd."
Tot zoover het dagboek van mijn
waardlgen voorvader, dat ik weer heb
weggeborgen, omdat ik tot nu toe noch
den moed, noch de kracht heb gevon
den, de twintig folio deelen gebonden in
heel linnen met kalfslederen rug. waar
uit het bestaat, door te lezen. Sinds het
jaar 1852 is de familie van der Hulk
blijkbaar uitgestorven, althans niet
meer in den F.aad vertegenwoordigd,
maar de bedoeling van den waardigen
man ls niettemin bereikt, daar er nog
In dit jaar 1927 alle reden bestaat om
een Raadscommissie te benoemen, die
de oorzaken en de gevolgen van de stank
der Haarlemsohe grachten opsporen en
wegnemen moet.
Waarschijnlijk is er In dezen tijd nie
mand meer die een dagboek houdt on
der de mannen, behalve ontdekkingsrei
zigers en zeelui. En onder do vrouwen
denkelijk alleen nog enkele jonge meis
jes of misschien ook die niet meer, want
het hedendaagsche jonge meisje is zoo
nuchter als brood en heeft volstrekt
geen last van de sentimentaliteit, die
naar men zegt voor een dagboek noo
dig is.
Eén man heb ik gekend, die er een
met haar man na, zoekt hem in zijn
werk op en slaat haar tenten op in zijn
huis. Een grappig tafreeltje is het, als
zij, de volmaakte Parisienne, den eer
sten maaltijd mee gebruikt in de primi
tieve woning van Manuel, waar zij met
de eenigszins verruwde helpers van den
ingenieur mee aanzit. ZU verschijnt in
dinertoilet en de, die luxe ontwende
mannen, kijken him oogen uit, en zien
niets dan het coquette vrouwtje, dat
steeds tracht de aandacht van Manuel
te trekken, die zich dapper tegen haar
charme weert, daar hij haar haar bedrog
niet vergeven kan. „De Fatale Vrouw"
brengt nog heel wat twist en ongenoegen
en Jaloezie in de gelederen van Ma
nuel's mannen, hijzelf dwingt zichzelf
haar te blijven haten. Pas aan het slot
moet hij zijn strijd tegen zijn liefde op
geven en bezwijkt hij voor haar. Maar
om den geliefden man te redden van
den fatalen invloed dien zij, volgens hem,
op alle mannen met wie zij in aanraking
komt, heeft, verdwijnt zij voor goed uit
zijn leven.
Cinema Palace.
Mooie orkest- en orgelmuziek, indruk
wekkende tenor-zang en een in één
woord schitterend hoofdnummer vallen
deze week in Cinema Palace te genie
ten. Vele stadgenooten zullen willen kij
ken naar het weergalooze spel van
Gösta Eckmann, Karin a Bell en Mau
rice de Féraudy, die de hoofdrollen in
„De Gouden Clown" vervullen. Maar
vooral van Joe Higgins, die de titelrol
vervult. De inhoud van het stuk is gauw
verteld. De clown, die eerst een schamel
stuk brood verdient in een klein reizend
circus, maar daar ingelukkig is omdat
Daisy, de bekoorlijke dochter van den
eigenaar, zijn vrouw wordt, krijgt een
schitterend engagement in een groot
circus, waar hij den eenen triomf na
den anderen viert. Hij wordt zelfs
schatrijk. Na twee jaren huwelijksgeluk
wordt Daisy hem ontrouw en neemt met
den eigenaar van een groote modezaak
de vlucht. Deze blijkt evenwel een Don
Juan te zijn, die reeds heel spoedig, na
dat Daisy moeder geworden is, genoeg
van haar krijgt. Intusschen is Joe van
verdriet een dronkaard geworden en
zinkt al lager en lager, totdat hij weer
'in een klein circus terecht komt. Hier
ontmoet hij den verleider van Daisy.
Hij neemt een revolver en als iedereen
denkt dat hij grapjes uithaalt, schiet hij
hem dood. Daisy heeft zich van te voren
reeds van het leven beroofd, maar Joe
vindt haar dochtertje in een ziekenhuis,
over wie hij zich ontfermt. Hiermee is
het stuk ten einde. Het slot is zóó ont
roerend mooi, dat vele bezoeksters geen
tfjd meer hebben de tranen af te vegen,
als de lichten weer ontstoken worden.
De bekende Haarlemsohe zanger de
heer Drogtrop heeft veel succes met het
zingen van het Paljas-lied, waarvan wij
hier een paar van de mooiste coupletten i
laten volgen:
Ziet hem, den nar, als de schel weer
klinkt,
Ziet hem, hoe vlug hij zich draait en
wringt!
Voelt zich een koning in 't bonte ge-
war,
Dans dan, dans dan, jij arme nar!
Is ook je harte tot stervens gewond,
Lach dan toch, lach toch, met wee
nenden mond!
JU niet meer vroolijk, dat is toch te
bar,
Dans dan, dans dan, Jij arme nar!
dagboek op nahield. Een man van za
ken. Op zijn kantoor hield hU natuur
lijk aanteekening van alles wat er zoo
dagelijks voorviel, maar dat heet niët
dagboek, maar journaal. Hij was
evenwel een man van buitengewoon
grooten zin voor orde en regelmaat en
redeneerde aldus: „wanneer ik voor mijn
zaken een dagboek hou, waarom dan
niet voor mijn huis?" Bij hem was daar
aanleiding voor, want hij had zijn huis
houden ook 'min of meer zakelijk inge
deeld, zoodat zijn vrouw ongeveer op
de plaats stond van den procuratiehou
der, de oudste zoon van den boekhou
der, de oudste dochter van de particu
liere secretaresse, de jongste zoon van
den jongsten bediende, alleen de Jongste
dochter was nog niet ingedeeld, want
die kon nog niet loopen of praten..
Op zekeren dag heeft hy mij zijn
dagboek laten kijken. Ik moet zeggen:
het zag er solide uit. Het was gebon
den in leer, voorzien van een stevig
koperen slot dat hij opende met een
sleutel, die aan zijn sleutelring hing.
vlak naast dien van zijn brandkast.
Daar was de juiste plaats. Het huishou
delijk dagboek was een brandkastje op
zichzelf.
„Hieruit weet ik precies, wanneer mij
en mijn gezin wat goeds overkomen is
en ook, wanneer ik verdriet en tegen
spoed gehad heb".
„Heel belangrijk", zei ik beleefdheids
halve, ofschoon ik er bij dacht dat het
niet prettig moet wezen, altijd allerlei
kleine onaangenaamheden van vroeger
weer tegen te komen want wie een
dagboek houdt, schrijft niet alleen de
groote gebeurtenissen op. maar ook de
kleine. Anders komt het ding nooit vol.
De levensloop van de meeste menschen
kan in twintig regels verteld wor
den. zooals de dichter Gellert al wist.
die de historie van iemand dien hij als
grijsaard ontmoette, aldus beschreef aan
't slot van een zijner verzen.
Van een grijsaard wil ik zingen
En den roem dien hij verwierf.
Hoort dan lezers! Onze grijsaard
Leefde, nam een vrouw en stierf.
„Waar denk Je aan?" vroeg mijn
vriend de dagboekhouder.
„Ik vraag me af, wat je alzoo in
dat boek schrijft. Als ik een dagboek
houden moest, zouden er weken voorbij
gaan zonder dat ik er een letter in
schreef. Natuurlijk valt er niet lederen
dag wat belangrijks voor, maar altijd tee-
ken ik iets op. lederen dag. Ik kan je
mijn dagboek moeilijk laten lezen, er
staan intieme dingen in, die alleen van
belang zijn voor mijn gezin en voor mij
zelf."
„Natuurlijk", haastte ik mij te zeg
gen.
„Maar ik kan wel een pagina opzoe
ken, die je lezen kunt".
Hij bladerde een beetje en legde mij
het boek toen open voor.
ZONDAG ÖFebruari. Willem
voor een kort bezoek over geweest en
goede tijding meegebracht. Stelde mij
een gezamenlijken aankoop van rubbers
„De Gouden Clown" is Inderdaad een
van de mooiste films, die we in Haar
lem gezien hebben, boeiend van hét be
gin tot het eind.
Het bijprogramma is uit den aard der
zaak kort, maar toch geschikt om een
half uur lang groote vroolijkheid te
veroorzaken. De klucht „Waar ls miju
vrouw?" ls één en al zotheid. Het We
reldnieuws is als altijd actueel en de
Parijsche modes oogbekorend.
Luxor Theater.
„De School der Liefde" met in de
hoofdrollen Constance Talmadge en An
tonio Moreno, is een komische geschie
denis. Constance Talmadge is geknipt
om de rol van Patricia Stanhope te ver
vullen en ze doet dat met haar gewone
temperament. Het is wel de jonge dame
die op school al „de Jongensgek" ge
noemd werd, die daarmede doorgaat, tot
dat. de man komt die zijn macht»
over haar laat gelden. Dat gaat echter
maar niet zoo één, twee, drie. Er ge
beuren eerst heel wat lachwekkende en
ook onaangename dingen vóór het zoo
ver is. Maar het komt in orde en dat is
de hoofdzaak. Een heerlijk nummer om
te genieten van het luchtige spel van
Constance Talmadge en haar mede
werkers.
Een geheel ander nummer is „De Stad
der gevaren", eveneens een filmwerk in
7 acten. Ook hier worden de hoofdrollen
uitstekend vervuld, vooral door Richard
Barthelmess. We verplaatsen ons naar
New York, waar o.a. een moeder met
haar twee zoons woont. De eene is bloe-
menkoopman en een droomer, de andere
is handelsman, maar komt op een heel
andere wijze aan zijn geld dan de moe
der denkt. De bloemenjongen is echter
de edelmoedigste van de twee, want als
de politie zijn broer komt halen voor
een gepleegden diefstal, neemt hij, om
zijn moeder niet het geloof ln zijn broe
der Carlo te doen verliezen, de schuld
op zich. Later wreekt hij zich op den be
werker van al het onheil dat over het
gezin gekomen is.
Eveneens een prachtig filmwerk, dat
evenals het eerste tot de beste gere
kend kan worden.
Vooraf zagen we een Pathé-revue,
waarvan we noemen de tennis-cracks
Tilden, Richards en Lacoste, voorts na-
tuurtooneelen te Mont St. Michael en
allermooiste kindertoiletjes.
Van het Luxor-Nieuws memoreeren
we o.a.: Het 50-jarig bestaan van de
Amsterdamsche Universiteit, de veldloop
van de Amst. Athl. Club. met Jan Zee-
gers als winnaar, verschillende toonee-
len opgenomen op een diepte van 325
M. onder den grond in de StaatsmUn
„Emma" en brengen we een bezoek aan
verschillende landen en lest best, zouden
we haast zeggen, althans voor de da
mes: een prachtige serie Mode.
Het geheel is alzoo een programma
dat groote belangstelling verdient.
SHAW'S ME THE SALEM IX
NEDERLAND.
Het Düsseldorfer Schauspielhaus zal
op Maandag 24 October in den Prin-
cesseschouwburg Den Haag. Dinsdag 25
October in den Hollandschen Schouw
burg te Amsterdam en Donderdag 27
October in den Stadsschouwburg te
Haarlem komen met „Zurtick zu Methu-
salem", een metabiologische pentateuch
van Bernard Shaw.
voor, die ik heb afgewezen. Lamscotelet
met appelmoes.
(Ik kende onzen vriend als liefhebber
van lékker eten, maar dat hU het menu
van iederen dag in zijn dagboek zette,
had ik nooit gedacht.)
MAANDAG, 7 Februari. Heden
morgen verkouden opgestaan. Aspirine
niet geholpen. Den geheelen dag hoofd
pijn gehad. Erwtensoep met öuif eu
flensjes toe.
DINSDAG 8 Februari. Moeilijk
heden met de kinderjuffrouw, die om
opslag heeft gevraagd en anders ver
trekken wil. Groot ossenvleesch met
bruine boonen, waar ik niet van hou.
Waarschijnlijk wraakneming van de
juffrouw, die zeer bevriend is met het
keukenmeisje.
WOENSDAG 9 Februari. Met den
leeraar in wiskunde over Willercs slech
te cijfers van het laatste rapport ge
sproken. Wat kan het mij schelen, of
hij slecht is in die hoogdravende wis
kunde? Als hU maar weet, dat tweemaal
twee vier is.
Ik heb zelf toch ook nooit iets van
algebra begrepen. Biefstuk met dop
erwten en chocoladepudding, mijn lieve-
lingskost, want ik heb aanmerking ge
maakt op de bruine boonen.
DONDERDAG 10 Februari. Naar
Den Haag geweest om nicht Lize te be
zoeken, die mij nog altijd geld schuldig
is, geleend aan wijlen haar man, den
dronkelap. Veel tranen, geen geld. Een
kalfscotelet in het stationsrestaurant,
met gebakken aardappelen en een half
fleschje rooden wijn, die naar mijn
smaak te koud was.
VRIJDAG 11 Februari. De straten
vandaag wat glad. Voor mij uit liep ten
Harms, die uitgegleden ls en zün voet
nogal bezeerd heeft. Ik wensch niemand
wat kwaads toe, maar het is een onbe
trouwbare kerel. Groentesoep met kalfs
lever en zoete appelen. Tweemaal soep
in één week is wat overdreven.
„Ik dacht dat je nogal bevrind was
met ten Harmsen", zei ik.
Hij kreeg een kleur en klapte dade
lijk het boek dicht. „Och. ik heb hem
in den laatsten tijd wat beter leeren
kennen
Maar ik wist van ten Harmsen dat
zij samen nogal geld verdiend hadden
aan een beurstransactie, die ten Harm-
se aangeraden had.
Dat is ook nog een bezwaar van dag
boeken. Iemands opinie van Februari is
zijn opinie van October niet altijd en
omgekeerd.
Ik schrijf dus voorloopig geen dag
boek, zoodat een vereerder of vereerster
er my met St. Nicolaas geen cadeau
geven moet. Als ze dan toch wat
willen doen: een mooie portefeuille heb
ik hoog noodig. En een parapluie. maai
geen half zij. zou ook wel passen.
FIDELIO.
en mede-lid van de Haarlemsche vroed
schap den heer van der Hulk, oud der
tien jaar (wel te verstaan gemelde zoon)
zich ten mijnent vervoegd en gezegd
heeft, dat zijn vader mij gaarne wensch-
te te spreken. Z.Ed. wegens ernstige on
gesteldheid bedlegerig zijnde en der
halve niet in staat om uit te gaan en
mU te bezoeken. Op mijn vraag, wat den
Heer Van der Hulk schortte, heeft HHd.
tot mijn leedwezen geantwoord, zulks
niet gevraagd te hebben, waarop ik mijn
spijt heb te kennen gegeven, aangezien
het noodig is, dat een verstandig man,
Indien hij tot ziekenbezoeker en derhalve
tot ziekentrooster wordt geconvoceerd,
precies en volledig van den aard der
ziekte op de hoogte worde gebracht, op
dat hij in staat zij, daarnaar zijn ge
sprek in te richten. Op mijn vraag, of
de Heer van der Hulk wellicht door een
besmettelijke ziekte aangegrepen ware,
antwoordde mijne lieve Aurelia, dat de
knaap zich daaromtrent niet had uitge
laten; evenwel meende H.Ed. dat daar
voor wel niet' behoefde te worden ge
vreesd.
Ten huize van den Heer van der Hulk
1 aankomende heb ik mij bU de dienst
maagd. een zeer betrouwbare persoon
lijkheid, welke reeds zeventien jaar bij
de familie in dienst is, overtuigd dat de
zieke slechts aan een zware verkoudheid
laboreerde, doch beducht was dat de
zelve in een longontsteking zoude kun
nen overgaan. Dit stelde mij eenigermate
gerust, aangezien de Heer van der Hulk
meermalen gebleken is, overmatige be
zorgdheid voor zijn gezondheid te koes
teren en geneigd, schielijk aan den Dood
te denken, welke uitdrukking ik in mijn
dagboek gewoon ben met een hoofdletter
te schrUven, vermits aan groote Heeren
de noodlge eerbied behoort te worden
bewezen. Ofschoon dapper van aard, ge
lijk een lid der Vroedschap betaamt, be
sloot ik bij wijze van voorzorg tijdens
mijn bezoek in de ziekenkamer den
neusdoek voor den mond te houden en
na mijn thuiskomst onverwijld een kop
heete camille te gebruiken, ten einde niet
onverhoeds door de smetstof, die wel
licht in het ziekenvertrek rondwaarde,
te worden getroffen.
Binnentredend bevond ik de kamer
duister wegens de gesloten venstergor-
dUnen en den zieke in de bedstede ern
stig kuchende, weshalve het spreken
hem moeilijk viel. Na zijn tevredenheid
en dankbaarheid uitgedrukt te hebben,
dat ik zoo spoedig aan zijn roepstem vol
daan had, verklaarde de Heer van der
Hulk zich zeer ziek te gevoelen en te
veronderstellen, dat het einde ditmaal
nabij zou zijn. Overeenkomstig mijn
voornemen verklaarde ik achter mijn
zakdoek (mijn lieve Aurelia had dien
morgen naar hare prijzenswaardige ge
woonte weder een schoonen doek gereed
gelegd) aan zoo sombere voorgevoelens
geen geloof te kunnen hechten ter zake
van de blozende kleur op Z.Eds. wan
gen; deze opmerking uitgesproken met
de zekerheid waarvan ik mijn conversa
tie steeds gewoon ben te doordringen,
scheen den Heer van der Hulk aanvanke
lijk tot troost te strekken, hetgeen ook
de bedoeling was doch schreef hU
zijn blozend uiterlijk daarna toe aan een
zenuwzinkingskoorts, die hem reeds lang
ondermijnde. Na eenig inleidend gesprek
legde Z.Ed. mij daarna het doel van
zijn oponthoud bloot in de vol gén de
woorden, die ik ter wille van de waar
heid en wegens de zwakte van het men-
schelijk geheugen ter plaatse onverwijld
heb opgeschreven. De Heer van der Hulk
dan richtte zich tot mU in de volgende
termen:
„Vriend en Collega, indien mij iets
mocht overkomen, bezit mijn notaris
mijn uitersten wil van die zijde kan
dus geen onrust mij kwellen. Echter be
zwaart mij een wensch, welken ik aan
uwe goede zorgen zou willen aanbevelen
Sta mij toe, daarover kort te zijn, daar
door de herhaalde hoestbuien het spre
ken mij moeilijk valt. Het is U niet on
bekend, dat mijn vader vóór mij en diens
vader vóór dezen, deel uitgemaakt heb
ben van de vroedschap van deze stad en
zich, behalve voor vele andere aange
legenheden, verdienstelijk gemaakt heb
ben ten opzichte van het onderzoek naar
de oorzaken der minder aangename geu
ren, welke gedurende den zomer en ook
wel op andere tijdstippen des jaars, ple
gen op te stijgen uit de diverse grach
ten der stad Haarlem. Inderdaad is het
steeds een reden tot trots, en voldoening
in mijn familie geweest, dat dit onder
zoek zoovele jaren lapg, aan opvolgende
geslachten is toevertrouwd geweest en
wel in de vereerende hoedanigheid van
voorzitter-rapporteur. In de schrijftafel,
welke gU ziet in gindschen hoek van
mijn slaapvertrek, bevinden zich de drie
uitgebreide rapporten, dewelke achter
eenvolgens door mijnen grootvader, mij
nen vader en laatstelUk door mij zeiven
aan onze vroedschap zijn uitgebracht
en voorgelegd. Is het wonder mijn vriend
dat een mUner hartewenschen de opvol
ging van mUn zoon niet alleen in het
lidmaatschap onzer vroedschap maar
evenzeer in het presidium der meerge
noemde commissie is? Hij zelf is nog
te jong om de beteekenis van deze aan
gelegenheid te beseffen ik bid u, neem
dezen mijnen wensch ter harte en doe
het uwe er toe, dat hij te geschikter
tijd in deze waardigheid mijne voetstap
pen drukke en het vierde rapport in deze
schrijftafel voege, bij de drie. welke zich
daarin reeds bevinden. Wellicht zal het
hem daarna gegeven zijn. een vijfde rap
port van z IJ n zoon aan de kostbare ver
zameling toe te voegen edoch, dat
laat ik met vertrouwen aan de toekomst
over, welke wij niet vermogen te door
gronden."
Aldus tprak de Heer van der Hulk.
Aan hem of haar, die later wanneer ik
er niet meer zijn zal. de bladen van dit
dagboek zullen lezen, aldus profiteerende
van de lessen eener zestigjarige ervaring,
welke daarin zijn neergelegd, vraag ik:
„moet deze treffelijke zorg voor het na
geslacht en voor den naam der familie
niet worden geprezen?" Ik verberg het
geenszins: Ik voelde mij aangedaan en
in het hart gegrepen en beloofde naar
mijne krachten mede te werken tot ver
wezenlijking van den wensch van mijnen
vriend en ambtsbroeder. Het zij niet ont-