HAARLEM'S DAGBLAD STADSNIEUWS. Haarlemmer Halletjes BIOSCOOP ZATERDAG 22 OCT. 1927 DERDE BLAD SPOORWEGPERSONEEL .TOEPASSING VAN DIENST EN RUSTTIJDEN. In de Jongste vergadering van den Personeelraad werd besloten aan den Minister van Waterstaat te verzoeken een commissie te willen instellen, onder voorzitterschap van een ambtenaar van het Rijks toezicht, bestaande uit 3 leden aan te wijzen door de directie en 3 door den personeelraad, welke commissie ten doel zal hebben een loyale toepassing der dienst- en rusttijden te bevorderen omdat de ontstemming bij het perso neel over de toepassing hoe langer hoe sterker wordt. VOOR PA VAN DER STEUR. Liefdadigheidsavond. Vrijdagavond werd in de aula van het Kennemer Lyceum de aangekondigde liefdadigheidsavond gegeven, waarvan de opbrengst zal worden afgedragen aan Pa van der Steur. Wie Pa van der Steur is? Och wij weten het hier te Haarlem wel allen, wie hil is. maar Mr. P. P. Stöcker, die naar hij mededeelde alles aan Pa van der Steur te danken heeft kwam het, nadat de avond door den heer Chr. Nagel met een kort woord geopend was nog eens extra vertellen. Uit zijn woorden spraken groote dank baarheid en groote vereering voor den oud-Haarlemmer, dte daar in Insulinde zoo ontzettend veel gedaan heeft voor de verwaarloosde en ouderlooze Indische Jongens en meisjes, die alles voor an deren geweest ls en voor zichzelf niets en het Indische pauperisme op prac- tische wijze heeft helpen bestrijden. Ge weldig en bovenmenschelijk noemde spr. de liefde van dezen man voor het kind. Die liefde dringt hem den 62-jarige niettegenstaande zijn gezondheid is ge schokt en hij soms heimwee gevoelt naar Haarlem en zijn mooie omgeving, nu nog tot werkdagen van 18 uur. Tal loos vele kinderen heeft hij tot nuttige leden der maatschappij opgevoed. De sobere woorden van Mr. Stöcker maakten diepen indruk en zullen er zeker toe bygedrageft hebben dat flink geofferd werd voor het goede doel. Een uitmuntend programma waaraan ver schillende dillettanten hun en haar bes te krachten gaven bracht de talrijke aanwezigen daarvoor bovendien in de goede stemming. De Indische dansen van den heer I. v. d. Velde, de zang van mej. Dini van Daalen en van den heer A. Molenaar, de dansen uitgevoerd door mej Wijnstroom en eenige andere Jonge dames, de droomerige Hawaian- muziek onder leiding van den heer D. Nooy, de sterk beeldende en tempera mentvolle wijze van voordragen van den EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Commissies zijn instellingen, die ten doel hebben moeilijkheden gaande te houden, maar niet op te lossen. Iedereen weet, dat er een menigte van zulke com missies zijn, maar de voornaamste daar van zijn de Staatscommissies, die na eenige jaren vergaderd en van gedach ten gewisseld te hebben, ten slotte een rapport uitbrengen en na gedeelte lijk gedecoreerd en volledig be dankt te zijn, naar huis gaan. Het rap port wordt weggeborgen op een zolder. „En dan verder?" vraagt u. Wat ver der? Verder niets. U denkt toch niet, dat daarna het onderwerp waarvoor de Staatscommissie was benoemd, wordt op gelost! Ik bid u, dat vooral toch niet. Daar kan tien of twintig jaar later een andere Staatscommissie immers ook weer plezier van hebben! Zooals ik zei: de Staatscommissie staat bovenaan, zooals ook de Staat boven alles staat daar komt bijvoorbeeld het woord statig vandaan. De Provin cie kent ook haar commissies, maar die zijn natuurlijk al iets minder gewichtig en die lossen dan ook nu en dan wel eens wat op. Zelfs de gemeenteraad stelt af en toe commissies in, die zij dan ad hoe noemt, (hetgeen niet beteekent dat zij voor hun beraadslagingen een hok krijgen) maar deze commissies zijn al weer van minder beteekenis, dan de pro vinciale en dus natuurlijk veel onbelang rijker dan de Staatscommissies. Dat be grijpt ledereen, die van zijn leven de uitdrukking „hoogere colleges" gehoord en begrepen heeft. Deze raadscommissies komen ook tot conclusies en de Raad lost zelfs het onderwerp waarvoor zij be noemd zijn, wel eens op. Dit kan toch de beteekenis en de bedoeling van com missies niet zijn! Bladerende in oude papieren vond ik onlangs evenwel de onomstootelijke be wijzen. dat zelfs een eenvoudige raads commissie in staat is het hooge doel van haar instelling goed te begrijpen. Het was een bladzijde uit het dagboek van een mijner voorvaderen uit den tijd toen de menschen'voor zulke dingen nog tijd en gelegenheid hadden en ik vind het wel de moeite waard, die bladzijde even voor u over te schrijven Haarlem, 31 September 1952. Heden als naar gewoonte te zes uur opgestaan en ontbeten. Daarna een Goudsche pijp aangestoken en genoten van het Nicotlaansche kruid. Vervolgens de barbier gekomen. Hem onderhouden- over de snede, die hij mij eergisteren in mijn kin (rechter onderzijde) heeft toe gebracht en die mij eenige pijn veroor zaakt heeft mitsgaders bloedverlies, het welk ik mij op mijn leeftijd, zijnde 58 jaar en drie maanden precies, niet meer ongestraft kan veroorloven. Hil beloofde beterschap en grooter voorzichtigheid in de toekomst, waarna deze aangelegenheid als geëindigd beschouwd. Omstreeks kwartier vóór elven mijn echtgenoote mij gemeld, dat de zoon van mijn vriend heerheer Henri Campen, de muziek van het strijkkwartet, dit alles maakte den avond tot een aangenamen avond waar op men zich geen oogenbllk verveelde. Het was alles beschaafde en hoogstaande kunst. Jonge dames verkochten bloemen, Indische voorwerpen werden verloot, er was gelegenheid zich als oontribuant op te geven van het Instituut van Pa van der Steur en er werd ook nog ge collecteerd. Pa van der Steur, wiens 87-Jarige moeder aanwezig was, zal zeker tevreden en verblijd kunnen zijn over de opbrengst. In zijn openingswoord had de heer Nagel nog dank betuigd aan Dr. De Vletter, Rector van het Lyceum, voor het beschikbaar stellen van de aula en aan den heer van Basten, die voor de aankleeding van het tooneel belangeloos gezorgd had. Het was een mooie avond, waarover alle partijen wel tevreden zullen zijn. SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL. De afdeeling Haarlem van de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegper soneel zal een vergadering houden op 24 October. De agenda vermeldt o.a. de dienst- en rusttijden-actie, de classificatie, dienst- kleeding. degradatie van functies, over belasting van personeelgroepen en pro motiekansen en de verhoudingen voor het Tramwegpersoneel Een vertegenwoordiger van het hoofd bestuur zal aanwezig zijn. AANBESTEDING. Vrijdag 21 October werd door den bouwkundige Willem J. Peereboom na mens het College van Regenten van het St Elisabeths- of Groote Gasthuis aan besteed: a. Het maken van eenige verbouwin gen in bovengenoemd Gasthuis. Ingeschreven werd als volgt: E. Bellaarts Bouwbedrijf, Haarlem, 72.000. J. Breevoort, Haarlem, 71.000. Gebr. G. en J. Broertjes, Heemstede en Bloemendaal 76.800. D. Bruyn, Haarlem, 91.400. G. P. Hetem, Haarlem 76.700. H. Hogervorst, Alkmaar 71.483. Houtkamp, Santpoort, 68.900. A. Klaassen, Heemstede 75.500. Marcelis en Heemskerk, Leiden. 76.150. G. Metselaar en Zn., Haarlem 83.478. Gebr. v. d- Putten, Heemstede 73.749 G. J. B. Verheydt en Chr. Smits, Haarlem 89.000. N.V. Mij. Rolland, dir. P. v. Deurzen Haarlem 82.690. O. Bot, Heer Hugowaard 70.340. b. Het schilderwerk aan bovengenoem de verbouwingen. Ingeschreven als volgt: J. H. Assumberg, Utrecht 7257. J. Heemstra. Haarlem 8649. P. Essenlus, Haarlem, 8800. Lucas, Spaamdam, 6639. Breed en Zonen, Heer Hugowaard. 9944. Pa. P. H. v. d. Bosch en Zonen, Heem stede 9100. Voortman, Haarlem 9985. Barend, Haarlem, 8525. P. Zanen, Alblasserdam 9700. Goldsteen, Haarlem 11700. J. H. Bongers, Haarlem 5500. J. ter Maten. Den Haag, 8000. E. Kooy, Utrecht 7400. Laagste inschrijver sub a. Houtkamp te Santpoort voor 68.900. Laagste inschrijver sub b. J. H. Bon gers te Haarlem voor 5500. DE H.O.V. VOOR DE RADIO. Het programma voor Zondag. Het programma, dat de H.O.V. van de Hilversumsche A.N.R.O.-studlo uit Zon dagavond de wereld in zendt ziet er als volgt uit: 1. Ouverture Le Camavel romain van Hector Berlioz. 2. Symphonie no. 4. Beethoven. 3. Cello-concert Haydn; dit laatste uit te voeren door Prof. Arnold Földe- sy. den solist, die door het orkest be geleid zal worden. Dan is er pauze. No. 4 is: Suite Scène pittoresque, van Massenet en 5 een welbekend nummer van de H.O.V.: Schuberts Balletmuziek uit Rosamunde. 6. Een stuk waar Nico Gerharz steeds groot succes mee oogstte: Ballet de la Reine de Saba (Charles Gounod). Het concert begint te 8.10. Zooals gewoonlijk wordt van 9.50 tot 10 uur gestopt voor Norddeich. KADERLANDSTORM VEREENIGING „KENNEMERLAND". Dezer dagen heeft deze vereeniging haar jaarvergadering gehouden. Er was groote belangstelling, vooral van nieuwe leden. De eere-voorzitter, kapitein C. Eldermans, was aanwezig. De jaarver slagen wezen op den gunstigen toestand der vereeniging. De feestavonden, waar onder vooral het bal-masqué uitblinkt, waren een groot succes. Bij de bestuurs verkiezing verklaarde de heer Th. Hooy zijn functie van voorzitter niet langer te kunnen waarnemen door drukke bezig heden. Het nieuwe bestuur wordt nu als volgt samengesteld: M. van Voolen. voorzitter, C. T. Steffelaar, vice-voor- zitter, E. van Voolen, secretaris, B. H. M. Reynen, penningmeester, A. F. Haccou, commissaris. De nieuwe voorzitter bracht den heer Hooy dank voor zijn uitnemend werk als voorzitter. Besloten werd in Novem ber een feestavond te organise eren. CENTRALE BOND VAN TRANSPORT ARBEIDERS. Door de afdeeling Haarlem van den Centr. Bond van Transportarbeiders wordt Dinsdagavond a.s. een feestavond georganiseerd naar aanleiding van den sterken groei der afdeeling. Er is ge zorgd voor muziek en een humorist. Ver der zal de heer Zieverink uit Rotterdam een korte rede houden. Scala-Theater. En wat betreft critiek op onze revue „Daar lach Je om!", zei Pauline Hervé in den proloog van het stuk, waarvan zij de regie heeft, en waarin zij een der hoofdrollen vervult. En daarmee sprak zij den titel van de revue uit, die de andere leden van Tom Princes gezelschap in koor her haalden: „Daar lach Je om". Toch zul len wij het maar wagen de revue te be- critiseeren. Na wat wij zagen kan de beoordeeling niet zoo slecht uitvallen. Iedere revue is onsamenhangend, en voonameiyk berekend op effect, zoowel wat betreft het gespokene, als wat er te zien is. De inhoud van deze revue was al zeer ledig: korte scènes, en niets zeggende balletten. Maar goed gespeeld beide. In de scènes was humor te vinden. Het gezelschap beschikt blijkbaar over eenige goede komieken. Vooral het Far West intermezzo was heel aardig en deed vaag aan Buziau's „Terug naar de natuur" denken. Daarentegen werden wij levendig aan Mie en Ko herinnerd door het spel van Pauline Hervé als Jordaansche. Maar Mie en Ko kunnen het beter. De solo-zanger verdient een waardeerend woord; zijn spel had niet veel te be teekenen. Vooral met 't ge liefde: „Ay, ay, ay" had hij succes. Werkelijk artistiek leek ons de Marionet ten-Imitatie van twee medespelenden, die ook overigens mooi spel gaven. De proloog en de finale dunkt ons, wa ren het minst geslaagd. De idee om in de proloog alle medespelers uit den oven te halen is wel origineel. Maar wat het daze dansen en springen betreft: „Daar lach je om". „Wat de Zee nam" ls een film, die veel moois te genieten geeft. De titel zegt reeds, dat de inhoud dramatisch is, Wie daarvan houdt, ga dit werk dus zien. Rembrandt Theater. Na de gebruikelijke openingsmarsch en het Rembrandt Nieuws komen op het tooneel het artistenpaar Stuart en Ca meron, op het programma aangeduid als Xylophoon exponenten. De xylophoon schijnt de naam te zijn van de muziek instrumenten, die zij zeer verdienstelijk bespelen. Voor het bedienen dezer in strumenten is behalve rythmisch ge voel ook een flinke dosis spierkracht noodig, maar het resultaat van deze inspanning is zeer bevredigend. De toe hoorders toonden zich buitengewoon voldaan, evenals over de prestaties van het Terrek Kozakkenkoor, welke vijf zangers luide werden toegejuicht. De film: „Een Fatale Vrouw" vertelt u de geschiedenis van de Markiezin de Torre Blanca, die op een gemaskerd bal ontmoet den Argentijnschen Ingenieur Manuel Robledo. Zij krijgen elkaar lief en de markiezin verzwijgt hem angstval lig, dat zij getrouwd is. Zij spreekt de waarheid als zij zegt, dat Manuel de eenige man ls, dien zij bemint. Als Ma nuel zijn ouden vriend komt opzoeken en aan diens vrouw wordt voorgesteld, ontwaart hij tot zijn smart en schrik, dat zijn schoone onbekende de vrouw is van zijn vriend den markies de Torre Blanca. Manuel besluit om zoo spoedig moge lijk naar zijn werk in Argentinië terug te keeren en te trachten in zijn werk zijn liefde te vergeten, maar de mar kiezin kan den eenigen man, dien zij lief heeft niet vergeten; zij reist hem kend, dat ik liever de heete, klamme zie- kenhand, welke hij mij reikte, afgewe zen hadde dan, zonder berispenswaarr dige onhoffelijkheid aan den dag te leg gen, ware dit onmogelijk geweest. Der halve nam ik spoedig mijn afscheid na aanbieding van mijn beste wenschen tot volledig herstel en veegde de rechter hand stijf met mijnen schoonen neus doek af, zoo spoedig ik buiten de deur geraakte. Thuis komende gelastte ik onze dienstmaagd, ten spoedigste ka mille gereed te maken en dronk daarvan zoo heet mogelijk twee groote koppen, vertrouwende dat dit heilzaam vocht de ziekenstof, dewelke in mijn binnenste zou kunnen zijn doorgedrongen, geheel en ten eenenmale dooden of althans on schadelijk maken zal. Des avonds de Amsterdamsche Cou rant openslaande, welke door den rond- brenger gedurende twee uur des avonds regelmatig ter mijner beschikking wordt gesteld, las ik niet zonder verwondering, dat uit het verre Amerika de tijding is aangekomen, als zoude aldaar een eenvoudig middel zijn ontdekt, om grachten waaruit een onaagename geur opstijgt, volkomen en voorgoed reukloos te maken. Door mij zijn daarop onverwijld krachtige maatregelen ge troffen. opdat dit nummer van het nieuwsblad niet in de handen van mijn vriend den heer van der Hulk gerake, daar hierdoor aan de wenschen van den waardigen man de bodem zoude worden ingeslagen en in ieder geval zijn toe stand door den schok ten zeerste zoude worden verergerd. Naderhand van het geval vernemende zal het Z.Ed. dan tót troost kunnen verstrekken, dat zoodani ge Amerikaansehe tijdingen meermalen gebleken zijn, niet op waarheid of rede lijkheid te berusten, maar veeleer gere kend te moeten worden tot die nieuws berichten wélke met een vreemde en zeer eigenaardige term „humbug" wor den genoemd." Tot zoover het dagboek van mijn waardlgen voorvader, dat ik weer heb weggeborgen, omdat ik tot nu toe noch den moed, noch de kracht heb gevon den, de twintig folio deelen gebonden in heel linnen met kalfslederen rug. waar uit het bestaat, door te lezen. Sinds het jaar 1852 is de familie van der Hulk blijkbaar uitgestorven, althans niet meer in den F.aad vertegenwoordigd, maar de bedoeling van den waardigen man ls niettemin bereikt, daar er nog In dit jaar 1927 alle reden bestaat om een Raadscommissie te benoemen, die de oorzaken en de gevolgen van de stank der Haarlemsohe grachten opsporen en wegnemen moet. Waarschijnlijk is er In dezen tijd nie mand meer die een dagboek houdt on der de mannen, behalve ontdekkingsrei zigers en zeelui. En onder do vrouwen denkelijk alleen nog enkele jonge meis jes of misschien ook die niet meer, want het hedendaagsche jonge meisje is zoo nuchter als brood en heeft volstrekt geen last van de sentimentaliteit, die naar men zegt voor een dagboek noo dig is. Eén man heb ik gekend, die er een met haar man na, zoekt hem in zijn werk op en slaat haar tenten op in zijn huis. Een grappig tafreeltje is het, als zij, de volmaakte Parisienne, den eer sten maaltijd mee gebruikt in de primi tieve woning van Manuel, waar zij met de eenigszins verruwde helpers van den ingenieur mee aanzit. ZU verschijnt in dinertoilet en de, die luxe ontwende mannen, kijken him oogen uit, en zien niets dan het coquette vrouwtje, dat steeds tracht de aandacht van Manuel te trekken, die zich dapper tegen haar charme weert, daar hij haar haar bedrog niet vergeven kan. „De Fatale Vrouw" brengt nog heel wat twist en ongenoegen en Jaloezie in de gelederen van Ma nuel's mannen, hijzelf dwingt zichzelf haar te blijven haten. Pas aan het slot moet hij zijn strijd tegen zijn liefde op geven en bezwijkt hij voor haar. Maar om den geliefden man te redden van den fatalen invloed dien zij, volgens hem, op alle mannen met wie zij in aanraking komt, heeft, verdwijnt zij voor goed uit zijn leven. Cinema Palace. Mooie orkest- en orgelmuziek, indruk wekkende tenor-zang en een in één woord schitterend hoofdnummer vallen deze week in Cinema Palace te genie ten. Vele stadgenooten zullen willen kij ken naar het weergalooze spel van Gösta Eckmann, Karin a Bell en Mau rice de Féraudy, die de hoofdrollen in „De Gouden Clown" vervullen. Maar vooral van Joe Higgins, die de titelrol vervult. De inhoud van het stuk is gauw verteld. De clown, die eerst een schamel stuk brood verdient in een klein reizend circus, maar daar ingelukkig is omdat Daisy, de bekoorlijke dochter van den eigenaar, zijn vrouw wordt, krijgt een schitterend engagement in een groot circus, waar hij den eenen triomf na den anderen viert. Hij wordt zelfs schatrijk. Na twee jaren huwelijksgeluk wordt Daisy hem ontrouw en neemt met den eigenaar van een groote modezaak de vlucht. Deze blijkt evenwel een Don Juan te zijn, die reeds heel spoedig, na dat Daisy moeder geworden is, genoeg van haar krijgt. Intusschen is Joe van verdriet een dronkaard geworden en zinkt al lager en lager, totdat hij weer 'in een klein circus terecht komt. Hier ontmoet hij den verleider van Daisy. Hij neemt een revolver en als iedereen denkt dat hij grapjes uithaalt, schiet hij hem dood. Daisy heeft zich van te voren reeds van het leven beroofd, maar Joe vindt haar dochtertje in een ziekenhuis, over wie hij zich ontfermt. Hiermee is het stuk ten einde. Het slot is zóó ont roerend mooi, dat vele bezoeksters geen tfjd meer hebben de tranen af te vegen, als de lichten weer ontstoken worden. De bekende Haarlemsohe zanger de heer Drogtrop heeft veel succes met het zingen van het Paljas-lied, waarvan wij hier een paar van de mooiste coupletten i laten volgen: Ziet hem, den nar, als de schel weer klinkt, Ziet hem, hoe vlug hij zich draait en wringt! Voelt zich een koning in 't bonte ge- war, Dans dan, dans dan, jij arme nar! Is ook je harte tot stervens gewond, Lach dan toch, lach toch, met wee nenden mond! JU niet meer vroolijk, dat is toch te bar, Dans dan, dans dan, Jij arme nar! dagboek op nahield. Een man van za ken. Op zijn kantoor hield hU natuur lijk aanteekening van alles wat er zoo dagelijks voorviel, maar dat heet niët dagboek, maar journaal. Hij was evenwel een man van buitengewoon grooten zin voor orde en regelmaat en redeneerde aldus: „wanneer ik voor mijn zaken een dagboek hou, waarom dan niet voor mijn huis?" Bij hem was daar aanleiding voor, want hij had zijn huis houden ook 'min of meer zakelijk inge deeld, zoodat zijn vrouw ongeveer op de plaats stond van den procuratiehou der, de oudste zoon van den boekhou der, de oudste dochter van de particu liere secretaresse, de jongste zoon van den jongsten bediende, alleen de Jongste dochter was nog niet ingedeeld, want die kon nog niet loopen of praten.. Op zekeren dag heeft hy mij zijn dagboek laten kijken. Ik moet zeggen: het zag er solide uit. Het was gebon den in leer, voorzien van een stevig koperen slot dat hij opende met een sleutel, die aan zijn sleutelring hing. vlak naast dien van zijn brandkast. Daar was de juiste plaats. Het huishou delijk dagboek was een brandkastje op zichzelf. „Hieruit weet ik precies, wanneer mij en mijn gezin wat goeds overkomen is en ook, wanneer ik verdriet en tegen spoed gehad heb". „Heel belangrijk", zei ik beleefdheids halve, ofschoon ik er bij dacht dat het niet prettig moet wezen, altijd allerlei kleine onaangenaamheden van vroeger weer tegen te komen want wie een dagboek houdt, schrijft niet alleen de groote gebeurtenissen op. maar ook de kleine. Anders komt het ding nooit vol. De levensloop van de meeste menschen kan in twintig regels verteld wor den. zooals de dichter Gellert al wist. die de historie van iemand dien hij als grijsaard ontmoette, aldus beschreef aan 't slot van een zijner verzen. Van een grijsaard wil ik zingen En den roem dien hij verwierf. Hoort dan lezers! Onze grijsaard Leefde, nam een vrouw en stierf. „Waar denk Je aan?" vroeg mijn vriend de dagboekhouder. „Ik vraag me af, wat je alzoo in dat boek schrijft. Als ik een dagboek houden moest, zouden er weken voorbij gaan zonder dat ik er een letter in schreef. Natuurlijk valt er niet lederen dag wat belangrijks voor, maar altijd tee- ken ik iets op. lederen dag. Ik kan je mijn dagboek moeilijk laten lezen, er staan intieme dingen in, die alleen van belang zijn voor mijn gezin en voor mij zelf." „Natuurlijk", haastte ik mij te zeg gen. „Maar ik kan wel een pagina opzoe ken, die je lezen kunt". Hij bladerde een beetje en legde mij het boek toen open voor. ZONDAG ÖFebruari. Willem voor een kort bezoek over geweest en goede tijding meegebracht. Stelde mij een gezamenlijken aankoop van rubbers „De Gouden Clown" is Inderdaad een van de mooiste films, die we in Haar lem gezien hebben, boeiend van hét be gin tot het eind. Het bijprogramma is uit den aard der zaak kort, maar toch geschikt om een half uur lang groote vroolijkheid te veroorzaken. De klucht „Waar ls miju vrouw?" ls één en al zotheid. Het We reldnieuws is als altijd actueel en de Parijsche modes oogbekorend. Luxor Theater. „De School der Liefde" met in de hoofdrollen Constance Talmadge en An tonio Moreno, is een komische geschie denis. Constance Talmadge is geknipt om de rol van Patricia Stanhope te ver vullen en ze doet dat met haar gewone temperament. Het is wel de jonge dame die op school al „de Jongensgek" ge noemd werd, die daarmede doorgaat, tot dat. de man komt die zijn macht» over haar laat gelden. Dat gaat echter maar niet zoo één, twee, drie. Er ge beuren eerst heel wat lachwekkende en ook onaangename dingen vóór het zoo ver is. Maar het komt in orde en dat is de hoofdzaak. Een heerlijk nummer om te genieten van het luchtige spel van Constance Talmadge en haar mede werkers. Een geheel ander nummer is „De Stad der gevaren", eveneens een filmwerk in 7 acten. Ook hier worden de hoofdrollen uitstekend vervuld, vooral door Richard Barthelmess. We verplaatsen ons naar New York, waar o.a. een moeder met haar twee zoons woont. De eene is bloe- menkoopman en een droomer, de andere is handelsman, maar komt op een heel andere wijze aan zijn geld dan de moe der denkt. De bloemenjongen is echter de edelmoedigste van de twee, want als de politie zijn broer komt halen voor een gepleegden diefstal, neemt hij, om zijn moeder niet het geloof ln zijn broe der Carlo te doen verliezen, de schuld op zich. Later wreekt hij zich op den be werker van al het onheil dat over het gezin gekomen is. Eveneens een prachtig filmwerk, dat evenals het eerste tot de beste gere kend kan worden. Vooraf zagen we een Pathé-revue, waarvan we noemen de tennis-cracks Tilden, Richards en Lacoste, voorts na- tuurtooneelen te Mont St. Michael en allermooiste kindertoiletjes. Van het Luxor-Nieuws memoreeren we o.a.: Het 50-jarig bestaan van de Amsterdamsche Universiteit, de veldloop van de Amst. Athl. Club. met Jan Zee- gers als winnaar, verschillende toonee- len opgenomen op een diepte van 325 M. onder den grond in de StaatsmUn „Emma" en brengen we een bezoek aan verschillende landen en lest best, zouden we haast zeggen, althans voor de da mes: een prachtige serie Mode. Het geheel is alzoo een programma dat groote belangstelling verdient. SHAW'S ME THE SALEM IX NEDERLAND. Het Düsseldorfer Schauspielhaus zal op Maandag 24 October in den Prin- cesseschouwburg Den Haag. Dinsdag 25 October in den Hollandschen Schouw burg te Amsterdam en Donderdag 27 October in den Stadsschouwburg te Haarlem komen met „Zurtick zu Methu- salem", een metabiologische pentateuch van Bernard Shaw. voor, die ik heb afgewezen. Lamscotelet met appelmoes. (Ik kende onzen vriend als liefhebber van lékker eten, maar dat hU het menu van iederen dag in zijn dagboek zette, had ik nooit gedacht.) MAANDAG, 7 Februari. Heden morgen verkouden opgestaan. Aspirine niet geholpen. Den geheelen dag hoofd pijn gehad. Erwtensoep met öuif eu flensjes toe. DINSDAG 8 Februari. Moeilijk heden met de kinderjuffrouw, die om opslag heeft gevraagd en anders ver trekken wil. Groot ossenvleesch met bruine boonen, waar ik niet van hou. Waarschijnlijk wraakneming van de juffrouw, die zeer bevriend is met het keukenmeisje. WOENSDAG 9 Februari. Met den leeraar in wiskunde over Willercs slech te cijfers van het laatste rapport ge sproken. Wat kan het mij schelen, of hij slecht is in die hoogdravende wis kunde? Als hU maar weet, dat tweemaal twee vier is. Ik heb zelf toch ook nooit iets van algebra begrepen. Biefstuk met dop erwten en chocoladepudding, mijn lieve- lingskost, want ik heb aanmerking ge maakt op de bruine boonen. DONDERDAG 10 Februari. Naar Den Haag geweest om nicht Lize te be zoeken, die mij nog altijd geld schuldig is, geleend aan wijlen haar man, den dronkelap. Veel tranen, geen geld. Een kalfscotelet in het stationsrestaurant, met gebakken aardappelen en een half fleschje rooden wijn, die naar mijn smaak te koud was. VRIJDAG 11 Februari. De straten vandaag wat glad. Voor mij uit liep ten Harms, die uitgegleden ls en zün voet nogal bezeerd heeft. Ik wensch niemand wat kwaads toe, maar het is een onbe trouwbare kerel. Groentesoep met kalfs lever en zoete appelen. Tweemaal soep in één week is wat overdreven. „Ik dacht dat je nogal bevrind was met ten Harmsen", zei ik. Hij kreeg een kleur en klapte dade lijk het boek dicht. „Och. ik heb hem in den laatsten tijd wat beter leeren kennen Maar ik wist van ten Harmsen dat zij samen nogal geld verdiend hadden aan een beurstransactie, die ten Harm- se aangeraden had. Dat is ook nog een bezwaar van dag boeken. Iemands opinie van Februari is zijn opinie van October niet altijd en omgekeerd. Ik schrijf dus voorloopig geen dag boek, zoodat een vereerder of vereerster er my met St. Nicolaas geen cadeau geven moet. Als ze dan toch wat willen doen: een mooie portefeuille heb ik hoog noodig. En een parapluie. maai geen half zij. zou ook wel passen. FIDELIO. en mede-lid van de Haarlemsche vroed schap den heer van der Hulk, oud der tien jaar (wel te verstaan gemelde zoon) zich ten mijnent vervoegd en gezegd heeft, dat zijn vader mij gaarne wensch- te te spreken. Z.Ed. wegens ernstige on gesteldheid bedlegerig zijnde en der halve niet in staat om uit te gaan en mU te bezoeken. Op mijn vraag, wat den Heer Van der Hulk schortte, heeft HHd. tot mijn leedwezen geantwoord, zulks niet gevraagd te hebben, waarop ik mijn spijt heb te kennen gegeven, aangezien het noodig is, dat een verstandig man, Indien hij tot ziekenbezoeker en derhalve tot ziekentrooster wordt geconvoceerd, precies en volledig van den aard der ziekte op de hoogte worde gebracht, op dat hij in staat zij, daarnaar zijn ge sprek in te richten. Op mijn vraag, of de Heer van der Hulk wellicht door een besmettelijke ziekte aangegrepen ware, antwoordde mijne lieve Aurelia, dat de knaap zich daaromtrent niet had uitge laten; evenwel meende H.Ed. dat daar voor wel niet' behoefde te worden ge vreesd. Ten huize van den Heer van der Hulk 1 aankomende heb ik mij bU de dienst maagd. een zeer betrouwbare persoon lijkheid, welke reeds zeventien jaar bij de familie in dienst is, overtuigd dat de zieke slechts aan een zware verkoudheid laboreerde, doch beducht was dat de zelve in een longontsteking zoude kun nen overgaan. Dit stelde mij eenigermate gerust, aangezien de Heer van der Hulk meermalen gebleken is, overmatige be zorgdheid voor zijn gezondheid te koes teren en geneigd, schielijk aan den Dood te denken, welke uitdrukking ik in mijn dagboek gewoon ben met een hoofdletter te schrUven, vermits aan groote Heeren de noodlge eerbied behoort te worden bewezen. Ofschoon dapper van aard, ge lijk een lid der Vroedschap betaamt, be sloot ik bij wijze van voorzorg tijdens mijn bezoek in de ziekenkamer den neusdoek voor den mond te houden en na mijn thuiskomst onverwijld een kop heete camille te gebruiken, ten einde niet onverhoeds door de smetstof, die wel licht in het ziekenvertrek rondwaarde, te worden getroffen. Binnentredend bevond ik de kamer duister wegens de gesloten venstergor- dUnen en den zieke in de bedstede ern stig kuchende, weshalve het spreken hem moeilijk viel. Na zijn tevredenheid en dankbaarheid uitgedrukt te hebben, dat ik zoo spoedig aan zijn roepstem vol daan had, verklaarde de Heer van der Hulk zich zeer ziek te gevoelen en te veronderstellen, dat het einde ditmaal nabij zou zijn. Overeenkomstig mijn voornemen verklaarde ik achter mijn zakdoek (mijn lieve Aurelia had dien morgen naar hare prijzenswaardige ge woonte weder een schoonen doek gereed gelegd) aan zoo sombere voorgevoelens geen geloof te kunnen hechten ter zake van de blozende kleur op Z.Eds. wan gen; deze opmerking uitgesproken met de zekerheid waarvan ik mijn conversa tie steeds gewoon ben te doordringen, scheen den Heer van der Hulk aanvanke lijk tot troost te strekken, hetgeen ook de bedoeling was doch schreef hU zijn blozend uiterlijk daarna toe aan een zenuwzinkingskoorts, die hem reeds lang ondermijnde. Na eenig inleidend gesprek legde Z.Ed. mij daarna het doel van zijn oponthoud bloot in de vol gén de woorden, die ik ter wille van de waar heid en wegens de zwakte van het men- schelijk geheugen ter plaatse onverwijld heb opgeschreven. De Heer van der Hulk dan richtte zich tot mU in de volgende termen: „Vriend en Collega, indien mij iets mocht overkomen, bezit mijn notaris mijn uitersten wil van die zijde kan dus geen onrust mij kwellen. Echter be zwaart mij een wensch, welken ik aan uwe goede zorgen zou willen aanbevelen Sta mij toe, daarover kort te zijn, daar door de herhaalde hoestbuien het spre ken mij moeilijk valt. Het is U niet on bekend, dat mijn vader vóór mij en diens vader vóór dezen, deel uitgemaakt heb ben van de vroedschap van deze stad en zich, behalve voor vele andere aange legenheden, verdienstelijk gemaakt heb ben ten opzichte van het onderzoek naar de oorzaken der minder aangename geu ren, welke gedurende den zomer en ook wel op andere tijdstippen des jaars, ple gen op te stijgen uit de diverse grach ten der stad Haarlem. Inderdaad is het steeds een reden tot trots, en voldoening in mijn familie geweest, dat dit onder zoek zoovele jaren lapg, aan opvolgende geslachten is toevertrouwd geweest en wel in de vereerende hoedanigheid van voorzitter-rapporteur. In de schrijftafel, welke gU ziet in gindschen hoek van mijn slaapvertrek, bevinden zich de drie uitgebreide rapporten, dewelke achter eenvolgens door mijnen grootvader, mij nen vader en laatstelUk door mij zeiven aan onze vroedschap zijn uitgebracht en voorgelegd. Is het wonder mijn vriend dat een mUner hartewenschen de opvol ging van mUn zoon niet alleen in het lidmaatschap onzer vroedschap maar evenzeer in het presidium der meerge noemde commissie is? Hij zelf is nog te jong om de beteekenis van deze aan gelegenheid te beseffen ik bid u, neem dezen mijnen wensch ter harte en doe het uwe er toe, dat hij te geschikter tijd in deze waardigheid mijne voetstap pen drukke en het vierde rapport in deze schrijftafel voege, bij de drie. welke zich daarin reeds bevinden. Wellicht zal het hem daarna gegeven zijn. een vijfde rap port van z IJ n zoon aan de kostbare ver zameling toe te voegen edoch, dat laat ik met vertrouwen aan de toekomst over, welke wij niet vermogen te door gronden." Aldus tprak de Heer van der Hulk. Aan hem of haar, die later wanneer ik er niet meer zijn zal. de bladen van dit dagboek zullen lezen, aldus profiteerende van de lessen eener zestigjarige ervaring, welke daarin zijn neergelegd, vraag ik: „moet deze treffelijke zorg voor het na geslacht en voor den naam der familie niet worden geprezen?" Ik verberg het geenszins: Ik voelde mij aangedaan en in het hart gegrepen en beloofde naar mijne krachten mede te werken tot ver wezenlijking van den wensch van mijnen vriend en ambtsbroeder. Het zij niet ont-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9