STADSNIEUWS. KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. FLITSEN FEUILLETON Het Huis met den Pijl F^RI EM'S DAGBLAD WOENSDAG 2 NOV. 1927 Hulde aan luitenant Koppen en zijn metgezellen. Subsidie vereeniging voor eigen autowegen voor snel_ verkeer. Electrificatie lijn AmsterdamZandvoort gevraagd. De Noordelijke stationsuitgang. Het Rykswegenplan. Dinsdagavond vergaderde de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en omstreken onder voorzit terschap van den heer E. H. Krelage. Onderscheidene ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter brengt een woord van hulde aan luitenant Koppen en zün metgezellen, dre, aldus spr., ge toond hebben door hun vliegtocht Am sterdam—Batavia. dat eenerzijds de geest onzer wakkere zeevaarders uit vroegere eeuwen nog niet gedoofd is, anderzijds de practische oplossing van een snel postverkeer per vliegmachine uitvoerbaar is. Het laatste is in het belang van han del en nijverheid. Daarom dan past uit die kringen een woord van hulde, zegt spr. (applaus). Naar aanleiding van de opmerkingen van de heeren Van den Burg en Hooij inzake Verlaging van briefport en van de port voor drukwerk in de laatst gehouden vergadering der Kamer deelt het Bureau mede, dat het op dit ocgenblik geen termen aanwezig acht op verlaging van port aan te drin gen, aangezien uit het jaarverslag over 1926 van den Post-, den Telegraaf-, den Telefoon- en den Postcheque- en Giro dienst over 1926 en uit de Memorie van Toelichting by de Staatsbegrooting voor 1928 voldoende blijkt, dat het voorne men bestaat om tot een voortgezette verlaging over te gaan. Mocht aan d:t voornemen niet met den nocdigen spoed gevolg worden ge geven, can is het Bureau gaarne bereid een voorstel te doen om bij de bevoegde autoriteit op nader te bepalen verlagin gen aan te dringen. Bij het agendapunt; Subsidies, wordt door bet Bureau der Kamer voorgesteld: a. geen subsidie te geven aan de commissie voor cultureels en economische propaganda voor de Olym pische Spelen te Amsterdam en b. wel een subsidie te verleenen aan de ver eeniging tot bevordering van de tot standkoming van eigen autowegen voor snelverkeer in ons land tot een nader te bepalen bedrag. Volgens de voorstellen van het Bu reau wordt besloten. Aan de orde komen verschillende con cept-brieven van het Bureau der Ka mer. In de eerste plaats een aan de commissie in zake gewestelijke plannen omtrent bedrijfsbelangen betrokken bij gewestelijke uitbreidingsplannen. Goedgekeurd. Voorts een aan de directie der Ned. spoorwegen inzake de Trem verbinding Amsterdam HaarlemZandvoort. In dien brief wordt medegedeeld dat naar de meening van de Kamer de treinverbinding AmsterdamHaarlem Zandvoort nog eenige voorziening be hoeft en met aandrang verzocht tot eerig doeltreffende oplossing van dit verkeersvraagstuk te besluiten en elec trificatie van de lyn HaarlemZand voort tegen het volgend voorjaar voor te bereiden. Aldus goedgekeurd. In de derde plaats een brief aan den minister van Waterstaat waarin de ge voelens der Kamer kenbaar gemaakt worden ten opzichte van de voorontwer pen winkelsluitingswet en het Werktij denbesluit, in verband met de een vo rige maal reeds kenbaar gemaakte mee ning der Emme r. Aldus goedgekeurd. Vervolgers een brief aan den minis ter van Waterstaat, waarin gevraagd wordt welke overwegingen eventueel zullen doen besluiten tot verplaatsing van een in- en uitk-'aringsdienst van Umuiden naar Amsterdam. Aldus goedgekeurd. Tenslotte een gemeenschappelUk schrijven met he: gemeentebestuur van Haarlem aan de Directie der Ned. Spoor wegen inzake Openstelling tlonsuïtgang, Noordelijken S»a- ïn dat schrijven wordt medegedeeld, dat in verband met het verschil van meening tusschen de directie der spoor wegen en de Kamer inzake de ontlas ting van het verkeer op het Stations plein aan de politie opdracht is gegeven een onderzoek in te sxeüen.Op 5 dagen tusschen 20—26 April IJ. werd een tel ling gehouden tusschen 57 uur n.m. met het volgende resultaat: Het aantal reizigers dat zich te voet van den uitgang door de viaduct naar het Kennemerplein begaf, bedroeg 20, 21, 22, 25 en 26 April resp. 1162, 1121, 1071, 1256 en 1062. Bovendien is op die dagen en uren nagegaan, hoeveel auto's van het sta tionsplein vertrokken in de richting van 'het Kennemerplein en in de richting Kruisstraat en Rozenstraat. In de eer ste richting bedroeg dit aantal op voor melde dagen en uren resp. 26, 31, 24, 27 en 18 en in de tweede richting resp. 30, 20, 21, 18 en 21. In verband hiermede en mede met het feit, dat de uitbreiding der gemeen te voornamelijk plaats heeft in het noordelijk deel, merkt de toelichting op het voorgestelde schrijven op, dat open stelling van den noordelijken stations uitgang wel degelijk het verkeer op het Stationsplein zou ontlasten. Tenslotte wordt het vertrouwen uit gesproken, dat het vorenstaande de directie alsnog moge doen besluiten den noordelijke uitgang open te stellen op de drukste uren. Aldus goedgekeurd. De heer Van Liemt zet uiteen dat hem meermalen is gebleken dat goede dingen niet op particulier initiatief tot stand komen. Wanneer de overheid niet het cadeaustelsel gaat verbieden, dan z-al van de actie van bet comité niets terecht komen. WH het comité niet we ten na wettelijke maatregelen, dan kan het zich wel gaan ontbinden. De Kamer had vervolgens een beslis sing te nemen over de al dan niet wet telijke bestrijding van het stelsel van den Verkoop met cadeaus. Het comité van actie tot bestrijding van den verkoop met caüeaux had dien aangaande de Kamer om een uitspraak verzocht. Over de vraag of thans moet worden overgegaan tot het treffen van wettelijke maatregelen al dan niet. Het pro en contra was in een vorige vergadering toegelicht. De heer Mathot achtte de Kamer niet competent om in deze quaes tie een uitspraak te doen. Nadat de heer VanLiemt had bepleit dat de Kamer wel een uitspraak zal doen, komt in stemming de vraag of de Kamer daar toe zal overgaan. Zes leden verklaren zich er voor en 10 reden er tegen. De Kamer zal dus geen uitspraak doen. Daarna hield Ir. P. J. van Voorst Vader een inleiding over het Bijkswegenplan Spr. ze 5de dat de inleiding werd ge houden naar aanleiding van een brief van den Alt.WJ. en de Kon. Ned. Auto mobiel Club, waarin naar de meening van de Kamer werd gevraagd aangaan de het Rijkswegenplan. Hij deelde mede dat in verband met het toenemende verkeer aan de wegen. steeds meer eischen werden gesteld. Middelen wer den beraamd om te komen tot een ver betering van de wegen. De vereeniging „Het Ned. wegencongres" nam de zaak in studie en maakte gereed een ont werp wegbelastrng. Nadat een staats commissie dat ontwerp had bestu deerd kwam een ontwerp wegenbelas ting in de St a ten-Generaal in behande ling dat in 1926 tot een wet werd ver heven. Volgens deae wet moest er een Rijks wegenplan komen. Bij KJ3. van 4 Juni 1927 werd dat Rijkswegenplan vastge steld. Omtrent dat plan trad spr. in bijzonderheden. Hij deelde oa mede cat de weg Amsterdam—Haarlem in het voorjaar van 1923 zal voltooid zijn. Voordat het Rijkswegenplan is vastge steld, is de verbetering van dien weg reeds ter hand genomen. Verschillende wegen zijn ontworpen, waaronder een van de Hembrug naar Velsen, waarvan de bedoeling is hem in 1929 klaar te ma ken. Van enkele plannen onder anderen voor een weg van Amsterdam naar Utrecht zijn de tracés nog niet goedge keurd. Ten aanzien van laatstgenoemden weg is de bedoeling gelegenheid te geven tot onderscheidenlijk snel en langzaam verkeer. Spr. lichtte zijn voordracht toe met een kaart en met teekeningen van wegprofielen. De heer Van Hardenbroek zegtin de nu volgende besprekingen neg steeds te missen een weg voor snelverkeer van hot Westen naar liet Oosten. Spr. be treurt het dat bij het maken van wegen de Ned. Industrie wordt gepasseerd. Hij meent dat met de Ned. klinkers wel degelijk wat is te bereiken. Vooral echter-vindt spr. het jammer dat er niet komt een goede verbinding van Haar lem en Leiden naar het Oosten van het land. De inleider antwoordt dat, indien dat kan. ook wel van klinkers wordt ge bruik gemaakt. Verschillende leden stel den den inleider nog eenige vragen. Over de wenschelijkheid asfaltwegen te maken waren de meeningen verschillend. In de discussiën wordt de wenschelijkheid be toogd om de wegen niet door de gemeen ten maar daaromheen te maken. De ge meenten zouden dan kunnen zorgen voor uitmondingen op de groote ver keerswegen. Tenslotte betuigt de Voorzitter den inleider dank voor zijn betoog, waarna de vergadering wordt gesloten. Het laatste gedeelte van de vergadering was bijgewoond door Jhr. Reigersman, hoofdingenieur-directeur en de heer C. Thomese, hoofdingenieur bij den Pro vincialen Waterstaat, alsmede door Ir. G. W. Bh. Daniels, adjunct-directeur bij Openbare Werken. GEWESTELIJKE UITBREIDINGSPLANNEN. AANWIJZING VAN BEPAALDE INDUSTRIETERREINEN NOODIG De Commissie ter zake de gewestelijke plannen ingesteld door de ministers van Arbeid, van Binnenlandsche Zaken en van Waterstaat voor de besfcudeering van het vraagstuk van gewestelijke uit breidingsplannen en (om te) adviseeren over maatregelen, die zouden zijn te nemen om vaststelling en uitvoering van zoodanige plannen te bevorderen heeft aan de Kamer van Koophandel en Fa brieken medegedeeld dat ze behoefte heeft aan meer gegevens dan waarover ze tot dusver beschikt, ten aanzien van bedrijfsbelangen, die bij bedoelde vraag stukken zijn betrokken. In verband daarmede verzocht het se cretariaat der commissie voorlichting der Kamer. Vooral wenscht het secre tariaat te weten hoe de Kamer denkt over de eischen aan een streekplan te stellen en over het aanwijzen van be paalde industrieterreinen. In de Dinsdag gehouden zitting der Kamer van Koophandel en Fabrieken kwam in behandeling een conceptbrief van het bureau der Kamer aan boven vermelde commissie. De Kamer hechtte zonder discussie daaraan goedkeuring. In dien brief zegt de Kamer dat in verband met de belangen van de in het district der Kamer gevestigde bedrijven en mede voor die welke zich hier nog zullen vestigen, zij meent dat reeds van te voren behoort te worden vastgesteld welke terreinen voor deze bedrijven be schikbaar zün en wanneer hierover de volie beschikking kan worden verkregen. Van een en ander geeft, gaa: de brief voort, onze naaste omgeving een zeer duidelijk beeld. Eenerzijds zijn in de stad Haarlem op enkele plaatsen nog industrieels bedrijven gevestigd, die daar om verschillende redenen niet meer be hoorden te zijn, anöerszyds was een ver plaatsing uiterst moeilijk, omdat Haar lem niet over de terreinen beschikte, die zij voor industrieele doeleinden behoefte. De vraag of het trekken van industrie naar de stad meer voor- dan nadeelen geeft buiten beschouwing latende, be perken wij ons tot de erkenning van de noodzakelijkheid voor zoover de stad Haarlem betreft, van verplaatsing, der industrieele ondernemingen uit de bin nenstad. Met belangstelling nam de Kamer dan ook destijds kennis van het uitbreidings plan van het Phoenixterrein en zijn naaste omgeving en de verplaatsing van de fabrieken der N.V. Machinefabriek vil. Gebr. Figée waardoor geleidelijk het vormen eener industriewijk bevorderd wordt. Dat men daarmede nog niet ver der is komt om. door de omstandigheid, dat juist over dat terrein aan hst Noor der Buitenspaame „meerdere heeren" regeerden, gaat de brief voort en van een „streekplan" feitelijk geen sprake was. De vaststelling van een gewestelijk uitbreidingsplan onder goedkeuring van VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1041 DE SCHOORSTEEN Jan Kommer stelt zijn populariteit weer in de waagschaal. Hij verbrandt wat oude rommel in zijn kachel, maar alle buur vrouwen vermanen hun echtgenooten, dat het nu eindelijk tijd wordt dat zij de kachels eens van den zolder halen. Jan Kommer is weer de eenige vlijtige. (Nadruk verboden). de betrokken gemeentebesturen en de tijdige bekendmaking daarvan zou vol gens het oordeel onzer Kamer, bevor derlijk zyn geweest aan de snellere vor ming van een industriewyk, die toch moest komen. Tot hoever een dergelyk plan bindende kracht moet hebben en welke desiderata daarin met betrekking tot bedrijven moeten voorkomen laten wij buiten beschouwing. Het komt ons echter noodzakelijk voor dat het eenmaal vastgestelde plan, onder geen omstan digheden in hoofdopzet gewijzigd kan worden. In verband met het vorenstaande ves tigt de Kamer de aandacht op hare po gingen om te komen tot een spoorweg en overlaadhaven. Voor dat havenplan aan het Noorder Spaarne is het noodig een streekplan te hebben dat niet al leen de beschikbare terreinen voor in dustrie en handel aangeeft, maar dat tevens aanwyst welke verkeerswegen in de toekomst tot stand moeten komen. Het toekomstige industrieterrein zal spoorwegaansluiting moeten vinden op de lijn Haarlem—Amsterdam. Voorts zullen in het streekplan mede opgeno men moeten worden de aansluitingsmo- gelijkheden te water van het industrie terrein naar het Noordzeekanaal. Vervolgens zegt de Kamer dat naast de ontwikkeling van dit gebied aan het Noorder Spaarne ongetwijfeld nog een tweetal terreinen ze zijner tijd in aan merking kunnen komen voor industrie terrein. In de eerste plaats de terreinen langs het Noordzeekanaal en in de tweede plaats de terreinen gelegen tus schen Amsterdam en Haarlem. Het is de Kamer aldus de brief, uit den aard der zaak niet mcgelijk te be- ocrdeelen welke byomstandïgheden aan leiding kunnen zijn, dat bepaalde ge deelten van deze terreinen meer of min der voor het vestigen van industrieele ondernemingen geschikt zijn. Het feit dat beide reeds thans de beschikking hebben over afvoerwegen en de omstan digheid dat, niet tegenstaande de eco nomische moeilijkheden die industrie uitbreiding beletten, tcch hier en daar de industrie zich ontwikkelt, schenkt ons de overtuiging, dat reserveering van ter reinen aldaar gewenscht is. De Kamer zegt tenslotte vaststelling van een streekplan, meer speciaal voor de door haar aangegeven terreinen, van groot belang te achten. De Kamer ver klaart zich bij voorbaat gaarne bereid desgewenscht inlichtingen te verstrek ken of behulpzaam te zijn bij het ver zamelen van gegevens. OPMERKINGEN UIT BURGERIJ. DE INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL DE VERHUIZENDE BRIEVENBUS. Een lezer, wonende op den Klever- parkweg klaagt over de brievenbus, die vroeger op den hoek van Kleverpark weg en Begasiraat stond, en den laat- sten tyd telkens aan het verhuizen is. Eerst stond de bus op bovengenoemden hoek tegen het hek van dc Ambachts school, en was van nut voor de bewoners van het laatste gedeelte van den Klever parkweg en de Kleverlaan. Toen in de Meester Cornelisstraat een Postagent schap gevestigd werd, verhuisde de bus daar naar tos, en kwam dus te staan aan den anderen kant van de Ambachts school, wat verder van het eind van Kleverparkweg en Kleverlaan af. Dit postagentschap is kort geleden overgeplaatst naar het eind van de Santpoorterstraat en de bus ging gewil lig mee. De bewoners van het uiteinde van het Kleverparkkwartier zitten nu heelemaal ver van de bus af, terwijl er in de Santpoorterstraat twee staan, een aan 't begin, en een aan het eind. De inzender vraagt of de directie van het Postkantoor niet eens kan overwegen de bus zoo te plaatsen, dat bovenge noemde bewoners niet lange afstanden behoeven af te leggen om een brief te posten. EEN GEVAARLIJKE VIJVER. Een lezeres vestigt er de aandacht op dat de vijver op het Kastanjeplein voor kleine kinderen gevaar oplevert. Zij wil de ouders uit het Hoogerwoerdkwartier waarschuwen, dat de kinderen makke lijk in de een Meter diepe vyver kunnen vallen, en er verdrinkingsgevaar be staat. Dezen zomer zijn er drie kinderen uit den vijver gehaald, allen van on geveer drie jaar. Zondag heeft inzend ster, die op het Kastanjeplein woont, nog een kleine jongen voorover in den vijver zien vallen. Daar het daar niet druk is, wordt het niet altijd gezien. De omwonenden onderschatten het ge vaar en willen meestal niet luisteren naar de waarschuwingen van Kastanje plein-bewoners. VERKIEZING LEDEN KAMER VAN KOOPHANDEL. Door B. en W. van Haarléan zyn be noemd in het hoofdstembureau voor de op 17 November te houden periodieke verkiezing van leden van de Kamer van Koophandel, de heeren: Ir. W. J. Bur- gersdijk, voorzitter; Mr. A. R. Baas, P. J. M. van. Tetering, Jhr. J. C. Mol- lerus, leden; Th. G. C. Hooy, plaats vervangend voorzitter en J. J. Thöne, W. Worst, Mr. A. J. R. Mauritz, plaats vervangende leden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. TULPENCULTÜÜR TE FINSTERWOLDE. Ook te Finsterwolde zal een proef worden genomen met den verbouw van tulpen, waarvoor de heer D. J. de Vries Jr. gronden beschikbaar stelde. De bol len zijn de afgeloopen week gepoot, evenais in den Carel Coenraadpolder. In dezen polder zijn voor de uitge breide prcef gronden genomen, die on middellijk aan den dijk van den vóór» liggenden pokier liggen. EVANGELISCHE MAATSCHAPPIJ. De jaarvergadering van de Evangelische Maatschappij wordt gehouden 24 Mei 1928 te Haarlem, voorafgegaan door eea wijdingsavond den 23sten Mei. GEVONDEN DIEREN EN VOORWER PEN. Terug te bekomen bij: Gieling, Kleverparkweg 217, gouden broche; Luiting, Rijksstraatweg 291, Velsen, deksel van een kachel; H. Roo- deboog, Geweerstraat 31, herdershond; G. van Beelen, Harmenjansweg 57 G, bruine handschoen; Kennel „Fauna", Parkiaan: zwarte hond, gebracht door W. Jöteen, Nieuwe Landstraat 4, bruine hond, gebracht door Terpoorten, Gen. Bothastraat 9„ grijswitte kat, gebracht door Jacobijnestraat. W. Timmer man, Paul Krugerstraat 72, kinderjasje; v Hoorn, God. Oude Gracht 83. zakmesje; C. Cyfert, Oude Groenmarkt 12, blauw petje: T. Oostenburg, Hya- einthen laan 45, rijwielbel.merk in étui, H. Snoeks, Papaverstraat 5, rijwielbel. merk in étui; J. van Leersum, Brouwers straat 54, paar gymnastiekschoenen; J. Kesseling, Zuidpolderstraat 23, bruin schoentje; D. Schelvis, de Genestet- straat 7, damestasdhje met inhoud; De Vries, Zocherstraat 44, damestaschje met inhoud. Naar het Engelsch van A. E. W. MASON. 45) Hij schreef dus die lastige vragen cp zün papier zoo: Maar. lo. Waarom hecht Kanand geen ge wicht aan het feit dat de „Verhandeling over Spcranthus Hispidus" weer op zijn plaats is gezet in de bibliotheek? 2o. Waarvan schrek hij toch zoo fcoen wij op het terras van het stadhuis stón den? 3o. Wat was het, dat hij van plan was tegen my te zeggen In het café op het Wapenplein en tenslotte toch niet zei- de?" 4o. Waarom heeft Hanand alles in de schatkamer onderzocht om de vergiftige pijl te vinden, behalve het inwendige van den draagstoel? Het geluid van een denr, die zachtjes gesleten werd. maakte hem wakkeT uit zijn overpeinzingen. Hij keek de kamer door. Hanand was net uit de slaapka mer gekomen en deed de tusschendeur achter zich dicht. Hij had zijn. hand nog op de deurknop en staarde Frobisher met een eigenaardig verschrikt gezicht aan. Vlug liep hij naar de tafel waaraan Jhn zat te schrijven. „Wat helpt u mij toch!" zei hij glim lachend. „Wat helpt u mij toch verba zend!" Hoewei Jim zeker verwachtte dat Ha nand ö:t zeiüe om hem te bespotten, kon hij niets spottende in rijn toon ontdek ken. Hanand was heel ernstig; zijn cogen schitterden en aan de uitdrukking van zyn gericht zag Jim dat hij weer iets ontdekt had dat van belang kon rijn. „Mag ik eens zien wat u geschreven heeft?" vroeg Hanand. „U zult er niets aan hébben", ant woordde Jim bescheiden, maar daar wil de Hanand niet van hoeren. „Het is altijd de moeite waard om eens te zien wat een ander denkt, en zelfs neg meer wat een ander riet. Wat heb ik in Parijs tegen u gezegd? De dingen die je het laatste ziet heb je vlak voor je neus" en hij lachte zachtjes, maar verheugd dat Jim er niets van begreep. Hij gaf echter toe en schoof zijn aar.teekeningen naar Hanand tos. H'j geneerde zich eenigszins voor de schooljongensachtige manier waarop hij deze had opgesteld maar hij hoopte toch dat enkele van rijn vragen beantwoord zouden worden. Hanand ging vlak bü Jim ritten en las de vragen en antwoorden heel lang zaam. Af en toe knorde hij en een en kelen keer zei hij: .Aha!" maar zonder een spier te vertrekken. Jim aarzelde nog wat hij doen zou het uit rijn handen trekken en verscheuren, of trotsch zijn op wat hij er mee bereikt had. Eén ding was wel zeker. Hanand nam het heel ernstig op. Hij zat er een oogenbük over na te praten. „Ja hier staan allemaal vragen en moeilijkheden". Hij keek Frobisher vrien delijk aan. „Ik zal je eens wat zeggen. Een vriend van mij is een stierenvech ter in Spanje. Hij heeft mij veel ver teld ever stieren en hoe dem het van de menschen is om te denken dat een stier niet slim is. En myn vriend zegt dat een stier maar een heel klein beetje on dervinding noodig heeft om alle stieren vechters in Spanje te kunnen dooden. Heel weinig hij leert zoo vlug. Kijk eens hier! Tusschen het mom-ent waar op de stier de arena binnen komt, en z{jn dood, verloopen gewoonlijk twintig minuten. Langer mag het ook niet duren ris de matador verstandig is De stier ieert zoo gauw hce hij zich in de arena verdedigen moet. Nu, ik ben een oude stier, die al heel vaak in de arena heeft, gestreden. Dit is uw eerste gevecht. Er zijn nog maar tien minuten van dc twintig voorbij. U heeft al een heele boel geleerd. Hier staan een paar slim me vragen, die ik niet van u verwacht had. Als de twintig minuten voorbij rijn, kunt u ze allemaal zelf beantwoorden. En intusschen" hij nam een andere pen op en schreef iets achter punt! „ga ik hiermee nog iets verder. Kijk maar!" Hij gaf Jim zijn aantekeningen weer terug en Jim las: Ann Upcott's ver haal over haar tocht naar de schatka mer en nu de geheimzinnige verdwijning van de parels van mevrouw Harlcwe. en bet vinden van den pijl, wijzen er op hoe noodzakelijk het is dat het onder zoek wordt voortgezet!" Opgewonden sprong Jim overeind. Heeft u den pijl dan gevonden?" riep hij uit en keek naar de deur van Ann Upcott's slaapkamer. „Ik niet, beste jongen", antwoordde Hanand met een grijns. „De commissaris dan?" „Neen, de commissaris ook niet". „Zijn secretaris dus" Jim ging weer zitten. „Dat spijt me. Dat jongetje met zijn gcedkocpe ringen vind ik niet sympa thiek". Hanand lachte verheugd. „Troost je maar! Ik ben ook niets ge steld op dat heertje, waarop ze allemaal zoo trotsch schijnen te zijn. Maurice Thevenet heeft niets gevonden". Jim keek Hanand verwonderd aan. „Dat is me een raadsel'., zei hij. Hanand wreef zich in zün handen. „Bewy's me nu eens dat je al tien mi nuten in de arena bent", zei hy- ,Jk geloof'dat het er nog maar vyf zijn", antwoordde Jim glimlachend. „Even kijken! De pijl was nog niet ont dekt toen we in deze kamers kwamen!" „Neen". „En nu is hij ontdekt?" i>J&". „En niet door u?" „Neen". „Ook niet door den commissaris?" „Neen". „Ook niet door Maurice Thevenet?" „Neen". Jim staarde voor zich uit en schudde het hoofd. „Ik ben nog geen minuut in de arena geweest. Ik begrijp er niets was". Hanand's gericht straalde. „Dan zal ik nog iets bü uw aantee- keningen schrijven". Met zün linkerhand verborg hij het papier voor de nieuwsgierige blikken van Jim Frobisher, terwijl hij met zijn rech terhand schreef. Toen legde hij het pa pier weer voor Jim neer, met een triom fantelijk gebaar. Op de allerlaatste vraag was in Hanand's keurige schrift het ant woord gegeven. Jim las: 4o. V/aarom heeft Hanand de heele schatkamer doorzocht om den pijl te vinden behalve het inwendige van den draagstoel?" Daaronder had Kanand geschreven net alsof Jim Frobisher zelf de vraag had beantwoord: •Het was verkeerd van Hanand om te vergeten den draagstoel te onderzoeken maar gelukkig heeft deze betreurens waardige nalatigheid geen ernstige ge volgen gehad. Want de onverbeterlijke dramaturg, hot Leven, heeft gezorgd dat de schacht van den pijl de penhouder is waarmee :k deze aanteekeningen heb geschreven". Jim keek naar den penhouder en liet hem verschrikt Weer vallen. Daar was het ding de schacht, dun ais een potlood, die een verdikking had op de plek waar de vingers hem vast hielden en de pen was gestoken in het gleufje dat voor de ijzeren pijïen- punt gemaakt was! Jim herinnerde zich dat de pen een paar maal los was gaan gaan zitten en gespat had, totdat hij er haar met geweld had ingedrukt. Toen kwam er een vreeselijke gedach te bij hem op. Zijn mond ging open en hij keek Hanand verschrikt aan. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6