OM ONS HEEN HANDELSBLAD HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 8 NOV. 1927 EEN No. 3704 KLEINE STAD II. „Dat zullen ze in Gouda niet prettig gevonden hebben", zei een van mijn Vrienden. „Wat niet?" vroeg ib. „Dat je Gouda een kleine stad genoemd hebt". „Is het dan niet waar?" „Jawel, maar het is niet plezierig om het te booren zeggen". Ik heb het niet begrepen. Een stad van nog geen dertigduizend zielen is toch een kleine stad, zo» ik zeggen. Als ik in Gouda woonde en er iemand zei: „mijn vriend, wat is dat een groote stad waar je woont!" dan zou ik hem dat kwalijk genomen hebben. „Hij houdt mij voor den gek", zou ik den ken. En al is het zeker, dat Gouda m vroegere eeuwen de vijfde koopstad van het land was. in onzen tijd is ze dat niet meer. Iedereen kan geen Napoleon wezen. Er moeten ook sergeanten zijn en gewone luitenants. Ik maak dus geen verontschuldiging, omdat ik een kleine stad een kleine stad genoemd heb. Ja, als ik gezegd had „een leelüke"! Maar daar is geen sprake van, want Gouda te een aardige gemeente, met mooie grach ten en huizen en hoekjes en merkwaar dige monumenten. En bovendien, zijn dié van Gouda in vroegere dagen blijkbaar goeie vrien den met de Haarlemmers geweest. Heeft de stadsregeering van Haarlem niet in 1597 een glasraam cadeau ge daan aan de vrienden te Gouda? Het was een werk van W. Thibaut en stelde voor de inneming van Damiate in 1219, waar zooals we wel weten, de Haarlem mers duchtig aan te pas zijn gekomen. Het is een kolossaal raam met een uit voerig tafreel van het oorlogsfeit be schilderd en daarna gebrand. De trot- sche spreuk van het Haarlemsche wa penschild Vicitvim Virtus ont breekt er niet op. Maar het meest fie re van alles is, dat de Haarlemsche stadsregeering in de zestiende eeuw dus in staat was, om cadeaux te geven aan zuster gemeenten. Kom daar nu eens om! Men kibbelt er met de naburen over, wie een weg zal onderhouden of een brug repareeren. Och arme. Overigens weet ik biet, of het geen compliment was om van Gouda te spre ken als van een kleine stad. Met De- trekking tot de nijverheid namelijk. Want de grootste fabrieken in ons vaderland zijn niet gevestigd ih onze groote steden. De grootste fabriek van ons land en ook de vermaardste (met permissie van de andere nijverheden) is de Philips en ze is gevestigd'te Eind hoven, dat ook geen wereldstad is, met haar welnemen. En kijk dan naar Ce textielnijverheid, die verdeeld is over Hengelo, Almelo en Enschedé óók geen Parijzen of New "forken. Zoo heeft Gouda ook vrijwat fabrieken, waaron der merkwaardige, wier oorsprong niet j.^eeris, bekend is neem bijvoorbeeld de N.V Goedewaagen'sKor.inklijke Holland- sche Pijpen- en Aardewerkfabrieken, waarvan de stichting zelfs in dB oude gildeboeken niet meer kan worden opge spoord (er zijn van die gildeboeken ver loren gegaan) maar die zeker minstens driehonderd jaar oud zijn. Dat is een zeldzaamheid, vooral omdat er altijd leden van de familie Goede- wagen aan het hoofd hebben gestaan. Nu nog rijn drie broers er directeuren van. Natuurlijk is de pypenindustrie In Gouda niet meer zoo uitgebreid, als ze vroeger was. Omstreeks de helft van de achttiende eeuw waren er 374 pypen- fabrieken, die natuurlijk verminderd zijn naarmate het gebruik van pijpen afnam. Maar dat alleen kan het niet geweest rijn, want in een beschrijving van Gouda staat te lezen, dat na 1750 het protectionisme van omliggende rij ken met de opkomst der sigarenindus- trie haar invloed sterk deed gevoelen en dat in het begin van de negentiende eeuw handel en nijverheid algemeen achteruit raakten. De bevolking liep achteruit tot elfduizend zielen en Gouda werd berucht om zijn bedelaars. Na derhand kwam er weer nieuw leven. Een paar groote fabrieken, de kaarsen fabriek en de machinale garenspinnerij, brachten weer wat vertier en op dit oogenblik, zooals ik hierboven zei is er vrijwat industrie te Gouda. Door een Haariemschen bril bekeken is een pijpenfabriek ondenkbaar. Wie rookt er nog pijpen? vragen wij in onze eigenwijsheid. Maar dat valt mee. Het eerste wat ik er zag, toen ik de fabriek van de he eren Goedewaagen bezocht, onder het vriendelijk geleide van een der directeuren zelf. was nog wel een pijp van een meter lengte. Die rook Je niet zonder steunpunt en ze is ook niet voor alledaagsche gebruik, maar de Goudsche pijp (de lange pijp, plegen we in het gewone leven te zeggen) te op het platteland nog wel degelijk in eere, al is ze ook korter dan wat onze vade ren in den tijd van Hildebrand rookten. De klei, Eelgische, Duitsche of En- gelsche, wordt uitgerold en er wordt vervolgens een staaldraad in gestoken, natuurlijk voor de opening, die er naderhand weer wordt uitgehaald en de kop afzonderl.jk bewerkt. Merk waardig is het hoeveel Engelsche woor den er bij de pijpenfabricage algemeen gebruikt worden, een overblijfsel van haar oorsprong, die in Engeland ligt. Taai moet wel de overlevering zijn, die na drie eeuwen nog vasthoudt aan de eenmaal geijkte termen. Er worden pijpen gemaakt in soorten, de gewone witte, de roode, die meest naar het buitenland gaat, de versierde, de pijp met dubbelen wand. Na het bakken worden de pijpen na gekeken en op een bepaalde manier ge prepareerd, zocdat ze niet kleven. Om allerlei afbeeldingen op den kop te krij gen worden die er opgeplakt op de ma nier, zooals wij met decalcomanie de den in onze kinderjaren en daarna weer gebakken. Toch is de pijpenfabricage het eenig doel van deze fabrieken, daar er sedert eeuwen ook aardewerk wordt vervaardigd, zelfs is deze ouder dan de pijpenfabricage. Dat aardewerk wordt namelijk gedraaid en gegoten, het laatste op vernuftige manier in gipsen vormen. Na het bakken wordt het aar dewerk geschilderd, natuurlijk een be langrijk onderdeel van de fabricage. De firma Goedewagen had pas een nieuwe, ruime werkplaats juist voor toet schil deren gebouwd, die toegang had langs een eigenaardige glooiende brug, die de vraag: „waarom geen trap?" op de lip pen bracht. Het antwoord was, dat men op de treden licht struikelen kan, waar door aardewerk verloren gaat-. Een van de cnderdeelen is bet gla zuren van liet aardewerk. Glazuur wordt er op gespoten, waarbij natuurlijk zoo veel mogelijk verlies van het glazuursel vermeden wordt, schoon dat niet ge heel is te ontgaan. Dat er over het al gemeen buitenlandsche klei wordt ge bruikt (de Engelsche is de beste) heb ik al vermeld. Maar wanneer wij de ge wone roode bloempot zien staan, kun nen wij er ons vaderlandslievend hart er meer trccsten, dat die althans van Nederlandsche klei gemaakt is. Op het einde van onze rondwandeling komen wij in een magazijn, waar de be zoekers hun bestellingen kunnen doen en dat meteen museum is van zeldzame en merkwaardige pijpen, o.a. van neger kunst., die natuurlijk vel.'primitief, maar ook interessant is. Wij vernamen ook van de moeilijkheden uit het bedrijf, vooral bij den export-, waarmee zoovele takken van nijverheid in dezen tijd te kampen hebben. Blijkbaar is er weinig nieuws ender de zon. Onwillekeurig denken wy aan de protectie in het bui tenland, die omstreeks het midden van de achttiende eeuw de Goudsotoe nijver heid benadeelde op dit oogenblik zijn het immers weer de hooge tariefmuren, die de Nederlandsche nijverheid in haar vrijen uitvoer beiemmeren. En maatregelen van de eigen Regee ring daarbij. Be steun, door Minister Kan verleend aan d'e vervening in Drente, heeft de turf die de püpenfa- brieken tot nu toe voornamelijk ge bruikten, te duur gemaakt, zoodat zij naar een andere brandstof hebben moe ten omzien. Maar zie, nu is gebleken dat na verandering der ovens andere brandstof goedkooper is, dan de vroe gere turfprijs en dat men bovendien met minder bergruimte toekan, zoodat er ruimte vrijkomt, die op andere wijze nattig kan worden gebruikt. Met dank aan den heer Goedewaagen ben ik over het aardige grachtje de stad weer ingegaan en heb in den mid dag een tweede groote fabriek in Gouda bezocht, de Koninklijke Stearinekaarsen- fabriek Gouda, in de stad zelf kortweg de kaarsenfabriek genoemd. Aan het Rotary-diner van den vorigen avond, hadden wij al producten van deze fa briek gezien, een kaarsverlichting op de geheele tafel, die een zeer eigenaardig effect maakte en eerst na eenigen tijd door het féller, maar ook.docdscher electrische" licht vervangen werd. In deze fabriek doet zich hetzelfde voor, als in de pijpenfabricage, die haar groeten concurrent in de sigarenindustrie vond: de kaarsen zijn uit den aard van de zaak achteruit gedrongen door de uitbreiding van het electrisch licht. In landen waar de beschaving lager staat, te er een toenemende behoefte aan kaarsen en daar de scheikunde, in een fabriek als deze natuurlijk een zeer belangrijke rol speelt, nieuwe ar tikelen heeft geschapen, kon haar pro duct, de stearine praetische toepassing vinden bij verschillende toiletartikelen, zooate huidcrême, scheerzeep en derge lijke. Dr. J. P. Treub een der beide tegen woordige directeuren van de kaarsen fabriek, heeft in het jubileum nummer van het tijdschrift „Oliën, Vetten en Oliezaden" een korte beschrijving gegeven van de fabri cage, waaraan het volgende ontleend wordt. „Vetten, zoowel dierlijke als plantaardige, bestaan uit verbindin gen van glycerine met verschillende vetzuren, waarvan voor de kaarsen industrie van belang zijn de beide vaste vetzuren, stearinezuur en palmitinezuur en het vloeibare oliezuur. Van die vet ten worden in de stearinekaarsen- industrie alleen die soorten gebruikt, welke teveel vrij vetzuur bevatten, om met voordeel op consumptie-artikelen als margarine, te worden gebruikt. Ik laat hier de verschillende schei kundige bewerkingen achterwege om even op te noemen, welke artikelen in de fabriek, behalve natuurlijk de kaarsen zelf, worden vervaardigd en voor welk doel zij gebruikt worden. Het zijn dan: de glycerine voor de bereiding van nitro glycerine en dynamiet, het stearinepek voor de bereiding van zwarte lakken voor fijne metalen onderdeelen, asphalt- papier voor dakbedekking enz., stearine voor het maken van toiletartikelen als scheerzeep e. d., oleine voor het im- pregneeren van de vezels in de textiel nijverheid en voor de fabricage van zeep- en zeeppoeders voor wasscherijen. De fabriek legt- zich ook toe op de nacht- en theelichten, heeft een eigen afdeeling voor de fabricage van pitten, die een fabriekje op zichzelf is en een afdeeling voor het maken van asphalt- emulsies voor wegenbouw. Toen ik van Dr. Treub met een woord van dank afscheid genomen had, stond ik te drie uur op de stoep van het kantoor en stapte in de auto, die mij naar het station bracht. Te kwart over drie bracht de trein mij naar den Haag. Van het Staatspoorstation nam ik een auto naar dat van de Hollandsche spoor, vond daar na enkele minuten een snel trein naar Haarlem, waar op het sta tionsplein juist een tram naar Heem stede klaar stond, zoodat ik tien minuten vóór vijven in mijn huis te Heemstede aankwam. De reis van Gouda had dus juist anderhalf uur en vijf minuten geduurd. En dan zegt men nog, dat het van Gouda naar Haarlem een lastige reis is! Maar toegegeven moet worden, dat die twee stations in den Haag een bezwaar zijn. Wanneer zullen die eindelijk eens vereenigd worden? J. C. P. STADSNIEUWS. TIEN JAAR SOVJETBEWIND. MEVROUW ROLAND HOLST EN DE HEER SCHMIDT AAN HET WOORD. Ter gelegenheid van den tienden ver jaardag der Russische revolutie had de afdeeling Haarlem van de Internatio nale Arbeidershulp Maandagavond een openbare vergadering in de kleine Ge meentelijke Concertzaal belegd waar me vrouw H. Roland Holst en de heer P. J. Schmidt het woord voerden. Op het podium prijkte in groote roo de letters de leuze: ,31ank en bruin maakt de wereld rood" en aan den ka theder was de beeltenis van Lenin, naar J. Bauer, opgehangen. De voorzitter zette in- zijn openings woord het doel van „Arbeidershulp" uit een. De organisatie is geboren uit den nood van het Russisch proletariaat. Zij zond groote bedragen aan geld en groote hoeveelheden levensmiddelen naar Rus land. En later heeft zü nog zeer veel gedaan voor de arbeiders. De heer De Wind droeg hierna een fragment voor uit: „De nieuwe Mei nacht" van Van Collem (een samen spraak iusschen het communisme en een ouden arbeider) en het laatste gedicht van Vander: „Tien jaar". De heer Schmidt sprak hierna over de beteekenis van de October-revolutie. Spr. meende dat cok van socialistische zijde hierover op dezen herinneringsdag iets gezegd moest worden. .Het zou van ongeloofelijke kortzich tigheid spreken als ik", althans spr., „niet een woord van groote bewonde ring uitte voor het ontzaglijk werk dat in Rusland is verricht". (Applaus). Stuk voor stuk zijn de veroveringen, die in West-Europa door de arbeiders zijn gemaakt, weer langs parlementai ren weg te niet gedaan of tot een pas kwil gemaakt. Dat de reactie nog niet verder is gegaan is ten deele te danken aan de groote bedreiging, die de Russi sche republiek vormt (geroep: zeer juist). Als sociaal-democraat wilde spr. de hoop uitspreken dat Sovjet Rusland zal blij ven zooals het thans is. De kapitalisten bestrijden nu Sovjet Rusland op een wijze die onschuldig lijkt, maar eigenlijk veel gevaarlijker te dan de strijd met de wapens in de hand. De kapitalisten liggen op den loer. Rus land moet daarom blijven het sterkste wapen in den klassestrijd. (Applaus). Spr. behandelde vervolgens de con cessie politiek. Hier en daar moeten in Rusland concessies worden* gedaan aan de kapitalisten, maar mag men Rusland daarvan een verwijt maken? Het is im mers omringd door kapitalistische sta ten, waarmede nu eenmaal onderhan deld moet worden. Als de arbeiders in West-Europa dit niet goed vinden, dan hadden ze tien jaar geleden maar een Sovjet-Europa moeten maken. (Applaus). Komt er neg eens een oorlog tegen Sovjet-Rusland dan zal het alleen moe ten kunnen rekenen op den steun der arbeider-siin-West-Europa Sovjet-Rusland heeft fouten gemaakt. Welzeker, maar maakt men geen fouten aan de andere zijde? De leuze van éénheid van alle deelen van het proletariaat over de geheele reld moet vastgehouden worden. De groote beteekenis der Russische revolutie ligt volgens spr. in het ontwa kende Oosten. Deze ontwaking is van het allergrootste belang want de kapi talisten, zijn nog zeer machtig en zij gebruiken de groote massa's proletariërs in het Oosten om hun geschokte positie te herstellen en het proletariaat in het Westen weer beter te kunnen onder drukken. Moskou nu stookt in het Oos ten tegen de overheersching en bevor dert den strijd tegen de overheerschers daar. Gelukkig, meende spr. Maar men wete daarbij dat Moskou niet stookt in haar eigen belang. Wie beweert dat Sovjet-Rusland eigenlijk ook „imperia listisch" is, zegt een onwaarheid. Sovjet Rusland is zelfs de beste bestrijder van het Britsche imperialisme en van alle imperialisme in de wereld. De Britsche overheerschers in het Oosten haten Sovjet-Rusland omdat het gewapende Russische proletariaat de grootste steun is voor het ontwakend proletariaat in het Oosten. (Applaus). Tenslotte besprak spr. de Liga. Steeds wordt gezegd, dat hier Moskou achter zit. Welnu, als het waar is, dat Moskou- door de Liga het proletariaat heeft wil len helpen dan is spr. Moskou daarvoor dankbaar. Door de Liga is de gelegen heid geschapen om te komen tot nauwe samenwerking met de arbeiders in het Oosten. Deze samenwerking te ten zeer ste gewenseht in den klassenstrijd. De Liga heeft in Holland al het hare ge daan voor de praetische verwezenlijking van de éénheidsgedachte. Spr. werkt met mevr. Roland Holst samen in de Liga en is daar trotsch op. „Hoog boven alles de Liga!" zoo ein digde spr. (Applaus). Vóór mevrouw Roland Holst aan het woord kwam werd door allen gezamen lijk de „Internationale" gezongen, waar na de voorzitter allen opwekte lid te worden van de I. A. H. Mevr. Roland Holst begon met te zeg gen dat de revolutie in Rusland van 1S17 van groote beteekenis is geweest voor de arbeiders van de geheele we reld. Maar dit wordt nog niet algemeen ingezien. Toch is er een kleine kring, die eenheid van geest en van wil heelt welke eenheid de revolutie in Rusland mogelijk heeft gemaakt. En het vertrouwen in de revolutionnaire kracht van het prole tariaat zal tenslotte de overwinning brengen. Spr. herinnerde aan het vele, stakingen, bloedbaden, dat aan de revolutie en den val van het tsarisme vooraf ging. Eerst kwam nog de Doema, een schïjn-volks- vertegenwoordiging en daarna een tijd van. inéénschrompeling van het socia lisme. Door in 1910 kwam nieuwe groei, die in 1917 20Ó sterk was geworden dat de revolutie toen mogelijk was. In den oorlog nog begon de propaganda ook in het leger tegen den oorlogi tegen het tsarisme, vóór de revolutie en vóór den vrede. De massa's in Indonesië, meende spr., zullen even snel Ieeren als het proleta riaat in Rusland heeft geleerd. De revolutie van 1917 heeft tenslotte bereikt wat Kerensky niet heeft kunnen bereiken omdat hij te veel vast zat aan de bourgeoisie en het groot-kapitaal, vooral het Fransche kapitaal. Spr. bracht hulde aan Lenin en Trotzky, die tenslotte den gewapenden opstand en opzij-zetting van het kapi taal doorzetten, ondanks alles. (Applaus) En dat zü dit konden doen kwam door hun rotsvast vertrouwen in de revolu tionnaire kracht van het proletariaat. De Russische arbeidersklasse en haai' leiders hadden een vasten, doelbewusten wil en dat het in het Westen niet ge lukt is het kapitaal onder den vost te loopen, komt doordat die doelbewuste wil ontbrak en ook de krachtige leiders ontbraken. De onderhandelingen te Brest-Litowsk brachten wel telerustelling maar de stem die daar was gehoord wekte toch iets in het Duitsche proletariaat en niet lang daarna stortte de keizerlijke macht Duitschland ineen. Spoedig kwam nu de verdeeling van den grond in Rusland, een daad van sociale rechtvaardigheid. Het Bolsjewisme heeft zich in Rus land kunnen handhaven door den vrede, den grond en de nieuwe organisatie: de arbeidersraden. In het begin was er groote ellende, maar de leiders en de arbeiders wisten dat zij streden en leden voor het gansche arbeiders proletariaat. En het bewustzijn daarvan gaf hun kracht. Door niet mede te doen heeft het Westersche proletariaat tegenover het Russische een schuld op zich genomen die het nooit meer kan inlossen. Had men in het Westen gehoor ge geven aan de roepstem die uit Rusland kwam, hoeveel verder zouden wij dan nu zijn, riep spr. uit. Aan het verleden kan niets meer veranderd worden, maar in de toekomst nog zeer veel. Wonderen zijn in Sovjet-Rusland ge schied, op het gebied van het onderwijs, en van het economisch herstel, vooral het herstel van de productie en van de hygiëne. Groote dingen zijn tot stand gebracht met zeer gebrekkige hulpmid delen. Wat kunnen wü op dit oogenblik doen voor Rusland, voor ons zelf en voor het proletariaat der wereld? In de eerste plaats de solidariteit versterken, de arbeiders in alle landen moeten zich voelen als een éénheid in den strijd. In de tweede plaats moeten de talrijke vraagstukken onderzocht worden, die onze tijd ons telkens stelt in het Oosten en in het Westen. En ten slotte te aansluiting bij de Liga van het allerhoogste belang want de strijd tegen het Indische groot-kapitaal, dat het In donesische proletai-iaat onderdrukt, daar gaat het om. Met een vurige peroratie eindigde spr. haar rede, waarna luid applaus klonk. Tot slot van den avond droeg de heer Be Wind nog een gedicht voor: „De Tsjeka". PATROUILLE WED STRIJD KEN- NEMER PADVINDERS Men schrijft ons; Namen bij de Pinkster-patrouille wedstrijden der Haarlemsche afdeeling van „De Nederlandsche Padvinders" 12 patrouilles deel, thans niet minder dan 23. Deze wedstrijd in enkele padvinders vaardigheden werd Zaterdag op „Spaarnberg" gehouden en geschiedde in den vorm van een estafette, waar bij ieder wisselpunt een onderdeel was uit te voeren, alvorens het volgende pa trouillelid door kon gaan om een eind verder zyn taak te doen. Om de drie mi nuten werd gestart; de eerste verken ners van de deelnemende patrouilles hadden een afstand van 830 M. in ver kennerspas af te leggen. Dit beteekent beurtelings 20 passen in gewonen en 20 passen in looppas en waarmee je, door goed en juist te loopen, in een tempo van 2 K M in 15 min, groote afstanden af kunt leggen zonder je overmatig te vermoeien, terwijl je, door veel oefening den verkennerspas op 't laatst automa tisch doet en zoodoende in de gelegen heid bent om wart; je onderweg tegen komt ook op te merken en wat je waar neemt te onthouden. Dit laatste werd getoetst door één als padvinder geklee- de vogelverschrikker eenigszins geca moufleerd, maar toch zichtbaar langs 't boschpad op te stellen. Aan het einde werd gevraagd of er iets bijzonders was opgemerkt, doch de helft had het on derweg zóó druk met het tellen van 1 tot 20, dat zij hem niet hadden gezien. Anderen weer wel, terwijl er nog één in 't voorbijgaan bemerkte, dat het padvindersteeken op de verkeerde mouw zat. Na het opnemen van zyn tijd kon het volgende patroullelid naar den post E. H B. O. vertrekken waar hem gezegd werd dat z'n knie gewond was .en hij deze met een zwachtel moest verbinden; het grootste deel deed dit zeer goed. De derde verkenner kreeg om twee pa len een steiger-sjorring te leggen, waar bij de manier van leggen nogal uitéén bleek te loopen. Op de helft van den wedstryd waren thans reeds eenige partrouilles achter op geraakt maar de volgende onder deelen gaven nog gelegenheid om in t« loopen. De geheele estafette langs een mooi traject, langs kreupelhout, dennen, po pulieren, enz., naar omhoog, naar be neden, weer omhoog, duurde gemiddeld 32 minuten per patrouille. De 23 patrouilles hebben elkander weinig toegegeven daar het verschil in opéénvolging al heel gering is, INTREDE DS. SILLIVIS SMITT. Gelyk onzen lezers reeds is meege deeld hoopt dr. P. A. E. Sillevis Smitt a.s. Woensdagavond zijn intreepredica- tie te houden als predikant bij de Geref. Kerk in Hersteld Verband. Thans dee len wij nog mede, dat na afloop van de zen dienst, die gehouden wordt in het kerkgebouw in de Zuiderstraat, nog ge legenheid zal worden gegeven voor hen die dit wenschen, nader persoonlijk met den nieuwen dienaar des Woords kennte te maken. Deze gelegenheid tot kennis making, die uiteraard een meer intiem karakter zr.l dragen, zal worden gebo den in de lunchroom van dei firma Franken, Groote Houtstraat. DE WEG NAAR IJMUIDEN AAN ZEE. IN DE TWEEDE KAMER TER SPRAKE. In het Voorlooptg Verslag op de be- grooting voor Waterstaat vestigden eenige Tweede-Kamerleden er de aan dacht van den minister op, dat de ge meente Velsen het bestaande pad van het zuidelijke punt van de haringha ven te IJmuiden naar het duin geheel op eigen kosten door braakliggend ter rein wenscht te verbreeden, teneinde een deel van liet voet- en rijv-erkeer, dat thans om de haringhaven langs den lichttoren gaat en zomers bü drukte tot opstopping aanleiding geeft, langs dien weg af te leiden. Aanvankelijk was de minister tot medewerking bereid, zoo dat de gemeente bestek en teekeningen liet gereed maken, doch in een nadsr schrijven werd dis medewerking weer teruggetrokken. Men sprak de hoop uit, dat dezs medewerking, die aan het Rijk niets kost, maar het integendeel van de zerg voor het onderhoud van een weg zal ontheffen, als nog zal worden verleend, b.v. door het tot wederopzeg ging afstaan van den grond. TERAARDEBESTELLING SCHOUT BIJ NACHT VAN VOSS. Maandagmiddag had op de Algemeene Begraafplaats te Heemstede de teraard< bei telling plaats van het stoffelijk over schot van den heer Willem van Voss, in leven Schout bij Nacht b. d., Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, Ridder in de Orde van Oranje Na.-sau en Officier in het Legioen van Eer. Een zeer groot aantal marine- autoriteiten, familieleder en belang stellenden was aanwezig. Een schat van bloemstukken en kransen dekte de baar Allereerst voerde het woord Admiraal Mac Leod. Dit was de vyfde hoogge plaatste zeeofficier uit zyn geslacht, zoo sprak admiraal Mac Leod onge veer. Hü mocht vele eervolle vermel dingen verwerven vcor zyn heldhaftige daden in de Indische oorlogen. Voo: opdrachten, die hü uitvoerde voor het buitenland verwierf hü twee buiten landsche orders. Hij was een goed kame raad. Na het verlaten der Marine maakte hy zich nog verdienstelyk in het par ticuliere leven. Hij was een liefhebbend echtgenoot, een uitstekend huisvader. Met hem sterft zyn geslacht niet uit, in zün zoon vinden wü een waardig op volger. Vaarwel en dank roep ik u toe. De heer Nic. N. Bouvy sprak namens de familie. De overledene had een hart van goud, zeide spr., dat warm klopte voor al de vrienden tot wie hü .zich aan getrokken gevoelde. Dank breng ik u voor de vriendschap, ons 35 jaar be toond. Gij waart een voortreffelijk echt genoot, en een goed vader voor de kin deren. Namens de Visscherü-maatschappyen „Praxis" en „Holland" te IJmuiden, waarvan de overledene commissaris was, voerde de heer G. Carst het woord. De heer Carst wydde waardeerende woor den aan de nagedachtenis van den overledene. Bij het bestuur van de Maatschappij zal de overledene steeds in herinnering blyven, zeide deze spre ker. Een schoonzoon van den overle dene dankte voor de groote belang stelling. UITGAAN. GEMEENTELIJK ORGELCONCERT. Het 2e Gem. Orgelconcert zal, zcoals we reeds meldden, Vry'dag a.s. plaats vinden in de Gem. Concertzaal. De sopraanzangeres mevrouw Stotün- Molenaar en de hoboïst J. Stotijn ver- leenen hun medewerking. Een prachtig programma is samen gesteld. De heer Robert zal op het orgel o.a. uitvoeren het „Fête-Dieu" van Hendrik Andriessen. Dit stuk wordt vcor het eerst in de concertzaal uitgevoerd. Als slotnummer vermeldt het' pro gramma de sopraan-aria's van Bach met hobo-obligaat. SCHOUWBURG JANSWEG Vrijdag 11 November zal het Nieuwe Nederlandsch Tooneel, artistiek lei der Louis Saalbora, in den Schouw burg Jansweg een enkele voorstelling geven van „Meneer Pastoor bij de Rij ken". Deze voorstelling zal geheel ge lijk zijn aan de opvoeringen te Amster dam. De benoodigde décors, requisie- ten, meubelen enz. worden mede ge bracht. GEVONDEN VOORWERPEN Terug te bekomen bij; G. Zuidhoek, Leidschestraat 146, abonnement tram; G. J. v. d. Aardweg, Westerstraat 71, gouden armband; H. Eerhart, Kerkhof- straat la, heerenarmbandhorloge; Bur. van Politie, Smedestraat, broche, por- temonnaie m. inh.; H. Hoenderdos, Leidschevaart 92, R.K. kerkboekje; A. Lunenburg, Smedestraat 20, broche; C. den Hertog, Javastraat- 26, hondenket ting; C, Tesselaar, Verbindingsweg 17, gouden manchetknoop; Karolingensfcr. mes met schee: H. v. Thienen. Frankestraat 9, witte enderjurk; W. Nieuwenburg, Brouwersstraat 152, grijze pet; C. de Graaf, Maxwelstraat 3, pot loodhouder; J. Boeree, Zuidpolderstraat 120, kinderportemonnaie m. inh.; v. d. Sluis, Kleine Houtstraat 32, portemon- naie met inhoud; Commaita, Ged. Oude Gracht 121, portemonnaie met inh.; K. den Kouter, Ten Katestraat 12, gouden ring; Bur. van Politie, Smedestraat, rywielbelastingmerk; K. v. Beelen. Oranjestraat 172, idem in étui; J. Kooy, 1ste Hoogerwoerddwarsstraat 27, rywieltaschje met inhoud; A. v. Tonge ren, Kerkhofstraat 18 zw., zilveren ro zenkrans; A. Kordelaar, Doelstraat 27 B, sleutel; W. G. Cramer, Parkstaat 8. gymnastiekschoen; W. Verbeek, Greb- bestraat .11, huissleutel; Th. Kruijer, Rozenstraat 51 J, ijzeren schepje; Var Arp, Ceramstraat 9, Lipssleutel; J. Las- sones, Leidscheplein 52, kolenzakken. LANGS DE STRAAT De ongelukkige worp Dit wordt het verhaal van het Ge vecht, zooals het onlangs geleverd werd in een van Haarlem's straten. Die straat zou geasphalteerdl wor den en ijverige werklieden hadden de steenen, de ruwe, de ongelüke, die door de compacte overal gelükelljk verspreide asphaltlaag zouden vervan gen worden, op hoopen getast. En toen die hoopen gereed waren, had den de werklieden zich er voorloopig niet verder om bekommerd en zich tot anderen arbeid in de buurt gewend. De hoopen steenen lagen daar dus als afgedankt materiaal, dat jaren lang zyn beste krachten gegeven had aan de gemeenschap maar nu plaats moest maken voor wat de moderne tüd eischt. Maar toen kwamen de jongens en meisjes en zij zagen de steenen en achtten ze goed om er het spel mee te spelen dat hun den tyd zou ver drijven. Zü begonnen opgewonden te praten, wezen elkaar op de steenen, namen er van en plaatsten er vyf op elkaar zoo dat zy met de platte zijden elkaar raakten. En bovenop dit vyftal zetten zü in staanden stand een zesden steen. De kunst was nu om dien met een anderen steen van 'n afstand te raken. Het spel begon Een der jongens belastte zich met den post van Wachter bü den Steen. Hü had tot taak den steen op te rapen en weer op zyn voetstuk te plaatsen, telkens wanneer hij door een der ande ren uit den evenwichtstoestand was gebracht. Eenigen tyd ging het goed. Toen gebeurde er plotseling iets dat een totale verandering bracht ln het geheele geval. Een der jongens gooide en helaas....! de steen bleef roerloos staan maar de Wachter viel met een kreet van pün en de vrü overbodige, op huilenden toon geuite, vraag op de lippen: „Wie doet dat nou weer?" ter aarde. Wie het deed? Natuurlü'k de jongen die het laatst gegooid had en met zijn steen des Wachters scheenbeen had geraakt. Hü stond er een beetje schutterig bü, de ongelukkige gooier en probeerde een onverschilligen glimlach te voor- schyn te roepen, hetgeen hem niet goed afging, want diep in zün hart was hü er hcelemaal niet zeker van dat dit zaakje goed voor hem zou afloo- pen. Immers, bij zoo'n gezelschap jon gens en meisjes is altyd een Oudste aanwezig, die recht spreekt en soms niet malsch. In dit geval zei de Oudste tot den gooier op gestrengen en tevens verwü- tenden toon; „Dat is nou de tweede keer!" Iets dergelijks scheen zich dus in den loop van den dag al eens voorge daan te hebben. „Nou, ken ik 't helpen?" vroeg de gooier, die zich groot wilde houden. „Nou, ken ik 't hellepe?" bauwde de Oudste na. „Wees jü niet zoo stom!" En zonder verder meer een woord aan de zaak te verspillen wendde hij zich tot den getroffene en beval hem kort: „Geef 'm op z'n kop!" Nooit werd edeler gevecht geleverd. De beide stryders zetten zich in postuur. De rechterhanden balden zü tot vuisten en de linkera rmen hiel den zü, gekromd, als een beschermend schild voor zich uit. Zij naderden elkaar, langzaam, glu rend naar zwakke plekken en reti reerden. Zy naderden weer, deden schijn- vuistaanvallen, steeds de gekromde linkerarmen op en neer bewegend. Zy plantten de ünkerbeenen stevig op den grond, lieten hun bovenlichamen naar voren hellen en hielden met het achteruit gestrekte rechterbeen losjes contact met de aarde. Zy trachtten om elkaar heen te slui pen als roofdieren. Zy hieven de vuisten hóóg op, als mokersen sloegen er gaten mee in de lucht. Zij deden Alles, maar: raakten elkaar niet. En toen dit spelletje lang genoeg ge duurd had wierp een des meisjes zich moedig tusschep de strydenden en riep uit: „Nou is 't genoeg!" Ook de Oudste scheen te meenen dat nu aan de eer voldaan was. Hü liet toe dat het gevecht een einde nam. Alleen zei hü dreigend tot den gooier; „Probeer 't nou nóg 's!" Toen werd het werpspel hervat. J. C. E. .^D^DEELINGEN Cents per regel. Geeft uwe advertenties op ter plaatsing in het HET algemeene GROOTE dagblad der beschaafde kringen. ALLE soorten advertenties worden zonder prijsverhooging aangenomen 22 bij het Bijkantoor Handelsblad (Wensing's Alg. Advert.-Bureau) TEMPELIERSSTR. 32 Telefoon 10209

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6