OM ONS HEEN
HANDELSBLAD
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 8 NOV. 1927
EEN
No. 3704
KLEINE STAD
II.
„Dat zullen ze in Gouda niet prettig
gevonden hebben", zei een van mijn
Vrienden.
„Wat niet?" vroeg ib.
„Dat je Gouda een kleine stad
genoemd hebt".
„Is het dan niet waar?"
„Jawel, maar het is niet plezierig om
het te booren zeggen".
Ik heb het niet begrepen. Een stad
van nog geen dertigduizend zielen is
toch een kleine stad, zo» ik zeggen. Als
ik in Gouda woonde en er iemand zei:
„mijn vriend, wat is dat een groote
stad waar je woont!" dan zou ik hem
dat kwalijk genomen hebben. „Hij
houdt mij voor den gek", zou ik den
ken. En al is het zeker, dat Gouda m
vroegere eeuwen de vijfde koopstad van
het land was. in onzen tijd is ze dat
niet meer. Iedereen kan geen Napoleon
wezen. Er moeten ook sergeanten zijn
en gewone luitenants. Ik maak dus geen
verontschuldiging, omdat ik een kleine
stad een kleine stad genoemd heb. Ja,
als ik gezegd had „een leelüke"! Maar
daar is geen sprake van, want Gouda te
een aardige gemeente, met mooie grach
ten en huizen en hoekjes en merkwaar
dige monumenten.
En bovendien, zijn dié van Gouda in
vroegere dagen blijkbaar goeie vrien
den met de Haarlemmers geweest.
Heeft de stadsregeering van Haarlem
niet in 1597 een glasraam cadeau ge
daan aan de vrienden te Gouda? Het
was een werk van W. Thibaut en stelde
voor de inneming van Damiate in 1219,
waar zooals we wel weten, de Haarlem
mers duchtig aan te pas zijn gekomen.
Het is een kolossaal raam met een uit
voerig tafreel van het oorlogsfeit be
schilderd en daarna gebrand. De trot-
sche spreuk van het Haarlemsche wa
penschild Vicitvim Virtus ont
breekt er niet op. Maar het meest fie
re van alles is, dat de Haarlemsche
stadsregeering in de zestiende eeuw dus
in staat was, om cadeaux te geven aan
zuster gemeenten. Kom daar nu eens
om! Men kibbelt er met de naburen
over, wie een weg zal onderhouden of
een brug repareeren. Och arme.
Overigens weet ik biet, of het geen
compliment was om van Gouda te spre
ken als van een kleine stad. Met De-
trekking tot de nijverheid namelijk.
Want de grootste fabrieken in ons
vaderland zijn niet gevestigd ih onze
groote steden. De grootste fabriek van
ons land en ook de vermaardste (met
permissie van de andere nijverheden)
is de Philips en ze is gevestigd'te Eind
hoven, dat ook geen wereldstad is, met
haar welnemen. En kijk dan naar Ce
textielnijverheid, die verdeeld is over
Hengelo, Almelo en Enschedé óók
geen Parijzen of New "forken. Zoo heeft
Gouda ook vrijwat fabrieken, waaron
der merkwaardige, wier oorsprong niet
j.^eeris, bekend is neem bijvoorbeeld de
N.V Goedewaagen'sKor.inklijke Holland-
sche Pijpen- en Aardewerkfabrieken,
waarvan de stichting zelfs in dB oude
gildeboeken niet meer kan worden opge
spoord (er zijn van die gildeboeken ver
loren gegaan) maar die zeker minstens
driehonderd jaar oud zijn.
Dat is een zeldzaamheid, vooral omdat
er altijd leden van de familie Goede-
wagen aan het hoofd hebben gestaan.
Nu nog rijn drie broers er directeuren
van. Natuurlijk is de pypenindustrie In
Gouda niet meer zoo uitgebreid, als ze
vroeger was. Omstreeks de helft van de
achttiende eeuw waren er 374 pypen-
fabrieken, die natuurlijk verminderd
zijn naarmate het gebruik van pijpen
afnam. Maar dat alleen kan het niet
geweest rijn, want in een beschrijving
van Gouda staat te lezen, dat na 1750
het protectionisme van omliggende rij
ken met de opkomst der sigarenindus-
trie haar invloed sterk deed gevoelen
en dat in het begin van de negentiende
eeuw handel en nijverheid algemeen
achteruit raakten. De bevolking liep
achteruit tot elfduizend zielen en Gouda
werd berucht om zijn bedelaars. Na
derhand kwam er weer nieuw leven.
Een paar groote fabrieken, de kaarsen
fabriek en de machinale garenspinnerij,
brachten weer wat vertier en op dit
oogenblik, zooals ik hierboven zei is er
vrijwat industrie te Gouda.
Door een Haariemschen bril bekeken
is een pijpenfabriek ondenkbaar. Wie
rookt er nog pijpen? vragen wij in onze
eigenwijsheid. Maar dat valt mee. Het
eerste wat ik er zag, toen ik de fabriek
van de he eren Goedewaagen bezocht,
onder het vriendelijk geleide van een
der directeuren zelf. was nog wel een
pijp van een meter lengte. Die rook Je
niet zonder steunpunt en ze is ook niet
voor alledaagsche gebruik, maar de
Goudsche pijp (de lange pijp, plegen we
in het gewone leven te zeggen) te op
het platteland nog wel degelijk in eere,
al is ze ook korter dan wat onze vade
ren in den tijd van Hildebrand rookten.
De klei, Eelgische, Duitsche of En-
gelsche, wordt uitgerold en er wordt
vervolgens een staaldraad in gestoken,
natuurlijk voor de opening, die er
naderhand weer wordt uitgehaald en
de kop afzonderl.jk bewerkt. Merk
waardig is het hoeveel Engelsche woor
den er bij de pijpenfabricage algemeen
gebruikt worden, een overblijfsel van
haar oorsprong, die in Engeland ligt.
Taai moet wel de overlevering zijn,
die na drie eeuwen nog vasthoudt aan
de eenmaal geijkte termen.
Er worden pijpen gemaakt in soorten,
de gewone witte, de roode, die meest
naar het buitenland gaat, de versierde,
de pijp met dubbelen wand.
Na het bakken worden de pijpen na
gekeken en op een bepaalde manier ge
prepareerd, zocdat ze niet kleven. Om
allerlei afbeeldingen op den kop te krij
gen worden die er opgeplakt op de ma
nier, zooals wij met decalcomanie de
den in onze kinderjaren en daarna weer
gebakken. Toch is de pijpenfabricage
het eenig doel van deze fabrieken, daar
er sedert eeuwen ook aardewerk wordt
vervaardigd, zelfs is deze ouder dan de
pijpenfabricage. Dat aardewerk wordt
namelijk gedraaid en gegoten, het
laatste op vernuftige manier in gipsen
vormen. Na het bakken wordt het aar
dewerk geschilderd, natuurlijk een be
langrijk onderdeel van de fabricage. De
firma Goedewagen had pas een nieuwe,
ruime werkplaats juist voor toet schil
deren gebouwd, die toegang had langs
een eigenaardige glooiende brug, die de
vraag: „waarom geen trap?" op de lip
pen bracht. Het antwoord was, dat men
op de treden licht struikelen kan, waar
door aardewerk verloren gaat-.
Een van de cnderdeelen is bet gla
zuren van liet aardewerk. Glazuur wordt
er op gespoten, waarbij natuurlijk zoo
veel mogelijk verlies van het glazuursel
vermeden wordt, schoon dat niet ge
heel is te ontgaan. Dat er over het al
gemeen buitenlandsche klei wordt ge
bruikt (de Engelsche is de beste) heb
ik al vermeld. Maar wanneer wij de ge
wone roode bloempot zien staan, kun
nen wij er ons vaderlandslievend hart
er meer trccsten, dat die althans van
Nederlandsche klei gemaakt is.
Op het einde van onze rondwandeling
komen wij in een magazijn, waar de be
zoekers hun bestellingen kunnen doen
en dat meteen museum is van zeldzame
en merkwaardige pijpen, o.a. van neger
kunst., die natuurlijk vel.'primitief, maar
ook interessant is. Wij vernamen ook
van de moeilijkheden uit het bedrijf,
vooral bij den export-, waarmee zoovele
takken van nijverheid in dezen tijd te
kampen hebben. Blijkbaar is er weinig
nieuws ender de zon. Onwillekeurig
denken wy aan de protectie in het bui
tenland, die omstreeks het midden van
de achttiende eeuw de Goudsotoe nijver
heid benadeelde op dit oogenblik zijn
het immers weer de hooge tariefmuren,
die de Nederlandsche nijverheid in haar
vrijen uitvoer beiemmeren.
En maatregelen van de eigen Regee
ring daarbij. Be steun, door Minister
Kan verleend aan d'e vervening in
Drente, heeft de turf die de püpenfa-
brieken tot nu toe voornamelijk ge
bruikten, te duur gemaakt, zoodat zij
naar een andere brandstof hebben moe
ten omzien. Maar zie, nu is gebleken
dat na verandering der ovens andere
brandstof goedkooper is, dan de vroe
gere turfprijs en dat men bovendien
met minder bergruimte toekan, zoodat
er ruimte vrijkomt, die op andere
wijze nattig kan worden gebruikt.
Met dank aan den heer Goedewaagen
ben ik over het aardige grachtje de
stad weer ingegaan en heb in den mid
dag een tweede groote fabriek in Gouda
bezocht, de Koninklijke Stearinekaarsen-
fabriek Gouda, in de stad zelf kortweg
de kaarsenfabriek genoemd. Aan het
Rotary-diner van den vorigen avond,
hadden wij al producten van deze fa
briek gezien, een kaarsverlichting op
de geheele tafel, die een zeer eigenaardig
effect maakte en eerst na eenigen tijd
door het féller, maar ook.docdscher
electrische" licht vervangen werd.
In deze fabriek doet zich hetzelfde
voor, als in de pijpenfabricage, die haar
groeten concurrent in de sigarenindustrie
vond: de kaarsen zijn uit den aard van
de zaak achteruit gedrongen door de
uitbreiding van het electrisch licht. In
landen waar de beschaving lager staat,
te er een toenemende behoefte aan
kaarsen en daar de scheikunde,
in een fabriek als deze natuurlijk een
zeer belangrijke rol speelt, nieuwe ar
tikelen heeft geschapen, kon haar pro
duct, de stearine praetische toepassing
vinden bij verschillende toiletartikelen,
zooate huidcrême, scheerzeep en derge
lijke.
Dr. J. P. Treub een der beide tegen
woordige directeuren van de kaarsen
fabriek, heeft in het jubileum
nummer van het tijdschrift „Oliën,
Vetten en Oliezaden" een korte
beschrijving gegeven van de fabri
cage, waaraan het volgende ontleend
wordt. „Vetten, zoowel dierlijke als
plantaardige, bestaan uit verbindin
gen van glycerine met verschillende
vetzuren, waarvan voor de kaarsen
industrie van belang zijn de beide vaste
vetzuren, stearinezuur en palmitinezuur
en het vloeibare oliezuur. Van die vet
ten worden in de stearinekaarsen-
industrie alleen die soorten gebruikt,
welke teveel vrij vetzuur bevatten, om
met voordeel op consumptie-artikelen
als margarine, te worden gebruikt.
Ik laat hier de verschillende schei
kundige bewerkingen achterwege om
even op te noemen, welke artikelen in
de fabriek, behalve natuurlijk de kaarsen
zelf, worden vervaardigd en voor welk
doel zij gebruikt worden. Het zijn dan:
de glycerine voor de bereiding van nitro
glycerine en dynamiet, het stearinepek
voor de bereiding van zwarte lakken
voor fijne metalen onderdeelen, asphalt-
papier voor dakbedekking enz., stearine
voor het maken van toiletartikelen als
scheerzeep e. d., oleine voor het im-
pregneeren van de vezels in de textiel
nijverheid en voor de fabricage van
zeep- en zeeppoeders voor wasscherijen.
De fabriek legt- zich ook toe op de
nacht- en theelichten, heeft een eigen
afdeeling voor de fabricage van pitten,
die een fabriekje op zichzelf is en een
afdeeling voor het maken van asphalt-
emulsies voor wegenbouw.
Toen ik van Dr. Treub met een woord
van dank afscheid genomen had, stond
ik te drie uur op de stoep van het
kantoor en stapte in de auto, die mij
naar het station bracht. Te kwart over
drie bracht de trein mij naar den Haag.
Van het Staatspoorstation nam ik een
auto naar dat van de Hollandsche spoor,
vond daar na enkele minuten een snel
trein naar Haarlem, waar op het sta
tionsplein juist een tram naar Heem
stede klaar stond, zoodat ik tien
minuten vóór vijven in mijn huis te
Heemstede aankwam. De reis van Gouda
had dus juist anderhalf uur en vijf
minuten geduurd. En dan zegt men nog,
dat het van Gouda naar Haarlem een
lastige reis is! Maar toegegeven moet
worden, dat die twee stations in den
Haag een bezwaar zijn. Wanneer zullen
die eindelijk eens vereenigd worden?
J. C. P.
STADSNIEUWS.
TIEN JAAR
SOVJETBEWIND.
MEVROUW ROLAND HOLST
EN DE HEER SCHMIDT AAN
HET WOORD.
Ter gelegenheid van den tienden ver
jaardag der Russische revolutie had de
afdeeling Haarlem van de Internatio
nale Arbeidershulp Maandagavond een
openbare vergadering in de kleine Ge
meentelijke Concertzaal belegd waar me
vrouw H. Roland Holst en de heer P. J.
Schmidt het woord voerden.
Op het podium prijkte in groote roo
de letters de leuze: ,31ank en bruin
maakt de wereld rood" en aan den ka
theder was de beeltenis van Lenin, naar
J. Bauer, opgehangen.
De voorzitter zette in- zijn openings
woord het doel van „Arbeidershulp" uit
een. De organisatie is geboren uit den
nood van het Russisch proletariaat. Zij
zond groote bedragen aan geld en groote
hoeveelheden levensmiddelen naar Rus
land. En later heeft zü nog zeer veel
gedaan voor de arbeiders.
De heer De Wind droeg hierna een
fragment voor uit: „De nieuwe Mei
nacht" van Van Collem (een samen
spraak iusschen het communisme en een
ouden arbeider) en het laatste gedicht
van Vander: „Tien jaar".
De heer Schmidt sprak hierna over de
beteekenis van de October-revolutie. Spr.
meende dat cok van socialistische zijde
hierover op dezen herinneringsdag iets
gezegd moest worden.
.Het zou van ongeloofelijke kortzich
tigheid spreken als ik", althans spr.,
„niet een woord van groote bewonde
ring uitte voor het ontzaglijk werk dat in
Rusland is verricht". (Applaus).
Stuk voor stuk zijn de veroveringen,
die in West-Europa door de arbeiders
zijn gemaakt, weer langs parlementai
ren weg te niet gedaan of tot een pas
kwil gemaakt. Dat de reactie nog niet
verder is gegaan is ten deele te danken
aan de groote bedreiging, die de Russi
sche republiek vormt (geroep: zeer juist).
Als sociaal-democraat wilde spr. de hoop
uitspreken dat Sovjet Rusland zal blij
ven zooals het thans is.
De kapitalisten bestrijden nu Sovjet
Rusland op een wijze die onschuldig
lijkt, maar eigenlijk veel gevaarlijker te
dan de strijd met de wapens in de hand.
De kapitalisten liggen op den loer. Rus
land moet daarom blijven het sterkste
wapen in den klassestrijd. (Applaus).
Spr. behandelde vervolgens de con
cessie politiek. Hier en daar moeten in
Rusland concessies worden* gedaan aan
de kapitalisten, maar mag men Rusland
daarvan een verwijt maken? Het is im
mers omringd door kapitalistische sta
ten, waarmede nu eenmaal onderhan
deld moet worden. Als de arbeiders in
West-Europa dit niet goed vinden, dan
hadden ze tien jaar geleden maar een
Sovjet-Europa moeten maken. (Applaus).
Komt er neg eens een oorlog tegen
Sovjet-Rusland dan zal het alleen moe
ten kunnen rekenen op den steun der
arbeider-siin-West-Europa
Sovjet-Rusland heeft fouten gemaakt.
Welzeker, maar maakt men geen fouten
aan de andere zijde?
De leuze van éénheid van alle deelen
van het proletariaat over de geheele
reld moet vastgehouden worden.
De groote beteekenis der Russische
revolutie ligt volgens spr. in het ontwa
kende Oosten. Deze ontwaking is van
het allergrootste belang want de kapi
talisten, zijn nog zeer machtig en zij
gebruiken de groote massa's proletariërs
in het Oosten om hun geschokte positie
te herstellen en het proletariaat in het
Westen weer beter te kunnen onder
drukken. Moskou nu stookt in het Oos
ten tegen de overheersching en bevor
dert den strijd tegen de overheerschers
daar. Gelukkig, meende spr. Maar men
wete daarbij dat Moskou niet stookt in
haar eigen belang. Wie beweert dat
Sovjet-Rusland eigenlijk ook „imperia
listisch" is, zegt een onwaarheid. Sovjet
Rusland is zelfs de beste bestrijder van
het Britsche imperialisme en van alle
imperialisme in de wereld.
De Britsche overheerschers in het
Oosten haten Sovjet-Rusland omdat het
gewapende Russische proletariaat de
grootste steun is voor het ontwakend
proletariaat in het Oosten. (Applaus).
Tenslotte besprak spr. de Liga. Steeds
wordt gezegd, dat hier Moskou achter
zit. Welnu, als het waar is, dat Moskou-
door de Liga het proletariaat heeft wil
len helpen dan is spr. Moskou daarvoor
dankbaar. Door de Liga is de gelegen
heid geschapen om te komen tot nauwe
samenwerking met de arbeiders in het
Oosten. Deze samenwerking te ten zeer
ste gewenseht in den klassenstrijd. De
Liga heeft in Holland al het hare ge
daan voor de praetische verwezenlijking
van de éénheidsgedachte. Spr. werkt
met mevr. Roland Holst samen in de
Liga en is daar trotsch op.
„Hoog boven alles de Liga!" zoo ein
digde spr. (Applaus).
Vóór mevrouw Roland Holst aan het
woord kwam werd door allen gezamen
lijk de „Internationale" gezongen, waar
na de voorzitter allen opwekte lid te
worden van de I. A. H.
Mevr. Roland Holst begon met te zeg
gen dat de revolutie in Rusland van
1S17 van groote beteekenis is geweest
voor de arbeiders van de geheele we
reld. Maar dit wordt nog niet algemeen
ingezien. Toch is er een kleine kring, die
eenheid van geest en van wil heelt welke
eenheid de revolutie in Rusland mogelijk
heeft gemaakt. En het vertrouwen in
de revolutionnaire kracht van het prole
tariaat zal tenslotte de overwinning
brengen.
Spr. herinnerde aan het vele, stakingen,
bloedbaden, dat aan de revolutie en den
val van het tsarisme vooraf ging. Eerst
kwam nog de Doema, een schïjn-volks-
vertegenwoordiging en daarna een tijd
van. inéénschrompeling van het socia
lisme. Door in 1910 kwam nieuwe groei,
die in 1917 20Ó sterk was geworden dat
de revolutie toen mogelijk was. In den
oorlog nog begon de propaganda ook
in het leger tegen den oorlogi tegen
het tsarisme, vóór de revolutie en vóór
den vrede.
De massa's in Indonesië, meende spr.,
zullen even snel Ieeren als het proleta
riaat in Rusland heeft geleerd.
De revolutie van 1917 heeft tenslotte
bereikt wat Kerensky niet heeft kunnen
bereiken omdat hij te veel vast zat aan
de bourgeoisie en het groot-kapitaal,
vooral het Fransche kapitaal.
Spr. bracht hulde aan Lenin en
Trotzky, die tenslotte den gewapenden
opstand en opzij-zetting van het kapi
taal doorzetten, ondanks alles. (Applaus)
En dat zü dit konden doen kwam door
hun rotsvast vertrouwen in de revolu
tionnaire kracht van het proletariaat.
De Russische arbeidersklasse en haai'
leiders hadden een vasten, doelbewusten
wil en dat het in het Westen niet ge
lukt is het kapitaal onder den vost te
loopen, komt doordat die doelbewuste
wil ontbrak en ook de krachtige leiders
ontbraken.
De onderhandelingen te Brest-Litowsk
brachten wel telerustelling maar de stem
die daar was gehoord wekte toch iets in
het Duitsche proletariaat en niet lang
daarna stortte de keizerlijke macht
Duitschland ineen.
Spoedig kwam nu de verdeeling van
den grond in Rusland, een daad van
sociale rechtvaardigheid.
Het Bolsjewisme heeft zich in Rus
land kunnen handhaven door den vrede,
den grond en de nieuwe organisatie: de
arbeidersraden. In het begin was er
groote ellende, maar de leiders en de
arbeiders wisten dat zij streden en leden
voor het gansche arbeiders proletariaat.
En het bewustzijn daarvan gaf hun
kracht.
Door niet mede te doen heeft het
Westersche proletariaat tegenover het
Russische een schuld op zich genomen
die het nooit meer kan inlossen.
Had men in het Westen gehoor ge
geven aan de roepstem die uit Rusland
kwam, hoeveel verder zouden wij dan nu
zijn, riep spr. uit. Aan het verleden kan
niets meer veranderd worden, maar in
de toekomst nog zeer veel.
Wonderen zijn in Sovjet-Rusland ge
schied, op het gebied van het onderwijs,
en van het economisch herstel, vooral
het herstel van de productie en van de
hygiëne. Groote dingen zijn tot stand
gebracht met zeer gebrekkige hulpmid
delen.
Wat kunnen wü op dit oogenblik doen
voor Rusland, voor ons zelf en voor het
proletariaat der wereld?
In de eerste plaats de solidariteit
versterken, de arbeiders in alle landen
moeten zich voelen als een éénheid in
den strijd. In de tweede plaats moeten
de talrijke vraagstukken onderzocht
worden, die onze tijd ons telkens stelt
in het Oosten en in het Westen. En ten
slotte te aansluiting bij de Liga van het
allerhoogste belang want de strijd tegen
het Indische groot-kapitaal, dat het In
donesische proletai-iaat onderdrukt, daar
gaat het om.
Met een vurige peroratie eindigde spr.
haar rede, waarna luid applaus klonk.
Tot slot van den avond droeg de heer
Be Wind nog een gedicht voor: „De
Tsjeka".
PATROUILLE WED STRIJD KEN-
NEMER PADVINDERS
Men schrijft ons;
Namen bij de Pinkster-patrouille
wedstrijden der Haarlemsche afdeeling
van „De Nederlandsche Padvinders" 12
patrouilles deel, thans niet minder dan
23. Deze wedstrijd in enkele padvinders
vaardigheden werd Zaterdag op
„Spaarnberg" gehouden en geschiedde
in den vorm van een estafette, waar bij
ieder wisselpunt een onderdeel was uit
te voeren, alvorens het volgende pa
trouillelid door kon gaan om een eind
verder zyn taak te doen. Om de drie mi
nuten werd gestart; de eerste verken
ners van de deelnemende patrouilles
hadden een afstand van 830 M. in ver
kennerspas af te leggen. Dit beteekent
beurtelings 20 passen in gewonen en 20
passen in looppas en waarmee je, door
goed en juist te loopen, in een tempo
van 2 K M in 15 min, groote afstanden
af kunt leggen zonder je overmatig te
vermoeien, terwijl je, door veel oefening
den verkennerspas op 't laatst automa
tisch doet en zoodoende in de gelegen
heid bent om wart; je onderweg tegen
komt ook op te merken en wat je waar
neemt te onthouden. Dit laatste werd
getoetst door één als padvinder geklee-
de vogelverschrikker eenigszins geca
moufleerd, maar toch zichtbaar langs 't
boschpad op te stellen. Aan het einde
werd gevraagd of er iets bijzonders was
opgemerkt, doch de helft had het on
derweg zóó druk met het tellen van 1
tot 20, dat zij hem niet hadden gezien.
Anderen weer wel, terwijl er nog één
in 't voorbijgaan bemerkte, dat het
padvindersteeken op de verkeerde mouw
zat. Na het opnemen van zyn tijd kon
het volgende patroullelid naar den post
E. H B. O. vertrekken waar hem gezegd
werd dat z'n knie gewond was .en hij
deze met een zwachtel moest verbinden;
het grootste deel deed dit zeer goed.
De derde verkenner kreeg om twee pa
len een steiger-sjorring te leggen, waar
bij de manier van leggen nogal uitéén
bleek te loopen.
Op de helft van den wedstryd waren
thans reeds eenige partrouilles achter
op geraakt maar de volgende onder
deelen gaven nog gelegenheid om in t«
loopen.
De geheele estafette langs een mooi
traject, langs kreupelhout, dennen, po
pulieren, enz., naar omhoog, naar be
neden, weer omhoog, duurde gemiddeld
32 minuten per patrouille.
De 23 patrouilles hebben elkander
weinig toegegeven daar het verschil in
opéénvolging al heel gering is,
INTREDE DS. SILLIVIS SMITT.
Gelyk onzen lezers reeds is meege
deeld hoopt dr. P. A. E. Sillevis Smitt
a.s. Woensdagavond zijn intreepredica-
tie te houden als predikant bij de Geref.
Kerk in Hersteld Verband. Thans dee
len wij nog mede, dat na afloop van de
zen dienst, die gehouden wordt in het
kerkgebouw in de Zuiderstraat, nog ge
legenheid zal worden gegeven voor hen
die dit wenschen, nader persoonlijk met
den nieuwen dienaar des Woords kennte
te maken. Deze gelegenheid tot kennis
making, die uiteraard een meer intiem
karakter zr.l dragen, zal worden gebo
den in de lunchroom van dei firma
Franken, Groote Houtstraat.
DE WEG NAAR IJMUIDEN
AAN ZEE.
IN DE TWEEDE KAMER TER
SPRAKE.
In het Voorlooptg Verslag op de be-
grooting voor Waterstaat vestigden
eenige Tweede-Kamerleden er de aan
dacht van den minister op, dat de ge
meente Velsen het bestaande pad van
het zuidelijke punt van de haringha
ven te IJmuiden naar het duin geheel
op eigen kosten door braakliggend ter
rein wenscht te verbreeden, teneinde
een deel van liet voet- en rijv-erkeer, dat
thans om de haringhaven langs den
lichttoren gaat en zomers bü drukte tot
opstopping aanleiding geeft, langs dien
weg af te leiden. Aanvankelijk was de
minister tot medewerking bereid, zoo
dat de gemeente bestek en teekeningen
liet gereed maken, doch in een nadsr
schrijven werd dis medewerking weer
teruggetrokken. Men sprak de hoop uit,
dat dezs medewerking, die aan het Rijk
niets kost, maar het integendeel van
de zerg voor het onderhoud van een
weg zal ontheffen, als nog zal worden
verleend, b.v. door het tot wederopzeg
ging afstaan van den grond.
TERAARDEBESTELLING SCHOUT
BIJ NACHT VAN VOSS.
Maandagmiddag had op de Algemeene
Begraafplaats te Heemstede de teraard<
bei telling plaats van het stoffelijk over
schot van den heer Willem van Voss,
in leven Schout bij Nacht b. d., Ridder
in de Orde van den Nederlandschen
Leeuw, Ridder in de Orde van Oranje
Na.-sau en Officier in het Legioen van
Eer. Een zeer groot aantal marine-
autoriteiten, familieleder en belang
stellenden was aanwezig. Een schat van
bloemstukken en kransen dekte de baar
Allereerst voerde het woord Admiraal
Mac Leod. Dit was de vyfde hoogge
plaatste zeeofficier uit zyn geslacht,
zoo sprak admiraal Mac Leod onge
veer. Hü mocht vele eervolle vermel
dingen verwerven vcor zyn heldhaftige
daden in de Indische oorlogen. Voo:
opdrachten, die hü uitvoerde voor het
buitenland verwierf hü twee buiten
landsche orders. Hij was een goed kame
raad.
Na het verlaten der Marine maakte
hy zich nog verdienstelyk in het par
ticuliere leven. Hij was een liefhebbend
echtgenoot, een uitstekend huisvader.
Met hem sterft zyn geslacht niet uit, in
zün zoon vinden wü een waardig op
volger.
Vaarwel en dank roep ik u toe.
De heer Nic. N. Bouvy sprak namens de
familie. De overledene had een hart
van goud, zeide spr., dat warm klopte
voor al de vrienden tot wie hü .zich aan
getrokken gevoelde. Dank breng ik u
voor de vriendschap, ons 35 jaar be
toond. Gij waart een voortreffelijk echt
genoot, en een goed vader voor de kin
deren.
Namens de Visscherü-maatschappyen
„Praxis" en „Holland" te IJmuiden,
waarvan de overledene commissaris was,
voerde de heer G. Carst het woord. De
heer Carst wydde waardeerende woor
den aan de nagedachtenis van den
overledene. Bij het bestuur van de
Maatschappij zal de overledene steeds
in herinnering blyven, zeide deze spre
ker. Een schoonzoon van den overle
dene dankte voor de groote belang
stelling.
UITGAAN.
GEMEENTELIJK ORGELCONCERT.
Het 2e Gem. Orgelconcert zal, zcoals
we reeds meldden, Vry'dag a.s. plaats
vinden in de Gem. Concertzaal.
De sopraanzangeres mevrouw Stotün-
Molenaar en de hoboïst J. Stotijn ver-
leenen hun medewerking.
Een prachtig programma is samen
gesteld.
De heer Robert zal op het orgel o.a.
uitvoeren het „Fête-Dieu" van Hendrik
Andriessen. Dit stuk wordt vcor het
eerst in de concertzaal uitgevoerd.
Als slotnummer vermeldt het' pro
gramma de sopraan-aria's van Bach
met hobo-obligaat.
SCHOUWBURG JANSWEG
Vrijdag 11 November zal het Nieuwe
Nederlandsch Tooneel, artistiek lei
der Louis Saalbora, in den Schouw
burg Jansweg een enkele voorstelling
geven van „Meneer Pastoor bij de Rij
ken". Deze voorstelling zal geheel ge
lijk zijn aan de opvoeringen te Amster
dam. De benoodigde décors, requisie-
ten, meubelen enz. worden mede ge
bracht.
GEVONDEN VOORWERPEN
Terug te bekomen bij; G. Zuidhoek,
Leidschestraat 146, abonnement tram;
G. J. v. d. Aardweg, Westerstraat 71,
gouden armband; H. Eerhart, Kerkhof-
straat la, heerenarmbandhorloge; Bur.
van Politie, Smedestraat, broche, por-
temonnaie m. inh.; H. Hoenderdos,
Leidschevaart 92, R.K. kerkboekje; A.
Lunenburg, Smedestraat 20, broche; C.
den Hertog, Javastraat- 26, hondenket
ting; C, Tesselaar, Verbindingsweg 17,
gouden manchetknoop; Karolingensfcr.
mes met schee: H. v. Thienen.
Frankestraat 9, witte enderjurk; W.
Nieuwenburg, Brouwersstraat 152, grijze
pet; C. de Graaf, Maxwelstraat 3, pot
loodhouder; J. Boeree, Zuidpolderstraat
120, kinderportemonnaie m. inh.; v. d.
Sluis, Kleine Houtstraat 32, portemon-
naie met inhoud; Commaita, Ged. Oude
Gracht 121, portemonnaie met inh.; K.
den Kouter, Ten Katestraat 12, gouden
ring; Bur. van Politie, Smedestraat,
rywielbelastingmerk; K. v. Beelen.
Oranjestraat 172, idem in étui; J.
Kooy, 1ste Hoogerwoerddwarsstraat 27,
rywieltaschje met inhoud; A. v. Tonge
ren, Kerkhofstraat 18 zw., zilveren ro
zenkrans; A. Kordelaar, Doelstraat
27 B, sleutel; W. G. Cramer, Parkstaat
8. gymnastiekschoen; W. Verbeek, Greb-
bestraat .11, huissleutel; Th. Kruijer,
Rozenstraat 51 J, ijzeren schepje; Var
Arp, Ceramstraat 9, Lipssleutel; J. Las-
sones, Leidscheplein 52, kolenzakken.
LANGS DE STRAAT
De ongelukkige worp
Dit wordt het verhaal van het Ge
vecht, zooals het onlangs geleverd
werd in een van Haarlem's straten.
Die straat zou geasphalteerdl wor
den en ijverige werklieden hadden de
steenen, de ruwe, de ongelüke, die
door de compacte overal gelükelljk
verspreide asphaltlaag zouden vervan
gen worden, op hoopen getast. En
toen die hoopen gereed waren, had
den de werklieden zich er voorloopig
niet verder om bekommerd en zich
tot anderen arbeid in de buurt gewend.
De hoopen steenen lagen daar dus
als afgedankt materiaal, dat jaren
lang zyn beste krachten gegeven had
aan de gemeenschap maar nu plaats
moest maken voor wat de moderne
tüd eischt.
Maar toen kwamen de jongens en
meisjes en zij zagen de steenen en
achtten ze goed om er het spel mee
te spelen dat hun den tyd zou ver
drijven.
Zü begonnen opgewonden te praten,
wezen elkaar op de steenen, namen er
van en plaatsten er vyf op elkaar zoo
dat zy met de platte zijden elkaar
raakten. En bovenop dit vyftal zetten
zü in staanden stand een zesden
steen. De kunst was nu om dien met
een anderen steen van 'n afstand te
raken.
Het spel begon
Een der jongens belastte zich met
den post van Wachter bü den Steen.
Hü had tot taak den steen op te rapen
en weer op zyn voetstuk te plaatsen,
telkens wanneer hij door een der ande
ren uit den evenwichtstoestand was
gebracht.
Eenigen tyd ging het goed.
Toen gebeurde er plotseling iets dat
een totale verandering bracht ln het
geheele geval.
Een der jongens gooide en helaas....!
de steen bleef roerloos staan maar de
Wachter viel met een kreet van pün
en de vrü overbodige, op huilenden
toon geuite, vraag op de lippen: „Wie
doet dat nou weer?" ter aarde.
Wie het deed?
Natuurlü'k de jongen die het laatst
gegooid had en met zijn steen des
Wachters scheenbeen had geraakt.
Hü stond er een beetje schutterig bü,
de ongelukkige gooier en probeerde
een onverschilligen glimlach te voor-
schyn te roepen, hetgeen hem niet
goed afging, want diep in zün hart
was hü er hcelemaal niet zeker van
dat dit zaakje goed voor hem zou afloo-
pen. Immers, bij zoo'n gezelschap jon
gens en meisjes is altyd een Oudste
aanwezig, die recht spreekt en soms
niet malsch.
In dit geval zei de Oudste tot den
gooier op gestrengen en tevens verwü-
tenden toon; „Dat is nou de tweede
keer!"
Iets dergelijks scheen zich dus in
den loop van den dag al eens voorge
daan te hebben.
„Nou, ken ik 't helpen?" vroeg de
gooier, die zich groot wilde houden.
„Nou, ken ik 't hellepe?" bauwde
de Oudste na. „Wees jü niet zoo
stom!"
En zonder verder meer een woord
aan de zaak te verspillen wendde hij
zich tot den getroffene en beval hem
kort:
„Geef 'm op z'n kop!"
Nooit werd edeler gevecht geleverd.
De beide stryders zetten zich in
postuur. De rechterhanden balden zü
tot vuisten en de linkera rmen hiel
den zü, gekromd, als een beschermend
schild voor zich uit.
Zij naderden elkaar, langzaam, glu
rend naar zwakke plekken en reti
reerden.
Zy naderden weer, deden schijn-
vuistaanvallen, steeds de gekromde
linkerarmen op en neer bewegend.
Zy plantten de ünkerbeenen stevig op
den grond, lieten hun bovenlichamen
naar voren hellen en hielden met het
achteruit gestrekte rechterbeen losjes
contact met de aarde.
Zy trachtten om elkaar heen te slui
pen als roofdieren.
Zy hieven de vuisten hóóg op, als
mokersen sloegen er gaten mee
in de lucht.
Zij deden Alles, maar: raakten elkaar
niet.
En toen dit spelletje lang genoeg ge
duurd had wierp een des meisjes zich
moedig tusschep de strydenden en riep
uit: „Nou is 't genoeg!"
Ook de Oudste scheen te meenen dat
nu aan de eer voldaan was. Hü liet toe
dat het gevecht een einde nam.
Alleen zei hü dreigend tot den gooier;
„Probeer 't nou nóg 's!"
Toen werd het werpspel hervat.
J. C. E.
.^D^DEELINGEN
Cents per regel.
Geeft uwe advertenties op
ter plaatsing in het
HET algemeene GROOTE
dagblad der beschaafde
kringen. ALLE soorten
advertenties worden zonder
prijsverhooging aangenomen
22 bij het
Bijkantoor Handelsblad
(Wensing's Alg. Advert.-Bureau)
TEMPELIERSSTR. 32
Telefoon 10209