VEfiBRUIKERSiZEEPPQEDER T.P.VIRULY&Co's TWEEDE KAMER, „DE HOLLANDSCHE WASCHVROUW" SI NiCOLAAS-VERRASSING HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 9 NOV. 1927 HET KLEURUNGENVRAAGSTUK OP DE NEDERLANDSCHE VLOOT Hoe de levering van Chineezen geschiedt. GEEN EERLIJKE CONCURRENTIE MET DEN NEDER- LANDSCHEN ZEEMAN. wy ontvingen van het hoofdbestuur van den Centralen Bond van Transport arbeiders een memorandum over het kleurlingenvraagstui op de Nederlar.d- sche vloot. In dat memorandum wendt het hoofdbestuur naar aanleiding van, zooals het zegt. ..de ernstige gevolgen, welke de te werkstelling van kleurlin gen op de Nederlandsche vloot mede brengen, zoowel voor de veiligheid aan boord der schepen onder Nederlandsche vlag als voor de welvaart van een groot aantal Nederlandsche zeelie den zich tot de regeering, de Staten-Generaal, de gemeenteraden van Amsterdam en Rotterdam en allen die belast zijn met eenige verantwoor delijkheid in het Nederlandsche koop- vaardiibedrijf, om de aandacht te ves tigen op de vele wantoestanden die zijn ontstaan. Niet algemeen bekende mededeelingen worden gedaan omtrent de levering van Chineezen en Lascarem Opgemerkt wordt, dat, indien Chineezen werden gevaren de geheele bemanning, buiten de officieren voor de machinekamer, of voor dek. of voor beide groepen, uit sluitend uit Chineezen of Lascaren be staat. De oorzaak van dat uitsluitend varen met een geheele bemanning Chi- neesehe of Lascarensche bemanning wordt hierin gezocht, dat de Chineezen en Lascaren niet als arbeiders op de vrije markt komen, niet als eenlingen zich doen aanmonsteren, maar dat zij compleet als bemanning worden ge leverd." De zaak zit zoo, aldus het memoran dum. De Chineezen en Lascaren aan boord van schepen, worden geplaatst door bemiddeling van agenten. Deze agenten vormen een internationale congsie en zijn goed georganiseerd. De levering van Chineezen en Lascaren geschiedt op contracten, die de agenten sluiten met de reederyen. Het monste ren is een loutere formaliteit en men heeft practisch nooit de garantie dat alle Chineezen en Lascaren inderdaad zelf de monsterrol hebben geteekend. Hst komt herhaaldelijk voor. dat esn Chinees voor een aantal anderen tee kent. Crontróle daarop is buitengewoon moeilijk, omdat ook de Nederlandsche autoriteiten er niet in slagen de Chi neezen uit elkaar te houden. Voor een Europeaan lijken vrijwel alle Chineezen op elkaar. De Chineezen zelve worden de dupe. De agenten die deze Chineezen leveren, ontvangen behalve htm provisie van de reeder ij, veelal ook datgene wat de Chinees aan gage vooruit ontvangt. Al thans volgens de monsterrol, want deze gage wordt vaak niet eens aan den be trokken Chinees uitbetaald. De leveranciers van Chineezen „slaan hun voorraden op" in de Chineesche kosthuizen: de „Chinese Boarding House". De Chineezen worden daar op crediet onderhouden en komen dan in het krijt te staan by den „kostbaas". Wordt nu een Chineesche crew gele verd, dan worden de menschen uit het Boarding House gehaald en de maand- gage op hand wordt opgestreken door den Boarding House exploitant ter vol doening van zijn vordering. Daar zit natuurlijk vette winst in. Bovendien ontvangt de agent zijn provisie. Het wordt dus dubbel voordeelig. In het licht van al deze mededeelin gen worden, zegt het memorandum, „ook de Chineezenmoorden te Amster dam verklaarbaar. Het spreekt van zelf, dat de Chineezen die herhaaldelijk rei zen op West-Europa doen. zich ten slotte niet willen schikken in de slavernij der .Boarding House" en dan tot verzet komen. Wanneer men nu weet dat dein Amsterdam voor eenige jaren vermoor de Chinees een broer en de compagnon was van een der groothandelaars in Chineezen dan begrijpt men. dat alle sprookjes over politieke 2 er. 3 vingers- vereenigingen slechts een bedenksel waren om de eigenlijke oorzaak: verzet tegen de slavernij te bedekken." In de contracten die de Chineezen en L-ascarenleveranciers met de reeöerijen sluiten komen zoodanige artikelen voor. dat ook op grond van deze contracten de Chineezen als koopwaar kunnen worösn gequalificeerd. Zoo vindt men vrijwel steeds deze bepaling, dat de contractant o? zijn agent de bevoegd heid heeft ieder van de menschen die om de een o? andere reden ongeschikt is. te doen vervangen door een ander. De beoordeeling hiervan komt echter niet zoozeer de reederij, of den kapitein toe, dan wel aan den agent, en wanneer dus een schip met een Chineesche crew er op vaart zeer ten genoege van den kapitein, maar de agent van den Chi- neezenleverancier wil de crew vervan gen, dan heeft deze daartoe het recht. Van dit recht wordt veelvuldig gebruik gemaakt, omdat, aldus het memoran dum, „natuurlijk by iedere nieuwe le verantie van dit menschenmateriaal de leverancier zijn provisie en zijn winst opstrijkt." Met nadruk staaft het memorandum i dat van vrijheid der Chineezen en Las- caren niet kan worden gesproken. Deze kleurlingen komen, zegt het, niet als vrij man op de arbeidsmarkt, maar vormen dee! van een menschelijke Ia- ding, contractueel gebonden door over eenkomsten buiten de door het Wetboek van Koophandel gevorderde monsterrol. Van eenig recht voor den Chineeschen of Laseaarschen zeeman is geen sprake. Poogt hij maar even om zyn gage waarvoor hij aangemonsterd wordt zelf in handen te krijgen, verzet hij zich te gen de methode van den leverancier, dan wordt hij „wegens ongeschiktheid" volgens het contract eenvoudig van boord gezet." Na al deze mededeelingen bevat het memorandum uitvoerige beschouwingen over de al dan niet geschiktheid van de gekleurde bemanning. Bepleit wordt dat de Scheepvaartinspectie regelmatig een onderzoek instelt naar de geschikt heid der gekleurde bemanning. Voorts wordt de wenscheJijkheid er van be toogd. zoo spoedig mogelijk maatrege len te treffen, dat een overeenkomst, welke namens de gekleurde schepelin gen wordt aangeagan ter controle be kend wordt gemaakt, terwijl de uitbeta ling van gage aan anderen dan de ge- mensterden verboden wordt. Tenslotte wordt de regeering aanbe volen het initiatief te nemen tot het onderzoek naar de vraag op welke wijze het mogelijk zal zijn de door de reede ryen aan te voeren bezwaren tegen het wederom varen van Nederlandsche zee lieden op te heffen. Aan het einde van het memorandum wordt uiteengezet, dat bezwaar tegen het varen met Chi neezen en Lascaren vooral hierin be staat dat ze georganiseerd tegen lager conditie op de vloot worden geïmpor teerd. Het memorandum besluit: Wy verzetten ens tegen den handel in Chineezen en Laskaren. Wy verzet ten ons tegen het varen met een be manning welke onder alle omstandig heden voor haar taak berekend is. Wij ?iin ervan overtuigd, dat wanneer de Chinees en de Laskaar komen als vrij man op de vrije arbeidsmarkt in eer lijke concurrentie met den Nederland - schen zeeman, deze laatste zijn plaats niet zal behoeven af te staan. Thans wordt de Chinees en de Las kaar beschermd op een hoogt onbillijke wijze. Het is geen loyale concurrentie. Daartegen gaat ons verzet. WU doen een beroep op de Regeering, de Staten Generaal, de gemeenteraden van Rotterdam en Amsterdam en allen, die in het koopvaartbedrijf verantwoor delijkheid dragen, om het door ons aan de orde gestelde vraagstuk onbevangen te bezien. Wij zyn ervan overtuigd, dat welbe grepen inzicht in de volkswelvaart er toe zal leiden, dat de onrechtvaardige bevoordeeling van de Chineesche en Laskaarsche crew dan zal ophouden. Dat er een einde zal worden gemaakt aan den slavenhandel, xooals deze thans gedreven werdt en dat er voor den Ne- derlandschen zeeman wederom een „job" zal te vinden zijn. Aan de schan de, dat een deel der Nederlandsche vloot nog bemand is met „slaven" dient zoo spoedig mogelijk een einde te koir. :-n. TUINBOUW EN PLANT KUNDE. De afdeeling Haarlem en Omstreken van de Kon. Ned,Maatschappij yopL, Tuinbouw en Plantkunde hield Dinsdag avond in de tuinzaal van café Brink maan een vergadering onder leiding van den voorzitter, den heer tJ. L. Bouwer, die een kort openingswoord sprak. Hij uitte zijn groote voldoening over de flinke opkomst, wat hij dankte aan den heer A. Meilink, die een lezing zou hou den over het onderwerp: „De Haarlem merhout als levensgeheel". Na het af handelen van eenige huishoudelijke za ken gaf de voorzitter het woord aan den hec-r Meilink. Allereerst gaf deze een verklaring, waarom hij in het onderwerp van „le vensgeheel" had gesproken. Een levens geheel noemde h:j een natuurlijk ge vormd geheel van planten en dieren. Ten bewijze daarvan liet hij eenige lan taarnplaatjes zien, waar men van zulk een geheel kan spreken, zooals bijvoor beeld een moeraslandschap, eenige ko raalriffen, enz. Ook het plantsoen langs den Kinderhuissingel kwam op het doek om te laten zien. wek; een prachtige flora er zich ontwikkelt ook zonder dat er gezaaid is. Er heeft daar een schat van madeliefjes gegroeid, alsof het gras met witte suiker bestrooid was. De heer Meilink hoort nogal eens sma delijk spreken over den Haarlemmerhout dcor hen, die de Gelderscha en Brabant- sche bosschen veel mooier vinden. Maar uit een botanisch standpunt bezien stel len de Soerensche bosschen toch zeer te leur. Zelfs de berfcenbosschen op de Ve- luwe zijn volgens spreker niet zoo mooi als de bosschen in Kennemerlar.d. Vele kieken uit den Hout kwamen op het doek. waarbij men kon zien, welk een mooi aaneensluitend geheel daar verkregen is van boomen, heesters en grondfiora. Vooral werd er de aandacht op gevestigd, hoeveel mooier de bosch- randen altijd zijn, dan het binnenste van een bosch. wa2r het licht niet goed door kan dringen. We zagen o.a. ook een af beelding van den grooten eik met fraaie slangachtige takken, in de nabijheid van de Philip Lootsbank in den Hout. Deze groei is aan den wind te danken. De heer Meilink, wiens lezing met aandacht gevolgd werd, liet trouwens met ver schillende voorbeelden zien. welk een grooten invloed de wind op den groei van boomen heeft, vooral in het duin landschap. Ook besprak de heer Meilink uitvoerig het onderhoud van de bosschen en her innerde er aan, hoeveel mooier tegen woordig het Bloemendaalsche bosch is, nu er sinds een paar jaar de kinderen niet meer vrij mogen spelen. De heer Meilink had een luid applaus en woorden van dank van den voorzit ter in ontvangst te nemen. TRAM VERVOER. Uit het overzicht van de vervoersop- brengsten gedurende October van de N. Z. H. T. M. blijkt dat de opbrengst is: Lijn ScheveningenLeidenKatwijk Koordwijk (incl. stadslïjn f-eiden) 1927 125.133, (in 1926 122.383); Lijn Lei den—Heemstede in 1927 9.546 (in 1926 10.142); Lijn Amsterdam—Zandvoort in 1927 119.914 (in 1926 120.267); Stadslijnen Haarlem in 1927 73.959 (in 1926 f 71,278). INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Donderdagavond 8'/4 uur Ncorderkerk Velserstraat Lezing D' P. Stegenga Azn. „De Kroonpretendenten" UITGAAN. Liederenavond. Dinsdag 15 November zullen To Pryce, mezzo-sopraan en Constant van den Elshoudt, bariton in de kleine zaal van het Concertgebouw een liederenavond geven. Caroline Lankhcut zal begelei den. DE KOOPMAN VAN VENETlë Wegens het succes van de eerste voorstelling te Haarlem geeft „Het Am- sterdamsche Tooneel" a.s. Vrydag een reprise van William Shakespeare's „De Koopman van Venetië", met Louis de Vries als Shylock. De overige rollen zijn in handen van Louis Chrispijn Jr.. Joris Diels, Folkert Kramer, Philip de Vries, H. K. Teune, Charles Specht, Willem van der Hoog. Karei Baars, Annie Foilender. Ida Wassermann. en Jo Stam Mise en scène van Joris Diels, spelleiding: Louis de Vries. Er zjjn nieuwe décors naar ontwerpen van Joris Diels, vervaardigd dcor Guil- Jaume Dullé. VERSCHEPING VAN BLOEMBOLLEN. AANSTELLING CONTROLEUR "Je scheepvaart-commissie van den Bond vin biocmboL'aiJ: andelaren heeft een controleur aangesteld, die gedu rende het verzenöseizoen moet toezien op de inlading van bloembollenkisten op zett:chepen. De bedoeling is aan de hand van rapporten na te gaan. bU welke booten de meeste transport schade is ontstaan en verder zooveel mogelijk vast te stellen, onder welke omstandig heden het best verladen kan worden. FAILLISSEMENTEN. Door de Haarlemsche Rechtbank zjjn in staat van faillissement verklaard: 1. W. L. Konijn, melkslijter te Velsen. Wijkerstraatweg 193 L., curator mr. J. Sanders te Beverwijk. 2. C. de Sineth, chauffeur, te Hoofd dorp. Draverslaan 33; curator Mr. Jhr. L. U. Rangers Hora Slccama alhier. 3. Mej. A. J. Saat, houdster van een rusthuis voor zenuwpatiënten te Bloe- mendaal; Noorderstationsweg 23; cu rator mr. J. Sanders te Beverwijk. 4. P. Kroon, loodgieter, wonende te Haarlem, Reitzstraat 6. Curator mr. J. H. J. Simons, alhier. Rechter-commissarls mr. Th. Maas- sen. Opgeheven werden de faillissementen van: 1. C. J. de Regt, bloemist te Haar lem Vinkestraat; curator Mr. J. Dc-e- nik, alhier. 2. W. G. Merkesteyn, schüdersknecht te Haarlem: curator Mr. mej. E. A. Wa- gemaker, alhier. Geëindigd zijn de faillissementen door het verbindend worden der uitdeelings- Ujsten van: 1. D. Meinen, reeder te Zaandam; cu rator mr. T. A. M. A. van Löben Seis. alhier. 2. Harmen Lzn„ Sul, schipper te Vo- lendam gemeente Edam; curator Mr. J. A. P. C. ten Bokkel alhier. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN Terug te bekomen bij: J. H. Tim» iner. Lcidschcvaarwteg 227 rood, bril ir. étui; J. C. Keijzcr. Atjehstraat s3. bril in étui; Elfrink, Hoogerwocrdstr. 29. woLIen handschoentjeW. van raat IX. nond (Spa* nicl); F. Akersloot. Corn Schoonste, zwartbruine hond; B. Blanken aar, Lcidschevaart 1. horloge: Kennel Fau» na. Parklaan. gebracht door J. Haak. Raamsteeg IS c, herdershond; Dc Jong, De Witstraat 3d, bruine kees-- hond; M. van Nickerk. Bakkerstraat 48, zwartwitte kat; Schelling, Scho* ctrweg 7 (R.K. Begraafplaats). Iorg» net; D. F. van Dam. Hulststraat 11. gouden oorbelletje; G. Brcokmcijcr, Pietcr Kiesstr. 57 rood, portemon* naie met inhoud; F, Bouckact. Ro* zenstraat 9, portcmonnaic met inhoud J. Koopman. Brouwerskade 65, siga rettenpijpje In étui; G. Groencndaal. Barendscstra3t 5a, rijwielbelasting» merk; G. Vrcnegoor. Javastraat 1, doublé zegelring; G v, d. Wiclc, Da- maststraat 24. kussensloop v. kinder- wagen; J. Warmerdam, tvix-ncim/-« steeg 4, sleutel: J, II. Treffers, Har.- menjansstraat 71. sleutel Fordauto; J. Jansen, Spaarnwouderstraat 25 rood, gymnastiekschoen; W. Immers. Am- stcrdamschevaart 12. schooltasch. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL. 62 ZENDT UW LINNENBONS GEDURENDE De.MAANP.NQMEMBER AAN 0NS IN EN U ONTVANGT ALS EXTRA CADEAU EEN STOOMZEEPZIEDERIJ „OE HAMER", GOUDA 8 November. De algemeene beschouwingen op de Staatsbegroo. ting. Het woord wordt gevoerd door de heeren NolenSj Albarda, Lovink en Van Gijn. - Over den poii- tieken toestand van het oogenblik. Herstel der coalitie? Een democratisch bewind?. De belas ting- en de economische politiek. Da Kamer zit thans tot Kerstmis. Aan de begrootingsdiscussies. Eelangrijke redevoeringen zyn van daag reeds in eerste instantie gehouden Gesproken hebben niet minder dan drie partijleiders, de heeren Nolens, Albarda en van Gijn. En daarnevens de heer Lcrvink. De heer Nolens had zich ditmaal als nummer één op het sprekersiystje laten zetten. Gewoonlijk spreekt de heer Nolens heel achteraan bij de algemeene be schouwingen, omdat hij daardoor gele genheid heeft verschillende opmerkin gen van andere sprekers te beantwoor den en eigen zienswijze daartegenover te stellen. Dat de heer Nolens als eerste woordvoerder sprak, moest dus wel een oorzaak hebben. De Kamer behoefde over die oorzaak niet lang in het duister te verkeeren: reeds in den aanvang zij ner rede werd het duidelijk wat zijn be doeling was. Het is immers telkens weer een vaag of de onwenscfcelijke onparlementaire toestand van het ooger.blik nu nog lan ger moet voortduren. Er zijn maar heel weinig menschen, die deze vraag ont kennend beantwoorden Het meenings- verschil echter gaat over den welom schreven inhoud van de wijze van het wegnemen van dien onwenscheiyken po- Utieken toestand van het oogenblik. En hier blijkt gewoonlijk nog al van eenig verschiL De heer Nolens, die nog eens de ge schiedenis van het gezantschap bij der. Paus en het aannemen van net amen dement-Kersten, de afschaffing van het gezantschap betreffend, heeft nagegaan vandaag, betoogde, dat de basis van sa menwerking voor de drie rechtsche par tijen nog steeds bestaat en opnieuw, dat een coalitie, gegrond op die partijen, de beste waarborg biedt voor een alzijdige behartiging van 's lands belangen. Er. de heer Nolens gelooft naar or.ze ove rling en onze informaties op zeer goeden grond dat de wensch naar coalitie- herstel bij alle de drie rechtsche groe pen leeft. Het gaat er dus nu maar om. "lie groepen weer tot elkaar te brengen. De heer No'.ens heeft daarvoor den uit weg gewezen; de chr.-hist. frac'le moet tot een besluit komen: zij moet óf partij kiezen vcor samenwerking óf aldus de R.-K. partijleider verder weg drijven in anti-ccalitische strooming. De heer Nolens heeft dus het eerst het woord gevraagd omdat hij op zijn informatie een spoedig antwoord ver wacht van de c.-h. fractie. Of deze daar toe bereid zal zijn? Of zal zij misschien zeggen, dat ook zij voor herstel der sa menwerking alles gevoelt, maar dat 't de R.-K fractie is, die amende honorable heeft te maken? Monseigneur Nolens heeft voorts op gemerkt, dat in elke groepeering, hoe ook, moeilijkheden kunnen en ook zullen zijn, maar dat bij onderling vertrouwen veel kan worden opgelost zonder moeite. „Vertrouwen en bevordering van ver trouwen" ziet da*r het motto, dat men wij zuilen het straks zien ge voegelijk boven de redevoering van Dr. Nolens zou kunnen zetten. Vertrouwen tusschen de drie rechtsche groepen, het eerste thema. Want over de mogelijk heid van een Roomsch-Roode regee- ringsformatie sprak hij slechts enkele wcorden van afwijzing en de mogelijk heid der formatie van een meerderheid uit de R.-K. de A.-R. en de V. B.-groe- pen (die de heer Roodhuizen in .Het Vaderland" dezer dagen heeft geopperd) ging de leider der R.-K. fractie met en kelvoudige vermelding voorbij. Zonder aandacht er voor over te hebben. Zelfs de heer Van Gyn ging deze sug gestie van den heer Roodhuizen voorbij met de opmerking, dat de vorming van een meerderheid in de Kamer geen re kenkundig vraagstuk is. Evenals het vorige Jaar heeft ook dit maal de heer Albarda de R.-K. uitgc- noodigd samen te werken met dc S. D. A. P. maar hU had reeds te voren daarop antwoord ontvangen. Van een herstel der coalitie beloofde de heer Al barda alle drie rechtsche groepen niets dan verlies: de R.-K. zullen verliezen aan de R.-K. Volkspartij, de C.-H. aan den heer Lmgbeek, de A.-R. aan den heer Kersten. Hij wees den R.-K. er ook op. dat zij met de coalitie heel ver van de democratie afraakt, immers de C.-H. worden tot een conservatieve partij. Wanneer van R.-K. zijde wordt opge merkt, dat een Roomsch-Roode combi natie geen meerderheid levert, omdat niet alle R.-K. daarvoor gevoelen, aan wyst de heer Albarda op de noodza kelijkheid, dat de democraten in de R.-K, fractie de leiding krygen, al be greep hij dan niet. hoe 't mogelijk was. dat arbeider en fabrikant, landheer en pachter, bedelaar en millionnair in één party kunnen samenwerken tot één doel. Schelding der groepen achtte hij reëeler. Dat er geen parlementaire regeering mogeiyk Is, weet de heer Albarda aan dc R.K., die als grootste party niet tot samenwerking wilden komen met de S. D. A. P„ welke die samenwerking gaarne wil uit plichtsgevoelens jegens den arbeider en om de verheffing van de arbeidersklasse. Hy wees op het groote directe voor deel: de komst van een parlementaire regeering. Omdat wat er thans is het intermezzo-kabinet mets van een parlementaire regeering weg heeft. De s. d. woordvoerder gispte de regeering, dat zy van haar positie misbruik maak te om te dwingen, om het gemeen over leg tusschen Kamer en regeering heel ver uit te schakelen en te verschrom pelen tot een wilsoplegging Drie voor beelden noemde de heer Albarda: de niet-uitvoering der motie-Bulten (sala- risverhooging der ambtenaren), de niet- uitvoering der motie-Suring (oogen- blikkelijbe invoering van het 7e ver plichte leerjaar) en het onaannemelyk verklaren (in het antwoord van Minis ter Waszink op schrifteiyke vragen van den heer Albarda) van elk amendement, dat een vroegere invoering eischte van de zevenjarige leerverplichting dan die met den datum 1 Juli 1923. Dit alles moet ge merkte later, naar aanleiding van deze felle boutade van den heer Albarda, de heer Van Gyn op de ministerraad niet kwalijk ne men, dat is de eigen schuld van de Ka mer; dc Kamer moet een meerderheid vormen, dan is de scbeevc positie van het oogenblik ineens voorby. De heer van Gijn excuseerde van te voren reeds de V. B.-fractie. Zij is niet een groep, die in de eerste plaats ge roepen ls, stappen te doen tot meerder- heidsvorming. Behalve de beschouwingen aan het ontbreken van een parlementaire re geering gewijd, zijn vandaag ook op ander, breed gebied opmerkingen ge maakt. De heer Nolens sprak over welvaarts- politiek en werkverruiming. Het liep alles rondom de duistere passage van de Troonrede, waarin, gesproken werd van maatregelen, waardoor onder alle omstandigheden de mogelijkheid zou openblyven voor het afsluiten van han delsverdragen. Zóódanige maatregelen wilde de heer Nolens genomen zien, dat niet alleen de toeneming van het na tionale vermogen criterium zou zijn, niet alleen een gunstige verhouding tus schen in- en uitvoercijfers, niet de wel vaart van bepaalde groepen of deelen van de bevolking of het land, maar bo venal de aanwezigheid van normale ar beidsgelegenheid. Ten einde de groote nadeelen van werkloosheid te ontgaan. Welke maatregelen bedoelde de regee ring in de troonrede? Er werd alge meen naar geïnformeerd, omdat ook in de Memorie van Antwoord de regeering niet duideiyk geweest was. Hier zal het antwoord van den heer de Geer uitkomst moeten geven. Houden zU in een verhooging van het tarief voor hier te lande niet gefabri ceerde weeldeartikelen, vroeg de heer Nolens, dan kan Ik dat zeer toejuichen. Wenscht de regeering een dubbel tarief, een vechttarief? vroeg de heer Al barda maar dan ben ik er tegen, om dat vechttarieven nooit ander gevolg hebben dan een algemeene tariefsver- hooging, nooit ander gevolg dan repre sailles, en dus een algemeene benadee ling van het volk. Te meer verkeerd wijl aldus het betoog van den heer Albarda wijl de toestand van handel en nijverheid gunstig is en duidelijk een verbetering optreedt in heel West- Europa. De heer Albarda hield vast aan den vrijen handel. De heer Nolens betoogde, dat ten bate van de uitbreiding der werkgelegenheid eenige meerdere protec tie zeer wel zou kunnen worden toegepast. En hij beriep zich evenals de heer Albarda op de resoluties van de eco nomische conferentie te Genève. Dat konden zij beiden doen, omd2t de of- ficieele gegevens dier conferentie nog niet verschenen zijn. De heer Nolens meende, dat de conferentie alleen con clusies aannam tegen een sur-protec- tionisme. een over-protectionisme, dus een overdreven bescherming en dat een heffingspercentage van 5% voor grond stoffen, van 10% voor half-fabrikaten en van 15% voor producten als nor maal werd aangenomen in Genève. Van welke cijfers Nederland verwijderd Van vertrouwen sprak Dr. Nolens in heel zUn redevoering. Vertrouwen tusschen werkgevers en werknemers wilde hij bevorderen. Hij drong op de bevordering daarvan nu ten zeerste aan, zoolang de regeering geen maatregelen neemt in de kwesties van medezeggenschap en collectief ar- beids-contract, publiekrechtelijk gere geld, omdat dit de beste voorbereiding beteekent voor e.v. regeeringsmaatrege- len. Die de heer Nolens gaarne ziet, omdat medezeggenschap inhoudt be langstelling van de arbeiders voor het belang van het gemeen schappelijk bedrij* en omdat de publiekrechtelijke regeling van het coll. contract de thans zoo zeer voorgestane nationalisatie van het bedrijfsleven zou bevorderen. Vertrouwen ook het motto van de In dische paragraaf in des heeren Nolen's rede. Hij achtte het noodzakelijk, dat niet alleen zou worden afgegaan op de belangen van hen, die financieel bij Indlë betrokken zyn, en dat hèt ver trouwen versterkt zou worden tusschen Indië en Nederland, tusschen de In dische bevolking en de Nederlandsche bevolking. Als goede maatregelen be pleitte Dr. Nolens het bezoek van leden der Staten-Genaraal aan Indië en het betrekken der bevolking van Nederl.- Indië in de conferenties te Genève. Vertrouwen ook het motto der inter nationale paragraaf. Hulde werd ge bracht aan den heer Beelaerts van Blokland voor zijn initiatief te Genève. Maar wanneer onze minister van Bui- tenlandsche Zaken herleving bedoelt van de trilogie „arbitrage, veiligheid,ont wapening", dan stelt Dr. Nolens de veiligheid voorop dsr zich bekneld- vcelende staten, omdat, wanneer deze veiligheid (door middel van sancties) wordt verkregen, arbitrage en ontwa pening vanzelve daaruit voortvloeien. Daaruit groeit het internationaal ver trouwen vanzelf. Ock de heer Albarda roemde en hul digde den minister ran Buitenlandsche Zaksn cm zijn initiatief. Maar de s.d.- spreker geloofde, dat wilde dat initia tief voor Nederland werkelyk iets doel treffends uitwerken, Nederland zou moeten ontwapenen, om een voorbeeld te stellen. Wij zeiden reeds, dat de heer Albarda allerminst malsch was in zUn critiek op het kabinet. Niet alleen om de politiek - zonder-de-Kamer. van het ministerie, maar ook om zyn financieele gedachten. Waarom nu aldus kort samengevat de door den heer Albarda gestelde vraag alweer belastingverlaging, terwijl er zooveel cultureele en sociale schade is aangehecht die nog moet worden goe- gemaakt. De vorige begrootingen moesten slui ten. Terwijl thans gebleken is. dat de scherpe maatregelen daartoe niet noodig waren! Waarom thans niet het herstel, van wat eens bedorven werd, ingeluid, waarom thans niet een uitzetting der uitgaven voer zoo velerlei goeds, dat nog kan aangebracht worden. Men moet niet! denken, zooals maar alteveel gedaan wordt, zeide de heer Albarda, dat de staatsuitgaven zyn de onkostenrekening van de natie. Hy zag de staatsuitgaven voor een deel als be standdeel en van het volksinkomen. Im mers wordt door den Staat niet voor een groot deel het onderwijs betaald, de verzekering etc. die eigenlijk helvoeren tot het volksinkomen! Mag men daarop beknibbelen? Scherp laakte de heer Albarda ook de meerdere lasten der laatste jaren, die op den arme zyn gekomen door de verhooging der indirecte belastingen. Terwyl, nu er eenige mogelijkheid van verlaging is, allereerst de inkomstenbe lasting aan de beurt komt, met weinig verlichting voor de kleinen man, maar met groote verlichting voor den ryke. Kapitaalvorming? Er wordt hier te landó kapitaal genoeg gevormd zeide de heer Albarda. Hoe vele leeningen sluit het buitenland hier niet, met groot succes? Is er geldrulmte, dan diende meende hij allereerst gezorgd té worden voor het onderwys. vcor het nyverheidscnderwys, voor de ziekte-ver zekering, voor werkloosheidsverzekering, voor zorg voor ouden van dagen, voor salaris-verhooging der ambtenaren. En zoo vroeg de heer Albarda is de koopkracht van de arbeidersklasse ook niet wat waard voor de nijver heid? De minister van Arbeid (deze Opmer king ten slotte) werd door den heer Al barda ietwat in het ootje genomen, omi dat hij zooveel studeert, maar zoo wei nig tot stand brengt. Over de redevoeringen van den heer Lovink en die van den heer Van Gyn, kunnen wy, na het reeds gezegde, kort zyn. De heer Lovink, zoowel als de heer Van Gijn, waardeeren 't dat de reor ganisatie der departementen, en van den staatsdienst flink werd ter hand ge nomen, maar betoogden tevens, dat het nog wel wat vlugger kon. zy achtten het beiden met den minister van Fi nanciën noodig, dat het sacrès der uit gaven zou worden tegengegaan uit de bedragen, die de bezuiniging en de ver sobering van den staat^lienst zouden opleveren, omdat het bedrag van de staatsbegrooting veel te hoog is In ver band met het volksinkomen. De heer Lovink klaagde bovenal over de kosten van het onderwys. Die moes ten naar omlaag. Al zou het omlaag- drukken nimmer de beginselen van de pacificatie mogen aantasten. Omlaag ook om de gemeenten. De onderwijs kosten zyn voor de gemeenten enorm gestegen zonder dat de gemeenten daaraan iets kunnen doen. Hy zei met nadruk dat het zooals thans, niet langer gaat Omdat de regeling der financieele verhouding tusschen Ryk en gemeenten door een groote willekeur ls gekenmerkt. Er moet stelde de heer Lovink zyn eiseh een eind komen aan het voort durend meer opleggen van lasten op de gemeenten. Noodzakelijk dus. dat er een definitieve regeling komt, die op haar beurt weer geen controle op de uitgaven der gemeente medebrengt, omdat dit- de gemeentelijke autonomie zou aantas ten. De heer Van Gijn die morgen zijn rede voortzet was het in het algemeen eens met des ministers financieele po litiek. Er moet nog meer belasting wor den afgeschaft, omdat we uit 8 crisis- vsrhoogingen nog niet uitzijn. Dc staats uitgaven moeten omlaag, ook omdat de toestand hier te lande geflatteerd wordt door de inkomens uit Indië. Komt er eens tegenslag in de Oostersche cultures, dan merkt de inkomstenstaat hier dat ocgenblikkelijk. Maar bovendien de kapitaalvorming maakt belastingverla ging nccdig. De heer Van Gijn lieeft geen bezwaar tegen de inkomstenbelasting veria ging. maar weer den minister tegen het volgende jaar al als belastingverlaging aan afschaffing van de Zege! belas ting op de NaamL Vennootschappen. Wat de salarissen der ambtenaren betreft, de heer van GUn zeilt op hst kompas van den minister van Financiën maar wanneer men eenige verheeging noodzakelijk acht. laat men dan in af wachting van een nieuwe plooien-g'.ad- sbrijking, al vast iets te doen wat bevredi ging schenkt, opdat de „striikerij" (po litieke termen zijn niet altijd schoen) zco degelijk en deugdelijk mogelijk ge schieden kan. De eerste dag der algemeene be schouwingen Een belangrijke dag. INTIMUS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6