HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
ZATERDAG 19 NOV. 1927 VIERDE BLAD
No. 3706
HET LYNCHEN IN AMERIKA.
Het is bijna ongelooflijk en toch is
het waar, dat tot op den dag van he
den toe in de Amerikaansche staten
waar negers wonen, nog gevallen van
lynchen voorkomen. Lynchen wordt
bet genoemd, wanneer een volksmenigte
een gevangenis aanvalt en personen
daar uithaalt, wier schuld niet bewezen
is of die zelfs door den rechter vrijge
sproken zijn, om hem daarna, soms na
vreeselijke marteling ter dood te bren
gen. Een publiek, dat niet in staat is
de schuld van een beklaagde te beoor-
deelen, speelt dus eigen rechter, zelfs
tegen de duidelijk omschreven meening
van den officieelen rechter in. Het
schijnt, dat aan het einde van de ze
ventiende eeuw, toen de koloniale wetten
geen voldoende bescherming opleverden
tegen verwoestingen, die weggeloopen
slaven en misdadigers aanrichtten in
de katoenplantages van Noord Caroli
na, een zekere John Lynch bekleed
werd met onbeperkte macht en zoo een
volksjustitie ontstond die naderhand
ook optrad tegen paardendieven en an
dere boosdoeners. Mogelijk is in die da
gen, toen het groote land dim bevolkt
was, een dergelijke justitie noodig ge
weest om de kwade elementen te straf
fen en meer nog af te schrikken, maar
op dit oogenblik is de „lynchwet" een
schande voor Amerika geworden. Gee a
beter bewijs daarvan, dan het artikel
dat ik vond in het Novembernummer
van „The Century MagazineDe schrij
ver schetst daarin, hoe het met dit lyn
chen toegaat. De vertaling volgt hieron
der:
Het is avond en stil in de kleine zui
delijke stad van Noord-Amerika, want
de menschen gaan er vroeg naar bed.
De lichten zijn uit. Toch heerscht er
in de stilte een gevoel van onrust. De
slapers zijn rusteloos. Sommigen zijn
naar bed gegaan met een onaangename
gewaarwording van moeilijke uren die
komen. In de plaatselijke rechtbank is
in den middag zitting geweest drie
negers stonden er terecht, voor de twee
de maal in hun leven. Een hunner is
een vrouw. De president heeft, terwijl
in de stille zaal vele oogen op hem en
de gevangenen gevestigd zijn. een van
de gevangenen, een man, vrijgesproken.
Bij de uitspraak van dit vonnis is er
eenig geschuifel achter in de zaal.
Een aantal blanke mannen staan op
en slenteren weg. Hun gezichten zijn
rood van boosheid. De zitting wordt ge
sloten en het publiek gaat langzaam
naar buiten en verspreidt zich.
Enkele mannen blijven in kleine groep
jes wat napraten op straat. .Dien avond
snellen auto's over de wegen in den
donkeren, warmen avond. Acht mijlen,
van dé stad is iemand in een telegraaf
paal geklommen en heeft er de draden'
doorgesneden. Iets later komen auto's
bijeen bij de stadsgevangenis; zij ko
men er klaarblijkelijk bij afspraak in
stilte. In de duisternis stappen ge
daanten er uit, groeten elkaar, maken
een praatje. Een hunner heeft den
sleutel van de gevangenis.
De deuren worden geopend. Mannen
met een lantaarn gaan de trappen op
naar een reeks van cellen ^n openen
een daarvan. Een gekleurde vrouw ont
waakt uit haar slaap. Zij weet, dat
haar uur gekomen is. Een doordringen
de gil klinkt door de steenen gangen.
Zij wordt naar beneden gebracht waar
de auto's en de mannen wachten zij
en haar medebeklaagde voor wien de
rechtbank een nieuw onderzoek inge
steld heeft en ook de man, die door
den rechter van de aanklacht vrijge
sproken is.
Wie er toevallig komt hoort bo
ven het gonzen van de motoren en het
zachte spreken van de mannen uit, gil
len, gebeden, smeekingen van drie men-
bchelijke wezens, die weten dat zij naaT
hun dood gaan. In den nacht klinkt een
pistoolschot. Auto's vertrekken haastig
onder het knallen van de motoren. Snel t
gaan de wagens langs den weg en een
slaper wordt wakker en vraagt zich af.
of hU een gil gehoord heeft. De stoet
komt in een dennenboschje aan. Twee
zwarte mannen en een zwarte vrouw,
wier oogen door de kassen rollen van
ontzetting, wier ledematen bijna ver
lamd zijn. worden in de duisternis van
het boschje gesleept. Er klinken scho
ten. twee lichamen vallen. De vrouw
kruipt over den grond en laat een bloed
spoor achter. Klagend van angst smeekt
zij om haar leven. Er klyken meer
schoten. Dan hoort men r.fis meer.
Den volgenden dag weet iédereen, in
de stad en in het heele land. dat er
een lynchpartij is geweest, dat een ge
vangenis is „bestormd". Dat een me
nigte de wraak van den blanke heef:
toegepast op drie negers. Er is een
siddering van afschuw. Mannen, mis
schien ook vrouwen, hebben niet alleen
de rol van beul gespeeld, maar heb
ben den moed gehad, moordenaars in
koelen bloede te worden van hun mede-
menschen. En hoewel redacteuren van
dagbladen het veroordeelen en stemmen
in het openbare leven het afkeuren,
wordt vrijuit gezegd, dat niemand er
voor zal worden gestraft.
Aldus geschiedde in den vroegen
morgen van 8 October 1926 in Aiken,
in den staat Zuid Carolina. Met kleine
veranderingen is liet toepasselijk op
vele andere gevallen. Onlangs zijn er
gévallen van lynching voorgekomen op
klaarlichten dag. Te Claksdale in den
Staat MÏsëisippi. heeft een volksme-
nigte. verwoed over de vrijspraak van
een kleurling, hem daarna op den stoep
van de rechtszaal, bevrijd en vermoord.
In Juni 1919 heeft een blad te New
Orleans op de eerste bladzijde in
groote letters aangekondigd, dat driedui
zend man een neger zouden verbranden
en een andere courant in dezelfde stad
berichtte: „John Hartfield zal door een
volksmenigte uit Ellisville dezen mid
dag gelyncht wonden te 5 uur". In een
ondertitel werd er bijgevoegd: „Burge
meester Bilbo zegt, dat hij machteloos
is om het te voorkomen. Duizenden
stroomen naar Ellisville om de gebeur
tenis bij te wonen." In een derde cou
rant werd aangekondigd: „een comité
van burgers uit Ellisville is benoemd,
om de noodige schikkingen voor de ge
beurtenis te maken en de menigte heeft
beloofd, zich daarnaar te gedragen."
Twee jaar later, op 26 Januari 1921,
was Henry Louvery verbrand te No-
dena in Arkansas en het blad „Mem
phis Press" kondigde dat in groote let
ters aan. Hoe de lynchende menigte en
haar slachtoffer van Sardis in Missis
sippi naar Arkansas trokken werd zorg
vuldig door de pers vermeld en al de
bijzonderheden van de gruweldaad, met
inbegrip van het langzaam verbranden
van het slachtoffer, vastgeketend aan een
balk, op een vuur van droge bladeren
begoten met gasoline,werd ten volle ver
teld. „Duim voor duim werd de neger
letterlijk gebraden. Een paar maal
trachtte hij met de handen heete asch
te grijpen en in zijn mond te stoppen
om den dood te verhaasten, maar tel
kens werd de heete asch buiten zijn be
reik geschopt door iemand uit de menig
te".
Tot zoover de beschrijving in het tijd
schrift, die hier nog maar gedeeltelijk is
vertaald.
Gewoonlijk worden van Amerikaansche
zijde deze gruwelen verklaard en ver
ontschuldigd met de bewering, dat
zulke strafoefening noo-dig ie om de
negers af te schrikken van het plegen
van niet te noemen misdrijven tegen
blanke vrouwen, maar de feiten toonen
aan, hoe onhoudbaar deze veront
schuldiging is. Inde eerste plaats, om
dat het niet uitsluitend negers zijn, die
als slachtoffers van de lynchwet vallen.
Er zijn ook blanken bij geweest en zelfs
92 vrouwen, zooals uit het drama te
Aikin blijkt.
Maar een feit is ook, dat de groote
meerderheid van de gevallen negers be
treft. Dikwijls om onbcteckenende over
tredingen, wanneer het al overtredin
gen mogen heeten. Het wordt som den
neger al euvel geduid, wanneer hij in
een betere auto rondrijdt, dan een Ford;
evenzoo wanneer hij pier auto een blan
ke voorbij rijdt, of niet uitwijkt voor den
blanke of antwoordt, wanneer hem een
opmerking gemaakt wordt. Zelfs is het
voorgekomen dat een neger werd ge
lyncht omdat hij een blanke vi;ouw om,
water vroeg; de vrouw schrikte daar
zoo van, dat zij wegvluchtte, roepende
dat de man haar kwaad wilde doen.
„Lynchen," zegt de schrijver van het
bovenbedoelde artikel, „vindt, zijn oor
zaak in de- geestesgesteldheid' van het'
heerschende ras jegens een groep, dis
het tracht te onderdrukken. Het is een
overblijfsel van slavernij en overheer-
sching." Er zijn niet minder dan 4000
gevallen van lynchen bekend en het
verschrikkelijke is. dat uit een onder
zoek gebleken is, dat de grief van
schandelijke mishandeling van vrouwen
voor niet meer dan 18 procent op reke
ning van negers kan worden gescho
ven, terwijl er veel meer gevallen voor
komen onder geboren Amerikanen zelf
en vreemde blanke nationaliteiten.
Dat hebben vereenigingen van blanke
vrouwen betoogd, die op allerlei wijze
protesteeren tegen het schandelijke
lynchen, waarin zij terecht een vlek op
de beschaving van Amerika zien. Ook
vele couranten trachten daar een ein
de aan te maken. Maar het is verschrik
kelijk om te lezen, dat de groote jury
die te Aikin ingesteld werd cm over het
bovengenoemde geval te oordeelen, niet
tot een resultaat komen kon, hoewel op
straat iedereen de namen van de daders
kende.
Dit lynchen en daarbij het optreden
van de Ku-Klux-Klan, die evenzeer ai
en toe justitie uitoefent naar haar
goeddunken, zijn verschijnselen die in
een land, dat zich op zijn beschaving
laat voorstaan, niet behoorden voor te-
komen. Wanneer Amerika zich verheft
op zyn „'.Tijheid", is er klaarblijkelijk
ook voor zijn eigen deur nog heel wat
te vegen.
J. C. P.
BIOSCOOP
Luxor-Theater.
„Alles voor Moeder" is de titel van de
hoofdfilm in bovengenoemd theater. Dit
is een nummer dat we gaarne aan ieder
raden te gaan kijken. Het is een ont
roerende levensschets, die ons laat zien
de groote liefde van kinderen voor hun
moeder. Deze is alles voor hen. Het ge
geven is in het kort deze. In Denemar
ken woont een blinde moeder die door
haar kinderen ruimschoots van geld
voorzien wordt en altijd de liefdevolste
brieven ontvangt. De kinderen schrij
ven altijd dat het hen zoo goed gaat.
Het gelukt aan de doktoren de moeder
het gebruik harer oogen te hergeven en
als haar wordt aangeboden met een
schip naar Amerika te vertrekken naar
haar kinderen neemt ze dit aan. Ze wil
echter dat de kinderen nog zullen den
ken dat ze blind is. Als ze bij hen is.
komt ze tot de ontdekking dat alles wat
de kinderen schreven niet waar is en in
plaats van rijk zijn ze straatarm. Als
het eindelijk uitkomt dat de moeder
kan zien, bekennen de kinderen dat zs
alles vcor haar gedaan hadden. Het
is een film vol ontroerende kinder- en
moederliefde. De vertolkers verdienen
allen een woord van lof maar in het
bijzonder de moeder. Wat was dat by
tijden een zielig oud vrouwtje.
Werkelijk een prachtfilm. Vóór de
pauze zagen we een Wild-West-film:
„Cmdat Mama niet wilde". Dit num
mer wijkt in niets af van de gewone
cowboy-films met de woeste rennen.' de
vechtpartijen enz. Deze heeft de lach
wekkende bijzonderheid de reis met dat
Fordje met een stuk of tien cowboys
er In en op. Overigens mooie natuur-
tafereelen.
Het Luxor-Nieuws bood weer veel
actueels, zooals de zangdemonstratie
van jl. Zondag in het Stadion en eenige
momenten uit den wedstrijd Nederland-
Zweden en voorts verschillende bijzon
derheden uit binnen- en buitenland met
de laatste Parijsche mode voor onze
dames.
Een programma voor elk wat wils, dat
we gaarne aanbevelen.
Scala.
Deze week in het Scala-theater weer
een programma, waaraan door de di
rectie veel zorg is besteed. Na de ge
bruikelijke muzieknummers begint het
met het wekelijksche Wereldnieuws, dat
veel interessants biedt. o.a. een wed
strijd met hindernissen over drie KM.
tusschen een auto en een paardrijder,
wat veel opwinding brengt. Het lang
zaam werkend apparaat laat de ver
schillende gevaarlijke bewegingen uit
stekend zien. Schilderachtig is een Ve-
netiaansch waterfeest in Frankrijk. Na
een mooie mode-revue krijgen we een
toegiftje, dat vooral door vogelliefheb
bers gewaardeerd zal worden, namelijk
het leven van den witten uil van het
oogenblik, dat hij uit het ei kruipt, tot
dat hij als volwassen vogel op roof uit
gaat. Een hoogst leerzaam flimpje, waar
voor we de directie van het Scala
theater dankbaar zijn.
Dan komt het Revue-gezelschap van
Gebr. Schakels ten tooneeïe met de
groote revue „Loop naar de hel". Het is
moeilijk te zeggen, wat meer bewonderd
moet worden: het fraaie samenspel van
de dames en heeren of de waarlijk schit
terende costuums, die met veel zwier
gedragen worden. Deze revue bestaat
uit één proloog, tien tafereelen en twee
groote finales. Vooral dat van den Vol
kenbond is mooi, evenals het lied over
den arbeid in de mijnen. Het slot is
betooverend mooi; dat is de spiegel-
finale, die door de kleurrijke lichteffec
ten in één woord oogbekorend is. De
honderden spiegels aan de costuums van
de opvoerenden weerkaatsen het licht
tot in de verste hoeken van de zaal.
Het langdurig applaus, dat aan het ge
zelschap na afloop gebracht wordt, is
dan ook welverdiend.
Te tien uur begint het hoofdnummer:
„De koning der apachen", een sensatio
neel drama in zes acten, met den be
kenden filmacteur Luciana Albertini in
de hoofdrol.
Alles by elkaar is het dus weer ruim
schoots de moeite waard om een bezoe..
aan het Scala-theater te brengen.
Rembrandt - Theater
Aan het al zoo uitgebreide program
ma van 't Rembrandt-Theater werd
Vrijdagavond nog een nummer toege
voegd, nl. dat van den humorist Jacques
Dutreau, die op gemakkelijke wijze eeni
ge grappen vertelde en een paar liedjes
zong waarbij hij zichzelf begeleidde op
den vleugel. Inhoud en voordracht der
liedjes vielen zeer in den smaak bij
het publiek, de muziek illustreerde op
zeer geestige wijze het gezongene
De openingsmarsch, het Rembvandt-
Nieuws en de Natuuropnamen, zijn, zoo--
até we dat in het Rembrandt gewoon
zijn uitstekend, terwijl de 2-ac.ter Jerry
de krantenjongen" groote vroolijkhPid in
de zaai bracht. De krantenjongen moet
de volgende dagen der week echter het
veld ruimen voor den humorist, daar
het programma anders al te groot is.
Op het Tooneel zien we Hadji Sem-
bolo in het „Geheimzinnige Kasteel"
We willen het geheim van het geheim
zinnige kasteel niet verklappen, maar
wèl vertellen, dat wat we te zien krij
gen. erg griezelig is. Stel u voor een
geraamte op het tooneel niet een ge
woon, hetgeen op zich zelf al niet zoo
verlokkelijk is. maar een charlestonnenci
geraamte! Een stoel, een tafel, een rust
bank enz. die uit het ijle niet. onder
helsch gefluit verschijnen, en wanneer
het hun in den zin komt eens een wan
delingetje over het tooneel maken! Dan
wordt er voor uw oogen iemand ont
hoofd: het hoofd wordt in een mooie
doos geborgen en de romp blijft rustig
op zijn stoel zitten tot het Mephistophe-
les behaagt den romp weer te behoof-
den. Het is werkelijk erg geheimzinnig,
we hoorden van een paar meisjes, die
bij het onthoofden van het. arme slacht
offer. er niet bij wilden blijven en op
de gang vluchtten.
Het- is een poos al weer geleden, dat
de Denen Watt en 1/2 Watt in Haar
lem waren. Ze komen nu. 1/2 Watt als
commissaris van Politie. Watt als ge
vangene, later ook politieman. 1/2 Watt
maakt van den commissaris van Politie
een prachtcreatie, zocals alleen 1/2 Watt
dat kan. Hij heeft alle mogelijke aan
geboren eigenschappen, die een politie
man in de allerlaatste plaats moet heb
ben. voor zijn omgeving tracht hij dat
voortdurend te verbergen. Het kostelijk
ste is hij aan het slot als hy aan het
hoofd van de gevangen genomen bende
smokkelaars het dorp binnen marcheert
toegejuicht als een held door de opge
togen dorpsbewoners, met een veld-
heersgebaar dirigeert hij het binnen
brengen der gevangenen en de pedan
terie haal je van zijn gezicht met scheo-
pen af. Dat Watt vcor de andere helft
van het succes zorgt, spreekt van zelf.
al zouden wij dezer film niet als no. I
zetten op de lijst der serie Watt-filmen.
Cinema Palace.
Een journaal kan goed zijn, als het een
indruk geeft van de jacht van het mo
derne leven, als het ons bliksemsnel
over den aardbol voert, van Italië naar
Amerika, van Amerika naar Japan en
van Japan naar Engeland. Een journaal
kan machtig interessant zijn als het
zooals ditmaal in de Cinema, een korte
rake schets geeft van Amerikaansche
vlootmanoeuvres, en vliegdemonstraties,
van wintersport in Davos, van een wy-
dingsfeest m Tokio, van koning Foeaa
in Parijs.
Ja een goed journaal kan het beste
nummer van het programma zijn. Uit
nemend is ditmaal ook de teekenfilm
de wonderlijke reis van Felix the Cat
naar het verre Westen. Zigoto de be
roemde komiek, de ongetwijfeld zeer
verdienstelijke filmkomiek wordt eenigs-
zins misbruikt in een al te malle oor
logsparodie, die te gek is om geestig te
zijn. Boven lof verheven blijft echter
het spel van Zigoto, die dit ls merk
waardig zich tot iemand als wijlen
Max Luider verhoudt als een Ameri
kaansche Jazz tot een Fransch Chanson.
Het hoofdnummer „Eer boven alles"
heeft zoqals u hoort een „mooien" titel
waarvan men alles verwachten kan.
Maar 't valt mee. A-l is de intrigue af
gezaagd en sensationeel, het spel is uit
stekend en de ensceneering bewonde
renswaardig. Dit filmverhaal speelt In
Arabië hoofdzakelijk. De Arabieren be
reiden een opstand voor tegen het En-
gelsch gezag. De plaatselijke sfeer is
buitengewoon goed en naar het schijnt
zuiver getroffen en tenslotte heeft deze
film de deugd van een spannende, vlot
geschreven treln-roman. Zij boeit u in
hooge mate. En dat is een voornaam
ding niet waar.
UIT DE OMSTREKEN
ZANDVOORT.
RAADSAGENDA.
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Zandvoort op Dinsdag 22
November 1927, des namiddags 7.30
uur.
Agenda:
1. Ingekomen stukken.
2. Verzoek van het Comité Vrouwen
hulp om subsidie.
3. Voorstel tot benoeming van 'n vak-
ooderwijzcres in nuttige handwerken
aan de U.L.O. school.
Verzoek van Mej. A. J. Bossaert om
eervol ontslag als lid van de plaatselij
ke commissie van Toezicht op het Lager
Onderwijs.
5. Verzoek van de afdeelingen van
Vakbonden om naast het teekenonder-
wijs cenïg pracïiseh vakonderwijs te
geven.
6. Verzoek om gebruik van het gym
nastieklokaal van school C.
7. Verzoek van dr. W. A. Wiemer. om
eervol ontslag als schoolarts van school
C en de gemeentelijke bewaarschool.
8. Voorstel om den heer J. P. Niekerk
te benoemen tot schoolarts van school
C en der gemeentelijke bewaarschool.
9. Voorstel van de heeren Fraenkel
en Druyff om tandheelkundige hulp
van gemeentewege te verstrekken op de
scholen.
10 Verzoek van den heer J. H. Lente
link, om ingaande 1 Januari 1928 hem
eervol ontslag te verleenen als directeur
der bedrijven.
11. Voorstel tot wijziging der verorde
ning op de heffing van ontsmettings
rechten.
12. Verzoek om ontheffing te verlee
nen van de verordening ex art. 35 2o
der Drankwet.
13. Voorstel tot aanvulling van het
reglement van het Burgerlyk Armbe
stuur.
14. Voorstel tot aanvulling van het re
glement van het Burgerlijk Armbe
stuur.
15. Voorstel om een crediet te verlee
nen van 660 voor het uitvoeren van de
onderhoudswerken van de Oude Alge
meen© Begraafplaats.
16. Voorstel tot benoeming van twee
commissarissen in de Woningbouwver-
eeniging „Eendracht maakt Macht"
17. Voorstel om'voor tijdelijke vervan
ging 'voor korten duur van .onderwij
zend personeel een belooning toe te
kennen van f 5 per schooldag en f 2.50
per schooltijd.
18. Voorstel tot benoeming van een
Commissie van onderzoek in hoeverre
de huren van de gemeentewoning-;r.
moeten worden veranderd.
19. Verzoek van H. Wesseling om uit
betaling van de op de begrooting voor
1927 voor hem uitgetrokken gratifica
tie.
20. Voorastel tot wijziging der regeling
van de baduren van de Douche-bad-in-
richting.
21. Voorstel tot wijziging der verorde
ning tot heffing van opcenten op de
hoofdsom der Perscneele Belasting.
22. Voorstel tot verhooging der sub
sidie voor het jaar 1927 aan het Oude
Mannen- en Vrouwengasthuis.
23. Voorstel tot ruiling van grond mit
de N. V. ..De Kaboutertjes".
24. Voorstel om niet in te gaan op de
verzoeken van de N.V. „De Kabouter
tjes" om voorschotten onder waarborg
van tweede hypotheek te verstrekti
ten behoeve van de te bouwen beschei
den middenstandswoningen.
25. Voorstel om een crediet toe te
staan van f 2100 voor aanschaffing
van materiaal voor den Reinigings
dienst.
26. Voorstel tot wijziging van het
Raadsbesluit van 27 October 1927 be
treffende het bouwen van een boven
verdieping op het bestaande magazijn
der bedrijven in de Oranjestraat.
27. Voorstel tot vaststelling van de
verordening tot heffing van straatba
lasting.
28. Voorstel van twee raadsleden om
te besluiten 100 opcenten op de hoofd
som der vermogensbelasting te hef
fen.
29. Voorstel van 2 raadsleden om art.
6 der verordening regelende het beheer
van het Gemeentelijk Gas- en Water
leidingbedrijf te wijzigen.
30. Voorloopige vaststelling der ge
meente-rekening over 1926 met de reke
ningen der bedrijven.
31. Behandeling der gemcentebegroo-
ting voor 1928 en de begrootinigen der
bedryven.
N.B. De vergadering van 22 dezer
zal zoo noodig worden voortgezet op
Woensdag 23 en Donderdag 24 Novem
ber a.s. des namiddags 7,30 uur ten
Raadhuize.
BLOEMENDAAL.
EEN JUBILEE RENDE VEREENIGING
De voetbal ver eeniging ..Bloemendaal"
bestaat deze maand 25 jaar. Op 15 Nov.
1902 werd zij opgericht. Zij heeft goede
en kwade tijden meegemaakt en verkeert
nu in een periode van grooten bloei.
Het bestuur heeft daarom gemeend
dit jubileum, zij het op een bescheiden
dan toch op een waardige en eenigszins
feestelijke wijze te herdenken, en heeft
tot dat doel een feestcommissie benoemd,
die zich met de voorbereiding en uit
voering der herdenkingsfeesten zal be
lasten.
Deze commissie bestaat uit da hoeren
H. A. Jansen, G. Stak. W Beth. A.
Cassee, J. Schreur en J. J. Lansdorp^
De feestelijkheden zullen plaats hebben
op 7 Januari a.s.
LéON DAUDET OVER
Wat hij hier zag
ZONDER EEN CENT
Leon Daudet
Een dezer dagen publiceerde Léon
Daudet, de leider der Fransche royalis
ten, die eenigen tijd geleden ook hier ie
lande enkele lezingen heeft gehouden
een interessant hoofdartikel in de
„Action Francaise", getiteld „Harlem et
Hals".
Ik kan niet door Haarlem komen
vertelt hierin Daudet zonder dat ik
in myn verbeelding Georges Hugo (den
zoon van den grooten dichter)Mare :1
Schwob (geleerd letterkundige van
naam) en Mariéton in mijn nabijheid
zie; in hun gezelschap heb ik de stad
in de dagen mijner jeugd meermal ït
bezocht.
In het bijzonder herinnert Daudet
zich den geweldig strengen vinter van
1896; de Zuiderzee was toen bevrorei,
schrijft hij hier. en wij waren met een
arreslee overgestoken; de zon ging om
vier uur onder en wij gleden voort in
een ijzige, roodachtig-gouden mist. De
schoonheid van dien dag deed ons be
sluiten door te gaan naar Kopenhagen
en Stockholm, waar wij toen zaten, zon
der één cent op zak. zóó, dat wij ge
dwongen waren mijn jas te verkoopen.
totdat mijn vader ons eenige bankjes
van duizend had gezonden telegra
fisch overgemaakt via Hamburg wel
ke goed te stade kwamen, maar ook
spoedig waren opgemaakt. Wij moesten
daarom in allerijl terugkeeren om bij
het banket der De Goncouris te moete.i
luisteren naar de onmachtig-zwakke
stem van Poincaré. toen nog niet d
eere-burger van Lotharingen. Van
Frans Hals en Elseneur tot Poincaré,
wel was de overgang groot
Het jaar daarop was ik alleen Ir.
Haarlem gaat Daudet can verder
waar ik den tijd doorbracht in het mu
seum, ook wel in bosschen. waar de
boomen ontbladerd waren en kadi in
het win tergetijde; daarachtei lagen d^
duinen. Eens kwam ik, wandelende in
stevigen pas, in de nabijheid van le
spoorlijn; daarnaast Uep eei- kanaal en
réden de schaatsenrijders en -rijdstevs,
zich sierlijk bewegende als bij een lang
zame wals. De avond kwam over hei
land; het witte der sneeuw stak fel af
tegen het zwart van den naderenden
nacht, als in de aquarellen van Sey
mour Haden. In de schemering doem
de een begrijpen in mij cp van de
kronkelwegen van het verstand en van
het gevoel, aan welker kruisingen
aarzelde te kiezen. Een trein kwam
voorbij, hield toen stil, want er was een
schot gehoord. Uit een coupé eers 1
klasse sleepten toegeschoten spoorbe
ambten een nog jeugdig reiziger; hij
had zelfmoord gepleegd.
Arme knaap! om zich te dooden.
slechts enkele meters verwijderd van
een der grootste levensvertolkers, die
bovendien geleerd heeft, hc-, men een
leven van weelde gemakkelijk kan laten
vedglijden, temidden van vu olijke met
gezellen! Want als iemand het leven
heeft liefgehad, dan is het wel Hals, de
onbezorgde, zooals wij hem zien te Am
sterdam met zijn vrouw, zij, niet mooi
weiswaar, maar toch. hoe goed! Echter
dat hij die zoozeer hechtte aan den
schoonen vorm. zoo'n leelijke vrouv
heeft kunnen trouwen, is my nog steeds
een raadsel gebleven!
Sommige Schilders, zegt hij, zijn ge
boren kunstenaars en geven reeds on
middellijk bij hun debuut him meester
werk. Echter bij Hals is dit niet het
geval: diens lijnen werden steeds
expressiever of liever gezegd, de toe's
van zijn penseel werd eers' later vol
maakt; want hij teekende met zijn
kleuren en kleur en lijn zijn bij hem
niet te scheiden, zij hoorden bij elkaar.
Op dezelfde wijze zou later de groo.e
kunstenaar Renoir werken en ook Vin
cent van Gogh. de koning van de mo
derne schilders.
Het was in die eeuw van overvloed en
vruchtbaarheid, toen Hals leefde en
boogschutters, zoo juist- van den maal
tijd opgestaan, vol wijn en victualiën,
ook vervuld van goedmoedigheid en tee-
derheid zelfs, te schilderen- Ook Scoril
had hieraan meegedaan met zijn op
tochten, waarin diverse typen meeloo-
pen, waarin men vrouwen ziet, zwaaien
de met palmtakken en mannen, kaat
seide met ballen. Het lag geheel in de
lijn van Hals om die volgepropte, vroo-
Ujk gestemde wezens in zijn schilde
rijen lenigheid en beweeglijkheid te ge
ven; later toen de jaren hem gingen
drukken, inspireerden hem regenten en
regentessen, die verstandig-berustend
wachtten op de jicht- en op den dood,
de handen om de ronde knieën gesla
gen.
Psychologisch gesproken want een
groot schilder is altijd zeer intelligent
schijnt Hals, hoe vrij hij zich ook be
weegt bij het gebruik van zijn penseel,
vol nuances en leerstellingen, welke hy
ook ten deele voor zijn oeuvre aan
wendt. By het beschouwen van zijn
laatste werk, dacht ik telkens weer aan
de klacht van Caoudal (1); „Ach hoe
dom is het toch, oud te worden!"
Een dergelijke levenswijze, als de Hol
landsche schilders konden voeren, be
staande van hun mooi metiei en wa
di Caoudal: figuur uit Sapho van
Alphonse Daudet (Léon's Vader).
HALS EN HAARLEM.
en bewonderde.
IN KOPENHAGEN.
nende In hun prachtige steden, te mid
den van bevattelijke leerlingen en edel
moedige schepenen een pendant
hiervan is in Frankrijk alleen aan te
wijzen bij de schildersscholen van Fon-
tainebleau, Chailly en Bierre Maar zij,
en vooral Millet die dikwijls, voor de
natuur, door het blauw en geel, van de
Hollandsche meesters waren geïnspi
reerd leefden als grondwerkers, hun
maal was karig en zij sliepen in bedden
met vuile lakens en onvoldoende dek
king. Terwijl Hals en zijn makkers een
overvloedig bestaan leidden, leefde men
hier niet meer dan comfortabel, eenigs
zins ln den trant van de groote kun
stenaars uit de Italiaansche renais
sance. Myn ideeën daaromtrent zijn
bekend, vervolgt dan Daudet. zoowel de
dramatische, als schilder- en beeld
houwkunst hebben behoefte aan ele
gance, aan luxe, indien zij willen rei
ken tot de verblindende schoonheid van
een Shakespeare, van een Rubens, een
Rembrandt en een Hals; ellende en
zelfs niet de doodgewoonste ontbering
maken noch het penseel noch de a
steekbeitel veel vermogender; integeo-
deel wordt het genie ondermijnd, daar
literator en schilder het gelijkelijk moe
ten hebben van levensblijheid en afwe
zigheid van alles, wat hinderen of kwel
len kan. Ik spreek niet van de smart,
welke een prachtige scholing kan geven
indien zy slechts niet overstelpend ls.
Er bestaat geen kunst van publieke lief
dadigheid Het is bekend, dat men Hals
veel dank heeft geweten voor het schil
derij, Hollandsche jongens voorstellen
de, die Spaansche soldaten bespottelijk
maken, na het opbreken van het beleg
van Haarlem. In zijn doeken vindt men
dezelfde beginselen terug ook toegepast
door den Japanschen schilder Hokoesai,
betrekking hebbende op de stage ver
volmaking van lijn en kleur „tot het
minste puntje leven krijgt."
Inderdaad, matheid ls eer. kwelling
voor het oog, zooals flauwheid en star
heid van vormen een kwelliug zijn voor
het levendig verstand; en de sterven
de Goethe had met evenveel ïecht kun
nen zeggen: „Meer kleur!" als „meer
licht!". Zeker is, dat in Holland en
Vlaanderen het licht in de schilder
kunst achter staat bij kleur en nuance
en de helderheid van begrijpen wordt
hieraan Juist ontleend. De sentimenten,
welke zich bij ons voordoen, wanneer
ons een begrip geestelijk wordt ge
openbaard, zijn identiek met die der
wellust.
De kleur beheerscht hier zelfs den
bloemenhandel, vertelt Daudel tenslot-
te, en deze maakte van Haarlem de
tulpenmarkt. Men moet Bloemendaal
gaan zien ln de lente, met zijn uitge
strekte blauwe, rose, roode en ook veel
kleurige damborden als uitstalkaste t
van juwelierswinkels van verschillende
kilometers. Aan den bocht van een
boschpad, terwijl de vogels in één ver
rukking van te mogen leven en te kun
nen vliegen de vreugde uitjubelen in
den llchtbauwen hemel, omsluierd met
een grijsachtig waas. ziet ge dan voor u
een groote uitgestrektheid van de kos
telijkste bloemen, welke in de verbeel
ding onmiddellijk die geruststellende
gedachten aan gelijkheid, gelijkwaar
digheid en analogie oproepen, welke
den lGgicus en den dichter zoozeer tot
verheugenis strekten.
De schrijver eindigt zijn belangwek
kende beschouwing met een perorat'.-»
aan de vroegere tulpenbeurs, welke ons
een tijdsgewricht voor oogen toovert,
waarin de bankiers een zoeten geur zul
len verspreiden, de bankbiljetten bloem
bladen zullen zijn en de lijder aan wa
terzucht van Terborg en Steen zijn dok
ter met een roos betaalt!
NIEUWE UITGAVEN.
Bij de Firma H. D. Tjeenk Willink
en Zoon te Haarlem is verschenen
„Nanook de Eskimo", door Julian W.
Bilby, uit het Engelsch vertaald door
C. van Eeghen.
Naar de schrijver ln een inleidend
woord mededeelt heben de gebeurtenis
sen in dit boek beschreven, werkelijk
plaats gevonden, alleen de namen van
personen en plaatsen zijn veranderd.
De auteur heeft het leven der Centrale
Eskimo's beschreven zooals dat weinige
jaren geleden nog was. Hij heeft vele
jaren onder de Centrale Eskimo's ge
leefd en geeft het beeld weer van zyn
ervaringen, opgedaan door zijn nauw
keurige waarneming en persoonlijke
vriendschap met dit volk.
Het boek is zeer boeiend geschreven
en verlucht met 24 afbeeldingen, waar
van sommige afkomstig zijn van de be
kende film „Nanook de Eskimo", die
door den heer R. G. Flaherty werd op
genomen en door de heeren Revillon
frères en Pathé vertoond.
Dit werk is interessant in hooge mare
en van blijvende waarde omdat thans de
zeden en gewoonten der beschreven Es
kimo-stammen langzamerhand uitster
ven. want de kantoren der groote bont
handelaars zyn dieper het land inee-
dTongen en de Noord Wectelijke. be
reden Canadeesche politic heeft nesten
gevestigd op verschillende planner van
het land ''at onder de Canadeesche wet
ten geregeerd wordt.
Bij J. Philip Kruseman te 's-Graven-
hage. hebben twee boeken van den jon-
gensboekenschryver Herbr- Strang het.
licht gezien: „Palmeneiland". vertaald
door Mr. G. Keiler en „In de wildernis
van Oost-Afrika" bewerkt door Cath.
A. DermoütVisser.
Het eerste boek is geïllustreerd door
Arch. Webb, het tweede door T. C.
Dugdale.
„Palmeneiland" verhaalt de spannen
de avonturen van Hendrik Prent m"t
Willem Haspel, die na muiterij en ""n
schipbreuk op een eiland ir. het zuide
lijk halfrond werden achterpoten pn
na ruim 7 jaar tenslotte behouden in
Engeland terug komen.
~In de Wildernis van Oost-Afrika"
geeft allerlei jachtavonturen met leeu
wen en rhinocerossen, beschrijft ge
vechten mot inboorlingen en het leven
op een farm in Oost-Afrika.
De jonge lezers zullen zeer zeker door
beide roayaal uitgegeven boeken „Be
pakt" worden.