HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN ZATERDAG 19 NOV. 1927 VIERDE BLAD No. 3706 HET LYNCHEN IN AMERIKA. Het is bijna ongelooflijk en toch is het waar, dat tot op den dag van he den toe in de Amerikaansche staten waar negers wonen, nog gevallen van lynchen voorkomen. Lynchen wordt bet genoemd, wanneer een volksmenigte een gevangenis aanvalt en personen daar uithaalt, wier schuld niet bewezen is of die zelfs door den rechter vrijge sproken zijn, om hem daarna, soms na vreeselijke marteling ter dood te bren gen. Een publiek, dat niet in staat is de schuld van een beklaagde te beoor- deelen, speelt dus eigen rechter, zelfs tegen de duidelijk omschreven meening van den officieelen rechter in. Het schijnt, dat aan het einde van de ze ventiende eeuw, toen de koloniale wetten geen voldoende bescherming opleverden tegen verwoestingen, die weggeloopen slaven en misdadigers aanrichtten in de katoenplantages van Noord Caroli na, een zekere John Lynch bekleed werd met onbeperkte macht en zoo een volksjustitie ontstond die naderhand ook optrad tegen paardendieven en an dere boosdoeners. Mogelijk is in die da gen, toen het groote land dim bevolkt was, een dergelijke justitie noodig ge weest om de kwade elementen te straf fen en meer nog af te schrikken, maar op dit oogenblik is de „lynchwet" een schande voor Amerika geworden. Gee a beter bewijs daarvan, dan het artikel dat ik vond in het Novembernummer van „The Century MagazineDe schrij ver schetst daarin, hoe het met dit lyn chen toegaat. De vertaling volgt hieron der: Het is avond en stil in de kleine zui delijke stad van Noord-Amerika, want de menschen gaan er vroeg naar bed. De lichten zijn uit. Toch heerscht er in de stilte een gevoel van onrust. De slapers zijn rusteloos. Sommigen zijn naar bed gegaan met een onaangename gewaarwording van moeilijke uren die komen. In de plaatselijke rechtbank is in den middag zitting geweest drie negers stonden er terecht, voor de twee de maal in hun leven. Een hunner is een vrouw. De president heeft, terwijl in de stille zaal vele oogen op hem en de gevangenen gevestigd zijn. een van de gevangenen, een man, vrijgesproken. Bij de uitspraak van dit vonnis is er eenig geschuifel achter in de zaal. Een aantal blanke mannen staan op en slenteren weg. Hun gezichten zijn rood van boosheid. De zitting wordt ge sloten en het publiek gaat langzaam naar buiten en verspreidt zich. Enkele mannen blijven in kleine groep jes wat napraten op straat. .Dien avond snellen auto's over de wegen in den donkeren, warmen avond. Acht mijlen, van dé stad is iemand in een telegraaf paal geklommen en heeft er de draden' doorgesneden. Iets later komen auto's bijeen bij de stadsgevangenis; zij ko men er klaarblijkelijk bij afspraak in stilte. In de duisternis stappen ge daanten er uit, groeten elkaar, maken een praatje. Een hunner heeft den sleutel van de gevangenis. De deuren worden geopend. Mannen met een lantaarn gaan de trappen op naar een reeks van cellen ^n openen een daarvan. Een gekleurde vrouw ont waakt uit haar slaap. Zij weet, dat haar uur gekomen is. Een doordringen de gil klinkt door de steenen gangen. Zij wordt naar beneden gebracht waar de auto's en de mannen wachten zij en haar medebeklaagde voor wien de rechtbank een nieuw onderzoek inge steld heeft en ook de man, die door den rechter van de aanklacht vrijge sproken is. Wie er toevallig komt hoort bo ven het gonzen van de motoren en het zachte spreken van de mannen uit, gil len, gebeden, smeekingen van drie men- bchelijke wezens, die weten dat zij naaT hun dood gaan. In den nacht klinkt een pistoolschot. Auto's vertrekken haastig onder het knallen van de motoren. Snel t gaan de wagens langs den weg en een slaper wordt wakker en vraagt zich af. of hU een gil gehoord heeft. De stoet komt in een dennenboschje aan. Twee zwarte mannen en een zwarte vrouw, wier oogen door de kassen rollen van ontzetting, wier ledematen bijna ver lamd zijn. worden in de duisternis van het boschje gesleept. Er klinken scho ten. twee lichamen vallen. De vrouw kruipt over den grond en laat een bloed spoor achter. Klagend van angst smeekt zij om haar leven. Er klyken meer schoten. Dan hoort men r.fis meer. Den volgenden dag weet iédereen, in de stad en in het heele land. dat er een lynchpartij is geweest, dat een ge vangenis is „bestormd". Dat een me nigte de wraak van den blanke heef: toegepast op drie negers. Er is een siddering van afschuw. Mannen, mis schien ook vrouwen, hebben niet alleen de rol van beul gespeeld, maar heb ben den moed gehad, moordenaars in koelen bloede te worden van hun mede- menschen. En hoewel redacteuren van dagbladen het veroordeelen en stemmen in het openbare leven het afkeuren, wordt vrijuit gezegd, dat niemand er voor zal worden gestraft. Aldus geschiedde in den vroegen morgen van 8 October 1926 in Aiken, in den staat Zuid Carolina. Met kleine veranderingen is liet toepasselijk op vele andere gevallen. Onlangs zijn er gévallen van lynching voorgekomen op klaarlichten dag. Te Claksdale in den Staat MÏsëisippi. heeft een volksme- nigte. verwoed over de vrijspraak van een kleurling, hem daarna op den stoep van de rechtszaal, bevrijd en vermoord. In Juni 1919 heeft een blad te New Orleans op de eerste bladzijde in groote letters aangekondigd, dat driedui zend man een neger zouden verbranden en een andere courant in dezelfde stad berichtte: „John Hartfield zal door een volksmenigte uit Ellisville dezen mid dag gelyncht wonden te 5 uur". In een ondertitel werd er bijgevoegd: „Burge meester Bilbo zegt, dat hij machteloos is om het te voorkomen. Duizenden stroomen naar Ellisville om de gebeur tenis bij te wonen." In een derde cou rant werd aangekondigd: „een comité van burgers uit Ellisville is benoemd, om de noodige schikkingen voor de ge beurtenis te maken en de menigte heeft beloofd, zich daarnaar te gedragen." Twee jaar later, op 26 Januari 1921, was Henry Louvery verbrand te No- dena in Arkansas en het blad „Mem phis Press" kondigde dat in groote let ters aan. Hoe de lynchende menigte en haar slachtoffer van Sardis in Missis sippi naar Arkansas trokken werd zorg vuldig door de pers vermeld en al de bijzonderheden van de gruweldaad, met inbegrip van het langzaam verbranden van het slachtoffer, vastgeketend aan een balk, op een vuur van droge bladeren begoten met gasoline,werd ten volle ver teld. „Duim voor duim werd de neger letterlijk gebraden. Een paar maal trachtte hij met de handen heete asch te grijpen en in zijn mond te stoppen om den dood te verhaasten, maar tel kens werd de heete asch buiten zijn be reik geschopt door iemand uit de menig te". Tot zoover de beschrijving in het tijd schrift, die hier nog maar gedeeltelijk is vertaald. Gewoonlijk worden van Amerikaansche zijde deze gruwelen verklaard en ver ontschuldigd met de bewering, dat zulke strafoefening noo-dig ie om de negers af te schrikken van het plegen van niet te noemen misdrijven tegen blanke vrouwen, maar de feiten toonen aan, hoe onhoudbaar deze veront schuldiging is. Inde eerste plaats, om dat het niet uitsluitend negers zijn, die als slachtoffers van de lynchwet vallen. Er zijn ook blanken bij geweest en zelfs 92 vrouwen, zooals uit het drama te Aikin blijkt. Maar een feit is ook, dat de groote meerderheid van de gevallen negers be treft. Dikwijls om onbcteckenende over tredingen, wanneer het al overtredin gen mogen heeten. Het wordt som den neger al euvel geduid, wanneer hij in een betere auto rondrijdt, dan een Ford; evenzoo wanneer hij pier auto een blan ke voorbij rijdt, of niet uitwijkt voor den blanke of antwoordt, wanneer hem een opmerking gemaakt wordt. Zelfs is het voorgekomen dat een neger werd ge lyncht omdat hij een blanke vi;ouw om, water vroeg; de vrouw schrikte daar zoo van, dat zij wegvluchtte, roepende dat de man haar kwaad wilde doen. „Lynchen," zegt de schrijver van het bovenbedoelde artikel, „vindt, zijn oor zaak in de- geestesgesteldheid' van het' heerschende ras jegens een groep, dis het tracht te onderdrukken. Het is een overblijfsel van slavernij en overheer- sching." Er zijn niet minder dan 4000 gevallen van lynchen bekend en het verschrikkelijke is. dat uit een onder zoek gebleken is, dat de grief van schandelijke mishandeling van vrouwen voor niet meer dan 18 procent op reke ning van negers kan worden gescho ven, terwijl er veel meer gevallen voor komen onder geboren Amerikanen zelf en vreemde blanke nationaliteiten. Dat hebben vereenigingen van blanke vrouwen betoogd, die op allerlei wijze protesteeren tegen het schandelijke lynchen, waarin zij terecht een vlek op de beschaving van Amerika zien. Ook vele couranten trachten daar een ein de aan te maken. Maar het is verschrik kelijk om te lezen, dat de groote jury die te Aikin ingesteld werd cm over het bovengenoemde geval te oordeelen, niet tot een resultaat komen kon, hoewel op straat iedereen de namen van de daders kende. Dit lynchen en daarbij het optreden van de Ku-Klux-Klan, die evenzeer ai en toe justitie uitoefent naar haar goeddunken, zijn verschijnselen die in een land, dat zich op zijn beschaving laat voorstaan, niet behoorden voor te- komen. Wanneer Amerika zich verheft op zyn „'.Tijheid", is er klaarblijkelijk ook voor zijn eigen deur nog heel wat te vegen. J. C. P. BIOSCOOP Luxor-Theater. „Alles voor Moeder" is de titel van de hoofdfilm in bovengenoemd theater. Dit is een nummer dat we gaarne aan ieder raden te gaan kijken. Het is een ont roerende levensschets, die ons laat zien de groote liefde van kinderen voor hun moeder. Deze is alles voor hen. Het ge geven is in het kort deze. In Denemar ken woont een blinde moeder die door haar kinderen ruimschoots van geld voorzien wordt en altijd de liefdevolste brieven ontvangt. De kinderen schrij ven altijd dat het hen zoo goed gaat. Het gelukt aan de doktoren de moeder het gebruik harer oogen te hergeven en als haar wordt aangeboden met een schip naar Amerika te vertrekken naar haar kinderen neemt ze dit aan. Ze wil echter dat de kinderen nog zullen den ken dat ze blind is. Als ze bij hen is. komt ze tot de ontdekking dat alles wat de kinderen schreven niet waar is en in plaats van rijk zijn ze straatarm. Als het eindelijk uitkomt dat de moeder kan zien, bekennen de kinderen dat zs alles vcor haar gedaan hadden. Het is een film vol ontroerende kinder- en moederliefde. De vertolkers verdienen allen een woord van lof maar in het bijzonder de moeder. Wat was dat by tijden een zielig oud vrouwtje. Werkelijk een prachtfilm. Vóór de pauze zagen we een Wild-West-film: „Cmdat Mama niet wilde". Dit num mer wijkt in niets af van de gewone cowboy-films met de woeste rennen.' de vechtpartijen enz. Deze heeft de lach wekkende bijzonderheid de reis met dat Fordje met een stuk of tien cowboys er In en op. Overigens mooie natuur- tafereelen. Het Luxor-Nieuws bood weer veel actueels, zooals de zangdemonstratie van jl. Zondag in het Stadion en eenige momenten uit den wedstrijd Nederland- Zweden en voorts verschillende bijzon derheden uit binnen- en buitenland met de laatste Parijsche mode voor onze dames. Een programma voor elk wat wils, dat we gaarne aanbevelen. Scala. Deze week in het Scala-theater weer een programma, waaraan door de di rectie veel zorg is besteed. Na de ge bruikelijke muzieknummers begint het met het wekelijksche Wereldnieuws, dat veel interessants biedt. o.a. een wed strijd met hindernissen over drie KM. tusschen een auto en een paardrijder, wat veel opwinding brengt. Het lang zaam werkend apparaat laat de ver schillende gevaarlijke bewegingen uit stekend zien. Schilderachtig is een Ve- netiaansch waterfeest in Frankrijk. Na een mooie mode-revue krijgen we een toegiftje, dat vooral door vogelliefheb bers gewaardeerd zal worden, namelijk het leven van den witten uil van het oogenblik, dat hij uit het ei kruipt, tot dat hij als volwassen vogel op roof uit gaat. Een hoogst leerzaam flimpje, waar voor we de directie van het Scala theater dankbaar zijn. Dan komt het Revue-gezelschap van Gebr. Schakels ten tooneeïe met de groote revue „Loop naar de hel". Het is moeilijk te zeggen, wat meer bewonderd moet worden: het fraaie samenspel van de dames en heeren of de waarlijk schit terende costuums, die met veel zwier gedragen worden. Deze revue bestaat uit één proloog, tien tafereelen en twee groote finales. Vooral dat van den Vol kenbond is mooi, evenals het lied over den arbeid in de mijnen. Het slot is betooverend mooi; dat is de spiegel- finale, die door de kleurrijke lichteffec ten in één woord oogbekorend is. De honderden spiegels aan de costuums van de opvoerenden weerkaatsen het licht tot in de verste hoeken van de zaal. Het langdurig applaus, dat aan het ge zelschap na afloop gebracht wordt, is dan ook welverdiend. Te tien uur begint het hoofdnummer: „De koning der apachen", een sensatio neel drama in zes acten, met den be kenden filmacteur Luciana Albertini in de hoofdrol. Alles by elkaar is het dus weer ruim schoots de moeite waard om een bezoe.. aan het Scala-theater te brengen. Rembrandt - Theater Aan het al zoo uitgebreide program ma van 't Rembrandt-Theater werd Vrijdagavond nog een nummer toege voegd, nl. dat van den humorist Jacques Dutreau, die op gemakkelijke wijze eeni ge grappen vertelde en een paar liedjes zong waarbij hij zichzelf begeleidde op den vleugel. Inhoud en voordracht der liedjes vielen zeer in den smaak bij het publiek, de muziek illustreerde op zeer geestige wijze het gezongene De openingsmarsch, het Rembvandt- Nieuws en de Natuuropnamen, zijn, zoo-- até we dat in het Rembrandt gewoon zijn uitstekend, terwijl de 2-ac.ter Jerry de krantenjongen" groote vroolijkhPid in de zaai bracht. De krantenjongen moet de volgende dagen der week echter het veld ruimen voor den humorist, daar het programma anders al te groot is. Op het Tooneel zien we Hadji Sem- bolo in het „Geheimzinnige Kasteel" We willen het geheim van het geheim zinnige kasteel niet verklappen, maar wèl vertellen, dat wat we te zien krij gen. erg griezelig is. Stel u voor een geraamte op het tooneel niet een ge woon, hetgeen op zich zelf al niet zoo verlokkelijk is. maar een charlestonnenci geraamte! Een stoel, een tafel, een rust bank enz. die uit het ijle niet. onder helsch gefluit verschijnen, en wanneer het hun in den zin komt eens een wan delingetje over het tooneel maken! Dan wordt er voor uw oogen iemand ont hoofd: het hoofd wordt in een mooie doos geborgen en de romp blijft rustig op zijn stoel zitten tot het Mephistophe- les behaagt den romp weer te behoof- den. Het is werkelijk erg geheimzinnig, we hoorden van een paar meisjes, die bij het onthoofden van het. arme slacht offer. er niet bij wilden blijven en op de gang vluchtten. Het- is een poos al weer geleden, dat de Denen Watt en 1/2 Watt in Haar lem waren. Ze komen nu. 1/2 Watt als commissaris van Politie. Watt als ge vangene, later ook politieman. 1/2 Watt maakt van den commissaris van Politie een prachtcreatie, zocals alleen 1/2 Watt dat kan. Hij heeft alle mogelijke aan geboren eigenschappen, die een politie man in de allerlaatste plaats moet heb ben. voor zijn omgeving tracht hij dat voortdurend te verbergen. Het kostelijk ste is hij aan het slot als hy aan het hoofd van de gevangen genomen bende smokkelaars het dorp binnen marcheert toegejuicht als een held door de opge togen dorpsbewoners, met een veld- heersgebaar dirigeert hij het binnen brengen der gevangenen en de pedan terie haal je van zijn gezicht met scheo- pen af. Dat Watt vcor de andere helft van het succes zorgt, spreekt van zelf. al zouden wij dezer film niet als no. I zetten op de lijst der serie Watt-filmen. Cinema Palace. Een journaal kan goed zijn, als het een indruk geeft van de jacht van het mo derne leven, als het ons bliksemsnel over den aardbol voert, van Italië naar Amerika, van Amerika naar Japan en van Japan naar Engeland. Een journaal kan machtig interessant zijn als het zooals ditmaal in de Cinema, een korte rake schets geeft van Amerikaansche vlootmanoeuvres, en vliegdemonstraties, van wintersport in Davos, van een wy- dingsfeest m Tokio, van koning Foeaa in Parijs. Ja een goed journaal kan het beste nummer van het programma zijn. Uit nemend is ditmaal ook de teekenfilm de wonderlijke reis van Felix the Cat naar het verre Westen. Zigoto de be roemde komiek, de ongetwijfeld zeer verdienstelijke filmkomiek wordt eenigs- zins misbruikt in een al te malle oor logsparodie, die te gek is om geestig te zijn. Boven lof verheven blijft echter het spel van Zigoto, die dit ls merk waardig zich tot iemand als wijlen Max Luider verhoudt als een Ameri kaansche Jazz tot een Fransch Chanson. Het hoofdnummer „Eer boven alles" heeft zoqals u hoort een „mooien" titel waarvan men alles verwachten kan. Maar 't valt mee. A-l is de intrigue af gezaagd en sensationeel, het spel is uit stekend en de ensceneering bewonde renswaardig. Dit filmverhaal speelt In Arabië hoofdzakelijk. De Arabieren be reiden een opstand voor tegen het En- gelsch gezag. De plaatselijke sfeer is buitengewoon goed en naar het schijnt zuiver getroffen en tenslotte heeft deze film de deugd van een spannende, vlot geschreven treln-roman. Zij boeit u in hooge mate. En dat is een voornaam ding niet waar. UIT DE OMSTREKEN ZANDVOORT. RAADSAGENDA. Openbare vergadering van den Raad der gemeente Zandvoort op Dinsdag 22 November 1927, des namiddags 7.30 uur. Agenda: 1. Ingekomen stukken. 2. Verzoek van het Comité Vrouwen hulp om subsidie. 3. Voorstel tot benoeming van 'n vak- ooderwijzcres in nuttige handwerken aan de U.L.O. school. Verzoek van Mej. A. J. Bossaert om eervol ontslag als lid van de plaatselij ke commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs. 5. Verzoek van de afdeelingen van Vakbonden om naast het teekenonder- wijs cenïg pracïiseh vakonderwijs te geven. 6. Verzoek om gebruik van het gym nastieklokaal van school C. 7. Verzoek van dr. W. A. Wiemer. om eervol ontslag als schoolarts van school C en de gemeentelijke bewaarschool. 8. Voorstel om den heer J. P. Niekerk te benoemen tot schoolarts van school C en der gemeentelijke bewaarschool. 9. Voorstel van de heeren Fraenkel en Druyff om tandheelkundige hulp van gemeentewege te verstrekken op de scholen. 10 Verzoek van den heer J. H. Lente link, om ingaande 1 Januari 1928 hem eervol ontslag te verleenen als directeur der bedrijven. 11. Voorstel tot wijziging der verorde ning op de heffing van ontsmettings rechten. 12. Verzoek om ontheffing te verlee nen van de verordening ex art. 35 2o der Drankwet. 13. Voorstel tot aanvulling van het reglement van het Burgerlyk Armbe stuur. 14. Voorstel tot aanvulling van het re glement van het Burgerlijk Armbe stuur. 15. Voorstel om een crediet te verlee nen van 660 voor het uitvoeren van de onderhoudswerken van de Oude Alge meen© Begraafplaats. 16. Voorstel tot benoeming van twee commissarissen in de Woningbouwver- eeniging „Eendracht maakt Macht" 17. Voorstel om'voor tijdelijke vervan ging 'voor korten duur van .onderwij zend personeel een belooning toe te kennen van f 5 per schooldag en f 2.50 per schooltijd. 18. Voorstel tot benoeming van een Commissie van onderzoek in hoeverre de huren van de gemeentewoning-;r. moeten worden veranderd. 19. Verzoek van H. Wesseling om uit betaling van de op de begrooting voor 1927 voor hem uitgetrokken gratifica tie. 20. Voorastel tot wijziging der regeling van de baduren van de Douche-bad-in- richting. 21. Voorstel tot wijziging der verorde ning tot heffing van opcenten op de hoofdsom der Perscneele Belasting. 22. Voorstel tot verhooging der sub sidie voor het jaar 1927 aan het Oude Mannen- en Vrouwengasthuis. 23. Voorstel tot ruiling van grond mit de N. V. ..De Kaboutertjes". 24. Voorstel om niet in te gaan op de verzoeken van de N.V. „De Kabouter tjes" om voorschotten onder waarborg van tweede hypotheek te verstrekti ten behoeve van de te bouwen beschei den middenstandswoningen. 25. Voorstel om een crediet toe te staan van f 2100 voor aanschaffing van materiaal voor den Reinigings dienst. 26. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 27 October 1927 be treffende het bouwen van een boven verdieping op het bestaande magazijn der bedrijven in de Oranjestraat. 27. Voorstel tot vaststelling van de verordening tot heffing van straatba lasting. 28. Voorstel van twee raadsleden om te besluiten 100 opcenten op de hoofd som der vermogensbelasting te hef fen. 29. Voorstel van 2 raadsleden om art. 6 der verordening regelende het beheer van het Gemeentelijk Gas- en Water leidingbedrijf te wijzigen. 30. Voorloopige vaststelling der ge meente-rekening over 1926 met de reke ningen der bedrijven. 31. Behandeling der gemcentebegroo- ting voor 1928 en de begrootinigen der bedryven. N.B. De vergadering van 22 dezer zal zoo noodig worden voortgezet op Woensdag 23 en Donderdag 24 Novem ber a.s. des namiddags 7,30 uur ten Raadhuize. BLOEMENDAAL. EEN JUBILEE RENDE VEREENIGING De voetbal ver eeniging ..Bloemendaal" bestaat deze maand 25 jaar. Op 15 Nov. 1902 werd zij opgericht. Zij heeft goede en kwade tijden meegemaakt en verkeert nu in een periode van grooten bloei. Het bestuur heeft daarom gemeend dit jubileum, zij het op een bescheiden dan toch op een waardige en eenigszins feestelijke wijze te herdenken, en heeft tot dat doel een feestcommissie benoemd, die zich met de voorbereiding en uit voering der herdenkingsfeesten zal be lasten. Deze commissie bestaat uit da hoeren H. A. Jansen, G. Stak. W Beth. A. Cassee, J. Schreur en J. J. Lansdorp^ De feestelijkheden zullen plaats hebben op 7 Januari a.s. LéON DAUDET OVER Wat hij hier zag ZONDER EEN CENT Leon Daudet Een dezer dagen publiceerde Léon Daudet, de leider der Fransche royalis ten, die eenigen tijd geleden ook hier ie lande enkele lezingen heeft gehouden een interessant hoofdartikel in de „Action Francaise", getiteld „Harlem et Hals". Ik kan niet door Haarlem komen vertelt hierin Daudet zonder dat ik in myn verbeelding Georges Hugo (den zoon van den grooten dichter)Mare :1 Schwob (geleerd letterkundige van naam) en Mariéton in mijn nabijheid zie; in hun gezelschap heb ik de stad in de dagen mijner jeugd meermal ït bezocht. In het bijzonder herinnert Daudet zich den geweldig strengen vinter van 1896; de Zuiderzee was toen bevrorei, schrijft hij hier. en wij waren met een arreslee overgestoken; de zon ging om vier uur onder en wij gleden voort in een ijzige, roodachtig-gouden mist. De schoonheid van dien dag deed ons be sluiten door te gaan naar Kopenhagen en Stockholm, waar wij toen zaten, zon der één cent op zak. zóó, dat wij ge dwongen waren mijn jas te verkoopen. totdat mijn vader ons eenige bankjes van duizend had gezonden telegra fisch overgemaakt via Hamburg wel ke goed te stade kwamen, maar ook spoedig waren opgemaakt. Wij moesten daarom in allerijl terugkeeren om bij het banket der De Goncouris te moete.i luisteren naar de onmachtig-zwakke stem van Poincaré. toen nog niet d eere-burger van Lotharingen. Van Frans Hals en Elseneur tot Poincaré, wel was de overgang groot Het jaar daarop was ik alleen Ir. Haarlem gaat Daudet can verder waar ik den tijd doorbracht in het mu seum, ook wel in bosschen. waar de boomen ontbladerd waren en kadi in het win tergetijde; daarachtei lagen d^ duinen. Eens kwam ik, wandelende in stevigen pas, in de nabijheid van le spoorlijn; daarnaast Uep eei- kanaal en réden de schaatsenrijders en -rijdstevs, zich sierlijk bewegende als bij een lang zame wals. De avond kwam over hei land; het witte der sneeuw stak fel af tegen het zwart van den naderenden nacht, als in de aquarellen van Sey mour Haden. In de schemering doem de een begrijpen in mij cp van de kronkelwegen van het verstand en van het gevoel, aan welker kruisingen aarzelde te kiezen. Een trein kwam voorbij, hield toen stil, want er was een schot gehoord. Uit een coupé eers 1 klasse sleepten toegeschoten spoorbe ambten een nog jeugdig reiziger; hij had zelfmoord gepleegd. Arme knaap! om zich te dooden. slechts enkele meters verwijderd van een der grootste levensvertolkers, die bovendien geleerd heeft, hc-, men een leven van weelde gemakkelijk kan laten vedglijden, temidden van vu olijke met gezellen! Want als iemand het leven heeft liefgehad, dan is het wel Hals, de onbezorgde, zooals wij hem zien te Am sterdam met zijn vrouw, zij, niet mooi weiswaar, maar toch. hoe goed! Echter dat hij die zoozeer hechtte aan den schoonen vorm. zoo'n leelijke vrouv heeft kunnen trouwen, is my nog steeds een raadsel gebleven! Sommige Schilders, zegt hij, zijn ge boren kunstenaars en geven reeds on middellijk bij hun debuut him meester werk. Echter bij Hals is dit niet het geval: diens lijnen werden steeds expressiever of liever gezegd, de toe's van zijn penseel werd eers' later vol maakt; want hij teekende met zijn kleuren en kleur en lijn zijn bij hem niet te scheiden, zij hoorden bij elkaar. Op dezelfde wijze zou later de groo.e kunstenaar Renoir werken en ook Vin cent van Gogh. de koning van de mo derne schilders. Het was in die eeuw van overvloed en vruchtbaarheid, toen Hals leefde en boogschutters, zoo juist- van den maal tijd opgestaan, vol wijn en victualiën, ook vervuld van goedmoedigheid en tee- derheid zelfs, te schilderen- Ook Scoril had hieraan meegedaan met zijn op tochten, waarin diverse typen meeloo- pen, waarin men vrouwen ziet, zwaaien de met palmtakken en mannen, kaat seide met ballen. Het lag geheel in de lijn van Hals om die volgepropte, vroo- Ujk gestemde wezens in zijn schilde rijen lenigheid en beweeglijkheid te ge ven; later toen de jaren hem gingen drukken, inspireerden hem regenten en regentessen, die verstandig-berustend wachtten op de jicht- en op den dood, de handen om de ronde knieën gesla gen. Psychologisch gesproken want een groot schilder is altijd zeer intelligent schijnt Hals, hoe vrij hij zich ook be weegt bij het gebruik van zijn penseel, vol nuances en leerstellingen, welke hy ook ten deele voor zijn oeuvre aan wendt. By het beschouwen van zijn laatste werk, dacht ik telkens weer aan de klacht van Caoudal (1); „Ach hoe dom is het toch, oud te worden!" Een dergelijke levenswijze, als de Hol landsche schilders konden voeren, be staande van hun mooi metiei en wa di Caoudal: figuur uit Sapho van Alphonse Daudet (Léon's Vader). HALS EN HAARLEM. en bewonderde. IN KOPENHAGEN. nende In hun prachtige steden, te mid den van bevattelijke leerlingen en edel moedige schepenen een pendant hiervan is in Frankrijk alleen aan te wijzen bij de schildersscholen van Fon- tainebleau, Chailly en Bierre Maar zij, en vooral Millet die dikwijls, voor de natuur, door het blauw en geel, van de Hollandsche meesters waren geïnspi reerd leefden als grondwerkers, hun maal was karig en zij sliepen in bedden met vuile lakens en onvoldoende dek king. Terwijl Hals en zijn makkers een overvloedig bestaan leidden, leefde men hier niet meer dan comfortabel, eenigs zins ln den trant van de groote kun stenaars uit de Italiaansche renais sance. Myn ideeën daaromtrent zijn bekend, vervolgt dan Daudet. zoowel de dramatische, als schilder- en beeld houwkunst hebben behoefte aan ele gance, aan luxe, indien zij willen rei ken tot de verblindende schoonheid van een Shakespeare, van een Rubens, een Rembrandt en een Hals; ellende en zelfs niet de doodgewoonste ontbering maken noch het penseel noch de a steekbeitel veel vermogender; integeo- deel wordt het genie ondermijnd, daar literator en schilder het gelijkelijk moe ten hebben van levensblijheid en afwe zigheid van alles, wat hinderen of kwel len kan. Ik spreek niet van de smart, welke een prachtige scholing kan geven indien zy slechts niet overstelpend ls. Er bestaat geen kunst van publieke lief dadigheid Het is bekend, dat men Hals veel dank heeft geweten voor het schil derij, Hollandsche jongens voorstellen de, die Spaansche soldaten bespottelijk maken, na het opbreken van het beleg van Haarlem. In zijn doeken vindt men dezelfde beginselen terug ook toegepast door den Japanschen schilder Hokoesai, betrekking hebbende op de stage ver volmaking van lijn en kleur „tot het minste puntje leven krijgt." Inderdaad, matheid ls eer. kwelling voor het oog, zooals flauwheid en star heid van vormen een kwelliug zijn voor het levendig verstand; en de sterven de Goethe had met evenveel ïecht kun nen zeggen: „Meer kleur!" als „meer licht!". Zeker is, dat in Holland en Vlaanderen het licht in de schilder kunst achter staat bij kleur en nuance en de helderheid van begrijpen wordt hieraan Juist ontleend. De sentimenten, welke zich bij ons voordoen, wanneer ons een begrip geestelijk wordt ge openbaard, zijn identiek met die der wellust. De kleur beheerscht hier zelfs den bloemenhandel, vertelt Daudel tenslot- te, en deze maakte van Haarlem de tulpenmarkt. Men moet Bloemendaal gaan zien ln de lente, met zijn uitge strekte blauwe, rose, roode en ook veel kleurige damborden als uitstalkaste t van juwelierswinkels van verschillende kilometers. Aan den bocht van een boschpad, terwijl de vogels in één ver rukking van te mogen leven en te kun nen vliegen de vreugde uitjubelen in den llchtbauwen hemel, omsluierd met een grijsachtig waas. ziet ge dan voor u een groote uitgestrektheid van de kos telijkste bloemen, welke in de verbeel ding onmiddellijk die geruststellende gedachten aan gelijkheid, gelijkwaar digheid en analogie oproepen, welke den lGgicus en den dichter zoozeer tot verheugenis strekten. De schrijver eindigt zijn belangwek kende beschouwing met een perorat'.-» aan de vroegere tulpenbeurs, welke ons een tijdsgewricht voor oogen toovert, waarin de bankiers een zoeten geur zul len verspreiden, de bankbiljetten bloem bladen zullen zijn en de lijder aan wa terzucht van Terborg en Steen zijn dok ter met een roos betaalt! NIEUWE UITGAVEN. Bij de Firma H. D. Tjeenk Willink en Zoon te Haarlem is verschenen „Nanook de Eskimo", door Julian W. Bilby, uit het Engelsch vertaald door C. van Eeghen. Naar de schrijver ln een inleidend woord mededeelt heben de gebeurtenis sen in dit boek beschreven, werkelijk plaats gevonden, alleen de namen van personen en plaatsen zijn veranderd. De auteur heeft het leven der Centrale Eskimo's beschreven zooals dat weinige jaren geleden nog was. Hij heeft vele jaren onder de Centrale Eskimo's ge leefd en geeft het beeld weer van zyn ervaringen, opgedaan door zijn nauw keurige waarneming en persoonlijke vriendschap met dit volk. Het boek is zeer boeiend geschreven en verlucht met 24 afbeeldingen, waar van sommige afkomstig zijn van de be kende film „Nanook de Eskimo", die door den heer R. G. Flaherty werd op genomen en door de heeren Revillon frères en Pathé vertoond. Dit werk is interessant in hooge mare en van blijvende waarde omdat thans de zeden en gewoonten der beschreven Es kimo-stammen langzamerhand uitster ven. want de kantoren der groote bont handelaars zyn dieper het land inee- dTongen en de Noord Wectelijke. be reden Canadeesche politic heeft nesten gevestigd op verschillende planner van het land ''at onder de Canadeesche wet ten geregeerd wordt. Bij J. Philip Kruseman te 's-Graven- hage. hebben twee boeken van den jon- gensboekenschryver Herbr- Strang het. licht gezien: „Palmeneiland". vertaald door Mr. G. Keiler en „In de wildernis van Oost-Afrika" bewerkt door Cath. A. DermoütVisser. Het eerste boek is geïllustreerd door Arch. Webb, het tweede door T. C. Dugdale. „Palmeneiland" verhaalt de spannen de avonturen van Hendrik Prent m"t Willem Haspel, die na muiterij en ""n schipbreuk op een eiland ir. het zuide lijk halfrond werden achterpoten pn na ruim 7 jaar tenslotte behouden in Engeland terug komen. ~In de Wildernis van Oost-Afrika" geeft allerlei jachtavonturen met leeu wen en rhinocerossen, beschrijft ge vechten mot inboorlingen en het leven op een farm in Oost-Afrika. De jonge lezers zullen zeer zeker door beide roayaal uitgegeven boeken „Be pakt" worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 11