Leelyke tandaanslag
HAARLEM'S
DAGBLAD
BINNENLAND
VAN OUDE TIJDEN.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN «0 CENTS PER REGEL
zinwekkend. Deze
i m scboonheidsgebreken
worden spoedig verholpen door het poetsen met de heerlyk verfrisschenda
Cliiorodont Tandpasta. De tanden krygen een schitterenden, ivoorkleurigen
glans, ooi; aan de zvkanten, by gelyktydig gebruik van den speciaal voor dit doel
geschikten Cliiorodont Tandenborstel, waarop de haren in den vorrn van
de tanden geplaatst zyn. Rottende spysresten, welke onvermydelyk tusschen de
tanden achterblyven en de hoogst onaangename lucht veroorzaken, worden geheel
verwyderd. Probeert U eerst een kleine tube van 35 cent in verpakking met
garantiestrook en meisjeskopje. Clilorodont Tandenborstel voor kinderen
45 cent, voor dames (middelbard haar) 75 cent, voor heeren (hard haar) 75 cent,
in de bekende blauw-groeue Clilorodont-doos. Alom verkrygbaar.
110 mm
ZATERDAG 19 NOV. 1927
In November 1818 vroeg de heer Gras
winckel zijn ontslag als secretaris van
Haarlem Het volgende jaar zou hij
tachtig worden. Toch had hij zichzelf
nog niet op stal gezet, indien zijn ambt
genoot. de heer du Oorcq, niet door een
ernstige ziekte verhinderd was geweest
zijn werk te doen. Diens taak moest
Graswlnckel overnemen, maar een dub
bele taak durfde de oude man niet meer
aan. Daarom legde hij de zijne neer en
omdat hy onbemiddeld was. verzocht hij,
„den korten tijd levens, welke hem naar
alle menschelijke berekening nog mogt
overblijven", zijn tractemernt van f 1800
als pensioen te mogen behouden.
In de raadsvergadering van 9 Novem
ber werd dit verzoek ln welwillende over
weging genomen. Intusschen verzuimde
de voorzitter, burgemeester Hoeufft.
niet te wijzen op de zwarigheden die
zich hier voordeden De heer du Crocq
zou waarschijnlijk zijn werkzaamheden
niet meer kunnen hervatten, zijn mede-
secretaris wilde heengaan: het was dus
noodzakelijk ten spoedigste maatrege
len te nemen.
Zoo stelde de burgemeester dan voor,
een tweede secretaris be benoemen in
dien de Raad aan Graswinckel ontslag
verleende: of een derde zoo men hem
niet wilde laten gaan.
Het vraagstuk, waarvoor de Raad
zich geplaatst zag. was als zoovele ste
delijke vraagstukken, allereerst een fi
nancieel. Vandaar dat het voorstel des
burgemeesters „ten fine van conside
ratie en advies" in handen der „Heeren
Gecommitteerden tot de Stedelijke Fi
nanciën" werd gesteld.
De voorzitter van dit College, de heer
Jam van Styrum. bracht daarover rap
port uit. Het verzoek om ontslag be
hoorde ingewilligd te worden. Maar dat
tweede verzoek? „Wanneer wij alleen
lijk op den staat der Stedelijke Geld
middelen abtendeerden", aldus deze fi
nanciers, „zouden wij op hetzelve de-
clinatoir adviseeren". Gelukkig „at
tendeerden" ze nog op Iets anders, en
dit moge hun op Graswinckel's langen
diensttijd, op de „boven alle lof verhe
vene" wijze, waarop hij zijn ambt had
waargenomen, en hoe hij „een uit
stekend nut had toegebragt door des-
zelfs gedane opspeuringen Ln dezer
stads oude archieven, waartoe hij als
'secretaris geene de minste verplichting
had". Dit alles lieten ze gelden, en on
rechtvaardig achtten zij het op grond
van den flnancieelen toestand der stad.
het verzoek te wijzen van de hand
Zco gaven ze dan den Raad in over
weging den heer Graswinckel op de
meest eervolle wijze te ontslaan met be
houd van zijn volle tractement als pen
sioen. Dienovereenkomstig werd beslo
ten en den 24sten November 1818 had
de eerste der twee laatste secretarissen
onder de oude bedeeling, zijn ontslag
ontvangen.
Ook van de noodzakelijkheid om een
tweeden secretaris aan te stellen, wa
ren Gecommitteerden tot de Stedelijke
Financiën overtuigd. Ook in deze meen
den zij „op het financieel belang niet
te mogen attenderen", ln de overtui
ging, dat „bij gebreke van dusdanige
eene aanstelling, de stedelijke admini
stratie tot groot nadeel van de stad en
de ingezetenen, ln geene goede en be
hoorlijke order zullen kunnen worden
gaande gehouden". Maar hier deed zich
een nieuwe zwarigheid op. Immers ar
tikel 20 van het in 1815 door den ko
ning vastgestelde „Reglement voor de
Regeering der Stad Haarlem" bepaalde
dat de destijds aanwezige drie secreta
rissen. In geval van overlijden, niet zou
den vervangen worden, maar op één
moesten uitsterven. Er zat dus niet an
ders op dan den koning ontheffing van
dit voorschrift te verzoeken, en den
tweeden secretaris, den heer du Crocq,
te bevorderen tot eersten secretaris.
Het antwoord uit Den Haag was een
teleurstelling. Wel werd de Raad ge
machtigd een tweeden secretaris aan te
«tellen, maar onder uitdrukkelijke
voorwaarde. „dat in geen geval het
tractement aan dien tweeden secretaris
toe te leggen, en dat, hetwelk door den
opvolger van den heer Graswinckel ais
eerste secretaris zal worden genoten,
te zamen genomen het bedrag van f 2200
zullen mogen overtreffen". Deze in
williging van het verzoek stond gelijk
met een weigering. Immers du Crocq
verdiende f 1400, zoodat men den twee
den secretaris slechts f 800 zou kunnen
aanbieden: een bezoldiging, waarvoor,
ook destijds, geen stadssecretaris ver
koos te arbeiden. Het was inmiddels
April geworden en reeds daohten de re
geerders erover „nadere demarches te
doen, welke konden strekken om dit
Voor de stedelijke belangens zoo vol
strekt benoodigd doel te bereiken", toen
een onverwachte gebeurtenis uitkomst
bracht.
De heer du Crocq volgde het voor
beeld van zijn ambtgenoot en vroeg zijn
ontslag. Wel was hij herstellende en
,yhad hU altoos hartelijk gehoopt en
verlangt met zijn post tot het einde
zijns levens te mogen oontinueeren",
maar zijn „dokter en chirurgijn" had
den hem verzekerd, dat hij „nimmer
meer tot zijn voorige vermogens gera
ken zou". Zijn verzoek werd gereede-
lijk Ingewilligd, en daarmee was de
weg voor zijn opvolger vrij. Toch kon
deze nog niet dadelijk komen. Ik hoop,
dat ik u niet verveel met de mededeeling
van alles wat aan de benoeming des
heeren De Lange ls voorafgegaan. Ik
ben nu gauw klaar, moet alleen nog
vertellen, dat het met de bezoldiging
anders ging dan de Raad en waar
schijnlijk ook gii gedacht had. Onze
stad keerde uit aan pensioen voor haar
beide rustende secretarissen f 3200. want
ook aan den heer du Crocq load men
zijn volle tractement van f 1400 als
pensioen toegezegd. Door diens heen
gaan achtte de financieele commissie
DERDE BLAD
's konings machtiging om een tweeden
secretaris te benoemen op een jaar
wedde van f 1400. .met toezegging, dat
bij het overlijden van een der beiden
thans gepensioneerde stadssecretaris
sen. deszelfs tractement zal worden ge-
bragt op de bij het 20ste art. van het
stedelijk Regerlngs Regiement bepaal
de som van f 2200".
Was deze groote uitgave te rechtvaar
digen? Zoo vroegen heeren Gedeputeer
den van Noord-Holland. tot wie de
Raad zich met een desbetreffend ver
zoek had gericht. Allerminst, meenden
zij. In deze buitengewone omstandig
heden verdiende het aanbeveling den
nieuwen secretaris een deel van het
pensioen van zijn voorganger te laten
betalen. Dienovereenkomstig besloten zij
dan ook. De gelukkige zou aangesteld
worden op een salaris van f 2200. over
eenkomstig het bepaalde bij artikel 20
van het reeds meermalen genoemde Re-
geeringsreglement dezer stad, maar
worden belast met een uitkeering van
f 800 's Jaars ten behoeve van den heer
du Crocq „en zulks zoo lang deze en
de heer Graswinckel beiden zullen in
leven zijn". Voorts zou het de stede
lijke regeering vrij staan „ran de kun
de en ijver van den heer du Crocq voor
de belangens der stad, zooveel of zoo
weinig gebruik te maken, als dezelve
de Jaren en omstandigheden ran dien
Heer in 't oog gehouden, zal verme
nen te behooren". De arme! Op stal
gezet, maar onder den last van het ver
richten van lichte werkzaamheden.
Zoo is het tenslotte gebleven, maar
lang heeft het niet geduurd. Pieter du
Crocq overleed in Juli 1821, een jaar
later. 23 September 1822, volgde Joan
Anthony Graswinckel hem in het graf.
Met hen waren de twee laatste stads
secretarissen van het oude regeerings-
stelsel heengegaan, twee ijverige, be
kwame ambtenaren. Mij is het een
aangename gedachte, te weten dat zü
hun laatste levensjaren zonder gelde
lijke zorgen hebben gesleten. En ik
prijs het ln hun opvolger, den heer
De Lange, dat hij bereid was daartoe
het zijne bij te dragen.
Hoe deze ten slotte stadssecretaris
werd, heb Ik u reeds verteld.
B. E. KNAPPERT.
GRONINGSCH
GRIEZELVERHAAL.
BEL LUIDT IN SLAAPKAMER
VAN OVERLEDENE.
De D.C. schrijft:
Ook Groningen heeft thans een eigen
griezelverhaal. Het vreemde geval heeft
zich n.l. afgespeeld in het huis van wij
len notaris Sanders in de Stationstraat.
In dat huis woont op het oogenblik
nog een dienstbode die dezer dagen een
vriendin bij zich te logeeren had. Des
nachts nu, nadat de meisjes zich ter
ruste hadden begeven begon plotseling in
het groote verlaten huis een bel te lui
den. Niet de huisschel dat zou immers
niet geheimzinnig zijn geweest doch
een bel binnen in het huis. Men moet
toegeven, dat dit inderdaad heel vreemd
was. Bovenal, omdat er gebeld werd van
uit de slaapkamer van den overleden
heer des huizes I
Geen wonder, dat de beide meisjes
doodelijk verschrikt ontwaakten. Zij
hadden het zich niet verbeeld, want
nog steeds rinkelde in haar kamer het
electrisch belletje, dat deze kamer ver
bindt met de slaapkamer van wijlen
den notaris.
Licth maken was natuurlijk de eerste
gedachte van de meisjes. Maar tever
geefs werd het knopje van het electrisch
licht omgedraaid! Het bleef donker. En
nog steeds rinkelde in haar kamer de
schel....!
Ondanks het geheimzinnige en vreem
de van het geval begaven de beide meis
jes zich naar beneden naar de slaap
kamer. waar de bel in beweging werd
gebracht. Zij openden de deur en be
merkten. dat in het vertrek een brand
lucht hing. Het hout aan het hoofd
einde van het ledikant smeulde!
Zij snelden onmiddellijk naar de tele
foon en waarschuwden de brandweer,
die het onbeduidende brandje doofde.
Wat was de oorzaak van deze vreemde
geschiedenis? Wie had de bei in bewe
ging gebracht, waardoor wilde het licht
niet branden en hoe was het bed van
den overleden notaris in brand ge
raakt?
Boven het bed van den notaris hingen
twee draden. De eene was een trekker
voor het aansteken van het electrisch
licht en de andere een draad voor de
electrische bel. Nu waren beide leidin
gen van een verouderde constructie. Het
gevolg is geweest dat het koper van de
draden door de isolatie heen in contact
is gekomen. Het i.cultaat daarvan was
kortsluiting, het luiden van de bel, het
uitgaan van het licht en het in brand
geraken van het bed.
Men ziet de oplossing was heel eenvou
dig. Maar dat neemt niet weg, dat het
geval voor de beide betrokken meisjes
griezelig was.
LAGE LOONEN IN BELGIë
In het verslag van de Ned. Staalfa
brieken v.h J. M- de Muinck Keizer te
Utrecht komt een mededeeling voor, die
doet zien welke gevolgen lage loonen in
het buitenland voor onze industrie mede
brengen.
Ze luidt:
De Belgische concurrenten oefenen
steeds een zwaren druk op onze markt
uit. daartoe in staat gesteld door het
betalen aan hunne werklieden van loo
nen, welke ongeveer de lielft van de
door ons betaalde zijn.
COLLECTIEVE
ARBEIDSOVEREENKOMST
Verschenen is de Memorie van Ant
woord op het Voorloopig Verslag der
Eerste Kamer aangaande het Wetsont
werp tot nadere regeling van de Collec
tieve Arbeidsovereenkomst, waaraan het
volgende wordt ontleend:
Dit ontwerp beperkt zich niet tot de
regeling van de verhouding tusschen dc
partijen bij de collectieve overeenkomst
of ook tusschen de leden der partijen en
de overige partijen en dezer leden. Het
regelt tevens
het Vereenigingsrecht,
doch alleen voor zoover er verband be
staat met de colectieve arbeidsovereen
komst en regeling noodig is. Dat ver
der zou zijn gegaan, kan kwalijk wor
den verwacht Het ontwerp bewijst op
meerdere plaatsen, dat, waar noodig.
ook het vereenigingsrecht in de regeling
is betrokken.
Bij dit ontwerp is de quaestie van de
bescherming der minderheden wel on
der het oog gezien, doch geoordeeld
wordt, dat zoodanige bescherming dooi
de Wet niet behoeft te worden verleend.
Eenige onbillijkheid is hierin niet ge
legen.
Voorts wordt opgemerkt, dat dit ont
werp ls te beoordeelen geheel los van
het vraagstuk der
Verbindendverklaring.
welke er niet in opgenomen is, zooda*
er geen aanleiding is thans in te gaan
op de bezwaren van principieelen en
practischen aard. welke tegen dit insti
tuut werden aangevoerd. Art. 14 bevat
zelfs geen kiem van een verbindendver
klaring. Zonder die bepaling kan ech
ter de collectieve arbeddsovereenkomst
gemakkelijk worden ondergraven door
den werkgever, die b.v. om lagere loonen
te kunnen betalen, niet gebonden arbei
ders ln dienst zou nemen. Tegenover
de arbeiders is hierin geen nadeelige
eenzijdigheid gelegen, noch formeel,
noch materieel.
Voor vereenigingen moet een verdere
aansprakelijkheid dan voor eigen gedra
gingen niet door de Wet worden opge
legd. al kan die bij overeenkomst worden
bedongen.
Het ontwerp laat aan de belangheb
benden groote vrijheid van regelen. Ook
na de aanneming van het amendement-
v. Schalk c.s. betreffende de gebonden
heid, ingevolge het lidmaatschap eener
vereeniging is het ontwerp er zeker niet
één dat zich door dwangy oorschriften
onderscheidt.
De kwestie der
Leckenrechtspraak
heeft de aandacht der regeering. Uiter
aard zal deze materie in de eerste plaats
in haar geheel dus niet alleen met het
oog op collectieve arbeidsovereenkomsten
zijn te overwegen.
Wat art. 8 betreft is er geen sprake
van een omkeering van bewijsvoering.
Degeen, die er zich op beroept, dat een
ander zijn verplichtingen niet nakomt,
zal dit hebben te bewijzen. Dit is de
normale regel van bewijsrecht.
VERWIJDERING VAN
STADSVUIL.
BESPARING VAN ƒ80.000.—
PER JAAR.
Ir. M. J. Stam heeft, namens de aan
deelhouders van een op te richten Mij.
in den vorm eener N.V., de gemeente
Amsterdam aangeboden het afvoeren
uit de gemeente Van al het stads vuilnis
wat door den Gem. Reinigingsdienst
wordt verzameld onder het aanbieden
van garanties, dat deze afvoer geregeld
en zonder stoornis zal plaats hebben.
Het vuil zal dan niet door verbran
ding volkomen nutteloos, doch productief
gemaakt worden voor het vruchtbaar
maken van woeste gronden en het dem
pen van oude veenderijen en plassen.
Het consortium heeft een bankgaran
tie. zoodat de zekerheid mag bestaan, dat
de op te richten maatschappij haar ver
plichtingen ten opzichte der gemeente
zal nakomen. Als laad terrein zal fun-
geeren het terrein der Vuilverbranding,
dat dan geheel in eigendom zal overgaan
aan de nieuwe maatschappij. Direct na
het teekenen der voorloopige overeen
komst zal een garantiebedrag van
10-000 ta handen der gemeente wor
den gesteld, welk bedrag bij het niet
nakomen aan de gemeente zal vervallen.
De overeenkomst zal gelden voor 20
jaar.
Het gevraagde bedrag per Inwoner en
per Jaar is 10 pCt. lager dan de kosten
die de verwijdering op het oogenblik
met zich brengt, hetgeen een besparing
van 80.000 per jaar voor de gemeente
oplevert.
AUTOBUS IN SLOOT.
EENIGE LICHT GEWONDEN.
Doordat de chauffeur het stuur niet
meer meester was, geraakte Donderdag
avond op den weg naar Liesbosoh en
Princenhage ter hoogte van het huls
Ten Bosch, de autobus van Kriesels uit
St. Willebrord in een sloot en kantel
de.
De bus vervoerde een aantal meisjes
van de Bredasche kunstzijdefabriek,
waarvan één een arm brak, terwijl ver
schillende anderen door de scherven
der ruiten, die verbrijzeld werden, lichte
verwondingen opliepen. De bus vloog ten
gevolge van ontstane kortsluiting ln
brand en ls grootendeels vernield.
DE RECLAME OP HET RIJBEWIJS.
De heer Knottenbelt lid der Tweede
Kamer, heeft den minister van Water
staat gevraagd of deze niet van oraeel
is dat het beneden de waardigheid van
den Staat ls, van Staatswege uitgege
ven offlcieele stukken tevens te be
stemmen tot reclamebiljetten. Voorts
werdt den miniscter gevraagd of hij
bereid is het gebruik van rijbewij
zen tot reclamedoeleinden te doen op
houden. Ten slotte of de minister be
reid is den onder hem ressorkeerenden
diensten beperkingen voor te schrijven
ten aanzien van het aanwenden van
voor den openbaren dienst bestemde
goederen voor particuliere reclame.
TER NAVOLGING ELDERS
ONDERZOEK ONDERVOEDE
KINDEREN.
Te Maastricht heeft voor andere
gemeenten ter navolging mogelijk wor
de het vermeld een onderzoek plaats
gehad naar ae ondervoeding van school
gaande kinderen en naar de oorzaken
er van, waarna den ouders van school
gaande kinderen raad is gegeven ter
zake van de noodige voeding
De directeur van den gemeentelijken
geneeskundigen dienst Dr. E. H. J. van
der Heyden heeft het ond-rzoek gedaan
en op een vergadering van de gezamen
lijke oudercommissies aan de openbare
lagere scholen de resultaten medege
deeld. Spr. dee'de mede dat het ge
meentebestuur hem opgedragen had het
onderzoek ln te stellen omdat te Maas
tricht veel ondervoede schoolkinderen
zijn.
Hij had voor het onderzoek 4 of 5
formules toegepast, heeft onderzocht
2890 kinderen, verdeeld over 19 scholen,
voornamelijk arbeiderskinderen en heeft
vastgesteld dat 12.24 percent daarvan
absoluut ondervoed was. Bijna de helft
der kinderen was niet normaa1 gevoed.
Dat die ondervoeding een gevolg van de
malaise zou zijn. kon spreker r.let toe
geven. Het bleek, dat het meest kin
deren uit groote gezinnen waren, die
aan ondervoeding leden. De oorzaak lag
niet ln de meerdere of mindere verdien
sten, maar moest voor een groot deel
toegeschreven worden aan de ondoelma
tige voeding.
Alle aanwezigen hadden een lijst ge
kregen met de meeste levensmiddelen en
daarnaast het aantal vitaminen, dat
ze bevatten. Spr. lichtte de aanwezige
ouders in. op welke wijze zij ondervoe
ding konden voorkomen, zonder hun
kinderen meer te eten te geven.
Een dergelijk raadgevend optreden
verdient zeker waardeering en navol
ging ook in andere gemeenten.
EEN SCHAKING.
Door de politie te Den Haag is in
verzekerde bewaring gesteld een 27-ja-
rige man uit den Haag die verdacht
is van schaking van een minderjarig
meisje.
„Het Vad," deelt hieromtrent nog
mee:
Verdachte, die een motorfiets had,
nam vaak een 16-jarig meisje uit zijn
straat mee achterop. Dan gingen zij
toertjes maken. De vader was hier te
gen en voelde niet veel voor haar om
gang met een man. die veel ouder was
dan zij Maar de omgang werd steeds
inniger en op zekeren dag waren bei
den verdwenen.
De vader wist er het zijne van-en
diende bij de politie een klacht wegens
schaking in. Na enkele dagen werd het
meisje weer door den man thuis ge
bracht. Echter op een zonderlinge ma
nier. Toen hy n.l, aangebeld had bi)
haar woning, liep hij zoo vlug hij kon
weg, wat zeker verstandig was, want
vader was niet al te best te spreken over
het gebeurde. Het bleek, dat beiden
ln het buitenland vertoefd hadden, maar
door gebrek aan geldmiddelen verplicht
geweest waren naar huis terug te gaan.
Langen tijd liet de man niets meer
van zich hooren. Doch op 18 October
was dochtertje-lief weer zoek en bij in
formatie bleek, dat ook de man met de
Noorderzon verdwenen was. Weer dien
de de vader een klacht in. Het verband
tusschen beider verdwijnen was duide
lijk genoeg voor hem.
Men hoorde intusschen van beiden
niets meer. Zij waren naar het buiten
land vertrokken. Daar echter hadden
zij geld noodig en dit was langzamer
hand opgeraakt. Dus vond de man het
geraden weer naar Den Haag te ko
men om de noodige gelden voor levens
onderhoud tc halen. Toen hy gisteren
aankwam had hy echter buiten den
waard, in dit geval buiten de politie,
gerekend.
Een rechercheur, die hem kende, ont
moette hem onderweg. En omdat hy van
het gebeurde wist, bracht hy hem naar
het hoofdbureau. Hier werd de man
opgesloten.
De gearresteerde bekende het kern
ten laste gelegde.
De man is getrouwd en heeft twee
zeer Jeugdige kinderen. Na de eerste
klacht werd hy aangehouden, doch des-
tyds door de justitie vrijgelaten.
De politie wist thans het meisje, dat
nog van niets af wist, te bereiken, om
haar weer onder haars vaders hoede
terug te brengen.
INBRAAK BIJ DE
„AUTOMAAT" TE ZWOLLE
EISCH VIJF JAAR
Voor de rechtbank te Zwolle diende
de zaak van de inbraak die indertyd
gepleegd in het kantoor van de .Auto
maat" aldaar. Terecht stond G. van S.
uit Rotterdam. Verdachte verklaarde als
chauffeur te zijn meegeweest. Hy gaf
een omstandig verhaal van 't gebeurde.
Uit het verhoor van verdachte biykt.
dat hy reeds in korten tyd met die in
brekers een vyftal inbraken in het land
heeft gepleegd, voornamelijk in Lim
burg en Brabant.
De Officier van Justitie zelde, zoo
meldt het verslag in de Tel., dat hier
een gevaariyke inbreker terechtstaat,
die voor het heele land een gevaar was.
Met het oog op het ongunstige straf
register, eischte spreker een zware straf,
nl. vyf jaar gevangenisstraf met aftrek
der preventieve hechtenis.
Vervolgens stond terecht A. K. uit
Capelle a. d. IJsel. Verdachte zelde nog
nooit een brandkast gezien te hebben.
Op verzoek van V. heeft verdachte ge
holpen de kist. die voor een huis stond,
op te laden. Waar men was. wist ver
dachte niet, want hy is nooit in deze
streek geweest. In het kantoor is ver
dachte. naar zyn verklaringen, niet ge
weest.
Tegen dezen verdachte werd ook ge
vorderd vijf jaar met aftrek van pre
ventief.
KANTOORBEDIENDE IN
NOOD.
VALSCHE QUITANTIES DE
TOEVLUCHT.
Voor de Haagsche rechtbank had zich
een 25-jarige man te verantwoorden we
gens valschheid in geschrifte. Bekl
had als kantoorbediende by een plano
handelaar te 's-Gravenhage eenige
kwitanties laten innen, welke hy zelf,
zonder daartoe gerechtigd te zijn. had
opgemaakt. Hy had daartoe den stempel
gebezigd waarmee ook de gewone kwi
tanties werden geteekend en waarover
hij de beschikking had op enkele uren
van den dag, wanneer de kassier tyde-
lyk afwezig was.
Verdachte zeide, door werkloosheid
in gebrekkige omstandigheden te zyn
geraakt en, om zyn schuldeischers, die
hem tot betaling dwongen, eenigermate
te kunnen bevredigen had hy het ge
noemde middel toegepast, met de be
doeling, het geld later te verrekenen.
Hy liet de quitanties innen door
iemand, met wien hij in een koffie
huis had kennisgemaakt.
De eisch van het O- luidde zes
maanden gevangenisstraf.
Tegen den inner der quitanties, die
daarna terechtstond en die in de op
brengst der valsche quitanties deelde,
werd acht maanden gevangenisstraf
geëischt.
PENSIONNEER ING PROVINCIALE-
AMBTENAREN.
In handen van Ged. Staten was om
prae-axivies gesteld een adres van het
Hoofdbestuur van de vereeniging van
Provinciaal personeel in Noord - Holland
waarby verzocht wordt, zooveel mogelijk
gelijkstelling tot stand te brenigetn op het
punt van pensiormeering van de voor
1 Juli 1922 in vasten dienst aangestelde
griffie-ambtenaren met de overige pro
vinciale ambtenaren, werkzaam by an
dere takken van dienst
Dit prae-advies ls thans verschenen
Ged. Staten zeggen daarin dat de Pro
vinciale Wet verbiedt ter zake van het
onderwerp der pensionneertog van pro
vinciale ambtenaren een besluit van aJ-
gemeene strekking te nemen, dat verder
gaat dan de bepalingen der Pensioenwet
De Staten kunnen ook niet overgaan
een besluit te nemen dat, zoo all niet
naar de letter, dan toch in feite de ver
boden algemeene strekking heeft
Wel zou uwe vergadering, gaan Ged.
Staten voort, Indien regel aanleiding
geven. Wel zou uwe vergadering indien
daartoe in speciale gevallen aanleiding
bestaat, telken jare kunnen besluiten
aan één of meer met name genoemde
personen een gratificatie toe te kennen
en wy verklaren ons gaarne bereid, om.
Indien het adres ter afdoening in onze
handen wordt gesteld, in de gevallen, die
daarvoor naar ons oordeel in aanmerking
komen, de daarvoor noodige posten in
de ontwerpbegrooting op te nemen.
zy stellen voor dienovereenkomstig te
besluiten.
By het ontwerpen der begrooting voor
1928 zullen zy dan overwegen of er aan
leiding bestaat, aan de Ln het adresge-
noemde personen een gratificatie te ver-
leenen en zoo zij deze vraag bevestigend
beantwoorden de daartoe noodige pos
ten daarin opnemen.
MINISTER WASZINK
NAAR DE RIVIERA.
TOT HERSTEL VAN
GEZONDHEID.
Naar het Haagsche Corr. Bureau ver
neemt zal de minister van onderwys,
Kunsten en Wetenschappen, mr. Was
zink, dezer dagen tot verder herstel van
gezondheid naar de Riviera vertrekken.
EEN ROYAAL HEERSCHAP
Amersfoort werd dezer dagen bezocht-
door Iemand, die zich uitgaf in ver
schillende kwaliteiten, zich daarby
telkens anders noemende en kwistig met
universiteitsgraden werkende, vertélt
het „U. D.". By een caféhouder deed
hy zijn intrede als ingenieur, opzichter
van Waterstaat, belast met het maken
van een grootsch werk op telefoonge-
'oied op de Appelmarkt. De caféhouder
mocht assisteeren by het aanstellen van
een uitgebreid personeel.
Een expediteur kreeg opdracht om een
party materiaal op electrisch gebied
te vervoeren naar Bameveld, waaraan
'n zeer hoog loon verbonden was.
Voor de J. P. Adolfstichting te Ach
terveld werden eenige rieten manden
en een kinderwagen besteld.
Voor de schoolvereeniging te Scher-
penzeel kreeg een bakker een mooie be
stelling voor St. Nicolaas, n.l 25 K.G.
suikerbeestjes. 25 K.G. speculaas en een
aantal St. Nicolaaspoppen van een half
pond.
By een radiöhandelaar werd een toe
stel a f 387 besteld met als conditie dat
speciaal. Huizen duidelyk gehoord
kon worden.
Hier belde hy de vrouw van één on
zer dominés op, teneinde een betrouw
baren indruk te maken
Toen hy tenslotte nogmaals by een
banketbakker de schoolvereeniging te
Scherpenzeel wilde goed doen verscheen
de recherche en nam den man mee naar
het politiebureau. Hier bleek dat hy
ook reeds te Hoevelaken deze praktyken
had uitgeoefend.
Daar hy in het Politieblad gesigna
leerd werd, is hy naar Utrecht overge
bracht.
VERLIES OP DEN
TELEGRAAFDIENST.
TELEFOON VERDRINGT
TELEGRAAF.
Bij hét afdeelingsanderzoefc der
Tweede Kamer van het wetsontwerp tot
regeling van de inkomsten en uitga
ven van de Posterijen, de Telegrafie en
de Telefonie voro het dienstjaar 1928
werd o.e. gezegd, dat niet zonder be
zorgdheid gezien is, dart de geldelijke
uitkomsten van den telegraafdienst voort
durend achteruitgaan, en op dezen tak
van het bedrijf groot verlies wordt ge
leden. De telefoon schijnt meer en mee?
de plaats van de telegraaf in het bin-
nenlandsch verkeer over te nemen. Naar
het oordeel van sommige leden behoort
er in de toekomst naar gestreefd te
worden dit proces juist te bevorderen
en de telefoon voor het meer naburige
verkeer geheel de plaats van de tele
graaf te doen innemen. Dit proces zou
zeer verhaast kunnen worden door de
telefoontarieven ie verlagen, waardoor
dan het aantal aansluitingen wel zoa
toenemen.
AANRIJDING VAN
ZWERVER.
VOOR 3 KWARTJES
GEOORLOOFD.
Te Delft wend de zwerver O. ntt Den
Haag. die plotseling den weg overstak,
zonder zich te overtuigen of geen rij-
verkeer naderde, aangereden door een
motorrijder. O. krabbelde overeind en
zar er, in verband met de natten toe
stand van den weg, ontoonbaar uit.
De medelijdende motorbesturuder gaf
hem 3 kwartjes voor den schrik.
Een agent vam politie die ter plaatse
kwam en hem vroeg of hy' zich had
bezeerd, kreeg ten antwoord: „Niks
meneer, voor 3 kwartjes kunnen ze me
net zoo dikkels ovrryden als ze wil
le".
HERSTEL ZEVENJARIGE LEER
PLICHT
Verschenen is het Voorloopig Verslag
der Tweede Kamer over het wetsont-
werp tot wyziging van de artikelen 1
en n der wet van 30 Juni 1924 tot
wijziging van de leerplichtwet on van de
L. O.-wet 1920 wyziging van het derde
lid van art. 3 der Leerplichtwet zooals
het krachtens die wet wordt gelezen, en
wijziging van het vierde lid van art. 3
der Leerplichtwet.
Bezwaren.
Verscheidene leden daarentegen had
den tegen dit wetsontwerp ernstig be
zwaar. De leerplicht behoort tot die on
derwerpen welke het Kabinet niet ter
hand zal nemen als verband houdende
met den beginselstrijd der partyen in
haar oude groepeering. Ook hebben zy
principieele bezwaren. Voorts is de nood
zaak van bezuiniging nog steeds van
kracht. Indien echter de regeering oor
deelt dat de middelen er zyn om op een
der bezuigingsmaatregelen ten aanzien
van het onderwys terug te komen, had
zij eerst een wyziging van de 48-leer-
lingenschaal moeten voorstellen.
Eenige leden waren van oordeel, dat
indien thans de zevenjarige leerplicht
wordt ingevoerd, het herstel der vroe
gere leerlingenschaal daarmee gelykty
dig dient gepaard te gaan.
Volgens vele leden worden door invoe
ring van den zevenjarigen leerplicht de
gemeenten zoo zwaar in haar financiën
getroffen, dat daaraan de nieuwe rege
ling der financieele verhouding tusschen
rijk en gemeenten dient vooraf te gaan.
Men bedenke dat 43 gemeenten op den
rand van het faillissement staan.
De kosten
Eenigen verzochten een meer gedetail
leerde berekening der kosten van het
ontwerp voor de gemeenten.
Verscheidene leden betreurden dat als
datum van invoering 1 Juli 1928 ls ge
steld, terwijl het voor de hand had gele
gen, daarvoor 1 Januari 1928 te kiezen.
Opgemerkt werd. dat de Memorie van
Toelichting, zonderling genoeg, onver
meld laat dat by invoering van den ze
venjarigen leerplicht op 1 Juli as. het
berekende bedrag van f 3ÖÖO.OOO eerst
in 1930 ten volle zal worden vereischt.
De netto-vermeerdering van uitgaven
zal over 1927 voor het ryk geen 3 mil-
lioen, maar slechts 460-000 bedragen.
Zelfs in 1930 zsl het staatsbudget niet
met 3 1/2 millioen worden verhoogd,
aangezien dan nog het voordeel van be
sparing door aanstelling van verscheiden
honderden wachtgelders genoten zal
worden.Verscheidene andere leden meen
den dat invoering van het verplichte ze
vende leerjaar met l Januari a.s. in elk
geval buitengesloten ls, daar in beide
Kamers eer Staten-Generaal de tijd
ontbreekt, het daartoe strekkende w - .3-
ontwerp tijdig tot stand te lie;, ui-
gen
HET AMSTERDAMSCHE RAADSLID
LISSER
In de raadszitting van Donderdag
middag deelde de Voorzitter mede, dat
de heer Lisser (communistische party
Wijnkoop) door een ernstige ongesteld
heid was getroffen en in goruimen tyd
de zittingen niet zal kunnen bywonen.
Naar nader gemeld wordt is de heer
Lisser na de avondvergadering van den
Raad Woensdag door een hartaandoe-
ning getroffen en moest naar een der
ziekenhuizen worden vervoerd. De ge-
neesheeren oordeelden zijn toestand be
vredigend.
Hoe de heer De Lange secretaris van
Haarlem werd. - De laatste zwarig
heden uit den weg geruimd. Tracte-
menten en pensioenen.