Leelyke tandaanslag HAARLEM'S DAGBLAD BINNENLAND VAN OUDE TIJDEN. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN «0 CENTS PER REGEL zinwekkend. Deze i m scboonheidsgebreken worden spoedig verholpen door het poetsen met de heerlyk verfrisschenda Cliiorodont Tandpasta. De tanden krygen een schitterenden, ivoorkleurigen glans, ooi; aan de zvkanten, by gelyktydig gebruik van den speciaal voor dit doel geschikten Cliiorodont Tandenborstel, waarop de haren in den vorrn van de tanden geplaatst zyn. Rottende spysresten, welke onvermydelyk tusschen de tanden achterblyven en de hoogst onaangename lucht veroorzaken, worden geheel verwyderd. Probeert U eerst een kleine tube van 35 cent in verpakking met garantiestrook en meisjeskopje. Clilorodont Tandenborstel voor kinderen 45 cent, voor dames (middelbard haar) 75 cent, voor heeren (hard haar) 75 cent, in de bekende blauw-groeue Clilorodont-doos. Alom verkrygbaar. 110 mm ZATERDAG 19 NOV. 1927 In November 1818 vroeg de heer Gras winckel zijn ontslag als secretaris van Haarlem Het volgende jaar zou hij tachtig worden. Toch had hij zichzelf nog niet op stal gezet, indien zijn ambt genoot. de heer du Oorcq, niet door een ernstige ziekte verhinderd was geweest zijn werk te doen. Diens taak moest Graswlnckel overnemen, maar een dub bele taak durfde de oude man niet meer aan. Daarom legde hij de zijne neer en omdat hy onbemiddeld was. verzocht hij, „den korten tijd levens, welke hem naar alle menschelijke berekening nog mogt overblijven", zijn tractemernt van f 1800 als pensioen te mogen behouden. In de raadsvergadering van 9 Novem ber werd dit verzoek ln welwillende over weging genomen. Intusschen verzuimde de voorzitter, burgemeester Hoeufft. niet te wijzen op de zwarigheden die zich hier voordeden De heer du Crocq zou waarschijnlijk zijn werkzaamheden niet meer kunnen hervatten, zijn mede- secretaris wilde heengaan: het was dus noodzakelijk ten spoedigste maatrege len te nemen. Zoo stelde de burgemeester dan voor, een tweede secretaris be benoemen in dien de Raad aan Graswinckel ontslag verleende: of een derde zoo men hem niet wilde laten gaan. Het vraagstuk, waarvoor de Raad zich geplaatst zag. was als zoovele ste delijke vraagstukken, allereerst een fi nancieel. Vandaar dat het voorstel des burgemeesters „ten fine van conside ratie en advies" in handen der „Heeren Gecommitteerden tot de Stedelijke Fi nanciën" werd gesteld. De voorzitter van dit College, de heer Jam van Styrum. bracht daarover rap port uit. Het verzoek om ontslag be hoorde ingewilligd te worden. Maar dat tweede verzoek? „Wanneer wij alleen lijk op den staat der Stedelijke Geld middelen abtendeerden", aldus deze fi nanciers, „zouden wij op hetzelve de- clinatoir adviseeren". Gelukkig „at tendeerden" ze nog op Iets anders, en dit moge hun op Graswinckel's langen diensttijd, op de „boven alle lof verhe vene" wijze, waarop hij zijn ambt had waargenomen, en hoe hij „een uit stekend nut had toegebragt door des- zelfs gedane opspeuringen Ln dezer stads oude archieven, waartoe hij als 'secretaris geene de minste verplichting had". Dit alles lieten ze gelden, en on rechtvaardig achtten zij het op grond van den flnancieelen toestand der stad. het verzoek te wijzen van de hand Zco gaven ze dan den Raad in over weging den heer Graswinckel op de meest eervolle wijze te ontslaan met be houd van zijn volle tractement als pen sioen. Dienovereenkomstig werd beslo ten en den 24sten November 1818 had de eerste der twee laatste secretarissen onder de oude bedeeling, zijn ontslag ontvangen. Ook van de noodzakelijkheid om een tweeden secretaris aan te stellen, wa ren Gecommitteerden tot de Stedelijke Financiën overtuigd. Ook in deze meen den zij „op het financieel belang niet te mogen attenderen", ln de overtui ging, dat „bij gebreke van dusdanige eene aanstelling, de stedelijke admini stratie tot groot nadeel van de stad en de ingezetenen, ln geene goede en be hoorlijke order zullen kunnen worden gaande gehouden". Maar hier deed zich een nieuwe zwarigheid op. Immers ar tikel 20 van het in 1815 door den ko ning vastgestelde „Reglement voor de Regeering der Stad Haarlem" bepaalde dat de destijds aanwezige drie secreta rissen. In geval van overlijden, niet zou den vervangen worden, maar op één moesten uitsterven. Er zat dus niet an ders op dan den koning ontheffing van dit voorschrift te verzoeken, en den tweeden secretaris, den heer du Crocq, te bevorderen tot eersten secretaris. Het antwoord uit Den Haag was een teleurstelling. Wel werd de Raad ge machtigd een tweeden secretaris aan te «tellen, maar onder uitdrukkelijke voorwaarde. „dat in geen geval het tractement aan dien tweeden secretaris toe te leggen, en dat, hetwelk door den opvolger van den heer Graswinckel ais eerste secretaris zal worden genoten, te zamen genomen het bedrag van f 2200 zullen mogen overtreffen". Deze in williging van het verzoek stond gelijk met een weigering. Immers du Crocq verdiende f 1400, zoodat men den twee den secretaris slechts f 800 zou kunnen aanbieden: een bezoldiging, waarvoor, ook destijds, geen stadssecretaris ver koos te arbeiden. Het was inmiddels April geworden en reeds daohten de re geerders erover „nadere demarches te doen, welke konden strekken om dit Voor de stedelijke belangens zoo vol strekt benoodigd doel te bereiken", toen een onverwachte gebeurtenis uitkomst bracht. De heer du Crocq volgde het voor beeld van zijn ambtgenoot en vroeg zijn ontslag. Wel was hij herstellende en ,yhad hU altoos hartelijk gehoopt en verlangt met zijn post tot het einde zijns levens te mogen oontinueeren", maar zijn „dokter en chirurgijn" had den hem verzekerd, dat hij „nimmer meer tot zijn voorige vermogens gera ken zou". Zijn verzoek werd gereede- lijk Ingewilligd, en daarmee was de weg voor zijn opvolger vrij. Toch kon deze nog niet dadelijk komen. Ik hoop, dat ik u niet verveel met de mededeeling van alles wat aan de benoeming des heeren De Lange ls voorafgegaan. Ik ben nu gauw klaar, moet alleen nog vertellen, dat het met de bezoldiging anders ging dan de Raad en waar schijnlijk ook gii gedacht had. Onze stad keerde uit aan pensioen voor haar beide rustende secretarissen f 3200. want ook aan den heer du Crocq load men zijn volle tractement van f 1400 als pensioen toegezegd. Door diens heen gaan achtte de financieele commissie DERDE BLAD 's konings machtiging om een tweeden secretaris te benoemen op een jaar wedde van f 1400. .met toezegging, dat bij het overlijden van een der beiden thans gepensioneerde stadssecretaris sen. deszelfs tractement zal worden ge- bragt op de bij het 20ste art. van het stedelijk Regerlngs Regiement bepaal de som van f 2200". Was deze groote uitgave te rechtvaar digen? Zoo vroegen heeren Gedeputeer den van Noord-Holland. tot wie de Raad zich met een desbetreffend ver zoek had gericht. Allerminst, meenden zij. In deze buitengewone omstandig heden verdiende het aanbeveling den nieuwen secretaris een deel van het pensioen van zijn voorganger te laten betalen. Dienovereenkomstig besloten zij dan ook. De gelukkige zou aangesteld worden op een salaris van f 2200. over eenkomstig het bepaalde bij artikel 20 van het reeds meermalen genoemde Re- geeringsreglement dezer stad, maar worden belast met een uitkeering van f 800 's Jaars ten behoeve van den heer du Crocq „en zulks zoo lang deze en de heer Graswinckel beiden zullen in leven zijn". Voorts zou het de stede lijke regeering vrij staan „ran de kun de en ijver van den heer du Crocq voor de belangens der stad, zooveel of zoo weinig gebruik te maken, als dezelve de Jaren en omstandigheden ran dien Heer in 't oog gehouden, zal verme nen te behooren". De arme! Op stal gezet, maar onder den last van het ver richten van lichte werkzaamheden. Zoo is het tenslotte gebleven, maar lang heeft het niet geduurd. Pieter du Crocq overleed in Juli 1821, een jaar later. 23 September 1822, volgde Joan Anthony Graswinckel hem in het graf. Met hen waren de twee laatste stads secretarissen van het oude regeerings- stelsel heengegaan, twee ijverige, be kwame ambtenaren. Mij is het een aangename gedachte, te weten dat zü hun laatste levensjaren zonder gelde lijke zorgen hebben gesleten. En ik prijs het ln hun opvolger, den heer De Lange, dat hij bereid was daartoe het zijne bij te dragen. Hoe deze ten slotte stadssecretaris werd, heb Ik u reeds verteld. B. E. KNAPPERT. GRONINGSCH GRIEZELVERHAAL. BEL LUIDT IN SLAAPKAMER VAN OVERLEDENE. De D.C. schrijft: Ook Groningen heeft thans een eigen griezelverhaal. Het vreemde geval heeft zich n.l. afgespeeld in het huis van wij len notaris Sanders in de Stationstraat. In dat huis woont op het oogenblik nog een dienstbode die dezer dagen een vriendin bij zich te logeeren had. Des nachts nu, nadat de meisjes zich ter ruste hadden begeven begon plotseling in het groote verlaten huis een bel te lui den. Niet de huisschel dat zou immers niet geheimzinnig zijn geweest doch een bel binnen in het huis. Men moet toegeven, dat dit inderdaad heel vreemd was. Bovenal, omdat er gebeld werd van uit de slaapkamer van den overleden heer des huizes I Geen wonder, dat de beide meisjes doodelijk verschrikt ontwaakten. Zij hadden het zich niet verbeeld, want nog steeds rinkelde in haar kamer het electrisch belletje, dat deze kamer ver bindt met de slaapkamer van wijlen den notaris. Licth maken was natuurlijk de eerste gedachte van de meisjes. Maar tever geefs werd het knopje van het electrisch licht omgedraaid! Het bleef donker. En nog steeds rinkelde in haar kamer de schel....! Ondanks het geheimzinnige en vreem de van het geval begaven de beide meis jes zich naar beneden naar de slaap kamer. waar de bel in beweging werd gebracht. Zij openden de deur en be merkten. dat in het vertrek een brand lucht hing. Het hout aan het hoofd einde van het ledikant smeulde! Zij snelden onmiddellijk naar de tele foon en waarschuwden de brandweer, die het onbeduidende brandje doofde. Wat was de oorzaak van deze vreemde geschiedenis? Wie had de bei in bewe ging gebracht, waardoor wilde het licht niet branden en hoe was het bed van den overleden notaris in brand ge raakt? Boven het bed van den notaris hingen twee draden. De eene was een trekker voor het aansteken van het electrisch licht en de andere een draad voor de electrische bel. Nu waren beide leidin gen van een verouderde constructie. Het gevolg is geweest dat het koper van de draden door de isolatie heen in contact is gekomen. Het i.cultaat daarvan was kortsluiting, het luiden van de bel, het uitgaan van het licht en het in brand geraken van het bed. Men ziet de oplossing was heel eenvou dig. Maar dat neemt niet weg, dat het geval voor de beide betrokken meisjes griezelig was. LAGE LOONEN IN BELGIë In het verslag van de Ned. Staalfa brieken v.h J. M- de Muinck Keizer te Utrecht komt een mededeeling voor, die doet zien welke gevolgen lage loonen in het buitenland voor onze industrie mede brengen. Ze luidt: De Belgische concurrenten oefenen steeds een zwaren druk op onze markt uit. daartoe in staat gesteld door het betalen aan hunne werklieden van loo nen, welke ongeveer de lielft van de door ons betaalde zijn. COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Verschenen is de Memorie van Ant woord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer aangaande het Wetsont werp tot nadere regeling van de Collec tieve Arbeidsovereenkomst, waaraan het volgende wordt ontleend: Dit ontwerp beperkt zich niet tot de regeling van de verhouding tusschen dc partijen bij de collectieve overeenkomst of ook tusschen de leden der partijen en de overige partijen en dezer leden. Het regelt tevens het Vereenigingsrecht, doch alleen voor zoover er verband be staat met de colectieve arbeidsovereen komst en regeling noodig is. Dat ver der zou zijn gegaan, kan kwalijk wor den verwacht Het ontwerp bewijst op meerdere plaatsen, dat, waar noodig. ook het vereenigingsrecht in de regeling is betrokken. Bij dit ontwerp is de quaestie van de bescherming der minderheden wel on der het oog gezien, doch geoordeeld wordt, dat zoodanige bescherming dooi de Wet niet behoeft te worden verleend. Eenige onbillijkheid is hierin niet ge legen. Voorts wordt opgemerkt, dat dit ont werp ls te beoordeelen geheel los van het vraagstuk der Verbindendverklaring. welke er niet in opgenomen is, zooda* er geen aanleiding is thans in te gaan op de bezwaren van principieelen en practischen aard. welke tegen dit insti tuut werden aangevoerd. Art. 14 bevat zelfs geen kiem van een verbindendver klaring. Zonder die bepaling kan ech ter de collectieve arbeddsovereenkomst gemakkelijk worden ondergraven door den werkgever, die b.v. om lagere loonen te kunnen betalen, niet gebonden arbei ders ln dienst zou nemen. Tegenover de arbeiders is hierin geen nadeelige eenzijdigheid gelegen, noch formeel, noch materieel. Voor vereenigingen moet een verdere aansprakelijkheid dan voor eigen gedra gingen niet door de Wet worden opge legd. al kan die bij overeenkomst worden bedongen. Het ontwerp laat aan de belangheb benden groote vrijheid van regelen. Ook na de aanneming van het amendement- v. Schalk c.s. betreffende de gebonden heid, ingevolge het lidmaatschap eener vereeniging is het ontwerp er zeker niet één dat zich door dwangy oorschriften onderscheidt. De kwestie der Leckenrechtspraak heeft de aandacht der regeering. Uiter aard zal deze materie in de eerste plaats in haar geheel dus niet alleen met het oog op collectieve arbeidsovereenkomsten zijn te overwegen. Wat art. 8 betreft is er geen sprake van een omkeering van bewijsvoering. Degeen, die er zich op beroept, dat een ander zijn verplichtingen niet nakomt, zal dit hebben te bewijzen. Dit is de normale regel van bewijsrecht. VERWIJDERING VAN STADSVUIL. BESPARING VAN ƒ80.000.— PER JAAR. Ir. M. J. Stam heeft, namens de aan deelhouders van een op te richten Mij. in den vorm eener N.V., de gemeente Amsterdam aangeboden het afvoeren uit de gemeente Van al het stads vuilnis wat door den Gem. Reinigingsdienst wordt verzameld onder het aanbieden van garanties, dat deze afvoer geregeld en zonder stoornis zal plaats hebben. Het vuil zal dan niet door verbran ding volkomen nutteloos, doch productief gemaakt worden voor het vruchtbaar maken van woeste gronden en het dem pen van oude veenderijen en plassen. Het consortium heeft een bankgaran tie. zoodat de zekerheid mag bestaan, dat de op te richten maatschappij haar ver plichtingen ten opzichte der gemeente zal nakomen. Als laad terrein zal fun- geeren het terrein der Vuilverbranding, dat dan geheel in eigendom zal overgaan aan de nieuwe maatschappij. Direct na het teekenen der voorloopige overeen komst zal een garantiebedrag van 10-000 ta handen der gemeente wor den gesteld, welk bedrag bij het niet nakomen aan de gemeente zal vervallen. De overeenkomst zal gelden voor 20 jaar. Het gevraagde bedrag per Inwoner en per Jaar is 10 pCt. lager dan de kosten die de verwijdering op het oogenblik met zich brengt, hetgeen een besparing van 80.000 per jaar voor de gemeente oplevert. AUTOBUS IN SLOOT. EENIGE LICHT GEWONDEN. Doordat de chauffeur het stuur niet meer meester was, geraakte Donderdag avond op den weg naar Liesbosoh en Princenhage ter hoogte van het huls Ten Bosch, de autobus van Kriesels uit St. Willebrord in een sloot en kantel de. De bus vervoerde een aantal meisjes van de Bredasche kunstzijdefabriek, waarvan één een arm brak, terwijl ver schillende anderen door de scherven der ruiten, die verbrijzeld werden, lichte verwondingen opliepen. De bus vloog ten gevolge van ontstane kortsluiting ln brand en ls grootendeels vernield. DE RECLAME OP HET RIJBEWIJS. De heer Knottenbelt lid der Tweede Kamer, heeft den minister van Water staat gevraagd of deze niet van oraeel is dat het beneden de waardigheid van den Staat ls, van Staatswege uitgege ven offlcieele stukken tevens te be stemmen tot reclamebiljetten. Voorts werdt den miniscter gevraagd of hij bereid is het gebruik van rijbewij zen tot reclamedoeleinden te doen op houden. Ten slotte of de minister be reid is den onder hem ressorkeerenden diensten beperkingen voor te schrijven ten aanzien van het aanwenden van voor den openbaren dienst bestemde goederen voor particuliere reclame. TER NAVOLGING ELDERS ONDERZOEK ONDERVOEDE KINDEREN. Te Maastricht heeft voor andere gemeenten ter navolging mogelijk wor de het vermeld een onderzoek plaats gehad naar ae ondervoeding van school gaande kinderen en naar de oorzaken er van, waarna den ouders van school gaande kinderen raad is gegeven ter zake van de noodige voeding De directeur van den gemeentelijken geneeskundigen dienst Dr. E. H. J. van der Heyden heeft het ond-rzoek gedaan en op een vergadering van de gezamen lijke oudercommissies aan de openbare lagere scholen de resultaten medege deeld. Spr. dee'de mede dat het ge meentebestuur hem opgedragen had het onderzoek ln te stellen omdat te Maas tricht veel ondervoede schoolkinderen zijn. Hij had voor het onderzoek 4 of 5 formules toegepast, heeft onderzocht 2890 kinderen, verdeeld over 19 scholen, voornamelijk arbeiderskinderen en heeft vastgesteld dat 12.24 percent daarvan absoluut ondervoed was. Bijna de helft der kinderen was niet normaa1 gevoed. Dat die ondervoeding een gevolg van de malaise zou zijn. kon spreker r.let toe geven. Het bleek, dat het meest kin deren uit groote gezinnen waren, die aan ondervoeding leden. De oorzaak lag niet ln de meerdere of mindere verdien sten, maar moest voor een groot deel toegeschreven worden aan de ondoelma tige voeding. Alle aanwezigen hadden een lijst ge kregen met de meeste levensmiddelen en daarnaast het aantal vitaminen, dat ze bevatten. Spr. lichtte de aanwezige ouders in. op welke wijze zij ondervoe ding konden voorkomen, zonder hun kinderen meer te eten te geven. Een dergelijk raadgevend optreden verdient zeker waardeering en navol ging ook in andere gemeenten. EEN SCHAKING. Door de politie te Den Haag is in verzekerde bewaring gesteld een 27-ja- rige man uit den Haag die verdacht is van schaking van een minderjarig meisje. „Het Vad," deelt hieromtrent nog mee: Verdachte, die een motorfiets had, nam vaak een 16-jarig meisje uit zijn straat mee achterop. Dan gingen zij toertjes maken. De vader was hier te gen en voelde niet veel voor haar om gang met een man. die veel ouder was dan zij Maar de omgang werd steeds inniger en op zekeren dag waren bei den verdwenen. De vader wist er het zijne van-en diende bij de politie een klacht wegens schaking in. Na enkele dagen werd het meisje weer door den man thuis ge bracht. Echter op een zonderlinge ma nier. Toen hy n.l, aangebeld had bi) haar woning, liep hij zoo vlug hij kon weg, wat zeker verstandig was, want vader was niet al te best te spreken over het gebeurde. Het bleek, dat beiden ln het buitenland vertoefd hadden, maar door gebrek aan geldmiddelen verplicht geweest waren naar huis terug te gaan. Langen tijd liet de man niets meer van zich hooren. Doch op 18 October was dochtertje-lief weer zoek en bij in formatie bleek, dat ook de man met de Noorderzon verdwenen was. Weer dien de de vader een klacht in. Het verband tusschen beider verdwijnen was duide lijk genoeg voor hem. Men hoorde intusschen van beiden niets meer. Zij waren naar het buiten land vertrokken. Daar echter hadden zij geld noodig en dit was langzamer hand opgeraakt. Dus vond de man het geraden weer naar Den Haag te ko men om de noodige gelden voor levens onderhoud tc halen. Toen hy gisteren aankwam had hy echter buiten den waard, in dit geval buiten de politie, gerekend. Een rechercheur, die hem kende, ont moette hem onderweg. En omdat hy van het gebeurde wist, bracht hy hem naar het hoofdbureau. Hier werd de man opgesloten. De gearresteerde bekende het kern ten laste gelegde. De man is getrouwd en heeft twee zeer Jeugdige kinderen. Na de eerste klacht werd hy aangehouden, doch des- tyds door de justitie vrijgelaten. De politie wist thans het meisje, dat nog van niets af wist, te bereiken, om haar weer onder haars vaders hoede terug te brengen. INBRAAK BIJ DE „AUTOMAAT" TE ZWOLLE EISCH VIJF JAAR Voor de rechtbank te Zwolle diende de zaak van de inbraak die indertyd gepleegd in het kantoor van de .Auto maat" aldaar. Terecht stond G. van S. uit Rotterdam. Verdachte verklaarde als chauffeur te zijn meegeweest. Hy gaf een omstandig verhaal van 't gebeurde. Uit het verhoor van verdachte biykt. dat hy reeds in korten tyd met die in brekers een vyftal inbraken in het land heeft gepleegd, voornamelijk in Lim burg en Brabant. De Officier van Justitie zelde, zoo meldt het verslag in de Tel., dat hier een gevaariyke inbreker terechtstaat, die voor het heele land een gevaar was. Met het oog op het ongunstige straf register, eischte spreker een zware straf, nl. vyf jaar gevangenisstraf met aftrek der preventieve hechtenis. Vervolgens stond terecht A. K. uit Capelle a. d. IJsel. Verdachte zelde nog nooit een brandkast gezien te hebben. Op verzoek van V. heeft verdachte ge holpen de kist. die voor een huis stond, op te laden. Waar men was. wist ver dachte niet, want hy is nooit in deze streek geweest. In het kantoor is ver dachte. naar zyn verklaringen, niet ge weest. Tegen dezen verdachte werd ook ge vorderd vijf jaar met aftrek van pre ventief. KANTOORBEDIENDE IN NOOD. VALSCHE QUITANTIES DE TOEVLUCHT. Voor de Haagsche rechtbank had zich een 25-jarige man te verantwoorden we gens valschheid in geschrifte. Bekl had als kantoorbediende by een plano handelaar te 's-Gravenhage eenige kwitanties laten innen, welke hy zelf, zonder daartoe gerechtigd te zijn. had opgemaakt. Hy had daartoe den stempel gebezigd waarmee ook de gewone kwi tanties werden geteekend en waarover hij de beschikking had op enkele uren van den dag, wanneer de kassier tyde- lyk afwezig was. Verdachte zeide, door werkloosheid in gebrekkige omstandigheden te zyn geraakt en, om zyn schuldeischers, die hem tot betaling dwongen, eenigermate te kunnen bevredigen had hy het ge noemde middel toegepast, met de be doeling, het geld later te verrekenen. Hy liet de quitanties innen door iemand, met wien hij in een koffie huis had kennisgemaakt. De eisch van het O- luidde zes maanden gevangenisstraf. Tegen den inner der quitanties, die daarna terechtstond en die in de op brengst der valsche quitanties deelde, werd acht maanden gevangenisstraf geëischt. PENSIONNEER ING PROVINCIALE- AMBTENAREN. In handen van Ged. Staten was om prae-axivies gesteld een adres van het Hoofdbestuur van de vereeniging van Provinciaal personeel in Noord - Holland waarby verzocht wordt, zooveel mogelijk gelijkstelling tot stand te brenigetn op het punt van pensiormeering van de voor 1 Juli 1922 in vasten dienst aangestelde griffie-ambtenaren met de overige pro vinciale ambtenaren, werkzaam by an dere takken van dienst Dit prae-advies ls thans verschenen Ged. Staten zeggen daarin dat de Pro vinciale Wet verbiedt ter zake van het onderwerp der pensionneertog van pro vinciale ambtenaren een besluit van aJ- gemeene strekking te nemen, dat verder gaat dan de bepalingen der Pensioenwet De Staten kunnen ook niet overgaan een besluit te nemen dat, zoo all niet naar de letter, dan toch in feite de ver boden algemeene strekking heeft Wel zou uwe vergadering, gaan Ged. Staten voort, Indien regel aanleiding geven. Wel zou uwe vergadering indien daartoe in speciale gevallen aanleiding bestaat, telken jare kunnen besluiten aan één of meer met name genoemde personen een gratificatie toe te kennen en wy verklaren ons gaarne bereid, om. Indien het adres ter afdoening in onze handen wordt gesteld, in de gevallen, die daarvoor naar ons oordeel in aanmerking komen, de daarvoor noodige posten in de ontwerpbegrooting op te nemen. zy stellen voor dienovereenkomstig te besluiten. By het ontwerpen der begrooting voor 1928 zullen zy dan overwegen of er aan leiding bestaat, aan de Ln het adresge- noemde personen een gratificatie te ver- leenen en zoo zij deze vraag bevestigend beantwoorden de daartoe noodige pos ten daarin opnemen. MINISTER WASZINK NAAR DE RIVIERA. TOT HERSTEL VAN GEZONDHEID. Naar het Haagsche Corr. Bureau ver neemt zal de minister van onderwys, Kunsten en Wetenschappen, mr. Was zink, dezer dagen tot verder herstel van gezondheid naar de Riviera vertrekken. EEN ROYAAL HEERSCHAP Amersfoort werd dezer dagen bezocht- door Iemand, die zich uitgaf in ver schillende kwaliteiten, zich daarby telkens anders noemende en kwistig met universiteitsgraden werkende, vertélt het „U. D.". By een caféhouder deed hy zijn intrede als ingenieur, opzichter van Waterstaat, belast met het maken van een grootsch werk op telefoonge- 'oied op de Appelmarkt. De caféhouder mocht assisteeren by het aanstellen van een uitgebreid personeel. Een expediteur kreeg opdracht om een party materiaal op electrisch gebied te vervoeren naar Bameveld, waaraan 'n zeer hoog loon verbonden was. Voor de J. P. Adolfstichting te Ach terveld werden eenige rieten manden en een kinderwagen besteld. Voor de schoolvereeniging te Scher- penzeel kreeg een bakker een mooie be stelling voor St. Nicolaas, n.l 25 K.G. suikerbeestjes. 25 K.G. speculaas en een aantal St. Nicolaaspoppen van een half pond. By een radiöhandelaar werd een toe stel a f 387 besteld met als conditie dat speciaal. Huizen duidelyk gehoord kon worden. Hier belde hy de vrouw van één on zer dominés op, teneinde een betrouw baren indruk te maken Toen hy tenslotte nogmaals by een banketbakker de schoolvereeniging te Scherpenzeel wilde goed doen verscheen de recherche en nam den man mee naar het politiebureau. Hier bleek dat hy ook reeds te Hoevelaken deze praktyken had uitgeoefend. Daar hy in het Politieblad gesigna leerd werd, is hy naar Utrecht overge bracht. VERLIES OP DEN TELEGRAAFDIENST. TELEFOON VERDRINGT TELEGRAAF. Bij hét afdeelingsanderzoefc der Tweede Kamer van het wetsontwerp tot regeling van de inkomsten en uitga ven van de Posterijen, de Telegrafie en de Telefonie voro het dienstjaar 1928 werd o.e. gezegd, dat niet zonder be zorgdheid gezien is, dart de geldelijke uitkomsten van den telegraafdienst voort durend achteruitgaan, en op dezen tak van het bedrijf groot verlies wordt ge leden. De telefoon schijnt meer en mee? de plaats van de telegraaf in het bin- nenlandsch verkeer over te nemen. Naar het oordeel van sommige leden behoort er in de toekomst naar gestreefd te worden dit proces juist te bevorderen en de telefoon voor het meer naburige verkeer geheel de plaats van de tele graaf te doen innemen. Dit proces zou zeer verhaast kunnen worden door de telefoontarieven ie verlagen, waardoor dan het aantal aansluitingen wel zoa toenemen. AANRIJDING VAN ZWERVER. VOOR 3 KWARTJES GEOORLOOFD. Te Delft wend de zwerver O. ntt Den Haag. die plotseling den weg overstak, zonder zich te overtuigen of geen rij- verkeer naderde, aangereden door een motorrijder. O. krabbelde overeind en zar er, in verband met de natten toe stand van den weg, ontoonbaar uit. De medelijdende motorbesturuder gaf hem 3 kwartjes voor den schrik. Een agent vam politie die ter plaatse kwam en hem vroeg of hy' zich had bezeerd, kreeg ten antwoord: „Niks meneer, voor 3 kwartjes kunnen ze me net zoo dikkels ovrryden als ze wil le". HERSTEL ZEVENJARIGE LEER PLICHT Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wetsont- werp tot wyziging van de artikelen 1 en n der wet van 30 Juni 1924 tot wijziging van de leerplichtwet on van de L. O.-wet 1920 wyziging van het derde lid van art. 3 der Leerplichtwet zooals het krachtens die wet wordt gelezen, en wijziging van het vierde lid van art. 3 der Leerplichtwet. Bezwaren. Verscheidene leden daarentegen had den tegen dit wetsontwerp ernstig be zwaar. De leerplicht behoort tot die on derwerpen welke het Kabinet niet ter hand zal nemen als verband houdende met den beginselstrijd der partyen in haar oude groepeering. Ook hebben zy principieele bezwaren. Voorts is de nood zaak van bezuiniging nog steeds van kracht. Indien echter de regeering oor deelt dat de middelen er zyn om op een der bezuigingsmaatregelen ten aanzien van het onderwys terug te komen, had zij eerst een wyziging van de 48-leer- lingenschaal moeten voorstellen. Eenige leden waren van oordeel, dat indien thans de zevenjarige leerplicht wordt ingevoerd, het herstel der vroe gere leerlingenschaal daarmee gelykty dig dient gepaard te gaan. Volgens vele leden worden door invoe ring van den zevenjarigen leerplicht de gemeenten zoo zwaar in haar financiën getroffen, dat daaraan de nieuwe rege ling der financieele verhouding tusschen rijk en gemeenten dient vooraf te gaan. Men bedenke dat 43 gemeenten op den rand van het faillissement staan. De kosten Eenigen verzochten een meer gedetail leerde berekening der kosten van het ontwerp voor de gemeenten. Verscheidene leden betreurden dat als datum van invoering 1 Juli 1928 ls ge steld, terwijl het voor de hand had gele gen, daarvoor 1 Januari 1928 te kiezen. Opgemerkt werd. dat de Memorie van Toelichting, zonderling genoeg, onver meld laat dat by invoering van den ze venjarigen leerplicht op 1 Juli as. het berekende bedrag van f 3ÖÖO.OOO eerst in 1930 ten volle zal worden vereischt. De netto-vermeerdering van uitgaven zal over 1927 voor het ryk geen 3 mil- lioen, maar slechts 460-000 bedragen. Zelfs in 1930 zsl het staatsbudget niet met 3 1/2 millioen worden verhoogd, aangezien dan nog het voordeel van be sparing door aanstelling van verscheiden honderden wachtgelders genoten zal worden.Verscheidene andere leden meen den dat invoering van het verplichte ze vende leerjaar met l Januari a.s. in elk geval buitengesloten ls, daar in beide Kamers eer Staten-Generaal de tijd ontbreekt, het daartoe strekkende w - .3- ontwerp tijdig tot stand te lie;, ui- gen HET AMSTERDAMSCHE RAADSLID LISSER In de raadszitting van Donderdag middag deelde de Voorzitter mede, dat de heer Lisser (communistische party Wijnkoop) door een ernstige ongesteld heid was getroffen en in goruimen tyd de zittingen niet zal kunnen bywonen. Naar nader gemeld wordt is de heer Lisser na de avondvergadering van den Raad Woensdag door een hartaandoe- ning getroffen en moest naar een der ziekenhuizen worden vervoerd. De ge- neesheeren oordeelden zijn toestand be vredigend. Hoe de heer De Lange secretaris van Haarlem werd. - De laatste zwarig heden uit den weg geruimd. Tracte- menten en pensioenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9