BU1TENLANDSCH OVERZICHT
N.V. GERARD. A. VAN DER STEUR'S
KLEERMAKERIJ
Fa. A nion de Rooij
Haarlemmer Halletjes
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 3 DEC. 1927
DERDE BLAD
NIVELLEEREND WERK IN GENèVE.
Het arbeidsprogrcm.
WELKE PERSPECTIEVEN OPENT DE
VEILIGHEIDSCOMMISSIE?
ItaliëFrankrijk-
Albar.ië.
-Yoego-Slavië en
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
De zitting van gisteren ter ontwape
ningsconferentie heeft een nivelleerende
beteekenis gehad. In de eerste plaats,
omdat de veiiigheidscommissie het ar-
beidsprogram indiende en omdat dit
program in een reeks van artikelen het
perspectief op het werkterrein opent,
dat nog zoo goed als geheel braak ligt.
In dit stadium komt nog eens goed aan
het licht hoe dolzinnig en paradox het
Russische plan was. Want met de beste
wil van de wereld (of die wil in letter
lijken zin zoo best is valt nog te be
twijfelen) kan men het nu niet verder
brengen dan: het sluiten van arbitrage-
verdragen, het bekendmaken van den
«tand van de bewapeningen, het uitbren
gen van rapporten, en het bestudeeren
van de bestaande bedragen. Deze rubrie
ken en het bestudeeren van verschillen
de gegeven toestanden, waarbij beoor
deeld moet worden bijvoorbeeld wie aan
valler is, in hoeverre een aangevallen
etaat financieel gesteund moet worden
frvr. maken het program uit de veiiig
heidscommissie.
Ook deze vorm van kristallisatie om
bet zoo maar eens te noemen, behoort
tot étappes die de ontwikkeling van de
vredesgedachte vormen. En al voelen wij
veel voor de gisteren door Marinkowitsj
geuite klacht dat de Volkenbond, on
danks haar deugden, nog maar zeer on
voldoende garantie biedt, wij mogen
toch niet vergeten, dat het proces der
algemeene toenadering slechts langs zeer
subtiele lijnen van geleidelijkheid zich
kan ontwikkelen. Daarvoor immers
zijn te veel zeer uiteenloopende be
langen bij Genève gemoeid. En wij wil
len gelooven met vele voorzichtlgen dat
te bruus&e pogingen het teere webbe,
dat de algemeene vredesgedachte nog
te, zou kunnen verscheuren.
Natuurlijk heeft Marinkowitsj van de
geboden gelegenheid gebruHc gemaakt
om het verdrag Prahkrijk-Yoego-Slavië
te verdedigen, en daarbij te doen uitko-
me ndat geen Kroaat, geen Sloween en
geen Serviër er aan denken Albanië den
oorlog aan te deen.
Het is goed dat Marinkowitsj een
vriéndelijke gedachte aan Italië heeft
gewijd.
Doch niemand wil gelooven dat het
verdrag Yoego-Slavië Frankrijk gezien
naast het onlangs aangevulde verdrag
van Tirana: (Italië-Albanië) een garan
tie voor den vrede is.
F. A.
De Litausche
kwestie.
Pilsoedski's venklaring dat hij na be
richt te hebben ontvangen van de Li
tausche mobilisatie, een heelen nacht
had gedacht ever de mobilisatie van
het Poolsche leger, heeft onder de Vol
kenbondsleden beroering veroorzaakt.
De zegslieden der Duitsolie en Rus
sische delegaties gaven tegenover den
correspondent der „United Press", aldus
de Tel. als hun heenlng te kennen, dat
Pilsoedski's uitlating „een poging is om
pressie te oefenen op den Bond en fei
telijk aankondigt, dat Polen moeilijk
heden zal veroorzaken als de Bondsraad
er de volgende week niet in slaagt het
Poolsch-Lilausch conflict ten gunste
van Polen te beëindigen.
Litwinof sprak Pilsoedski's bewering
tegen, dat Woldemaras tot het mobiü-
seeren ran het Litausche leger was
overgegaan.
Zaleski en de mili'
taire maatregel in
Litauen.
De Warschausche correspondent van
het „Berliner Tageblatt" heeft een on
derhoud met den Poolschen minister
ran Buitenlanasche Zaken. Zaleski, ge
had, vóór diens vertrek ter bijwoning
der aanstaande zitting van den Vol
kenbondsraad waarvan de Tel. hot vol
gende verneemt.
Op de vraag van den correspondent,
of te Genève rechtstreeks bespre
kingen tusschen de Poolsche en Litau
sche delegaties ter zake van het beken
de conflict zullen plaats vinden, ant
woordde de minister, dat zulks niet
waarschijnlijk is.
Wat de kwestie der Litausche emi
granten betreft, verklaarde Zaleski, dat
Polen hun het asylrecht niet kan wei
geren. Polen waakt er echter voor, dat
de emigranten zich niet concentreeren
en aan de Poolsche regeering in politiek
opzicht geen onaangenaamheden bezor
gen. Tenslotte verzekerde hij, dat maar
schalk Pilsoedski vast voornemens is
naar Genève te gaan, waaraan hij toe
voegde alle aanleiding te hebber, om te
hopene dat het Poolsch-Litausche con
flict een bevredigende oplossing zal
krijgen.
De correspondent te Kowno van het
zelfde blad seint, dat het opperbevel
over net Litausche leger in handen
van den opperbevelhebber Sjoekaukas
is overgegaan. Het overnemen van het
opperbevel uit handen van den minis
ter van Oorlog geschiedt in Litauen
slechts Ingeval van een oorlog of indien
de staat van beleg is afgekondigd.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» per regeL
TWEEDE KAMER
2 December.
Financiën. Welke accijns
moet verlaagd worden?
De oud-gepensionneerden.
De minister wil een kleine
commissie benoemen, die een
onderzoek heeft te doen naar
de mate van clandestiene
drankaanmaak.
De behandeling van de begrooting
voor Financiën werd een technische be
handeling over een veelheid van onder
werpen.
Welke accijns moet er verlaagd wor
den?
De minister wil geen enkele accijns
verlagen: voorloopig blijft hij bij zijn
inkomsten-belasting-verlaging.
De heer Oud onze lezers weten *t
reeds wil de vleesch-accijns vermin
deren met den heer van R3ppard. Ook
de heer Win termans voelt daarvoor,
vooral om de positie van de Nederland-
sche vleeschproducten te versterken.
Maar deze kwestie komt later bij de mo
ties Oud en van Rappard ter sprake.
De heer J. ter Laan gevoelt veel meer
voor verlaging van de thee-invoerbelas-
ting. dan voor vleeschaccijns-verlaging.
omdat ger.e van grooter beteekenis is
voor den arbeidenden stand.
Vele afgevaardigden vandaag weer
de heeren Staalman en Suring hebben
gevraagd om verlaging van den drank-
accijns, omdat zij daarin een sterk mid
del'zien om aan den clandestienen
drankaanmaak met al zijn slechten in
vloed op het moreel van ons volk, een
stevigen hinderpaal in den weg te stel
len, maar ook om aan den sterken smok
kelhandel aan de Belgische grens een
eind te maken.
De heer Langtnan bekend drank
bestrijder kwam daartegen op: hij
geloofde, dat er wat t e veel ophef wordt
gemaakt van den clandestienen drank
aanmaak. „Alsof er vroeger ncoit clan
destien drank werd aangemaakt, alsof
er vroeger nimmer drank gesmokkeld
werd". Hij betoogde verder, dat het be
wezen is. dat verhooging van den drank
accijns grooten invloed heeft op de ver
mindering van het drankgebruik. Daar
om wilde hij ook den Staat niets doen
inboeten van zijn inkomsten.
Kleinere opmerkingen rijn genvaakt.
Klaagde de heer Arts over een te kort
kernen van de wet op de Inkomsten
belasting, wat betreft het achterhalen
van belastingontduiking, de heer J. ter
Laain noemde de ongebouwde eigendom
men in de parsoneele belasting veel te
laag en de heer Fleskens Maagde er
over. dat belastingambtenaren van het
boekenonderzoek, dat. zij instellen bij
een belastingplichtige, om diens aangifte
te controleeren misbruik maken, ten een-
de daarbij gegevens ic verzamelen over de
inkomsten van anderen en hij klaagde
er ook over. dat belastingambtenaren
bij boerenleenbanken onder andere voor
geven materiaal verzamelen over het
bezit van de inleggers. Een soortgelijk
geluid deed de heer Braat hoeren, toen
hij de belasting-ambtenaren scherp ver
weet. dat zij den boerenstand trach
ten te benadeelen. De heer L. de Visser
zag heel geen reden om Wilhelm II1
vrijdom van belasting te geven wegens
diens .gedwongen" verblijf in Doorn.
Het „pièce de milieu" was de kwestie
der oud-gepensionneerden. Onze lezers
weten, dat de oud-gepensionneerden (de
genen die dus niet vallen onder de
nieuwe pensioenwet en volgens de door
hen in werkelijken dienst genoten sa
larissen werden gepensionneerd, vóór
dat de salarissen verhoogd zijn gewor
den) in 1920 hun pensioen met 40
vermeerderd zagen. Onder deze oud-
gepensionneerden zijn ambtenaren, met
hocge inkomens uit anderen hoofde.
Maar onder deze oud-gepensJonr.eerder.
zijn erock velen, die het om het
zacht te zeggen niet breed hebben.
Voor deze groep nu heeft minister De
Geer een stichting bij de wet in het
leven geroepen, die met het door de
N.O.T. overgelaten geld, ondersteunt
waar dit noodig is, volgens de metho
den van het Steuncomité.
De heeren K. ter Laan. Eraambeek.
L. de Visser en Joekes. betoogden, dat
het werk dezer Stichting armenzorg
is en bedeeling. Met liet hatelijk karak
ter, daaraan verbonden.
Vandaag kwam een motie K. ter
Laan luidende: „De Kamer van
oordeel. dat de pensioenen der
z.g. oud-gepensionneerden en van hun
weduwen en weezen dienen te worden
herzien en dat de weduwen van voor
1909 geper.sionneerden, alsnog in de wet
behcoren te worden opgenomen, ncodlgt
de regeering uit de indiening van wet
telijke maatregelen ter zake te bevor
deren en gaat over tot de orde van den
dag".
Deze motie wezen de heeren Van
Gijn, Suring en J. J. C. van Dijk vol
komen af. De heer van Gijn achtte geen
enkel recht of aanspraak bij de oud-ge
pensionneerden aanwezig. Hoevele bur
gers zitten niet te tobben met finan-
cleelen achteruitgang als gevolg van de
waardedaling van het geld. Helpt de
Staat deze menschen? En toch zou ook
uit hun beurzen de 30% ran de motie-
Oud moeten komen.
De heer Suring zag als groot be
zwaar van de motie-Oud, dat het geen
rekening houdt met de verhoudingen.
Volgens die motie zouden zonder
eenig motief een aantal Kamerleden
hun inkomen met f 600 a f 900 zien
toenemen. Volgens die motie zouden de
weduwen van vroeger gepensionneerden
meer inkomen krijgen dan de weduwen
van thans gepensionneesden. Wat de
motie-K. ter Laan aangaat, daaraan
achtte de heer Suring reeds voldaan
door de Stichtingswet.
De heer Joekes viel diegenen aan.
die betoogden, dat velen vechooging
krijgen. d!e het niet noodig hebben,
wanneer de motie-Oud zou uitgevoerd
worden. Omdat er reeds in de wet van
1920 een bepaling werd opgenomen, die
de verhogoing deed e::id:gen. zoodra liet
pensioenbedrag in totaal meer dan f 4000
zou belcopen.
De minister deelde mede. 5n zijn ant
woord allereerst dat hij met een voor
stel komen zal om de herschatting der
huurwaarde voor de personeele belas
ting niet op 1 Jan. 1928. maar op 1 Jan.
1929 te doen plaats hebben.
Over den vleeschaccijns sprak de mi
nister niet, omdat de accijns op geslacht
later behandeld wordt, wanneer de
moties-Oud en van Rappard aan de
orde zijn. De minister deed de Kamer
wel opmerken, dat er geen keus Is
voor de Kamer tusschen verlaging van
de inkomstenbelasting en verlaging var.
den vleeschaccijns. Wanneer de Kamer
onverhoopt des ministers voorstel niet
aanneemt, dan heeft de minister nog
wel een ander plan. Welk dat is verna
men wij niet! De minister drong er op
aan, het overschot op de begrooting, dat
met heel voel moeite Is verkregen, zoo
spoedig mogelijk door belastingverlaging
weg te werken, want wanneer de mi
nister samentelt, wat alle voorstellen
kosten, welke hem gedaan zijn. om het
overschot te gebruiken, dant komt hij
reeds op een bedrag van 80 millloen
gulden.
T.a.v. den drankaccijns wees de mi
nister er op. dat de drankbestrijders, in
het algemeen de meening schijnen toe
gedaan te worden, dat verlaging van
den drankaccijns de clandestiene aan
maak kan deen onderdrukken. De mi
nister is zeer geneigd een kleine com
missie te benoemen van belanghebben
den en drankbestrijders, die zal hebben
te onderzoeken of verlaging van den
örankaccijns welke geen financierde
kwestie voer den minister is wen-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i 60 CENTS PER REGEL'
KRUISSTR. 7 - HAARLEM
WINTERSPORT-SEASON
PLUSFOURS. KNICKER B0CKERS
schelijk Is. Het rapport zal dan wel op
korten termijn moeten verschijnen
Mat den heer Fleskens stemt de mi
nister in, wat betreft* het boekenonder
zoek. En hU zal elk geval van belasting
ontduiking, dat hem bekend wordt,
nauwkeurig onderzoeken. De minister
stelde vast. dat ,.de familie Hchen-
zollern" wel degelijk belasting betaalt.
Minister de Geer reide niet te geloo
ven. da* bij aanneming van de motie-
Oud. de oud-gepenslonr.eerden betref
fend, een definitieve regeling brengen
zal: destijds werd ook betoogd (in 1920)
dat de 40 pethet definitief einde zou
zijn.
In de gevallen, waarin wezenlijke be
hoefte bestaat, geeft het stichtingsbe
stuur wel tot 210 pet. toe. Dat komt ir.
honderden gevallen voor. Bij aanvaar
ding der motie zouden deze gevallen in
den steek moeten worden gelaten ten
bate van anderen die geen hulp noodig
hebben.
Een definitieve oplossing zou de mo
tie niet brengen, zei de minister, omdat
daardoor allerlei wanverhoudingen
kunnen ontstaan. Velen (vooral oud
militairen) hebben in liet particulier
bedrijf betrekkingen gevonden. Dezen
zou hulp geboden worden, die aan an
deren zou moeten worden onthouden.
De definitieve regeling waarom de
motie-K. ter Laan vraagt, werd ge
bracht door een recente, door de wet
gevende macht tot stand gebrachte wet,
die de reeds meergenoemde stichting in
het leven riep onderstreepte de mi
nister van het vorig jaar (26 JuH
1926). Daaraan moet thans weer niet
getornd worden.
Voor de gestie van de stichting is de
minister verantwoordelijk. Spoedig zal
een suppletoir ontwerp worden inge
diend, om de stichting te suppleercn.
INTIMUS.
DE KERK AAN DEN
KLOPPERSINGEL.
DE ORGELBESPELING VOOR
HET TORENUURWERK.
Omtrent het orgelconcert dat Vrij-
öagavor 1 in de Gereformeerde kerk
aan den Kloppersir.gel zal worden ge
geven ten bate van de ontbrekende gel
den voor het uurwerk, waarmee de
toren dier kerk zal worden versierd,
kunnen wU nog de volgende bijzonder
heden mededeelen.
j De heer George Robert zal op het
orgel uitvoeren Toccata. Adagio et
j Fuga ran J. S. Bach, het Choral III
I van César Frank. Prelude van L. N.
Clércmbault, cffertolre sin- de vieux
j Noels van H. Dollier en Choralvariatio-
1 nen uit de 6e Sonate van Mendelsohn.
Een gemengd koor, onder leiding van
den heer D. Hogenbirk Sr.. brengt ten
gehoore de volgende Bach-koralen:
Vertrouwen; Aanbidding; Lofzegging en
Kerstlied.
Deze nummers worden begeleid door
hel strijkkwartet van den heer Hogen-
birk.
Er zullen cenige mededelingen ge
daan vvrier. door den secretaris van
het Uurwerk-Comité. den heer W.
Eggir.k.
Vertrouwd wordt door het comité, dat
hot in alle opzichten belangrijke con
cert een groot aantal bezoekers zal
trekken.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
dc Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de kopie den
inzender niet teruggegeven.
AAN DE JONGENS EN MEISJES
VAN HAARLEM EN OMSTREKEN.
In Zetten In de Bet/uwe staat, een
groot huis. waar kinderen verpleegd
worden, wier ouders niet goed voor hun
opvoeding kunnen zorgen. Er zijn zoo
wat 120 meisje tusschen drie en vijftien
Jaar. Nu schrijft de directrice, wel. dat
de speelgoedkast zoo noodig aanvulling
behceft. Zij spelen net zoo graag als
jullie, dus je begijpt, dat er heel wat
nood'g is voor zooveel kinderen.
Jullie zult met SLnt Nicolaas zeker
weer van allerlei krijgen, zou Je nu vrn
je oude speelgoed wat wilen geven aan
deze kinderen? Jongensspoelgoed is ook
heel welkom hoor. maar 't moet natuur
lek goed en heel zijn. anders geeft h«t
maar verdriet. Ik verzend het 15 Dec.
dan hebben zU het nog vóór de Kerst-
vacantie.
Voor Haarlem kunnen jullie h»t be
zorgen in 't Wijkhuis Parklaan 8. voor
Aerdenhout neemt mej. L. Blerens de
Haan. Slingerweg 2. het gaarne In ont
vangst. voor Bloemend aal stuur je lmfc
maar aan mijn adres: Saxenburg. Mol-
laan 1..
M. A. BIERENS DE HAAN.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cecil» per regel.
Anegang 14 - Telefoon 11963
ZaWpotlooden
Zakmessen
Kleurboeken
Kleurpotlooden
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Toen ik nog jong was (maar nee, dat
«eg ik verkeerd, want het gevaar bestaat
dat iemand vragen zou hoe lang dat
geleden is en daar wil ik liever niet op
antwoorden) laat ik dan zeggen: toen
ik nog jonger was (dat verbindt tot
niets en laat alles in 't midden) heb ik
iemand gekend, die bemiddelde ouders
had en dus vry was van financieele
zorgen. Ik zeg bemiddeld en niet
r U k, want dat is een heel andere zaak.
De grens is wel niet zoo héél precies te
trekken tusschen het eene en het an
dere begrip, maar met uw welnemen zou
ik het aldus willen omschrijven: bemid
deld is iemand, die eenig kapitaal heeft
en rijk iemand, die zóóveel bezit, dat hij
van de rente goed leven kan: de eerste
moet er dus zelf wat bij verdienen en
de andere kan als hij wil. niets uitvoe
ren let op, dat naar mijn oordeel de
eerste er veel boter aan toe is, dan de
tweede, omdat er niets vreeselijker op
de wereld bestaat, dan in volslagen werk
loosheid den heelen dag je duimen te
draaien, 's morgen van links naar rechts
en 's middags van rechts naar links,
vreeselijk ook al behoef je geen ge
brek te lijden.
De bemiddelde vader dan meest er
wat bij verdienen en deed dat met agen
turen. Hij had er vier: een agentuur in
schrijfmachines, een in vulpenhouders,
een in kantoormeubelen en een in kan
toorkalenders en verdiende daar redelijk
geld mee, maar hoeveel kan ik natuur
lijk niet zeggen evenmin als ik het be
drag van zijn rente uit kapitaal opgeven
kan. Samen was het blijkbaar een zeer
behoorlijk inkomen, want de familie
leefde op degelijken voet en betaalde
regelmatig haar schulden. Bovendien
onderhield de vader zijn zoon.
Die zoon heette Victor, een naam. die
hem eigenlijk niet paste, cmd.it die
„overwinnaar" betcekent en hy tot op
het oogenfc'ïk dat d t verhaal bc-'n'
"nog niets cf n'em?nd overwonnen bad.
Aanvankelijk was hij vcor een klas
sieke opleiding bestemd en brd. zij het
(i*n ook na veel het gvirvsium
afgeloopen. Teen zou hij advocaat, wor
den en viel de b.ride rechten aan. Even
wel verzetten die. zich blijkbaar, al
thans hU kon ze niet ir. zijn hcofd krij
gen en inplaats van Victor te blijven,
werd hQ overwonnen en ging voor de
rechtsstudie op co vlucht.
Toen kwam hij door een aanbeveling
van een vriend op een secretarie, waar
by natuurlijk, als ongeoefende, met het
eenvoudigste werk beginnen moest. Heel
interessant vond hij dat niet en ik denk
ook wel, dat het niet prettig zal zijn
geweest, maar als hy volgehouden had
zou hy op den duur wel prettiger werk
gekregen hébben, dat meer afwisseling
opleverde. Deze arbeid verveelde hem
evenwel en de Verveling overwon hem,
en zoo bleek de naam Victor alweer
niet voor hem te passen.
Je doet als vader en moeder altijd
maar goed door aan je kinderen een
kleurloozen naam te geven. Jan, Piet,
Kees en Willem verbinden tot niets.
Maar wanneer je iemand Hector noemit
en hy een klein kereltje blijft, dan is
hy daardoor voor zijn heele leven be
spottelijk gemaakt. Of wanneer Je aan
een mc-isje den schconen naam geeft
vaa E1 f j e en zy opgroeit tot een dikke
zus of haar Bella noemt, wat „mooi"
beteekent, dan heeft het kind geen
reden om je dankbaar te wezen, wan
neer zij naderhand (ja. het kan ge
beuren) opgroeit als een leelijk meisje,
dan heeft ze daar haar leven lang ver
driet van. En de moeilijkheid zit daar
in, dat js iemand geen naam kunt
geven op proef. Eer.maal Victor is altyd
Victor. Tenzy, dat je er naderhand
eenige honderde guldens vcor over hebt
en die kan iedereen niet betalen.
Voor agenturen moet Je reizen en doe
je dat niet. dan verdien Je ook niets.
Victor's vader was dus vaak op reis
en stond bloot aan al de gevaren, die
het reizen oplevert: spoorweg- en
tram-ongelukken, kouvatten en andere
onheilen. Ik weet uit. ondervinding dat
rustig thuis blijven ook gevaren oplevert,
zooals blijkt uit het gesprek tusschen
een zeeman en een landrot. „Hoe zyn
uw voorvaderen gestorven?" vroeg de
landrot. „Myn vader, mUn grootvader
en overgrootvader kwamen op ree om",
antwoordde de zeeman ..Hoe durft u
dan nog op zee gaan?" vroeg de land
rot. „Koe zijn uw voorvaderen daar
aan hun einde gekomen?" vroeg de
zeeman. .Die zyn allemaal op hun
bed gestorven". „Hoe heeft u dan
nog den moed, om naar bed te
gaan?"
Natuurlijk gaat de vergelijking niet
geheel cp. tc-s.lv keu kar. men cok ir. huis
opdoen. Victor's vader werd onge
steld terwijl hy op reis was en nadat
hy een week bedlegerig was geweest,
stierf hjj. Bij dit onheil Wee* het niet,
want zyn moeder, die een zwakke ge-
zondheid had, trok zich dat zoo aan,
dat zy een paai- maanden later ncm in
het graf gevolgd was.
Toen bleef Victor alleen achter met
een kapitaaltje, waarvan hU onmoge
lijk leven kon en de agenturen van
zyn vader, waaruit de rest van het in
komen moest worden geput. Maar daar
mee haastte Victor zich niet. Hy woon
de destyds tegenover my, zoodat ik
zonder onbescheiden te zyn. precies kon
nagaan wat hy uitvoerde of niet uit
voerde. Drie maanden lang bestond zijn
eenige arbeid hierin, dat hy met zUn
hond ging wandelen, een vak waarmee
weinig te verdienen is. Toen ik na die
drie maanden eens informeerde (o, heel
bescheiden informeerde), wat hy daoht
te gaan uitvoeren voor den kost, gaf hy
vlot ten antwoord: .natuurlijk ga ik
vader s agenturen voortzetten, want van
mijn geld alleen kan ik niet bestaan".
.Drachtig", zei ik. want hij had dia
opmerking op een toon van groot e
energie gemaakt en het is toch altyd
mogelijk, niet waar, dat Iemand die In
de rechten en op het Stadhuis niet ge
slaagd ls, wonderen verricht in de agen
turen, vooral wanneer de nood aan don
man komt en er gewerkt moet worden
„Ja", zei hy, Jk ga vaders agenturen
voortzetten, maar nu kan ik er nog niet
toe kernen".
„Niet?" vroeg ik.
..Nee. dat gaat niet Je begrijpt toch
wel", voegde hy er bij op een toon van
zacht verwijt, „vaders vulpen ligt er
nog en zyn schrijfmachine st3at er cn
het is net. of hy cr nog is. Ik zou het
onkiesch vinden, bepaald onkiesch, om
nu aan agenturen tc denken, zoo kort
nadat hy begraven is. Bepaald on
kiesch!" zei hy nog eens en voor den
derden kser. alsof daarmee het gesprek
afgeloopen moest zyn.
Natuuriyk drong ik niet aan en zoo
bleef het er by, wel vend ik het een
beetje vreemd, dat den dag na dit ge
sprek tnyn vriend Victor een radio-ln-
staliatie in zyn huis liet maken. Aan
vankelijk dacht ik, dat het te doen was
om ernstige toespraken en wetcnschap-
paiyke medeueeiingen, maar toen op
een dag vrooiyke hopcasamuziek uit het
huis naar buiten klonk, begreep ik, dat
hij de radio breed opvatte. Het is in de
wereld eenmaal zoo, dat wat de een
kiesch vindt, de ander onkksch noemt
en zoo L'.cef mij niets anders ever dan
in te zien. dat ik het mis meest hebben,
daar Victor toch had verzekerd, dat hy
<ie ware kieschc opvatting had, nog wel
tot driemaal toe.
Veertien dagen later had hy inder
daad een grooten stap gedaan. Hij had
de circulaire verzonden en vertelde my
dat triomfantelijk. Nu moet u my niet
vragen welke circulaire, want dat
zelfde vroeg ik my zelf ook af en eerst
naderhand begreep ik, dat deze vraag
een domheid was geweest. De circulaire,
wel dat was DE' circulaire, de eenig
denkbare de mededeeiing aan de clien
tèle. dat hy Victor de agenturen van zyn
vader voortzetten zou en hoopte, dat de
bestaande relaties zouden worden be
vestigd en veie andere verkregen. Als
ik het toen al niet begrepen had, hy
liet niet na om my volledig in te lich
ten. Hy droeg den inhoud van de circu
laire die hy uit zijn hoofd kende, voor
op een toon alsof het een sonnet van
Kioos of een vers van Boutens was en
voegde er by. dat de circulaire modern
was uitgevoerd.
Tot dat oogenblik toe had ik niet ge
weten, welke mogelijkheden er zaten in
dat wcord „modern". Je denkt, dat het
een woord is als ieder ander: straat
klinker bijvoorbeeld of schrijfta-
fel, maar nadat ik 't woord door Victor
heb hooren uitspreken, weet ik dat Je
er mee kunt fluisteren als een zachte
zuidenwind, kimt donderen als een
noordwesterstorm, kortom alles er mee
doen wat tusschen die twee uitersten
ligt.
Als Iemand, belangstellend in Victor's
lot. my vraagt of hy artistiek was, dan
antwoord ik volmondig: „Ja" en nog
eens .Ta". Hij teekenrie heel aardig en
had eer. begrip van kleuren, dat door
de dames die hij kende zeer op prys
werd gesteld. Wanneer die een hand
werkje wilden opzetten, werd hy dik
wijls over de kleurencombinatie geraad
pleegd en altyd met groot succes. Maar
hier hield zijn artisticiteit niet op. Hij
speelde heel aardig piano en kende zelfs
iets van de kunst van accompagneeren.
Bovendien had hy begrip van bouwsty-
len en oog vcor architectuur. Kortom,
hy bezat aanleg voor allerlei dingen,
maar het scheen wel cf ze In zyn han
den nooit iets konden opleveren, ik be
doel niet alleen geld, maar ook resul
taat. „Victor", zei eens een van zyn
kennissen, „Victor Is altyd bezig met
aanlcopen nemen, maar komt nooit over
de sloot".
De tyd ging vcort. Dat acet hij altijd
en zoo was het op een zekeren dag De
cember. Het had myn aandacht getrok
ken. dat Victor lederen dag met zijn
hond ging wandelen, ofschoon zijn va
der vroeger dikwijls weken lang op reis
was, dat wil zeggen Maandagsmorgens
uit en Vrydagsavonds thuis. Dus raapte
ik op dien dag al myn moed byeen en
vroeg zoo langs myn neus weg: „reis Je
veel voor de agenturen?"
„O zeker", zei hy, want hy was een
vlot spreker en nooit om een antwoord
verlegen. „Ik zal veel gaar. reizen". (Let
op der. toekomstiger. tyd. dien hU ge
bruikte). „Reizen is voor agenturen noo
dig. weet je? Maar de maand Decem
ber is er niet voor geschikt. De men
schen koopen in December weinig of
niet. Ze stellen uit, zie Je. tot het nieuwe
jaar. Als je by ze kemt. dan zeggen ze
(en hier bootste h.y den spreker keurig
na, want hy bezat ook voor voordragen
veel talent) „dank u zeer voor uw aan
bieding, maar dit jaar koop ik niet
meer. Misschien, als u in Januari weer
om wilt komenDan kan ik even
goed in Januari gaan en de menschen
in Dacember niet lastig vallen".
Het was de moeite waard om hem tc
hooren spreken van lastig vallen. Hy
zei het op een manier alsof hem in de
wereld de zorg was opgedragen om r.an
dc menschen het leven gemakkelijk te
maken. Hy zou daarvoor zorgen. A!s 't
aan hem lag, zou voortaan nooit meer
iemand lastig gevallen worden en door
hom zeker niet.
Niettemin waagde ik te zeggen: ..Je
vader gir.g in December toch altyd op
reis, tot even voor Kerstmis toe; dar.
bleef hy thuis tot Januari".
„O Ja", zei hy. „dat weet ik wel er.
ik heb my cr wel over verwonderd. Je
moet denken: vader wad goed en best
en ik mag niet anders dar. hem pryzen.
Maar om Je de waarheid te zeggen: hij
was niet modern!"
December verstreek en ik verwachtte
altyd nog, vol goede verwachting. Jat
hy in Januari er wel op uit zou trek
ken. Maar dat gebeurde niet. er ver
scheen Integendeel een keurig Jcng
heer. met een cnberispeiyk donkergrijs
pak en keurige overjas en lichte slob
kousen. „Ik heb een reiziger." zei Victor.
„Kan dat er af?" vroeg Ik zoo nuch
ter weg.
„Als dat niet kan," zei hy. „dan
deugt bet heele vak niet. Het is een
zaak. waarover ik lang gedacht heb.
Jc kunt zelf op reis gaar., maar dan b:n
Je niet op kantoor cn schiet de centrale
leiding tc kort. Of Jc kunt de zaken
grooter aanvatten en dat doe ik. Dit is
myn reiziger voor Noord-Holland en
langzamerhand zal lk reizigers aanstel-
len voor de andere provincies; intus-
schen bestuur ik de zaken uit myn kan
toor. Dat Ls beter, grooter, zie je het is
modern."
Ik verwachtte het woord en bewonder
de den pas nar.gestelden Jongen heer, die
met een sierlijken groet ons juist op dat
oogenblik voorbyging. Natuuriyk heb
ik later niet geïnformeerd hoe het met
den reiziger ging. Daar had ik toch niet
mee te maken. Maar op zekeren
dag zei Victor het zelf: de reiziger van
Noord-Holland was een strop geweest,
had weinig verkocht en hooge reke
ningen Ingeleverd van reis- en verblijf
kosten. Na dien werd er niet meer ge
reisd. want de vertegenwoordigers voor
de andere provincies bleven uit en
Victor zelf leidde centraal, dat wil zeg
gen verzette geen voet
Hat is ons allen nu wei duidelijk, hoe
dat eindigen moest. Ik geloof wel, dat
hy er in een buitengewone bui van
energie eens op uittrok, maar na vier
dagen was hU terug, een geslagen man.
„Dat was geen vak," zei hy, „veel tc
veel concurrentie, je werd nauwelijks
ontvangen en de menschen wilden altyd
hebben wat Je niet had." Toen gir.g het
gauw berg af. Er kwam een hypotheek
op het huis. het kapitaaltje was gauw
opgeteerd, daar Victor zich niet ver
koos te bekrimpen en op een dag trok hy
zijn huls uit cn ging ergens op een
goedkoope kamer wenen.
Nu te de toestand zoo. dat een vrien
delijke tante, die hem wel hjden mag
(iedereen vindt hem een besten jon
gen) hem nu en dan iets toestopt. Hoe
hy overigens leeft kan ik niet zeggen,
maar als ik naga. dat ik hem een jaar
geleden vUf en twintig gulden geleend
heb. die nóg niet teruggekomen zyn, kan
ik het wel nagaan. Hy is nog altyd ar
tistiek. muzikaal en modern, als by een
beperkt inkomen mogelUk is. Als Je hem
tegenkomt is het gevaariyk met hem op
tc ioopen. want hij zaagt je door over
tegenspoed cn ongunstige omstandig
heden en geeft ten slotte een wenk. dat
hU tien of twintig honderd gulden wel
ter leer. zou acceptecren, op zoo'n klc-
sche manier, dat Je dat onmcgeiyk kunt
weigeren.
Een Victor is hy dus nooit geworden.
Jan of Piet zou meer dan mooi voor
hem zijn geweest.
FIDELIO