Purol bij Ruwe en Schrale Huid. Doos 30 ct.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 10 DEC. 1927 DERDE BLAD
VAN OUDE TIJDEN.
Pieter Johannes Prinsen in de Plaatse
lijke Schoolcommissie. Matresse
scholen. Leermiddelen.
De toestand der Haarlemsche ma
tresse-schooltjes in het begin der vorige
eeuw kon dus allerminst bevredigend
hoe ten. Herinner u slechts wat de rap
porteurs daarvan zeiden: „zeer donkere
vertrekken, waar de onaangename uitwa
semingen bü het openen der deur zich
terstond doen kennen". Indien schip
per Van der Velden gelijk had toen
hij beweerde, dat er geen mensohen
ouder worden dan schippers en school
meesters, wat deze betreft, „van de
onschuldige aassempies van de kinde
ren", dan moeten de ma tressen wel een
zeer hoogen ouderdom bereikt hebben.
Of daarby echter de leerlingetjes wel
voeren? Haarden van besmetting moe
ten deze kinderbewaarplaatsen geweest
zijn.
Bewaarplaatsen mochten deze particu
liere Instellingen eigenlijk niet heeten.
althans goed bewaard waren de kleintjes
er niet. Menigmaal werden ze aan zich
zelf overgelaten. Kon het anders? Men
telde in onze goede stad 25 schooltjes
met 450 leerlingen, d.l. gemiddeld 18
per matres, hetgeen voor haar beteeken-
de een wekelijks Inkomen van nog geen
twee gulden. Immers het schoolgeld be
droeg 21/2 stuiver per kind of 45 stuivers
in het geheel, van welk bedrag nog 5
stuivers af gingen ..aan wanbetaling".
Bovendien waren deze vrouwen veelal
verplicht boven haar stand te wonen,
een hoogere huur te betalen dan waar
mee ze anders hadden kunnen volstaan.
En dan de concurrentie! In de Appe-
laarsteeg twee scholen tegenover-, op
het Groot Heiligland twee naast el
kander. Die op den Kruisweg stonden
wat uit de buurt: samen herbergden
ze slechts vier kinderen.
Het lag dus voor de hand. dat deze
„onderwysters", zoo mijn rapport ze we!
noemt, ook gedurende den schooltijd
nog andere bezigheden verrichtten. In
maar ook buiten de school. Dan ver
gaten ze les te geven, Ja, zagen zelfs
de kinderen over het hoofd, zoodat die
„andere wlnstaanbrengende bezigheden
haar niet dan tot bewaarsters van kin
deren maakten, die bovendien nog me-
nigmalen aan zichzelven waren overge
laten". O, goede oude tijd. hoe goed
zou het zijn, indien al uw lofzangers u
goed kenden. Wü zouden u niet minder
maar onzen eigen tijd meer waar-
deeren.
De Plaatselijke Schoolcommissie oor
deelde terecht, „dat het de kinderscholen
zyn, alwaar niet zelden de eerste plooijen
aan ziel en llgchaam gegeven althans
kunnen gegeven worden". Gy zoudt het
anders zeggen, maar hetzelfde bedoelen.
,En om aan deze zware taak te kunnen
voldoen, behooren de vrouwen, „zich
geheel aan hare scholen te kunnen toe
wijden en niet genoodzaakt te zyn, haar
bestaan elders te zoeken, hetgeen alleen
kan verholpen worden door haar be
staan te verbeteren". Eiermee zUt ge het
alweer eens en ge verwacht een voor
stel tot uitkeering van stadswegen van
een tegemoetkoming in de onkosten van
het onderwUs voor kinderen van den
kleinen man. Korter kan ik my niet uit
drukken. Zocdra je officieel gaat worden,
kun Je met weinig woorden niet meer
volstaan. Maar wat lk meen is duide
lijk: een stedelijke subsidie aan de
matresse-scholen.
Voor dergelijke subsidies was intus-
Haarlemmer Halletjes.
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
ZIJ die my de eer aandoen deze Za
terdagavondpraatjes te volgen, zullen
zich ook wei herinneren, dat tot vóór
korten tyd niemand van de kransleden
radio had. Er bestond zoo iets als een
afspraak, dat niemand het nemen zou
en dat was een goede overeenkomst,
want het beste middel om onder de
verschillende kransleden geen af
gunst op te wekken, huiselijk gezegd
geen schele oogen te maken,
wat een bijzonder schilderachtige uit
drukking Is, bestaat in het nastreven
van zekere gelijk- en gelijkvormigheid
bi ons uiterlijk aanzien.
Vindt u dat kinderachtig? Ja. ik vind
de moeilijkheden van andere menschen
ook wel eens kinderachtig, maar met
die van je zelf staat het er anders
voor. Het is er mee als met eksteroogen:
die van Je buurman doen Je geen pUn.
Maar als ik vertel van de Smyrnasche
verwikkelingen, dan zult u een ander
denkbeeld krygen van de noodzakelijk
heid. om elkaar vooral de oogen niet uit
te steken.
Het klinkt als een zaak voor den
VolkenbonddeSmyrnaschemoel-
lljkheden, maar zoo diep gaat het
tcch niet. Op zekeren dag verspreidde
zich in onze krans het gerucht: de
Hopma's koe pen een nieuw Smyrnasch
kleed. Wie dat het eerst gezegd heeft
is later nooit meer te achterhalen ge
weest. maar gezegd was het en het
was waar ook. De Hopma's zouden
zoo'n tapijt koopen en dat kostte f 55
per vierkanten meter. Ik herinner me
nog, dat we krijgsraad hielden: Hupstra,
van Stuiteren en ik. in den winkel van
den sigarenhandelaar, waar we alle
drie ons rookgerei koopen. Van Stuiteren
zat op het eenige krukje in den winkel.
Dat doet hij altoos, 'fc ls of krukjes en
soortgelijke gemakkan naar hem toe
komen loopen. Hupstra en ik stonden om
beurten op ons rechter- en linkerbeen,
(dat wil zeggen ieder op zUn eigen) en
de sigarenhandelaar luisterde niet of had
den goeden smaak, dadelijk weer te
vergeten wat hij hoorde, een kostelijke
eigenschap ook buiten dat vak.
Van Stuiteren zei: „donkere wolken
pakken zich boven ons samen.' D -
houdt van romantermen. Ik zei: „verle
den jaar heb lk pas een nieuw ameu
blementje voor de eetkamer gekocht en
Hupstra verklaarde ronduit: .ik kan
het'niet betalen". Al deze verschillend?
uitingen beteekenden hetzelfde: wy za-
schen de tyd nog niet gekomen: de
Commissie zocht de oplossing dan ook in
een andere richting. ZU gaf ln over
weging geen vergunning tot het op-
riohten van dergelijke schooltjes boven
het bestaande aantal meer te verleenen
en die op den Kruisweg benevens dat
in het hofje ln de Appelaarssteeg op te
heffen. Dit was vroeger een gebruike
lijk middel ter bevordering van handel
en nyvetheid, en ln ons geval zou het
winstgevend zUn door de scholen dioh-
ter te bevolken. Maar wat wonnen de
kinderen ermee? Tegenover de moge
lijkheid. dat de matres zich geheel aan
hen zou geven, stond de zekerheid
van verlies aan ruimte en aan lucht.
En die uitwasemingen dan? Gaven die
geen „plooien aan het lidhaam?" Na
tuurlijk heeft ook de commissie dit
gevoeld. Maar de tijdsomstandigheden
het was ln 1806 veroorloofden haar
niet andere middelen aan te wenden.
Toch liet ze het hierby niet. Ze voerde
by het onderwys in „de groofce letters
gedrukt by Enschedé": ze stelde samen
een lljsfc van boeken, die alleen moch
ten gebruikt worden: ze gaf van deze
letters een stel en van elk boek een
exemplaar aan iedere vrouw ten geschen
ke. voor rekening van het school
fonds: ze vereerde bovendien aan leder
van het vroeger genoemde zevental
,;hervorragende" matrossen, het voor dien
tyd uitstekende werkje: Voedsel voor
het verstand en hart der Jeugd; ja, de
leden boden zioh aan deze leergierigen,
nooit te oud om te leeren, „omtrertt
het gebruik en de opeenvolging der let
ters en boeken te onderrigten". Zie.
dit waren heilzame middelen, die on-
getwyfeld den Invloed en de beteeke-
nis van het onderwys hebben versterkt
en vergroot. Een schrede voorwaarts!
Ik noemde daar den titel van een
schoolboekje, dat de Commissie voor
gebruik by het onderwys aanbeval. Het
door haar opgemaakte lijstje ken ik niet.
maar wel weet ik welke boekjes de heer
Johannes Overschie gebruikte in zyn
sühool op de Oude Groenmarkt. Deze
particuliere onderwyzer bezat een ruhm
locaal waarin plaats was voor 70 a 80
leerlingen, maar by het schoolbezoek
ln het jaar 1808 was het maar voor
een klein deel gevuld: slechts 20 kin
deren kregen hier voedsel voor ver
stand en hart. „Ik denk", aldus de
rapporteur, „dat die man te gevorderd
Is ln Jaren om de nieuwe Leerwyze
in te voeren, schoon hy op den ouden
voet by lang na geen verwerpelijk on
derwyzer ls".
En wat zyn schoolboekjes betreft.
Onder die drie rekenboekjes behoorde
de beroemde „Cyferlnghe*" van den be
roemden Bartjens. Deze rekenmeester
was haast anderhalve eeuw geleden ge
storven hy overleed te Amsterdam
ln 1673 maar zyn rekenboekjes heb
ben hem tot ln de 19e eeuw overleefd
Onder de oudsten der thans levenden
zyn er die Bartjes nog hebben gekend,
zy het ..gewyzigd naar de eisohen van
den tyd".
Hier was meester Overschie dus niet
ten acter, en met zyn yverlge school
boekjes, geloof ik, evenmin. Hy zal ze
u noemen:
A B boek door L. van KhUit
Catechismus.
Spreuke Salomons.
gen aankomen, dat onze vrouwen, even
als Emma Hopma, een Smyrnaascn
kleed zouden willen hebben. Hoe moes
ten we daaraan ontkomen!
„Is het al gekocht?" vroeg de prac-
tlsche Hupstra. „Als dat niet zoo is kan
misschien Hopma nog bewogen worden
het niet te doen."
„Je moet Hopma niet bewegen", zei
van Stuiteren minachtend. ,Die is voor
af al bewogen om het liever niet te
doen. zyn vrouw ls de hoofdpersoon".
„Helaas", zei lk en al de sigaren in den
winkel weerkaatsten een tweevoudig
helaas van de anderen: we begrepen
alle drie, dat Emma Hopma nooit van
een Smymaasoh tapijt zóu afzien, wan
neer Hopma het haar eens beloofd had.
„Tien van tien, amarillo!" riep een
klant over onze hoofden heen. We be
grepen, dat intieme beraadslagingen
hier niet konden gehouden worden *v\
zoohten de vrye lucht op, net als de Ba
tavieren, toen ze samenspanden tegen
de Romeinen. Hier was de plaats dor
beraadslaging evenwel de Groote Hout
straat, de Batavieren kwamen bijeen Ir.
het midden van een oerwoud. Maa-
waar vind je dat in Haarlem en om
streken?
Toch kan de moderne mensch wel ge
niale gedachten krijgen op het asphalt,
tufischen een auto in. die het op je le
ven en een fiets, die het alleen maar op
je beenen heeft voorzien, want nadat
wy weer honderd pas geloopen had
den in gemeenschappelijk stllzwygen.
riep Hupstra met een stralend gezicht:
„ik heb het."
„Wat het?" vroeg van Stuiteren. „Het
mond- en klauwzeer?"
„Het middel om aan Smyrna te ont
komen".
„Spreek op!"
„Laten we een kopje koffie gaar.
drinken bij Franken!"
Dat ging aan en daar onthulde Hup
stra zyn geniaal plan. ..Dat zouden we
nooit van Je gedacht hebben," zeider.
van Stuiteren en lk tegeiyk op een toon
van bewondering. En dat meenden wc
zóó diep. dat toen Wouter kwam om ai
te rekenen ieder van ons drieën de twee
anderen wou trac toeren.
„Nee, lk betaal", zeiden we alle drie
tegeiyk. Daarop staken we alle drie
onze portomonnaies weer in den zak,
zoodat Wouter, die voelde, dat op deze
manier niemand hier betalen zou, met
zijn gewone beleefdheid vroeg: „Wie
van de heeren?" Natuurlijk haalden w?
daarop alle drie onze porternonnaief
weer voor den dag en dit spelletje had
lang kunnen duren wanneer van Stui
teren niet geroepen had: „ik betaal en
daarmee uit. Ik ben de oudste, nee, dat
Handelingen der Apostelen.
Leesboek voor de Nederlandsche
Jeugd.
Levensschetsen van voorname mannen
en vrouwen.
Geschiedenis van Joseph.
Geschiedenis van Abraham.
Geschiedenis van Isaac.
Deze titels spreken voor zichaelf. Wie
van zulke boekjes inzage neemt, krijgt
den Indruk, dat ze de jeugd niet zullen
gepakt hebben. Ook destyds was een
kind een kind. voor wien de spreuken
van Salomon* weinig bekoring hadden.
Ik vergeet niet, dat het levende woord
hier veel goed maakte. Iemand die. als
meester Ansiyn. de kunst van vertellen
verstond, oefende op het kinderhart een
grooten, gezegenden invloed. Maar de
leesboekjes moesten het kind maar matig
gesticht hebben. Het onderwys bedoelde
allereerst vorming van het karakter, be
vordering der deugd. Geen doeltref
fender middel dnarboe dan den jeugdi
gen blik te doen richten op bybelsche
personen. Let op het ïystje van Over
schie! Tegenover drie wereldsche. zes
gewyde hulpmiddelen.
De onderwyzer op de Oude Groen
markt was voor de nieuwe leerwyze
van Prinsen te oud. Hy ls heengegaan
zonder haar te kunnen waardeeren. In-
tusschen was hy „op den ouden voet"
een niet te versmaden leermeester. Laten
wy hem als zoodanig eeren en tenslotte
nog even zien, hoe Prinsen de aanko
mende meesters, het Jonge geslacht, met
zyn mebhode vertrouwd maakte.
H. E. KNAPPERT.
BIOSCOOP
Cinema Palace.
Het komt niet dikwyis voor dat een
programma zoo van A—Z alle lof ver
dient. In den regel mankeert er aan de
eene helft wat aan als de andere helft
goed ls. Dikwijls deugt er heelemaa!
niets van. Als er méér dan eens ln de
maand een programma als dat van deze
week ln de bioscopen gedraald kon wor
den dan zou men kunnen zeggen: Hel
begint er op te ïyken. Nu kan men vas
tnet voldoening constateer en: wy gaan
tooh wel zeer snel vooruit!
Denkt u eerst eens aan die film gelan
ceerd door de cultuurafdeeling der Ufa.
Een prachtige reeks van natuurhistori
sche merkwaardigheden in vergeiyking
gebracht met de uitvindingen der tech
niek. Het rookgordijn van een rookbom.
en de nevelsluier van den inktvisch. De
parachute van den luchtacrobaat, en hef,
ingenieuze stelsel van de zwevende
zaadjes der paardebloemen. Het laatste
model muizenval en de klemmen en
klauwen van vleeschetende planten. De
nieuwste vliegenvanger en de kleverige
vliegenvangers van „Zonnedauw". Bij
deze en nog vele andere tegenstellin
gen werd bovendien gebruik gemaakt
van de microscoop, zoodat werkelijk een
ongemeen verrassend resultaat werd be
reikt.
Dan de sensatiefilm: De conducteu-
van den ondergrond. De titel doet u na
tuurlijk de vrees al om het hart
slaan. Maar toch.... deze sensatie Ls
van zóó geestige, zóó luchtige soort, .le
uitwerking van de idee ls zóó origineel
en technisch zóó knap volbracht, dat
men gaarne glimlachend alle onwaar
schijnlijkheid vergeeft, die bovendien
door het onverwachte slot waarschijn
lijkheid wordt. Wy memoreeren wat
deze film betreft met nadruk nog even
de moderne expressionistische midde
len, waarvan de regisseur gebruik maak
te. en die hier uitnemend voldeden.
Fientje Beulemans ls de hoofdfilimZU
die deze Vlaamsche SotternUe al op
het tooneel hebben gezien, zy, die Mag-
da Janssens al als Fientje Beulemans
hebben bewonderd zullen met evenveel
genoegen deze film zien. Temeer omdat
de echt Vlaamsche leutige volksgeest in
de films nog meer tot uiting komt. H.J
is overheerschend. En dat doe: ons ver
geten dat het motief van cL; blijspel
wel wat afgezaagd is. Kostelijk zijn al
deze aoteurs en actrices die dit stuk
Vlaamsoiwi volkshumor te vertolken
kregen. En kostelijk ls de entourage,
die van de BrusseLsche brouwery en
van de prachtige koddige es tam ine ta.
Rembrandt Theater.
Het hoofdnummer „Vrouwen zijn raad
sels", is een geschiedenis uit het artis-
tenleven. De Russische toor.ee'.speelster
Vera Janova. die een toumée met een
troep door Amerika maakt,, ontkomt op
een wandeling op het nippertje aan
den dood. Een zware balk stort van
een in aanbouw zynd huls naar beneden
Een werkman ziet het gevaar en trekt
Vera nog net bytyds op zy. Van de
schrik valt ze in zwijm. De schatryke
Eugene Forster, die Juist in zyn apto
voorby gaat. neemt haar van den werk
man over. Als Vera bijkomt, denkt ze
dat Foster haar redder ls. Bij de troep
is een artist, Ivan Norodin, die Vera
bemint. Foster wordt een trouw bezoe
ker van Vera, die langzamerhand onder
zyn Invloed komt, zeer tot verdriet van
Ivan.
Een van de glansnummers van Ivan ls
dat hy zich geheel geboeid in een kist,
welke verzegeld wordt, laat sluiten. De
kist wordt te water gelaten en na drie
minuten komt Ivan, bevryd van zijn
boeien, uit het water te voorschyn. Ge
durende dat experiment Is Vera altijd
zeer zenuwachtig, daar ze weet dat het
gevaarlijk is. Ivan zal een publieke
demonstratie geven, hy zal zich. geboeid
in de kist van een steiger af ln een
diep water laten werpen. Een zeer tal-
ryk publiek woont de vertooning by en
tot aller schrik verschynt, nadat de
drie minuten verloopen zyn Ivan niet.
Algemeen wordt aangenomen dat hy
dood is. De diep geschokte artisten moe
ten 's avonds evenwel weer een voor
stelling geven en lachen en spelen of
er geen leed bestaat. Door den gewaan-
den dood van Ivan ls het Vera duidelijk
geworden, dat ze van Ivan en niet van
Foster houdt. Als deze haar 's avonds
in haar kleedkamer komt opzoeken, ver
zoekt ze hem heen te gaan en niet meer
terug te komen, daar ze nu weet van
wien ze houdt. Foster wacht haar op.
als allen weg zy'n in de leege schouw
burg en tracht haar te dwingen hem
lief te hebben. Als ze bijna In zyn
macht Is verschynt plotseling de dood
gewaande Ivan. Hy redt haar van Fos
ter, die afdruipt.
Als het einde komt zyn Vera en Ivan
een gelukkig paar. Het ls een spannende,
boeiende film.
Op het tooneel ..Robins, De wande
lende Muziekwinkel". Deze heer Robins
heeft de gave, alle muziekinstrumenten,
die hy op het tooneel „bespeelt", zoo
juist te lmiteeren. dat pas als blijkt,
dat de viool geen echter viool, de man
doline, geen echte mandoline, enz. enz.
is. men begrypt, dat al die melodieën,
door den wandelenden muziekwinkel,
lees Robins, worden voortgebracht. De
ingenieuze wyze, waarop hy al zyn
•zakken weet te benutten, maakt hem
bijzonder geschikt voor het bewonen van
zoo'n moderne woning, waar alles ls.
behalve ruimte. Op dezelfde handige
manier weet hy van zyn damescostuum
in drie tellen een heerenrok te maker-
Het ls de moeite waard zUn prestaties
te zien. Hy had dan ook een mooi
succes evenals „het Elegante Danspaar
Juhsha en Graxiella", die keurig en
welverzorgd een viertal nummer? dans
ten.
Alles by elkaar genomen, een mooie
avond.
Luxor-Th cater.
Een luchtig en varieerend programma
wordt deze week ln bovengenoemd
theater vertoond.
Het eerste hoofdnummer ls getiteld:
..Stap. Stap. S:ap!" met ln de hoofdrol
de filmkomlek Harry Langdon: Al de
avonturen te vertellen is byna onmoge.
iyk, maar het zyn er verbazend veel,
De hoofdinhoud ls deze: een schoenen
fabrikant, Burton, laat als reclame een
zeer langen wedstrijd loopen en daar
doet Harry Langdon aan mede, omdat
zyn vader ln geldnood verkeert en de
prys 25.000 dollar ls. Het is natuuriyk
dat Harry den wedstryd op het nipper
tje wint. Er klonk dikwyis een scha
terlach om de vele malle situaties ln
dit nummer. Het is een echt komisch
gegeven.
.De onverschrokken Postryder" ls een
sensationeel avonturendrama uit het
Wilde Westen, maar nog vóór de be
schaving er doordrong en de Indianen
nog in hun vryheld leefden. We weten
niet wat het meest te bewonderen: de
edele rykunst, die heel veel op acroba
tiek gaat gelyken, de mooie natuurtoo-
neelen of de schitterende dressuur van
het paard Tarzan. Het is het verhaal
van de pioniers die den weg gebaand
hebben. Dikwyis werden ze aangevallen
door de Indianen, die echter ook wel
door blanken opgehitst werden, als deze
er maar voordeel in zagen. Zoo ls het
ook ln dit nummer. Maar Jack Jessup,
een opzichter der Postkoets-Maatschap-
py. Is een eeriyk man, die alle moeite
doet om den weg voor de postkoets te
effenen. Te meer doet hy dit als Bar
bara ten tooneele verschynt. Vooral Jack
toont ons heel wat verrassende staaltjes
van rykunst en onverschrokkenheid.
Het zou echter geen goede Wild-West
film zyn als de geschiedenis niet een
gelukkig slot had.
Ter opening araalt een Pathé-revue
waarvan we vooral willen aanstippen: de
Mode, zeer actueel voor de dames, na-
tuurtooneelen uit Bretagne, de vervaar
diging van macaroni enz.
Ook het Luxor-Nieuws bevat weer
veel bezienswaardigs. Als voornaamste
gedeelten noemen we: de vorderingen
aan het nieuwe stadion en de plech
tige overbrenging van het stoffeiyk
overschot van Jhr. Van Vredenburch.
Voorts brengen we een kort bezoek aan
verschillende werelddeelen.
Voor de echte liefhebbers een pro
gramma om te watertanden.
We verwachten een druk bezoek.
8cala-Th eater.
De gebroeders Chanson, alias Mie en
Ko. treden deze week zelf niet op in het
Scala-theater, maar zy zyn vertegen
woordigd door een revue-gezelschap, dat
hun nieuwste revue ten tooneele voert,
't Is voor de gebroeders Chanson moel-
ïyk om eens wat nieuws op revuegebled
te bedenken, en zy zyn er dan ook niet
ln geslaagd. Mauple de Vries ls de ko
miek in de revue, maar hy is niet altyd
komiek. Het ls ook maar een water- en
melkrevue. een allegaartje van wat wy
in andere revues al zoo dikwyis aan
troffen. en niet altyd konden appreciee-
ren. Er zyn wel aardige stukjes uit te
lichten, zooals dat van de bekeuring
van een kwajongen, waarby zyn moeder
hem te hulp komt. Daarin herkennen
bouwing van de serre of koperen knop
pen aan alle deuren. Heb JU daar niets
van gehoord?"
Keek myn vrouw mU Inderdaad bU-
zonder scherp aan? Of dacht lk dat
maar? In de verte is een beetje Jok
ken gemakkeiyk genoeg, maar als je er
voor staat, dan valt het zwaar. Ik
wist dus geen ander antwoord te ver
zinnen dan: „wat zou ik nou van het
nieuwe meubilair van de Hopma's we
ten?"
„Enfin, we zullen het gauw genoeg
weten", zei myn vrouw en daarmee liep
het examen gelukkig af.
Den volgenden avond toen we by
de Hopma's binnen kwamen, kneep
myn vrouw my ln myn arm en siste
mij toe: „Heb lk het Je niet gezeld?
Een nieuw kleed op den vloer. Echt
Smyrna!" Hoe zag ze het zoo gauw!
Ik had er nog geen vierkanten centi
meter van ln myn oog gekregen.
Nauweiyks hadden wy ons eerste
kopje thee gekregen, of de goeie tante
Koosje zei met ongeveinsdo hartelijk
heid: „Emma. wat heb Je «laar <en
prachtig kleed."
„Ja. vind je niet?" zei Emma en keek
den kring trotsch rond.
.Je man ls goed op Je geweest." zei
mevrouw van Stuiteren en drie angstige
mannen hielden den adem in. Wouter
niet. Die was niet in 't complot Geen
nood. dat zyn vrouw ooit zoo maar een
mooi cadeau van hem zal krygen, om
dat een krnnsvriendln het ook heeft.
Hopma telegrafeerde zoo duldeiyk
naar zyn vrouw, dat ik myn hart vast
hield. Ze moesten het zien. En terwyi
er aldus drie harten werden vastgehou
den, zei Err.ma Hopma langzaam: „Van
myn man? Wel nee. Het Ls een cadeau
van oom Louis."
Toen was er een oogenblik stilte, het
moment waarin het vonnis over drie be
vende mannen werd geveld. Daama was
het de ietwat lyzige stem van mevrouw
Hnpstra die zei: „Daar beleef Je r.og
eens plezier van. zoo'n aardige oom. Heb
je mij vroeger wel niet eens verteld, dat
hy nogal zuinig was?"
Weer getelegrafeer met de oogen.
Dezen keer van Emma Hopma naar haar
man. Drie samenzweerders lazen zoo
duldeiyk ln haar boozen blik alsof ze het
uitgesproken had: „daar zitten we nou
met die Jokkens van Jou, help me er nu
maar uit!" En onmiddellijk snelde
Hopma, precies als vroeger in bet zee
gevecht tegen de Engelschen. de Ruy.er
deed met Tromp (dat ls dan Emma) te
hulp en zei:
„Oom Zebe oom Louis zuinig? Ja
anders wel!"
wy duldeiyk Mie en Ko als dr schep
pers. De Jordaan is voor die twee de
eeuwige bron vcor inspiratie cn ,.kopU".
Mauple de Vries speelt vc: diens*lUk
den kwajongen, maar toch niet sympa
thiek. De echte conférencier ls hy als
hy de heele Scala laat zingen van „Myn
oome Arle, heeft een kanarie", op de
wyze van „Je suis Nature", uit Parijs.
Het orkest zorgde voor een prompte be
geleiding ln jazz-styL
Het Spookhuis Ls niet een film van
grootvsche allure, maar een gcnoegeiyk
geheimzinnig, zoomede ondoorgrondeiyk
drama. Stel u voor. dat een mynheer
zoo maar met een motorfiets een huwe-
ïykiinzegening ln de war rydt. omdat hU
de ware bruidegom ls. Dat ls het slot, cn
het voorgaande ls ln dien zelfden gcesk
al draagt het een minder resoluut ka
rakter. De wederwaardigheden van de
vreemdsoortige personen, die ln hel
Spookhuis logeeren. zyn seer beziens
waard.
DE UITBREIDING VAN
HET SLACHTHUIS.
EEN AANBESTEDINGS.
QUAESTIE.
De Haarlemsche gemeenteraad heeft
3 Augustus op voorstel van B. en W.
een credlet van 250.000 voor de uit
breiding van het Openbaar Slachthui*
en installatie van de machinekamer toe
gestaan.
Biykens het dezer dagen verschonen
overzicht van den stand der door den
raad verleende crodieten. Is dit bedrag
nog niet gebruikt. Het bleek ons, bij
onderzoek, dat eer. onderhandsehc aan
besteding voor dit werk gehouden ls.
Daaraan hebben 4 firma's deelgenomen,
een u't Haarlem, twee uit andere ste
den van ons land en een uit BeriUn. Een
firma uit Amsterdam was dc laagste in
schrijver. Het verschil mot de Haarlem-
sche firma is evenwel slechts f 900.
By de verleening van het crodict doo"
den raad is door verschillende leden er
op aangedrongen om. indien het moge
lijk was. een Nedcrlardsohe firma to
laten voorgaan. B. en W. hebben dal
toen toegezegd.
zyn wy we! tngelle'v. dsn moet la de
j aadscoi i .ias' en in het college »n
B. cn V/. r.og geen besluit gevallen
r,.jn aan reïks firma hot werk sal wer
den cj «c.rav*n. We! moet het vrUwel
zeker ziln. dat de order niet naar het
buitenland giü.t. Er is evenwel aandrang
geoefend om de order aan do Haarlem
sche firma te geven. Daarby is gewezen
op 't betrekkeiyk geringe verschil ln de
inschrijvingssommen f 900 op een werk
van 2 1/2 ton ls van weinig beleekenla.
Onpetwyfeld zou er veel voor to zeg
gen zUn, als B. en W. vryheld kunn*n
vindon om het werk aan de Haarlem-
sche firma te geren. Het aantal werk-
looaen ln de metaal-Industrie to Haar
lem is groot. Einde September waren
(biykens de statistische gegevens der
gemeente Haarlem) 107 metaalbewerker
hier 'or stede werkloos. Indien zoo'n be
lan .jke order, ook al wordt daaraan
veel matertaai verwerkt dat van bul*
tenlandschen ooroprong ls, te Haarlem
geplaatst wordt, dan zou dat zeker van
invloed zUn op de arbeidsmarkt en da
werkloosheid.
Natuurlijk ls het hier aoo werd om»
verzekerd niet een quaestle die beslis?
Ral worden door het luttele verschil 1»
inschrijvingssom maar door de vraag
bU welke opdracht worden de belangen
van het Openbaar Slachthuis het beet.»
gediend.
Drie benauwde mannen herademden.
Er werd dien avond nog menig woord
over het mooie Smyrnasche kleed ge-
zegd. maar wy liepen geen gevaar meer.
Als Hopma de gever was geweest! Maar
een man kan toch niet helpen, dat hü
geen rijken oom bezit dat is een toe
val. Zoo kan er op een dorren bodem
plotseling een wilde roos opbloeien, een
enkele maar, terwyi er driehonderd me.
ter ln den omtrek geen tweede t» vinden
ls. Zoo ls het met ryke ooms.
Maar ls de leugen nog zoo snel. de
waarheid achterhaalt hem wel.
Geen vier weken later zegt myn
vrouw op eens: „Je weet wel. dat Srayr-
naasch kleed by de Hopma's, weet Jt
wel?"
„Ja. wat zou dat?" zei Oc flauwtjes
„Dat ls niet van oom Louis. Wouter
heeft hem toevallig ontmoet en hy be
gon luid te lachen, toen Wouter er wat
van zei. „Ik ben niet mal om aan ten
ryken neef een duur kleed cadeau te
doen", 't Is dus een cadeau van Hopma.
Waarom hebben ze gejokt?"
„Vraag het hun zelf" mompelde lk.
„Dank Je wel. Ik wil geen ruzie ma-
ken. Maar als Hopma zoo royaal ls, zou
jy dan niet.
Het draaide op een slaapkamern meu
blement neer. „Het oude kan eenvou
dig niet meer."
Mevrouw van Stuiteren kreeg op eens
behoefte aan een r.iouw tuln-aneuble-
ment en mevrouw Hupstra ran ten
!on-amcublemcnt wat blief je! Als ?<s
al dat moois straks van elkaar zien.
kan het heel goed wezen, dat onze vrou
wen alle drie die ameublementen v il-
len hebben. Ik wil dus maar ze-"-- d»t
Jokken niet alleen laag cn biecht is.
maar bovendien nog veel duurder dan
de waarheid.
En dan die verrader Wouter, die blijk
baar de zaak Sn den neus beo!. .ve
gen en grinnikt, wanneer hy het Laiyr-
na&sch kic-ed maar in 't oog kryge.
Dat ls 't verhaal van de Smyrnaasche
verwikkelingen cn ze zyn erg genoeg.
Maar ik zie daar. dat ik mijn Praatje
begonnen ben met een opmerking over
radio. Daar heb ik ook wat over te zeg
gen. maar dat dan maar de volgende
v.eek. ..Goeien nacht, dames en heeren.
cn wel te rusten', zooals cna aüer
vriend Vogt van de A. N. R. O. met
zooveel haiteiyken nadruk zeggen kan.
FÏDET.IO.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN I 60 CENTS PER REGEL
ben ik niet; de jongste dan. nee dat
ben ik ook niet. Dan de middelste. Hier
Wouter."
.Dank u meneer", aei Wouter en daar
mee was de puzzle opgelost.
Maar de samenzwering nog lang niet
Daar moest nog heel wat voor gebeuren.
Dus stapte den volgenden dag van
Stuiteren naar Hopma toe en zei: „Ze-
bedeus", (want dat is de voornaam van
Hopma, ofschoon zijn vrouw hem Louis
noemt .gemakshalve", zegt ze, maar
in waarheid omdat ze dat een mooier
naam vindt), „Zebedeus, lk kom Je
2en heel vertrouwelijke boodschap bren
gen".
„Ik hou niet erg van vertrouwelijke
boodschappen", zei Hopma.
.Dat vraag lk Je niet. Ik hou ook niet
van belastingbiljetten, maar de fiscus
stuurt me die toch."
„Wat had Je dan?" vroeg Hopma met
tegenzin.
„Luister goed. Jy koopt voor Je vrouw
een Smyrna vloerkleed."
„Wat zou dat?"
„Als je niet een beetje vriendelijke'
kunt wezen, dan ga ik dadelijk weg",
zei van Stuiteren en deed al een stap
naar de kamerdeur.
„Goed dan. Het ls waar".
„Stom van Je. Waar dient dat nou
voor?"
„Gaat je niet aan".
.Daar ls wel wat van waar. Maar er
is kans op. dat nu onze vrouwen ook
een Smyrna kleed willen hebben enwy
hebben daar geen geld voor".
„Moeten Jelui weten", zei Hopma
balsturig.
„Zal lk maar weer...?" en van Stui
teren retireerde weer ln de richting
van de kamerdeur.
„Nee, biyf maar en zeg wat Je eigen-
iyk wilt", zei Hopma, terwyi de stug
heid om zyn hart op eens smolt, want
hy was veel te nieuwsgierig om van
Stuiteren te laten gaan. zonder dat hy
wist wat die geheimzinnige boodschap
nu eigeniyk was.
.Duister. Je vrouw wil natuuriyk
liefst de eenige wezen, die zoo'n Smyr
na vloerkleed heeft."
.Dat weet lk niet".
./Ben JU", zei van Stuiteren, „meer
dan dertig Jaar getrouwd en weet je
niet eens. dat een vrouw het plezierig
vindt ieta alléén te hebben?"
„Nou ja dan".
„Goed. wy willen voor onze vrouwen
zoo'n duur lor niet koopen.".
.Dor?" vroeg Hopma.
„Prachtstuk dan. Hupstra heeft er
geen geld voor. Fldello wil het er niet
voor besteden en lk wil het er niet
voor uitleggen. Is dat duideiyk of
niet?"
„Natuuriyk".
„Je zegt dus tegen Je vrouw: Em
ma, zeg je, als Je het Smyr-
naasch kleed alléén wilt hebben, dan
zeg Je tot je vriendinnen van de krans,
dat je het cadeau hebt gekregen van een
oom heb Je een oom, die er warm
inzit?"
„Jawel", zei Hopma en zette een
hooge borst op.
„Bluf maar zoo niet. Hoe heet die
oom?"
„Louis, net als lk".
.Dus Zebedeus. Dus heeft Je vrouw
het kleed van oom Zebedeus gekregen."
„Waarom?" vroeg Hopma onnoozel.
„JU driemaal overgehaalde nachtuil.
BegrUp Je dat niet? Als onze vrouwen
denken, dat die oom de schenker ls.
dan vallen ze ons er niet mee lastig
en dat doen ze wel als ze weten, dat
JU het gegeven hebt. Wordt het Je
duidelUk?"
„Jawel, maar lk heb er geen plezier
in om voor jullie te Jokken. En Emma
heelemaal niet. Daar hoef Je niet op te
rekenen".
„Ik reken er alleen maar op. dat je
doet wat ik zeg. En wee Je gebeente,
wanneer je zoo'n kleinen dienst niet
voor Je kransvrlenden over hebt. En
nou ga lk en Je zorgt er maar voor.
Nee. ik zal geen sigaar opsteken. Ik
rook nooit zoo vroeg".
Terwyi Hopma beteuterd bleef staan,
want hU had Inderdaad vergeten zUn
bezoeker er een te presenteeren (Hop
ma valt wat krenterig) had van Stuite
ren de kamerdeur al opengedaan en was
de gang Ingestapt, zoodat toen Hopma,
elndeiyk aan de clschen van de be
leefdheid denkende, achter hem aan
kwam, hy precies de straatdeur tegen
zyn neus kreeg, die van Stuiteren ach
ter zich dichtsloeg.
Den volgenden keer was het niet de
beurt aan de Hopma's om de krans te
ontvangen, maar Emma had gevraagd
of het dezen keer haar beurt mocht
wezen. Dat paste haar beter.
„Het zal mU benieuwen", zei mUn
vrouw, „wat Emma Hopma voor
nieuws heeft".
„Voor nieuws?" herhaalde lk onnoo
zel. ofschoon lk de bedoeling wel be
greep.
..Mannen zUn toch net kinderen. Als
de Hopma's ons zoo uitdrukkelUk ult-
noodigen, dan hebben ze wat nieuws.
Een ameublementje of zoo, of oen ver