HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DEN RAAD.
FLITSEN
DE FLORESFILM
GEM.CONCERTGEBOUW
FEUILLETON
VERMIST
DONDERDAG 15 DEC. 1927 DERDE BLAD
Een kwartier agenda, twee uur
rondvraag. De parasiet Zwam
RIotie-Gerritsz inzake gun
ning van machinerieën verwor
pen. Internationale politiek.
Onvoorbereide vragen.
Als B. en W. deze agenda Inderdaad
bedoeld hadden als een bewijs, dat veer-
tdendaagsche vergaderingen niet als re
gel noodig zijn, hebben zij dat bewijs
wel geleverd. De zes onnoozele puntjes
werden afgehandeld in twintig minuten,
waarbij de heer Oversteegen een divertis
sement trachtte te leveren door een mo
tie in te dienen tot handhaving van den
naam Peperstraat, „aangezien anders
wellicht een mede-raadslid zich ge
krenkt zou gevoelen". Er was in dit
blad eenige dagen geleden terloops een
luchtig woordje over dit luchtige geval
letje gezegd, maar deze zwaar-op-de-
handsche voortzetting leek wel zeer
overbodig. De heer De Braai, in een
aanval von joligheid, wou de motie on
dersteunen als de heer Oversteegen be
loofde dat hij er zelf vóór zou stemmen.
Aangezien niemand anders steun ver
leende verdween het ding meteen on
der tafel, waar het behoorde.
De rondvraag duurde daarop twee uur,
en bijna hadden wij zelfs nog het tweede
kopje thee gehaald, maar om kwart
voor vieren wist niemand meer iets.
Eenige der sprekers hadden toen trou
wens al onderwerpen aangeroerd, die zij
beter hadden kunnen laten rusten. Zij
bleken niet op de hoogte te zijn en wer
den van de Dagelijksch Bestuurstafel
met groote doeltreffendheid midscheeps
getorpedeerd. Het is niets voor den Raad,
zoo'n klein agendaatje. Hij krijgt te
veel tijdsruimte, en ik vrees dat het na
deze zitting noodig zou kunnen blijken
om ook den vloer van de oude Raads
zaal op te breken, want het woeker
gewas Zwam moet er zich vast genesteld
hebben.
Hoofdpunt bij deze langdurige rond
vraag was de vermaarde kwestie van
den aankoop van machinerieën voor
het Openbaar Slachthuis. B en W. wil
den ze aanschaffen bij een niet-Haar-
lemsche firma, en de heeren Gerritsz,
Van Liemt en Klein Schiphorst pleit
ten voor de Haar lemsche industrie,
maar zonder succes, want een motie-
Gerritsz c.s, werd tenslotte met 1915
stemmen verworpen. Wethouder Heer-
kens Thyssen stond vrij sterk in zyn
verdediging, vooral door zijn verzekc -
ring dat bij opdracht aan de Haariem-
sche firma nog zóóveel ln het buiten
land gemaakt moest worden dat het
montagewerk slechts een bedrag van
10-000 uit een totale som van
f 60-000 aan aanschaf fingskosten
zou vertegenwoordigen. Hij verdedigde
voorts den technischen adviseur van de
gemeente, wiens onpartijdigheid in het
geding was gebracht, en stelde de tech
nische zijde van het vraagstuk dermate
op den voorgrond dat de Raad zich op
glad ijs begon te voelen. Dit is een tra-
ditioneele tactiek, die sinds eeuwen
haar uitwerking heeft doen gelden. Te
vergeefs streed mr. Gerritsz ertegen met
een lofrede op de adviezen van het ge
zond verstand, die vaak die der des
kundigen in waarde overtreffen. Het
moge zoo zijn, maar zy missen het ge
deponeerde handelsmerk van den
pert, en dat doet veel.
Voor het overige was het een tamelijk
verward debat, waarin de heeren Ger
ritsz en Peper, zich geheel buiten de
orde begevend, lichtelijk slaags raakten
op het terrein der internationale econo
mie en politiek. De communist, die het
begonnen was, kreeg van mr. Gerritsz
te hooren dat de ernstige werkloosheid
in vele Europeesche staten het gevolg
is van de sterk-nationalistische afslui-
tingspolitiek van Rusland, dat haast
geen invoer van buiteniandsche produc
ten toestaat, en dan nog op zeer bezwa
rende voorwaarden. De heer Peper ant
woordde met een verhandeling over de
devalorisatie van vooroorlogsche schul
den, die aan andere landen wèl, aan
Rusland niet is toegestaan. En hij dool
de dermate af dat ook een aanmanend
„Nu keeren we terug tot onze koel
machine", van den voorzitter, hem niet
meer kon stuiten. Maar tenslotte was
het toch uit.
Na de stemming over de motie-Ger-
ritsz kwam er, zooals gezegd, nog het
een en ander. Er is vrijwel niets over
te zeggen.
Bij de stemming over de motie had
de heer Oversteegen zich onthouden
met de opmerking: „Ik heb van deze
kwestie geen verstand". Er zijn meer
yan die kwesties.
R, P.
DE VIJFTIG SCHERMER
MOLENS.
Om het voortbestaan.
AL OF NIET ELECTRISCHE
BEMALING
Woensdagmiddag twee uur werden
voor Ged. Staten van Noord-Holland ge
hoord het bestuur van den polder Scher
mer (dat de electrische bemaling van de
polders I en III door wil voeren): eenige
ingelanden die zich op het standpunt
stellen dat de zuinigheid gebiedt, dat
de molens behouden zullen blijven, en
het bestuur van de Vereeniging „De
Hollandsche Molen", dat strijd voert
tegen de verdwijning van de windmolens
in ons land.
Het gmg hier om niet minder dan
vijftig windmolens.
De zitting werd bijgewoond door den
heer P. Couwenhoven, Dijkgraaf 6e
Schermer; D. de Boer Dzn., Heemraad
te Stompetoren; C. Kramer Glijnis.
Heemraad van den Schermer te Stom
petoren; Mr. D. Sluis, secretaris van
den Schermer; D. A. Vreedenberg, lid
der firma W. C. K. de Wit, adviseurs
van het Waterschap; Mr. P. G. Van
Tienhoven, Middeltoerg en Mr. J. Den
Tex namens de Vereeniging „De Hol
landsche Molen"; P. Smit. ingeland
J. Blom. lid der firma W. C. K. d
Wit; C. Groot, landbouwer te Scher
mer.
Voorzitter was Jhr Mr. Dr. A. Röell,
Commissaris der Koningin in Noord-
Holland.
De Voorzitter las de verschillende
stukken, op deze zaak betrekking heb
bende, voor.
De heer P. Smit kreeg het eerst het
woord, om zijn bemaling uiteen te zet
ten. Hij meent, dat de proef met Polder
n nog niet is afgeloopen en vraagt,
waarom men zooveel geld wil besteden
voor de electrische bemaling. Men kan
volgens hem veel beter de molens ver
beteren. De stroomkosten van de elec
trische bemaling in Polder n worden
blijkbaar striktgeheim gehouden. Spre
ker kent ze tenminste niet. Hij wenscht,
dat Ged. Staten ook de pachters in
Schermer zullen hooren, dan zal him
een groeiend verzet tegen electrische be
maling blijken. Volgens spreker is de
hoofdingenieur van den Prov. Water
staat voor het uitbrengen van zijn rap
port misleid. Mochten Ged. Staten toch
tot electrische bemaling besluiten, dan
geeft spreker in overweging, voor pol
der III een ander bemalmgssysteem toe
te passen.
Mr. Van Tienhoven voerde na
mens de vereeniging „De Hollandsche
Molen" het woord. Hij bepleitte het
behoud van deze gToep van windmolens
en merkte op, dat er in ons land een
stijgende belangstelling voor den strijd
om het behoud van de molfens bestaat.
Behalve een aesthetische vereeniging is
..De Hollandsche Molen" ook een eco
nomische vereeniging. Hij meent, dat
een molen veel economischer beheerd
kan worden. Deze nieuwe aanvraag
tot electrische bemaling van polders I
en III had spreker gaarne nog wat uit
gesteld gezien. Er waait in dezen polder
nog veel wind. die ongebruikt blijft.
Met aandrang vraagt spreker aan Ged.
Staten, een beslissing op deze aanvrage
uit te stellen, om aan de vereeniging
„De Hollandsche Molen" niet den pas
af te snijden voor het onderzoeken van
nieuwe bemalingssystemen, waarbij een
groot gedeelte van de windmolens ge
spaard kan blijven.
De heer Den Tex meent dat het
college van Ged. Staten van Noord-
Holland zeer sympathiek staat tegen
over het behoud van de molens. Spre
ker acht het een algemeen belang, dat
de molens moeten blijven bestaan. Het
betreft hier geen eng provinciaal be
lang. Hij zou het dus betreuren, als
Ged. Staten het bestuursbesluit van den
Schermerpolder goedkeurden.
De heer Middel berg sprak even
eens namens „De Hollandsche Molen".
Electrische hulpbemaling acht hij geen
algemeen belang van Nederland. Die is
zeer weinig rendabel. Het stelsel-Erik-
son bestreed spreker, evenals de hoofd
ingenieur dit gedaan had. omdat het
niet voldoende is. Het gaat hier vol
gens spreker niet om een strijd om
gelijk te krijgen, maar om het belang
van samenwerken. Het gaat hier om de
vraag, of de windkracht, die nu al sinds
eeuwen ons land boven water heeft hel
pen houden, zoo maar moet worden af
geschaft, of dat we onze ziel zoo maar
zonder meer aan de electrische bema
ling moeten verpanden. Spreker hoopt,
dat Ged. Staten deze zaak ernstig zul
len onderzoeken, omdat velen in het land
naar de beslissing van dtt college uit
zien
De heer D. A. Vreedenberg deelde
mede. dat de stroomprijs voor polder
n vijf cent per K.W.U. bedraagt; voor
de polders I en m zou dit vier cent
worden. Uitstel van een beslissing zal
veel geld kosten. Hij bestreed uitvoerig
het standpunt van de vereeniging ,J>e
Hollandsche Mole®" en meende dat een
vergelijking met den W aarder pol der
niet gemaakt kan worden, omdat er een
te groot verschil bestaat. Sprekers voor
naamste bezwaar tegen de windmolens
is, dat die zoo dikwijls stilstaan wegens
gebrek aan wind.
De heer D. de Boer Dzn., vroeg,
waarom de ingelanden zich niet om in
lichtingen tot hun eigen polderbestuur
hebben gewend. Het is waar, dat deze
molens neg wel eeuwen mee zouden
kunnen, maar men moet niet vergeten,
dat er ook jaarlijks een rekening komt.
Spreker komt er tegen op. dat de hoofd
ingenieur van den Provincialen Water
staat misleid zou zijn; hU tart den heer
Smit om dit waar te maken. Het be
houd van de molens in den Schermer
komt volgens spreker op een groot of
fer te staan. Een hulpbemaling in de
Schermerpolders achtte hij niet ge-
wenscht.
De landbouwers in den Schermer-
polder zullen het ten zeerste betreuren
als zij ook niet de zegeningen van de
electrische bemaling mogen ontvangen,
die hun collega's in andere polders
reeds kennen. De Ingelanden van pol
ders I en m maken aanspraak op de
zelfde rechten als die van polder II.
Mr. D. Sluis bestreed de bewe
ringen van den heer Smit. Hij meende
dat de vereeniging „De Hollandsche
Molen" maar moet aansturen op de tot
standkoming van een Rijks-Molenwet.
De heer C. Groot betwistte de mee
ning van den heer Smit, dat er slechte
één keer hoog water in den Schermer
polder is geweest. Dat is verschillende
malen geweest. Spreker heeft daar veel
schade van ondervonden, zoo lang hij
als landbouwer in Schermer gevestigd is
geweest, namelijk sinds 1914. Een sta
tionaire lage waterstand is voor de
polders gewenscht. Hij meende ook. dat
er niet veel tegenstanders van electrische
bemaling in den Schermerpolder gevon
den zullen worden. Spreker hoopte dan
ook, dat ook de landbouwers in polder
I en III dezelfde droge landerijen zullen
krijgen, als die in polder II.
Mr. Van Tienhoven kwam op
tegen de bewering van den heer De
Boer, als zou spreker twee boerderijen
in d'en Schermerpolder hebben gekocht,
om het behoud van de molens te bevor
deren. Dit noemde spreker onwaar en
vond dit geen argument om in dit debat
te berde te brengen.
De heer De Boer handhaafde bij
de repliek zijn beweringen. Hij meen
de te mogen concludeeren. dat de Ver
eeniging .De Hollandsche Molen" de
polderbelangen ondergeschikt heeft ge
maakt aan haar schoonheidsinzicht.
De heer Reigersman, hoofdingenieur
van den Prov. Watersbaat, maakte naar
aanleiding van dit debat enkele opmer
kingen; hij handhaafde het door hem
uitgebrachte rapport. Omdat de resul
taten in polder II gunstig zijn geweest,
had spreker aan Ged. Staten geadviseerd
ook een dergelijk besluit voor de pol
ders I en III te nemen. De windbemaling
geeft meer last van water in de polders,
dan electrische bemaling; dat is zelfs
een verschil van 30 cM. Spreker ont
raadde ook. in te gaan op het verzoek
van de Vereeniging „De Hollandsche
Molen", om een beslissing uit te stellen,
teneinde eerst af te wachten hoe de
resultaten van een nieuw bemalings-
systeem in den Waarderpolder zullen
zijn. Hij noemde eenige cijfers om aan
te toonen, dat de exploitatiekosten van
electrische bemaling veel lager zijn, dan
die van windmolens, ook al worden die
nog zoo goed verbeterd.
Ged. Staten zullen later een beslissing
nemen.
RADIOSTORINGF.N DOOR
ELECTRISCHE TREINEN
PROEVEN OM DEZE TE
VOORKOMEN
De Utrechtsche correspondent van
de Tel. schrijft:
Naar wij vernemen zijn de Ned
Spoorwegen heden begonnen met het
nemen van proeven, om radiostoringen
veroorzaakt door de electrise lie treinen
te voorkomen.
Voorts vernemen wij dat de proeven
om stagnatie door den ijzel te voorko
men, tot heden nog geen resultaat heb
ben opgeleverd. De oplossing van dit
vraagstuk schijnt zeer vele moeilijkhe
den met zich te brengen. Thans wordt
onderzocht op welke wijze in het bui
tenland dergelijke storingen worden
voorkomen.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1078
NIEUWJAARSV.T.NSCKFN
Het is altijd een goed
idee om Je nieuwjaars
kaarten vroeg te koopen,
voor de mooiste weg zijn
besluit om ze meteen i brengt den avond door beseft dat di: voldoende
maar te adresseeren en I met het opmaken va:. I crk is geweest voor een
zoo van het gezeur af te I een lijst van te begun- avond en bergt lUst
zijn I stigen vrienden
haalt eenige avonden
later de kaarten weer
voor den dag maar kan
de lijst niet terugvinden
vindt een week latei- de
j lijst in een la maar nie- I
mand weet waar de kaar
ten gebleven zijn
dagen gaan voorYij zon
der opheldering
I zoodat Je twee dager.
I voor nieuwjaar toch
weer slag moet leveren
om nieuwe te koopen
(Nadruk verboden).
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN
a 60 Cent* per regel-
Vogels lijden honger
Voedert ze daarom met mijn
Zaadmengel voor wilde vogels 8
per pond f 0.25; per '0 pond f 2 ?5
üeeft geen onkruid. Telefoon 131 1
SLUIS, Zaadhandel, Riviervischmarkt 7
OVER ARMENZORG.
HET NIEUWE AMSTER-
DAMSCHE SYSTEEM
Het bestuur van den Armenraad had
Woensdagavond een bijeenkomst belegd
in de Turnzaal van Restaurant Brink -
mann, waar de Directeur van het Ge
meentelijk Bureau voor Maatschappe-
Ujken Steun be Amsterdam, de heer J.
W. Jurrema, een uiteenzetting gaf over
het onderwerp: „Op welke wijze en
waarom zijn bij de reorganisatie van
Maatschappelijken Steun (Het Burger
lijk Armbestuur) in Amsterdam de vrij
willige krachten betrokken?"
Spr. begon met een terugblik te wer
pen op de geschiedenis van de hulp
verleening in alle tijden. Die geschied
de vanwege de kerk. maar ook reeds
zeer vroeg ran overheidswege. Later
wordt de zorg verplicht voor gemeente
besturen. Vroeger was de wetgeving er
op gebaseerd, om de armen van zich af
te houden, eigenlijk af te schepen met
een gift. In het laatst der vorige eeuw
kwam daarin een kentering, het z.g.
Elberfelderstelsel, dat de armen wil op
heffen. Dit werd liet eerst toegepast
door particulieren, later pas nam de
Overheid die verbetering in de armen
zorg over.
Het Particulier Initiatief had echter
met zijn pogingen niet veel succes, en
opgerichte vereeniglngen als .Liefdadig
heid naar Vermogen" enz. gingen spoe
dig na de oprichting achteruit Daarom
ging men het bU Kerkelijken Steun zoe
ken, en werkten de kerkelijke vrijwillige
armverzorgers met het Burgerlijk Arm
bestuur samen.
Deze- vrijwilligers hadden weinig in
vloed op het verleenen van den steun,
want de Overheid vreesde te veci in
vloed van hun zijde. Dat gaf reden tot
ontevredenheid hunnerzijds. In Am
sterdam heeft spr. dan ook een reorga
nisatie voorgesteld.
In Duitschland ontstond na het Elber
felderstelsel het z.g Straatsburgersys
teem. dat- naast de vrijwilligere controle-
en bemiddelingsambtenaren kent, en in
Duitschland veel opgang maakte. Er is
meer ambtelijke invloed bij dat stelsel
In Amsterdam kwam men tot een zelfde
resultaat als in Duitschland, maar langs
geheel anderen weg.
De heer Jurrema gaf aan, hoe men
tot het vrijwilligerswerk met ambtelijke
controle kwam by de reorganisatie in
Amsterdam. Po-meel werd het Burger-
lyk Armbestuur be Amsterdam opgehe
ven. Er kwam een „Bergeriyke Instel
ling voor Maatschappeiyken Steun", i
die vastlegde de werkwijze, die langza
merhand gegroeid was. nl. het behou
den van vrywlllige krachten. De hoofd-
lünen worden thans vastgesteld door een
bestuurscommissie.terwyi voor de meer
individueele hulp een tweede orgaan be
staat, nl. zes districtscommissies, ver
deeld over de stad. Van die arbeidsver-
deellng verwacht spr. veel. Er zyn thans
ruim 500 vrywilligers, die hun krachten
aan het gezinsbezoek wyden. Ook in him
werk werd gaandeweg wyziging ge
bracht. Meer invloed op de beslissingen
werd hun gegeven. De vereeniglngen
van vrywilligers kunnen thans over klei
ne geldsbedragen beslissingen nemen, zij
kunnen voorstellen doen tot verhooging.
verlaging of inhouding van steun. Men
hoopt daardoor de belangstelling gaan
de te houden.
Verschillende interne kwesties zette
spr. uiteen, o.a. de inrichting der sub
commissies, zooals b.v. die voor de Blin
den, voor de Werkloozen, voor de Ouden
van Dagen en Invaliden.
De vrywillige krachten worden ten
zeerste gewaardeerd, maar toch hebben
B. enW. voldoenden Invloed vooral op de
geldmiddelen, wat zeer gewenscht is. Er
is een voldoend controlestelsel, en in alle
districten wordt met dezelfde maten ge
meten. Naast de Burgeriyke Instelling
voor Maatschappeiyken Steun, de dis
trictscommissies en de huisbezoekers (de
vrywilligers dus), staan de ambtenaren,
te weten de Directeur van het Bureau
voor Maatschappeiyken Steun, de dis
trictsdirecteuren, en de overige con
trole-ambtenaren. Door het vrywilligers-
systeem is vervallen het gebruik, dat de
Armen telkens a.h w. demonstratief sa
menkomen, om aan het kantoor hun
ondersteuning in ontvangst te nemen.
Het geld wordt by het huisbezoek uit
gereikt.
Door dit ambtelijk instituut kunnen
B. en W. toezicht houden. Spr. is voor
de opheffing van crisiscommissies zooals
te Haarlem met de werkloosheiCscom-
missie geschiedde.
De heer Jurrema zette nu uiteen,
waarom de vrywilligers in Amster
dam by den Maatschappeiyken Steun
betrokken zUn.
Ten eerste is dat om het vele werk, dat
er te doen Is. Bovendien voorkomt het
stelsel verstarring van het maatschap-
peiyk werk en ambtenary. De Armen
waardeeren het werk der ray willigere.
Het huisbezoek heeft groote waarde,
vooral voor de kinderen. Het nieuwe
stelsel beoogt opheffing der Armen.
Nadat de heer Jurrema zyn rede ge
ëindigd had was er gelegenheid tot lief
stellen van vragen.
Mr. J. N. J, E. Heerkens Thyssen.
vroeg wie de vrywlllige huisbezoekers
zyn, en hoe de uitreiking der onder
steuningen geschiedt, de kerkelyke en
gemccnteiyke ondersteuningen begeiyk.
of ieder afzonderiyk? Ook eenige andere
aanwezigen stelden vragen. o.a. of ieder
die zich voor het vrij willige werk op
geeft daarvoor geschikt geccht wordt.
Van andere zijde werd er op aangedron
gen de ond.-steunlng in één hand te
brengen, en niet bU verschillende orga
nen te laten.
De heer H J. Klein, oud-wethouder
van Schoten vroeg waar de spr. zich de
scheiding denkt tusschen werkloozen en
andere armlastigen. De heer Van de
Kamp wilde weten of de spr. in Am
sterdam wel in contact is gekomen met
de vrouweiyke politie en wat zyn oor
deel daarover is.
Over dit laatste wenschte de spreker
zich liever niet uit te laten, omdat hU
daarvan niet genoeg ervaring heeft. Aan
Mr. Heerkens Thyssen antwoordde de
spr.. dat aanvankelijk de vrywilligers uit
kerkelyke kringen kwamen en tevens
zeide de hee.r Jurrema. dat tegenwoordig
een onderzoek wordt ingesteld naar ce
geschiktheid der vrywilligers. Op de
tweede vraag van Mr. Heerkens Th{j.wn
luidde het antwoord, dat inderdaad vrij
willigers werken voor meer dan éen or
gaan. Daardoor kan verbrokkeling ook
veranderd worden ln samenwerking, zoo
als een der vragers wenschte.
Het antwoord op de vraag van den
heel Klein was. dat de sch-'idlngsiyn
inderdaad moeiiyk te trekken is.
De voorzitter van den Armenraad Mr.
Dr. W. P. Vis bracht den spreker dank.
De belangstelling was zeer groot. ca.
merkten wy op behalve den wethouder
voor het Armwezen Mr. J. N. J. E. Heer
kens Thyssen en den oud-wethouder van
Schoten, den heer H. J. Klein, eenige
raadsleden en den heer Couzijn. direc
teur der strafgevangenis te Haarlem.
INGEZONDEN MEDEDEFLINGEN
a 60 Cents per regel.
Dt BEN-UUR wrrkrlijkkcid.
'a Heer!' k U.k oeriproekelijk leren
bij 'n onbrichasld »olk. Vrrtoomngm
VAN ZONDAG 18 DEC. TOT EN
MET WOENSDAG 21 DECEMBER
r, de GROOTE ZAAL W
Begijnestraat, te 8 oor a*oné«
ENTREE 75 Ct. EN 50 Ct.
Plaatibeipr. i 10 d. b gebouw.
MATINEES 1
op Zoadag 18 Woensdag 21 Dec.
TE 2'; UUR
Entree roor vol warrenen 50 c I 30 e.
roor kinderen 30 of 15 c.
KOOPT TIJDIG UW KAARTJES VAN
DE DAMES-ZELATRICEN DIE
ZE D KOMEN AAN
BIEDEN. 28
Naar het Duitsch van
P. ARNEFELDT.
Vertaald door
JAC. VAN EMDEN.
4)
Zeg wat je weet, beval zUn patroon.
Nu dan. het huis van Fordberg Ls
wel degelijk een villa, met mooie kamers
en een grooten, heel goed onderhouden
tuin.
Dien tuin zal hy zelf wel hebben
onderhouden, merkte Kummer op, en
zijn kinderen
Och wat, die hebben daar geen tyd
voor en dan zulke fyne, gestudeerde
mensohen.,..
Gestudeerde menschen? herhaalde
de commissaris geïnteresseerd.
En toen hU hoorde dat de beide kin
deren van den looper een uitstekende
opvoeding hadden gehad, trad hij op de
heeren Graupr.er toe en sprak fluiste
rend met hen. Deze zeiden Schmidt en
Gottsohalk, weer aan hun werk te
gaan; alleen Kummer bleef.
Ik wil den man niet beschuldigen,
maar de zaak is verdacht en we zullen
onze maatregelen dienovereenkomstig
moeten nemen, zei de commissaris nu
hard op.
Het is niet waar, verzekerde Kum
mer; Fordberg is een eerlijk man. Er
kan hem alleen een ongeluk overkomen
zyn of hy ls aangerand.
Ik wil dat niet tegenspreken, maar
het is toch ook niet onmogelyk dat de
zaak zich anders toegedragen heeft,
antwoordde de commissaris. En er wordt
nu op alle plaatsen, die maar even ver
dacht zyn. naar hem gezocht; zijn sig
nalement moet alle richtingen ge:o-
lografeeid worden en in de eerste plaats
is het noodig. huiszoeking by hem te
doen.
O Heve Hemel, zijn vrouw, zijn kin
deren! riep Kummer uit.
zyn ze nog niet op de hoogte?
vroeg de commissaris.
Dat kunnen ze nog niet zijn: hy
komt ieder-en ochtend om acht uur uit
Friedenau in stad en gaat eerst om 6
uur 's avonds, na kantoortyd weer naar
huis.
En waar eet hy 's middags? vroeg
de commissaris.
Hij brengt zyn boterhammen mee
en gebruikt zijn hoofdmaaltyd pas des
avonds thuis, antwoordde Kommer.
Maar dat is toch byzaafc.
Neemt u my niet kwalijk, in een
ingewikkeld geval, zooals dit hier waar-
schynlyk is, is niets bijzaak, hernam de
commissaris. Waar is het huis van
Forberg in Friedenau? Ik wil er dadelijk
heen.
Zonder dat de familie iets weet?
riep Kummer uit; dat gaat niethet
kon voor zijn vrouw wel eens noodlottig
worden.
Ik denk niet dat zy zoo beer be
snaard zal zyn en wie weet, of het haar
wel zoo onverwacht komt, gaf de com
missaris ten antwoord.
U kunt niet veronderstellen
Ik veronderstel voorioopig alles en
niets. Forberg kan verongelukt, hy kan
overvallen en beroofd zyn. maar hy kan
er ook vandoor zijn en een deel ran zyn
bult thuis verstopt hebben. Het is onze
taak. hem te vinden, dood of levend en
den heeren Graupr.er hun geld terug
te bezorgen. Ik verzoek u, ons daarby
niets in den weg te leggen.
Integendeel, u kunt op onze volle
medewerking en op onze warme dank
baarheid rekenen, verzekerden de beide
neven en drukten den commissaris de
hand ten afscheid.
n.
Het huis van de familie Forberg in
de Saaretrasze in Friedenau. dat door
den banklooper Schmidt met den weid-
schen naam „villa" betiteld was. was
in werkelijkheid een bescheiden, maar
zoowel van binnen als van buiten mooi
en goed onderhouden huis met één ver
dieping en nog een paar zolderkamers
onder het tamelijk hooge dak. Aan de
voorzyde stonden een paar lindeboomen
waaronder zich kleine, goed-verzorgde
bloemperken en een paar banken be
vonden; aan den achterkant strekte zich
een tameiyk groote tuin uit. waarvan
het grootste deel als boomgaard en moes
tuin in gebruik was. Langs de randen
van de groentebedden stonden bloemen
en er waren stamrozen, die voor den
tweeden keer in het jaar met heerlijke
bloemen prijkten in schitterend rood,
zacht rose, wit en teer geel.
Een jonge man in een grijs pak. tegen
de nog warme stralen van de September-
zon beschut door een stroohoed. was
bezig, met een tuinschaar leder verwelkt
blaadje en elk verdroogd takjj ran de
rozen te verwijderen. Hy was juist met
zyn werk klaar, sneed nog een» paar
rozen af en ging daarmee om het huis
heen naar den voortuin, waar op een
van de banken een Jong meisje in een
lichte zomerjurk zat te handwerken.
HU ging naar haar toe en gaf haar
de rozen.
Dank Je wel. Gustatf. zei Juliane
Forberg vroolijk. JU bent nog eens 'n
lieve broer! Wil je nu ook nog wat
peren en een paar perziken plukken, dan
zetten we ze voor vader in een mandje
op tafel, daar houdt hij zoo reel ran.
Gustaaf Forberg knikte en wilde naar
den moestuin terugkeeren. maar Juliane
hield hem nog even terug.
Neem de rozen mee en vraag Moe
der of zy ze in mUn vaasje wil zet
ten en water geven, ik heb nog maar
een paar steken aan mUn werk te doen,
dan is het klaar; lk wil het liever niet
nog eens uit de hand leggen.
De jonge man nam de rozen en ging
ermee in huis. Juliane boog zich weer
over haar werk cn borduurde zoo Ure-
rig. dat zU er een kleur van kreeg.
Op de straat, waarlangs de enkele
huizen, alle door tuinen omgeven, op
eenlgen afstand van elkaar lagen, was
geen mensch te zien. Men hoorde af
en toe de hooge stemmen van kinderen,
die in een naburig en tuin speelden, het
kakelen van een kip. die de wereld
mededeelde, dat zy Juist een ei had ge
legd cn daartusschen heerschte dan voor
korten tyd weer een diepe, droomcrlge
stilte.
Het streepje zonneschUn aan den over
kant van de straat werd smaller, een
licht windje stak op en speelde ln de
blonde krullen van het jonge meisje.
Eindelijk was de laatste steek gedaan.
Juliane knipte het draadje af en hleli
het werk ln de hoogte, om met blijde
voldoening het kunstige borduurwerk te
bekyfcen; daarop vouwde zy het voor
zichtig op. pakte haar naaigereedschap
ln een naast haar op de bank staand
doosje en maakte aanstalten om naar
binnen te gaan.
Op den drexnpel bleef zU staan en
keek nog eens om. Op straat hoorde zy
de voetetappen van een man; hy bleef
voor het huis staan en scheen het met
studie te bekijken. Dat was niets bij
zonders. want er kwamen dikwyis genoeg
Beriyners naar Friedenau. om d* snel
opgekomen wyk in oogenschouw te ne
men en Forbergs mooie kleine bezitting
die de heele familie zoo lief was, mocht
gezien worden.
Ook de persoon van den onbekende
had vols'rrkt niets bijzondere: het was
een tamelijk groote man met een baar
deloos gezicht in eer. eenvoudig donker
blauw pak en met een slappen vilt—
hoed op. De vreemde stak de straat
over en kwam op het meisje toe. HU nam
beleefd zUn hoed van hot gryzende haar
en vroeg:
Neemt u mU niet kwaliik. juffrouw,
ls dit de v'lla van m-nieer Forberg?
U doet ens huisje te veel oer met
deze benaming antwoordde Juliane
glimlachend maar dit huls hoort van
mUn vader en die heet Forberg.
(Wordt vervolgd).