PUHOL
G.A. Broekman
Avondklesding
TWEEDE KAMER.
I 'Mffi
KI, Houtweg 5, Tel. 12225
FEUILLETON
VERMIST
ru&-
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 17 DEC. 1927
16 December.
De Oorlogsbegrooting onderbroken. Een bezuini
gingswetje met één jaar verlengd. De rem op den
aanbouw van bijzondere scholen. Dialoog in een
Kamer van Honderd. Soesterberg. De mobilisatie
slachtoffers.
De oorlogsbegrooting werd vanmid
dag voortgezet.
Maar niet, dan nadat bij den aanvang
van de vergadering een tweetal uren
besteed zyn aan de behandeling van
een bezuinigingsontwerpje Een bezui
nigingswetje. dat op 1 Jan. 1928 zou
eindigen, maar waarvan een meerder
heid in de Kamer overtuigd was, dat
de werking met één jaar moest ver
lengd worden. Tot 1 Januari 1929.
Wat wilde dit bezuinigingswetje?
In de oorspronkelijke L. O -wet werd
aan ouders de vrijheid gelaten over
eenkomstig de gedachte van de paci-
licatie bij de gemeentebesturen om
ten nieuwe school te vragen, wanneer
daarvoor maar genoeg kinderen aan
wezig waren, wat dan blijken moest uit
verklaringen van ouders, dat zij hun
kinderen naar de nieuwe schooi wilden
zenden.
Het gevolg daarvan was, dat weieens
kinderen van een reed3 bestaande school
werden afgenomen, wanneer een nieu
we school geprojecteerd werd, waarvan
de richting meer in overeenstemming
was met de gedachten der ouders, dan
die van de school, welke de kinderen
bezochten. Om een practlsch voorbeeld
te noemen: kinderen van een Herv.
school konden om richtingsredenen
naar een nieuw te bouwen Geref.
school gaan en kinderen van een Gere
formeerde school naar een Hervorm
den nieuwbouw.
In 1923 werd zoodanige overgang, uit
bezulnigingsreöenen. verhinderd Ver
hinderd dat leerlingen, die reeds een bij
zondere school bezoeken op de lijst
voor een nieuw te bouwen school wer
den geplaatst. Maar verhinderd voor
een bepaalden termijn; tot 1 Jan. 1928.
Nu kwam minister Kan als interim-
minister van Onderwijs men weet.
minister Waszink Is ziek met het
voorstel om dit bezuinigingswetje met
één Jaar te verlengen. En blijkens zjn
fintwoord op hem tegengevoerd werd
omdat de tsu ,e paelflcatle-commis-
sle-Rutgers, bezig is met nieuwe bepa
lingen te ontwerpen, die aan de hooge
kosten van het L. O. tegemoet komen en
ook een regeling zal kunnen treffen voor
dergelijk eovergangskinderen. Het ont
werp kwam dus, wijl anders de commis-
sie-Rutgers in haar werk onnoodig zou
kunnen gehinderd worden.
De minister deelde nog mede, dat
minister Waszink oorspronkelijk een
voorstel wilde indienen om het ovenge
noemde bezuiniglngsontwerpje zoo lang
te doen voortduren, tot de commissie-
Rutgers tot resultaten zou gekomen zijn
Waar de Onderwijsraad princlpieele be
zwaren had gehad tegen dit voorstel,
was minister Kan daarmede niet by de
Kamer verschenen en vroeg hij slechts
de verlenging met één Jaar.
Welnu, het waren die princlpieele be
zwaren, die een deel der Kamer afwij
zend deed staan tegenover het ontwerp.
En wanneer daarvan by de eindstem
ming toch een gedeelte den minister
steunde, dan was 't alleen, omdat. den
minister in zUn moeiiykc interim-po
sitie niet wilden afvallen. Maar de be
zwaren bleven. En zU bonden zich dan
ook voor niet langer dan één jaar.
Principieele bezwaren! Het bezuini
gingswetje werd destyds alleen aanvaard
om strenge bezuinigingsnoodzaak. Er
was thans daarvoor geen reden, betoog
den Dr. de Visser en de heer van wyn-
bergen om nu zelfs de opschorting
van de zevenjarige leerverplichting
vroeger eindigt deze bczulnigingsop-
schorting te doen voortduren. De op
schorting van een bepaling uit de L.
O.-wet, die in verband staat met de
Pacificatie, omdat het hier betreft óe
vryheld der ouders om hun kinderen
het onderwys te doen genieten, dat zy
het beste achten voor hen.
Wanneer de heer zyistra. zich by den
minister ten volle aansloot, dan was
het ook alleen, omdat hy hoopt en ver
wacht, dat de commissic-Rutgers met
plannen in dit Jaar komen zal. De hee-
ren Oud en van Zadelhoff en mej. Wes-
torman stemden ook volkomen met den
minister in; zy ook achtten de ver
lenging van den werkingsduur van het
wetje wenscbelijk om de werkzaamheid
der commissie-Rutgers en stelden elke
schemering van afval van de pacifica
tie-gedachte bulten hun overwegingen
van hedenmiddag.
De R.-K bleven
pieele bezwaren. Dr.
by hun prlnol-
de Visser legde
zich by den minister neer voor één Jaar.
Maar niet alle zyn partijgenooten volg
den hem.
Toen de eindstemming kwam. werd
het ontwerpje aangenomen met 45—30
stemmen.
Voor Stemde: links, met de a.r. (be
halve Prof. Visscher) en de c. h. afge
vaardigden de Visser, van Boetzeiaer,
Lovlnk. Schokking en Bakker. Tegen
de r. k.. de a. r. Prof. Visscher, de c. h.
Weitkamp, Scoeck Henkcmans, Lang-
man, Tilanus en Krijger er. de Staatk.
Gcref.
Een kleine verbetering heeft de heer
ZZijlstra nog weten aan te brengen bij
amendement. Een verbetering, waarover
heel de Kamer het eens was en die dan
ook zonder hoofdelijke stemming werd
aanvaard.
De verbetering betrof: „overgaande"
kinderen van een schcol uit een plaats,
die meer dan 4 K.M gelegen is bui
ten dc toekomstige plaats der nieuwe
school. Voor een kind uit Groningen,
wiens ouders in den Haag gaan wonen,
was de wetsbepalingen natuurlijk nooit
bedoeld.
Daarover was ieder het eens.
De Oorlogsbegrooting leverde voor
vanmiddag maar heel weinig stof tot be
schouwing.
Zooais men weet. is by de artikelen
van die begrooting herhaaldelijk de heer
K. ter Laan aan het woord: dat is nu al
25 Jaren het geval. Vrijwel altyd is de
heer K. ter Laan aan het woord. Zoodat
de behandeling van de oorlogsbegrooting
wannegr zoo nu en dan de oud-offi
cieren Tilanus en Duymaer van Twist
zich over kleinigheden niet wenschten
ingelicht te zien heel dikwyis gaat
lyken op een dialoog tusschen minister
en de heer ten Laan, een dialoog in ae
Kamer van Honderd.
De heer ter Laan sprak om. wij
gaan de punten, waarop geen felteiyke
regeeringsmedeüeeling kwam (dat wa
ren de meeste) voorby over de
knoeieryen te Woerden. De minister
beloofde een streng toezicht blijvend te
zullen uitoefenen.
Over de knoeierijen te Soesterberg
wilde de heer ter Laan ook spreken,
maar dit werd uitgesteld tot Dinsdag,
omdat de Zaandamsche burgemeester
ter zake een motie wil voorstellen, welke
het minlsterieele rapport over Soester
berg dcor de Kamercommissie wil deen
onderzoeken. Wat dus beteekenen zou
uitstel tot later datum.
De heer K. ter Laan diende ook van
middag reeds een motie in, waarin hy
vroeg de wettelijke regeling voor mo
bilisatie-slachtoffers die in 1927 ge
bleken was niets bevredigend te zyn
te wijzigen.
De heeren ter Laan en Oud bepleitten
een voldoende wettelyke regeling, die
in alle gevallen uitkomst brengen kan.
Mej. Westerman en Tilanus gispten
het optreden van den Bond van Mobili
satie-slachtoffers zy wezen er op, dat
wanneer er duidelijke rechten zijn, de
slachtoffers onder de Pensioenwet val
len: het gaat om de dubieuse gevallen,
gevallen, waarin voorzien wordt door
ten wet, die zy voldoende noemden.
De heer ter Laan verklaarde nog
eens, dat deze wet niet voldoende is:
er biyken herhaaldelijk nog slachtoffers
niet verzorgd te worden.
Waarop de minister weer mededeelde,
dat elk geval onderzocht wordt en dat
met vrygevigheid wordt opgetreden,
waar maar van eenig verband tusschen
dienst en ziekte kan gesproken worden
Over de motie wordt Dinsdag ge
stemd.
Vermelden we ten slotte nog, dat
di tantwoord des ministers kwam op een
vraag van den heer Kiemstra by de
Artillerie-inrichtingen over eenige da
gen een dienstcommissie zal worden
Ingesteld, waardoor inschakeling in het
Georganiseerd Overleg niet noodig is.
MUZIEK. FLITSEN
BERLINER TRIO.
De tweede KamennuziekavoRó van de
afdeelmg Haarlem der M. t. B. d. T.
verschafte ons de kennismaking met
het ensemble dat de heeren Leonid
Kreutzer. Jozef Wolfs thai en Gregor
Platigorsky met elkaar gevormd hebben
onder den naam „Berliner Trio''.
Kreutzer en Wolfs thai zyn hier reeds
van vroeger bekend: de cellist Piati-
gorsky bleek een waardig partner, wiens
toon vorming even uitmuntend is als zijn
techniek. Doch, wat het meeste zeggen
wil: het samenspel der drie kunstenaars
Is een voortreffelijk geheel, waarin
geen der drie willens of onwillens do
mineert. Hun musiceeren draagt het
kenmerk van voornaamheid het is eer
gereserveerd dan uitbundig, de grenzen
der klankschoonheid worden nimmer
overschreden, te tempi worden be
dachtzaam in toom gehouden. Hun voor
dracht komt niet tot ons als spontane
uiting, maar bekoort door de evenwich
tigheid, door de bewonderenswaardige
pianlssimo-gedeelten. die soms een stil-
droomerige atmosfeer scheppen, door
de piëteit Jegens den tekst der kunst
werken. Het was slechts een enkele
maal in het Allegretto van Beethoven
op. 70 no. 2 dat het pedaalgebruik van
den pianist, dat overigens even beschei
den als correct was esn aan het voor
schrift tegengesteld bindingseffect ver
oorzaakte. In ongerepte welluidendheid
kwamen de heerlijke melodieën van
Schuberts Trio in Bes tot ons, visioenen
van eindelooze schoonheid. Een heftiger
opflikkeren had in liet Andante mis
schien even de rust kunnen verbreken,
het ,.un poe o mosso" had misschien
„un poco piü" kunnen zijn: het schonk
zooals het ons geboden werd te veel
genot dan dat we door het maken van
aanmerkingen ontevreden willen schij
nen. En zoo was 't ook in Beethovens
werk, waarin alle fyne detailkunst
prachtig tot haar recht kwam, in het
bUzonder in de beide middengedeelten.
Dat na de opperste schoonheid die in
de werken van Schubert en Beethoven
tot uiting komt, het trio van Dvórak
geen styging meer kon be teekenen was
vooruit te zien. De Slavische melodieën
van het „Dumky" trio op. 90 werken
amusant, maar komen van tyd tot tyd
op het kantje van banaliteit, en in 't
geheel zit weinig gang, nog minder ont
wikkeling, het klLrikt rhapscdisch en in
teresseert in hoofdzaak door de aardige
klankvond: en. Deze werden dan ook in
het uiterste raffinement weergegeven
en waren vooral in het Andante mode
rato van groote bekooriykheid. zoodat
we zonder voorbehoud mogen zeggen dat
het Berliner Trio ons een avond van
hoogstaand muzikaal genot heeft ge
schonken, die alleen den wensch achter
laat dat de vele schatten uit de trio-lit
teratuur minder schaars ten gehoore
mochten kunnen worden dan in de
laatste jaren geschiedt. Op. 70 no. 2
van Beethoven hoorden we eenigen tyd
geleden van het Parysche trio ook;
wanneer komen Beethovens op. 97,
Schuberts op. 100 eens aan de beurt?
KAREL DE JONG.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1080
DE MORGENSTOND
STEUN AANLEG
RIJWIELPADEN.
WEDER EEN NIEUWE
PROVINCIALE BEMOEIING?
Aan het verslag der commissie uit de
Provinciale Staten die behandelde de
aanvraag om subsidie aan de „RywieJ-
padvereeniging Noord, Kennemerland",
voor het aanleggen van een ry-wielpad
van Bergen naar Bergen aan Zee en
het voorstel van Ged. Staten tot af-
wijzen, is het volgende ontleend:
Ofschoon in de Commissie vrijwel al-
gemeen ernstig bezwaar gevoeld werd
tegen het verleenen van een subsidie
voor den aanleg van een weg, loopende
over particuliere terreinen eener Bouw-
Mtiatschappy en niet bestemd om open
baar te worden, betreuren verscheidene
leden, dat door afwyzing van de aan
vraag het tot stand komen van een
rywielpad in een der schoonste oorden
van ons gewest mogelijk in gevaar zou
komen, terwyi welhaast geen streek van
Noord-Holland zoo gezocht was door na
tuurvrienden als die waardoor het reeds
ten deele aangelegde rywielpad loopt.
Geleid door deze overweging zouden
enkele leden over hun bezwaren wil
len heenstappen, indien een regeling
kon worden gemaakt, «va&*by de ge
vraagde f 5.000 in plaats van aan de
INGEZONDEN MEDEDEFUNGF.N k 60 CENTS PER REGEL.
BELASTINGZAKEN
INRICHTEN, BI HOUDEN EN CONTRÖLEEREN VANAF 6, PER MAAND
N. J. Th. SCHPdIDT - LEERAARM.O. BOEKH. - WH HELMINALAAN 4 - DENHOUf
ADMINISTRATIES EN
- j
Je wordt wakker met het besef I je tracht dus weer te gaan slapen 1
dat het nog vroeg moet zyn er E
is buiten nog niets te hooren
Keesje Kommer is blijkbaar al op,
je hoort hem zyn Iijfdeun, meest
al valsch, fluiten
de melkboer kondigt zyn komst
aan met luid gekletter van fles-
schen
en daar heb je de eerste post ook
al, die met het hekje slaat
de meid van de buren laat de kat
uit op het zelfde oogenbük dat de
hond van je andere buren den dag
begroet
de wekker van de Kommers is alle geluiden hebben zich tot een
duidelijk te hooren koor vereenigd
je besluit op te staan, keert je om
en valt opnieuw in slaap.
(Nadruk verboden).
Rijwielpadvereeniging Noord-Kennemer-
land, zou worden teruggegeven aan de
Provincie, indien te eeniger tyd het
rywielpad door de eigenaresse aan zyn
bestemming mocht worden onttrokken.
Bovendien zou in die regeling moeten
worden bedongen, dat de weg onderhou
den zou moeten worden ten genoegen
van Ged. Staten.
Verschillende leden waren van oor
deel, dat het op den weg der Pro
vincie lag den aanleg van rywielpaden
te steunen, indien het particulier initia
tief krachtig was voorgegaan, maar niet
volledig in staat bleek zyn taak te vol
brengen. Dan moest echter ook vaststaan
dat de gemeenten, waarin of in wier
nabyheid die rywielpaden getraceerd
waren, op behoorlijke wijze financieel
steunden.
Andere leden waarschuwden met
grooten ernst tegen een uitbreiding van
de sfeer der bemoeiing vanwege de
Provincie tot de rijwielpaden. Het be
trof hier in hoofdzaak een locaal be
lang, welks behartiging men gerust aan
belanghebbenden kon overlaten. Hun
grootste bezwaar was echter, dat men
wel' 'wist waar men begon, maar niet
wist waar de grenzen lagen, zy hadden
bezwaar de financieele verplichtingen
der Provincie uit te breiden, nu deze
reeds een zoo greoten last inzake den
aanleg van een wegennet op zich had
genomen.
Het aanwezige lid van Ged. Staten
waarschuwde voor het betreden van
dezen nieuwen door eenige leden aan
bevolen weg; tot voor kort bemoeide
de Provincie zich vrijwel niet met het
wegenvraagstuk; daarin is, sedert de
besluiten der Staten, een algeheele ver
andering gekomen, die zeer groote fi
nancieele lasten tot gevolg zal hebben.
Zou men nu er toe overgaan te hooi
en te gras gunstig te beschikken op
aanvragen om subsidiën, dan zou dat
tot konsekwentïes voeren, welke men
niet kon overzien.
Uit de gedachten wisseling, welke volg
de, bleek dat zeer vele leden bezwaar
hadden tegen het toekennen van het
gevraagde subsidie. Er waren echter
vele leden, die niet strikt afwijzend
stonden tegen het verleenen van steun
uit de provinciale kas in gevallen waar
het particulier Initiatief en de daarby
betrokken gemeenten krachtig waren
voorgegaan, maar onmachtig bleken de
taak te vervullen. Men zou dan echter
prys stellen op een algemeen plan, door
een centrale organisatie uitgewerkt, die
dan tevens het onderhoud op zich diende
te nemen.
Indien men dan nauwkeurig kon na
gaan wat de financieele konsekwentïes
van deze steunverleening zouden zijn,
waren de elementen aanwezig om zich
een oordeel te vormen, dat dan niet
noodwendig afwyzend zou behoeven te
zyn. Van andere zyde werden de be
denkingen tegen uitbreiding der pro
vinciale bemoeiing herhaald.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Wintsrhandsn Wintervoeten
Gesprongen Handen
Schrale Lippen
Ruwe Huid
■Puil v&vxaM en ^e/nzasi
TIAAR I.EM'S TOONEEL.
Rederijkerskamer „Helmers":
Peggy m'n Kind".
Haarlem's Tooneel Vrijdagavond in
den Schouwburg aan den Jansweg en
toch weer niet Haarlem's Tooneel: door
de verwisseling van regisseur was het
niet mogelijk gebleken de tweede voor
stelling van H. T. te doen plaats vinden
op den daarvoor bestemden tijd. En
daarom had het altyd waakzame be
stuur zich in verbinding gesteld met de
bekende Rederykerskamer „Helmers"
te Amsterdam, die zich bereid ver
klaarde het reeds vijf keer door haar
gespeelde tooneelspel „Peggy m'n Kind"
ook nog eens te Haarlem te komen op
voeren en zoo „Haarlem's Tooneel" uit
de verlegenheid te helpen.
Dat mag collegialiteit en goede ka
meraadschap genoemd worden.
Hulde!
En ook hulde aan „Helmers" voor
deze uitnemende opvoering van Peggy,
waarvan wij alleen maar niet begrijpen,
waarom zy zco laat (kwart voor twaalf)
meest eindigen.
Maar de leden van Haarlem's Too
neel, die in grooten getale den schouw
burg vulden, zullen dit latertje niet
zoo heel erg gevonden hebben: zy ble
ven immers nog tot 'n uur of drie na
dansen!
In het orgaan van Haarlem's Too
neel schreef de vertaler van het stuk,
die er ook een van de hoofdrollen op
zoo geestige en beschaafde wyze in
vervult, de heer C. J. Pieters in zijn
aankondiging van deze voorstelling
„Wij komen zonder eenige pretentie. Wü
zijn dilettanten als gy. Wij geven alleen
de verzekering dat wy ons best zullen
doen voor u en voor onszelf. Ons ge
noegen zal daarin bestaan dat wij aan u
genoegen hebben bereid".
Welnu: de werkende leden van Hel
mers, die in Peggy" optraden hébben
him best gedaan: voor henzelf, want
zij hebben hun goeden naam met deze
opvoering hoog gehouden en bevestigd
en ook voor Haarlem's Tooneel, want er
was maar één roep over deze prettige,
beschaafde en vlotte voorstelling.
Wy willen nu dezen traditioneelen zin
inlasschen: de dames kregen bloemen.
Als ooit bloemen op de planken ver
diend zyn dan waren zy nu verdiend
door mevrouw Piepers, die Peggy zoo
echt, zoo eenvoudig voor ons deed leven
en in de ontroerende oogenblikken in
haar lieve stem accenten wist te leggen
die regelrecht naar het hart gingen.
Mej. Doet Keuning was een zeer aan
nemelijke Ellis in haar aanvankelyke
aristocratische afgemetenheid en wist
ook later, toen zy zich in haar verdriet
meer ken laten gaan, boeiend spel te ge
ven.
Vergelykenderwijs kon ons mevr. Jo
Melms als mevr. Chichester minder vol
doen; in houding, gebaar en stem
maakte zy niet in de eerste plaats den
indruk van een zy het dan styfdef:;-
ge dame uit de eerste kringen.
Christian Brent werd vertolkt door
den heer v. d. Maesen; hy was wel de
karakterlocze egoïst, deed alleen by zyn
hofmakeryen wel eens wat „eng"; een
model van een afgemeten, „deftige"
huisknecht was de heer A. Bakker.
Den heer Pieters als Alaric noemden
en prezen wy reeds: hoe geestig beeldde
hy den fatterigen nietsdoener uit en
wat werd de scène van zyn huwelyks-
aanzoek cok door. het prachtige, losse
tegenspel van mevr. Pieters tot een
mooi stukje tooneelspeelkunst!
Een buitengewoon mooi décor had
„Helmers" meegebracht, zoodra het
scherm opging hoorden wy van verschil
lende kanten uitingen van bewondering
voor de gezellige, smaakvolle kamer met
het uitzicht op een door de zon besche
nen tuin.
Waariyk: al was het dan dezen' keer
H. T. niet, de H. T.-ers konden toch
tevreden zyn en waren dit dan blijk
baar ock want aan het slot van het
laatste bedrijf lieten zij verscheiden
keeren halen: en waren zij gul met ap
plaus.
En nu zien wy vol verwachting uit
naar de aanstaande opvoering van
„Gekcoht en Betaald", door H. T.-zèlf
en onder regie van den nieuwen regis
seur; Johan Kaart Jr.!
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
voor 16
Naar het Duitsch van
F. ARNEFELDT.
Vertaald door
JAC. VAN EMDEN.
6)
Weer schreeuwde mevrouw Forberg
het luid uit en dezen keer uitte ook haar
dochter een kreet van schrik, De zoon
gaf geen geluid, zyn gezicht was doods
bleek geworden en hy stond als ver
steend.
Jul lane kreeg het eerst de spraak te-
Vader is een ongeluk overkomen:
Misschien heeft'hij een beroerte gekre
gen! O lieve hemel, wie weet waar hU
ligt zonder hulp!
Weest u maar gerust. Juffrouw,
antwoordde de commissaris en er klonk
weer iets als spot in rijn woorden; -
in geen enkel politiebureau of ziekenhuis
j bericht van een dergeiyk ongeluk ge
komen en menschtn, die op straat of er
gens in hu's ziek worden, verdwynen in
Bcriyn midden op den dag niet spoor
loos
HU is 'vermoord! riep mevrouw For-
berj. uit. O hemel, ik heb altyd zoo in
f.H3st veceten. dat hem iets zou over
komen. als hy zooveel geld by zich had!
De commissaris van politie nam haar
scherp op, deze uitbarsting leek wel heel
echt, maar de schrik van de vrouw, toen
hy had gezegd wie hy was. was nog na
tuurlijker geweest.
Er bestaat nog een derde mogeiyk-
heid, zei hy langzaam en met klem.
Meneer, u kunt onmogeiyk bedoe
lenriep Dr. Forberg uit
Ik zie dat we elkaar begrUpen, me
neer. hernam de commissaris, hy kan
er ook met het geld vandoor zyn.
Een uitbarsting van de heftigste ver
ontwaardiging, van de diepste smart
van moeder en kinderen verhinderde
hem verder te spreken.
De deur uit! De deur uit! riep
Gustaaf Forberg uit en maakte aanstal
ten zich op den commissaris te werpen.
Niettegenstaande haar schrik en haar
verontwaardiging had Juliane echter de
tegenwoordigheid van geest, dit te ver
hinderen, door tusschenbelde te kotnen
en haar hand op zijn arm te leggen.
Laat me gaan! Laat me gaan!
kreunde Gustaaf mat; kim jy het
nanhooren dat hy vader zoo gemeen be
lastert!
Vijf en twintig laar ia mfjn man
nu al by de heeren Ouupner Zn.,
zonder dat er ooit iets op hem te zeg
gen viel klaagde de vrouw
De heeren kunnen onmogelijk zóó
iets van hem denken, zei Juhene vol
vertrouwen. De commissaris haalde veel
beteekenend de schouders op.
De oude heeren zouden het nooit
geloofd hebben, ging het meisje voort,
Ik ga naar myn peet, den ouden me
neer Julius Graupner in C'narlottenburg.
Ze liep op de deur toe. alsof ze er dade-
iyk heen wilde, maar bleef als aan den
grond genageld staan, toen haar moeder,
de handen wringend, op hartverscheu-
renden toen uitriep:
Dertig jaar zyn we getrouwd °n nu
zou myn man my verlaten hebben. Hy
zou zlci. als 'n schurk hebben g*. ragen
tegenover zyn patroon en zUn kinderen!
Niemand, die hem kent zal dat geloo-
ven! Och. hy is dood. hy moet dood zyn!
Stil. stil, moeder-lief, waarom da-
delyk het ergste te denken, smeekte
Gustaaf, terwijl hy naar haar toe ging
en haar haar hand streelde, het kan
immers alles een misverstand zyn; va
der is misschien ergens opgehouden en
nu alweer op kantoor terug.
Dat geloor ik niet; ik heb, vóór ik
hierheen ging.van het station uit nog
eens telefonisch navraag gedaan, er is
geen spoor van hem ontdekt. Zegt u nu
zelf eens. het kan toch onmogeiyk in
den haak eUn. dat uw vader van een
boodschap, die hl.' In een uur kan af
doen. nu om vyf uur 's middags
nog niet terug is?
Hij is dood! zuchtte de vrouw.
- Misschien heeft hy hot seld heele-
maal niet geïnd, veronderstelde Juliane.
Hy heeft op de Ryksbank de chèques
geïncasseerd, op de Nationale Bank de
aandeelen in ontvangst genomen en is
daarna niet meer gezien. En de commis
saris vertelde de ongelukkige familie alle
byzonderheden van het raadselachtig
geval, voor zoover hy daar zelf van op
de hoogte was en van de vergeefsche
nasporingen naar den verdwenen bank-
looper. Z\jn houding was daarby merk
baar veranderd, het wantrouwen, het
sarcasme waren verdwenen, er leek zelfs
een zekere deelneming in zb'n stem te
klinken, zyn vooropgezette meening, dat
de vrouw en de kinderen van Forberg
op de hoogte en de helers van het ge-
stolene waren, raakte aan het wankelen
Meneer, zei hy, terwijl hy Gustaaf
Forberg even ter zy'de nam, het ls
tenslotte inderdaad mogelijk, dat uw va
der het slachtoffer van een ongeluk of
van een misdaad geworden ls, en ik wil
ook graag aannemen, dat. hoe de zaak
zich ook mag hebben tosgedragen, u.
uw moeder en uw zuster er niets van
af weten, maar dat mag my er niet van
weerhouden, myn plicht te doen.
En dat ls?
Huiszoeking doen.
Waarnaar?
Of uw vader zich hier niet mis
schien verborgen houdt en of hij hij
aarzelde toch even misschien een deel
van het. hetvermiste geld hier
ergens verstopt heeft.
Ofschoon hy zachtjes sprak had Ju-
liane's scherp oor de woorden toch ver
staan en ze riep uit:
O! dat is afschuweiyk! Dat is meer
dan erg! Moeder, Gustaaf dat kun
nen dat mogen we niet dulden!
'Mevrouw Forberg hoorde haar nau-
weiyks. Ze sprong van haar stoel op.
greep haar zoon opgewonden bij zyn
armen en riep uit: Wat sta Je daar
nog altyd! Kom mee! We moeten gaan.
we mosten hem zoeken!
Dat doet de politie al, zei de com
missaris nuchter. Vertrouwt u daar
maar op, er wordt geen middel onbe
proefd gelaten om hem terug te vinden.
De kinderen voelden heel goed de
dubbelzinnigheid van dsze woorden er.
keken elkaar treurig aan; de vrouw was
volkomen van het denkbeeld vervuld,
dat haar man het slachtoffer van een
misdaad geworden was en beweerde, zy
moest zelf gaan; zoo als zy en haar
zoon zou toch niemand zich de zaak aan
trekken.
De commissaris keek op de klok en zei
De volgende trein, die in Friedenau
stopt, komt eerst over een half uur aan.
tot zoo lang moet u geduld hebben; lk
ga dan met u mee terug. Het hangt al
leen van u af, of lk tegen dien tyd met
myn werk hier klaar ben. want ik kan
niet toestaan, dat daarvóór iemand het
huis verlaat.
Doe', u dan uw plicht, zei Dr, For
berg berustend. Geef meneer jullie sleu
tels.
Juliane gaf de sleutels en de commis
saris riep een lageren beambte, die zco-
als de bewoners van het huis nu eerst
merkten, met nog twee kameraden bui
ben was geposteerd en het onderzoek
begon. De commissaris van politie noo-
digde den jongen Forberg uit, mee te
gaan en de beide vrouwen volgden. De
huiszoeking strekte rich over de gehee-
le woning uit, geen kast. geen la, geen
bergplaats werd overgeslagen.
De commissaris ging in den tuin, in
de hout- en kolenschuur, in den kelder;
noch de slaapkamer van het echtpaar,
noch het vriendeiyke vertrekje, dat Ju
liane als zit- en slaapkamer gebruikte
bleef ondoorzocht. maar nergens werd
een spoor gevonden van den verdwenen
man of van het vermiste geld en de ef
fecten. Daarentegen kreeg de commis
saris, die zyn oogen terdege den kost
gaf, den indruk dat. er mocht dan al
geen weelde heerschen, de inrlchtinv
toch getuigde van het leven boven h"
peil van een b3Rklooper. Verder viel 1~
hem op. dat hy er nergens een gre
bedreg aan contanten vend, zooals me
dat toch by menschen, die op dszen
voet leefden, moest verwachten. Daar
hy echter niet het recht had hierover
een opmerking te maken, maakte hy er
alleen een aanteekening In zyn boekje
(Wordt vervolgd.)