PUHOL G.A. Broekman Avondklesding TWEEDE KAMER. I 'Mffi KI, Houtweg 5, Tel. 12225 FEUILLETON VERMIST ru&- HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 17 DEC. 1927 16 December. De Oorlogsbegrooting onderbroken. Een bezuini gingswetje met één jaar verlengd. De rem op den aanbouw van bijzondere scholen. Dialoog in een Kamer van Honderd. Soesterberg. De mobilisatie slachtoffers. De oorlogsbegrooting werd vanmid dag voortgezet. Maar niet, dan nadat bij den aanvang van de vergadering een tweetal uren besteed zyn aan de behandeling van een bezuinigingsontwerpje Een bezui nigingswetje. dat op 1 Jan. 1928 zou eindigen, maar waarvan een meerder heid in de Kamer overtuigd was, dat de werking met één jaar moest ver lengd worden. Tot 1 Januari 1929. Wat wilde dit bezuinigingswetje? In de oorspronkelijke L. O -wet werd aan ouders de vrijheid gelaten over eenkomstig de gedachte van de paci- licatie bij de gemeentebesturen om ten nieuwe school te vragen, wanneer daarvoor maar genoeg kinderen aan wezig waren, wat dan blijken moest uit verklaringen van ouders, dat zij hun kinderen naar de nieuwe schooi wilden zenden. Het gevolg daarvan was, dat weieens kinderen van een reed3 bestaande school werden afgenomen, wanneer een nieu we school geprojecteerd werd, waarvan de richting meer in overeenstemming was met de gedachten der ouders, dan die van de school, welke de kinderen bezochten. Om een practlsch voorbeeld te noemen: kinderen van een Herv. school konden om richtingsredenen naar een nieuw te bouwen Geref. school gaan en kinderen van een Gere formeerde school naar een Hervorm den nieuwbouw. In 1923 werd zoodanige overgang, uit bezulnigingsreöenen. verhinderd Ver hinderd dat leerlingen, die reeds een bij zondere school bezoeken op de lijst voor een nieuw te bouwen school wer den geplaatst. Maar verhinderd voor een bepaalden termijn; tot 1 Jan. 1928. Nu kwam minister Kan als interim- minister van Onderwijs men weet. minister Waszink Is ziek met het voorstel om dit bezuinigingswetje met één Jaar te verlengen. En blijkens zjn fintwoord op hem tegengevoerd werd omdat de tsu ,e paelflcatle-commis- sle-Rutgers, bezig is met nieuwe bepa lingen te ontwerpen, die aan de hooge kosten van het L. O. tegemoet komen en ook een regeling zal kunnen treffen voor dergelijk eovergangskinderen. Het ont werp kwam dus, wijl anders de commis- sie-Rutgers in haar werk onnoodig zou kunnen gehinderd worden. De minister deelde nog mede, dat minister Waszink oorspronkelijk een voorstel wilde indienen om het ovenge noemde bezuiniglngsontwerpje zoo lang te doen voortduren, tot de commissie- Rutgers tot resultaten zou gekomen zijn Waar de Onderwijsraad princlpieele be zwaren had gehad tegen dit voorstel, was minister Kan daarmede niet by de Kamer verschenen en vroeg hij slechts de verlenging met één Jaar. Welnu, het waren die princlpieele be zwaren, die een deel der Kamer afwij zend deed staan tegenover het ontwerp. En wanneer daarvan by de eindstem ming toch een gedeelte den minister steunde, dan was 't alleen, omdat. den minister in zUn moeiiykc interim-po sitie niet wilden afvallen. Maar de be zwaren bleven. En zU bonden zich dan ook voor niet langer dan één jaar. Principieele bezwaren! Het bezuini gingswetje werd destyds alleen aanvaard om strenge bezuinigingsnoodzaak. Er was thans daarvoor geen reden, betoog den Dr. de Visser en de heer van wyn- bergen om nu zelfs de opschorting van de zevenjarige leerverplichting vroeger eindigt deze bczulnigingsop- schorting te doen voortduren. De op schorting van een bepaling uit de L. O.-wet, die in verband staat met de Pacificatie, omdat het hier betreft óe vryheld der ouders om hun kinderen het onderwys te doen genieten, dat zy het beste achten voor hen. Wanneer de heer zyistra. zich by den minister ten volle aansloot, dan was het ook alleen, omdat hy hoopt en ver wacht, dat de commissic-Rutgers met plannen in dit Jaar komen zal. De hee- ren Oud en van Zadelhoff en mej. Wes- torman stemden ook volkomen met den minister in; zy ook achtten de ver lenging van den werkingsduur van het wetje wenscbelijk om de werkzaamheid der commissie-Rutgers en stelden elke schemering van afval van de pacifica tie-gedachte bulten hun overwegingen van hedenmiddag. De R.-K bleven pieele bezwaren. Dr. by hun prlnol- de Visser legde zich by den minister neer voor één Jaar. Maar niet alle zyn partijgenooten volg den hem. Toen de eindstemming kwam. werd het ontwerpje aangenomen met 45—30 stemmen. Voor Stemde: links, met de a.r. (be halve Prof. Visscher) en de c. h. afge vaardigden de Visser, van Boetzeiaer, Lovlnk. Schokking en Bakker. Tegen de r. k.. de a. r. Prof. Visscher, de c. h. Weitkamp, Scoeck Henkcmans, Lang- man, Tilanus en Krijger er. de Staatk. Gcref. Een kleine verbetering heeft de heer ZZijlstra nog weten aan te brengen bij amendement. Een verbetering, waarover heel de Kamer het eens was en die dan ook zonder hoofdelijke stemming werd aanvaard. De verbetering betrof: „overgaande" kinderen van een schcol uit een plaats, die meer dan 4 K.M gelegen is bui ten dc toekomstige plaats der nieuwe school. Voor een kind uit Groningen, wiens ouders in den Haag gaan wonen, was de wetsbepalingen natuurlijk nooit bedoeld. Daarover was ieder het eens. De Oorlogsbegrooting leverde voor vanmiddag maar heel weinig stof tot be schouwing. Zooais men weet. is by de artikelen van die begrooting herhaaldelijk de heer K. ter Laan aan het woord: dat is nu al 25 Jaren het geval. Vrijwel altyd is de heer K. ter Laan aan het woord. Zoodat de behandeling van de oorlogsbegrooting wannegr zoo nu en dan de oud-offi cieren Tilanus en Duymaer van Twist zich over kleinigheden niet wenschten ingelicht te zien heel dikwyis gaat lyken op een dialoog tusschen minister en de heer ten Laan, een dialoog in ae Kamer van Honderd. De heer ter Laan sprak om. wij gaan de punten, waarop geen felteiyke regeeringsmedeüeeling kwam (dat wa ren de meeste) voorby over de knoeieryen te Woerden. De minister beloofde een streng toezicht blijvend te zullen uitoefenen. Over de knoeierijen te Soesterberg wilde de heer ter Laan ook spreken, maar dit werd uitgesteld tot Dinsdag, omdat de Zaandamsche burgemeester ter zake een motie wil voorstellen, welke het minlsterieele rapport over Soester berg dcor de Kamercommissie wil deen onderzoeken. Wat dus beteekenen zou uitstel tot later datum. De heer K. ter Laan diende ook van middag reeds een motie in, waarin hy vroeg de wettelijke regeling voor mo bilisatie-slachtoffers die in 1927 ge bleken was niets bevredigend te zyn te wijzigen. De heeren ter Laan en Oud bepleitten een voldoende wettelyke regeling, die in alle gevallen uitkomst brengen kan. Mej. Westerman en Tilanus gispten het optreden van den Bond van Mobili satie-slachtoffers zy wezen er op, dat wanneer er duidelijke rechten zijn, de slachtoffers onder de Pensioenwet val len: het gaat om de dubieuse gevallen, gevallen, waarin voorzien wordt door ten wet, die zy voldoende noemden. De heer ter Laan verklaarde nog eens, dat deze wet niet voldoende is: er biyken herhaaldelijk nog slachtoffers niet verzorgd te worden. Waarop de minister weer mededeelde, dat elk geval onderzocht wordt en dat met vrygevigheid wordt opgetreden, waar maar van eenig verband tusschen dienst en ziekte kan gesproken worden Over de motie wordt Dinsdag ge stemd. Vermelden we ten slotte nog, dat di tantwoord des ministers kwam op een vraag van den heer Kiemstra by de Artillerie-inrichtingen over eenige da gen een dienstcommissie zal worden Ingesteld, waardoor inschakeling in het Georganiseerd Overleg niet noodig is. MUZIEK. FLITSEN BERLINER TRIO. De tweede KamennuziekavoRó van de afdeelmg Haarlem der M. t. B. d. T. verschafte ons de kennismaking met het ensemble dat de heeren Leonid Kreutzer. Jozef Wolfs thai en Gregor Platigorsky met elkaar gevormd hebben onder den naam „Berliner Trio''. Kreutzer en Wolfs thai zyn hier reeds van vroeger bekend: de cellist Piati- gorsky bleek een waardig partner, wiens toon vorming even uitmuntend is als zijn techniek. Doch, wat het meeste zeggen wil: het samenspel der drie kunstenaars Is een voortreffelijk geheel, waarin geen der drie willens of onwillens do mineert. Hun musiceeren draagt het kenmerk van voornaamheid het is eer gereserveerd dan uitbundig, de grenzen der klankschoonheid worden nimmer overschreden, te tempi worden be dachtzaam in toom gehouden. Hun voor dracht komt niet tot ons als spontane uiting, maar bekoort door de evenwich tigheid, door de bewonderenswaardige pianlssimo-gedeelten. die soms een stil- droomerige atmosfeer scheppen, door de piëteit Jegens den tekst der kunst werken. Het was slechts een enkele maal in het Allegretto van Beethoven op. 70 no. 2 dat het pedaalgebruik van den pianist, dat overigens even beschei den als correct was esn aan het voor schrift tegengesteld bindingseffect ver oorzaakte. In ongerepte welluidendheid kwamen de heerlijke melodieën van Schuberts Trio in Bes tot ons, visioenen van eindelooze schoonheid. Een heftiger opflikkeren had in liet Andante mis schien even de rust kunnen verbreken, het ,.un poe o mosso" had misschien „un poco piü" kunnen zijn: het schonk zooals het ons geboden werd te veel genot dan dat we door het maken van aanmerkingen ontevreden willen schij nen. En zoo was 't ook in Beethovens werk, waarin alle fyne detailkunst prachtig tot haar recht kwam, in het bUzonder in de beide middengedeelten. Dat na de opperste schoonheid die in de werken van Schubert en Beethoven tot uiting komt, het trio van Dvórak geen styging meer kon be teekenen was vooruit te zien. De Slavische melodieën van het „Dumky" trio op. 90 werken amusant, maar komen van tyd tot tyd op het kantje van banaliteit, en in 't geheel zit weinig gang, nog minder ont wikkeling, het klLrikt rhapscdisch en in teresseert in hoofdzaak door de aardige klankvond: en. Deze werden dan ook in het uiterste raffinement weergegeven en waren vooral in het Andante mode rato van groote bekooriykheid. zoodat we zonder voorbehoud mogen zeggen dat het Berliner Trio ons een avond van hoogstaand muzikaal genot heeft ge schonken, die alleen den wensch achter laat dat de vele schatten uit de trio-lit teratuur minder schaars ten gehoore mochten kunnen worden dan in de laatste jaren geschiedt. Op. 70 no. 2 van Beethoven hoorden we eenigen tyd geleden van het Parysche trio ook; wanneer komen Beethovens op. 97, Schuberts op. 100 eens aan de beurt? KAREL DE JONG. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1080 DE MORGENSTOND STEUN AANLEG RIJWIELPADEN. WEDER EEN NIEUWE PROVINCIALE BEMOEIING? Aan het verslag der commissie uit de Provinciale Staten die behandelde de aanvraag om subsidie aan de „RywieJ- padvereeniging Noord, Kennemerland", voor het aanleggen van een ry-wielpad van Bergen naar Bergen aan Zee en het voorstel van Ged. Staten tot af- wijzen, is het volgende ontleend: Ofschoon in de Commissie vrijwel al- gemeen ernstig bezwaar gevoeld werd tegen het verleenen van een subsidie voor den aanleg van een weg, loopende over particuliere terreinen eener Bouw- Mtiatschappy en niet bestemd om open baar te worden, betreuren verscheidene leden, dat door afwyzing van de aan vraag het tot stand komen van een rywielpad in een der schoonste oorden van ons gewest mogelijk in gevaar zou komen, terwyi welhaast geen streek van Noord-Holland zoo gezocht was door na tuurvrienden als die waardoor het reeds ten deele aangelegde rywielpad loopt. Geleid door deze overweging zouden enkele leden over hun bezwaren wil len heenstappen, indien een regeling kon worden gemaakt, «va&*by de ge vraagde f 5.000 in plaats van aan de INGEZONDEN MEDEDEFUNGF.N k 60 CENTS PER REGEL. BELASTINGZAKEN INRICHTEN, BI HOUDEN EN CONTRÖLEEREN VANAF 6, PER MAAND N. J. Th. SCHPdIDT - LEERAARM.O. BOEKH. - WH HELMINALAAN 4 - DENHOUf ADMINISTRATIES EN - j Je wordt wakker met het besef I je tracht dus weer te gaan slapen 1 dat het nog vroeg moet zyn er E is buiten nog niets te hooren Keesje Kommer is blijkbaar al op, je hoort hem zyn Iijfdeun, meest al valsch, fluiten de melkboer kondigt zyn komst aan met luid gekletter van fles- schen en daar heb je de eerste post ook al, die met het hekje slaat de meid van de buren laat de kat uit op het zelfde oogenbük dat de hond van je andere buren den dag begroet de wekker van de Kommers is alle geluiden hebben zich tot een duidelijk te hooren koor vereenigd je besluit op te staan, keert je om en valt opnieuw in slaap. (Nadruk verboden). Rijwielpadvereeniging Noord-Kennemer- land, zou worden teruggegeven aan de Provincie, indien te eeniger tyd het rywielpad door de eigenaresse aan zyn bestemming mocht worden onttrokken. Bovendien zou in die regeling moeten worden bedongen, dat de weg onderhou den zou moeten worden ten genoegen van Ged. Staten. Verschillende leden waren van oor deel, dat het op den weg der Pro vincie lag den aanleg van rywielpaden te steunen, indien het particulier initia tief krachtig was voorgegaan, maar niet volledig in staat bleek zyn taak te vol brengen. Dan moest echter ook vaststaan dat de gemeenten, waarin of in wier nabyheid die rywielpaden getraceerd waren, op behoorlijke wijze financieel steunden. Andere leden waarschuwden met grooten ernst tegen een uitbreiding van de sfeer der bemoeiing vanwege de Provincie tot de rijwielpaden. Het be trof hier in hoofdzaak een locaal be lang, welks behartiging men gerust aan belanghebbenden kon overlaten. Hun grootste bezwaar was echter, dat men wel' 'wist waar men begon, maar niet wist waar de grenzen lagen, zy hadden bezwaar de financieele verplichtingen der Provincie uit te breiden, nu deze reeds een zoo greoten last inzake den aanleg van een wegennet op zich had genomen. Het aanwezige lid van Ged. Staten waarschuwde voor het betreden van dezen nieuwen door eenige leden aan bevolen weg; tot voor kort bemoeide de Provincie zich vrijwel niet met het wegenvraagstuk; daarin is, sedert de besluiten der Staten, een algeheele ver andering gekomen, die zeer groote fi nancieele lasten tot gevolg zal hebben. Zou men nu er toe overgaan te hooi en te gras gunstig te beschikken op aanvragen om subsidiën, dan zou dat tot konsekwentïes voeren, welke men niet kon overzien. Uit de gedachten wisseling, welke volg de, bleek dat zeer vele leden bezwaar hadden tegen het toekennen van het gevraagde subsidie. Er waren echter vele leden, die niet strikt afwijzend stonden tegen het verleenen van steun uit de provinciale kas in gevallen waar het particulier Initiatief en de daarby betrokken gemeenten krachtig waren voorgegaan, maar onmachtig bleken de taak te vervullen. Men zou dan echter prys stellen op een algemeen plan, door een centrale organisatie uitgewerkt, die dan tevens het onderhoud op zich diende te nemen. Indien men dan nauwkeurig kon na gaan wat de financieele konsekwentïes van deze steunverleening zouden zijn, waren de elementen aanwezig om zich een oordeel te vormen, dat dan niet noodwendig afwyzend zou behoeven te zyn. Van andere zyde werden de be denkingen tegen uitbreiding der pro vinciale bemoeiing herhaald. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Wintsrhandsn Wintervoeten Gesprongen Handen Schrale Lippen Ruwe Huid ■Puil v&vxaM en ^e/nzasi TIAAR I.EM'S TOONEEL. Rederijkerskamer „Helmers": Peggy m'n Kind". Haarlem's Tooneel Vrijdagavond in den Schouwburg aan den Jansweg en toch weer niet Haarlem's Tooneel: door de verwisseling van regisseur was het niet mogelijk gebleken de tweede voor stelling van H. T. te doen plaats vinden op den daarvoor bestemden tijd. En daarom had het altyd waakzame be stuur zich in verbinding gesteld met de bekende Rederykerskamer „Helmers" te Amsterdam, die zich bereid ver klaarde het reeds vijf keer door haar gespeelde tooneelspel „Peggy m'n Kind" ook nog eens te Haarlem te komen op voeren en zoo „Haarlem's Tooneel" uit de verlegenheid te helpen. Dat mag collegialiteit en goede ka meraadschap genoemd worden. Hulde! En ook hulde aan „Helmers" voor deze uitnemende opvoering van Peggy, waarvan wij alleen maar niet begrijpen, waarom zy zco laat (kwart voor twaalf) meest eindigen. Maar de leden van Haarlem's Too neel, die in grooten getale den schouw burg vulden, zullen dit latertje niet zoo heel erg gevonden hebben: zy ble ven immers nog tot 'n uur of drie na dansen! In het orgaan van Haarlem's Too neel schreef de vertaler van het stuk, die er ook een van de hoofdrollen op zoo geestige en beschaafde wyze in vervult, de heer C. J. Pieters in zijn aankondiging van deze voorstelling „Wij komen zonder eenige pretentie. Wü zijn dilettanten als gy. Wij geven alleen de verzekering dat wy ons best zullen doen voor u en voor onszelf. Ons ge noegen zal daarin bestaan dat wij aan u genoegen hebben bereid". Welnu: de werkende leden van Hel mers, die in Peggy" optraden hébben him best gedaan: voor henzelf, want zij hebben hun goeden naam met deze opvoering hoog gehouden en bevestigd en ook voor Haarlem's Tooneel, want er was maar één roep over deze prettige, beschaafde en vlotte voorstelling. Wy willen nu dezen traditioneelen zin inlasschen: de dames kregen bloemen. Als ooit bloemen op de planken ver diend zyn dan waren zy nu verdiend door mevrouw Piepers, die Peggy zoo echt, zoo eenvoudig voor ons deed leven en in de ontroerende oogenblikken in haar lieve stem accenten wist te leggen die regelrecht naar het hart gingen. Mej. Doet Keuning was een zeer aan nemelijke Ellis in haar aanvankelyke aristocratische afgemetenheid en wist ook later, toen zy zich in haar verdriet meer ken laten gaan, boeiend spel te ge ven. Vergelykenderwijs kon ons mevr. Jo Melms als mevr. Chichester minder vol doen; in houding, gebaar en stem maakte zy niet in de eerste plaats den indruk van een zy het dan styfdef:;- ge dame uit de eerste kringen. Christian Brent werd vertolkt door den heer v. d. Maesen; hy was wel de karakterlocze egoïst, deed alleen by zyn hofmakeryen wel eens wat „eng"; een model van een afgemeten, „deftige" huisknecht was de heer A. Bakker. Den heer Pieters als Alaric noemden en prezen wy reeds: hoe geestig beeldde hy den fatterigen nietsdoener uit en wat werd de scène van zyn huwelyks- aanzoek cok door. het prachtige, losse tegenspel van mevr. Pieters tot een mooi stukje tooneelspeelkunst! Een buitengewoon mooi décor had „Helmers" meegebracht, zoodra het scherm opging hoorden wy van verschil lende kanten uitingen van bewondering voor de gezellige, smaakvolle kamer met het uitzicht op een door de zon besche nen tuin. Waariyk: al was het dan dezen' keer H. T. niet, de H. T.-ers konden toch tevreden zyn en waren dit dan blijk baar ock want aan het slot van het laatste bedrijf lieten zij verscheiden keeren halen: en waren zij gul met ap plaus. En nu zien wy vol verwachting uit naar de aanstaande opvoering van „Gekcoht en Betaald", door H. T.-zèlf en onder regie van den nieuwen regis seur; Johan Kaart Jr.! INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. voor 16 Naar het Duitsch van F. ARNEFELDT. Vertaald door JAC. VAN EMDEN. 6) Weer schreeuwde mevrouw Forberg het luid uit en dezen keer uitte ook haar dochter een kreet van schrik, De zoon gaf geen geluid, zyn gezicht was doods bleek geworden en hy stond als ver steend. Jul lane kreeg het eerst de spraak te- Vader is een ongeluk overkomen: Misschien heeft'hij een beroerte gekre gen! O lieve hemel, wie weet waar hU ligt zonder hulp! Weest u maar gerust. Juffrouw, antwoordde de commissaris en er klonk weer iets als spot in rijn woorden; - in geen enkel politiebureau of ziekenhuis j bericht van een dergeiyk ongeluk ge komen en menschtn, die op straat of er gens in hu's ziek worden, verdwynen in Bcriyn midden op den dag niet spoor loos HU is 'vermoord! riep mevrouw For- berj. uit. O hemel, ik heb altyd zoo in f.H3st veceten. dat hem iets zou over komen. als hy zooveel geld by zich had! De commissaris van politie nam haar scherp op, deze uitbarsting leek wel heel echt, maar de schrik van de vrouw, toen hy had gezegd wie hy was. was nog na tuurlijker geweest. Er bestaat nog een derde mogeiyk- heid, zei hy langzaam en met klem. Meneer, u kunt onmogeiyk bedoe lenriep Dr. Forberg uit Ik zie dat we elkaar begrUpen, me neer. hernam de commissaris, hy kan er ook met het geld vandoor zyn. Een uitbarsting van de heftigste ver ontwaardiging, van de diepste smart van moeder en kinderen verhinderde hem verder te spreken. De deur uit! De deur uit! riep Gustaaf Forberg uit en maakte aanstal ten zich op den commissaris te werpen. Niettegenstaande haar schrik en haar verontwaardiging had Juliane echter de tegenwoordigheid van geest, dit te ver hinderen, door tusschenbelde te kotnen en haar hand op zijn arm te leggen. Laat me gaan! Laat me gaan! kreunde Gustaaf mat; kim jy het nanhooren dat hy vader zoo gemeen be lastert! Vijf en twintig laar ia mfjn man nu al by de heeren Ouupner Zn., zonder dat er ooit iets op hem te zeg gen viel klaagde de vrouw De heeren kunnen onmogelijk zóó iets van hem denken, zei Juhene vol vertrouwen. De commissaris haalde veel beteekenend de schouders op. De oude heeren zouden het nooit geloofd hebben, ging het meisje voort, Ik ga naar myn peet, den ouden me neer Julius Graupner in C'narlottenburg. Ze liep op de deur toe. alsof ze er dade- iyk heen wilde, maar bleef als aan den grond genageld staan, toen haar moeder, de handen wringend, op hartverscheu- renden toen uitriep: Dertig jaar zyn we getrouwd °n nu zou myn man my verlaten hebben. Hy zou zlci. als 'n schurk hebben g*. ragen tegenover zyn patroon en zUn kinderen! Niemand, die hem kent zal dat geloo- ven! Och. hy is dood. hy moet dood zyn! Stil. stil, moeder-lief, waarom da- delyk het ergste te denken, smeekte Gustaaf, terwijl hy naar haar toe ging en haar haar hand streelde, het kan immers alles een misverstand zyn; va der is misschien ergens opgehouden en nu alweer op kantoor terug. Dat geloor ik niet; ik heb, vóór ik hierheen ging.van het station uit nog eens telefonisch navraag gedaan, er is geen spoor van hem ontdekt. Zegt u nu zelf eens. het kan toch onmogeiyk in den haak eUn. dat uw vader van een boodschap, die hl.' In een uur kan af doen. nu om vyf uur 's middags nog niet terug is? Hij is dood! zuchtte de vrouw. - Misschien heeft hy hot seld heele- maal niet geïnd, veronderstelde Juliane. Hy heeft op de Ryksbank de chèques geïncasseerd, op de Nationale Bank de aandeelen in ontvangst genomen en is daarna niet meer gezien. En de commis saris vertelde de ongelukkige familie alle byzonderheden van het raadselachtig geval, voor zoover hy daar zelf van op de hoogte was en van de vergeefsche nasporingen naar den verdwenen bank- looper. Z\jn houding was daarby merk baar veranderd, het wantrouwen, het sarcasme waren verdwenen, er leek zelfs een zekere deelneming in zb'n stem te klinken, zyn vooropgezette meening, dat de vrouw en de kinderen van Forberg op de hoogte en de helers van het ge- stolene waren, raakte aan het wankelen Meneer, zei hy, terwijl hy Gustaaf Forberg even ter zy'de nam, het ls tenslotte inderdaad mogelijk, dat uw va der het slachtoffer van een ongeluk of van een misdaad geworden ls, en ik wil ook graag aannemen, dat. hoe de zaak zich ook mag hebben tosgedragen, u. uw moeder en uw zuster er niets van af weten, maar dat mag my er niet van weerhouden, myn plicht te doen. En dat ls? Huiszoeking doen. Waarnaar? Of uw vader zich hier niet mis schien verborgen houdt en of hij hij aarzelde toch even misschien een deel van het. hetvermiste geld hier ergens verstopt heeft. Ofschoon hy zachtjes sprak had Ju- liane's scherp oor de woorden toch ver staan en ze riep uit: O! dat is afschuweiyk! Dat is meer dan erg! Moeder, Gustaaf dat kun nen dat mogen we niet dulden! 'Mevrouw Forberg hoorde haar nau- weiyks. Ze sprong van haar stoel op. greep haar zoon opgewonden bij zyn armen en riep uit: Wat sta Je daar nog altyd! Kom mee! We moeten gaan. we mosten hem zoeken! Dat doet de politie al, zei de com missaris nuchter. Vertrouwt u daar maar op, er wordt geen middel onbe proefd gelaten om hem terug te vinden. De kinderen voelden heel goed de dubbelzinnigheid van dsze woorden er. keken elkaar treurig aan; de vrouw was volkomen van het denkbeeld vervuld, dat haar man het slachtoffer van een misdaad geworden was en beweerde, zy moest zelf gaan; zoo als zy en haar zoon zou toch niemand zich de zaak aan trekken. De commissaris keek op de klok en zei De volgende trein, die in Friedenau stopt, komt eerst over een half uur aan. tot zoo lang moet u geduld hebben; lk ga dan met u mee terug. Het hangt al leen van u af, of lk tegen dien tyd met myn werk hier klaar ben. want ik kan niet toestaan, dat daarvóór iemand het huis verlaat. Doe', u dan uw plicht, zei Dr, For berg berustend. Geef meneer jullie sleu tels. Juliane gaf de sleutels en de commis saris riep een lageren beambte, die zco- als de bewoners van het huis nu eerst merkten, met nog twee kameraden bui ben was geposteerd en het onderzoek begon. De commissaris van politie noo- digde den jongen Forberg uit, mee te gaan en de beide vrouwen volgden. De huiszoeking strekte rich over de gehee- le woning uit, geen kast. geen la, geen bergplaats werd overgeslagen. De commissaris ging in den tuin, in de hout- en kolenschuur, in den kelder; noch de slaapkamer van het echtpaar, noch het vriendeiyke vertrekje, dat Ju liane als zit- en slaapkamer gebruikte bleef ondoorzocht. maar nergens werd een spoor gevonden van den verdwenen man of van het vermiste geld en de ef fecten. Daarentegen kreeg de commis saris, die zyn oogen terdege den kost gaf, den indruk dat. er mocht dan al geen weelde heerschen, de inrlchtinv toch getuigde van het leven boven h" peil van een b3Rklooper. Verder viel 1~ hem op. dat hy er nergens een gre bedreg aan contanten vend, zooals me dat toch by menschen, die op dszen voet leefden, moest verwachten. Daar hy echter niet het recht had hierover een opmerking te maken, maakte hy er alleen een aanteekening In zyn boekje (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6