PARUSCHE MODE,
■i
ALLERLEI.
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 2 FEBR. 1828
VOORPROEFJES VAN DE LENTE.
U zult het zeker wel met mij eens
zyn, dat het toch heerlijk opmonterend
is, zoo midden in de natte, klamme mist
en regen van deze Januari-dagen, je al
bij voorbaat eens fijn te verkneukelen in
hetgeen het aanstaande voorjaar, de
lente, ons zal gaan brengen? Zoo'n paar
costuumpjes, zooals ze nu, op dit oojen-
blik al in het door de natuur gezegen
de Cannes en Nice gedragen worden,
zijn als het ware een blijde zonnestraal
die door de wintersche vochtigheid en
damp van ons kikkerlandje dringt en
ons eraan herinnert, dat het toch voor
ons óók weer ééns lente zal worden. En
ik hoop, dat uw neus net zoo zal krul
len van plelzier, als de mijne deed, bij
liet bekijken van de verrukkelijke
„trois-plèces" en „ensembles" van bij
gaande teekening. Het zijn, wat we zou
den kunnen noemen: vroeg-voorjaars-
costumes. Zoodat een shawl, of wat
bontgarneering, er aan herinneren dat
de zon in de lente nog wel eens rare
kuren kan hebben. Om van den wind
nog maar niet eens te spreken, We zien
dus van links naar rechts, allereerst
onze trol6-pièces; de rok, met de noo-
dige ruimte door eenige groepen plooien.
is van wollen jersey, afgezet met een
strook goed van dezelfde stof, alleen in
een donkerder kleur, evenals het open
vallende jasje. De witte pull-over Is op
heel origineel© wijze met groote pastil
les gc-garneerd, die er met een feston
steek op bevestigd zijn. De shawl is op
dezelfde manier bewerkt. We hebben er
5-25 M. stof van 1-30 M. breed voor
noodig. In het midden een ensemble,
gep'.lsseerd rokje van beige crepella,
met een kruiselings gesloten casaquc
van rood© yersey, geborduurd met bei
ge en kastanjebruin en met een bruin
zeemleeren ceintuurtje. De mantel is
van kasha-naturel, met bontkraagje en
geheel afgezet met een grof zijden stik
sel. Hiervoor is noodig: 2.25 M. crepella
van l M. breed, 1.50 M. yersey van 1.20
M, en 2-15 M. kasha van 1.40 M. Geheel
rechts een fijne japon van grijze zijden
marocaln, met groen zeemleeren cein
tuurtje en dasje van groen fluweel. De
mantel is van amandelgroene drapella,
met kraag en manchetten van grijs bont
(bijv. petit gris). Aan 3-25 M. marocaln
van i M. en 2-75 M. drapella van 1.20
M. heeft men genoeg. Heerlijk toekomst
beeld! MADELEINE.
„BALLON"
,3allon"-costuum van zwart satijn
voor bal-masqué. Het roklijfje, op den
rug geheel recht, loopt aan de voorzijde
met een punt naar boven en wordt
vastgehouden door een kettinkje om
den hals. Op het ruime rokje zijn aan
beide zijkanten kleurige ballons vastge
hecht, evenals op het kapje.
Een knippatroon is verkrijgbaar in de
maten 42, 44 en 46, onder opgave van
nummer 127. Kosten 55 cents.
„ZON"
„Zon"-costuum van reseda taffetas.
Het lijfje loopt aan de voor- en de rug
zijde met een punt naar boven, welke
vastgehouden worden door een band
om den hals. Het poffende rokje ls heel
kort en is aan de linkerzijde gegarneerd
met een geappliqueerde zon van gele zij
de. De stralenkrans om het mutsje is
gemaakt van karton, beplakt met goud
geel papier.
Een knippatroon is verkrijgbaar ln de
maten 42, 44, 46 onder opgave van num
mer 128. Kosten 5.5 cents.
EEN PRAATJE OVER BAL-
MASQUé-COSTUUMS.
In den tijd der gemaskerde bals is het
dikwijls niet gemakkelijk een voor ieder
passend costuum te vinden, vooral niet
als het costuum bij het dansen van
Charleston en andere niet hinderlijk
mag zijn. Om al deze moderne dansen
te kunnen uitvoeren is allereerst een
korte rok noodzakelijk. Maar heiaas, bij
de meeste costuums die wat voorstellen
moet een lange rok zijn.
Wie dus de moderne dansen met suc
ces wil afwerken" moet een costuum
kiezen, waarbij een korte rok gedragen
kan worden. Voor Pierrettes, Colombi-
nes, Carmen en zigeunerinnen is dit al
direct zeer gemakkelijk. Ook als men
de een of andere bloem voorstelt, staat
een korte rok het beste. Evenzoo kan
de Koningin van den Nacht, die in een
tullen kleed verschijnt, bezaaid met
schitterende sterren en met een half
maantje op het hoofd, zeer goed onder
haar kleed een korte rok dragen.
Voorts zijn er nog vele nationale cos
tuums. die bij het dansen absoluut niet
hinderlijk zijn. Zoo kan men bijvoor
beeld kiezen: de Russische boerin, de
Napolitaansche, de Servische en nog
veel andere. Wil men het karakter der
Slavische costuums goed uitbeelden,
dan mag men echter de kaplaarzen
niet vergeten. In de meoste gevallen
zal er dus niets anders op zitten dan
een fout te begaan en met dansschoe
nen in plaats van kaplaarzen te ver
schijnen.
Moeilijker wordt de zaak als men een
Biedermeier-costuum wil dragen, een
Crinoline of een Rococco-toilet. Ook een
Maria Stuart of een Gretchen of een
Cleopatra zfjn moeilijker om toe te be
sluiten en men kiest dergelijke costuums
als regel alleen, wanneer de hoofdop-
zet van het uitgaan is om een prijs te
winnen.
Velen sullen echter deze opvatting
niet graag huldigen. Als men naar een
bal-masqué gaat, dan gaat men er
heen voor de pret en niet om den ge-
heelen avond opgeprikt op een stoel te
moeten zitten in afwachting van een
prijs. Men doet daarom het verstandigst
als men een goedkoop, handig pakje, dat
gauw gemaakt kan worden en door kleur
en lijn toch genoeg oogt om een voor-
deelige verschijning te maken, zelf ver
vaardigt. Natuurlijk is het wel jammer,
wanneer, doordat iedereen er zoo over
zou denken, alle mooie en kostbare cos
tumes van onze bal-masqués verdwijnen
en daarmede de bekoring van zoo'n
avond voor de ouderen en de toeschou
wers voor een groot gedeelte wordt weg
genomen, maar men kan niet verlangen
dat de een nalaat wat de ander mag
doen en als het eens jonge meisje zegt:
ik maak het mij makkelijk en maalt
mijn pakje aardig, maar goedkoop, kan
men het tenslotte hot andere jonge
meisje niet kwalijk nemen, dat zij er
precies eender over redeneert.
WIJZE WOORDEN.
„WAT VOORBIJ GAAT...."
Hebt gij wel eens aan het venster
gestaan en gezien, dat de postbcde voor
bij ging? Misschien verwachtte ge een
brief, een boodschap, die aan een twij
fel een einde zou maken, of een korte
mededeeling, die een knagende onrust
zou hebben doen verdwijnen. In zulke
omstandigheden is het ellendig, als de
postbode voorbij gaat.
En er kunnen tijden zijn geweest, dat
ge geen specialsn brief wachtende
waart, maar dat het leven een beetje
eentonig leek' en een brief van een
vriend u een nieuwe belangstelling en
een beetje zonneschijn zou hebben ge
bracht. „Neen, maar dat is tcch te erg!"
roept gij uit. „Niemand schrijft mij
ook ooit!"
„Niemand schijft mij ooit". Denk eens
een oogenblik na en vraag u eens af,
of er geen andere menschen zijn, die
evenals gij, den postbode voorbij za
gen gaan.
Een geduldige moeder, in wier
aan groote gebeurtenissen zoo arm leven
een brief van een zoon of een dochter
tijdingen behelst, die de lange uren
sneller doen vliegen en die herinnerin
gen opwekken, welke de „rozen van
December" zijn.
Misschien is er iemand, ergens op
een ver verwijderde plantage of buiten
bezitting, hongerig van een verlangen
naar nieuws van huis, iemand, aan
wien gij eens regelmatig schreef, doch
die nu schijnt vergeten te zijn,
Voor dezulken beteekent de mail van
huis zooveel, dat de postbode te
paard die voorbijrijdt een tragedie
wordt. „Als een koele dronk voor een
dorstige ziel zoo is goed nieuws van
een ver land".
„O," zegt de onnadenkende, „maar
ze weten, dat ik aan schrijven een broer
tje dood heb". Onzin! Een dergelijk
excuus bedekt iets dat vlak bij lui
heid ligt, als hst tenminste niet zuivere
onnadenkendheid is. Gedurende den
oorlog leerden dergelijke menschen o'e
kunst van schrijven verbazend snel,
want toen bracht het schrijven van een
brief zielevrede en geestelijke rust; het
was een zwakke schakel, die ieder uur
van den dag overbodig geworden kon
zijn.
Zy, die geen brieven schrijven, kunnen
eigenlijk ook niet verwachten, dat zij
brieven krijgen. Als gij u ontstemd
voelt wanneer uw kring van vrienden
en kermissen en verwanten u niet
schrijft, ga dan uw eigen prestaties
maar eens na en onderzoekt maar eens
of gij het belletje van den postbode
wel verdient. En ga dan zitten en
schrijf;
In deze aangelegenheid, evenals in
zoovele andere, is het beter te geven
dan te ontvangen. De postbode gaat
ook andere deuren dan de uwe voorbij
en het kan heel goed zijn, dat gij er
de oorzaak van zijt dat hij voorbij gaat.
OVER DF. OPVOEDING
VAN HET KIND.
De natuur heeft een bijzonder groot
vertrouwen in ons gesteld door ons
de opvoeding van onze kinderen toe te
vei trouwen zonder ons voorschriften te
geven op welke wijze wij daarbij moe
ten handelen. En als men het groot
aantal menschen. dat op aarde leeft
beschouwt, dan heeft de natuur zich
in haar vertrouwen niet vergist.
Want al die milliarden zijn toch ook
eens kleine hulpelooze zuigelingetjes
geweest. Zij zijn alle, vorsten of bede-
laers, philantropen of tuchthuisboeven
eens gekoesterd aan de borst eener
moeder en met zorgen omringd. Toch
zou de loopbaan van menig mensch
gelukkiger geweest zijn als zijn eerste
levensjaren minder aan Moeder Natuur
en meer aan Moeder Kennis zouden
zijn toevertrouwd.
De moderne hyenhouders slagen er
in. al naar zij het wenschen de broed
sels der bijen tot koninginnen, darren
of werkbijen op te kweeken. Een ko
ningin wordt verkregen door de jonge
bif een grootere cel in den raat te
geven en overvloediger te voeden.
Met den mensch gaat het eigenlijk
weinig anders. Reeds de ligging, de
ruimte, de plaats en de wijze van voe
ding voor de geboorte beschikken voor
een deel over zijn wijze van ontwik
keling en dus over zijn toekomst. Al
leen is er dit verschil, dat men bij den
mensch het wijzigen van die toestanden
niet zoo in zijn macht heeft als bij de
bijen. Ieder verwondert zich erover als
hij een kuiken uit het ei ziet komen,
dat het kleine dier reeds zoo vaardig
is en men vraagt zich af wie het kleine
dier leerde zijn schaal door te pikken.
Vroeger zei men met een groot woord
„instinct" en meende dan daarmee al
les verklaard te hebben. De nieuwere
wetenschap vraagt echter: wat is in
stinct? En waar zijn de grenzen tus-
schen instinct en verstand? Sommigen
meenen, dat er voor de geboorte een
soort droomleven bestaat en dat in dat
droomleven bet ongeboren wezen een
leerschool doorloopt. Het kuiken zou
dan reeds in een soort droomtoestand
onbewust zijn schaal hebben doorge-
pikt en later, als de werkelijkheidstce-
stand zich voordeed, eenvoudig weer
net doen als het In den droom deed.
Bij den mensch zou ook iets derge
lijks voorkomen. Wie zuigelingen in
de eerste dagen goed heeft geobser
veerd. krygt werkelijk het denkbeeld
dat zij nog in een droomtoestand leven.
Eerst langzamerhand worden de intuï
tief verkregen vaardigheden aangevuld
door vaardigheden verkregen door na
bootsing. Nabootsing is ook een in
stinct en het is wel een der meest ver
strekkende. De dieren komen eigenlijk
nooit heel veel verder dan tot na
bootsing. Toch moet er ook creatief in
stinct aanwezig zijn, daar immers an
ders er niets na te bootsen zou zyn.
De hooge plaats, die de mensch zich
heeft verworven, dankt hij voor een
groot deel aan het vermogen om van
nabootsing tot combinatie van erva
ringen te komen. En uit die combinatie
tot nieuwe denkbeelden. De zuigeling
begint zijn leven dus op de grens van
droomleven en bewust leven. Dit
droomleven zet zich eigenlijk voort tot
de mensch volwassen is. Over het al
gemeen begint de mensch volwassen
te worden na de puberteitsjaren, dat
is in ons klimaat na het veertiende
jaar: bij meisjes veelal eerder dan bij
jongens. Maar eigenlijk rijpt de mensch
zijn heele leven lang en op hem is
toepasselijk wat de beroemde Japan-
sche teekenaar Hokoesai zeide toen
hij na zijn heele leven met teekenen
doorgebracht te hebben diep in de
tachtig op zijn sterfbed lag: „Hoe jam
mer, dat ik moet heengaanik be
gon juist zoo goed te leeren teeke
nen!"
Wanneer wij het leven gaan verla
ten komt het gewoonlijk pas voldoende
duidelijk tot ons. dat wij het nu eerst
goed zouden kunnen leeren begrij
pen.
De opvoeding van het kind begint
reeds voor de geboorte. De moeder die
haar kind liefheeft verzorge zich zelf.
Mijd alle overdaad, maar weest daar
tegenover ook weer niet te sober. Er
is een oud volkspraatje, dat de toe
komstige moeder altijd dadelijk tot zich
moet nemen wat zij begeert, daar an
ders het kind een dief wordt. Dit is
natuurlijk sterk overdreven. Maar
er zit een kern van waarheid in. Als
ge sterk naar het een of andere voed
sel verlangt (en dikwijls is dat voedsel
waaraan gij in normale tijden weinig
of niet hecht) dan wil dat dikwijls
zeggen, dat uw lichaam voor het kind
bepaalds stoffen verlangt. Zoo Kenden
wij een dame, die in normale tijden,
een afkeer had van pekelharing, maar
er nu telkens naar verlangde: Later
toen de zuigeling ter wereld was, kwam
weer die afkeer terug. De eenvoudige
verklaring was, dat haar lichaam een
tekort aan zout had gehad en wellicht
aan traan, beide zoo overvloedig in
pekelharing aanwezig.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
In lijden van
crisis
versterkt
twvat al de fcraofot van bet vleescb
N.V. E. Ostermnnn Co'
Eentg Importeur: flandcI AtDSterjBm
MODIEUZE MOLLY door TOPSY.
„VADER DOET INKOOPEN
ELEGANT AVONDTOILET
Elegant avond-toilet van zwarte Geor
gette, gecombineerd met rose. Aan iede
re z{jde zijn paarl-moticvcn aange
bracht. De rok is alleen aan de voorzij
de sterk ingehaald, waardoor het slanke
effect bewaard blijft. Dit model leent
zich by uitstek voor zwaardere figuren.
Een knippatroon is verkrijgbaar in de
maten 46. 48 en 50, onder opgave van
no. 126. Kosten 70 cents.
Wat moet vader Molly nu weer ge
ven? Kom, denkt hij. misschien vind ik
wel iets aardigs bij Van Reenen de
Bie, dat Molly graag zou hebben. In
ieder geval kan ik de winkeljuffrouw
vragen, of ze mij helpen wil. En inder
daad, de juffrouw achter de toonbank
is daartoe volkomen bereid en toont
hem verschillende sieraden. Zij beveelt
hem de nieuwe armbanden met de fu
turistische en geometrische figuren ten
zeerste aan. „Zou meneer misschien Iets
voelen voor dezen hanger van aquama
rine met rijnsteenen?" De hanger ls in
driehoeksvorm en maakt een buitenge
meen aardig effect. Vader's oog wordt er
door aangetrokken en de juffrouw zegt
dat het ontwerp te danken is aan een
model, dat op de Parijsche expositie
tentoongesteld was.
Nu, denkt vader, dat lijkt mij wel iets
voor Molly. Parijs speelt in baar garde
robe al zoo'n groote rol. De juffrouw
maar er hem opmerkzaam op, dat deze
hangers in stellen verkocht worden, d.
w. z. er behoort een garnituur in het
zelfde genre bij. Dit wordt dan of wel.
op den schouder, of wel op den hoed
gedragen. Dat Is een heele schok voor
hem. Maar hoe het ook zij, hij wil ze
hebben. Molly is nu morgen eenmaal
jarig, dus' kan hij haar evengoed iets
moois en moderns geven als het een of
ander prulletje, dat misschien wel wat
goeökooper is, doch waarvan zij niet dat
plezier zou hebben.
Haarnetjes. Onduleeren. Over Vesten.
Halsuitsnijding.
Het is en blijft een zeer gering aantal
vrouwen en meisjes, dat kort haar had
en het nu weer iaat aangroeien, maar
er zijn er toch altijd, die ecu tijdlang
rondloopen met een bosje halflang haar
dat nauwelijks tot haar schouders komt
nn dat, over den mantelkraag vallend,
een ouderwetsch schoolmeisjes-uiterlijk
geeft. Natuurlijk loopen die „slacht
offers" niet voor haar genoegen met
zulk haar rond. en wie er genoeg geld
voor over heeft, kan zich bU den kap
per in veel gevallen wel iets beters la
ten maken, mdar alle anderen die deze
kosten niet willen maken, dienen de
zen tijd door te maken. Een haarnetje
kan dan nog wel eens voede diensten
bewijzen, om het tenminste netjes te
houden. Om nu te voorkomen dat het
netje zoo spoedig scheurt, daardoor het
model verliest en onbruikbaar is, kan
jnen het met weinig brillantine insme
ren. Daartoe wosdt een druppeltje bril
lantine in dc palm van iedere hand ge
daan en het netje er tusschen ge
rold: het heeft dan een langeren le
vensduur.
Maar ge denkt er nog niet over uw
haar weer te laten groeien, uw kortha-
rig bolletje is een week geleden gewas-
schen, geknipt en geonduleerd, en dit
laatste is er al niet zoo onberispelijk
meer in. als ge wel zoucit wenschen.
Onverwacht en op het laatste oogenblik
wordt ge nu uit gevraagd: tijd cm naar
den kapper te gaan is er niet. Dus
neemt ge resoluut, na een onderzoek
voor den spiegel die de uitgezakte haar-
golven niets mooier maakt, uw kam
in de eene hand en uw krultang in de
andere. Met de kam houdt ge het haar
tegen en met den warmgemaakten krul
tang, die gesloten moet blijven, duwt
ge de golven weer eenigszins in hun
vroegere fatsoen terug Natuurlijk zal
dit niet precies hetzelfde onberispelijke
effect hebben als wanneer ge zoo juist
van den kapper zijt gekomen, maar al
licht helpt het.
Het is merkwaardig, dot by de eene
de kleeren veel beter op haar plaats
blijven zitten dan by de andere. Natuur
lijk is iemand die rustig is ln haar
bewegingen en alles kalm en welover-
legd doet, altyd onbsrispelijker dan een
ander die nooit stilzit of -staat, op
straat steeds hard loopt en wild in haar
bewegingen is. De eersten zyn dege
nen die nooit aangeschopte of bespatte
kousen hebben, de anderen kunnen niet
uitgaan of op den hoek van de straat
is de eerste vlek er reeds op.
Maar tusschen deze twee uitersten zyn
heel wat anderen, waarvan de een
keurig, de ander slordig haar goed
draagt, schynbaar zonder reden. Echter
zal de lichaamsbouw hierby ook wel
een rol spelen.
Een los vestje in een japon kan
voor de laatsten een onding worden,
wanneer het steeds maar óf rechts óf
links met een punt uit de japon komt.
Wie daarvan last heeft most er wat
aan doen, want het staat slordig. Een
middeltje is om er om het middel
een slap elastiek aan te bevestigen,
maar by de erg bewegelijke trekt het
dan ook nog scheef. Veel practischer
is het om er een lijfje van een onder
jurk van te maken, reikend tot het
middel en loshangend, met schouder
bandjes en al. Moet het vestje van ta
melijk kostbare stof zyn zooals crêpe
de chine of crêpe georgette, dan maakt
men alleen het voorpand hiervan, de
schouderbandjes van kunstzijden lin
gerieband en de rugzijde van dun batist.
Kostbaar kan het zoo nooit worden en
het vestje zal keurig op zyn plaats
blijven.
Hebt ge nog japonnetjes van het vorig
jaar met een ronden hals, die ge nu
met een bedenkelijk gezicht bekykt,
omdat ze geen en-coeur-uitsnyding
hebben met een kraagje, dan kunt ge
die op de volgende wyze gemakkelijk
modern maken. De ronde halsopening
wordt namelijk van voren in een puntje
uitgesneden, zoodat het nieuwste er
toch in aanwezig is. Is de japon daar
voor te laag, zoodat zy vooral aan de
beide zy kan ten van de nieuwe uit-
snyding te ver open zou vallen, dan
kan een smal reepje stof van boven de
eene zyde met da andere verbinden,
waardeer het nieuwe en-couer eigenlijk
meer als splitje dienst doet. Op die
wy2e kunt ge ock een u weinig flat tie
rende ronde hals aardiger maken, door
behalve dit reepje stof een kraagje
om den hals heen te leggen, dat vult
altyd wat meer dan een ronde hals
zonder kraag.
Om dit soms al te kale weg te nemen,
worden dicht onder den boven-voor-
kant twee knoopsgaten, in verticale
richting aangebracht, omgeboord, op
ongeveer twaalf centimeter afstand van
elkaar. Door deze twee knoopsgaten
wordt een lint getrokken dat met een
flinke strik en tamelijk lange slippen
wordt vastgemaakt.
MENU.
Kalfslappen.
Gestoofde Prei.
Aardappelen.
Oeufs au Caramel:
De prei wordt schoongemaakt door
het buitenste velletje en de worteltjes
eraf te halen, waarna ze in stukjes
van een pink lengte wordt gesneden
met uitzondering van de harde groene
stukken. Ze wordt gewasschen en in
kokend water met zout ruim een half
uur gekookt. Daarna wordt ze afgego
ten, terwijl het water desgewenscht voor
soep kan worden bewaard. De stukjes
worden dan in een vuurvast schoteltje
gelegd, met wat verdunde jus overgoten
bestrooid met paneermeel en eenige
klontjes boter en daarna gedurende
twintig minuten ongeveer in den oven
gezet.
Oeufs au Caramel:
4 eieren,
ruim 3 dL. melk,
80 gr. suiker,
1 ons suiker.
De heele eieren worden met de
kleinste hoeveelheid suiker zoolang ge
roerd, totdat er geen kristalletjes meer
in zyn, dan komt de melk erbij en in-
tusschen wordt het ons suiker in een
yzeren pannetje tot caramel gebrand.
Een warme puddingvorm wordt met
warm water omgespoeld, waarna wand
en bodem met- de caramel wordt be
streken: wat er teveel is, moet er toch
inblijven. De vorm wordt nu verder met
het puddingmengsel gevuld, goed ge
sloten en dan gedurende een uur in
waterbad, dat tegen den kook aan is,
gezet. Als de pudding afgekoeld is,
wordt hy gestort, waarby de caramel
er als saus overheen loopt.