Een eenzijdige causerie over de mode
VIERDE BLAD
Chlamys
Duitscher uit de 14de
eeuw.
Eerste helft 15de eeuw
2de helft 16de eeuw
De oude Egyptenaar
Men mag slechts aarzelend de pen
opnemen als men gaat schrijven
over heerenmode van vroeger en
ran nu. De vrouw toch heelt dit terrem
aliUdl! veroverd. Met
schitlll ril vervingen van Modeshows,
welk een stroom van precieuss bUvoege-
Ujke naamwoorden vloeit uit haar pen,
met welk een lantasle heelt aU het,
de modejournaliste, over de dingen die
en vogue" en der vrouw zijn- En
ielk een chaos van tcodere kleuren
staan .ter harer beschikking. Immers
haar palet Ugt bU Hirsch ol Gcreoh, ol
de Vries, cn de literaire kleuren waar.
mee rU haar verslag siert worden voor-
gedrsgen door elegante vrouwen, de
mannequins.
Welk een hopelooze dorheid, welk een
armoede, welk een saaie verstorvenheid
spreidt Kil daar tegenover ten toon
man- Wat staat gU ver ten achter bU
uw suster. de modleuxe vrouw, en htj
uw moeder, de natuur: want bU haar
nietwaar Is het Juist omgedraaid. Daar
1, net 1 mannetjesdier dat pronkt en de
mannequin speelt.
Dus- wee den publicist die zich waagt
aan heerenmode. HIJ moet worstelen te
gen de sandstormen uit de woestijn de^
verveling, en als hl) dan al slaagt dan
wordt hl) nog belachelijk gevonden. Im
mers dit ls het Jaar van kracht, ener
gie. uithoudingsvermogen, dit is het
Jaar der Olympische spelen En dan
spreekt men niet over heerenmode.
En als hü het dan toch doet. dan ts
bet ln het bewustzijn dat hU niet al
leen staat. De lectuur over costuum-
kunde ls ontzaggelijk uitgebreid, en daar
de mode zeer Innig verbonden Is met
bepaalde perioden tn de geschiedenis
der volken, op godsdienstig, zedelijk, po
litiek economisch en kunstzinnig ge
bied Ja omdat de mode eigenlijk direct
ol indirect at te lelden ls uit elder be
langrijk verschijnsel In dc geschiedenis
moet hl), die zich tot doel hectt gesteld
dat bizarre onderwerp te bestudeeren,
over een ongelootlUk uitgebreide ken-
nls beschikken. Bladert u maar eens to
de zes dikke boekdeelen van Ractoet
over coetuumkunde. ol slaat u Maz van
Boehn en Dr. Oskar Flscbel eens op.
Tussehen de regels door duiken visioe
nen op van een bonte wereld, dc eeuwen
vliegen langs u heen jnet al haar ellende,
al haar oorlogen, al haar frivole hoogte
pun'en. heel haar decadentie aan vor
stelijke hoven, el haar ups en downs die
zich afgespiegeld nebben soms duidelijk,
soms schier onnaspeurlijk ln de mode.
O nee. de evolutie ln de heercnklee-
ding ls niet maar too toevallig. want eU
heelt zich steeds, hoe meer de 20ste
eeuw naderde, aangepast aan het mo
derne economische proces, den wed
strijd om besparint van tUd. plaats en
ruimte. Met de kanten Jabots. rijn de
barokke tonen verdwenen Weg hoeden
net veeren. wca degens waamver men
struikelt, weg alle bntcn en «rikken
gespen en haken En zoo moest ook het
barokke silhouet van oude gevez ver
dwijnen: en plaats maken voor het
gladde, vloeiende prespcctlet der moderne
huizencomplexen, zooals de barokke ton
ran den ontleken automobiel moest wij
ken voor den stroomenden, vlottenden
ton van de moderne motorcar. WIJ
moeten ons vlug kunnen bewegen, snel
kunnen verplaatsen. WU moeten mee ln
de Jacht van dit gemechaniseerde, dit
gemachlnallzccrde leven en... wU moe
ten ln gladde smoking", kunnen Char-
lestonnen. kunnen blackbottommen
kunnen heeble-Jeehledn Ja. dat Is on
betwistbaar. Het heerencosuime heelt
zich aangepast. BekUkt u nu eens dat
plaatje van een gentleman van om
streeks 1690 ZUn dracht waa de Fran-
sche. Zie de weelde der gepoederde
pruik, de overdaad der sj-metrlsche
kruller, dc kanten, de brödrrie. en set u
dien man nu eens to gedachten to een
moderne dancing. Laat hem een whiskey
slurpen, laat hem een charleston dan
sen. leet hem op een sezophone blezen
laat hem op een motor kltmmen. zet
hem achter het stuur van een hlspano.
of laat hem "kift roeien. O nee dat U
alles onm-gelijk HU eou onmlddelh k
ter ziele gaar. HU eou sterven aan ZUn
belaehelUkheld Denk u e-rz -™
Rol Soletr to vol ornaat, op de tlets.
V7elk een profanatie.
WO hebben er veel bij gewonnen,
wi "hebben er veel bU verloren. Want
weg Is alif oude etiquette. Weg ls Iedere
boofsche courtoisie. Maar weg ls ook
feet ttADdecvtxsciül dat tot het be
gin der 19de eeuw ln de kleeding ge
handhaafd bleef. WJJ zUn genivelleerd.
En misschien wél het sterkst in onze
kleeding. Doch wie zal zeggen, dat er
niet misschien al heel gauw een
tijd komt. waarin onze hedendaagsche
kleodlng. al even conventioneel en ge
compliceerd schUnt als die van de
Franschen in de zeventiende eeuw? Zal
niet het oogenblik aanbreken, waarop
de mensch een wandelende accumulator
is. Een wandelend reservoir voor ener
gie. van glas. van rubber, van eboniet,
van metaal, zoodat wU draadloos zullen
kunnen hooren. kunnen eten wellicht
of draadloos kunnen vllegeen op ether-
golven. Wat zouden wU dan moeten be
ginnen met de onpractlsche, en absoluut
onproductieve heerenkleeding? Ieder
deeltje onzer uitrusting zal Immers deel
moeten nemen aan den electrischen
struggle for life?
En zien wij nu eens terug ln het ver
leden, wenden wU hu eens den moder
nen man en de moderne vrouw (in
haar smoking, met haar Eton Crop, en
haar chewing-gum) dbn rug toe. Dan
zien wU Holland als een groote wilde
tuin met moerassen en hier en daar wat
zandhoopen. duinen, en terpen. In die
dagen maakte men zich geenszins be-
«oorgd over den slanken lUn. Zonnebrand,
regen, wind en storm, waren lippenstift
en poederdons in éénen voor de Bata
vieren. waarvan Charivarius zegt in zUn
Geschiedenis des Vaderlands:
..Hun haar was blond, hun oogen blauw.
hun tanden wit.
Want koekjes noch gebak bedierven
hun gebit.
Dc oudren hulden zich ln wlldebeesten-
vellen,
Was-echt en weinig sleetsch, gemaklUk
te verstellen;
Die werden aan den hals met
doornen vastgemaakt:
De jeugd liep, net als nu de dames.
dikwijls naakt."
En nu lezer lelden wy n verder vla de
Batavieren, vliegensvlug langs het man-
nengewaad door alle eeuwen. WU moe
ten zeer onvolledig zUn want de materie
bUkans onuitputtelUk. en zullen
dus in duizelingwekkende snelheid met
de traagheid der eeuwen spotten, ver-
wUlend en causeerend wanneer ons dit
behaagt, en met elegante slordigheid,
die nu eenmaal bU de mode past, negee-
rend wat ons niet boeit.
Het zeer eenvoudige schortje dat de
Oude Egyptenaar droeg ontwikkelde
zich geleideiyk tot een langen rok met
plooien, tot een haast volmaakte ïyfrok
met mouwen. Vierhoekige doeken wa
ren bU de Grieken in zwang. ZU sloe
gen die naar willekeur om het lichaam
(de chiton) en wendden bovendien een
mantelachtlg overkleed aan. Ook de
chlnmags een lange reis- - krUgsmantel
was populair. Evenals de gemakkelUke
oretttg zittende peplos.
BU de Romeinen zien wU de tunica
n de lange en korte toga benevens de
'Ichte overdracht, de Lacerna.
Tot de 11 de eeuw bleef, sedert Je
groote volksverhuizing de korte tunica
'n Midden-Europa het gelldde klee-
iingstuk zU werd elgenlUk als mantel
gedragen, vastgemaakt op den rechter
schouder. Eleganter was de lange tu
nica die na de volksverhuizing ook ln
Midden-Europa ln zwang was. ZU werd
iikwUls met gouden draden omzoomd.
Gouden koorden hielden het gewaad
op aan de heup. De mannen droegen
het haar lang. Het ensemble was dus
vel buitengewoon vrouwelUk. En dat ln
ien tUd van zware geharnaste ridders.
Na de 11de eeuw adopteerden de aan-
•lenlUken het nauwgeslotcn wambuis en
laar voegden zUn al spoedig een fraaie
kap aar toe die ln den loop der Jaren
ook menige wyzigtng onderging cn van
ïarrenkap varieerde tot "n zeer om-
angryke hoofdbedekking die afdaalde
op schouder en borst.
Het ontwikkelingsproces van strek
ken eenvoud tot decadente verfUnlng
voltrok zich ook hier. Het wambuis en I
Het toppunt van speelsche decadentie
*efd ln de belletjesdracht bereikt
Kleine zilveren klokjes werden bevestigd
»an een bandelier of een gvrticl c>m de
aeup. De dlngskens kllnkelden by de
-nlnste beweging. Welk een Idylle. Geen
rlaxons. geen motorgeronk, doch zilve
ren getinkel van mlnltueuze schcllekens.
Th. Th Heine Slmpllclsslmus 1902: Zoo zagen Heer mi Trau Schmidt
er uit toen zij naar Londen reisden en zoo. toen zij s dagen tater als
Air. and Mrs. Smith terugkeerden.
1e kap werden allengs zwieriger en loe
der. de strakke lUn moest wyken voor
1e gekartelde. De methode om de ran-
1en van klccdlngstukken tandvormig
uit te slaan of uit te sr.Uden werd ten
slotte op alle onmogelUke en mogelUke
manieren toegepast op leder onderdeel
der lichaamsbedekking.
Men kon de charmeurs, de elegante lan
terfanters van verre hooren naderen.
Renaissance en Hervorming veroor
zaakten natuurlUk een wyziging ln de
boeren mode. in 1530 droeg de correcte
heer. ofwel de gegoede burger een aan
Je halsopening van voren gespleten
wambuis. hU bedekte het hoofd met een
ült den tVd van
Karei IX.
ichte geestige baret. Jongelingen van
toen zouden de plus fours van thans
waarmee men zich niet meer op
golf links doch op het stedeiyke asphalt
pleegt te vertooncn) zeker verafschuwd
nebben. Him roode nauwsluitende wam
buizen omknelden hun slanke ledema
ten Immer van boven tot onder. Over
ëén der schouders droegen rU een kort.
decoratief en sportlef manteltje, dat als
'iet waren luchtigjes op hot lichaam
neergestreken was. Dc ponjaard hing
san den linkerheup. Doch ln dit toon
beeld van Jeugdige gratie kwam de klad.
De andere herren begonnen de nauw
sluitende pantalon te vervangen door
een korte pofbroek het kwieke mantel
tje werd een zware fluweelen cape. af
gezet met bont. Men ging bonte ge
kleurde kousen dragen. De rechterkous
bijvoorbeeld hard blauw, de linker
pauwblauw met gele strepen. De pof
broek zakte allengs tot onder de knie
Op de knieën placht men de s»of te
kerven, van splitten te voorzien, doch
om te voorkomen dat het ontbloote
been zichtbaar werd. Het men deze
voorhistorische plus fours van ecu fel
gekleurde voering voorzien.
Het kon niet bonter.
Een aardige verandering tien wU ln
de tweede helft der zestiende eeuw
plaats grUren.
Onder Spaanschen Invloed adopteerde
men het gmsbulkwambuli. De gentle
man behoorde daarby lange kouien te
dragen en een korte kwieke pofbroek
Toen op deze dracht bovendien nog een
Dulfchen invloed Inwerkte ontstond de
combinatie van zeer omvangTUke pof
broek en rUkgekleurd wambuis, groote
baret en wuivende plulmveer.
In de 17de eeuw Hef' men weer af van
de Spaansch-Dultsche dracht. Toen
kreeg het krUgshartig element de over
hand. Stel u de brecdc geste van den
man dier dagen voor. HU stond stevig
geplant ln zUn geweldige laarzen. Zijn
lange Jas was getooid door een decora
tieve groote kraag, op het hoofd stond
de groote vllthoed met zeer breeden rand
Het kon niet anders of ook op deze pe
riode van kracht moest verslapping
volgen. De pofbroek werd steeds pom
peuzer. de Jas steeds korter, zcodat het
overhemd meer zichtbaar werd. De bra
nieachtige roovershoed kreeg ook Je
schaaf, werd fynrr gemodelleerd, kreeg
een lang gouden koord tot versiering;
een lange stok met ccn Ivoren knop
verving hot echte wapen.
Tot in 1670 ongeveer de periode voor
goed aanbrak, die nimmer geëvenaard ls
Toen FrankrUk den toen aangaf.
Zie eens de trotache prulken, beschouw
die kapsels, kyk eens even naar die
rijkversierde, eng sluitende rok. be
schouw de kunstig geknoopte halsdoek,
de gespen, de stukken, de tlcrlantUnen
Men moest de fraaie hoed. de steek on
der den arm dragen omdat de gepoeder
de haartoren op het hoofd peen bedek
king duldde Met LodewUk XV vrrdween.
de mantel die daarvoor nog het tollet
completeerde. Het wambuis blUft van hals
tot taille open om den drager gelegen-
A'orocm met Toga
held te geven een schitterend Jabot ten
toon te spreiden.
Dit was de tUd Tan het fUne gebaar.
Van coquetterle. vormelijkheid en eti
quette. van opgeschroefde precieuze
menschen. van onnatuur en toch nog
nooit geëvenaarde élégance.
Onherroepeiyk maakte de Pransrhe
revolutie een einde aan verfUnlng en
raffinement ln de kleed'ng. De mannen
van goeed huize droegeu nog een lange
frakachUge rok. een leeren broek, kap
laarten en een lsgen hoed met stijven
rand. De kno'svormlge stok wist zich te
handhaven. De negert'cr.de eeuw ken
merkt r.'ch door een b-langrUke evolu
tie. De kleeding werd grootendee'.s uni
form en daarmee verdween het in de
dracht alt'Jd gedemor.-treeröc stsnden-
vetsehll. D? hrererxr.od» ondervond tot
nu toe slechts opoenrlakk'ge wU»! gingen.
ZU bleef prtn<- niéel fe te'ljk veranderd.
De versobering we;d echter steeds groo-
ter.
TV-e cav«erte man er** '1 TV*h
U willen b'.,n!k rt'n De vrouw ls In de
algemeere loffelijke vereenvond y ng
naar verhouding atol arhter geb'even.
De UWcn rijn voorbij dat Oavara.' om
streeks 1850 een teekentn? kon publ'oee-
ren van een zeer breedgerokte Parl*>nne
die met haar omvargrUk costume de
halve stran vult. ZU wordt minachtend
na--' f»rd door e-a vrouwtje uit het
volk dat haar smalend achterna roeot:
„Ah. he: is dus voor die Joffers, dat
men de Parysche straten gaat verbree-
den".
Transche dracht l&Q
De cartes tuur heeft trouwens altijd tn
de mode een cnu'tp"tte'Uke bron ge
vonden Fr. omgekeerd is rü Immer een
voortreffelijke leiddraad gebleken voor
hen die het cestuum bestudeer ien Daar
zUn behalve de g'e.-i'er spetter Gavarnl
nog de bl'tent't- 8te!nlen en de satlrl-
«-he heke'aar Daum'er. En de duizen
den nenm'ooten die zoolang er vtee-
kend en zoo srg er pamfletten en
periodieken gedrukt werden z*eh d"or#de
altUd vnr.cerer.de en elgenlUk altijd
eenlgsz'na rldleu'e mode. gerns^'reerd
hebben gevoeld. Wy voegen hlerbU een
a^ereee*t'cste creatie van Orandvllle.
..Chapellerle" grneamd. een charge met
evenveel geduld als gevoel voor humor
hekelend de l.oedermode dier dacen
OemodernlM-erd kan men deze teeken'nr
telkens nog terug pden ln de Engel-
s-b.e. Frar.'ehe en DuHsche spotbladen.
Max ven Bewhn zegt ergens ln zUn
5-deeltg door Oskar F*schel geïllustreerd
stand."nrdwerk .Die Mode" sorekende
over de periode 1818—1M2: .Kunst. tUd
en mode vinden e"' ar immer ln de
Llthographie terug. In de 1 Ithcgraphle
weerspiegelt zich .d'? Geselschaft" met
al haar merkwaardigheden haar ele-
ganoe. haar 1 :xe. haar liefde, haar haat,
haar vreugde, haar leed en haar tal-
loor.e gebreken. In de Lithographic
vindt de nietige mis*re even goed een
echo nis het groote geluk. Het zeden-
bee'.d ligt volledig en :n al zUn aehakeo-
gen opgeslcten Ir. de llthographie. In
derdaad zij spreekt een taal die Ieder
een verstaat".
Zoo ts het. HIJ die een blik wil slaan
tn de bonte en immense wereld die mode
heet. kan niet beter doen dan eena de
gesch'.edenlJ van het ear'.catuur na te
slaan. De mode. de fat. de snob. cn de
opgedirkte ..elegante" vrouw, komen er
met een frappante regelmaat tn voor.
teekenend periode, na periode. Vooral
de Pransche leckenaars hebben roet hun
speeach talent de mode van dag tot dag
ln haar grillen, al haar raffinement, en
al haar domme nukken gcvo'gd. Daar
om lUn namen a's Ste'nlen Daumler.
Orandvllle. Achllle. Dëvërla en van r.os
later WlUeite. voor goed aan de ge
schiedenis van llthographie het carlca-
tuur. en de mode. verbonden.
En laten wy hier dan ook den be
roemden Duitscher c'teeren Th. Th.
Hetne. de man van S'.mpltctsalmus d'.e
op deze pagina ook vertegenwoordigd tv
ln een car tea tuur uit 1002:
.Zoo zagen meneer en mevrouw
Schmidt er uit toen zU naar Londen
reisdenen zoo zagen zU er uit toen
sU 8 dagen later als Mr. cn Mrs. Smith
terugkeerden".
Is dere caricatuur niet een voortreffe
lijk document dat feillooa en voor altyd
de Engelstbe in de Du'.tsche burge-man
en burgejuffreuw van den Jare 1303
heeft vasige'egdf
't Is eer. afgezaagd onderwerp d«
Mode. Doch het blUft een onuitputte-
'.Uke bron van vermaak, van verwende-
rlng. ran spot en van dlepelnntzheld
om het zoeken van de cortaak niet waa-
raa heel d;e slerlljkr buitensporigheid die
de mensch tn zijn kleed Uw heef. xna
len da« gelegd