HAARLEM'S DAGBLAD IN DEN TUIN DER GEKOOIDEN. Haarlemmer Halletjes. ZATERDAG 14 APRIL 1928DERDE BLAD Indrukken van Artis. ..Hoe oud is ze nu?" vroeg ik den grijzen oppasser. Hij keek ietwat wee moedig naar de grootste der olifanten en zei: „Zestig. Kan honderd worden, en meer. Wie zal het zeggen? Maar dit jaar viert zij weer een jubileum: vijf- en-dertig jaar in Artis. Dat is heel iets bijzonders Het komt zelden voor. Jaja. En ik Hij aarzelde. „Ook een jubileum?" «Nee, dat niet. Maar Tonia en Ik zijn nu al vier-en-dertig jaar samen Ik lachte. Hu zag het gelukkig niet. HU ging voort: „Het spijt mij te moe ten zeggen dat zij tegenwoordig niet meer te vertrouwen is. Vooral als er veel menschen komen, zooals met Pa- schen, moet je haar in de gaten hou den. Dan probeert ze wel eens om mij tegen het hek te drukken Ik keek naar Tonia. Tonia keek droe vig terug. Coba, de kleinste, zette haar welgevormde voetje net op een knolraap, die zuchtend bezweek, en begon de stukjes met sierlijk slurfgebaar in haar gapende muil te deponeeren. Wij gingen verder, war.t op een olifant ben je gauw uitgekeken. Toch bleef het mij den hee- len dag by: „Tonia en ik zUn al vier- en-dertig jaar samen, en het spijt mU te moeten zeggen dat zU niet meer te vertrouwen is".... Het klonk als de droeve verklaring van een trouw, volhardend maar bitter teleurgesteld echtgenoot. Artis was vol kinderen met hun vaders en moeders. Ik heb nogal op ze gelet, en het zou beter zijn om te zeggen,: kin deren met vaders en volwassenen. Het kwam mij voor dat alleen de moeders er waardig en min of meer soeptisch tegenover stonden. De vaders schenen minstens even enthousiast als de zonen. Hetzelfde zie je in speelgoedwinkels, en thuis ook. vooral als er met stoomma chines en dynamo's en electrische trei nen gespeeld moet worden. De zonen hebben vaak moeite genoeg om hun beurt te krijgen. Moeders zijn veel ver standiger, en ik vraag mij soms af: „Groeien wij mannen eigenlijk wel ooit heelemaal op? Sommigen misschien wel, EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Te Nergenshuizen, het bekende bloeiende boerendorp in ons land, dat onlangs in veehouderskringen plotseling beroemd geworden is omdat er de grootste Paaschos vertoond is, genaamd NERO II (Nero I werd in 1875 in de provincie Friesland aangetroffen), te Nergenshuizen daar woonde een boer, Klaas Klei, die in tegenstelling met Nero II niet beroemd, maar berucht was. Niemand herinnerde zich, dat hij ooit tot iemand een vriendelük woord gezegd had. Als hij sprak, snauwde hij, maar hU zei niet veel, hij wéés gewoon lijk alleen en wie van zUn onderge schikten dat gebaar niet begreep, kreeg onmiddellijk zijn ontslag. Natuurlijk was hij gierig en gaf nooit iets weg, tem ij hij er toe genoodzaakt weid. De fiscus kreeg nooit een aangifte uit zijn han den en nooit zijn geld zonder dwang bevel, eenmaal liet hij liet zelfs opeen gerechtelijke veiling aankomen, maar betaalde toch vóórdat het eerste stuk van zijn huisraad onder den hamer kwam En hoe betaalde hü toen nog! In centen. De ambtenaren telden der heelen dag en Klei, die dat met eer grijns op zijn gezicht stond aan te zien, bood hun natje noch droogje aan Hij bezat kind noch kraai, hond noch kat, maar een goede boerderU en ieder een was er van overtuigd, dat hij rijk was. Want waar altijd maar bijkomt en weinig afgaat, dat moet wel toenemen Als iemand soms mocht zeggen da' Nergenshuizen niet bestaat, dan ant woord ik daarop: Klaas Klei ook niet Hij, zijn woonplaats, zUn boerderij er alles wat ik verder zal beschrijven, zijr maar producten van mijn fantasie Mocht mijn verhaal dus tragisch wor den, dan behoeft niemand te griezelen en als het aandoenlijk gaat worden kun je de tranen sparen. WU weten dus goed wat wij aan elkaar hebben er nu wij daar geen zorg meer over be hoeven te maken, laat Ik pardoes Klaas Klei uit het verhaal verdwUnen. Want op den 22sten Maart van het Jaar 192 werd Klaas, op twintig meters afstand van zijn boerderij dood gevonden. Aar een blauwen kring om zijn keel zag de veldwachter dadelijk, dat hij gewurgd was. Nu komt de eeTste bijfiguur in mijn relaas en wel een heel belangrijk' de Nergenshuisiaansche veldwachter Hij heette Lutte en was nog maar een paar jaar in functie- Vóór dien tijd was hij zeeman geweest. Waarom juist hü benoemd was. begre pen destijds de andere sollicitanten niet, maar de burgemeester had verklaard, dat de man sterk was. gezond, onbe vreesd en dus de rechte man om oU Amerücaansche Bison. maar in velen onzer schijnt de Jongen te blijven voortleven. Inmiddels wor den wü vaders er grijs bü, en het kan ons weinig schelen, maar de moeders sloven zich zoo uit om er jong te blij ven uitzien. Vreemd 'Op dit chapiter zwijg ik verder, het gaat den verkeerden kant uit. Een heel klein jongetje moest van de apen genieten. Zijn ouders hadden zich blUkbaar voorgesteld dat die het aar digst voor hem waren. Maar zij interes seerden hem maar matig. Hij liep er haastig langs, trok zijn moeder, die te leurgesteld scheen, bij de hand mee. en zei tenslotte verdrietig tot zün vader: „Het zün net heele leeiüke menschen". Later ontmoetten wü deze familie weer bü het domein der wilde zwijnen drie stuks, geschenk van ZK.H. Prins Hendrik, Hun vies, diep omwroet erf ligt voor een soort van moddergrauw kasteel, met twee ronde torens en go- thisehe vensters. Een man met gevoel de kermis te Nergenshuizen balsturige elementen, die aan 't vechten wilden gaan, leder een kant heen te dirigeeren of een kermisvierder die op het slui tingsuur niet wou vertrekken, bü zijn kraag te pakken en de deur uit te zet ten. Voor zulke werkjes was veldwachter Lutte buitengewoon geschikt-. Maar in zün hersenkas was het minder goed ge steld. Lutte was dom, maar gelukkig wist hü het niet. Hü dacht dat hü een snuggere man was en zag in den moord op Klaas Klei een goede gelegenheid om zich te onderscheiden.Dus ver scheen hü onmiddellijk, nadat de mis daad bekend geworden was, vol dlenst- Üver op de boerderij om aan allen een voorloopig verhoor af te nemen. Wie had Klaas Klei het laatst gezien? Dit was al een moeilijke vraag, want iedereen die hem tegenkwam, deed maar liever alsof hü hem niet zag. om het gevaar voor een snauw of een grauw te ontgaau. Iedereen zweeg dus, totdat Lutte boos werd en dreigde het heele gezelschap in het kot onder den toren te zetten, wanneer zü niet eerlijk voor de waar heid uitkwamen. Dit was een loos dreigement, war.' het kot onder den toren was een heel beknopte ruimte, waarin niet meer dan één persoon plaats kon vinden en waar van bovendien het slot door langdurig onbruik zoodanig verroest was. dat Lutte het niet open had kunnen krügen. toen hü de laatste maal een dronken zwerver daarin had willen opbergen voor den nacht. Na een aantal vergeefschs pogingen had hij toen de eer aan zich gehouden en tot den landloop?r gezegd: ..dit keer zal ik het nog door de ringers zien, maar als Je ooit weer in Nergens huizen komt. sluit ik je een week op, zoowaar aLs ik twintig jaar op den Oceaan heb gevaren." „Mag ik er niet in?" vroeg de arme stakker, wel aan een nachtje omsluiting gewend en veel liever in een onver warmd hok, dan buiten in wind en re gen. „Bedank me nou gauw en maak dat je wegkomt", bulderde Lutte en keek den man maar niet eens na, toen die gebogen verder ging, om onder den blooten hemel te kleumen. Hü wou nu dus weten, wie Klaas Klei het laatst gezien had en keek dreigend het gezelschap aan. dat den vermoorde het laatst gezien had. Er waren in 't geheel vüf personen, netjes naast elkaar op een rU gezeten tegenover den veld wachter in zijn eer.tje die er, met zün hartsvanger over de knieën, een paar borstelige wenkbrauwen en een bulde rende stem. geducht genoeg ui:zag Ten eerste de huishoudster van Klaas Klei, een grooie magere vrouw van een jaar of rijf tig. gewoon om honger te hjden (maar me'. Het kasteel. voor ironie moet deze zwijnenburcht geschapen hebben. Twee van die kwaadaardige grauwe beesten met hun lange spitse snoeten, leeiüke dunne pooten en ridicule staart jes slenterden verveeld door den mod der. De derde rende, blUkbaar opgewon den, op en neer. En van dit tafereel was dat kleine jongetje niet weg te slaan. Het schaterde van pret. Het vroeg: „Va der, wat doet dat varken tooh?" En de vader zei ernstig, omdat hü nu eenmaal antwoord moest geven ik had sympa thie met hem, want ik heb ook zoo'n jeugdigen zoon „Dat varken heeft haast, Henkle". Het jongetje scheen den humor van deze situatie volkomen te beseffen. Het lachte tranen. Tenslotte vroeg het. na ernstig peinzen: „Wóarom heeft dat varken haast, vader? Ik begrijp het niet". „Ik ook niet. Hü aelf misschien ook De nieuwe Zeehond (Vrijdag gear riveerd). niet", zei de vader, en toen lachten ze allebei De moeder van het jongetje vroeg: „Wat is daar nu om ie lachen? Wat hebben jullie nu aan die vieze beesten te zien? Er zün veel mooier dieren, Henkie". Maar zü alleen was volwassen. Het oude en het Jonge Jongetje bleven staan, vol intense aandacht voor Sus scrofa L, Wild zwün. Ever...,., die haast had, en hoorden haar niet eens. Met de hem eigen zorgvuldigheid nam de fotograaf een kiek van het. dier met het uitgebreidste facie in Artis den Bison Americanus. Hü is nogal zeld zaam in dierentuinen. Misschien is hij te vaak gekiekt. Het spüt mij om te moeten zeggen dat hü blUkbaar een diepe minachting koestert jegens foto grafen. Nog nooit heb ik eenlg dier in vUf minuten tijds zooveel laatdunkende, hautaine, verachteiyke expressies zien ontwikkelen als de Bison Americanus op zün enorm gelaat wist te boonen. HU trok zün bovenlip en zUn neus op, hU sloot zijn oogen half, hü blies door zün linker neusgat en smakte onhebbelijk met zijn vervaarlüke lippen. Hij trok éen mondhoek op. en daarna den andere. Het werd een heele serie. Ebt beest is als geknipt voor filmacteur, als het met, haar instemming) met wülen haar patroon; ten tweede haar tienjarig nichtje, een wees, dat zü tot groote woede van Klaas Klei in huis had genomen, maar daar alleen in blijven mccht. onder voorwaar de dat de huishouding niet meer zou kasten, dan vóór haar komst. Ook dit meisje zag er verre van bloeiend uit: ten derde een zuster van de huishoud ster, die sinds een paar dagen bü haar op bezoek was en voor de oogen van den heer des huizes verborgen werd, om dat zü anders zeker zonder vorm van proces op straat zou zün gezet; ten vierde de oudste knecht, een man van meer dan zestig jaar, die het werk in de perfectie verstond en niettemin van jaar tot jaar zün loon zag ver lagen, omdat zün werkkracht, verklaar de Klaas Klei snauwend, ieder jaar ver minderde. Toen de arme kerel eenmaal had durven protesteeren, had zijn pa troon de deur wijd opengezet en een zwij gend gebaar gemaakt, dat evenwel aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat. Helaas, de oude knecht had wel moeten blüven. Wie zou hem op zün leeftüd nog in dienst genomen hebben! ter. vijfde de jongste knecht, een ijzer- sterke man van vüf en twintig jaar. die op een avond, niemand wist van waar. was komen aanloopen en in dienst ge nomen was omdat hü in het geheel geen loon verlangde. HU ging door voor idioot, omdat hü op Zon- en feestdagen, wan neer er geen werk te doen was. overal rondzwierf en uit liefhebberij groote gaten in den grond maakte, die hü daarna weer dichtgooide. Bovendien was hü gewoon, op de meest onverwachte oogenbükken in een schaterend gelach los te barsten. Na veel vragen en praten erkenden tenslotte al de aanwezigen, dat zü Klaas Klei op den vorigen dag. den laatste van zrin leven, al'emaa! eezien hadder. De oudste knecht 's morgens te zes uur. bü het melken, het kleine meisje te ne gen uur, terwül hü een püp rookte, de jongste knecht om twaalf uur. terwül de baas liep te grommen, een opmer king waarvan Lutte geen notitie nam omdat daarin niets ongewoons gelegen was. de huishoudster bij het karige middagmaal, dat hü natimrlük ook weer met gr. en sn.. dat wil zeggen met grauwen en snauwen gekruid had Nadat allen hun verklaringen hadden afgelegd, zat de veldwachter hen een poos aan te staren met wat hü zelf dacht cat een nadenkend gezicht was. maar inderdaad niets anders mocht heeten dan de facie van een oliedom uilskuiken. Hü was aan 't einde van zün vernuft en wist niet wat verder te doen. Er ontstond een pijnlijk zwijgen, dat tot den avond had kunnen duren, wanneer niet de jongste knecht plotse ling in een schaterlach was uitgebar- tenmtrwte nog lachen kan ook. Mis schien het exemplaar wel uit Hollywood. Een nieuwe aanwinst ls de kolossale volwassen Orang-oe tan-man Si Tarn lang, afkomstig uit Tamiang op Zuid-Atjeh. Pas aangekomen. NUdas. Prachtexem plaar. Oranje-bruin, twee meter hoog als-ie staat. Men hoopt hem uit to hu- welU'ken aan de büna-volwassen vrou welijke Orang-oetan Marie, die al jaren in Artis woont. Een zachtzinniger exemplaar. Heeft in haar kooi twee l>oesen als gezelschap, en speelt er af cn toe lief mee. De poesen geven haar kopjes ook. Het is de vraag of zü het verschil zien tusschen Marie en som migeneen, dat wordt weer gevaar- lUklaat ons zeggen: alle menschen. Wellicht houden zü meer van Marie. Laat ons hopen dat het huwelük slagen moge, en dat Si Tamiang de schoonheid van Marie waardeert Wel licht zou zü in orang-oetan-kringen als een bekoorlijke jonge maagd beschouwd worden. Het is, gelukkig vcor ons, niet mogelük om ons dat voor te stellen. De beide zeeleeuwen zün ook nieuw in Artis. Kersverseh zelfs. ZU kwamen Vrijdag pas aam als opvolgers van het paar dat twee maanden geleden stierf. Nu zijn ze nog wat onwennig. Artis is ook nieuw voor hen. ZU beschouwen de bezoekers met groote nieuwsgierigheid, en verwonderen zich. Ik denk dat dit hun gelukkigste tüc is In Artis. Arme zeeleeuwen! Straks zullen zü ten prooi vallen aan dezelfde intense verveling die blijkbaar de leeuwen, de tügers, de beren, de olifanten, de nyi- paarden en nog zoovele andere merk waardigheden van den tuin kwelt Ik heb gehoord dat laatst de heele roof- dieren-galerü zichtbaar opschrok omdat een schilderes een schetsboek liet vallen, met een plofje. Allemaal kwamen zü voor de tralies kijken. Dat was iets on gewoons, iets zeer büzonders, een ge beurtenis voor hen Arme Artisdieren! Eigenlük beklaag je ze allemaal, hebt medelüden met ze, voelt den wensch opkomen om ze alle maal te kunnen loslaten.niet in het gevaarlüke Amsterdam, waar ze dadc- hjk overreden zouden worden, maar ieder in zün eigen moeras, of oerwoud, of prairie, of Poolzee Maar dat is, vrees ik, ook een jon gensachtig idée. De nijlpaarden Toto (m.). Bets en Bibby (vr.) vervelen zich blUkbaar wel het ergst. Toto en Bibby liggen naast elkaar in het binncn-bassin, vrijwel roerloos. Soms komen ze een uur lang niet in beweging. Alleen hun glimmen- at Tamiang. sten. Het klinkt misschien vreemd, maar Lutte beschouwde deze vrooiyk- heid als een teeken van minachting van zün waardigheid: boos sprong hü op en verklaarde, dat al de aanwezigen in huis moesten blijven tot den volgenden morgen tien uur. Dan zou de burge meester. als hulpofficier van justitie, iedereen aelf verhooren, „met behulp van de gegevens die ik hier verzameld heb", zei de veldwachter plechtig. Daarop ging hü heen en sloeg de deur hard achter zich dicht, hetgeen in symbolieken zin beteekende, dat er niemand uit mocht. Maar hoe kun Je van vüf menschen verwa nten dat zü vrüwillig in gevangenschap blüven, wan neer er twee deuren zün om er door te vertrekken en twintig ramen, waar van sommigen alttjd openstaan en an dere door verwaarlcozing niet meer kunnen duiten! Binnen een uur was dan ook de zuster vertrokken naar haar woonplaats, omdat zij niet in dergelijke zaken v.enschte te worden gemengd en de kost toch ook zoo best niet was. Het kleine meisje had zU meegenomen, „om de stakker eens flink goed te doen", zei ze. De oudste knecht was met de getrouwheid van een afgeleefd trekdier aan zün gewone werk gegaan. De Jong ste knecht beschouwde een dag blUk baar als een Zon- of feestdag en ging weer aan zün gewone liefhebberU van graven, waarbü hü nu en dan zUn zin neloos gelach aanhief. Fe huishoudster rommelde wat in de keuken, zooals zü haar leven lang gedaan had, ofschoon de hemel weet. dat er weinig te bakken en te braden viel. De burgemeester ging bü het verhoor van den volgender dag verstandiger ie werk dan zün veldwachter. Hü trachtte te weten te komen, wie den overledene haatte en wie van zün dood zou kun nen prof: tee ren. Het antwoord op deze eerste vraag was eenvoudig: .Iedereen", dat op de tweede niet minder: „nie mand". In elk geval behoorde het per soneel niet tot de erfgenamen en bo vendien kon geen sterveling zeggen, waar Klaas Klei zijn geld geborgen had. De burgemeester kwam dus niet vee! verder. Wel scheen hU wantrouwen te koesteren tegen den jongsten knecht, vooral ook om zün gr a af manie waar de andere getuigen iets van verteld had den: dus nam hU den idioot aan t slot nog eens apart in verhoor in de zooge naamde mooie kamer, waar ook al nie: veel moois te beleven viel. Nieuwsgierig luisterde de huishoudster tijdens dit ge sprek aan de deur. Zy was r.let weinig verwonderd, toen zü den idioot, die ncoii wat anders dan onsamenhangende din gen zei, op gewonen toon als een ge woon mensch hoorde spreken zor r dat ce burgemeester Jets ar. Rosé Pelikaan. de breede ruggen en htm leeiüke uitpui lende oogen komen boven water uit. Bets, de mama van Bibby. verleden week dertig Jaar geworden, staat In haar sta! en draait zoo af en toe haar zeventien honderd kilogrammen log om. Toch ls zü vlug genoeg, zegt haar oppasser, al is zü te oud om nor kinderen te krügen. en al heeft zij niet erg lang meer tele ven. want nülpaarden worden zelden ouder dan veertig jaar. En slim is zü ook. En zü niest r-f en toe geweldig. Er je moogt haar niets te eten geven, want deze monsters schünen teere constitu ties te hebben wat de voeding betreft. Heel anders dan Tonia cn Coba. en Si Tamiang en Marie, die ad libitum door de menigte worden gevoed, soms met nogal vreemde dingen. Wü zagen een kameel door het hek heen snoet-avances maken Jegens een dromedaris. In de Arüs-verveling küken ze blükbaar niet op een bult meer of mir.dcr. En de Rosé Pelikaan, die gevoel voor het grappige heeft en ons op eenige rare fl3dderdemonstraties onthaalde, ging netjes liggen en poseeren toen hü merk te dat-ie gekiekt moest worden. Eer. üdele en verwaande vogel. De Indische maraboe. Leptopülus dubius, wou daarentegen persé niet op een plaatje, misschien omdat de foto graaf gezegd had „dat dit ding blUk baar nog in de grondverf zat", daarbU doelend op zün groezelige kleur. HU deed ecnlge verwoede uitvallen naar de lens. en klepperde met zün vervaarlijken sna vel. Het klonk als het dichtvallende dek sel van een bouten doo6. HU kreeg zijn zin ook. want de foto mislukte. In mUn vorige Datumstukje schreef Ik over de Vryheid. die alleen nog maar in naam en in moderne caricatuur be staat. Maar toen wü tweeën buiten Artis waren moesten wü toch erkennen dat er nog heel wat in zit, als Je haar hebt.... Anne gekooide dieren. R. P. GEMEENTERAAD Er wordt een vergadering van den Raad der gemeente Haarlem gehouden op Woensdag 18 April 1928, des namiddags 1.30 uur, zoo noodig voort te zetten des avonds ten 8 ure. in de Statenzaal (Prinsenhof) Aan de orde zal worden gesteld: 1. Medeöeeiingen en ingekomen stuk ken. Procesverbaal opneming kas en boeken Gemeente-On tvanger. 2. Balans, enz. 1927 Keuringsdienst van Waren. 3. Rekening en verantwoording Com missie Schoolkleed ing. 4. Voorstel-Gerritsz e.a. inzake be- bosschir.g duingrond enz. 5. Verzoekschrift ziekerfhulsfonds „Voorzorg" om subsidie. 6. Huishoudelijk reglement commis sion tot wering van schoolverzuim. 7. W Uzi ging verordening heffing Iges 8. Toekennning vergoeding art. 100 L. O. Wet 1920 bijzondere school. Tuge- lastraat. Maar wat hü zei kon zü niet verstaan. Eindelük zweeg hü en toen sprak de burgemeester. Zü herkende hem aan de ietwat krassende stem. Waarom kon de huishoudster niet van de plaats ko men? Waarom spande zü zich zoo in. om te hooren wat daar gesproken werd? Plotseling werd de deur van de ka mer waaraan zü stond te luisteren open gerukt en voordat de huishoudster den tijd had om te vluchten had de Idioot haar bü den schouder gegrepen en in de kamer getrokken. Verbaasd staarde de burgemeester het tweetal aan. maar niet zoo verwonderd als zü keek naar den jongsten knecht, dien zü met alle an dere menschen tot nu toe „de idioot" genoemd had. Hoe verschrikt de vrouw ook was, zü zag duidelijk, dat hü als het ware geheel veranderd was. Het verwarde blonde haar. dat hem vroe ger altüd over de oogen hing. was nu op het voorhoofd weggestreken en twee heldere blauwe oogen keken haar aan. alsof zü door haar heen wilden zien. Onwillekeurig deinsde de huishoudster achteruit. Een groote angst beving haar. zij had willen wegloopen wanneer zü gekund had. maar de man had haar zoo stevig bü de polsen gegrepen, dat zü zich niet verroeren kon. „Burgemeester", zei hü. „wil u deze vrouw ondervragen?" „Waarover?", vroeg de burgemeester. Hü scheen even verwonderd te zUn als de huishoudster zelf. „Over den moord op Klaas Klei". „Een zwakke vrouw...." De burge meester aarzelde. „Zwakke vrouw? Ziet u eens naar haar polsen, naar haar vingers. Dit is een bijzonder krachtige vrouw. zU zou sommige mannen overwinnen. Vraagt u haar. of zü iets weet van den moord op Klei". Toen keek de burgemeester haar aan. Plotseling veranderde haar geheele hou ding en met een gillende stem kwam op eens de bekentenis van de daad. „Wat heb ik hem gehaat!" riep zü- „Jarenlang heeft hü mü gekweld. Ieder brok da: :k in de: mond stak werd mü misgund. AltUd schold hü. altüd snauwde hü mü af. Alles was te duur. MUn leven mankte hü tot een hel. Ik heb het Jaren verdra gen, tot ik niet meer kon. Het was erger dan ooit. HU schold en dreigde, dat hü mü ontslaan zou, zonder een cent op straat zou zetten. Toer. was ik mijzelf niet meer meester, ik heb hem aange vallenvóórdat ik het wist was hU dood. Toen ben ik in huis gevlucht Haar stem brak. zü viel op een stoel neer en hield de handen voor de oogen. om het vreeseüjk tafrecl dat zU zelf in haar herinnering opgeroepen had, niet meer te zien. De twee mannen zwegen en zagen haar vol medelüden aan. Ein- i'lük 7"u de zoogenaamde idioot met tem wat u gedaan hoeft is ver - 9. Beschikbaarstelling gelden «nrich- t!rc lokalen Stads-Armen- en Zieken huis. 10. Verzoekschrift Alg. Ver. voor Bloembollencultuur Inzake vergunning verkoop sterken drank. 11. Aankoop perceelen: a. Oranjeboomacraat. b. Houtmarkt—Spaarnwouderstraat. 12. Aankoop god. grond Frans Hals straat. 13. Verkoop grond ter. westen Rijks straatweg CL. C. J. Jonckbloedt). 14. Beschikbaarstelling geiden asphal- teering weger.. 15. Benoeming: a. leem ar HJfi. B met 5-J. cursus. b. rijd. leem ar idem. c. Onderwijzer school no. 37. d. id. school no. 38. e. id. school no. 40. f. vaste reserve-leerkrachten. DE MIDDENSTAND SCENTRALE. De Middenstandscentrale voor Haarlem en omliggende gemeenten houdt oen vergadering op Donderdag 19 April 1928 des avonds te half negen uur ui de Tuir.zaal van Brinkmcuui. De agenda vermeldt: 1. Opening. 3. Notulen der vergadering van 5 Maart 1.L 3. Mededeelingon. 4. De Rooilünkwesüe. Enkele, der on telbare gedupeerden zullen ter vergade ring in de gelegenheid worden gesteld hun grieven kenbaar te maken. 5. Het huurkoopsystecm. Voor de be handeling van dit onderwerp is mede ter vergadering uiigenoodigd do heer N. C. Wefers Bctiink. 6. Rondvraag cn Sluiting. ZANDVOORT. Geboren: Jacob: zoon van J. Zwem- mcr on M. Schaap. Johannes Corne lls: 7/oon van C. SIderius en A. Jansma. Pieter: zoon van P. Keur en A. do Graaf. Nicolaas Cornells: zoon van N. C Schaap en 13 Marsteller. Ondretrouvd: H. R. Koetser en C. M. Meijer. GehuwdW. Koper en G. Stens. ZANDVOORT. INTERNATÏONALE SCHOOL-COR- RESPONDKNTIE. De door Volkenbond en Vrede en Kerk en Vrede Vrüdagavond in Ons Huis georganiseerde film-avond is een groot succes geworden. Eerst had voor de kleinen een vertooning plaats waar bü de heer de Clercq vertelde, waarna later een vortooning voor de volwasse nen volgde. Vooral dc kleinen toor.dsn een groote belangstelling voor dit nieu we propaganda-mlddcl. WIJZIGING POI.ITir.-VERORDE NING. Thans ls afgekondigd een würig'ng der bestaande politieverordening wat betreft het logies verleencn aan badgasten. Vroeger bevatte de verordening de bepaling, dat verhuurders de badgas ten bü de politie moesten laten toschrü- vcn. thans is de bepaling opgenomen dat verhuurders bü vertrek der badgas ten hiervan eveneens opgave hebben to doen. Het kwam vroeger voor dat belasting ambtenaren menschen wilden aanslaan die langer dan drie maanden in de ge meente vreblcven en dan hooren moe sten. dat zU na een maand reeds weder vertrokken waren, nwar dat daarvan geen aangifte was gedaan. schrikkelijk, maar wü mogen u nu nie'. laten gaan. Ik zal den veldwachter roe pen. Ga rvjitig mei hem mee". HU tikte op de ruit en Lutte-die buiten blijk baar ha4?staan wachten, kwam binnen. HU tikte de vrouw op den schouder en nam haar or.der den arm. Zonder tegen streven liet zü zich wegbrengen, naar het kot onder den toren. Zwijgend zagen dc mannen haar na. Daarop namen zU den draad van hun gesprek weer op. Maar de misdadigster zou de straf voor haar misdrüf niet ondergaan. Toen de veldwachter den volgenden morgen het cachot opensloot, vond hü haar dood op de brits. De schdkken van de laatste dagen waren voor haar te sterk geweest: een hartverlamming had een einde aan haar leven gemaakt. Dat de Jongste boerenknecht niet was wat hij scheen, zal de lezer nu al lang begrepen hebben. Willem van der Wel een boerenzoon, was bü de politie te Amsterdam en deed daar dienst voor zeer bijzondere gevallen en moei lijke onderzoekingen. Klaas Klei stond een tijdlang onder verdenking, dat hü de dader zou zün van een jpet, bijzon der listig overleg ontworpen oplichterü. waarbü een groot aantal buitenland- sche effecten aan een dame waren ont futseld Zonder loon had Willem zich op do boerderU aangemeld en daar dc gangen van den boer nagegaan. Al spoedig ont dekte hü. dat Klei zün eigen geld in den grond be groef, omdat hü het aan niemand anders toevertrouwde. Dit liad hem op de gedachte gebracht, dat ook de gestolen effecten op dezelfde manier in den grond verborgen konden zün, maar om geen verdenking op te wek ken, had hü zich idioot gehouden cn alsof het een simpel vermaak was. voortdurend gaten in den grond gegra ven en die weer dichtgegooid. Het toeval wilde, dat hij Juist op den dag na den moord de gestolen effecten diep in den grond gevonden had. Aldus was ook Klaas Klei aan zün gerechte straf ontkomen. Dc heb u gewaarschuwd, niet waar, dat het onnoodig was te griezelen van wat er akeligs in dit verhaal mocht voorkomen cn uwe tranen te sparen. Want Nergenshuizen bestaat niet cn de burgemeester van dat dorp evenmin. Dus ls ook de gemeente-veldwachter Lutte een product van mün fantasie, evengoed ais de verachtelijke gierig aard en zün hulshoudster. En de zuster en het magere pleegkind. Of het moge- l$c is, dat een man die in zün Jeugd boerenknecht is geweest, later een sieraad van de politie worden kan. laat lk nu maar over aan uw verbeelding, die toch óók wat te doen moet hebben. Maar Willem van der Wel bestaat er in de heele sterkte te Amsterdam niet. PIDEUO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9