HAARLEM'S DAGBLAD
IN DEN TUIN DER GEKOOIDEN.
Haarlemmer Halletjes.
ZATERDAG 14 APRIL 1928DERDE BLAD
Indrukken van Artis.
..Hoe oud is ze nu?" vroeg ik den
grijzen oppasser. Hij keek ietwat wee
moedig naar de grootste der olifanten
en zei: „Zestig. Kan honderd worden,
en meer. Wie zal het zeggen? Maar dit
jaar viert zij weer een jubileum: vijf-
en-dertig jaar in Artis. Dat is heel iets
bijzonders Het komt zelden voor. Jaja.
En ik Hij aarzelde.
„Ook een jubileum?"
«Nee, dat niet. Maar Tonia en Ik zijn
nu al vier-en-dertig jaar samen
Ik lachte. Hu zag het gelukkig niet.
HU ging voort: „Het spijt mij te moe
ten zeggen dat zij tegenwoordig niet
meer te vertrouwen is. Vooral als er
veel menschen komen, zooals met Pa-
schen, moet je haar in de gaten hou
den. Dan probeert ze wel eens om mij
tegen het hek te drukken
Ik keek naar Tonia. Tonia keek droe
vig terug. Coba, de kleinste, zette haar
welgevormde voetje net op een knolraap,
die zuchtend bezweek, en begon de
stukjes met sierlijk slurfgebaar in haar
gapende muil te deponeeren. Wij gingen
verder, war.t op een olifant ben je gauw
uitgekeken. Toch bleef het mij den hee-
len dag by: „Tonia en ik zUn al vier-
en-dertig jaar samen, en het spijt mU
te moeten zeggen dat zU niet meer te
vertrouwen is"....
Het klonk als de droeve verklaring
van een trouw, volhardend maar bitter
teleurgesteld echtgenoot.
Artis was vol kinderen met hun vaders
en moeders. Ik heb nogal op ze gelet,
en het zou beter zijn om te zeggen,: kin
deren met vaders en volwassenen. Het
kwam mij voor dat alleen de moeders
er waardig en min of meer soeptisch
tegenover stonden. De vaders schenen
minstens even enthousiast als de zonen.
Hetzelfde zie je in speelgoedwinkels, en
thuis ook. vooral als er met stoomma
chines en dynamo's en electrische trei
nen gespeeld moet worden. De zonen
hebben vaak moeite genoeg om hun
beurt te krijgen. Moeders zijn veel ver
standiger, en ik vraag mij soms af:
„Groeien wij mannen eigenlijk wel ooit
heelemaal op? Sommigen misschien wel,
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Te Nergenshuizen, het bekende
bloeiende boerendorp in ons land, dat
onlangs in veehouderskringen plotseling
beroemd geworden is omdat er de
grootste Paaschos vertoond is, genaamd
NERO II (Nero I werd in 1875 in de
provincie Friesland aangetroffen), te
Nergenshuizen daar woonde een boer,
Klaas Klei, die in tegenstelling met Nero
II niet beroemd, maar berucht was.
Niemand herinnerde zich, dat hij
ooit tot iemand een vriendelük woord
gezegd had. Als hij sprak, snauwde hij,
maar hU zei niet veel, hij wéés gewoon
lijk alleen en wie van zUn onderge
schikten dat gebaar niet begreep, kreeg
onmiddellijk zijn ontslag. Natuurlijk was
hij gierig en gaf nooit iets weg, tem ij
hij er toe genoodzaakt weid. De fiscus
kreeg nooit een aangifte uit zijn han
den en nooit zijn geld zonder dwang
bevel, eenmaal liet hij liet zelfs opeen
gerechtelijke veiling aankomen, maar
betaalde toch vóórdat het eerste stuk
van zijn huisraad onder den hamer
kwam En hoe betaalde hü toen nog!
In centen. De ambtenaren telden der
heelen dag en Klei, die dat met eer
grijns op zijn gezicht stond aan te
zien, bood hun natje noch droogje aan
Hij bezat kind noch kraai, hond noch
kat, maar een goede boerderU en ieder
een was er van overtuigd, dat hij rijk
was. Want waar altijd maar bijkomt en
weinig afgaat, dat moet wel toenemen
Als iemand soms mocht zeggen da'
Nergenshuizen niet bestaat, dan ant
woord ik daarop: Klaas Klei ook niet
Hij, zijn woonplaats, zUn boerderij er
alles wat ik verder zal beschrijven, zijr
maar producten van mijn fantasie
Mocht mijn verhaal dus tragisch wor
den, dan behoeft niemand te griezelen
en als het aandoenlijk gaat worden
kun je de tranen sparen. WU weten
dus goed wat wij aan elkaar hebben er
nu wij daar geen zorg meer over be
hoeven te maken, laat Ik pardoes Klaas
Klei uit het verhaal verdwUnen. Want
op den 22sten Maart van het Jaar 192
werd Klaas, op twintig meters afstand
van zijn boerderij dood gevonden. Aar
een blauwen kring om zijn keel zag de
veldwachter dadelijk, dat hij gewurgd
was.
Nu komt de eeTste bijfiguur in mijn
relaas en wel een heel belangrijk'
de Nergenshuisiaansche veldwachter
Hij heette Lutte en was nog
maar een paar jaar in functie-
Vóór dien tijd was hij zeeman geweest.
Waarom juist hü benoemd was. begre
pen destijds de andere sollicitanten niet,
maar de burgemeester had verklaard,
dat de man sterk was. gezond, onbe
vreesd en dus de rechte man om oU
Amerücaansche Bison.
maar in velen onzer schijnt de Jongen
te blijven voortleven. Inmiddels wor
den wü vaders er grijs bü, en het kan
ons weinig schelen, maar de moeders
sloven zich zoo uit om er jong te blij
ven uitzien. Vreemd
'Op dit chapiter zwijg ik verder, het
gaat den verkeerden kant uit.
Een heel klein jongetje moest van de
apen genieten. Zijn ouders hadden zich
blUkbaar voorgesteld dat die het aar
digst voor hem waren. Maar zij interes
seerden hem maar matig. Hij liep er
haastig langs, trok zijn moeder, die te
leurgesteld scheen, bij de hand mee. en
zei tenslotte verdrietig tot zün vader:
„Het zün net heele leeiüke menschen".
Later ontmoetten wü deze familie
weer bü het domein der wilde zwijnen
drie stuks, geschenk van ZK.H. Prins
Hendrik, Hun vies, diep omwroet erf
ligt voor een soort van moddergrauw
kasteel, met twee ronde torens en go-
thisehe vensters. Een man met gevoel
de kermis te Nergenshuizen balsturige
elementen, die aan 't vechten wilden
gaan, leder een kant heen te dirigeeren
of een kermisvierder die op het slui
tingsuur niet wou vertrekken, bü zijn
kraag te pakken en de deur uit te zet
ten.
Voor zulke werkjes was veldwachter
Lutte buitengewoon geschikt-. Maar in
zün hersenkas was het minder goed ge
steld. Lutte was dom, maar gelukkig
wist hü het niet. Hü dacht dat hü een
snuggere man was en zag in den moord
op Klaas Klei een goede gelegenheid
om zich te onderscheiden.Dus ver
scheen hü onmiddellijk, nadat de mis
daad bekend geworden was, vol dlenst-
Üver op de boerderij om aan allen een
voorloopig verhoor af te nemen. Wie had
Klaas Klei het laatst gezien? Dit was
al een moeilijke vraag, want iedereen die
hem tegenkwam, deed maar liever alsof
hü hem niet zag. om het gevaar voor
een snauw of een grauw te ontgaau.
Iedereen zweeg dus, totdat Lutte boos
werd en dreigde het heele gezelschap
in het kot onder den toren te zetten,
wanneer zü niet eerlijk voor de waar
heid uitkwamen.
Dit was een loos dreigement, war.'
het kot onder den toren was een heel
beknopte ruimte, waarin niet meer dan
één persoon plaats kon vinden en waar
van bovendien het slot door langdurig
onbruik zoodanig verroest was. dat
Lutte het niet open had kunnen krügen.
toen hü de laatste maal een dronken
zwerver daarin had willen opbergen voor
den nacht. Na een aantal vergeefschs
pogingen had hij toen de eer aan zich
gehouden en tot den landloop?r gezegd:
..dit keer zal ik het nog door de ringers
zien, maar als Je ooit weer in Nergens
huizen komt. sluit ik je een week op,
zoowaar aLs ik twintig jaar op den
Oceaan heb gevaren."
„Mag ik er niet in?" vroeg de arme
stakker, wel aan een nachtje omsluiting
gewend en veel liever in een onver
warmd hok, dan buiten in wind en re
gen.
„Bedank me nou gauw en maak dat
je wegkomt", bulderde Lutte en keek
den man maar niet eens na, toen die
gebogen verder ging, om onder den
blooten hemel te kleumen.
Hü wou nu dus weten, wie Klaas Klei
het laatst gezien had en keek dreigend
het gezelschap aan. dat den vermoorde
het laatst gezien had. Er waren in 't
geheel vüf personen, netjes naast elkaar
op een rU gezeten tegenover den veld
wachter in zijn eer.tje die er, met zün
hartsvanger over de knieën, een paar
borstelige wenkbrauwen en een bulde
rende stem. geducht genoeg ui:zag
Ten eerste de huishoudster van
Klaas Klei, een grooie magere
vrouw van een jaar of rijf tig.
gewoon om honger te hjden (maar me'.
Het kasteel.
voor ironie moet deze zwijnenburcht
geschapen hebben.
Twee van die kwaadaardige grauwe
beesten met hun lange spitse snoeten,
leeiüke dunne pooten en ridicule staart
jes slenterden verveeld door den mod
der. De derde rende, blUkbaar opgewon
den, op en neer. En van dit tafereel was
dat kleine jongetje niet weg te slaan.
Het schaterde van pret. Het vroeg: „Va
der, wat doet dat varken tooh?" En de
vader zei ernstig, omdat hü nu eenmaal
antwoord moest geven ik had sympa
thie met hem, want ik heb ook zoo'n
jeugdigen zoon „Dat varken heeft
haast, Henkle".
Het jongetje scheen den humor van
deze situatie volkomen te beseffen. Het
lachte tranen. Tenslotte vroeg het. na
ernstig peinzen: „Wóarom heeft dat
varken haast, vader? Ik begrijp het
niet".
„Ik ook niet. Hü aelf misschien ook
De nieuwe Zeehond (Vrijdag gear
riveerd).
niet", zei de vader, en toen lachten ze
allebei De moeder van het jongetje
vroeg: „Wat is daar nu om ie lachen?
Wat hebben jullie nu aan die vieze
beesten te zien? Er zün veel mooier
dieren, Henkie".
Maar zü alleen was volwassen. Het
oude en het Jonge Jongetje bleven staan,
vol intense aandacht voor Sus scrofa
L, Wild zwün. Ever...,., die haast
had, en hoorden haar niet eens.
Met de hem eigen zorgvuldigheid nam
de fotograaf een kiek van het. dier
met het uitgebreidste facie in Artis
den Bison Americanus. Hü is nogal zeld
zaam in dierentuinen. Misschien is hij
te vaak gekiekt. Het spüt mij om te
moeten zeggen dat hü blUkbaar een
diepe minachting koestert jegens foto
grafen. Nog nooit heb ik eenlg dier in
vUf minuten tijds zooveel laatdunkende,
hautaine, verachteiyke expressies zien
ontwikkelen als de Bison Americanus
op zün enorm gelaat wist te boonen. HU
trok zün bovenlip en zUn neus op, hU
sloot zijn oogen half, hü blies door zün
linker neusgat en smakte onhebbelijk
met zijn vervaarlüke lippen. Hij trok éen
mondhoek op. en daarna den andere.
Het werd een heele serie. Ebt beest is
als geknipt voor filmacteur, als het
met, haar instemming) met wülen haar
patroon;
ten tweede haar tienjarig nichtje, een
wees, dat zü tot groote woede van Klaas
Klei in huis had genomen, maar daar
alleen in blijven mccht. onder voorwaar
de dat de huishouding niet meer zou
kasten, dan vóór haar komst. Ook dit
meisje zag er verre van bloeiend uit:
ten derde een zuster van de huishoud
ster, die sinds een paar dagen bü haar
op bezoek was en voor de oogen van
den heer des huizes verborgen werd, om
dat zü anders zeker zonder vorm van
proces op straat zou zün gezet;
ten vierde de oudste knecht, een man
van meer dan zestig jaar, die het werk
in de perfectie verstond en niettemin
van jaar tot jaar zün loon zag ver
lagen, omdat zün werkkracht, verklaar
de Klaas Klei snauwend, ieder jaar ver
minderde. Toen de arme kerel eenmaal
had durven protesteeren, had zijn pa
troon de deur wijd opengezet en een zwij
gend gebaar gemaakt, dat evenwel aan
duidelijkheid niets te wenschen overlaat.
Helaas, de oude knecht had wel moeten
blüven. Wie zou hem op zün leeftüd
nog in dienst genomen hebben!
ter. vijfde de jongste knecht, een ijzer-
sterke man van vüf en twintig jaar. die
op een avond, niemand wist van waar.
was komen aanloopen en in dienst ge
nomen was omdat hü in het geheel geen
loon verlangde. HU ging door voor idioot,
omdat hü op Zon- en feestdagen, wan
neer er geen werk te doen was. overal
rondzwierf en uit liefhebberij groote
gaten in den grond maakte, die hü
daarna weer dichtgooide. Bovendien was
hü gewoon, op de meest onverwachte
oogenbükken in een schaterend gelach
los te barsten.
Na veel vragen en praten erkenden
tenslotte al de aanwezigen, dat zü Klaas
Klei op den vorigen dag. den laatste
van zrin leven, al'emaa! eezien hadder.
De oudste knecht 's morgens te zes uur.
bü het melken, het kleine meisje te ne
gen uur, terwül hü een püp rookte, de
jongste knecht om twaalf uur. terwül
de baas liep te grommen, een opmer
king waarvan Lutte geen notitie nam
omdat daarin niets ongewoons gelegen
was. de huishoudster bij het karige
middagmaal, dat hü natimrlük ook
weer met gr. en sn.. dat wil zeggen
met grauwen en snauwen gekruid had
Nadat allen hun verklaringen hadden
afgelegd, zat de veldwachter hen een
poos aan te staren met wat hü zelf
dacht cat een nadenkend gezicht was.
maar inderdaad niets anders mocht
heeten dan de facie van een oliedom
uilskuiken. Hü was aan 't einde van zün
vernuft en wist niet wat verder te doen.
Er ontstond een pijnlijk zwijgen, dat
tot den avond had kunnen duren,
wanneer niet de jongste knecht plotse
ling in een schaterlach was uitgebar-
tenmtrwte nog lachen kan ook. Mis
schien het exemplaar wel uit
Hollywood.
Een nieuwe aanwinst ls de kolossale
volwassen Orang-oe tan-man Si Tarn lang,
afkomstig uit Tamiang op Zuid-Atjeh.
Pas aangekomen. NUdas. Prachtexem
plaar. Oranje-bruin, twee meter hoog
als-ie staat. Men hoopt hem uit to hu-
welU'ken aan de büna-volwassen vrou
welijke Orang-oetan Marie, die al jaren
in Artis woont. Een zachtzinniger
exemplaar. Heeft in haar kooi twee
l>oesen als gezelschap, en speelt er af
cn toe lief mee. De poesen geven haar
kopjes ook. Het is de vraag of zü het
verschil zien tusschen Marie en som
migeneen, dat wordt weer gevaar-
lUklaat ons zeggen: alle menschen.
Wellicht houden zü meer van Marie.
Laat ons hopen dat het huwelük
slagen moge, en dat Si Tamiang de
schoonheid van Marie waardeert Wel
licht zou zü in orang-oetan-kringen als
een bekoorlijke jonge maagd beschouwd
worden. Het is, gelukkig vcor ons, niet
mogelük om ons dat voor te stellen.
De beide zeeleeuwen zün ook nieuw
in Artis. Kersverseh zelfs. ZU kwamen
Vrijdag pas aam als opvolgers van het
paar dat twee maanden geleden stierf.
Nu zijn ze nog wat onwennig. Artis is
ook nieuw voor hen. ZU beschouwen de
bezoekers met groote nieuwsgierigheid,
en verwonderen zich.
Ik denk dat dit hun gelukkigste tüc is
In Artis. Arme zeeleeuwen! Straks zullen
zü ten prooi vallen aan dezelfde intense
verveling die blijkbaar de leeuwen, de
tügers, de beren, de olifanten, de nyi-
paarden en nog zoovele andere merk
waardigheden van den tuin kwelt Ik
heb gehoord dat laatst de heele roof-
dieren-galerü zichtbaar opschrok omdat
een schilderes een schetsboek liet vallen,
met een plofje. Allemaal kwamen zü
voor de tralies kijken. Dat was iets on
gewoons, iets zeer büzonders, een ge
beurtenis voor hen
Arme Artisdieren! Eigenlük beklaag
je ze allemaal, hebt medelüden met ze,
voelt den wensch opkomen om ze alle
maal te kunnen loslaten.niet in het
gevaarlüke Amsterdam, waar ze dadc-
hjk overreden zouden worden, maar
ieder in zün eigen moeras, of oerwoud,
of prairie, of Poolzee
Maar dat is, vrees ik, ook een jon
gensachtig idée.
De nijlpaarden Toto (m.). Bets en
Bibby (vr.) vervelen zich blUkbaar wel
het ergst. Toto en Bibby liggen naast
elkaar in het binncn-bassin, vrijwel
roerloos. Soms komen ze een uur lang
niet in beweging. Alleen hun glimmen-
at Tamiang.
sten. Het klinkt misschien vreemd,
maar Lutte beschouwde deze vrooiyk-
heid als een teeken van minachting van
zün waardigheid: boos sprong hü op en
verklaarde, dat al de aanwezigen in
huis moesten blijven tot den volgenden
morgen tien uur. Dan zou de burge
meester. als hulpofficier van justitie,
iedereen aelf verhooren, „met behulp
van de gegevens die ik hier verzameld
heb", zei de veldwachter plechtig.
Daarop ging hü heen en sloeg de
deur hard achter zich dicht, hetgeen
in symbolieken zin beteekende, dat er
niemand uit mocht. Maar hoe kun Je
van vüf menschen verwa nten dat zü
vrüwillig in gevangenschap blüven, wan
neer er twee deuren zün om er door
te vertrekken en twintig ramen, waar
van sommigen alttjd openstaan en an
dere door verwaarlcozing niet meer
kunnen duiten! Binnen een uur was
dan ook de zuster vertrokken naar haar
woonplaats, omdat zij niet in dergelijke
zaken v.enschte te worden gemengd en
de kost toch ook zoo best niet was. Het
kleine meisje had zU meegenomen,
„om de stakker eens flink goed te doen",
zei ze. De oudste knecht was met de
getrouwheid van een afgeleefd trekdier
aan zün gewone werk gegaan. De Jong
ste knecht beschouwde een dag blUk
baar als een Zon- of feestdag en ging
weer aan zün gewone liefhebberU van
graven, waarbü hü nu en dan zUn zin
neloos gelach aanhief. Fe huishoudster
rommelde wat in de keuken, zooals zü
haar leven lang gedaan had, ofschoon
de hemel weet. dat er weinig te bakken
en te braden viel.
De burgemeester ging bü het verhoor
van den volgender dag verstandiger ie
werk dan zün veldwachter. Hü trachtte
te weten te komen, wie den overledene
haatte en wie van zün dood zou kun
nen prof: tee ren. Het antwoord op deze
eerste vraag was eenvoudig: .Iedereen",
dat op de tweede niet minder: „nie
mand". In elk geval behoorde het per
soneel niet tot de erfgenamen en bo
vendien kon geen sterveling zeggen,
waar Klaas Klei zijn geld geborgen had.
De burgemeester kwam dus niet vee!
verder. Wel scheen hU wantrouwen te
koesteren tegen den jongsten knecht,
vooral ook om zün gr a af manie waar de
andere getuigen iets van verteld had
den: dus nam hU den idioot aan t slot
nog eens apart in verhoor in de zooge
naamde mooie kamer, waar ook al nie:
veel moois te beleven viel. Nieuwsgierig
luisterde de huishoudster tijdens dit ge
sprek aan de deur. Zy was r.let weinig
verwonderd, toen zü den idioot, die ncoii
wat anders dan onsamenhangende din
gen zei, op gewonen toon als een ge
woon mensch hoorde spreken zor r
dat ce burgemeester Jets ar.
Rosé Pelikaan.
de breede ruggen en htm leeiüke uitpui
lende oogen komen boven water uit.
Bets, de mama van Bibby. verleden week
dertig Jaar geworden, staat In haar sta!
en draait zoo af en toe haar zeventien
honderd kilogrammen log om. Toch ls
zü vlug genoeg, zegt haar oppasser, al is
zü te oud om nor kinderen te krügen.
en al heeft zij niet erg lang meer tele
ven. want nülpaarden worden zelden
ouder dan veertig jaar. En slim is zü
ook. En zü niest r-f en toe geweldig. Er
je moogt haar niets te eten geven, want
deze monsters schünen teere constitu
ties te hebben wat de voeding betreft.
Heel anders dan Tonia cn Coba. en Si
Tamiang en Marie, die ad libitum door
de menigte worden gevoed, soms met
nogal vreemde dingen.
Wü zagen een kameel door het hek
heen snoet-avances maken Jegens een
dromedaris. In de Arüs-verveling küken
ze blükbaar niet op een bult meer of
mir.dcr.
En de Rosé Pelikaan, die gevoel voor
het grappige heeft en ons op eenige rare
fl3dderdemonstraties onthaalde, ging
netjes liggen en poseeren toen hü merk
te dat-ie gekiekt moest worden. Eer.
üdele en verwaande vogel.
De Indische maraboe. Leptopülus
dubius, wou daarentegen persé niet op
een plaatje, misschien omdat de foto
graaf gezegd had „dat dit ding blUk
baar nog in de grondverf zat", daarbU
doelend op zün groezelige kleur. HU deed
ecnlge verwoede uitvallen naar de lens.
en klepperde met zün vervaarlijken sna
vel. Het klonk als het dichtvallende dek
sel van een bouten doo6. HU kreeg zijn
zin ook. want de foto mislukte.
In mUn vorige Datumstukje schreef
Ik over de Vryheid. die alleen nog maar
in naam en in moderne caricatuur be
staat. Maar toen wü tweeën buiten
Artis waren moesten wü toch erkennen
dat er nog heel wat in zit, als Je haar
hebt....
Anne gekooide dieren.
R. P.
GEMEENTERAAD
Er wordt een vergadering van den Raad
der gemeente Haarlem gehouden op
Woensdag 18 April 1928, des namiddags
1.30 uur, zoo noodig voort te zetten des
avonds ten 8 ure. in de Statenzaal
(Prinsenhof)
Aan de orde zal worden gesteld:
1. Medeöeeiingen en ingekomen stuk
ken.
Procesverbaal opneming kas en boeken
Gemeente-On tvanger.
2. Balans, enz. 1927 Keuringsdienst
van Waren.
3. Rekening en verantwoording Com
missie Schoolkleed ing.
4. Voorstel-Gerritsz e.a. inzake be-
bosschir.g duingrond enz.
5. Verzoekschrift ziekerfhulsfonds
„Voorzorg" om subsidie.
6. Huishoudelijk reglement commis
sion tot wering van schoolverzuim.
7. W Uzi ging verordening heffing Iges
8. Toekennning vergoeding art. 100
L. O. Wet 1920 bijzondere school. Tuge-
lastraat.
Maar wat hü zei kon zü niet verstaan.
Eindelük zweeg hü en toen sprak de
burgemeester. Zü herkende hem aan
de ietwat krassende stem. Waarom kon
de huishoudster niet van de plaats ko
men? Waarom spande zü zich zoo in.
om te hooren wat daar gesproken werd?
Plotseling werd de deur van de ka
mer waaraan zü stond te luisteren open
gerukt en voordat de huishoudster den
tijd had om te vluchten had de Idioot
haar bü den schouder gegrepen en in de
kamer getrokken. Verbaasd staarde de
burgemeester het tweetal aan. maar niet
zoo verwonderd als zü keek naar den
jongsten knecht, dien zü met alle an
dere menschen tot nu toe „de idioot"
genoemd had. Hoe verschrikt de vrouw
ook was, zü zag duidelijk, dat hü als
het ware geheel veranderd was. Het
verwarde blonde haar. dat hem vroe
ger altüd over de oogen hing. was nu
op het voorhoofd weggestreken en twee
heldere blauwe oogen keken haar aan.
alsof zü door haar heen wilden zien.
Onwillekeurig deinsde de huishoudster
achteruit. Een groote angst beving haar.
zij had willen wegloopen wanneer zü
gekund had. maar de man had haar
zoo stevig bü de polsen gegrepen, dat zü
zich niet verroeren kon.
„Burgemeester", zei hü. „wil u deze
vrouw ondervragen?"
„Waarover?", vroeg de burgemeester.
Hü scheen even verwonderd te zUn als
de huishoudster zelf.
„Over den moord op Klaas Klei".
„Een zwakke vrouw...." De burge
meester aarzelde.
„Zwakke vrouw? Ziet u eens naar
haar polsen, naar haar vingers. Dit is
een bijzonder krachtige vrouw. zU zou
sommige mannen overwinnen. Vraagt u
haar. of zü iets weet van den moord op
Klei".
Toen keek de burgemeester haar aan.
Plotseling veranderde haar geheele hou
ding en met een gillende stem kwam
op eens de bekentenis van de daad. „Wat
heb ik hem gehaat!" riep zü- „Jarenlang
heeft hü mü gekweld. Ieder brok da:
:k in de: mond stak werd mü misgund.
AltUd schold hü. altüd snauwde hü mü
af. Alles was te duur. MUn leven mankte
hü tot een hel. Ik heb het Jaren verdra
gen, tot ik niet meer kon. Het was erger
dan ooit. HU schold en dreigde, dat hü
mü ontslaan zou, zonder een cent op
straat zou zetten. Toer. was ik mijzelf
niet meer meester, ik heb hem aange
vallenvóórdat ik het wist was hU
dood. Toen ben ik in huis gevlucht
Haar stem brak. zü viel op een stoel
neer en hield de handen voor de oogen.
om het vreeseüjk tafrecl dat zU zelf in
haar herinnering opgeroepen had, niet
meer te zien. De twee mannen zwegen
en zagen haar vol medelüden aan. Ein-
i'lük 7"u de zoogenaamde idioot met
tem wat u gedaan hoeft is ver -
9. Beschikbaarstelling gelden «nrich-
t!rc lokalen Stads-Armen- en Zieken
huis.
10. Verzoekschrift Alg. Ver. voor
Bloembollencultuur Inzake vergunning
verkoop sterken drank.
11. Aankoop perceelen:
a. Oranjeboomacraat.
b. Houtmarkt—Spaarnwouderstraat.
12. Aankoop god. grond Frans Hals
straat.
13. Verkoop grond ter. westen Rijks
straatweg CL. C. J. Jonckbloedt).
14. Beschikbaarstelling geiden asphal-
teering weger..
15. Benoeming:
a. leem ar HJfi. B met 5-J. cursus.
b. rijd. leem ar idem.
c. Onderwijzer school no. 37.
d. id. school no. 38.
e. id. school no. 40.
f. vaste reserve-leerkrachten.
DE MIDDENSTAND SCENTRALE.
De Middenstandscentrale voor Haarlem
en omliggende gemeenten houdt oen
vergadering op Donderdag 19 April 1928
des avonds te half negen uur ui de
Tuir.zaal van Brinkmcuui.
De agenda vermeldt:
1. Opening.
3. Notulen der vergadering van 5
Maart 1.L
3. Mededeelingon.
4. De Rooilünkwesüe. Enkele, der on
telbare gedupeerden zullen ter vergade
ring in de gelegenheid worden gesteld
hun grieven kenbaar te maken.
5. Het huurkoopsystecm. Voor de be
handeling van dit onderwerp is mede ter
vergadering uiigenoodigd do heer N. C.
Wefers Bctiink.
6. Rondvraag cn Sluiting.
ZANDVOORT.
Geboren: Jacob: zoon van J. Zwem-
mcr on M. Schaap. Johannes Corne
lls: 7/oon van C. SIderius en A. Jansma.
Pieter: zoon van P. Keur en A. do
Graaf. Nicolaas Cornells: zoon van
N. C Schaap en 13 Marsteller.
Ondretrouvd: H. R. Koetser en C. M.
Meijer.
GehuwdW. Koper en G. Stens.
ZANDVOORT.
INTERNATÏONALE SCHOOL-COR-
RESPONDKNTIE.
De door Volkenbond en Vrede en
Kerk en Vrede Vrüdagavond in Ons
Huis georganiseerde film-avond is een
groot succes geworden. Eerst had voor
de kleinen een vertooning plaats waar
bü de heer de Clercq vertelde, waarna
later een vortooning voor de volwasse
nen volgde. Vooral dc kleinen toor.dsn
een groote belangstelling voor dit nieu
we propaganda-mlddcl.
WIJZIGING POI.ITir.-VERORDE
NING.
Thans ls afgekondigd een würig'ng der
bestaande politieverordening wat betreft
het logies verleencn aan badgasten.
Vroeger bevatte de verordening de
bepaling, dat verhuurders de badgas
ten bü de politie moesten laten toschrü-
vcn. thans is de bepaling opgenomen
dat verhuurders bü vertrek der badgas
ten hiervan eveneens opgave hebben to
doen.
Het kwam vroeger voor dat belasting
ambtenaren menschen wilden aanslaan
die langer dan drie maanden in de ge
meente vreblcven en dan hooren moe
sten. dat zU na een maand reeds weder
vertrokken waren, nwar dat daarvan
geen aangifte was gedaan.
schrikkelijk, maar wü mogen u nu nie'.
laten gaan. Ik zal den veldwachter roe
pen. Ga rvjitig mei hem mee". HU tikte
op de ruit en Lutte-die buiten blijk
baar ha4?staan wachten, kwam binnen.
HU tikte de vrouw op den schouder en
nam haar or.der den arm. Zonder tegen
streven liet zü zich wegbrengen, naar het
kot onder den toren. Zwijgend zagen dc
mannen haar na. Daarop namen zU den
draad van hun gesprek weer op.
Maar de misdadigster zou de straf
voor haar misdrüf niet ondergaan.
Toen de veldwachter den volgenden
morgen het cachot opensloot, vond hü
haar dood op de brits. De schdkken van
de laatste dagen waren voor haar te
sterk geweest: een hartverlamming had
een einde aan haar leven gemaakt.
Dat de Jongste boerenknecht niet
was wat hij scheen, zal de lezer nu al
lang begrepen hebben. Willem van der
Wel een boerenzoon, was bü de politie
te Amsterdam en deed daar dienst
voor zeer bijzondere gevallen en moei
lijke onderzoekingen. Klaas Klei stond
een tijdlang onder verdenking, dat hü
de dader zou zün van een jpet, bijzon
der listig overleg ontworpen oplichterü.
waarbü een groot aantal buitenland-
sche effecten aan een dame waren ont
futseld
Zonder loon had Willem zich op do
boerderU aangemeld en daar dc gangen
van den boer nagegaan. Al spoedig ont
dekte hü. dat Klei zün eigen geld in
den grond be groef, omdat hü het aan
niemand anders toevertrouwde. Dit liad
hem op de gedachte gebracht, dat ook
de gestolen effecten op dezelfde manier
in den grond verborgen konden zün,
maar om geen verdenking op te wek
ken, had hü zich idioot gehouden cn
alsof het een simpel vermaak was.
voortdurend gaten in den grond gegra
ven en die weer dichtgegooid.
Het toeval wilde, dat hij Juist op den
dag na den moord de gestolen effecten
diep in den grond gevonden had. Aldus
was ook Klaas Klei aan zün gerechte
straf ontkomen.
Dc heb u gewaarschuwd, niet waar,
dat het onnoodig was te griezelen van
wat er akeligs in dit verhaal mocht
voorkomen cn uwe tranen te sparen.
Want Nergenshuizen bestaat niet cn
de burgemeester van dat dorp evenmin.
Dus ls ook de gemeente-veldwachter
Lutte een product van mün fantasie,
evengoed ais de verachtelijke gierig
aard en zün hulshoudster. En de zuster
en het magere pleegkind. Of het moge-
l$c is, dat een man die in zün Jeugd
boerenknecht is geweest, later een
sieraad van de politie worden kan. laat
lk nu maar over aan uw verbeelding,
die toch óók wat te doen moet hebben.
Maar Willem van der Wel bestaat er
in de heele sterkte te Amsterdam niet.
PIDEUO.