EEN ONTWIKKELINGS- EN ONTSPANNINGSREIS
HONDERDJARIG JUBILEUM.
VOORHISTORISCHE PLANTEN EN DIEREN
HANDELSBLAD
HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 17 APRIL 1928
V.
De vlakte van Memphis. Bezoek aan het apis-
mausoleum. Het graf van Thi. De oude
Egyptische kunst. Hotelleven in het Oosten. Per
trein van Ca'iro naar Jeruzalem- Eerste indrukken.
Voort gaat het weer. We bereiken de
vlakte, waar eertijds Memph's stor.d.
Memphis, de hoofdstad van het oude
Egypte, omstreeks 1000 Jaar voor Chris
tus middelpunt der Ap'.s-cverêcring.
Thans liggen er vruchtbare akkers, door
sneden. door irrigatie-kanalen, beffen
palmen hun trotschc kruinen hemel
waarts. Als vrijwel cenige overblijfsels
een kolossaal standbeeld, op den rug
liggend. voor Ramses II aan den rijweg
tusschen Badrashfin cn Mit-Rahinah.
Vlak erbij een heerlijke Alaboster
Sphinx. Ze is nagenoeg gaaf.
We bereiken ons eindpunt, den
ToestiJnrar.d. Kameelen, ezels, zand-
karren. Ik ga te voet de woestijn in
naar het Serapeum of Apis-mausoleum,
waar de heilige aplssen bijgezet werden.
Geen gebouw te zien, E:n uitgegraven
gang leidt naar berieden, 2 deuren,
daarvoor een handophoudend type roo-
verhoofdman.
We gaan binnen en slaan een hoek
om. Al dadelijk wordt ons de weg be
moeilijkt door een kolossale sarcophaag
waar we maar nauwelijks voorbij kun
nen gaan. Geen gids te zien, we gaan
met enkelen in het pikduister met
recht een Egyptische duisternis ver
der in de onder woestijnzand uitge
graven grotten, af en toe door het af
strijken van een lucifer onzen weg be
spiedend. Ik tippel vooruit in het ab
soluut duister. MUn geestcs-oog ziet het
gebeuren van vóór eeuwen. Ik zie de
sarcophaag op vele lage rollen voort
glijden op met vet ingesmeerde glU-
planken. omwikkeld met vele touwen
door honderde, wellicht dulzende slaven
getrokken. die hun krachten daarbij
uitputten, gedreven door de felle zweep
slagen der opzichtersDan hoor ik
weer stemmen in mijn nabijheid, een
lucifer vlamt op en slechts enkele pas
sen scheiden ons van een enorme sarco
phaag In een nis, de rustplaats van een
apis. Ieder in zijn grot, aan weerszijden
van de gang, staan de massieve op G4000
K.G. zwaarte geschatte granieten kis
ten. Een gids achterhaalt ons met een
magnesium lont, terwijl de rest van het
gezelschap met kaarsen volgt. We krij
gen de gelegenheid een kist, die in
een ietwat ruimere grot staat van nabij
en van binnen tc zien. Op de kist van
buiten hieroglyphen, juweeltjes van
beeldhouwwerk, de binnenkant en voor
al de hoeken voor 100 pot. en zuiver en
haaks afgewerkt. De apissen hebben
klaarblijkelijk een ander verhief op
gericht, of Juister: ze zijn geroofd, één
enkele van de 64 hebben de dieven
zeker bU vergissing gespaard. We
verlaten het serapeum langs een ande
ren uitgang. Een niet al te lange wan
deling door de woestijn brengt ons
naar het graf va nThl, dateerende van
pl.m. 3500 v. Christus, een hoog amb
tenaar tijdens de 5e dynastie.
Buiten niets te zien dan enkele glazen
lichtkastjes van hoogstens 1/2 Meter ln
het vierkant. Een gang voert naar. be
neden. 2 deuren, type rooverhoofdman.
Een vierkante ruimte gesteund door vier
kante zuilen, in het midden een in de
rotsen ui'tgehouwen trap, die gaat naar
een grot, vermoedelijk in verbinding
staande met de als ik goed ben in
gelicht nog steeds niet gevonden
grafkamer. Men zou bUna kunnen spre
ken van een mausoleum, de wanden
zijn geheel bedekt met hleropglyphen en
voorstellingen uit het leven van Thl.
De pracht van de meeste dier voorstel
lingen zoo niet alle is buitenge
woon. neen. slaat mU met stomme ver
wondering. Het blUkt maar al te duide
lijk dat de 20e eeuw, alleen of liever
hoogstens in de techniek vooruit is ge
gaan. De voorstellingen op de wanden
van den voorhof, zoowel als van de
andere zalen zijn de geperfectionneerde
perfectie, elk dier. elke bloem is zuiver
gestyleerd, de figuren bewaren mathe
matisch denzelfden afstand ten opzichte
van elkaar, de uitdrukking der gezich
ten is verschillend, de houding der af
gebeelde dieren de meest natuurlijke
Dat waren eerst kunstenaars!
Klaarblijkelijk is de mastoba niet af
gewerkt geworden, de eene zijde van
den voorhof vertoont slechts de ruwe
omtrekken, de ruwe teekening. Wij toe
ven lang ln dit grafgewelf, elke voor
stelling is zoo heerlijk van harmonie en
perfectie dat het scheiden moeilijk valt
Ten slotte gaan we, we moeten vóór
de donker invalt in bewoonde straten
zijn. De wegen 4Jn niet verlicht de
bevolking is onbetrouwbaar.
Wij rijden las>gs het kanna!, zien aan
den horizon de bergen, die het materiaal
".everden voor de Pyramiden van Sah-
karah. waarvan de trappen-pyramide
van Tcheser of Soser (3e dynastie) ver
reweg de voornaamste is.
De zon is dalende, het landvolk maakt
zich op huiswaarts te keeren. zU ver
zamelen zich, zij drijven hun vee voor
zich uit runderen, karbouwen, ka
meelen, ezels, schapen en zwarte geiten
:n bonte mengeling, de grootere dieren
b.-'.ast met een voer gras voor den vol
genden morgen. Het geheel is van een
zeldzame bekoring, de groene weiden,
ds bruine akkers, dieren, de bonte kle
derdrachten, de grijs-grauwe dorpen van
leem. de witte tenten; in de verdrijven
de verte, de pyramide en de eeuwige on
eindigheid. dit allo? overgoten door de
laatste stralen van de ondergaande zon.
We naderen Oiseh op weg naar Cairo;
de koningsgraven steken sterk af tegen
den purperen avondhemel. Ik kijk. ik
moet kijken, ik Wijf kijkende
laatste zonnestraal kust teederlijk mijn
sphinx. De duisternis zet in.
We treden het Egyptische museum
binnen, hoofdzakelijk om de schatter,
te zien uit het graf van Toeth Ank Amen
Waar de couranten en vooral de tijd
schriften als „The Illustrated London
News" en ..1" Illustration", ik meen ook
Het Leven" zulke goede beschrijvingen
on afbeeldingen hebben gegeven, -geloof
lk hier te kunnen volstaan met de ver
melding dat zelfs de best geredigeerde
opsomming en de beste illustratie de
werkelijkheid slechts in de aller verste
verte nabijkomen. Het is eenvoudig
superbe.
Ik neem den tijd eens om op mijn ge
mak het leven op het terras, en in de
hall van mijn hotel gade te slaan. Hoe
wei onder dezelfde directie en identiek
van inrichting als he* bekende Shep-
pard's Hotel, is het Continental-Savoy
beslist beter gelegen, schuin tegenover
de opera. Een prachtig ruiterstandbeeld
met uitgestrekte n arm bevelend wijzend:
de eerste Egyptische verkeersagent te
paard. .Tuinen met Arabische ingangs
poort vlak over ons. Een breede mar
meren stoep, ter schouderhoogte het
terras, rieten meubelen, parasols, pal
men in kuipan. Breede reede loopers,
warm doende in de zon. slaven in roode
en mokka-kleurige costuums van onder
tot boven bestikt met goud en zilver.
Weer anderen in witte enkelpantalons
met roede of blauwe jakjes, de geheele
bende rood befezt. Dragomannen zelf
de soort van wezens loopen met kar
watsen en stokken om het gespuis te
kunnen bewerken. Heldere klare lucht,
zonovergoten. Geschreeuw. Harder ge
schreeuw. Stokslagen. Afdemzend ge
spuis. De Amerikaansche gezant rijdt
voor in auto. Twee vlaggetjes ter zijde
van den auto. Motorrijder vooruit, 2
idem achter. Begrafenis met wit laken
overdekte kist waarop papieren bloe
men 4 dragers, voorop zangers, achter
de baar zwarte weeklagende vrouwen
Studenten-optccht, demonstratie, bloed
rood vaandel voorop, schreeuwen, doen
verder geen kwaad. Weer begrafenis.
Veel gelelde, achter de baar rijden de
vrouwen, gehurkt op platte karren door
versierd ezeltje getrokken. Weer ge
schreeuw, 2 straatdieven hebben het met
elkaar aan den stok, vermoedelijk heeft
de een wat meer gegapt dan de ander.
Doodclijke concurrentie. Ik houd niet
van geschreeuw, en ga naar binnen.
Hall. Zeer groot. Witte kolommen,
heerlijke roode tapijten, Tieten meubilair,
green. Ook clubfauteuils ln de intiemere
hoeken.
In een hoek een strijkje. Zachte me-
lodleuse oude melodieën klinken op in
de ruimte, weldadig aandoende ln den
tegenwoordlgen tijd van jazz-idiotlsme.
Vooral veel Engelschen en Americans.
Schoone dochteren.
Eva's leuke toiletjes. Gentlemen ln
smoking, cocktail, old Tom Gin, Have
another. Thanks. Good bye. Hallo
Daddy, Freddy darling. How lovely.
In een hoek een sheik, Burnoes, brui
ne snuit, zonverbrand. witte hoofd
doek. Etensgong klink ultnoodigend.
De trein brengt ons van Cairo naar Je
ruzalem. Nauwelijks en route klinkt
de bel voor den restauratiewagen-slaaf
door de gangen. We nemen plaats en
terwijl de gerechten elkaar regelmatig
opvolgen, neigt de zon ter kimme. Het
land ia overgoten door een heerlijk
purperen gloed op een plaats ls zelfs
de hemel zeegroen.
De attentie ls meer bij de lichtacha-
keerlngen en kleur-effecten, dan bij
het overigens goede diner. Dan
verdwijnt de zon, het wordt nacht ln
Egypteland.
Wie eenmaal het water van den Nijl
gedronken heeft, zegt een oud spreek
woord. zal het wederom drinken. Egyp-
teland, ik groet u. Tot ziens,
We naderen El KantAra. het laatste
station ln Azië. Het is 10 uur 's avonds.
In ccn langrij gaan we het smalle,
slecht verlichte pad af, dat naar he:
Suez-Kanaal leidt. Daar gooit de pont
reeds los. We varen over. In de verte
zoeklicht van een stoomschip dat zijn
weg door het niet verlicht kanaal
zoekt.
In het douanekantoor wordt een
Syriër even te grazen genomen door de
autoriteiten. We moeten op onze baga
ge wachten, die met de volgende pont
overkomt, dus hebben we gelegenheid
het gedoe gade te slaan. De man heeft
een kameelzak. twee manden en een
groot pak bij zich. Uitpakken maar Jon
gens. De onmogelijks te combinatie
komt te voorsohijn, oud touw, nieuwe
brulnleeren kinderschoèntjes, nieuwe
katoentjes, apenootjes en dadels. Ge-
pa laveer waar het einde van weg is. De
Syriër beweert het eene en de autori
teiten beweren natuurlijk het andere.
Eindelijk'zijn ze het eens geworden, de
fiscale honger wordt bevredigd.
Tegenover den uitgang van het
douanekantoor staat de trein met de
slaapwagens. Ik ben weer tijdig bij de
hand om de zon te zien opgaan over
liet beloofde land. De spoorlijn gaat
ln allerlei bochten bergopwaarts; we
stijgen 2400 roe1- Berglandschap, roode
anemonen steken schitterend af tegen
de grijze steen. We passeeren Gaza.
een vroegere vesting der Filistijnen, w
gaan door de vallei van So rek, sinaas-
appelboomen ln velden omringd met
cactusheggene dan Saara (het bijbelsche
Zora), geboorteplaats van Slmson. In
Leudd (vroeger Lljdda) wisselen wij
van trein, akkers die beploegd worden
door een span ossen met een kameel
voorop. Ramleh. olijfboomen, palmen,
sycomoreboomen. Tenslotte Bittlr. Ein
delijk Jerusalem.
Jerusalem.
De trein rolt binnen.
Daar heb je het weer; het gespuis,
dat lk meende goed en wel in de duis
ternis van den Egyptischeu nacht te
hebben achtergelaten, schijnt opge
staan. Het roepen om ..Bakshish" m.a.
w. het bedelen schijnt ln deze landen
universeel.
Buiten de kap een ijskoude regen dlc
ons ln het gezicht zwiept. We rillen en
beven. De auto's rijden door genoci
den teerd e stratenoveral n leuwe hulzen,
op straat, neer straat. We stappen op
de markt waar de boeren cn boerinnen
uit den omtrek hun dieren en land
bouwproducten te koop bieden. Lam
metjes en kleine geitjes staan dicht op
elkaar gedrongen hun noodlot af te
wachten. Alvorens naar ons hotel te
gaan, de regen ls intusschen opgehou
den. gaan we naar de plaats waar de
Tempel gestaan heeft. Een smalle ta
melijk helende en door den regen glad
de weg leidt naar de zooveel lager ge
legen Poort van Damascus. Telken/
trapjes af. ter weerszijden van den
weg echte spelonken waarin öf goe
deren zijn opgeborgen of dieren. Kan
nen verkoopers, dc waren op tapijten
op straat uitgestald, stalletjes met
zuurtjes en dergelilk goed maken den
toch al zoo smallen verkeersweg nog
nauwer. Daar tusschen bewegen zich
vrijelijk ezels, kameelen, schoone jonk
vrouwen met totaal versluierde gezich
ten. Het Tempelplein is door 8 poorten
toegankelijk, waarvan een al Jaren ls
gesloten.
Thans staat op de heilige rots, die
wordt beschouwd als die waarop Abra
ham zijn zoon lo-aac wilde offeren een
8-hoekIg koepelgsbo-.iw, dat ten on
rechte moskee wordt genoemd. Een
dubbele marmeren zuilengang rondom
de heilige plaats, belegd met kostbare
tapijten.
In een der hoeken van het plein was
ln den muur een trap uitgehouwen, dir
voerde naar een groote ruimet. met
vierkante pijlers. Tijdens de kruistoch
ten dienden deze ruimten onder het
terras als stallen voor de paarden der
ridders, de oorspronkelijke toegang ln
het Zuiden Ls thans geblokkeerd. wy
maken een rondgang om het tempel
plein en beklimmen de muren.
Th.
SANTPOORT.
„ONS GENOECEN".
Het laatste optreden van bovenge
noemde tooncelvereeniging mocht zich in
een groote belangstelling verheugen.
D:ze flinke belangstelling was ten volle
verdiend, want er werd over 't gehsel
gced spel te zien gegeven, vooral als men
bsder.kt, dat zoowel in „Een Kerstavond"
als ir. ..De Oom uit Amerika" een plaats
vervangster vcor één der dames, die
plotseling wegens ziekte verhinderd was,
moest aangewezen worden.
Met een gezellig bal werd de avond
gesloten.
VELSEN.
WIJZIGING RETRIBUTTFC-ELDEN
Door de leden van den gemeenteraad de
heeren P. F. C. Roelse, W. F Visser en
P. Schaar is een voorstel ingediend tot
wijziging van de verordening op de hef
fing van retributiagéld voor de toelating
van leerlingen uit deze gemeente op het
Gymnasium en hot Lyceum der ge
meente Haarlem en het Kennemer Ly
ceum te B'oemendaak Volgens dit voor
stel zal het retrlbutiageld bedragen bij
een belastbaar inkomen van 1(50018ÖC
gld voor één leerling 10 per jaar, moor
leerlingen uit één gezin vrij. 180120CC
gld. ]e leerling 20 gld, 2e leerling 10
gld meer leerlingen vrij. 20012200
gld. 1 e. 2e en ?e leerling reap 30 2
en 10 enz. tot een maximum van 400
voor eiken leerling bij een inkomen var.
80G0 gld. en meer.
GEVONDEN VOORWERPEN
Z fcveren damesbeursje, kinderpor*
tcmonnaie met inhoud, werkjas,
kinderportcmonnaic.
HAARLEMMERMEER
OORKONDE NIEUWE KERK.
Naar wy vernemen, zal op Zaterdag
21 April des namiddags te 3 uur in de
te Hoofddorp in aanbouw zijnde nieuwe
Gereformeerde keTk ingemetseld wor
den.
AFSCHEID ORGANLSTE.
De blinde Organiste, mej. C. van Pelt
die gedurende vele Jaren in de Ned
Hervormde Kerk te Hoofddorp het ge
meenschappelijk gezang met haar or
gelspel heeft mogen leiden en Zondag
wegens haar vertrek naar Ermelo
voor 't laatst aldaar het kerkorgel be
speelde. werd door Ds. Bax hartelijk toe
gesproken en dank gebracht voor de vele
goede diensten die zij in het belang van
de kerk en de stichting van den open
baren eeredlenst heeft bewezen.
De gemeente zong haar staande toe
de bekende zegenbede: „dat 's Heeren
zegen op u daal".
Het feest van de Firma Van Houten te Weesp.
Holland ls, van tijd tot wyle, een
gezellig land. Zoo nu en dan vaart een
vlaag van leven, van genoegelijkheid, van
enthousiasme zelfs door dit land van
chronische langzaamheid, bedachtzaam
heid en lankmoedig, verdraagzaam ge
duld..,.
Deze acute aanvallen doen zich voor
bv. op 't (overigens spaarzame) ijs, in
den bloemboUentUd en ook bij de zoo
nu en dan voorkomende feestelijkheden.
En het werd ons weer duidelijk ge
demonstreerd bij ons bezoek aan Weesp
het oude stadje, dat ten tijde van
Bonifacius al bestaan moet hebben.
Weesp, dat feestviert met veel over
tuiging en ter eere van de firma var.
Houten, die zijn honderd-jarig jubileum
viert en het stille, vergeten stadje te
midden van de groene weilanden be
kend heeft gemaakt tot ver over de gren
zen van ons land.
Wanneer wU, na een snelle rit door
de nu vrooiykdoor de zon bestraalde
weilanden, langs het met schuimkoppen
bedekte water, dat dansend en klotsend
toont, ook wel „net écht" te kunnen
doen, door de bulderende en fluitende
windvlagen, die ons dapper voortjagend
„huisje op wielen" bestoken, 't stadje
binnenkomen, is 't eerste wat we zien
de mooie villa var. de familie van Houten,
waarvoor prijkt esn eenije meters hoog
conterfeitsel van den stichter van dit
nu zoo bloeiend bedrijf: de cacao-fabrlek.
gesymboliseerd door een reusachtigen
adelaar die met uitgespreide vleugels
boven zijn hoofd schijnt te zweven
Wanneer we verder rijden, behoeft er
geen twijfel over te blijven aan de fees
telijke bedoeling van de dankbare Wees-
penaren. Overal, waar we kijken, wap
peren groote en kleine vlaggen, onaf
zienbare rijen heel kleine vlaggetjes in
alle bonte kleuren als lekkende tonge
tjes, palen, omwonden door vlaggen,
zijn verbonden door lange slingers den-"
negroen; langs en over de straat han
gen tallooze lampions, afgewisseld door
electrische lampjes en groote ronde cel-
luloid-bollen, die als verbaasde oogen
deze kleuren-wemeling schUnen te be
staren. Bonte, aardig ontworpen schil
den hangen aan alle boomen, die op
eindeloos gevarieerde wt:en de kleuren
van 't stadswapen combineeren met de
voorletters van de firma van Houten
tot zelfs een kippenhok is volgehangen
met papieren vlaggetjes, vermoedelijk
tot grcot ongerief van de onthutst uit
ziende kippen....
Het ls in-genoegelijk.
Plotseling verrijst in een nauw straatje
een aardige, oude stadspoort, waarop
eer. uil slaperig schijnt te knikkebollen
't blijkt echter een „opgezette", even
als de poort een handige imitatie,
waarin een groote bel ijverig klingelt.
De straten srtroomen vol. zoo dadelijk
za! in 't versierde gemeentehuls de In
stallatie van de Jury ter beoordee
ling van den étalage-wedstrijd plaats
hebben, met de gebruikelyke toespra
ken en in tegenwoordigeheid van de
Jubileerende firma het wordt tijd
dat 't carillon bespeeld wordt ter
verhooging van de plechtigheid- We
wringen ons naar boven, naar de spits
van 't oude torentje. Als we halverwege
zijn beginnen dreunend de klokken te lui
den en even omvangt ons de romanti
sche sfeer van een ver verleden dan'
„pang" zegt Iets tegen myn hoofd, het
blükt een bovenmate solide balk, die de
eeuwen trotseerde en zijn aanwezigheid
daar op nadrukkelijke wyze demon
streert mijn hoofd echter trotseert
óók en moedig hyschen we ons verder
naar boven langs de steile laddertjes,
ons voelende als een konUn in de gan
gen naar zijn hol. Als we boven geko
men zijn blijkt echter, dat het carillon
niet te bespelen is en al sinds twee Jaar
ln een staat van verregaande verwaar-
1 oozing verkeert.
We dalen dus maar weer af. na eer.
blik naar buiten te hebben geworpen
waar we de Zuiderzee kunnen zien als
een reusachtige bruinvisch, met glinste
rende schubben, en de heuvels van 'c
Gooi, die herinneringen opwekken aan
zomersche geneugten van bosch en hei
zien het vroolUke, kleurige winderige
landschap....
Dan naar 't Stadhuis als we bin
nenstappen in de ruime hal, klinkt een
daverende marsch door de gewelven
waar anders niets getolereerd wordt dan
plechtige ernst en traditioneele formu
les.... De officieeïe installatie ls juist af-
geloopen. Er wordt thee gedronken, er
worden (natuurlijk) Weesper moppen
gegeten, een verdienstelijk gebak uit
den tijd, dat de mensoh nog over de ze
geningen van een gezond gebit be
schikteburgemeester en wethouders
verontschuldigen zich over het mis
lukte carillon-concert (niemand kon er
wat aan doen, maar 't wordt nu hèusch
in orde gemaakt, na anderhalf jaar
waohten op een Rijkssubsidie, die
niet kwam!) de vrouw van den con
cierge kijkt ontzet naar den vreemden
toestand waarin de gemeente-zalen ver-
keeren een fograaf snuffelt ijverig
als een speurhond naar den dop van z'n
toestel, die hy kwyt is, een contrabas
ligt, als bezwijmd, op den grond, rood-
gebeenrie muzikanten waren rond goud-
gegalonneerd....
Het is een gezellige herrie, we be
wonderen nog, en passant den Coenraad
Johannes wisselbeker, versierd met zil
veren cacao-boonen, beschikbaar gesteld
door de jubileerende firma als wissel-
prys in den étalage-wedstrijd en eznige
mooie plaquettes, vermoedeiyk voor
'tzelfde doel. Dan vertrekken we weer
scharrelen door de overvolle straten,
een agent wenkt gewichtig: stoppen! De
étalagecommissie wandelt rond. bekijkt
ernstig en critisch de uitstallingen.
Keurt.... In een speelgoed-winkel draait
in enthousiaste vaart een electrisch ver
licht treintje, arrogant als een goud-
visch in z'n kom, die het perpetuum
mobile denkt uitgevonden te hebben.
Buiten Weesp: de brug. Die, ten
tweede male open is. Sleepbooten, me:
onafzienbare hoeveelheden schuiten
achter zich (waarender etteiyke met
den naam: Otliehckomen van belde
zUden aanzetten met een sukkelgange-
tje van zeker nog geen 5 K.M. We zuch
ten, berustend en besbeden onzen tyd
nuttig met het lezen van den „feest
gids". Dit is een uiterma
te boeiend en leerzaam geschrift
en hot is te betreuren, dat de firma
Van Houten hiervan niet een minia
tuur uitgave in iedere bus cacao de
poneert. Want wie denkt, onder 't ge
not van z'n elf-uursch kopje choco
lade, aan het feit, dat onder koning
Montezuma (koning van Mexico ten
tyde van de verovering van dat ge
west door de Spanjaarden) belasting
werd betaald in: cacaoboonen? Dat
men voor 10 cacaoboonen (géldaman-
delen geheefcen) eigenaar werd van
een: konyn. voor 25 van een Jacht
hond, voor 150 van een slaaf! Dat
bovengenoemd heer z'n kopje choco
lade niet verkoos te savoueeren dan
uit gouden schalen en met gouden
lepels..... Al deze wetenswaardigheden
en nog véél meer. worden uitgebeeld
in oen optocht die Zaterdag gehou
den zal worden. Hierin zullen ook
voorkomen verschillende groepen, al
le natuurlyk betrekking hebbend op
de cacaoboon en haar verwerking,
o.a. zal één groep in beeld brengen de
herinnering aan het feit. dat de
firma Van Houten de eerste was. die
de tegenwoordige blikverpakking van
de cacao toepaste (vroeger geschied
de dit in flesschen). Eén beschrUving
van alle voorkomende feesteiykheden.
die de geheele week van 1420 April
dm*en zullen, zou ons be ver voeren.
Behalve de reeds genoemde étalage-
wedstryd zullen plaats hebben een
ballon-vaart door kapt. Pottum.
raarby 2000 kleine ballons door kin
deren worden opgelaten, uitgebreide
Illuminatie, waaraan zéér veel zorg
wordt besteed met een grootsch vuur
werk en een fakkeltocht, een wed
strijd tusschen motor-giybooten. een
pushbal-wedstryd enz. enz.
Laat chocolade-drinkend Nederland
zUn hellwcnschen voegen by de zéér
vele. die aangeboden zullen worden
laten wy hopen op een week van
zonneschyn. van vroolijkhcid. vr.n ge-
noeglyk enthousiasme voor de Jubi
leerende firma.
Leve de cacaoboon!I
N. V. N,
Venen.
De venen dateeren pas uit later tyd.
De planten, die nu verrot en vergaan,
tot turf geperst en ln onze kachels ver
brand worden, waren eens een sieraad
voor hun omgeving. Ongeveer 4000 jaar
geleden, dus toen er reeds menschen
waren, groeiden deze planten op Nedsr-
landschen bodem, een bodem echter, die
anders was dan de tegenwoordige. Wat
byna van zelf spreekt, daar het veen
nog moest ontstaan en wy nu byna niets
anders dan veen hebben.
Het was er4000 Jaar geleden heer-
iyk warm. een sccrt subtropisch klimaat,
zooals aar. de Rivièra. Het ys, U zult
het zich uit een myner vorige artike
len nog wel herinneren, dat byna ens ge
heele land had bedekt, was verdwenen
en de vinnige, snerpende koude had
plaats mee ten maken voor een oosten
wind, zacht en warm, die de laatste
sporen van dien guren tyd vernietigde.
Langzaam werd d-e oude toestand weer
hersteld. De planten, die door de koude
Mer niet hadden kunnen gedyen, kwamen
weer terug; de dieren, aangetrokken
door het milde klimaat, zochten onze
noordelijke streken op en vestigden hier
voor goed hun woonplaats. En zoo kre
gen we weer een lustoord van het echte
oude type, waar alles wild door edkaar
groeide en waax geen menschelijke hand
nog zyn verwoestend werk had gedaan
om al dat natuurlijk gegroeide in kunst
matige banen te leiden.
De boomen domineerden over de
heesters en lagere planten. Boomen
waren er zooveel, dat zy oerwouden
vormden van kolossale afmeting, die
donker en somber, slechts aan het al
lerellendigste onkruid (paddestoelen,
schimmels e.d.) groeiplaats verschaften.
De bosschen vormden eigenlijk het uit
gangspunt voor ons veen, hoewel zy
zelf niet een groot aandeel in die vor
ming hebben. Maar zy maken de onder
ste laag der venen uit en daarom moeten
wy daar beginnen om een goed begrip
van haar ontwikkeling te bebben.
Zooals reeds gezegd was het warm en
droog, een ideaal klimaat vcor sommige
soorten boomen, die dan ook in rijke -
ïyke hoeveelheid daar te vinden waren,
zy waren met weinig voedsel tevreden en
met dat weinige konden zy in zeer ma
gere tyden en deze waren niet zeld
zaam nog lang toekomen, omdat zy
zeer economisch de voedingstoffen kon
den opstapelen. Ook verstonden zy de
kunst zeer zuinig met water om te gaan;
van de enkele keeren dat het regende
en dan meesbal ook goed verzamel
den zij het water in hun reserveorganen
om in schaarsche tyden op rantsoen lang
te kunnen toekomen.
Het spreekt van zelf. dat deze boomen
ook maar een beperkten leeftijd hadden
dat zy dus niet voor eeuwig daar bleven
staan. Te meer nog, daar er weldra
slechte tyden zouden komen. Hevige
wieden kwamen opzetten, stormen zelfs
en de regen begon in groote stroomen
neer te vallen. Het warme, droge kli
maat veranlerde in een nat klimaat. ZU
kregen ineens te veel van het goede en
daar konden zU niet tegen.
We zien dan ook da groote wouden
langzamerhand verdwUnen. Niet overal,
maar op talrUke plaatsen. De maje-
stueuse woudreuzen konden het tegen
het geweldige noodweer niet uithouden,
zy zwiepten en bogen onophoudelijk
tot dicht by den grond tot dat zy ten
slotte braken en met luid gekraak om
laag stortten. Slechts korte stompen ble
ven boven dan grond bestaan; zy waren
de eenigste herinneringen aan een ver
gane grootheid.
Daar kwam nog bU, dat die aanhou
dende regen en daarmee gepaard gaande
overstroomingen, zoowel van rivieren als
van de zee, den grond drassig maakte
en later zelfs moerassig. De wind ver
plaatste zoo geweldig veel zand. dat er
diepe kommen werden uitgeschuurd waar
het water zich voornamelijk in verza
melde. Dit werden dan de moerassen en
zy waren juist daar. waar de overblijf
selen der wouden, de boomstompjes als
armzalige resten boven den grond uit
staken.
Een moeras Is altijd het eerste be
gin geweest van veenvorming. Daar wa
ren oe voorwaarden het gunstigst, om d;
alleronderste lagen te kunnen vormen,
om dan van zelf de voorwaarden voor
een' verdere vegetatie te geven. Laten
wU nu eens zien, hoe zich het proces
der veenvorming heeft afgespeeLd.
In de moerassen en veenkommen
waaraan ons land ln dien tyd zoo rijk
was, leefden ontelbare kleine diertjes.
Zy waren nauwelijks een honderdste
milimeter groot; doch ln zulk een over
wegend aantal konden zU in het water
voorkomen, dat de oppervlakte er door
gekleurd werd. Deze kleine ddertjes nu
vielen wanneer zy stierven, op den bo
dem. Heft pleitte zeker wel voor het
groote aantal dier organismen, dat er
een aanhoudende „lijkjesregen" in het
water was. dat dus die lijkjes als een
aanhoudende fUne stofregen door het
water neerzonken. Op den b^dem vorm
den zU een laag. die eerst dim; later
steeds meer ln dikte toenam om ten
slotte byna het geheele meertje op te
vullen. Dat was de dikke, mulle, in
rotting verkeerende onderlaag, een mas
sa-opstapeling van doode plantjes en
diertjes, die zelfs eenige meters dik kan
worden. Doch begrijpelijkerwijs was hier
tyd voor noodig en ook veel tyd.
Het eerste stadium der veenvorming
ls hiermee volbracht. De taak is echter
nog niet afgeloopen. want het geweldige'
werk moet nog komen. Het meertje
moet verdwUnen; er mag geen water
meer zyn Want heidegrond is droog,
kurkdroog zelfs en er is dus wel hee!
wat te veranderen, wil er uit een moeras-
Je heidegrond ontstaan.
De oevers dezer meertjes en venen
waren in de meeste gevallen zeer dicht
begroeid. Boomen en heesters, natuur
lijk planten, die op een natten doch niet
c'rassigen bodem goed willen gedU'en ston
den op de glooiingen tot dicht by het
water en menige scheefgegroeide boom
zal zUn bladerkroon zocals wy dat
nu nog dlkwyis kunnen zien boven
den waterspiegel gehad hebben.
Hoe onbelangrijk deze mededeeling
ook schynt. zoo briangryk is zU in wer
kelijkheid. Want Juist docr de dichte be
groeiingen der kanten en door het
scheef overhellen der boomen boven hst
water, kunnen we gemakkelijk inzien,
dat de afgevallen bladeren en takken
het gewone verschynsel in den herfst
in het meertje vielen boven op die mulle,
half verrotte massa. En zelfs kunnen
we ons voorstellen, dat geheele boomen
denzelfden weg gingen; dat door stor
men en zelfs orkanen de boomen af
knapten en vcor zoover zU heel dicht
aan den rand groeiden in het water
vielen.
Er kwam dientengevolge een tweede
laag, een laag van takken en bladeren,
die de eerste laag, bedekte.
Vooral zal dit het geval zyn aan de
kanten, waardoor Juist hier he-: eerst
de oppervlakte van het water wordt be
reikt en de demping van het meertje
van hieruit voortgaat naar het midden.
WU zeggen dan dat het meertje „ver-
landt". ZUn wateroppervlak word:
steeds kleiner en als een dlaphragma
knUpt het land zich om dit kwijnende
stukje water meer en meer dicht.
Het nieuw gewonnen land heeft een
voor sommige planten vruchtbaren bo
dem. Het wordt overstoven door zand
en wat er onder zit verschaft den plan
ten in ruime mate het voedsel, dat zy
noodig hebben. WU zien dan ook spoedig
dat er zich een vegetatie van paarden
staarten op gaat ontwikkelen, de eigen
aardige planten die wU langs alle velden
van ons landje in verkwistend ruime
mate kunnen tegenkomen. Terloops zy
hier herinnerd aan het steenkolentyd-
perk, waarover ik in een mUner vorige
artikelen uitvoerig heb geschreven. Daar
in kwamen we ook paardenstaarten tegen
ln bouw niet van ds tegenwoordige ver
schillend, maar wat hen typeerde waren
de groote afmetingen, de kaarsrecht in
de lucht stekende stammen, met van af
stand tot afstand de kranrgewUs ge
plaatste takken. Dit waren de woud
reuzen uit dien lanzvervdegen tyd: en
nu. na verloop van die mülioenen Jaren,
zyn ze nog slechts zoo groot, dat ze
nog net boven het gras uit komen ky-
ken.
De paardenstaarten krijgen op hun
modderige standplaatsen al gauw gezel
schap van het riet. Dit soort planten
voelt zich bU voorkeur thuis op drassi-
gen bodem en het behoeft ons daarom
ook niet te verwonderen, wanneer zulk
riet ook reeds eerder aanwezig was.
In elk geval is het een voornaam be
standdeel van het veen en samen met
de paardenstaarten zorgen zy voor de al-
geheele verlanding van het meertje.
Met dat afsterven houdt de verhooging
gelijken tred; want alles wat in het na
jaar afsterft, valt op den grondv verrot
en vormt den bodem van de vegetatie van
het volgend jaar. Zoo wordt de grond
dus geleidelijk aan hooger en daarmee
natuurlijk ook minder drassig. En wan
neer dit nog eenigen tyd doorgaat wordt
dc grond Juist geschikt voor een vege
tatie van zegge.
Deze zegge r.u vormt met de paarden
staarten en het riet het laagveen. Wan
neer dit alles verrot en zoo hoog, dat
het niet meer drassig is. dan kunnen
we het gebruiken om er de turf uit te
steken. Maar wanneer we dit niet doen
en het veentje verder aan zfjn lot
ovelaten dan zal zich op dit laagveen
het hoogveen gaan vormen.
Hoogveen, de naam zegt het al. te
hooger gelegen dan het laagveen. Er
zUn weer heel wat planten, heel wat
stadia, die aan de vorming van dit hoog
veen meedoen en vooraleer het zoover is,
moeten er weer heel wat Jaartjes over
heen gaan. Maar we kunnen kort zUn.
Het laagveen wordt begroeid met boomen;
de els, de den, de spar en de berk be
nevens nog brandnetels gedyen uitste
kend op zulk een grond en wanneer deze
planten den bodem weer een heel stuk
hebben verhoogd, is deze zoo droog, dat
er geen fatsoenlijke plant meer op kan
groeien. Dan neemt het veenmos bezit
van den geheelen grond.
Dit mosje heeft de eigenaardigheid al
het water dat van boven komt want
uit den grond is niet veel te putten
in zich op te nemen, als reserve in
droge tyden. Evenals een spons kan
het buitengewoon veel water vasthuoden
en daarom is het veenmos zoo weinig
kieskeurig en kan het met evenveel
plezier op kurkdrogen grond groeien als
oen bodem, die altijd voorzien biyft
a water.
Dit Is dus het eindstadium van het
hoogveen.
Slechts heideplanten en het veenmos
kunnen er groeien en hoe óuder dit
wordt, hoe schraler de grond.
Daarom zal het hoogveen hoe langer
hoe onvruchtbaarder worden. Voor tuin
bouw is het nooit of te nimmer ge
schikt geweest. Daarom dient het eerst
ontgonnen te worden.
IJMUIDEN.
GEVONDEN VOORWERPEN
ÏJmuldcn (WiUemsplein): Porte#
monnaic met inhoud, idem. vulpen,
autoband met velg, hond. potlood.
IJmuidcn (Engclmunduswcg):
Bruine kindcrporteraonnaic. zwart
konijn, nikkelen jongensbril. bruin
lederen portcmonnaie, sleutel, vul*
penhouder, ceintuur.
BEVERWIJK.
GEVONDEN VOORWERPEN
Sleutel, broche, twee rijwiclmer»
ken, Hollandsche herdershnod-
INGEZONDEN MEDEDEFLINGEN
a 60 Cent* per regel.
Geeft uwe advertenties op
ter plaatsing in het
HET algemeene GROOTE
dagblad der beschaafde
kringen. ALLE soorten
advertenties worden zonder
prjjsverhooging aangenomen
22 bij het
Bijkantoor Handelsblad
(Wensing's Alg. Advert.-Bureau)
TEMPELIERSSTR. 32
Telefoon 10209