HAARLEM'S DAGBLAD
H. D. VERTELLINGEN
FLITSEN
BALLONS cadeau
MEUBELWAS
J. G. WASSENAAR
JANSWEG 17
FEUILLETON
DF LOTGEVALLEN
VAN ESMÉE
dinsdag 24 april 1928
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
V erstrooidhcid.
door
LU1GI PIRANDELLO.
Zwart In oen glinsterende stofwolk
gehuld hield een lijkwagen derde
klasse in de gloeiende Augustuszon stil
vcor de iets openstaande deur van een
huls ln een van de vele nieuwe straten
in de stadswijk van Pratt di CasteUo.
Het liep tegen drie uur.
Verwonderd keken al die nieuwe hui-
ren, die voor het grootste deel nog on
bewoond waren, naar den zwarten wa
gen.
Men had ze daar nog maar kort neer
gezet als woning voor het leven
nu moesten zy zien, dat de dood Juist
daar een offer kwam halen.
Vóór het loven de dood!
Langzaam, stapvoets was die wagen
aangekomen.
De koetsier, die was ingedommeld,
den vettigen hoogen hoed scheef op den
neus en één voet op het achterdeel van
het paard, had by de eerste huisdeur,
die hij ten teeken van rouw zag open
staan, teugel en rem aangetrokken en
zioh nog behagalijker op den bok uitge
strekt om te slapen.
Daar schoof plotseling een man met
een rood, zweetend gezicht, bloote borst,
en boven de behaarde armen hoog op
gestroopte hemdsmouwen het gordijn
van de deur van den ©enigen winkel
in de' straat op zij en trad in de zon.
„Pst!" riep hU den koetsier toe.
„Hallo! Nog een stuk verder..."
De koetsier boog het hoofd achter
over om onder den rand van den op
den neus geschoven hoed uit naar den
man te kijken. Hy vierde de teugels,
zette de paarden aan en reed, zonder
iets te zeggen, op de drogisterij toe.
Hier of daar hein was het ge
lijk.
En voor de deur van het volgende
huls, die eveneens openstond, hield hy
weer stil en ging voort met slapen.
„Ezel!" mompelde de drogist, de
schouders ophalend. „Hy merkt niet
eens, dat om dazen tyd alle huisdeuren
openstaan. Hy moet nog pas ln zUn
beroep zUn...."
Dit was ook het geval. En dat beroep
beviel Scalabrino allerminst. Hij was
oorspronikeiyk concierge geweest en had
met alle huurders en den huisbaas ruzie
gekregen; vervolgens was hy koster ln
San Rocco en had met den dominee
quastie gekregen; daarop was hy rij-
Uiig'kcetster geworden en had tot voor
drie dagen terug met al zyn passagiers
ongenoegen gehad. En nu had hy een
positie bij een begrafenisonderneming
aanvaard, wyi hy in het stille seizoen
niets anders kon vinden. Hij wist zeer
nauwkeurig dat hy ook met deze kra
keel zou krygen, omdat hy ieder zijn
meening openiyk ln het gezicht zeide-
Voor het overige was hy een arme drom
mel. Men behoefde hem maar aan te
zien. Hij had veel te hooge schouders,
was half blind en had een wasgeel ge-
zicht en een rooden neus. En waarom
was hy zoo rood? Opdat ledereen hem
voor een drinkebroer zou houden, of
schoon hy toch niet eens wist, hoe wyn
smaakt.
„Bi-rrr"..-
HU had meer dan genoog van dit hon
denleven. Op een mooien dag zou hy
een laatsten, definitieven stryd met de
golven van den stroom vechten cn dan:
goeden nacht!
Doch vooreerst wachtte hy daar nog,
door de muggen en de verveling opge
vreten, ln den zonnegloed op zUn eerste
vracht. Den doode.
Wat - bracht men hem nu niet daar ach
ter aan, ruim een half uur later, uit eer.
andere deur, aan de andere zyde van de
straat?
„Hé da's raar..„" mompelde hy tus
schen de tanden en hy zette de paarden
aan, terwijl de aansprekers, die onder
den last van een armzalige met een wit-
gezoomd lijkkleed gedekte kist heftig
Bohimpten:
„De duivel zal je haden! Hebben ze te
dan het huisnummer niet opgegeven?"
Scalabrino draaie zwijgend met zyn
wagen om en wachtte, tot de anderen
de wagen openden en de kist er ln
schoven.
„RUd maar weg!"
En langzaam, stapvoets, gelijk hy was
gekomen, zette hy z'.ch weer in bewe
ging, den voet nog altyd op het paard
en den hoed op den neus.
Kaal de wagen. Geen krans en
geen linten. Fn er was maar één die
rouw droeg. Zy had een zwarten tullen
sluier voor het gelaat, droeg een gladde
mousseline Jurk met gele bloemen cn
had een kleinen, lichten parasol opge
stoken, <Le vrooiyk in de zon glinster
de,
zy deed den doode uitgeleide, stellig;
maar zy beschermde zich met een klei
nen parasol tegen de zon.
„Veel pleizier, Donna Rosa!" riep de
drogist, die in zyn hemdsmouwen stond,
haar toe, nadat hy de winkeldeur weer
was binnengegaan. En daarbij schudde
hy het hoofd en lachte zonder piëteit.
De vrouw draaide zich om en zag hem
door den sluier aan. zy wenkte hem toe
met de hand, die in een versleten hand
schoen stak en tilde dan weer haar Ja
pon op, zoodat de zeer afgeloopen hak
ken van haar schoenen duideiyk te zien
waren. Maar bovendien had zy versle
ten handschoenen en een parasol.
Arme heer Bernardo! Als een hond
stopte men hem in den grond!" riep
iemand uit een raam.
De drogist keek, nog altyd het hoofd
schuddend, canhocg.
„Zoo'n beroemde man en alleen de
oude meid gaat er achter aan."" riep
iemand anders uit een tweede venster.
Vreemd en wonderlijk klonken de
twee stemmen uit de hoogte in de ver
laten, zonnige straat.
Scalabrino deed. voor hy den hoek
omdraaide, zijn gezellin het voorstel,
toch een rytuig te nemen, zoodat zij
sneller vooruit zouden komen. By deze
hitte en op dit uur van'den dag zou er
toch geen sterveling de begrafenis bij
wonen.
Maar Rosina schu<Jtfe het gesluierde
hoofd, zy had gezworen, dat zy haar
heer te voet tot de San Lorenzostraat
zou vergezellen.
„Ach! ziet je heer Je misschien?"
Dat niet! Maar zy had het gezworen.
zy zou ten hoogste van de Lorenzo
straat tot het kerkhof een rytuig ne
men.
„En wanneer ik het nu betaal?" hield
Scalabrino vol,
Ook niet! zy had gezworen.
Scalabrino mompelde onder zUn hoo-
gen hoed een vloek en reed langzaam
verder. Eerst over de Cavourbrug, verder
door de Temacelli- en Condottlstraat,
over het Spagnaplein, door de Macelli--
en Sis Unas traat.
Van nu af paste hy iets beter op, om
de andere wagens de trams en de
auto's te ontwijken. Want voor zulk een
ïykstoet zou Immers toch niemand
eerbiedig plaats maken.
Maar toen hü 't Barberiniplein voor-
by was en de sülle Tolemtinostraat in
reed, zette hy zyn voet weer op het
paaid. schoof den hoed op den neus et.
maakte zich weer gereed om te gaan
slapen.
De paarden kenden immers den weg.
De weinige menschen op straat ble
ven staan en draaiden zioh half verwon
derd en half verontwaardigd om. De
koetsier, die in de gloeiende zon op den
bok en de doode, dio mooi koel in het
donker van den wagen sliep; bovendien
de eenige rouwdraagster met den lich
ten parasol en den zwarten sluier voor
het gezicht, kortom geheel de entourage
van dezen begrafenisstoet, die op dezen
heeten tyd van den dag stil en ver
loren door de straten trok kon iemand
werkeiyk verontrusten..
Zoo nam men tooh niet afscheid
van het leven! Dag-, uur- en jaargety-
de, alles was verkeerd gekozen. Het zag
er byna naar uit, alsof de overledene
dm dood opzetteiyk den verschuldigden
eerbied wilde weigeren.
Een ergerlijk geval. De koetsier had
clgeniyk schoon gelijk, dat hy op den
bok sliep.
En zoo had Scalabrino waarschijn -
ijk ook kalm tot de San Lorenzostraat
doorgeslapen, wanneer de paarden niet
plotseling ln de Voltunostraat sneller
waren gaan loopen, zoodat hy wakker
word.
Wakker worden links op het trot
toir een broodmageren heer in een nauw
grys pak zien staan, met een baard
en een grooten zwarten brilvoelen,
dat een dik paket in een wilden boog
op hem kwam toegevlogen dat alles
was één gcwaarwordlr
Voor Scalabrino zich van zijn schr'k
kon herstellen, wierp de heer zich op le
paarden, bracht ze tot stilstand en
riep met dreigende, zwaaiende armen:
„Mij? Juist my? SchurkLomperd!
Een hujsvader met aoht kinderpn!
Schoft! Ellendeling!"
Alle lieden, die de straat door kwa
men en aüe winkeliers en Wanten kwa
men haastig aanloopen en verdrongen
zich om den wagen; de bewoners uit de
buurt bogen zich uit de ramen; andere
nieuwsgierigen kwam op het geschreeuw
af uit de zy straten gerend; en omdat
zy niet konden vernemen, wat er eigen-
ïyk gebeurd was, liep de een naar den
ander, ging op de teenen staan en men
riep opgewonden door elkaar:
„Wat is er eigeniyk aan de hand?"
„Hm het schynt, dat hy zegt
ik weet het niet
„Is daar niet een doode?"
„Waar dan?"
„Daar m den wagen?"
„Bast mogeiyk! Wie is de doode?"
„Dat zal hem een behooriyke straf
kosten!"
„Den doode?"
„Nee, den koetsier!"
„Waarom dan?"
„Weet ik het? Het schynt Hy
zegt
De magere heer ln het grijze pak
raasde tnlusschen naast de glasveranda
van een café heftig verder. Hy wilde
het paket terug hebben, dat hy den
koetsier naar het hoofd had gegooid.
Waarom? dat wist men nog altijd
niet. Dc koetsier op den lüfewagen ech
ter knipperde verwonderd met zyn kort
zichtige oogen, zette den hoogen hoed
recht en gaf den politieman, die mid
den in het gedrang stond en notities
maakte een of ander antwoord.
Tenslotte zette de wagen zioh weer in
beweging en de menigte maakte luid
ruchtig plaats voor hem. Maar toen nu
de eenige die den wagen volgde met
haar zwarten sluier onder den lichten
parasol weer zichtbaar weid, trad plot
seling diepe stilte ln. Maar één straat-
Jongen floot nog door.
Wat was er dan eigeniyk gebeurd?
Ach feitelijk niets. Een kleine ver
strooidheid. Scalabrino, die dagen gele
den nog aapjsskoetsier was, had door
de zon verblind bij zyn plotseling
ontwaken geheel vergeten, dat hy op
een lykwagen zat. Hy was van meening
dat hy nog altyd op zyn oude kales
zat, en daar hy reeds jaren lang de lie
den op straat placht uit te noodigen
van zyn wagen gebruik te maken, had
hy den Ln hot grys gekleeden heer op
het trottoir toegewenkt, tooh in te
stappen.
En wegens een kleinen, onschuldig be
doelden wenk had deze heer daarop
zooveel lawaai gemaakt.
kennis van het
buitenland.
EEN NED. CENTRAAL
INSTITUUT.
Naar wü vernemen is dezer dagen
te Rotterdam opgericht de ver.: „Ne
derlandsen Centraal Instituut voor de
Kennis van het Buitenland", die zich
ten doel stelt het byeenbrengen van
gegevens over het buitenland in den
meest algemeenen zin en het beschik
baar stellen daarvan voor allen, die
daarby belang hebben. De oprichters
hebben hierby gedacht aan indu-
strieelen en kooplieden, die zaken
doen met het buitenland, personen,
die een proces ln een ander land
moeten voeren en zich daarvoor wil-
-en oriënteeren, by het onderwus be-
trekkenen, die voorlichting zoeken over
het schoolwezen in het buitenland,
aan mannen van wetenschap, d.e
vragen voor het opsporen van bui-
leniandsche studiebionnen enz. Er
zal naar gestreefd worden de bijeen
gebrachte gegevens aanschouweiyk te
maken door middel van teekeningen
wandplaten en grafieken, terwyl korte
overzichten, samengesteld door be
voegde buitenlanders, eene snelle
oriënteering mogeiyk zullen maken.
Verder staan op het programma
voordrachten door buitenlandschc
deskundigen.
Het instituut zal zoo spoedig moge-
ïyk contact zoeken met de reeds De-
staande buitenlandsche instellingen
op dit gebied.
Nadere Inlichtingen over de ver.:
N. C. I K. B. worden verstrekt door
den voorzitter van het voorlooplg be
stuur, Dr. E. E„ J. Messing, Walen-
burgerweg 49, Rotterdam,
GEMEENTEGROND EN GEMEENTE-
WATER.
B. en W. stellen voor, nieuwe verorde
ningen vast te stellen op de heffing en
Invordering van rechten voor het ge
bruik van openbaren gemeentegrond er
openbaar gemeentewater en in te trek
ken de vroegere raadsbesluiten inzake
verhuur van gemeentewater voor het
hebben van schuitenhuizen en voor het
ligplaats nemen van vaartuigen.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. <187
CASLUCHT
Moeder roept van boven
dat ze zich verbeeldt dat
het naar gas ruikt
I roept dat hy er niets
van merkt, hst aal wei
verbeelding zJjo
I de krant sbhryft juist
over een familie van vyf
personen, bedwelmd door
ean lek in de gasleiding
vraagt zich af of moeder
toch niet geiyk gehad
kan hebben
I gaat naar de keuken en
controleert de kranen
van den gasoven
begeeft zich zelfs naar
den kelder om do hoofd
kraan te conti oleerem
roept opnieuw aan moe
ders adres dat het ver
beelding moet zyn en
bluft den geheelen ver
deren avond, onrustig.
(Nadruk verboden).
het systeem der
sovjets.
LEZING IR. A. BAARS VOOR
DE JONGE LIBERALEN.
Voor de Vereeniging van Jonge Libe
ralen sprak Zaterdagavond in Hotel
„Lion d'Or" ir. A. Baars over .,Het po
litieke en oeconomlsche systeem der
Russische Sovjets en het gevaar van dit
systeem voor Nederlandscli IndiÖ". Ir,
Baars werd indertüd uit Indié verwij-
cterd wegens communistische propagan
da Hy vestigde zich in sovjet-Rusland,
maar keerde, overtuigd van de practi-
sche onuitvoerbaarheid van de commu
nistische ideeën, naap Holland terug.
In verband daarmede wees de voorzit
ter de heer A. J. Tom in zijn openings
woord op het belang van de voorlich
ting door iemand, die niet als bevoor
oordeeld tegenstander naar Rusland
trok, maar als voorstander van het
sovjet-systeem.
De heer Baars begon zUn rede met
uiteen te zetten, waarom er z.i. geen
groots principieele tegenstelling is tus-
schen het liberalisme en het sovjet
systeem. De tegenstelling komt volgens
spr. voort uit de verhoudingen in Rus
land. Spr. ging de ontstaansgeschiede
nis van de „radon" na. Het sovjetsys
teem is niet. gegroeid in het brein van
een philosoof of economist., maar ont
staan uit den stryd tusschen de raden
en de regeering waarin tenslotte de eer
sten overwonn-en. Voor de revolutie
streden de bolsjewisten ook voor demo
cratie en parlementarisme maar zij
wierpen dat omver, omdat er geen
meerderheid voor gevonden werd.
Formeel ls het verschil tusschen d:
sovjets en onze vertegenwoordigende
lichamen niet groot, alleen zyn in
Rusland uitgesloten van actief kies
recht allen, die niet door arbeid in hun
onderhoud voorzien. In werkelijkheid is
echter een groot verschil, dat de sovjets
samengesteld zyn door de heerschcnd.
party, want een andere Candidatenlijst
dan de communistische is er niet, Dit
zou in een Westersch land niet moge
lijk zUn. meent spr. ,maar in Rusland
biyven de communisten nu al tien jaar
op deze wyze de baas. Als het Russi
sche volk met dit regeeringsstelsel te
vreden is, heeft het buitenland daar
niets op aan te merken, maar in een
Westersch land zou het stelsel niet op
gaan. Een radenregeering berust niet
op de raden, maar op de macht die er
achter staat in Rusland. Een radenre
publiek is elke Westersche republiek
eigeniyk ook. de Russische verkreeg
echter liet kenmerkende door de ver
houdingen in dat land. Tegenstander?
van het parlementarisme wijzen wel
eens op Rusland, waar dan niet gepraat
maar gedaan zou worden. Dat is maar
schUn, want dezelfde scheiding tusschen
praten en doen als hier bestaat ooJ-
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 CENTS PER REGEL.
daar. De zeer zelden byeen komende
iaden hebben slechts goad te keuren.,
wat de ambtenaren gedaan hebben. Len
voorbeeld: Door de nationaiiseenng van
ae industrie wordt het beheer daarvan
een der belangrykste functies voor het
regeerend lichaam En hoeveel laten de
sovjets zich aan die belangrijke taak
gelegen liggen? Niets, zy laten haar aan
de ambtenaren over. Als een voordee*
beschouwde spr. het echter, dat de
Russische arbeidersmassa door die natio-
naliscering der industrie eenig begrip
heelt gekregen van wat er komt kijkeai
by het beheer van bsdryven, daar heef„
de Westersche arbeider geen notie van.
Door het wegvallen van elke gehelmzhi-
niglieid wat betref c de bestemming van
gemaakts winsten en de grootte daar
van ontstaat een groot verschil met
Westersche toestanden. Het heeft de
menschen er in doen berusten, dat ze
liet stol tel ijk slechter hebben dan .voor
de revolutie, zij weten, dat wat er is,
verdeeld wordt.
Wat spr. het meest teleurstelde is,
dat de communisten op sociaal gebied
niets, letteriyk niets nieuws brengen,
zy komen slechts, of nog niet eens, tot
wat in West. Europa op sociaal gebied
reeds lang bestaat. Het beste deel der
arbeidersklasse, dat aan het bewind ge
komen is, kon dat slechts nadoen.
Spr. kan dus niet zien een kans van
slagen van Russische propaganda in hel
Westen. Aan werklcozenzorg wordt in
Rusland absoluut niets meer gedaan
dan hier, alleen weten da menschen er,
dat er geen geld is. Ook de SovJ-st-
industrie maakt winst en belegt die
weer in nieuwe industrie. De mechani
se er ing van de industrie gaat er ook ten
koste der arbeiders. De sovjetregeerlng
most dat wel doen. omdat ook zy goed-
koopar meet produceeren. zy heeft al
die problemen niet tot oplossing ge
bracht, zij stelt de oplossing echter nog
steeds den arbeiders in 't vooruitzicht
Geestelijk heeft de Russische arbei
der het beter dan de West-Europeesche.
Hij vindt bevrediging in het gevoel zich
heer en meester te kunnen noemen, en
niet als minder dan een ander te wor
den beschouwd. De Russische ar beide:
weet niet, dat de Westersche arbeider
even vry is als hy. en dezelfde sociale
maatregelen voor hem bestaan, en het
Sovjetsysteem zorgt, dat hil het niet te
weten komt door het machtige wapen
der censuur. Het geesteiyk resultaat
daarvan ls voor het volk zeer ongun
stig, er ontstaat een walgeiyk chauvi
nisme uit. Het thans opkomende ge
slacht biykt daardoor maatschappeiyk
zeer onbruikbaar te zyn, het kent geen
discipline, weet niet veel en is niet ac-
curaat. Spr, kwam tot de conclusie dat
in het kapitalistische West-Europa het
voortgebrachte even goed verdeeld
wordt als in Rusland. In Rusland heeft
men ook geleerd, dat vermeerdering van
de productie de basis ls voor verbetering
der toestanden. Men moet in West
Europa tydig een oplossing zoeken voor
de problemen en het niet laten komen
tot de tot wanhoop gedreven arbeide:
vooruit stormt, zooals hy ln Rusland
deed.
Tenslotte wydde spr. eenige woorder
aan het gevaar van het oeconomische
systeem der Russische Sovjets voor
Nederlandsch-Indlë. Hy vergeleek de
toestanden daar met de Russische. Dc
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» pep regel»
GEDURENDE DEZEN MAAND
ter kennismaking met onze prima
in alle kleuren 25 ets per potje
BIJ HbT STAUON 15
propaganda wordt daar nog aange
wakkerd door den rassenhaat Terzake
van de uitbreiding harer invloedssfeer
kent de sovjet-regeering geen scrupu
les, daarom is de propaganda zoo ge
vaarlijk. Zy tast de Led Indische re
geering aan in haar zwakke zijde, en
daarom is het zaak die zijde te verster
ken. Dat het intellect en njke boeren
en handelaars in Indië sympathie voe
len voor het bolsjewisme is tegenna
tuurlijk. de regeering moet dat bestrij
den en door de mlandsche landbouwbe
langen te behartigen den opposanten
tegemoet komen;
Het optreden van het Europeesche
publiek zul meer waaxdserend moeten
worden tegenover de bruine iandge-
nooten, opdat deze het geestelijk beter
zullen hebben evenals de Russische ar
beiders. Een regeering moet het nooit
zoo ver laten komen, dat een heel volk
ontevreden met haar bewind ls. Als
Nederland de inlandsche bevolking gees-
teiyk meer steun biedt, behoeven wij
geen enkele propaganda te vreezen, be
sloot spr.
Na de pauze werden vele vragen ge
steld die de spreker uitvoerig beant
woordde, waarna de heer Tom hem
dankte in een Slotwoord, en wees op de
belar.gryke taak van de Liberale
Staatsparty in de dcor den heer Baars
besproken evolutie
De rest van den avond droeg een
feesteiyk karakter, er weid n.l. ge
danst., waarby de bekende „White Star
Eand" onder leiding van den heer M.
ia Chapelle voor melodie en rhylhtr.e
zorgde.
KINDERHULP
De afdeeling Haarlem en Omstre
ken van „Kinderhulp", Vereeniging
tot opvoeding van Halfverweesde-,
Verwaarloosde- of Verlaten Kinderen
ih het hulsgezin, heeft een by'een-
komst georganiseerd op Zaterdag 28
April in de aula van het Kennemer
Lyceum te Bloemendaal.
Er zal een film vertoond worden,
op treffende wUze voorstellende:: a.
het milieu waaruit de kinderen ge-
wooniyk komen; b. het verbiyf in het
Kinderhuis; c. het verbiyf der kin
deren In de gezinnen. De avond zal
worden opgeluisterd met muziek,
zang en voordracht door de leerlingen
van het Lyceum.
(Naar het Engelsch. van
C N cn A NL WILLIAMSON.)
Esmée ergerde zich zeer, dat Gibbs
van Graaf Ricardo durfde spreken als
„Power" en had ham gaarne eens op zyn
plaats gezet wegens zUn brutaliteit.
Maar zy bedwong zich. Het zou dwaas
zijn, dien man tot haar vUand te maken,
zoowel ter wille van haar zelve als van
Rcers
„Het eten. dat Lulsa kookt, is nog te
slecht voor varkens", bromde Gibbs. „In
dien ik niet wat kreeg ln myn in het
huls, waar u woont cn waar het u. naar
ik hoop. goed zal bevallen, zou lk het
ntet beter hebben, dan teen ik gevangen
was by de Duitschers, Nu u er is. zou het.
my niet verwonderen, als Mr. Rogers my
spoedig verlof gaf Power myn dienst
op te zeggen, indien hy het mU ten
minste niet doet".
Het scheen den man genoegen te doen
eens te kunnen praten. Toch begreep
Esmée met haar scherp verstand, dat
het hem ergerde, niet beter te zUn ge
slaagd te Cannon Wood, en dat hy het
onaangenaam zou vinden, zelfs als hl)
zich daar werkelijk verveelde, weg te
gaan en zUn plaats door een Jong meis
je te zien Innemen.
„ZUn er zoo veel bedienden in het
huis. dat een hofmeester kan worden
gemist?" vroeg zy. „Anders zal Mr.
Power u waarschyniyk niet gaarne la
ten gaan".
„Er zyn alleen Giuseppe en Luisa",
antwoordde Gibbs. „Neale, de portier, en
zyn vrouw doen ook allerlei werk. zy
werkt ln het huisen zorgt voor de
wasch. Haar man heeft de zorg voor de
kachels (behalve in de bibliotheek, waar
Giuseppe alles doet) en werkt een beetje
ln den armen verwaarloosden tuin. O
neen, een hofmeester is hier evenmin
noodig als een kamerdienaar. Mr. Ro
gers heeft my hier alleen gekregen door
list en volharding. HU zou dat niet
hebben gedaan, als Giuseppe er reeds
was geweest; maar die oude kerel was
toen nog niet verschenen. De juffrouw
van uw pension, Miss Alton, moest
daarom vriendschap sluiten met de
vrouw van den portier wat niet boo
heel gemakkelijk was! en door haar
ben ik hier gekomen! Dat is alles! Maar
nu hob ik niets meer te doen. U ver
gist u aardig, als u denkt, dat Pówer
mU niet gaarne zou missen. Drie weken
geleden zou hy mU wel hebben wegge
zonden, na een gebeurtenis, die plaats
had in het heiligdom, de bibliotheek, als
hy zeker was geweest, dat er opzet ln
't spel was en als hy niet bang was
geweest, zyn dierbaren Giuseppe plot
seling met te veel werk te overladen".
Rogers had ook gesproken van een
„gebeurtenis" ln verband met het ver
bannen van den hofmeester uit zyn
meesters tegenwoordigheid. Esmée had
hem er niet verder naar durven vragen;
maar Gibbs scheen, ofschoon hy ja-
loersch op haar was, toch persoonlijk
niets tegen haar te hebben, zy was ge
neigd te gelooven, dat hy gaarne wat
wilde babbelen, om zUn verveling te ver
dry ven.
„Ik wensch geen ..nieuwsgierig Aagje"
te zyn, zooals u het noemt", zeide zy,
„maar toch zou ik gaarne hcoren. welke
die „gebeurtenis" was, als u het mU wilt
vertellen".
„O, dat wil ik wel doen", antwoordde
Gibbs. met toenemende vertrouwelUk-
heid. „Ik moet het u eigeniyk ook wel
mededeelen. opdat u op uw hoede kunt
zyn. Hebt u een eigenaardig portret-
Ujstje opgemerkt, dat op de schryftafel
staat?"
Esmée liet haar gedachten teruggaan
naar de bibliotheek. Zy herinnerde clch
niet, een vreemde portretiyst te hebben
opgemerkt. Er was zooveel geweest, dat
haar gedachten in beslag had genomen
in de eerste plaats Power zelf. Maar
verscheidene avonden te Rose Lea had
den zfl. Em en Charles Rogers een „Ge-
heugenspel" gespeeld. Talryke kleinig
heden werden op een tafel gelegd en met
een doek bedekt. Op een teeken van Ro.
gers werd die doek weggenomen, en
ieder speler kreeg drie minuten om naar
de voorwerpen te kijken en ze in zyn
geheugen te prenten. Toen de tijd om
was, moest ieder opschryven, wat hy
zich herinnerde van die dingen, en die
het meeste wist, won het spel. Nu riep
Esmée alle ontvangen indrukken nog
eens weer in haar geest terug, evenals
zy te Rose Lea had gedaan. In den
geest zag zy Richard Power's schryfta
fel voor zich. Bovenop hadden gestaan
een paar kleine bronzen figuurtjes, een
papiermes met ivoren heft, en ja, een
portretlijstje van gebrand oud zilver, In
gelegd met kleine, gekleurde steenen.
Het had den vorm van een reliquieën-
kastje en had puntige deuren gesloten
deuren.
„Ja, ik heb het MJstje opgemerkt",
zeide zy.
„Waren de deuren open of dicht, toen
u in de kamer was?"
„Ze waren dicht".
„Dat dacht Ik wel. Dat zUn ze altyd
voor zoover ik weet. Nu. vrouwen zijn
niet de eenige n euwsgierige Aagjes! Ik
placht voor den haard ln de kamer te
zorgen. Op zekeren dag het was toen
Power nog zijn maaltijden gebruikte in
de eetzaal zat hij weer zooals gewoon-
iyk te peinzen by een glas zoeten Ita-
liaanschen wyn, dien Giuseppe te Lon
den voor hem vond, en lk dacht: „Nu is
het myn tyd!" Ik mompelde iets van
naar het vuur in de bibliotheek te moe
ten zien, doch ik weet niet, of hy mU
hoorde. Toen liep ik recht op de schrijf
tafel toe en trachtte de deuren van dat
portretlijstje te openen. En kijk, ze wa
ren op slot! Maar of het noodlot
er de hand in had. Juist op dat oogen-
blik moest de oude G'useppe binnen
sluipen en mij zien met dat ding in myn
hand. Ik maakte een verontschuldiging,
dat ik het op den grond had gevonden;
dat de kat het zeker had omgas too ten
(gelukkig is er een kat!). Maar van dien
dag af was alles veranderd. Ik ben na
dien tijd nog niet weer in de bibliotheek
geweest. L*t op mijn woorden, er is iets
bUzonder belangryks in dat lys'jv U
moet beproeven er eens in te kyken, den
een of anderen dag als hy vergeten heeft
het te sluiten denkt u ook niet?"
„Ja, lk vind dat ook", mompelde
het meisje.
T". haar groote verlichting waren ze
nu by het kleine huls met de witte
stoep en de blauwe deur gekomen.
Dien nacht droomde zy van het por-
tretiystje, dat op een reliquiëonkastje
geleek. Het scheen haar toe, dat haar
toekomstig geluk afhing van de weten
schap, wat er in was. Toen zy ont
waakte, bleef die Indruk achter, zy zei
de tot zich zelve, dat zy ondanks Ro
gers toch nooit zoo laag zou zUn, in zulk
een geheim te gluren zelfs als het
mogehjk was. Maar zy hoopte, dat zy
nooit de kans zou hebben de deuren
open te vinden. De verleiding zou dan
al te groot zyn!
HOOFDSTUK IX.
Aan bet eind van den brief.
Den volgenden morgen begaf Esmée
zich al vroeg op weg naar Cannon Wood
Zy was voor half elf by de poort en de
portiersvrouw liet haar binnen met een
glimlach, zy was trotsch en gevleid
door dat kleine bewijs van vriendelijk
heid van de oude vrouw en beantwoord
de den glimlach. Wat wisten de Neales
eigenlijk van den noodlottigen nacht,
welken Rogers haar had beschreven, en
van de verschyning van een tweeden
Richard Power? Het kwam Miss Alton
voor, dat het bewijzen van Graaf Ri-
cardo's onschuld en van een samenzwe
ring tegen hem voor een groot deel zou
afhangen van wat dat oude echtpaar
wist, en of ze werkeiyk „dom" waren of
trouw. Zij besloot gebruik te maken
van die glimlachende begroeting, welke
ze aan haar jeugd en aardig gezicht had
te danken (Esmóe wist heel gccd. dat zy
mooi was) om op vriendschappclUkcn
voet te komen met den portier en zijn
vrouw. Maar zy moest niet overhaast te
werk gaan, want dat zou haar zaak be
derven by menschen als de Neales.
(Wordt vervolgd)