FLITSEN HAARLEM'S FEUILLETON DE LOTGEVALLEN VAN ESMÉE DAGBLAD H. D. VERTELLINGEN VAN HAARLEM S DAGBLAD No. 1203 SCHEREN Vader beseft dat het el lendigste van uitgaan is. dat ie je op denzelfden dag nog eens moét sche ren wrijft zijn vingers over zijn kin, cue inderdaad vrij ruw blijkt te zijn droogt zijn gezicht weer i besluit dat het maar af en bekijkt zich van I zonder scheren moet alle windstreken uit kleedt zich verder, iedere vijf seconden ophouden de om zijn kin peinzend ln den spiegel te bezien kleedt zich gelieel trekt daarna Jas. vest, boord en das weer uit en scheert zich. (Nadruk verboden) ZATERDAG 12 MEI 1928 In verschillende opzichten verschilden Lady Jevons en haar zuster Barry he melsbreed van elkaar, hoewel zü uiter lijk heel veel overeenkomst vertoonden. Zy hadden belden blond haar en blauwe oogen, doch terwijl er in de uitdruk king van de laatste warmte en diepte lag, kon een dergelijk iets niet bepaald ten opzichte van Lady Jevons gezegd worden. Zij was twee jaar ouder dan haar zus ter en haar huwelijk bleek een groote nuslukkmg te wezen, hoewel zij handig- genoeg was om dit feit voor de buiten wereld verborgen te houden. Na verloop van twee jaren hadden ze de zaak eens ernstig overwogen en waren de echtee- nooten overeengekomen dat ieder zijn eigen weg zou gaan. Lady Jevons woon de in een oud buitenhuis in de buurt van Shere en in theorie tenminste was dit met Sir Henry eveneens het geval De conventie werd evenwel zoo veel mogelijk betracht en Barry was vrijwel de eenige, die van den werkelij ken toestand op de hoogte was. Het jonge meisje had reeds jaren geleden haar laatste illusie omtrent haar zuster verloren en had Sir Henry Barry's volle sympathie. Barry kwam niet dikwijls bü Cynthia logeeren daar haar gasten bijna even weinig aantrekkingskracht vóór haar bezaten als voor Sir Henry. Meer malen was het dan ook voorgekomen dat Sir Henry en zij zich uit een gevoel van louter eenzaamheid bij elkaar had den aangesloten. Dien dag was Sir Henry echter niet aanwezig. daar dringend werk hem elders geroepen had. Het meerendeel dei- gasten bevond zich op het tennisveld. Cynthia en de jonge Leslie Barrington hadden zich danig ge weerd en nadat Barry het spel een poos je had gade?- gen. was het haar ge lukt onbemerk -aar een stil plekje en haar hangmat te ontkomen. Zij had zich lui uitgerekt en staarde droomerig voor zich uit. Ze had er geen flauw vermoe den van, hoe lang ze daar reeds had gelegen, toen ze uit haar gepeins werd opgeschrikt door het geluid van stem men. dat vanaf de andere zijde ran de dichtbegroeide heg tot haar doordrong. Wees niet zoo dwaas, Leslie, verstond ze. Je moet het heusch niet doen. Ze kunnen ons zien. Er kwam een minachtende blik in Barry's oogen: Cynthia scheen dat al tijd in een man te moeten oproepen. Leslie Barrington behoorde tot dat be paalde soort mannen, die heel gauw als was worden in de handen van de ver keerde vrouw. Barry was van plan naar haar kamer te gaan Niemand zou haar missen en bovendien deed iedereen op Meadowcroft wat men zelf verkoos. In de hall kwam ze evenwel Sir Henry te gen, die juist uit Londen was terugge keerd. Haar gevoel van verontwaardiging maakte plaats voor een van angst, daar zijn tegenwoordigheid onheil teweeg kon brengen. Cynthia liet zich misschien op dat oogenblik nog steeds door den jon gen Barrington kussen en dat paadje achter de heg behoorde tot een van de lievelingswandelingen van Henry, en dit te meer wanneer er gasten waren. Hallo Barry, riep hij vroolyk. Wat zie je bleek, kindje. Het is zoo warm. Henry. Ik ga een uurtje liggen. Wat je gelijk hebt. Waar is Cyn thia? Zij was zooeven aan het tennissen, antwoordde Barry. Geef me een si garet. Henry, vervolgde ze. En praat wat met me: ik denk dat ik toch maar op zal blijven. Vertel me eens wat je al lemaal hebt moeten doen. Ik vrees, dat ik me €Tg verveel, want de gasten zijn geweldig knap. Zij lachte en was weer volkomen op haar gemak. Ik ben bang. dat dit helaas van mij ook beweerd wordt Barry, glimlach te hij. Dat is heel iets anders, jy bént inderdaad een groote geleerde en wan neer jij met me praat begryp ik alles. Krijg ik een sigaret of niet? Neem me niet kwalijk, dat ik het vergat. Barry. Ik moet me gauw ver- kleeden. Je hebt er geen flauw idee van welk een genot het voor me is me in een flanellen pak te kunnen steken. In orde Ik zal op je wachten. Het jonge meisje wachtte evenwel niet. Zoodra hy veilig en wel naar bo ven was gegaan, begaf ze zich naar haar eigen kamer. Een chaos van ge dachten ging door haar hoofd. Bah. wat maakte Cynthia zich weer goedkoop: het was natuuriyk volkomen haar eigen schuld, want Leslie Barrington was veel jonger dan zy. Ze zou het haar zuster ditmaal eens goed vertellen: daarvan (Naar het Engelsch. van O. N. en A. M. WILLIAMSON.) 36) Deze indruk bleef haar nog by, toen zy emdeiijk opstond om heen te gaan. Zy had opzettelijk lang gedraald, cm het geduld van den „heer, die er als een buitenlander uitzag" uit te putten, als hy dwaas genoeg mocht zyn geweest haar thuiskomst af te wachten. Indien hy terug was gekomen en Mrs. Jen nings' verklaring, dat het meisje niet thuis zou komen om te eten. niet had geloofd, zou hy misschien wel een half uur in een taxi of vlgelante hebben ge- waoht. Maar Mr. Lyons was in de eerste plaats gemakzuchtig en bang voor moeite Het was een koude avend vcor het begin van November, en het meisje dacht by zich zelve, dat ze na negen uur tamelijk veilig zcu zyn. He: was half tien. toen zy afscheid nam van de Neales en de maan scheen helder aan den hemel. „Als ik een beetje jonger was, miss. en mijn rheumatiek niet zoo erg was, dan zou ik u naar huis brengen", reide de ZESDE BLAD kon ze verzekerd wezen. Ze was bijna gereed met verkleeden, toen haar zus:er in haar kamer verscheen. Hallo, be gon ze. Ik heb me in moeilykheden gewerkt. Barry en je moet me er uit helpen. Henry kwam vanmiddag onver wacht thuis en hy zag juist dat Leslie Barrington me kuste. Ik heb je al zoo dikwijls gewaar schuwd, zei Barry op killen toon Den een of anderen dag moest het uitkomen, dat spreekt vanzelf. Houd die wyze lessen nu maar bij je, klonk 't ongeduldige antwoord. Ik heb Henry wysgemaakt, dat Leslie me juist verteld had dat hy zich met jou verloofd had. Wat zeg je? barstte Barry los. Ja, ik kon op dafr oogenblik niets anders verzinnen. Het eenige dat je te doen hebt is een paar dagen comedie te spelen. Leslie is er toe bereid. Dat is buitengewoon vriendelijk van hem. zei Barry op sarcastischen toon. Lady Jevons legde haar hander. op de schouders van haar zuster en schud de haar zachtjes door elkaar. Het is slechts een grapje, dwaas kind. Je hoeft niets bijzonders te doen. De menschen zullen je gelukwenschen enzoovoorts en na een paar weken verbreek je de ver loving. Intusschen help je my uit groote moeilykheden. Dit was heusch het eeni ge wat ik bedenken kon om mij te excu- seeren. Kom nu niet met je overdreven praatjes aan. Je bent zoo belachelijk styf, Barry. Beloof me, dat me helpen zult: doe het dan desnoods alleen ter wille van Henry. Cynthia begreep al heel gauw, dat zy geen vergeefsch be roep op haar zuster had gedaan, hoe wel de uitdrukking van haar oogen haar minder beviel. Er lag minachting in. Toen het jonge meisje de trappen af kwam, waren vrijwel alle gasten in de hall gezeten. Haar zwager trad haar met uitgestrekte handen tegemoet. Zoo. kleine deugniet: was dat het nieuws dat je me vanmiddag wilde vertellen? Zy zag doodsbleek, doch ze wendde haar oogen niet af. Hy moet zich wél als een buitengewoon gelukkige sterve ling beschouwen, ging hy voort. Zy glimlachte en wendde zich daarna tot Leslie. Het spyt me ontzettend, Barry, fluisterde hij haar in. Maar ik zal zorgen dat ik morgen naar Londen te ruggeroepen word. De geheele geschiedenis is te walge- lyk om er veel woorden voor te ge bruiken, zei zy. Cynthia heeft natuur lijk meer schuld dan jij, want van jeu was het slechts een oppervlakkige dwaas heid. Laten we nu naar de anderen gaan en het comediespel dan maar voortzetten. Gedurende het diner, dat Barry een oneindigheid boeleek, was zij verre van spraakzaam, howel Leslie Barrington voortdurend zyn best deed om haar aandacht gevangen te houden. Eindelijk was dé maaltijd achter den rug de avond verstreken, zoodat Barn' naar haar kamer kon gaan. Even later voeg de haar zuster zich by haar. Je hebt je schitterend gehouden, kindje. Leslie en ik zijn je uiterst dankbaar'. Hy schaamt zich geweldig over die lieele geschiedenis. Jij ook? vroeg Barry bitter. Zij wachtte het antwoord niet eens af en ging voort haar haar te borstelen. Eens klaps keerde ze zich met een ruk om en zag haar oudere zuster aan. Ik heb je geholpen, doch ik hoop dat het in derdaad niets anders dan een „dwaas heid" is geweestEn ik hoop tevens, dat je je in het vervolg behoorlijker zult gedragen. Henry is een goede man en verdient een andere behandeling. Er kwam een verlegen blik in Cynthia's oogen. Tusschen twee haakjes, wat heb je met dien armen Leslie gedaan? vroeg ze. Hy gaat morgenochtend weer vroeg naar Londen terug. Je had eigenlyk met Henry moeten trouwen. Barry; je zou zeer zeker een betere echtgenoote voor- hem zijn geweest dan ik. Jullie zyn beiden even ouderwetsch in je opvattingen. Je schynt het grappige van de situatie niet in te zien. Boven dien is Leslie buitengewoon aantrekke lijk en lijkt he me i heusch niet zoo vreeselyk voor je een paar weken met hem geëngageerd te moeten wezen. Ik kan de aardigheid van het ge val niet inzien, zei Barry kortaf. Leslie Is nog zulk een jongen. Na tuuriyk is hy tot over zyn ooren ver liefd op me, vervolgde Cynthia. of dat verbeeldt hy zich tenminste. Het heele geval is.... afschuwelijk, zei de jongere zus'er. Je stelt je allerbespottelykst aan. portier beleefd. „Maar nu vrees ik. ca: Ik dat genoegen niet ban hebben, U Is zeker niet bang? Anders ben ik over tuigd. dat Gibbs .Neen, neen!" viel Ermee hem in de re-de. „Ik zou er niet aandenken. Gibbs of een ander lastig te vallen. Het is licht buiten, en er is maar één eenzaam gedeelte. Ik zal hard loopen. als ik daar kom! U behoeft zelfs niet mee te gaan naar het hek. Ik kan het zelve wel sluiten. O. maar ik vergat, dat u het al- tUü op slot doet, nietwaar? Hierop antwoordden de Neales niet. maar de oude vrouw vergezelde baar naar het hek; en terstond de.arr.a heorde Esmée een sleutel in hec slot knarsen. In haar opwinding, overstelpt door al de gebeurtenissen van dien dag. had het meisje geen tijd gehad aan vrees te denken, zelfs n'.et voor Lyons. HU zou haar toch niet willen oplichten of dooden! Op zijn ergst was hy er in ge slaagd te ontdekken, waar zy was en haar te volgen met het doel. haar zUn liefde te verklaren op zyn eigen cn- aarrename wijze. Indien hy geduM had gshad al dien tyd te wachten wat natuurlijk niet het geval was dar. moest zij hem al!eer. maar flink af snauwen Wat een ander dan Lyons be treft. wel, er was niets te vreezen in het rustige Hampstead. En op dan een zamen weg zou de maan nog altijd schijnen. Zij kon een heel eind ver zien lachte Cynthia. Je denkt toch hoop ik niet, dat ik verliefd ben op Leslie? Barry verhief zich ln haar volle lengte en het leek alsof haar oogen vlammen schoten. Ik weet heel goed. dat dat niet zoo is. barstte zy los. Maar ik hield van hem. UIT DE OUDE PARLEMENTAIRE DOOS. (Door oneen Kamer-correspondent), n. Liever echter dan by de onaangename incidenten te verwijlen willen we het Parlement van den wat vroolijker kant bekijken. Want aan vroolijke, grappige, wonder lijke gebeurtenissen en incidenten is het Kamerleven ryk en altyd ook ryk ge weest. Daar zyn ae stylbloempjee. Hoeveel Kamerleder, glijden niet ui: op het glib berige pad der beeldspraak? Hebben we niet eens een Koloniale specialiteit hooren zeggen „dat de petroleum ae eenige spyker is, waaraan de welvaart van Curacao hangt, hebben we niet een minister van Justitie hooren spreken van een (let wel: één) prcfessor. die te ix>op geloopen was? We denken ook aan dien Senator, die de Zeeuwsche visschers wil de toestaan „het mosselzaad van de Belgisohe hoofden te halen". En sprak destijds niet minister van Swaay over een ingenieur, die zich voor de haven van IJmuiden „had gespannen", denzelfóer. ingenieur, die ook „zijn heele leven in het zand had gezeten?" En de interrupties, waarvan de gees tigste, de grappigste en de felste gewoon lijk niet ln de Handelingen komen, wy herinneren ons nog de behandeling -\-an de Tabakswet-de Vries. Er zit in de Ka mer een lid laten we hem Jansen noemen dat destyds, toen de Kamer leden nog niet de schadeloosstelling van tegenwoordig genoten, als buiten het Haagje wonende afgevaardigde met op groeiende kinderen het niet al te breed had en van wien men vertelde, dat de kwaliteit zyner sigaren in volkomen over eenstemming was met zyn finantóeelen welstand. Oud-minister Kolkman verde digde de Tabakswet hij had zelf immers als minister ook wel eens tever geefs gepoogd een tabaksbelasting in te voeren. Hij achtte die zeer gerecht vaardigd ..want zei hy tabak is iets anders dan een genotmiddel" Waar op de heer Duys bliksemsnel interrum peerde: „Dan heb je nog nooit een sigaar van Jansen cadeau gehad". Dave rend gelach Ja, wonderlyke dingen gebeuren er. En gebeurden er. Daar was jaren geleden bet Kamer lid Bahlman een heel tragisch ge val die een rede beëindigde met. de woorden:.. Hierby, mynheer de Voor zitter, zal ik het laten" en op zijn zetel neerviel, om in de Kamer te sterven. De meest-tragische gebeurtenissen heb ber. dikwijls een komischen kant. Jaren geleden zaten er in de Tweede Kamer twee heeren Storm Eén dezer heeren kreeg in de kamer een beroerte en stierf plotseling. Zijn naamgenoot, bevreesd voor een foutieve publicatie in de pers, liep, zoo hard hy kon, op de onthutste perstribune toe. om de journalisten toe te roepen: „Heeren, denk er om „ik ben ben t niet Het moet eens een bode overkomen zyn. dat hij loopend in het voor eenige jaren nog donkere gangetje achter de groote perstribune zich hoorde toevoe gen: ,.Ga jy maar weg, vriendje, 't is nog geheime vergadering". Het vriendje bode bleekde minister van Kolo niën te zijn uit een der laatste mini steries. We moeten erkennen: de vergis sing was in het donker begrijpeiyk. Voorzitters, die van de eer van het Parlement doortrokken waren, heeft zoowel de Eerste als de Tweede Ka mei- steeds gehac. Gaarne' wondt in parle mentaire herinneringen gesproken van den Ser.aats-presröent Mr. J H. Fhilipse. aan wien een minister van Justitie, Mn van Lilaar vergeten had. zich voor te stellen. De minister verdedigde een wets ontwerp cn wenschte het woord. Luid-op vroeg de president aan den griffier: ..Wie is die meneer daar?" In de pyn- iijke stilte, die op deze vraag volgde, stelde de minister van Justitie zich zelf als zoodanig voor. „O, is U de minister van Justitie? dan kunt u het woord krygen". En dan is daar ook nog het kostelijke verhaal van dien Noord-Brabantechen afgevaardigde, die zyn redevoering over een moeilijk onderwerp eens begon me de van groote knnis der behandelde ma terie getuigende woorden: „Alhoewel ge heel onvoorbereid, mijnheer de voor zitter, moet ik na liet gebeurde enkele kantteekenir.gen maken op het reeds opgemerkte Jammer voor den man, dat een Kamer lid. mede logeergast in „Paulez", de rede voering reeds gehoord had. toen de Noord-Brabander haar 's avonds op zijn kamer hardop in het geheugen prent te. De „algeheel onvoorbereide" rede wie er aankwam. Zoo had zy gedacht, eer zy de portiers woning verliet, en ze had met opzet zoo lang mogelijk gedraald met weg te gaan. ofschoon zü geen huissleutel bezat. Maar op een onverklaarbare wijze deed het sluiten van het. hek haar stemming ge heel omslaan. Haar opgewondenheid stierf weg. Het was. alsof een koude wind haar bloed had doen verstijven, zy ver langde terug te keeren, aan het hek te bellen en de Neales uit hun huls te halen, eer zij tyd hadden gehad naar bed :e gaan. Hoe dwaas was zy geweer- het aanbod van Gibbs' geleide af te slaan zy moest hebben gedacht aan de kost bare neg niet ontwikkelde kiekjes in haar kodak. Indien zy al het gevaar niet vreesde, den een of anderen landüooper te ontmoeten, dan had ze toch de camera achter moeten laten in de portierswo ning, om ze den volgenden dag mee te V men. Het was nu echter te laat om er iets aan te veranderen, berispte het meisje zich zelve. ZU zag er meer tegen op, terug te keeren en haar ar.gst te be kennen dwaze noodeiooze angst on- getwyfeld dar. verder te gaar.. Daar om vermande zy zich. richtte het hcofd op en liep dapper voort, haar kodak ver bergende onder de lange cape, die zy over haar blauw manteltje had geslagen Het was een lichtblauwe, militaire, voor een Italiuanschen officier gemaakte voering deed tydens het uitspreken reeds ir, afschrift door de Kamer de rondte. Er was eens een tweede Kamer-pre- s:der.: van Reenen. Deze woonde op een landgoed by den Haag. En eiken dag om half vier kwam zUn rytuigje voor. dat hem na de vergadering naar zyn buiten brengen moest. Wanneer het nu over drieën liep en er was geen spreker meer ingeschreven of slechts een lid, dat niet anders dan lange en uitvoerige ver handelingen voorlezen kon. of er moest een minister aan het woord komen dan was 't noodig. dat een Kamerlid met een improvisatie den tijd tot half vier vol praatte. Het gebeurde nu. dat by de discussie over het Noordzeekanaal president van Reenen zulk een vriendendienst nocdig had en den ingenieur van Diggelen werd ervoor gespannen. Deze hield een speech, die als droog duinzand ar.n elkaar hing tot het brikje van Van Reenen voorkwam en een ander presidiaal vriend op een wenk ran den president voor den spreker een plakkaat omhoog hield, waarop duidelijk te lezen stond: „Genoeg" Toen was plotseling het diepgaar.fi tech nisch betoog van den ingenieur uit. Niet ieder immers is het gegeven te te improvnseeren. Zelfs ministers niet De minister van Koloniën Uhlenbeck kon eenvoudig geen enkele zinsnede dragelijk aaneenrygen. Voor hem sprong men dan ook eveneens altyd Ta met een improvisatie, om hem den tyd te gunnen zyn antwoord thuis gereed te maker.. Dat kon nog in dien goeden ouden tijd. Maar daarvoor heeft de Ka mer van nu te vee! werk. Nu moet een minister, wiens rhetorisohe talenten niet bijster groot zijn. pogen vooruit aan te voelen, wat -hem zal worden tegenge worpen. Of met buitengewone verslag gevers-eigenschappen zijn toegerus:. Zoo als minister de Graaff. die zijn debaters by hield op het papier, waarop hy hun argumenten by het eerste hooren poogde te pareeren. Wat tot eenig gevolg had een onoverkomenlijke eentonigheid. Van opmerkelijk groote capaciteiten spreekt, de geschiedenis van de Kamer ook. Capaciteiten als de hoogst bekwame rader van den huldigen hoogst bekwamen viece-president ran den Raad van State, graaf van Lynden van Sandenburg ontwikkeld. Deze bewinds man was achtereenvolgens minister van Eerediensten. Justitie, Buitenland sche Zaken en Financiën. Bekwaam was hy maar helaas slecht van gezicht. Waar door hy gedwongen werd als minister van Financiën (18811882) de millioe- nenrede geheel en al te memo roeren. En deze uit het hoofd de Kamer voor legde, zonder van de tallooze cijfers ook maar één halve cent te vergeten! Het kor. wel eens vervelend ztfn in de Kamer. Maar de vervelende oogenblikken r.eemt men gaarne cp-de-kcop-toe, want ten slotte is het Kamerleven altyd van groote aantrekkelijkheid. Gelijk het altyd geweest Ls. INTIMUS. cape. Ricardo had haar die in Milaan gegeven, opdat zy 't in de motorboot op het Comomeer niet al te koud zou heb ben. zy herademde, want daar waren men- schen; soldaten met hun meisjes: sol daten alteen, en vrouwen alteen. Die vrouwen waren toch ock niet bang En waarom ook? Zy was weer geheel kalm geworden, teen zij den broeden straat weg verliet om den smaden eenzamen weg naar Swan Street, de kleine straat met de veelkleurige deuren, in te slaan, zy wierp een blik over haar sóhouder teen zU in de schaduw van de hooge beamen trad. om te zien of misschien c-ok toovaiiig iemand haar volgde. Maar zfj zag niemand in de nabtyheid. In de verte wandelden een paar menschen, maar het was onwaarschynlijk. dat zy dezen weg zouden inslaan. In ieder ge val kon zij niet blijven wachten om te zien, wat zy zouden doen. Zij liep voort, maar sneller dan tevoren. ZU had zich den weg voorgesteld als helder verlicht door de maneschijn, maar had er niet aan gedacht, hoe sma; was ln verhouding tot de hoogte der boom en. Er waren twee ryen olmen, dicht b\j elkaar, cn als de maan niet hoog aan der. hemel stond, beletten zij haar stralen tot den weg loor te dringen. Op der. harden grond klonken Esmée's snelle voetstappen haar luid ln de ooren. DE PROVINCIE EN VREEMDELINGEN VERKEER. GEEN SUBSIDIE. De Algemeene Nederlandse he Vereen: - ging voor Vreemdelingenverkeer te 's-Gravenhage. heeft een subsidie van f 10.000 uit de provinciale kas gevraagd God. Staten kunnen geen vrijheid vinden de Prov. Staten tot inwilliging van dit verzoek te adviseeren. Zij bren gen in herinnering dat de provincie voor een bedrag van f 100.000 deelneem: in het waarborg fonds door het Neder- landsch Olympisch Comité ten behoeve der spelen der IXde Olympiade gesticht Aan de zeer aanmerkelijke vermeerde ring van het vreemde!Ingenbezoekdat de spelen naar mag worden verwacht, tengevolge zullen hebben, werkt de Pro vincie dus reeds mede en er is geen re den waarom zy r.u nog zijdelings ter bereiking van hetzelfde doel steun zou verleenen. Afgezien daarvan kunnen Ged. Staten niet inzien, dat bij de werkzaamheid van adressant in geWone jaren het belang van dit gewest in by- zor.dere mate aou zijn betrokken. Steunt men deze vereenéging. dan zou elke ver- eer.iging. wier werkzaamheid zich over het geheele land uitstrekt. zich om steun tot de Prov. Staten kunnen wen den en men zou aan anderen bezwaar- lyk kunnen weigeren wat men adres sant gaf. Op grond ran deze overwe ging stellen God. Staten voor in afwjj- zenden zin op het verzoek te beschik ken. MIJ. TOT BEVORDERING DER TOONKUNST. De afdeelir.g Haarlem der Maatechap- pij tot Bevordering der Toonkunst houdt een algemeene vergadering Woensdag 16 Mei in Café Brinkmaan. De agenda vermeldt om.: Rekening en Verant woording van den penningmeester over liet af geloopen jaar; Punten van Be schrijving voor de Algemeene Vergade ring der Maausofreppü: Benoeming van een afgevaardigde naar de Aig. Verg. en Verkiezing van bestuursleden voor de af tredende heeren Dr, G. E. I b.uese vaat Groenou. G. Warnderink Vinke en W. F. Bloemendaa! De heer Bloemendal stelt zich niet herkiesbaar Voorgesteld worden de volgende dubbeltallen: 1. Dr. G. E. A. Broese van Groenou. P. H. CraandUk. 2. G. Warnderink Vmke. J. L. Tadema. 3 Dr. J. M. A. Smits, G. F. M. Söhutte HAARLEMSCHE SODAFARRIEK. In de Donderdag gehouden Algemeen Vergadering van Aandeelhouders in de N.V. Haarlemsche Sodafnbriek werden de Balans en Verlies en Winstrekening goedgekeurd. De aftredende commissaris de heer J W. A. Beynes te Haarlem werd herkozen met algemeene stemmer- Geen ander geluld was te hooren be halve het kloppen van haar hart en het ritselen der boonten, die meeron- c els nog hun bladeren hadden behouden. Zoo was het eerst; maar toen zU onge veer <kn hal ven afstond had afgelegd meende zij een ander geluid te verne men. Het was. of haar voetstappen een echo hadden. Zij keek snel rond. Het was te donker onder de boomen om er zeker van te zyn. maar zy meende, dat cr een man aankwam. Het meisje had het gaarne op een loopen gezet, doch zy begreep, dat zutfce onverstandig en ook laf aou zijn. Toch versnelde zjj haar pas nog meer. Nog steeds hoorde zy voetstappen. Weer keek zU om. Er viel nu niet aan te twijfelen er was een man op den weg. Hij liep ook vhig. met lange schreden. In het schemerachtige licht, dat door de boomen viel, leek hU heel lang; even lang als Graaf Ricardo. Als hy aoo snel bleef voortgaan, zou hy haar weldra inhalen. „Ik ben niet de eenige, die het recht heeft dezen weg te gebruiken!" berispte ry zich zelve. In eik geval is het ge- jkkig niet Lyons. Deze man is langer est slanker. En niemand anders aou mU vervolgen". Hoev zy wist dat hy har toch aou inhalen, verhaastte Estnee iyaes schreden nog meer. Toen de voetetappen steeds nader kwamen, toen zy do ademhahnr van der. man reeds ir.eemic te hooren. ingezonden mededeelingen s 60 Cent» per regel- Keller Macdonald Haarlem Speciaal door de N. S. F. fabrieken opgeleid radio-per*oneel. 6 ZILVEREN JUBILEUM VAN „DE ROTTERDAMMER". Een jubileumnummer. De AR. „Rotterdammer" viert haar 25-jarig bestaan. Het blad heeft voor deee gelegenheid een Jubileumnummer doen verschijnen van niet minder dan 48 pagina's. De vóórpagina geef! in kleur ge drukt afbeeldingen van het eerste bur.au var. de courant aan den Steiger te Rotterdam, van het vroegere en het tegenwoordige gebouw aan den Goud- schen Singel. Deze afbeeldingen komen nog eens terug, fc'j artikelen van de heeren T. Plantenga. president-commis saris en H. Diemer. directeur-hoofdredac teur. Alle artikelen er zyn er legio en portretten op te noemen is niet doen lijk; noemen wy nog de beeltenissen van wyien dr. A. Kuyper. oud-minister K Coüjn en oud-minister Mr. Th. Heems kerk (met een bydrage). Dit Jubileumnummer geeft een uitste kenden indruk van de groote ontwikke ling der courant in de af ge loopen 25 Jaar en van wat zy nu, nn oen kwart eeuw. kan pres teer on. MERCURIU8. Ter aanvulling van wat wy Donderdag over de Woensdag gehouden vergadering van „Mercuriws" mededeelden, nog het volgende Tot plaatsvervangende afgevaardigden naar de algemeene vergadering werden aangewezen de heeren W P Zoetemetjer en a. Boegfeart, In combinatie me: aMeeltng Amster dam van den Bond wordt Zondag 13 dezer een excursie gehouden naar Am sterdam ter bezichtiging van het Theater Tusohinskl, waartoe door de directie van genoemd theater vergunning is ver leend en medewerking is toegeaegd- Plaats ran samenkomst te Amster dam op het Muntplein by het Tram huisje 'b morgens kwart voor tien. Ver trek van Haarlem met de EN ET kwart voor neger, vah ce Tempeliers straat. Mededeling werd gedaan dat het be- ::mr vertet heeft gekregen met de leden der afdecling het landgoed „Elswoud" te bezichtigen en bestoten werd (leao excursie te houden op Zaterdag 9 juni a.s. des namiddags 4 urur. Nog werd besloten op Zondag 17 Juni e.s. een rijwiel tocht naar Cttttecwn te organisecren. hoopte zy nog een oogenblik, dat hö haar zou voorbijgaan. In plaats daarvan vertraagde hy echter zUn pos, cn Esmée brgreep met een rilling van angst, d«'. het opzettelijk gebeurde, om gelijken tred met haar ie houden. He: meisje nam een stijve, koele hou ding aan. Die lange, slanke gedaante, niets gelijkend op den dikken Lyons in rifr pelsjes, kon zy toch niet ontloaper. Bovendien was zy nu nl«t meer in stoat het op een loopen te zetten. Het was of de vrees haar verlamde, zy begon aelfs langzamer te «aan. Het volgende oogen blik aou de man haar hebben inge naaid. Wat zou hy doen? Zou hy naast haar blijven loopen en zich tevraJen stellen met onbeschaamd tot haar te spreken? Of zou hy haar by de koel grijpen of van achteren by de sdboa- ders? De «panning toert! ondragelijk. jrrtrt nu viel er door een kleine opening cur- schen de boomen een he Wore lichtstraal op den donkeren weg. Door wanhoop re dreven keerde Esmée zich plotseling om en stond tegenover den naderenden man. Hy was r.og Achter by dan zy dacht, zoodat hy by haar plotselinge beweging werktuigelijk een stap te run ging. Maar toen kwam hy weer nadT. terwijl zy hem uitdagend afwachtte, en het IMht viel op zijn getoat. (Wordt vervolgd) (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) De groote comedie D. WAFELBAKKER.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 19