FLITSEN
HAARLEM'S
FEUILLETON
DE LOTGEVALLEN
VAN ESMÉE
DAGBLAD
H. D. VERTELLINGEN
VAN HAARLEM S DAGBLAD No. 1203
SCHEREN
Vader beseft dat het el
lendigste van uitgaan is.
dat ie je op denzelfden
dag nog eens moét sche
ren
wrijft zijn vingers over
zijn kin, cue inderdaad
vrij ruw blijkt te zijn
droogt zijn gezicht weer i besluit dat het maar
af en bekijkt zich van I zonder scheren moet
alle windstreken uit
kleedt zich verder, iedere
vijf seconden ophouden
de om zijn kin peinzend
ln den spiegel te bezien
kleedt zich gelieel
trekt daarna Jas. vest,
boord en das weer uit
en scheert zich.
(Nadruk verboden)
ZATERDAG 12 MEI 1928
In verschillende opzichten verschilden
Lady Jevons en haar zuster Barry he
melsbreed van elkaar, hoewel zü uiter
lijk heel veel overeenkomst vertoonden.
Zy hadden belden blond haar en blauwe
oogen, doch terwijl er in de uitdruk
king van de laatste warmte en diepte
lag, kon een dergelijk iets niet bepaald
ten opzichte van Lady Jevons gezegd
worden.
Zij was twee jaar ouder dan haar zus
ter en haar huwelijk bleek een groote
nuslukkmg te wezen, hoewel zij handig-
genoeg was om dit feit voor de buiten
wereld verborgen te houden. Na verloop
van twee jaren hadden ze de zaak eens
ernstig overwogen en waren de echtee-
nooten overeengekomen dat ieder zijn
eigen weg zou gaan. Lady Jevons woon
de in een oud buitenhuis in de buurt
van Shere en in theorie tenminste
was dit met Sir Henry eveneens het
geval De conventie werd evenwel zoo
veel mogelijk betracht en Barry was
vrijwel de eenige, die van den werkelij
ken toestand op de hoogte was. Het
jonge meisje had reeds jaren geleden
haar laatste illusie omtrent haar zuster
verloren en had Sir Henry Barry's volle
sympathie. Barry kwam niet dikwijls bü
Cynthia logeeren daar haar gasten bijna
even weinig aantrekkingskracht vóór
haar bezaten als voor Sir Henry. Meer
malen was het dan ook voorgekomen
dat Sir Henry en zij zich uit een gevoel
van louter eenzaamheid bij elkaar had
den aangesloten. Dien dag was Sir Henry
echter niet aanwezig. daar dringend
werk hem elders geroepen had.
Het meerendeel dei- gasten bevond zich
op het tennisveld. Cynthia en de jonge
Leslie Barrington hadden zich danig ge
weerd en nadat Barry het spel een poos
je had gade?- gen. was het haar ge
lukt onbemerk -aar een stil plekje en
haar hangmat te ontkomen. Zij had zich
lui uitgerekt en staarde droomerig voor
zich uit. Ze had er geen flauw vermoe
den van, hoe lang ze daar reeds had
gelegen, toen ze uit haar gepeins werd
opgeschrikt door het geluid van stem
men. dat vanaf de andere zijde ran de
dichtbegroeide heg tot haar doordrong.
Wees niet zoo dwaas, Leslie, verstond
ze. Je moet het heusch niet doen. Ze
kunnen ons zien.
Er kwam een minachtende blik in
Barry's oogen: Cynthia scheen dat al
tijd in een man te moeten oproepen.
Leslie Barrington behoorde tot dat be
paalde soort mannen, die heel gauw als
was worden in de handen van de ver
keerde vrouw. Barry was van plan naar
haar kamer te gaan Niemand zou haar
missen en bovendien deed iedereen op
Meadowcroft wat men zelf verkoos. In
de hall kwam ze evenwel Sir Henry te
gen, die juist uit Londen was terugge
keerd. Haar gevoel van verontwaardiging
maakte plaats voor een van angst, daar
zijn tegenwoordigheid onheil teweeg kon
brengen. Cynthia liet zich misschien op
dat oogenblik nog steeds door den jon
gen Barrington kussen en dat paadje
achter de heg behoorde tot een van de
lievelingswandelingen van Henry, en dit
te meer wanneer er gasten waren.
Hallo Barry, riep hij vroolyk.
Wat zie je bleek, kindje.
Het is zoo warm. Henry. Ik ga een
uurtje liggen.
Wat je gelijk hebt. Waar is Cyn
thia?
Zij was zooeven aan het tennissen,
antwoordde Barry. Geef me een si
garet. Henry, vervolgde ze. En praat
wat met me: ik denk dat ik toch maar
op zal blijven. Vertel me eens wat je al
lemaal hebt moeten doen. Ik vrees, dat
ik me €Tg verveel, want de gasten zijn
geweldig knap. Zij lachte en was weer
volkomen op haar gemak.
Ik ben bang. dat dit helaas van
mij ook beweerd wordt Barry, glimlach
te hij.
Dat is heel iets anders, jy bént
inderdaad een groote geleerde en wan
neer jij met me praat begryp ik alles.
Krijg ik een sigaret of niet?
Neem me niet kwalijk, dat ik het
vergat. Barry. Ik moet me gauw ver-
kleeden. Je hebt er geen flauw idee van
welk een genot het voor me is me in
een flanellen pak te kunnen steken.
In orde Ik zal op je wachten.
Het jonge meisje wachtte evenwel
niet. Zoodra hy veilig en wel naar bo
ven was gegaan, begaf ze zich naar
haar eigen kamer. Een chaos van ge
dachten ging door haar hoofd. Bah. wat
maakte Cynthia zich weer goedkoop:
het was natuuriyk volkomen haar eigen
schuld, want Leslie Barrington was veel
jonger dan zy. Ze zou het haar zuster
ditmaal eens goed vertellen: daarvan
(Naar het Engelsch. van
O. N. en A. M. WILLIAMSON.)
36)
Deze indruk bleef haar nog by, toen
zy emdeiijk opstond om heen te gaan.
Zy had opzettelijk lang gedraald, cm
het geduld van den „heer, die er als een
buitenlander uitzag" uit te putten, als
hy dwaas genoeg mocht zyn geweest
haar thuiskomst af te wachten. Indien
hy terug was gekomen en Mrs. Jen
nings' verklaring, dat het meisje niet
thuis zou komen om te eten. niet had
geloofd, zou hy misschien wel een half
uur in een taxi of vlgelante hebben ge-
waoht. Maar Mr. Lyons was in de eerste
plaats gemakzuchtig en bang voor moeite
Het was een koude avend vcor het begin
van November, en het meisje dacht by
zich zelve, dat ze na negen uur tamelijk
veilig zcu zyn. He: was half tien. toen
zy afscheid nam van de Neales en de
maan scheen helder aan den hemel.
„Als ik een beetje jonger was, miss.
en mijn rheumatiek niet zoo erg was, dan
zou ik u naar huis brengen", reide de
ZESDE BLAD
kon ze verzekerd wezen. Ze was bijna
gereed met verkleeden, toen haar zus:er
in haar kamer verscheen. Hallo, be
gon ze. Ik heb me in moeilykheden
gewerkt. Barry en je moet me er uit
helpen. Henry kwam vanmiddag onver
wacht thuis en hy zag juist dat Leslie
Barrington me kuste.
Ik heb je al zoo dikwijls gewaar
schuwd, zei Barry op killen toon Den
een of anderen dag moest het uitkomen,
dat spreekt vanzelf.
Houd die wyze lessen nu maar bij
je, klonk 't ongeduldige antwoord. Ik
heb Henry wysgemaakt, dat Leslie me
juist verteld had dat hy zich met jou
verloofd had.
Wat zeg je? barstte Barry los.
Ja, ik kon op dafr oogenblik niets
anders verzinnen. Het eenige dat je te
doen hebt is een paar dagen comedie
te spelen. Leslie is er toe bereid.
Dat is buitengewoon vriendelijk
van hem. zei Barry op sarcastischen
toon. Lady Jevons legde haar hander. op
de schouders van haar zuster en schud
de haar zachtjes door elkaar. Het is
slechts een grapje, dwaas kind. Je hoeft
niets bijzonders te doen. De menschen
zullen je gelukwenschen enzoovoorts en
na een paar weken verbreek je de ver
loving. Intusschen help je my uit groote
moeilykheden. Dit was heusch het eeni
ge wat ik bedenken kon om mij te excu-
seeren. Kom nu niet met je overdreven
praatjes aan. Je bent zoo belachelijk
styf, Barry. Beloof me, dat me helpen
zult: doe het dan desnoods alleen ter
wille van Henry. Cynthia begreep al
heel gauw, dat zy geen vergeefsch be
roep op haar zuster had gedaan, hoe
wel de uitdrukking van haar oogen haar
minder beviel. Er lag minachting in.
Toen het jonge meisje de trappen af
kwam, waren vrijwel alle gasten in de
hall gezeten. Haar zwager trad haar
met uitgestrekte handen tegemoet.
Zoo. kleine deugniet: was dat het nieuws
dat je me vanmiddag wilde vertellen?
Zy zag doodsbleek, doch ze wendde
haar oogen niet af. Hy moet zich wél
als een buitengewoon gelukkige sterve
ling beschouwen, ging hy voort.
Zy glimlachte en wendde zich daarna
tot Leslie.
Het spyt me ontzettend, Barry,
fluisterde hij haar in. Maar ik zal
zorgen dat ik morgen naar Londen te
ruggeroepen word.
De geheele geschiedenis is te walge-
lyk om er veel woorden voor te ge
bruiken, zei zy. Cynthia heeft natuur
lijk meer schuld dan jij, want van jeu
was het slechts een oppervlakkige dwaas
heid. Laten we nu naar de anderen
gaan en het comediespel dan maar
voortzetten.
Gedurende het diner, dat Barry een
oneindigheid boeleek, was zij verre van
spraakzaam, howel Leslie Barrington
voortdurend zyn best deed om haar
aandacht gevangen te houden. Eindelijk
was dé maaltijd achter den rug de
avond verstreken, zoodat Barn' naar
haar kamer kon gaan. Even later voeg
de haar zuster zich by haar. Je hebt
je schitterend gehouden, kindje. Leslie
en ik zijn je uiterst dankbaar'. Hy
schaamt zich geweldig over die lieele
geschiedenis.
Jij ook? vroeg Barry bitter. Zij
wachtte het antwoord niet eens af en
ging voort haar haar te borstelen. Eens
klaps keerde ze zich met een ruk om en
zag haar oudere zuster aan. Ik heb
je geholpen, doch ik hoop dat het in
derdaad niets anders dan een „dwaas
heid" is geweestEn ik hoop tevens,
dat je je in het vervolg behoorlijker zult
gedragen. Henry is een goede man en
verdient een andere behandeling. Er
kwam een verlegen blik in Cynthia's
oogen. Tusschen twee haakjes, wat
heb je met dien armen Leslie gedaan?
vroeg ze. Hy gaat morgenochtend
weer vroeg naar Londen terug. Je had
eigenlyk met Henry moeten trouwen.
Barry; je zou zeer zeker een betere
echtgenoote voor- hem zijn geweest dan
ik. Jullie zyn beiden even ouderwetsch
in je opvattingen. Je schynt het grappige
van de situatie niet in te zien. Boven
dien is Leslie buitengewoon aantrekke
lijk en lijkt he me i heusch niet zoo
vreeselyk voor je een paar weken met
hem geëngageerd te moeten wezen.
Ik kan de aardigheid van het ge
val niet inzien, zei Barry kortaf.
Leslie Is nog zulk een jongen. Na
tuuriyk is hy tot over zyn ooren ver
liefd op me, vervolgde Cynthia. of
dat verbeeldt hy zich tenminste.
Het heele geval is.... afschuwelijk,
zei de jongere zus'er.
Je stelt je allerbespottelykst aan.
portier beleefd. „Maar nu vrees ik. ca:
Ik dat genoegen niet ban hebben, U
Is zeker niet bang? Anders ben ik over
tuigd. dat Gibbs
.Neen, neen!" viel Ermee hem in de
re-de. „Ik zou er niet aandenken. Gibbs
of een ander lastig te vallen. Het is
licht buiten, en er is maar één eenzaam
gedeelte. Ik zal hard loopen. als ik daar
kom! U behoeft zelfs niet mee te gaan
naar het hek. Ik kan het zelve wel
sluiten. O. maar ik vergat, dat u het al-
tUü op slot doet, nietwaar?
Hierop antwoordden de Neales niet.
maar de oude vrouw vergezelde baar naar
het hek; en terstond de.arr.a heorde
Esmée een sleutel in hec slot knarsen.
In haar opwinding, overstelpt door al
de gebeurtenissen van dien dag. had het
meisje geen tijd gehad aan vrees te
denken, zelfs n'.et voor Lyons. HU zou
haar toch niet willen oplichten of
dooden! Op zijn ergst was hy er in ge
slaagd te ontdekken, waar zy was en
haar te volgen met het doel. haar zUn
liefde te verklaren op zyn eigen cn-
aarrename wijze. Indien hy geduM had
gshad al dien tyd te wachten wat
natuurlijk niet het geval was dar.
moest zij hem al!eer. maar flink af
snauwen Wat een ander dan Lyons be
treft. wel, er was niets te vreezen in
het rustige Hampstead. En op dan een
zamen weg zou de maan nog altijd
schijnen. Zij kon een heel eind ver zien
lachte Cynthia. Je denkt toch hoop
ik niet, dat ik verliefd ben op Leslie?
Barry verhief zich ln haar volle lengte
en het leek alsof haar oogen vlammen
schoten.
Ik weet heel goed. dat dat niet zoo
is. barstte zy los. Maar ik hield van
hem.
UIT DE OUDE
PARLEMENTAIRE DOOS.
(Door oneen Kamer-correspondent),
n.
Liever echter dan by de onaangename
incidenten te verwijlen willen we het
Parlement van den wat vroolijker kant
bekijken.
Want aan vroolijke, grappige, wonder
lijke gebeurtenissen en incidenten is het
Kamerleven ryk en altyd ook ryk ge
weest.
Daar zyn ae stylbloempjee. Hoeveel
Kamerleder, glijden niet ui: op het glib
berige pad der beeldspraak? Hebben we
niet eens een Koloniale specialiteit
hooren zeggen „dat de petroleum ae
eenige spyker is, waaraan de welvaart
van Curacao hangt, hebben we niet een
minister van Justitie hooren spreken van
een (let wel: één) prcfessor. die te ix>op
geloopen was? We denken ook aan dien
Senator, die de Zeeuwsche visschers wil
de toestaan „het mosselzaad van de
Belgisohe hoofden te halen". En sprak
destijds niet minister van Swaay over een
ingenieur, die zich voor de haven van
IJmuiden „had gespannen", denzelfóer.
ingenieur, die ook „zijn heele leven in
het zand had gezeten?"
En de interrupties, waarvan de gees
tigste, de grappigste en de felste gewoon
lijk niet ln de Handelingen komen, wy
herinneren ons nog de behandeling -\-an
de Tabakswet-de Vries. Er zit in de Ka
mer een lid laten we hem Jansen
noemen dat destyds, toen de Kamer
leden nog niet de schadeloosstelling van
tegenwoordig genoten, als buiten het
Haagje wonende afgevaardigde met op
groeiende kinderen het niet al te breed
had en van wien men vertelde, dat de
kwaliteit zyner sigaren in volkomen over
eenstemming was met zyn finantóeelen
welstand. Oud-minister Kolkman verde
digde de Tabakswet hij had zelf
immers als minister ook wel eens tever
geefs gepoogd een tabaksbelasting in
te voeren. Hij achtte die zeer gerecht
vaardigd ..want zei hy tabak is
iets anders dan een genotmiddel" Waar
op de heer Duys bliksemsnel interrum
peerde: „Dan heb je nog nooit een
sigaar van Jansen cadeau gehad". Dave
rend gelach
Ja, wonderlyke dingen gebeuren er.
En gebeurden er.
Daar was jaren geleden bet Kamer
lid Bahlman een heel tragisch ge
val die een rede beëindigde met. de
woorden:.. Hierby, mynheer de Voor
zitter, zal ik het laten" en op zijn zetel
neerviel, om in de Kamer te sterven.
De meest-tragische gebeurtenissen heb
ber. dikwijls een komischen kant. Jaren
geleden zaten er in de Tweede Kamer
twee heeren Storm Eén dezer heeren
kreeg in de kamer een beroerte en stierf
plotseling. Zijn naamgenoot, bevreesd
voor een foutieve publicatie in de pers,
liep, zoo hard hy kon, op de onthutste
perstribune toe. om de journalisten toe
te roepen: „Heeren, denk er om „ik ben
ben t niet
Het moet eens een bode overkomen
zyn. dat hij loopend in het voor eenige
jaren nog donkere gangetje achter de
groote perstribune zich hoorde toevoe
gen: ,.Ga jy maar weg, vriendje, 't is
nog geheime vergadering". Het vriendje
bode bleekde minister van Kolo
niën te zijn uit een der laatste mini
steries. We moeten erkennen: de vergis
sing was in het donker begrijpeiyk.
Voorzitters, die van de eer van het
Parlement doortrokken waren, heeft
zoowel de Eerste als de Tweede Ka mei-
steeds gehac. Gaarne' wondt in parle
mentaire herinneringen gesproken van den
Ser.aats-presröent Mr. J H. Fhilipse.
aan wien een minister van Justitie, Mn
van Lilaar vergeten had. zich voor te
stellen. De minister verdedigde een wets
ontwerp cn wenschte het woord. Luid-op
vroeg de president aan den griffier:
..Wie is die meneer daar?" In de pyn-
iijke stilte, die op deze vraag volgde,
stelde de minister van Justitie zich zelf
als zoodanig voor. „O, is U de minister
van Justitie? dan kunt u het woord
krygen".
En dan is daar ook nog het kostelijke
verhaal van dien Noord-Brabantechen
afgevaardigde, die zyn redevoering over
een moeilijk onderwerp eens begon me
de van groote knnis der behandelde ma
terie getuigende woorden: „Alhoewel ge
heel onvoorbereid, mijnheer de voor
zitter, moet ik na liet gebeurde enkele
kantteekenir.gen maken op het reeds
opgemerkte
Jammer voor den man, dat een Kamer
lid. mede logeergast in „Paulez", de rede
voering reeds gehoord had. toen de
Noord-Brabander haar 's avonds op zijn
kamer hardop in het geheugen prent
te. De „algeheel onvoorbereide" rede
wie er aankwam.
Zoo had zy gedacht, eer zy de portiers
woning verliet, en ze had met opzet zoo
lang mogelijk gedraald met weg te gaan.
ofschoon zü geen huissleutel bezat. Maar
op een onverklaarbare wijze deed het
sluiten van het. hek haar stemming ge
heel omslaan. Haar opgewondenheid
stierf weg. Het was. alsof een koude wind
haar bloed had doen verstijven, zy ver
langde terug te keeren, aan het hek te
bellen en de Neales uit hun huls te
halen, eer zij tyd hadden gehad naar
bed :e gaan. Hoe dwaas was zy geweer-
het aanbod van Gibbs' geleide af te slaan
zy moest hebben gedacht aan de kost
bare neg niet ontwikkelde kiekjes in haar
kodak. Indien zy al het gevaar niet
vreesde, den een of anderen landüooper
te ontmoeten, dan had ze toch de camera
achter moeten laten in de portierswo
ning, om ze den volgenden dag mee te
V men.
Het was nu echter te laat om er iets
aan te veranderen, berispte het meisje
zich zelve. ZU zag er meer tegen op,
terug te keeren en haar ar.gst te be
kennen dwaze noodeiooze angst on-
getwyfeld dar. verder te gaar.. Daar
om vermande zy zich. richtte het hcofd
op en liep dapper voort, haar kodak ver
bergende onder de lange cape, die zy
over haar blauw manteltje had geslagen
Het was een lichtblauwe, militaire, voor
een Italiuanschen officier gemaakte
voering deed tydens het uitspreken reeds
ir, afschrift door de Kamer de rondte.
Er was eens een tweede Kamer-pre-
s:der.: van Reenen. Deze woonde op een
landgoed by den Haag. En eiken dag
om half vier kwam zUn rytuigje voor.
dat hem na de vergadering naar zyn
buiten brengen moest. Wanneer het nu
over drieën liep en er was geen spreker
meer ingeschreven of slechts een lid, dat
niet anders dan lange en uitvoerige ver
handelingen voorlezen kon. of er moest
een minister aan het woord komen
dan was 't noodig. dat een Kamerlid met
een improvisatie den tijd tot half vier
vol praatte.
Het gebeurde nu. dat by de discussie
over het Noordzeekanaal president van
Reenen zulk een vriendendienst nocdig
had en den ingenieur van Diggelen werd
ervoor gespannen. Deze hield een
speech, die als droog duinzand ar.n elkaar
hing tot het brikje van Van Reenen
voorkwam en een ander presidiaal vriend
op een wenk ran den president voor den
spreker een plakkaat omhoog hield,
waarop duidelijk te lezen stond: „Genoeg"
Toen was plotseling het diepgaar.fi tech
nisch betoog van den ingenieur uit.
Niet ieder immers is het gegeven te
te improvnseeren. Zelfs ministers niet
De minister van Koloniën Uhlenbeck
kon eenvoudig geen enkele zinsnede
dragelijk aaneenrygen. Voor hem sprong
men dan ook eveneens altyd Ta met
een improvisatie, om hem den tyd te
gunnen zyn antwoord thuis gereed te
maker.. Dat kon nog in dien goeden
ouden tijd. Maar daarvoor heeft de Ka
mer van nu te vee! werk. Nu moet een
minister, wiens rhetorisohe talenten niet
bijster groot zijn. pogen vooruit aan te
voelen, wat -hem zal worden tegenge
worpen. Of met buitengewone verslag
gevers-eigenschappen zijn toegerus:. Zoo
als minister de Graaff. die zijn debaters
by hield op het papier, waarop hy hun
argumenten by het eerste hooren poogde
te pareeren. Wat tot eenig gevolg had
een onoverkomenlijke eentonigheid.
Van opmerkelijk groote capaciteiten
spreekt, de geschiedenis van de Kamer
ook. Capaciteiten als de hoogst bekwame
rader van den huldigen hoogst
bekwamen viece-president ran den
Raad van State, graaf van Lynden van
Sandenburg ontwikkeld. Deze bewinds
man was achtereenvolgens minister van
Eerediensten. Justitie, Buitenland sche
Zaken en Financiën. Bekwaam was hy
maar helaas slecht van gezicht. Waar
door hy gedwongen werd als minister
van Financiën (18811882) de millioe-
nenrede geheel en al te memo roeren.
En deze uit het hoofd de Kamer voor
legde, zonder van de tallooze cijfers ook
maar één halve cent te vergeten!
Het kor. wel eens vervelend ztfn in de
Kamer.
Maar de vervelende oogenblikken
r.eemt men gaarne cp-de-kcop-toe, want
ten slotte is het Kamerleven altyd van
groote aantrekkelijkheid.
Gelijk het altyd geweest Ls.
INTIMUS.
cape. Ricardo had haar die in Milaan
gegeven, opdat zy 't in de motorboot op
het Comomeer niet al te koud zou heb
ben.
zy herademde, want daar waren men-
schen; soldaten met hun meisjes: sol
daten alteen, en vrouwen alteen. Die
vrouwen waren toch ock niet bang En
waarom ook? Zy was weer geheel kalm
geworden, teen zij den broeden straat
weg verliet om den smaden eenzamen
weg naar Swan Street, de kleine straat
met de veelkleurige deuren, in te slaan,
zy wierp een blik over haar sóhouder
teen zU in de schaduw van de hooge
beamen trad. om te zien of misschien
c-ok toovaiiig iemand haar volgde. Maar
zfj zag niemand in de nabtyheid. In de
verte wandelden een paar menschen,
maar het was onwaarschynlijk. dat zy
dezen weg zouden inslaan. In ieder ge
val kon zij niet blijven wachten om te
zien, wat zy zouden doen. Zij liep voort,
maar sneller dan tevoren.
ZU had zich den weg voorgesteld als
helder verlicht door de maneschijn, maar
had er niet aan gedacht, hoe sma;
was ln verhouding tot de hoogte der
boom en. Er waren twee ryen olmen,
dicht b\j elkaar, cn als de maan niet
hoog aan der. hemel stond, beletten
zij haar stralen tot den weg loor te
dringen.
Op der. harden grond klonken Esmée's
snelle voetstappen haar luid ln de ooren.
DE PROVINCIE EN
VREEMDELINGEN
VERKEER.
GEEN SUBSIDIE.
De Algemeene Nederlandse he Vereen: -
ging voor Vreemdelingenverkeer te
's-Gravenhage. heeft een subsidie van
f 10.000 uit de provinciale kas gevraagd
God. Staten kunnen geen vrijheid
vinden de Prov. Staten tot inwilliging
van dit verzoek te adviseeren. Zij bren
gen in herinnering dat de provincie voor
een bedrag van f 100.000 deelneem: in
het waarborg fonds door het Neder-
landsch Olympisch Comité ten behoeve
der spelen der IXde Olympiade gesticht
Aan de zeer aanmerkelijke vermeerde
ring van het vreemde!Ingenbezoekdat
de spelen naar mag worden verwacht,
tengevolge zullen hebben, werkt de Pro
vincie dus reeds mede en er is geen re
den waarom zy r.u nog zijdelings ter
bereiking van hetzelfde doel steun zou
verleenen. Afgezien daarvan kunnen
Ged. Staten niet inzien, dat bij de
werkzaamheid van adressant in geWone
jaren het belang van dit gewest in by-
zor.dere mate aou zijn betrokken. Steunt
men deze vereenéging. dan zou elke ver-
eer.iging. wier werkzaamheid zich over
het geheele land uitstrekt. zich om
steun tot de Prov. Staten kunnen wen
den en men zou aan anderen bezwaar-
lyk kunnen weigeren wat men adres
sant gaf. Op grond ran deze overwe
ging stellen God. Staten voor in afwjj-
zenden zin op het verzoek te beschik
ken.
MIJ. TOT BEVORDERING DER
TOONKUNST.
De afdeelir.g Haarlem der Maatechap-
pij tot Bevordering der Toonkunst houdt
een algemeene vergadering Woensdag
16 Mei in Café Brinkmaan. De agenda
vermeldt om.: Rekening en Verant
woording van den penningmeester over
liet af geloopen jaar; Punten van Be
schrijving voor de Algemeene Vergade
ring der Maausofreppü: Benoeming van
een afgevaardigde naar de Aig. Verg. en
Verkiezing van bestuursleden voor de af
tredende heeren Dr, G. E. I b.uese vaat
Groenou. G. Warnderink Vinke en W.
F. Bloemendaa! De heer Bloemendal
stelt zich niet herkiesbaar Voorgesteld
worden de volgende dubbeltallen: 1. Dr.
G. E. A. Broese van Groenou. P. H.
CraandUk. 2. G. Warnderink Vmke. J.
L. Tadema. 3 Dr. J. M. A. Smits, G. F.
M. Söhutte
HAARLEMSCHE SODAFARRIEK.
In de Donderdag gehouden Algemeen
Vergadering van Aandeelhouders in de
N.V. Haarlemsche Sodafnbriek werden
de Balans en Verlies en Winstrekening
goedgekeurd. De aftredende commissaris
de heer J W. A. Beynes te Haarlem
werd herkozen met algemeene stemmer-
Geen ander geluld was te hooren be
halve het kloppen van haar hart en
het ritselen der boonten, die meeron-
c els nog hun bladeren hadden behouden.
Zoo was het eerst; maar toen zU onge
veer <kn hal ven afstond had afgelegd
meende zij een ander geluid te verne
men. Het was. of haar voetstappen een
echo hadden. Zij keek snel rond. Het
was te donker onder de boomen om er
zeker van te zyn. maar zy meende, dat
cr een man aankwam.
Het meisje had het gaarne op een
loopen gezet, doch zy begreep, dat zutfce
onverstandig en ook laf aou zijn. Toch
versnelde zjj haar pas nog meer. Nog
steeds hoorde zy voetstappen. Weer keek
zU om. Er viel nu niet aan te twijfelen
er was een man op den weg. Hij liep
ook vhig. met lange schreden. In het
schemerachtige licht, dat door de boomen
viel, leek hU heel lang; even lang als
Graaf Ricardo. Als hy aoo snel bleef
voortgaan, zou hy haar weldra inhalen.
„Ik ben niet de eenige, die het recht
heeft dezen weg te gebruiken!" berispte
ry zich zelve. In eik geval is het ge-
jkkig niet Lyons. Deze man is langer est
slanker. En niemand anders aou mU
vervolgen".
Hoev zy wist dat hy har toch aou
inhalen, verhaastte Estnee iyaes schreden
nog meer. Toen de voetetappen steeds
nader kwamen, toen zy do ademhahnr
van der. man reeds ir.eemic te hooren.
ingezonden mededeelingen
s 60 Cent» per regel-
Keller Macdonald
Haarlem
Speciaal door de N. S. F. fabrieken
opgeleid radio-per*oneel. 6
ZILVEREN JUBILEUM VAN
„DE ROTTERDAMMER".
Een jubileumnummer.
De AR. „Rotterdammer" viert haar
25-jarig bestaan.
Het blad heeft voor deee gelegenheid
een Jubileumnummer doen verschijnen
van niet minder dan 48 pagina's.
De vóórpagina geef! in kleur ge
drukt afbeeldingen van het eerste
bur.au var. de courant aan den Steiger
te Rotterdam, van het vroegere en het
tegenwoordige gebouw aan den Goud-
schen Singel. Deze afbeeldingen komen
nog eens terug, fc'j artikelen van de
heeren T. Plantenga. president-commis
saris en H. Diemer. directeur-hoofdredac
teur.
Alle artikelen er zyn er legio en
portretten op te noemen is niet doen
lijk; noemen wy nog de beeltenissen van
wyien dr. A. Kuyper. oud-minister K
Coüjn en oud-minister Mr. Th. Heems
kerk (met een bydrage).
Dit Jubileumnummer geeft een uitste
kenden indruk van de groote ontwikke
ling der courant in de af ge loopen 25
Jaar en van wat zy nu, nn oen kwart
eeuw. kan pres teer on.
MERCURIU8.
Ter aanvulling van wat wy Donderdag
over de Woensdag gehouden vergadering
van „Mercuriws" mededeelden, nog het
volgende
Tot plaatsvervangende afgevaardigden
naar de algemeene vergadering werden
aangewezen de heeren W P Zoetemetjer
en a. Boegfeart,
In combinatie me: aMeeltng Amster
dam van den Bond wordt Zondag 13
dezer een excursie gehouden naar Am
sterdam ter bezichtiging van het Theater
Tusohinskl, waartoe door de directie
van genoemd theater vergunning is ver
leend en medewerking is toegeaegd-
Plaats ran samenkomst te Amster
dam op het Muntplein by het Tram
huisje 'b morgens kwart voor tien. Ver
trek van Haarlem met de EN ET kwart
voor neger, vah ce Tempeliers straat.
Mededeling werd gedaan dat het be-
::mr vertet heeft gekregen met de leden
der afdecling het landgoed „Elswoud"
te bezichtigen en bestoten werd (leao
excursie te houden op Zaterdag 9 juni
a.s. des namiddags 4 urur.
Nog werd besloten op Zondag 17 Juni
e.s. een rijwiel tocht naar Cttttecwn te
organisecren.
hoopte zy nog een oogenblik, dat hö
haar zou voorbijgaan. In plaats daarvan
vertraagde hy echter zUn pos, cn Esmée
brgreep met een rilling van angst, d«'.
het opzettelijk gebeurde, om gelijken
tred met haar ie houden.
He: meisje nam een stijve, koele hou
ding aan. Die lange, slanke gedaante,
niets gelijkend op den dikken Lyons in
rifr pelsjes, kon zy toch niet ontloaper.
Bovendien was zy nu nl«t meer in stoat
het op een loopen te zetten. Het was
of de vrees haar verlamde, zy begon aelfs
langzamer te «aan. Het volgende oogen
blik aou de man haar hebben inge
naaid. Wat zou hy doen? Zou hy naast
haar blijven loopen en zich tevraJen
stellen met onbeschaamd tot haar te
spreken? Of zou hy haar by de koel
grijpen of van achteren by de sdboa-
ders?
De «panning toert! ondragelijk. jrrtrt
nu viel er door een kleine opening cur-
schen de boomen een he Wore lichtstraal
op den donkeren weg. Door wanhoop
re dreven keerde Esmée zich plotseling
om en stond tegenover den naderenden
man. Hy was r.og Achter by dan zy
dacht, zoodat hy by haar plotselinge
beweging werktuigelijk een stap te run
ging. Maar toen kwam hy weer nadT.
terwijl zy hem uitdagend afwachtte, en
het IMht viel op zijn getoat.
(Wordt vervolgd)
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
De groote comedie
D. WAFELBAKKER.