HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
Dam iatevtmiel fes
FLITSEN
STADSNIEUWS
WOENSDAG 16 MEI 1928
DERDE BLAD
No. 3763
PRACTISCH WERK EN AMBTENAARLIJKHEID.
Een van de redenen en wel een van
de voornaamste, waarom het publiek
vaak critiek heeft op ambtelijke instel
lingen en er als een berg tegen opziet,
dat er weer een nieuwe zal worden ge
sticht, een van die redenen is dat dezen
vaak den vorm voor het. wezen aanzien
on niet begrijpen, dat het hun roeping
nooit kan zijn, zich achter de formeele
voorschriften te verschuilen maar zich
nuttig te maken voor het algemeen. Wij
hebben daarvan een eigenaard-g staal
tje ondervonden in ons eigen bedrijf en
zullen dat hier eens vertellen. Niet om
dat het op zichzelf van zoo groot be
lang is, maar omdat het een bewijs
levert van de noodlottige opvatting, dat
wanneer de vorm maar in orde is, de
zaak zeil er weinig toe doet.
Op Maandag 23 Apr zouden wij een
pakje clichés over een sportwedstrijd
zenden naar een collega te Leiden. Die
samenwerking komt wel meer voor. Wij
betalen dan de kosten samen en zijn
dus beiden gebaat. In andere gevallen
stuurde onze Leidsche collega iemand om
de clichés te halen, dezen keer had hü
verzocht hem die te zenden. Zoo spoedig
mogelijk lieten wij dus het pakje naar
't station brengen en daar aanbieden als
besbelgoed snelvervoer. Hot pakje kwam
te laat te Leidon aan. Onze collega kon
de clichés dus niet meer plaatsen. Zijn
blad miste de attractie, doe daarin voor
zijn abonnés gelegen was-, wij hadden
de schade dat ons de helft van de kos
ten niet vergoed werd en zoo besloten
wü een klacht ln te dienen bij den Sta
tionschef, hetgeen wij deden met den
navolgenden brief:
Clichés, bestemd voor het Leidsch
Dagblad z\jn van onzentwege Maandag
1.05 aan het station bezorgd. De bi-en
ger was MO uur weer op het Stations
plein teruggekeerd, zoodat er ruim
schoots tijd was geweest, het pakje mede
te geven met den trein van 1.15 uur.
Dit is niet geschied en daarmede is aan
het Leidsch Dagblad en aan ons belang
rijke schade berokkend.
De beambte bij wien ik naar de reden
Tan de vertraging heb laten informeeren
geeft ten antwoord, dat zoodanige pakjes
een half uur van te voren aan het sta
tion moeten zijn. Formeel is dit mis
schien juist, maar uit het oogpunt van
practisch werken niets anders dan een
uitvlucht.
wy verzoeken derhalve ons de schade
te vergoeden, die wy door dit verzuim
geleden hebben. De schade van het
Leidsch Dagblad, die de clichés van
dien dag heeft gemist, kan natuuriyk
met meer vergoed worden.
Het duurde lang vóórdat er een ant
woord kwam. De spoor, zou je zeggen, is
op snelheid geoefend en vooral wanneer
de quaes tie loopt over bsstelgoed-soel-
vervoer, het neusje van den snelheids
zalm, verwacht je eerder bescheid dan
ii® 14 dagen. Niettemin kwam er op 9
Mei een brief, gedateerd van den 8sten.
De vorm van dat antw-oord was even-
wr onberispeiyk. Links stond, keurig
a a .^geven van welke inspecti e het
kw met bijvoeging van voor ons ge
heimzinnige letters en cijfers, rechts het
adres van afzending tot a&n het num
mer van het telefoon to e s t e 1
toe, kortom formeel was de brief prach
tig in orde. Practisch gesproken ont
brak er alles aan. zooals wy door het
antw-oord hier af te drukken en het na
der te beschouwen, zullen aantoonen.
De brief dan (wij laten adres en aan
hef maaor weg) luidde aldus:
Ter beantwoording van aangehaald
schryven heb ik de eer U te berichten,
dat door den afzender van een zending
bestelgoed snelvervoer kan worden ver
langd. dat verzonding plaats heeft met
een bepaalden door hem te kiezen trein
uit de onder goedkeuring van den Mi
nister van Waterstaat voor dit vervoer
vastgestelde treinen, indien de zending
uiterlyk een half uur voor het vertrek
van den gewcnschten trein aan het sta
tion bezorgd is en mits het goed ge
schikt is, om in den bagagewagen van
den trein te worden vervoerd.
Niettemin wordt steeds getracht der
gelijke zendingen met den c-erstvolgen
den trein te verzenden, ook al is het
tijdsverloop tusschen aanbieding en ver
trek van den trein korter dan een half
uur Voor verzending van het door
op 23 April naar Leiden aangeboden
pakje was UvverzUds geen trein voorge
schreven of opgegeven; het werd ten
13-05 ten vervoer aangeboden en met
den trein van 13-31 verzonden. De be
schikbare tydruimte tusschen tydstip
van aanbieding cn vertrek van den trein
was mede in verband met andere nood-
zakeiyk te verrichten werkzaamheden te
kort. om het pakje nog met den trein
van 13-15 te kunnen verzenden.
Tot zoover het antwoord van den
dienst van het vervoer. Plechtig is het
begin Door ons mocht dus worden ver
langd, dat verzending plaats heeft met
een bepaalden, door ons te klazen trein,
Natuuriyk is dit in de practyk larie.
Als een mensch haast heeft, met welken
trein gaat hij dan op reis? Met den
eerstvolgenden. Wanneer hy een pakje
als snelvervoer wil meegeven, welken
trein verlangt hij dan? Den eerstvolgen
den.
Maar zóó eenvoudig als wy, publiek
ons dat voorstellen is het niet- De af-
deeling „vervoer" maakt ons er attent
op. dat de zending uiterlyk een halfuur
vóór het vertrek van den gewenschten
trein aan het station bezorgd moet zijn.
De Minister van Waterstaat heeft het
zelf gezeid.
Voor dezen machthebber zouden wy
eerbiedig buigen, wanneer hy niet ja
renlang dood was. Dat half uur dateert
namelyk uit den tijd, toen de eerste bel
ter aankondiging van een trein een
kwartier van te voren geluid werd; dan
kon je een kaartje aan 't loket koopen.
Vyf minuten vóór de aankomst van den
trein werd de bel nog eens geluid. Dan
ging het loket dicht en kon je geen
kaartje meer krijgen. Zóó was 't i mijn
jeugd. Verstandige menschen hebben die
dwaasheid later afgeschaft, de lieele
bellerij en het kaartjesnemengëbod en
verbod incluis. Als je nu een kaartje
koopt, laat de loketbeambte aan je zelf
over. uit te maken met welken trein je
wilt of denkt te kunnen vertrekken. Ten
opzichte van het snelvervoer, let
wel, is de trekschuitbepaling van den
Minister van Waterstaat nog altyd van
kracht.
Maar de afdeeling „Vervoer" stelt er
prys op, aan te toonen dat zy niet
oudbakken is, aLs wy wel zouden den
ken.
„Niettemin wordt steeds getracht der.
geiyke zendingen met den eerstvolgen
den trein te verzenden, ook al is het
tijdsverloop tusschen aanbieding en ver
trek van den trein korter, dan een half
uur". Dankbaar aanvaarden wy deze
verzekering van moderne activiteit.
Maar ook niet met al te groote erkente
lijkheid, want onmiddellyk daarna klemt
„vervoer", zich weer vast aan het feit,
dat door ons geen trein was voorgeschre-
een of opgegeven. „Het werd ten 13.05
ten vervoer aangeboden en met den trein
van 13.31 verzonden". „Jammer, dat hier
het woordje „dus" niet tusschen staat:
..dus met den trein..." enz. Want dit is de
logica van den volzin. U vroeg niet om
een bepaalden trein. Het kon heel best
wezen, dat u met het pakje volstrekt
niet zooveel haast had. 't Was wel voor
snelvervoer opgegeven, maar daaruit
volgde toch niet, dat u den eerstvolgen
den trein verlangde. Waar dient al die
haast toch voor?
Zoo of zoo ongeveer kan de redenee
ring van „vervoer" binnenskamers mis
schien wel geweest zyn. Maar dat
s c h r ij f je zoo niet want daar worden
de afzenders boos om. Je schrijft, dat
de beschikbare tydruimte tusschen tyd
stip van aanbieding en vertrek van den
trein van 13.15 te kort is. om het pakje
nog met den trein van 13.15 te kunnen
verzenden.
Die tijdruimte was minstens vijf minu
ten. Feitelijk nog iets meer. Als w ij
vijf minuten voor het vertrek van een
trein aan 't station komen, hebben wy
den tijd op ons gemak een kaartje te
nemen, naar boven te gaan-, reislectuur
te koopsn, een sigaar op te steken en een
praatje te maken met een kennis op 't
perron. Dat kan allemaal in vijf minu
ten. Als men- aan t station in vijf mi
nuten geen kans ziet, met de lift een
onnoczel pakje naar het perron te ver
voeren en aan den trein af te geven,
dan wordt het tyd om de organisatie
eens duchtig te herzien.
Dat voelt „Vervoer" natuurlijk ook
wel. Het geeft dus een reden van die
langzaamheid op: ,in verband met an
dere noodzakelijk te verrichten werk
zaamheden". Kunnen er werkzaamheden
zyn, die méér haast hebben dan hei
transporteeren van een pakje in snel
vervoer? Let wel SNELVERVOER!
Deze slappe, F.auwe uitvlucht, heeft na
tuurlijk niet de minste bsteekenis.
Op ons verzoek om schadevergoeding
geeft „Vervoer" in 't geheel geen antwoord
en tcch staat de door ons geleden schade
vast. wy kunnen die aantoonen per vier
kanten centimeter cliché, en gezamenlijk
Maar „Vervoer" schuilt weg achter de
malle bepaling van den Minister var.
Waterstaat en praat over schadevergoe
ding maar liever heelemaa-1 niet. „Ver
voer" weet wel, dat er aan een dagblad
bureau ander en beter werk te doen is,
dan protesten voeren tegen een bureau
cratisch spoorwegbestuur en rekent er op,
dat het er niet meer van hooren zal.
Dezen keer hebben wy er evenwel
eens een uur of wat voor over, zooda:
wy ons gericht hebben tot een Raad
van Toezicht op de spoorwegen, in de
hoop dat die zyn aandacht aan de zaak
zal willen geven. Want het gaat niet
om een pakje clichés alleen, het loopt
over de vraag, of „vervoer" in het alge
meen zUn taak begrijpt, coulant is bij
fouten, geen uitvluchten .efct en op eer.
behoorlijk ingediende klacht een be
hoorlijk antwoord geeft.
Welk antwoord? Het eenige dat paste.
Iets van dezen aard:
In antwoord op uw klacht deelen
wy u mede, dat de door u bedoelde
vertraging het gevolg is van onop
lettendheid van een met dit werk
belasten beambte, die daarover ern
stig is onderhouden.
Terwijl wij u onze verontschul
diging aanbieden, verzoeken wy u
de door u geleden schade, behoor
lijk door bewysstukken gestaafd op
te geven, wy zullen u die ver
goeden.
Zoo gebeurt het ln particuliere onder
nemingen, en zoo behoort het. Deed
„Vervoer" ook zoo. dan zou er aanleiding
bestaan de Spoorwegen aan te bevelen
voor goederen vervoer, waarvoor zij zich
in sierlijke reclameplaten zoo dringend
aanbevelen.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1205
DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT
HET JAARVERSLAG DER
KAMER VAN KOOP
HANDEL.
DE TOESTAND VAN HANDEL
EN NIJVERHEID.
Verschenen is het jaarverslag van de
Kamer van Koophandel voor Haarlem
en omstreken.
Daarin Is opgenomen een uitvoerig
cwazicht van Handel en Nijverheid in
dit gewest.
Daaraan ontieenen wy:
De ruwyzerproductie van het
Hoogovenbedrijf en de Staalfabricage te
Velsen was in het afgeloopen jaar
175.615 ton.
By een tweetal punten dient in het
bijzonder te worden stilgestaan. Het eer
ste betreft de neiging tot het vormen
van internatoinale overeenkomsten, die
ten doel hebben overmatige concurren
tie uit te schakelen en invloed uit te
oefenen op de pryzen.
Het tweede punt staat nauw met het
voorgaande in verband. Aangezien d<
groote Internationale conventies faal
den in hunne poging om de export-pril
zen te beïnvloeden, dient er op gewezen
te worden, dat deze conventies daaren
tegen slaagden in hun streven om de
pryzen in het binnenland te dicteercn.
Het gevolg hiervan is. dat èn mDuitsch-
land èn in FrankrUk mede met den
steun van hooge invoerrechten, de bin
nenlandsche pryzen 25 a 30 pet. hooger
kunnen zijn dan de exportprijzen van
gelijke artikelen.
Ket is voor het bedrijf, dat 80 a 90
pet. van de productie moet exporteeren
en dat voor de rest der productie even
zeer aan de volle concurrentie van het
buitenland is blootgesteld, weinig ver
blijdend te weten, dat de concurrenten
het grootste gedeelte hunner productie-
met voordeel in het eigen land kunnen
verkoopen en met het i"esteerende ge
deelte den verkoopsprijs van het Neder-
landsche product bepalen.
De rijtuigen- en spoorwagensfabricag»
had nog nimmer zooveel opdrachten op
korten levertyd te verwerken als gedu
rende het afgeloopen jaar.
De Schcepsbouwinduslrie was in het
algemeen gedurende 1927 van meer or
ders voorzien dan in 1926, deels echter
tegen prijzen, welke geen winst lieten.
In de scheepswerktuigbouw was meer
werk dan in het vorig Jaar.
De toestand in de ketelmakerij werd
ongunstiger door een onvoldoende aan
tal orders. Het laat zich aanzien dat
deze toestand tengevolge van het toene
mend aantal motorschepen niet zal ver
beteren.
De vriendelijke oude heer, die dacht, dat
hij zich vermaken zou, ala hij als scheids
rechter bij het spel van de jeugd optrad,
heeft zoojuist een strafschop toegekend.
(Nadruk verboden)
Machine-industrie. - In 1927 viel
wat meer levendigheid dan in het voor
afgaande jaar te bespeuren, hoewel
door de scherpe concurrentie de prijzen
nog tot het uiterste gedrukt zyn en
zelfs voor een gedeelte niet loonend
waren te noemen. Opdrachten voor en
kele grootere rijkswerken, o.a. voor de
drooglegging der Zuiderzee, en de gesta
dige ontwikkeling van den scheepsbouw
hebben er toe medegewerkt dat geen
werkloosheid heer^chte en er regelmatig
behoefte bestond aan vaklieden.
De opleving in deze industrie doet .le
vooruitzichten voor 1928 gunstig zyn.
De omzet in de ijzergieterij bleef, ver
geleken met die van het vorig jaar,
vrywel gelijk, met nog steeds onbevre
digende pryzen.
Concurrentie zoowel van binnen- als
buitenland deed zioh by voortduring in
scherpe mate gevoelen.
Cacao en chocolade. De heftige
concurrentie en de zeer hooge pryzen
der grondstoffen hebben in dezen be-
dryfstak geleid tot een voorloopige en
zeer voorzichtig ingestelde poging om 'je
komen tot een prijsbepaling door de fa
brikanten.
In het broodbakkersbedryf waren
meel- en bloemprysen tameiyk statio
nair, zoodat ook de brood pryzen onver
anderd bleven.
In het banketbakkersbedrijf ken
merkte de zomer zich door een bUzon-
dere stilte in zaken, vooral ln de seizoen
en badplaatsen was tengevolge van het
ongunstige weder het seizoen slecht. In
het najaar en vooral in de bUzonder
drukke periode van St.-Nicolaas. Kerst
mis, Oud-'en Nieuwjaar herstelde de
gang van zaken zich, zooda*. men het
jaar 1927 nog wel bevredigend kan noe
men.
De omzetten ln de margarine-in
dustrie zijn in 1927 vrijwel constant ge
bleven. In den loop van dit Jaar ont
stond in de margarine-Industrie een
ongekende en ongemotiveerde concur
rentiestrijd. die van nadeeligen in
vloed op de algemeene bodryferesul-
taten is geweest.
Y/at de Zeep betreft wordt opgemerkt
De invoer van bultenlandsch product
gaat nog regelmatig voort tegen zeer la
ge pryzen, waardoor de blnnenlandsche
concurrentie meer en meer toeneemt.
Het verkoopen met cadeaux werkt zeer
nadeelig. In het geheele Jaar was er be
hoorlijk werk.
Over de typografische bedrijven wordt
Het aantal kleine bedrijven, opgericht
door hen, die als werknemer geen
emplooi konden vinden, nam sinds 1921
dermate toe, dat de vraag naar druk
werk niet meer in overeenstemming
met het aanbod. De slapte in het bï-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL.
B-k GR. HOUT5TR. I01-I03 QERZISCHE
gin van het Jaar maakte later plaats
voor grootere bedryvlgheid, waardoor de
werkloosheid in de groote ondernemingen
sterk verminderde. Dientengevolge was
liet %-erloop der zaken niet onbevredi
gend, al werd nog steeds niet het nor
male peil bereikt. De toekomst laat zich
echter veel beter aanzien.
In de steendrukkery was men gedu
rende het geheele jaar overvloedig met
orders bezet.
De de veranderde zettechniek bleef de
omzet in de lettergieterij zich in dalen
de lijn bewegen.
In de eerste helft van hot jaar 1927
was de toestand in de papierindustrie
bevredigend. Daarna liepen de pryzen
van vele artikelen achteruit, voorname-
iyk tengevolge van overproductie. Het
bleef echter mogelijk het bedrijf op
volle capaciteit te houden en kwam
bechyissloorms niet voor.
De vooruitzichten voor 1928 zyn, wat
het prijsniveau betreft, niet gunstig. De
industrie Kil echter de eerste maanden
nog wel in vol bedrijf kunnen werken.
De kousen- en handschoenen-industrie
De cmzet ln 1927 was grooter dan die in
1926, de bedongen pryzen waren echter
lager dan ln het voorafgaande Jaar.
Het publiek toont in zyn voorkeur
voor bultenlandsch fabrikaat een kente
ring. Het laat zich aanzien dat de Hol-
landsChe markt meer en meer door de
inheemsefhe Industrie zal worden be
diend.
Ilct winkelbedryf. Daarover wordt
gezegd:
In het algemeen moet de toestand
van de winkelbedrijven ln het district
tier Kamer in het jaar 1927 ongunstig
worden genoemd, slechts ln enkele bran
ches kan van een niet onbevredlgcaden
en iets gunstiger gang van zaken wor
den gespreken. De hooge belastingen te
Haarlem zyn niet bevorderlijk voor de
vestiging van nieuwe industrieën welke
aan de winkelzaken aldaar ten goede
zou kunnen komen. Het stUgend aantal
dlstribuanten wordt zeker met gemoti
veerd door even sterk toenemende be
hoeften. Een algemeene klacht geldt de
moordende mededinging van liet groot
bedrijf. A] moet worden toegegeven, dat
de groote zaken van thans soms nog niet
langer dan een kwart eeuw geleden een
beschenden begin gekend hebben en
door ondernemingsgeest vakkennis en
goeden koopmanszin tot de tegenwoor
dige hoogte werden opgewerkt, de vraag
rijst of de natuurwet van „the survival
of the fittest" niet allengs ook goed
geleide zaken gaat bedreigen om ten
slotte enkel de allerbeste te sparen.
Inmiddels kan wel worden vastgesteld
dat de uitbreiding van het aantal win
kelzaken afnemende is. Bedroeg in 1925
het aantal nieuw Ingeschreven handels
zaken in de afdeeling kleinbedrijf van
het Handelsregister der Kamer 750 en
in 1926 753, in 1927 daalde dit cyfer tot
450
Bezwaariyk worden nog In het bijzon
der voor Haarlem genoemd de zake
lijke belasting op het bedryf, de hooge
haven- en kodegelden en de hooge hu
ren.
Ook hapert er nog wel Iets aan de
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent* per regel.
KELLER&MACD0NALD
Haarlem
N.S.F. Radio-Specialiteiten.
bedryven zei ven. Erkend wordt dat een
betrouwbare en Juiste boekhouding nog
vaak ontbreekt en liet is duidelijk dat
het bezit hiervan een allereerste ver-
elschte Is voor een gezonde ontwikkeling
van een bedryf.
Uit de overige gemeenten ln het ge
bied der Kamer worden eveneens weinig
opgewekte berichten ontvangen. In de
Haarlemmermeer ondervond het winkel-
bedryf den terugslag van de slechte
uitkomsten van den landbouw, waardoor
ook de ftnar.cieekt toestand van de ge
meente Haarlemmermeer te lijden heeft,
In Hlllegom en Llsse is het wi kel-
bedryf. ondanks den algemeenen wel
vaart der streek. niet vooruitgaande.
Werklocxsen geconcurreeren daar als
venters ran allerhande artikelen den
winkelstand. Ook de gemakkeiyker ver-
weersmiddelen met de steden zijn niet
in het voordcel der winkels ln deze
plaatsen.
In Kennemerland wordt de toestand
van het winkelbedrijf als zeer ongunstig
gekwalificeerd.
In Zandvoort klaagt de winkelstand
over don invloed der hooge belastingen
en de hooge Haarlemse he s.'.ioolgddon.
Zoodra de kinderen H.B.S. of Gymna
sium moeten bezoeken verlaten vele ge
zinnen Zandvoort.
Algemeen is de opmerking, dat het
publiek ln zUn inkoopen meer soberheid
gaat betrachten en de voorkeur wordt
gegeven aan goedkoopere kwaliteit.
HET OLYMriSCn POSTSTEMPEL.
Zooals bekend, zal op het Stadion
postkantoor te Amsterdam voor het
stempelen van de aldaar ter post be
zorgde correspondentie een speciaal
stempel worden gebruikt, waarvan do
afdruk een vijfhoek vertoont met het
randschrift: Negende Olympiade, Am
sterdam Stadion MCMXXVUI. In de
punten der daarbinnen geplaatste ster
zijn de aanwijzingen 1928. D(datum).
M(maand), U(uur) en N (nummer van
het stempel) opgenomen.
Er zal met Ingang van 17 dezer van
een drietal stompels gebruik worden ge
maakt.
SCHAKEN.
WEDSTRIJD TE ALKMAAR.
De Schaakclub V.V.V. te Alkmaar
houdt op Hemelvaartsdag 17 Me: as.
een natlonalcn schaakwedstrijd ln
Café „Centraal", Hofplein.
Er wordt gespeeld van 9.30—12.30,
1 "0—4.30 en 5.308.30, in groepen van
4 spelers.
De pryzen bestaan uit kunstvoor
werpen, inleggeld 1.50.
FEUILLETON
DF LOTGEVALLEN
VAN ESMÉE
(Naar het Engelsch, van
C N. en A M. WILLIAMSON.)
38)
„Ja. Miss Alton „Voorwendsel!" Ik be
greep het toen niet. Nu weet ik het.
Maar ik ben nog evenzeer overtuigd, dat
het een voorwendsel was. Charles Rogers
stelt belang in u om dezelfde reden als
ik dat doe. Ik bedoel, om dezelfde re
den. als ik eerst belang in u stelde. Heel
speed g deed ik dat om u zelve. Indien
u een gevaar dre.gde. zou ik u gaarne
besr'- -md heb'en. zooris een man een
v. ':w kan beschermen. Die Rogers heeft
d - e oei niet HU heeft u in d3 klau-
w van -?n tijger geworpen".
„V/at bedoelt u daarmee?" vroeg Es
rr 'e verschrikt,
p>e vige'ante hield stil. Ze hadden het
huis van Mrs. Jennings bereikt. Maar
ondanks haar haast van zooeven om
van Lvons ontslagen te worden, bleef het
meisje stil zitten. „Wat bedoelt u?" her
haalde zij.
j* ben geen Engelschman of een
sportliefhebber", aeide hij, .jnaar ik
weet hoe die in Indië doen. als zy een
gevaariyken tijger willen vangen, zy
binden een lam of een jong geitje op
de plek vast. waar ze den tyger heen
willen lokken waar zy op wacht lig
gen om hem te dooden. Mr. Charles
Rogers is een Engelschman. Misschien
doet hy ook aan sport. Dit is Londen,
niet Indië. Maar hy heeft zUn lam ge
kregen en het vastgebonden, waar hy
hoopt den tyger te vangen. Begrijpt u
het?"
„Ik weet. wat u my wilt doen be
grijpen. Maar u zult duldeiyker moeten
zUn. voor uw verhaal eenige uitwer
king op my zal hebben".
Lyons glimlachte. Esmée zag zijn oog en
en zUn witte tanden glinsteren. „Ik ge
loof, naar uw gelaat en uw stem te oor-
deelen. mijn jonge dame. dat ik eenig
effect heb bereikt", zeid? hy. ..Genoeg
voor heden avond, tenzij u mU uitnoo-
d'gt in uw zitkamer voor een langer on
derhoud".
Ket meisje schudde het hoofd. ..Het
am nood gt niet nog meer tijgers uit",
zeide zij. ,.Eén tijger is voldoende voor
éen dag. Leg het my nu uit als u wilt".
..Dat wil ik niet", antwoordde Lyons.
,.Tk wil niet meer zeggen, nu ik u ge
waarschuwd heb. tenzij u my vraagt als
uw vriend u te komen bezoeken".
„In dat geval", zeide het meisje, zal
ik zelf moeten ontdekken, wat u be
doelt".
„Dat zult u mogelijk maar al te spoa-
dig doen".
..Het kan niet te spoedig zijn".
„U weet niet wat u zegt. Voor uw
eigen bestwil zou u goeddoen die op
dracht. van Mr. Charles Rogers m den
steek te laten ze terstond op te ge
ven".
Esmée antwoordde niet. Zy stond op
om uit de vigelante te stappen en zou
den dikken man in die pelsjas op zy
hebb» gedrongen, als de „Ellendeling
van Nummer negen* den wenk niet had
begrepen en er haastig was uitgeklom
men. In haar binnenste dacht zU ech
ter. dat het Noodlot haar had gedwon
gen Lyons' raad te volgen. Zij kon nooit
meer terug gaan naar Cannon Wood!
HOOFDSTUK XVIII.
Den volgenden morgen.
Mrs. Jennings was niet naar bed ge
gaan. ZQ had zich bezorgd gemaakt
over het meisje, wetende welk een be
lang Rogers ln haar stelde, en vermoe
dende, dat de ..heer met h:t voorkomen
van een buitenlander" (die voor de
tweede was gekomen, alle hoop niet zoo
spoedig had opgegeven, als Miss Alton
had verwacht. Het geratel van wielen en
het stilhouden van een rijtuig bracht
het kleine vrouwtje haastig naar de
deur. Zy opende die voorzichtig op een
kier, juist ver genoeg om te kunnen
zien, wat er voorviel op de door de
maan verlichte straat, en een paar
woorden van het gesprek op te vangen.
Het waren nauwelijks meer dan een
paar woorden, die ze hoorde, maar de
toon van het meisje zeide haar. dat de
aanwezigheid van een derden persoon
misschien niet onwelkom zou zyn. Nu
wierp zy de deur wyd open en kwam te
voorschyr. met een gezicht, alsof ze juist
de komst van Miss Alton had verno
men.
„O! Miss Alton. Ik ben blij. dat u
terug is!" riep zU uit. „Ik maakte mU
wat bezorgd". Toen. alsof ze nu plotse
ling bemerkte, dat het meisje niet alleen
was gekomen, verontschuldigde zU ridh.
„Ik had niet gezien, dat u een heer by
u had", zeide zij beleefd, „anders zou ik
niet bulten zUn gekomen".
..Ik ben heel biy, dat u gekomen is",
zeide Esmée. „Ik ben zoo moe, en nu
behoef ik niet te bellen! Ik was op weg
naar hu!s van Cannoon Wood. toer. ik
Mr. Lyons in zijn rijtu!g ontmoette",
ging zU voort, om een behooriyke ver-
k'aring te geven. Onder het spreken g!ng
zij de stoep op. die glinsterde in het
maanlicht, Zy keek niet om en nam ook
niet de moeite Lyons goeden nacht te
wenschen; maar hy volgde haar. nam
een kaartje uit een leeren étui en over
hand gde het Mrs. Jennings.
„Wilt u zco goed zijn dit aan te ne
men cn te bewaren, juffrouw?" vroeg hy
met een zekere waardigheid. .Het is
mijn adres, waar ik altijd te vinden ben.
als ik noodig mocht zyn. Ik kan Miss
Alton niet noodzaken mijn kaartje aan
te nemen, maar de tyd kan komen, dat
zy mijn hulp verlangt. Dan zal ik ge
heel tot haar dienst zijn. Inderdaad, ik
denk. dat die tijd spoedig zal komen!"
Esmée was het huis reeds binnen ge
gaan. toen Mrs. Jennings het kaartje
aannam, en Lyons maakte dus een bui
ging en nam weer plaats in de vigelante.
Mrs. Jennings was vriendelijk en vol
medelijden met Miss Altons vermoeid
heid. en bood haar warme melk, of een
ei ln wUn gsklopt aan. Maar het eeni
ge. waar Esmee naar verlangde, was
haar bed. Dat leek haar een toevluchts
oord, een plaats, waar zy de wreede ge
dachten kon ontvluchten en misschien
een poos vergeten. De vreeseiyke slag.
dien Richard Power het meisje had toe
gebracht. had haar geheel gebroken, zy
kon haast niet denken aan Lyon's toe-
spsllingen en waarschuwingen. Zy was
alleen maar vaag benieuwd naar zUn
bedoeling; en over hei geheel was zy
geneigd te denken, dat hij eenvoudig een
va' voor haar had opgezet om haar ver
trouwen te winner, of haar te compro-
mitieeren. Zy geloofde zonder verwaand
te zijn. dat Lyons op haar verliefd was;
maar voor dien tijd had hy zeker «en
ander doel. waarom hU kennis met haar
wilde maker.. De dikke vreemdeling leek
zoo tergstootend. zoo onbeteekenend.
vergeleken by Richard Power en zijn
wreede ruwheid, dat het haar niet de
moeite waard scheen haar brein te ver
moeien met gedachten aan hem.
Mrs. Jennings had vuur aangelegd ln
Miss Alton's miniatuurhaord, en de hel
dere gloed der flikkerende vlammen
kleurde zoldering en muren rood. Het
meisje viel haast in bed en lag daar
als verdoofd naar het roode licht tc sta
ren door een nevel van or.vergoten tra
nen.
„Mijn hart Is gebroken." snikte zU
zacht .gebroken!"
Met de hevige wanhoop der Jeugd
wensehte zij. dat zij mocht sterven en
niet weer behoefde op te staan om treu
rig voort te leven in eer. ellendige we
reld. waar geen ridderlijke Graaf Rl-
cardo bestond. Maar zU was sterk te
tserk. ZU moest verder leven. En zU
moest terstond een besluit nenwat
zU nu zou doen. Als zij had kunnen
slapen en een poos alles vergeten cn den
volgenden dag verder nadenken over
alles, als het morgenlicht haar meer
moed zou geven, dan zoj zu dankbaar
zUn geweest. Maar de slaap wilde n'et
komen. Het was. of haar cogen werden
open gehouden door kleine, onzichtbare
Uzerdraadjes. die ze deden branden en
gloeien. Urenlang lag zij te kijken naar
de vlammen ln de haard: urenlang, tot
741 uitdoofden cn slechts twee gloeiende
vonken op den haard overlieten, twee
groote drakenoogen, die haar aaneaar-
den.
CWordt vervoïgdJ