EEN ONTWIKKELINGS- EN ONTSPANNINGSREIS
FLITSEN
FEUILLETON
DE LOTGEVALLEN
VAN ESMÉE
KELLER&MACD0NALD
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 6 JUNI 192S
VII.
Constantinopel. Turksche koopmanspractijken.
De Gouden Hoorn. Bediening door grootvorstinnen
en prinsessen. De moskee Kahrié. De Aja Sofia.
Het oude Serail.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1219
GEEN HANDDOEK
Je schreeuwt int je bad
weer geen handdoek is en n'.
iemand je er even een kan bren
gen
dat
je beseft diit je gercep nog geen
actie tengevolge heeft er. herhaalt
je noodkreet
Jan verklaart dat hij de beodaohap
aan Mi entje heeft doorgegeven
hij zal zien wat er aan de hand is
na een eindeloos wachten kom'.
Jan terug met de mededes'jing da:
inosd-ar dadelijk zal komen
vijf minuten later roept moeder
dat er een handdoek moet zijn, ze
heeft er vandaag nog een opge-
liangen.
je verzoekt om in vredesnaam niet I
verder te öebat'teeren. maar een
hand-doek te brengen
ft, nog moppei'end,
dat ze met begrijpt waar doe an
dere gebleven kan zijn, er een
buiten d'e deur
waarop je nog minstens vijf minu
ten nccdig hebt om den moed
bijeen te rapen cm cp te staan en
het ding te gaan halen.
(Nadruk verboden)
Constantinopel,
de oude hoofdstad van 't Ottomaansche
J'Ük, nu verdrongen door Angora, de be
langrijkste stad nog van de Turksche
Republiek, eenig gelegen aan den Bos
porus en den Gouden Hoorn, gesticht
op de plaats van het oude Byzantium,
het Rome voor het Oosten, waaraan het
nog talrijke herinneringen bewaard
heeft, is heerlijk om aan te zien. zooals
ik het gezien heb bij onze binnenvaart
togen I uur namiddag. Geen zon helaas,
doch een ten deele bewolkte lucht, die
eigenaardige schaduwen op sommige
deelcn van de stad en het water wierp.
Met zonneschijn moet het onvergelijke
lijk zijn.
Wc varen tusschen 2 lage witte vuur
torens door. Aan bakboord de oude ge-
kanteelde beschermende muur, daarach
ter, hooger de Moskee van Ahmed I
met zijn 6 mnairets, de enorme koepel
van de Aja Sofia met op den top de
vergulde halve maan, het oude sérail
der sultans. Aan stuurboord een enorm
wit gebouw, ik meen. het Fransche In-
stltut de Médlclne. Op den achter
grond de bergen, die de herinnering aan
do Sky-scrapers wakker roepen, witte
huizen, bruin-roode daken, ontelbare
minarets en koepels, op glooiend ter
rein. Daarvoor het water, ontelbare
stoomschepen uit alle landen,
de nationaliteitsvlaggen wappfend op
den achtersteven, de Turksche viag
rood met witte halve maan aan de
voormast, barges, sleepbooten, kleine
re rivierbooten die beide oevers verbin
den en den dienst op den Gouden
Hoorn onderhouden zeilschepen met
witte zeilen laveerend, roeibooten in
bonte menigte, de zitbanken belegd met
bonte tapijten.
Wij moeren aan de kade de officl-
ecle beweging neemt langen tijd het
is 3 uur alvorens wij na onze docu
menten te hebben moeten algeven
voet aan land kunnen zetten. Eenige
heet en, Hollanders, geëmployeerd bij de
Holl. Bank voor de Middellandsche Zee
te Constantinopel daartoe telegrafisch
uitgenoodigd, hebben zich met de
meeste welwillendheid ter beschikking
van ons gezelschap gesteld. Niet alleen
bepaalt zich hun tusschenkomst tot fi-
nancieele operaties, doch zij treden op
als onze gidsen, dienen van raad, hel
pen ons bij het doen van onze inkoo-
pen, verschaffen ons interessante en
wetenswaardige details omtrent het le
ven en de toestanden in deze groote
Oostersche stad, die toch Westersch is
tevens. Onze dankbaarheid en erkente
lijkheid jegens hen Is groot en alge
meen. Onder hun leiding bestijgen wy
auto's en beginnen onze verkenn.ngs-
tocht. We steken de brug over, die Ga-
lata, waar onze boot heeft aangelegd,
verbindt met liet aloude Stamboul, de
Groote Brug van Karakeuy, waar voer
tuigen en voetgangers tolgeld moeten
betalen.
We rijden door dit Turksche handels
kwartier en gaan op verzoek onzer da
mes, wier kooplust tot de uiterste span-
iiing is opgevoerd, allereerst naar de
Bazar, die geheel overdekt volko
men zijn Oostersch karakter sinds eeu
wen bewaard heeft. Winkeltje aan win
keltje, de métiers zooveel mogelijk bij
eikander ondergebracht, de kooplieden
opdringerig uitnoodlgend, wij huiverig
als echte Hollanders om over één
nacht ijs te gaan en ons te laten „ne
men". Een tier geëmployeerden der Hol-
landsche Bank, een Turksch effendi,
die de Fransche taal in de perfectie be-
heerscht, zooi ls trouwens al zijn stand
en landgenooten, is hier de reddende
engel en is, met onze Bank-Hollanders,
tusschenpersoon tusschen koopers en
verkoopers. Wij koopen tot 1/10 van de
ons gevraagde prijzen.
We verlaten den bazar en rijden door
lange, nauwe, kronkelende straatjes,
waarvan het plaveisel abominabel is ln
tegenstelling met dat der hoofdstraten,
die door electr. trams waarvoor onze
groote steden zich niet te schamen
zouden hebben doorsneden worden. Het
aantal auto's alsmede met 2 rossinanten
bespannen victoria's is enorm. De hul
zen zijn veelal geheel van hout opge
trokken, soms op een steenen pl.m. 1
Meter hoogen basis; ik zou hier geen
assuradeur van willen zijn. enkele wo
ningen hebben een uitgesproken Zwit-
sersch chalet-type. Niemand ls sedert
het nieuwe rijk meer be-fest; de oude
kleedy die muziek en kleur bracht in de
entourage, is verdwenen. Thans veel
slecht siitende confectie en deukhoedjes.
Schoone jonkvrouwen slechts matigjes;
enkele knappe typen, donkeroogig. doch
meestal te zwaar gebouwd, bij hooge
uitzondering een sluier, meest in 2wiart
of bruin gekleed, lichte zijden kousen,
poedelsokjes. We gaan rond den Gou
den Hoorn, heuvel op, hoevel af, dwars
door de talrijke eeuwenoude en op de
hellingen zich bevindende muzelman-
sche kerkhoven, die zonder eenige uit-
(Naar het Engelsch, van
C N. en A. M. WILLIAMSON.)
64)
HOOFDSTUK XXVI.
Het telegram van Elizabeth Harford.
De dagen, die nu volgden, waren zoo
belangrijk voor Engeland en de geheele
wereld, dat voor Esmée's vurig, jong
hart alle persoonlijke zaken, zelfs die
van den man dien zij vereerde, eenlgszins
op den achtergrond raakten. De oorlog
was over, de wapenstilstand geteekend, en
hall' verblind door roem en glorie spra
ken Power en zijn secretaresse haast niet
over andere dingen. Het meisje las Graaf
Rlcardo dc- eene courant na de andere
voor, Engeische couranten, Fransche en
Italiaansche. en dan spraken ze over het
gelezene. en Esmée was er trotsch op.
da< zij over politiek mccht recjeneeren,
alsof ze eer. man was geweest!
Zij zou zich volkomen gelukkig heb
ben gevoeld, als ze niet met angst a3n
Mis- Harford had moeten denken
zondering in den hoogst denkbaren
graad van verwaarloozing verkeeren,
waar de ontelbare steenen hot en haar
door elkaar liggen, evenals de tomben
zelf, gebroken, verzakt, gescheurd: gel
ten amuseeren zich met er tusschen
krijgertje te spelen en de schaarsche
grashalmen af te knabbelen.
De bevolking vertoont een armzalig
type. We gaan over de hooge houten
brug die Stamboul met Pera verbindt en
over Eyoüb, we bevinden ons op een der
meest pittoresque punten van den Gou
den Hoorn.
Een uiterst gezellig diner in „La Tur
quoise", een Russisch le klasse restau
rant vereenigt ons. We zijn omringd
door de aristocratie van het aloude Tsa
renrijk, grootvorstinnen en prinsessen
van den bloede animeeren mij nog een
vischje te nemen of schenken mijn glas
vol. We eten wingerdbladen gevuld met
rijst, een speciale Turksche delicatesse,
die echter meer voor een geit dan voor
een gewoon mensch geschikt is, een
Russische soep, tip-top maar buitenge
meen voedzaam, visch en kip, die in je
mond wegsmelt. Een coreille de glacé
nu, alles besproeid met een uitste
kenden Turkschcn .andwijn.
Tegen 11 uur gaan we weg, te voei,
door nachtelijk Constantinopel, dat ver
laten lijk;. We doorkruisen Pera, zetel
der ambassades, der banken en der
groove koopmanshuizen; even brengen
we een bezoek aan de bank onzer vrien
delijke geleiders. Dan leggen we op de
„Pierre Lotl" ons moede hoofd ter ruste.
Een tweetje dag Ls aangebroken. Om
9 uur gaan we van boord en de auto's
maken wederom een flinken teer door
de stad. Vuilniswagens zijn hier niet,
de ophaaldienst bedient zich van paar
den, die langs hun flanken 2 groote
manden met zinken deksels dragen. Ons
eerste bezoek geldt de moskee Kahrié
dc oude kloosterkerk van Chora die
zich dicht bevindt bij de Adrianopcl-
poort, die we doorgaan. Het geldt hier
een der meest, karakteristieke monumen
ten der Byzantünsche Renaissance, die
talrijke, meerendeels zeer goed gecon
serveerde mozaïten bevat uit de 14e
eeuw.
Eerst begeven wij ons naar de muren
van het oude Byzan.ium, die voor een
deel nog bewaard zijn gebleven, al heb
ben ze daar ook op sommige punten
door aardbevingen belangrijk geleden.
We onderscheiden 2 muren, een buiten
en een binnenmuur, die oudtijds door
een gracht waren gescheiden. We be
klimmen de bouwvallen van den buiten
muur en genieten van daar het prachtig
panorama, dat zee, stad en lande ons
bieden.
Dan komt de Aja Sofia aan cte
beurt, het grootste sieraad der Byzan-
tijmchc kunst, in de 6e eeuw gesticht
door Keizer Justinianus, op de bouw
vallen van de uit de 4e eeuw door T'neo-
dosius de Jongere gestichte kerk. Zij
maakt een enormen indruk; ondanks de
vele moskeeën, die we reeds gezien heb
ben, spreekt zij tot ons en we' zijn vol
bewondering voor de bouwmeesters de:
oudheid, die een monument hebben we
ten te wrochten, dat voor onze heclen-
daagsche architecten een probleem zou
zijn. Het is niet alleen de groots te maar
ook de meest groots c h e moskee die we te
zien kregen, emerme zuilen, de wanden
bekleed met marmeren platen in diver
se kleuren, heerlijke tapijten, kolossale
kronen, opengewerkt maimer alsof het
kantwerk goldt, heerlijk inlegwerk. Ver
schrikkelijke Byzanlijnsche kapiteelen.
Gouden arabesken op schilden en band
versieringen. voorstellende de namen
van Allah, van Mohammed en van de
Kaliefen, met het hoofd op den grond
en op bloote voeten biddende in de rich
ting van Mekke, Muzclmansche armoed
zaaiers.
Dan gaat de tocht naar het museum.
Op den beganen grond sarcophagen uil
Saida, het oude Sidon, waaronder die,
zoogenaamd van Alexander, uit de 4e
eeuw, de eere-plaats inneemt, 'n pronk
stuk van Grieksche kunst en decoratie.
De-langszijden atten tooneelen üt
den strijd van Alexander tegen de Per
zen (de slag van IssOs) en jachttafree-
len, Verder Grieksche friezen, stéles As-
sprische, Byzantijnsche en Romeinsche
beeldhouwwerken. en grafsteenen,
Op de bovenverdieping: percelei-
nen afkomstig van Gildiz in Saksisch,
Sèvres, Japansch, Chineesch, Turksch,
het beste van het allerbeste. Grafvond-
sten uit Troje, Rhodes, Palestina, Assy-
rië, Chaldea, etc. etc.
We lunchen in het hotel Tokatlian in
Pera.
De middag is gewijd aan een bezoek
aan het Oude Serail. Het paleis be-
heerscht de zee van Marmora, den
i Bosporus en den Gouden Hoorn; van
Power's oogziekte was ln hetzelfde sta
dium gebleven. Indien hij niet beter was.
hij was tenminste niet erger dan vroeger.
De „vijand" hield zich rustig, niets „op
windends" had er ln het huis plaats,
'behalve de bezoeken van een oogarts.
Esmée was het bestaan van Lyons haast
vergeten; Rogers vergde niet te veel vpn
haar; en Olbbs' air van koel. beleefd
wantrouwen vermaakte haar meer dan
dat het haar bedroefde. Het was echter
niet aangenaam, dat, Mrs. Jennings haar
behandelde met zwijgende minachting;
want dat maakte haar thuiskomst min
der prettig Maar daar gaf zij niet zoo
veel om. Zij gaf alleen om Ricardo!
Er verliepen veertien dagen en toen
zeide Gibbs op zekeren dag zyn dienst
op, zooals hy vroeger gedreigd had te
zullen doen. maar niet had gedaan.
Uit den boozen glans in zyn oog, toen
hy Esmée dien morgen binnenliet, had zij
begrepen, dat zyn gevoelens jegens haar
venynlger dan ooit waren. Toen Power
toevallig opmerkte, dat de hofmeester
wrgging, en dat hem dat weinig speet,
begreep het meisje de reden van dien
boozen blik. „Mr. Rogers heeft hem zeker
toch teruggeroepen", dacht zy en lachte
Inwendig over haar eigen triomf. „Hy
zcu uit eigen beweging niet gedaan zyn,
geloof ik, na dat geval met den ver-
valschten brief. Al had hij zich hier ook
nog zoo verveeld. Hy zou gebleven zUn
uit wrok jegens mö".
hot terras af hebben wij een schitterend
uitzicht, willicht het ruimste dat in de-
wereld ts zien ls. Een 15e eeuwsch bouw
werk. omringd door dikke muren met
zware toegangspoorten, groote tuinen,
het geheel bestond uit diverse afzonder
lijke gebouwen, voldoende plaats bieden
de voor een bevolking van 5000 zielen,
allen annex aan den paleisdienst, en voor
wier voeding 1000 schapen per dag
noodig waren.
We zien achtereenvolgens een vertrek
bestemd voor den secretaris, do zaal der
ministers waar de staatszaken behandeld
werden met een getralied luik waarachter
de Sultan dc conferenties placht by te
wonen en kon hooren of zün ministers
geen plannen van verraad tegen hein
smeedden.
Dan de schatkamer waar voor mil-
lioenen en milhoenen ponden sterling
aan kostbaarheden zijn opgeborgen,
Buitengewoon kostbaar, tevens buiten
gewoon smakeloos en bizar. Geëmail
leerde serviezen met juweelen overdekte
grepen voor wapenen, gouden harnas
sen en paardentuigen, reis-utensiliën,
waarlergrepen, pUpmond3tukken thee
kop-houders met trillinten. een vitrine
met kostbare kleine en enorme groote
zak-uurwerken, een wandkast met Euro-
peesche klokken van Paryzer en Lon-
densch fabrikaat, 2 vitrines vol met
grootkruisen en andere decoraties, klun
gels waarmede de grootste menschelijke
dwaasheid, de ydelheid gestreeld wordt.
Die geen verstandig mensch dan ook au
sérieux neemt.
Volgen de gebouwen bestemd om de
eunuchen te' herbergen: de gruwelka
mer, waar de haremdames die een po
ging tot ontvluchten gedaan hadden of
op eenige andere wyze het ongenoegen
voor den Gr-mten Heer hadden opge
wekt, ten dooJe gemarteld werden en
de grot waarin hun lichamen werden
geworpen cn die in verbinding stond
met de zee. Doux pays, doux moeurs.
De leerkamers voor de prinsen en prin
sessen, de plaats waar eens sultans op
volger 40 van de 103 kinderen van zijn
voorganger ter vermyding van intri
ges, liet afslachten.
Dan het pavllloen waar, als eenige
man, de sultan toegang had en waar
hy zich met zyne favorieten vermydde.
Aan de 4 zUden rustbanken, een voor
den. sultan, 3 voor de favorites. Prachtige
kussens, warme kleeden, tapyten aan de
wanden. Een aangrenzend terras, een
vergulde zetel voor den sultan, plaats
voor de dames-kapel, er vóór een water
bassin, waarin op heldere maanlicht
nachten ten aanschouwe van den sul
tan gezwommen werd.
Ten slotte de groote receptie-zalen
en de audiëntiekamer voor de vreemde
gezanten.
Te voet langs de winkels en dan naar
de benedenstad; tegen het diner komen
we op de „Pierre Loti" terug, waar de
avond wederom in gepaste vroolijkheid
wordt doorgebracht
Z.
VAN AMSTERDAM NAAR
HAARLEM.
BEBOUWING VAN DEN
STRAATWEG?
Tn het Handelsblad schrijft de heer De
Casseres, stedebouwkundige in dienst bij
de gemeente Wyk aan Zee en Duin:
„Het onheilspellende bord: „Bouw
grond te koop" is nu ook verschenen te
midden der weldsche polders, die den
straatweg AmsterdamHaarlem begren
zen. De treinreis HaarlemAmsterdam
is tot nu toe een verheugenis, Zal dit
binnen weinige jaren anders worden?
Zullen de boorden van den weg bezet
worden met de „bouwsels", die elders
onze landwegen aan beide zijden ver-
sperren, en het uitzicht op Holland's
landschapsschoon radicaal onmogeiyk
maken? Of denken de betreffende auto
riteiten tijdig aan het veel misbruikt,
maar toch zoo juiste spreekwoord „gou-
venier, c'est prévoir"? Zullen zy met
spoed de maatregelen treffen, die een
stedeiyke bebouwing aan dezen weg
kunnen verhinderen?"
De heer De Casseres schryft dan dat
de weg een verkeersbaan is en als zoo
danig voor woonstraat een onding zou
zyn, terwyi by eenlgszins inzettende be
bouwing te vreezen zou zUn, dat een
aantal zystraten op den groot-en weg
zouden uitkomen, hetgeen een belang-
ryke belemmering van het doorgaande
verkeer beteeken t.
Behoudt het landschaps
schoon.
„En" vervolgt schry'ver „dan „last
but not least": het landschapsschoon.
Geen treffender beeld van ons onvol
prezen polderlandschap dan juist van
Amsterdam naar Haarlem. De vreemde
ling, naar Amsterdam reizend, treft
een vroolUker en welvarender beeld, dan
by de meeste omstreken van wereldste
den. Nergens bespeurt hfj hier die ty
pische verarming en versombering van
het landschap, zoo typeerend voor vele
groote steden. Tot aan den stadsrand',
een weidsch uitzicht naar beide kanten
der baan; hier en daar onderbroken
Gibbs' weggaan zou het voor haar
ohaangenaam maken in Swan Street, dat
besefte zy. Maar zy wilde niet daaraan
denken en begon met haar werk. Er
was een aantal brieven, die zy Power
moest voorlezen, een van Marchcse d'
Allegri, v.iens naam Esmée niet was
vergeten. Weer smeekte d'AUegri. zyn
vriend Ricardo zijn hulp toch aan le
nemen voor Iets, dat. Esmce niet begreep:
en hy betreurde Dr. Florio's afwezigheid
in een opdracht buiten Italië. „Ik weet
niet, hoe hy Jegens u gezind is, en ooi:
niet, wanneer hy zal terugkomen", ging
Esmée voort ei) keek toen onwillekeurig
op naar Power's gelaat. Er lag weer een
tragische uitdrukking op. Alle opgewekt
heid van de laatste dagen was plotse
ling verdwenen.
„Waarom houdt u plotseling op? Komt
er nog iets ergers?" vroeg hy eenigszins
scherp.
„O, neen!" antwoordde Esmée haastig
„Ik dacht aan iets anders. Ik vergat
den brief voor een oogenbllk".
„U was bedroefd om mU", zeide Power
„Tracht dat niet te ontkennen. Ik weet
het zeker. U hebt gezien, dat de oog
arts, dien ik op uw verzoek heb laten
komen, my geen goed doet. En u zou
gaarne willen, dat ik bericht had van Dr.
Florio".
„Dat zou ik natuurlijk gaarne willen",
bekende Esmée. „Maar het is neg tc vroeg
om uit te maken, dat de oogarts u geen
door een bekoorlyk gegroepeerde hof
stede en in de verte een sierlijk kerk
torentje. Nergens zien we de „toudis"
die kilometers te voren de hoofdstad
van Frankrhk aankondigen. Tot nu tce
is ons de verovering van dit land door
de industrie gespaard gebleven. De di
recte verbinding met de natuur is ook
den Amsterdammer nog mogelijk. Wie
het voorrecht heeft te wonen aan den
„■buitenkant" der stad, kan zich nog ver
heugen in het grootsche wolkenspel der
Hollandsche luchten.
Laat ons al deze schoone zaken be
houden! Laten wy niet toestaan, dat ver
keerdbegrepen eigenbelang de landwegen
tot gryparmen van het monster: -Stad
maakt „dont les bouches et les vent-ou-
ses soutireraient le sang du monde",
zooals de groote Verhoeren dichtte. La
ten wy vooral vermijden, dat deze ge
wichtige verbindingsbaan dichtgebouwd
wordt.
Denken wy eens aan het effect, ge
zien vanuit de treincoupé: al maar huis
jes, kleine huisjes, groote huisjes, huis
jes met een gebroken kap en huisjes
met een plat dak, huisjes met uitpui
lende muren en ramen a la „Amsterdam-
sehe School"; kortom een lintbebouwing
van etteiyke kilometers, bezet met alle
soorten rariteiten, die onze moderne
^bouwstijlen" plegen voort te brengen.
En denken wij bij een dergelijke nacht
merrie terug aan onze heerlijke verge
zichten. onze weiden, en een laatste
lichtgeflonker van de ondergaande zon,
dat nergens mooier te zien is, dan twij
fel ik niet of velen zullen met mij zeg
gen: dat schoons moet bewaard blij
ven.
CENTRAAL BUREAU VOOR
DRANKBESTRIJDENDE
VEREENIGINGEN.
HET ZILVEREN JUBILé.
In ons vorig nummer hebben wy reeds
medegedeeld, dat het Centraalbureau
voor drankbestrydende vereenigingen
binnenkort zijn zilveren jubilé zal vie
ren.
Het jaarboekje van Haarlem deelt
mede, dat dit centraal bureau in
October 1903 werd opgericht.
•Een juiste datum wordt niet genoemd.
Het bestuur deelde ons mede, dat de
juiste datum op dit moment ook niet
bekend ls.
Indertyd is in „Het Maandblad" een
terugblik geschreven door den heer C.
van Eykern 1904—1924. waaruit dus af
geleid zou kunnen worden, dat deze
schrijver de oprichting rekent van 1904.
In dit artikel wordt uiteengezet, dat 1
de toestand van de drankbestrijding
omstreeks 1900 te Haarlem niet bepaald
florissant was. Er waren twee christe
lijke organisaties de N. C. G, O. V. en
de N, C. G. O. B. Voorts de Ned. Ver
goed doet. U is niet erger
..Ik ben niet erger. Meer kan ik echter
niet zeggen".
„U kunt een anderen oogarts raad
plegen. Ik
„Neen", viel Power haar in de rede.
„Dit is de tweede reeds, dien ik heb
geconsulteerd; de twee beste in Londen,
naar ik hoor. Deze tweede kan evenmin
ontdekken, wat er aan niUn cogen scheelt
als de eerste: een derde zou het ook niet
weten. Deze man meent, dat hy my
een groote gunst bewyst door hier te
komen in plaats van dat ik bii hem kom.
Hij zal m:j een hooge rekening zenden
om ten slotte te verklaren, dat hy niets
kan doen. En ik ben nu niet rijk meer.
Het grootste deel van myn vermogen is
weg. U herinnert u nog wel, dat u voor
my aan Miss Harford hebt geschreven?
Het was de eerste dag. dat u hier was".
„Ik herinner het mij" herhaalde het
meisje.
„Dat is r.u drie weken geleden".
„Ja, vandaag Juist drie weken.. Zy moei
nu uw brief wel hebben ontvangen, zelfs
daar ln Califcrnië. U zult wel spoedig'
een telegram van haar krijgen",
„Denkt i: dat? Wat voorspelt u, dat zij
zal zeggen?"
„zy kan slechts cón ding zeggen".
„En dat is?
..Een telegram voor Eccellenza". kon
digde, Giuseppe aan, na te hebben ge
klopt.
eeniging en de N. O. P. C. De N.C.G.BB.,
die onder de bezielende leiding stond van
wylen den heer G. Velthuysen Sr. ver
keerde in bloeienden tosstand, zy had
veel leden, voorts een knapen- en een
jonge dochtersafdeeling en later zelfs
een muziekkorps. Tydens de kermis had
de bond een tent voor haar anti-kermis-
actle.
De Ned. Vereeniging tot afschaffing
van alcoholhoudende dranken, waarvan
in die dagen de heer W. L. Sóhéam
voorzitter was, telde slechts 30 leden.
De N. O. P. C. ongeveer evenveel.
Na de komst van Ds. A. J. Montyn
te Haarlem werd alras hy gekozen tot
voorzitter' der N.C.G.O.V Teen gingen er
stemmen op om een besturenbond te
stichten, een federatie of centraal comité
van drankbestrydende organisaties.
Van toen af. is het zoo lezen wy
In dit artikel in de drankbestrijders-
organisatie crescendo gegaan.
Het neutraal beginsel „alle richtingen
tot uiting te doen komen of geen enkele"
is in 't comité altijd hoog gehouden.
Voorzitters van het comité waren sinds
de oprichting: G. Veldhuysen Sr., Ds. A.
J. Montyn, M. A. Reinalda en W. p. j.
Oyermeer (de laatste bekleedt nog het
Voorzitters 3hap).
Van de secretarissen noemen wU de
heeren C. van Eykern (die het thans
voor de 2ae maal is), v. d, Horst en P. P.
Hartendorf.
Penningmeesters waren de heeren A.
J. F. Koelen en S. J. Vester.
Sir.ds 1920 geeft het Centraal Comité
een maandblad uit, dat gesubsidieerd
wordt door de gemeente.
Herinnerd wordt, dat het Centraal
Comité eens een erfenis heeft gehad.
Een belangstellende dame had een spaar
potje gemaakt om een drankvry schaft
lokaal te doen stichten door de geheel
onthoudersbonden. Zy heeft haar werk
niet voltooid gezien, bovendien was het
kapitaaltje te klein om er iets mede te
beginnen. Het legaat werd daarom onder
de aangesloten vereenigingen verdeeld.
Voorts wordt geschreven:
Een consultatiebureau voor drankzuch
tigen was mede een uiting van samen
werking. Nu komt het meer voor, dat
dankbeelden ln meer dan één hoofd gelijk
geboren worden. Zoo ook hier. Een tijde
lijk comité had eveneens zulk een plan.
Op voorstel van den toenmaligen secre
taris werd samengewerkt met dit comité
en werd het bureau gesticht. Ofschoon
er ook andere factoren den ondergang
van het bureau hebben bewerkstelligd,
was naar meening van ondergeteekende
de voornaamste oorzaak van de misluk
king: het semi-medisch cachet dat aan
dit instituut was gegeven.
Toen de zaak teniet was gegaan, be
sloot het Comité de Controle oyer de
drankzuchtigen te doen voortbestaan en
'dit zegenryk werk wordt thans nog ver
richt.
Dankbaar kan hier worden gememo
reerd de financieele steun der gemeen
ten Haarlem, Schoten en Spaarndam
„Hoe toevallig!" zeide het meisje in
het Engelsch, welke taal Giuseppe nog
slecht verstond. „Als dit het eens was! j
Juist nu wy er over spreken!"
„Open de enveloppe en lees my het
telegram voor", beval Power, toen de deur
gesloten was. Zijn toon was haast barsch.
Geen wonder! dacht Esmée. De span
ning zijner zenuwen moest haast ondra
gelijk zijn. En het was hard voor hem.
dat andere oogen dan de zijne zulk een
dierbare -tijding zouden lezen als dit
telegram wel zou behelzen.
Esmée voelde haar handen yskoud
worden, zy beefde en scheurde de roode
enveloppe onhandig open.
„Is het van haar?" vroeg hy.
Hst meisje keek naar de onderteeke-
nlng, zonder het telegram te lezen, dat
ongewoon lang was. „Ja", antwoordde
zy, haar lippen bevochtigend. „Het is
onderteekend: „Elizabeth".
„Ga voort; lees my voor, wat zy zegt
cn zie, of u gelijk hebt", beval Power.
Werktuigelijk lazen de oogen van het
meisje de vijftig a zestig woorden van
het telegram, eer zy ln staat was te
spreken. Teen slaakte z<j een kreet, die
veel op kreunen geleek.
„Wat is het?" vroeg Power. „Zy is
niet doodziek, veronderstel ik?"
„Neen erger. O. het is zoo moeilijk
te lezen. Ik zou mijn tong liever willen
uitrukken".
„Dat is niet mogelijk, myn kind", zeide
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Haarlem 6
N. S. F. Radio - Specialiteiten.
en de zakelijke hulp van de griffie van
het Kantongerecht.
Een schaftwagen werd mede in den
loep der jaren aangeschaft, bedoeling
was om daarmede op de groentenmarkt
in het vroege ochtenduur aan de telers
en koopers een warmen drank voor Uit
telen prys 'te verkocpen. Maar in dit
opzicht was het Comité geen koopman,
en ging ceze onderneming te niet,
In zijn eerste levensjaren liet het
Comité aan de jonggehuwden een ver
zoek brengen om vooral met het oog
op een te verwachten baby geen alcohol
te gebruiken.
De Burgerlijke Stand verschafte de
adressen en de bode bracht die papieren
rond. Veel zullen wy hiervan niet zeggen,
maar wel dat de heer Gonnet -toen af
gevaardigde van het Kruisverband in ons
Comité; op de hem eigen leuke wijze
opmerkte, dat niet by elk huwelijk persé
zoo'n brief moest worden uitgereikt, om
dat er ook gevallen zyn dat er geen.
kindertjes komen, b.v. wanneer oudere
mensehen nog een zennigen levensavond
zoeken en om de gezelligheid -brouwen.
Daar het niet mogelijk bleek om vooraf
te bepalen (het Comité was daartoe
zeker niet bevoegd) waar wel en waar
geen baby met zyn eerste kreten moeder
en vader zouden verblijden, werd dit oro.
paganda-v,erk gestaakt.
Tenslotte wordt gezegd:
„Het aantal organisaties in Haarlem
werd in den loop der jaren belangrijk
grooter, waardoor bleek dat de drank-
bestryding in alle kringen en richtingen
haar aanhangers vindt. Want het groot
aantal kleuren in onze beweging is niet
verdeeldheid, het is een bewys van groote
belangstelling. De vele kleuren zyn als
een mozaïekvloer. Op zichzelf en op een
hoop geworpen zijn die kleuren weinig
zeggend, maar wanneer zy door een
meesterhand, naar volgorde en in harmo
nie, in de cement zyn geplant, vormen
zij te samen een schoon geheel. Nu, zulk
een geheel vormen onze bonden in de
Comités: daarin geplaatst door dc
meesterhand van een onpersoonlijk iets,
maar wat alles zegt: ons ideaal".
Blijkens het verslag over het jaar 1927
geschiedt de contróle over de drankzuch
tigen door den ambtenaar van het comité
den heer T. P. van de Leer, die 111
personen bezocht die voor het eerst een
vonnis wegens openbare dronkenschap
kregen. 133 personen werden by herha
ling veroordeeld. Verder werd dit jaar
besloten tot samenwerking met het con
sultatiebureau'- voor alcoholisme.
(Reeds in een deel van de vorige
oplaag opgenomen).
hij kortaf, „Lees!"
Tranen stonden in Esmée's oogen. Het
was vreesclijk hem zoo te moeten kwet
sen en vernederen.
„Met leedwezen slecht nieuws verno
men, maar voel je hebt gelijk. In deze
omstandigheden zouden wy niet geluk
kig zyn. Ik zou je ongelukkig maken,
wy zullen alty'i vrienden blijven, maar
daar ons huwelijk onmogelijk is, heb ik
my verloofd met iemand hier Je hebt
misschien van hem gehoord. Zijn naam
is Harry Home Johnstone, Hartelijke
groeten.
Elizabeth".
„Hoera!" riep Power, toen Esmée het
laatste woord had gestameld. „Hcera!"
De eerste gedachte van het meisje was,
dat hy zyn verdriet voor haar trachtte
te verbergen, maar een blik op zyn gelaat
zeide haar, dat hij geen verdriet geveel
de. Hij was werkelijk blijde! Zij was er
ncoit zeker van geweest, dat hii El'za-
beth Harford beminde, zooals zy d'tet,
dat een mon zyn aairte-Me v r
moest beminnen, zy had zich di'.:v "s
afgevraagd, of hy van haar hield, mr.ar
het antwoord was altUd geweest, dat hij
niet de man er naar was cm een meisje
te huwen om geld, of met eenige bybe-
doeling.
(Wordt vervolgd^