EEN ONTWIKKELINGS- EN ONTSPANNINGSREIS FLITSEN FEUILLETON DE LOTGEVALLEN VAN ESMÉE KELLER&MACD0NALD HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 6 JUNI 192S VII. Constantinopel. Turksche koopmanspractijken. De Gouden Hoorn. Bediening door grootvorstinnen en prinsessen. De moskee Kahrié. De Aja Sofia. Het oude Serail. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1219 GEEN HANDDOEK Je schreeuwt int je bad weer geen handdoek is en n'. iemand je er even een kan bren gen dat je beseft diit je gercep nog geen actie tengevolge heeft er. herhaalt je noodkreet Jan verklaart dat hij de beodaohap aan Mi entje heeft doorgegeven hij zal zien wat er aan de hand is na een eindeloos wachten kom'. Jan terug met de mededes'jing da: inosd-ar dadelijk zal komen vijf minuten later roept moeder dat er een handdoek moet zijn, ze heeft er vandaag nog een opge- liangen. je verzoekt om in vredesnaam niet I verder te öebat'teeren. maar een hand-doek te brengen ft, nog moppei'end, dat ze met begrijpt waar doe an dere gebleven kan zijn, er een buiten d'e deur waarop je nog minstens vijf minu ten nccdig hebt om den moed bijeen te rapen cm cp te staan en het ding te gaan halen. (Nadruk verboden) Constantinopel, de oude hoofdstad van 't Ottomaansche J'Ük, nu verdrongen door Angora, de be langrijkste stad nog van de Turksche Republiek, eenig gelegen aan den Bos porus en den Gouden Hoorn, gesticht op de plaats van het oude Byzantium, het Rome voor het Oosten, waaraan het nog talrijke herinneringen bewaard heeft, is heerlijk om aan te zien. zooals ik het gezien heb bij onze binnenvaart togen I uur namiddag. Geen zon helaas, doch een ten deele bewolkte lucht, die eigenaardige schaduwen op sommige deelcn van de stad en het water wierp. Met zonneschijn moet het onvergelijke lijk zijn. Wc varen tusschen 2 lage witte vuur torens door. Aan bakboord de oude ge- kanteelde beschermende muur, daarach ter, hooger de Moskee van Ahmed I met zijn 6 mnairets, de enorme koepel van de Aja Sofia met op den top de vergulde halve maan, het oude sérail der sultans. Aan stuurboord een enorm wit gebouw, ik meen. het Fransche In- stltut de Médlclne. Op den achter grond de bergen, die de herinnering aan do Sky-scrapers wakker roepen, witte huizen, bruin-roode daken, ontelbare minarets en koepels, op glooiend ter rein. Daarvoor het water, ontelbare stoomschepen uit alle landen, de nationaliteitsvlaggen wappfend op den achtersteven, de Turksche viag rood met witte halve maan aan de voormast, barges, sleepbooten, kleine re rivierbooten die beide oevers verbin den en den dienst op den Gouden Hoorn onderhouden zeilschepen met witte zeilen laveerend, roeibooten in bonte menigte, de zitbanken belegd met bonte tapijten. Wij moeren aan de kade de officl- ecle beweging neemt langen tijd het is 3 uur alvorens wij na onze docu menten te hebben moeten algeven voet aan land kunnen zetten. Eenige heet en, Hollanders, geëmployeerd bij de Holl. Bank voor de Middellandsche Zee te Constantinopel daartoe telegrafisch uitgenoodigd, hebben zich met de meeste welwillendheid ter beschikking van ons gezelschap gesteld. Niet alleen bepaalt zich hun tusschenkomst tot fi- nancieele operaties, doch zij treden op als onze gidsen, dienen van raad, hel pen ons bij het doen van onze inkoo- pen, verschaffen ons interessante en wetenswaardige details omtrent het le ven en de toestanden in deze groote Oostersche stad, die toch Westersch is tevens. Onze dankbaarheid en erkente lijkheid jegens hen Is groot en alge meen. Onder hun leiding bestijgen wy auto's en beginnen onze verkenn.ngs- tocht. We steken de brug over, die Ga- lata, waar onze boot heeft aangelegd, verbindt met liet aloude Stamboul, de Groote Brug van Karakeuy, waar voer tuigen en voetgangers tolgeld moeten betalen. We rijden door dit Turksche handels kwartier en gaan op verzoek onzer da mes, wier kooplust tot de uiterste span- iiing is opgevoerd, allereerst naar de Bazar, die geheel overdekt volko men zijn Oostersch karakter sinds eeu wen bewaard heeft. Winkeltje aan win keltje, de métiers zooveel mogelijk bij eikander ondergebracht, de kooplieden opdringerig uitnoodlgend, wij huiverig als echte Hollanders om over één nacht ijs te gaan en ons te laten „ne men". Een tier geëmployeerden der Hol- landsche Bank, een Turksch effendi, die de Fransche taal in de perfectie be- heerscht, zooi ls trouwens al zijn stand en landgenooten, is hier de reddende engel en is, met onze Bank-Hollanders, tusschenpersoon tusschen koopers en verkoopers. Wij koopen tot 1/10 van de ons gevraagde prijzen. We verlaten den bazar en rijden door lange, nauwe, kronkelende straatjes, waarvan het plaveisel abominabel is ln tegenstelling met dat der hoofdstraten, die door electr. trams waarvoor onze groote steden zich niet te schamen zouden hebben doorsneden worden. Het aantal auto's alsmede met 2 rossinanten bespannen victoria's is enorm. De hul zen zijn veelal geheel van hout opge trokken, soms op een steenen pl.m. 1 Meter hoogen basis; ik zou hier geen assuradeur van willen zijn. enkele wo ningen hebben een uitgesproken Zwit- sersch chalet-type. Niemand ls sedert het nieuwe rijk meer be-fest; de oude kleedy die muziek en kleur bracht in de entourage, is verdwenen. Thans veel slecht siitende confectie en deukhoedjes. Schoone jonkvrouwen slechts matigjes; enkele knappe typen, donkeroogig. doch meestal te zwaar gebouwd, bij hooge uitzondering een sluier, meest in 2wiart of bruin gekleed, lichte zijden kousen, poedelsokjes. We gaan rond den Gou den Hoorn, heuvel op, hoevel af, dwars door de talrijke eeuwenoude en op de hellingen zich bevindende muzelman- sche kerkhoven, die zonder eenige uit- (Naar het Engelsch, van C N. en A. M. WILLIAMSON.) 64) HOOFDSTUK XXVI. Het telegram van Elizabeth Harford. De dagen, die nu volgden, waren zoo belangrijk voor Engeland en de geheele wereld, dat voor Esmée's vurig, jong hart alle persoonlijke zaken, zelfs die van den man dien zij vereerde, eenlgszins op den achtergrond raakten. De oorlog was over, de wapenstilstand geteekend, en hall' verblind door roem en glorie spra ken Power en zijn secretaresse haast niet over andere dingen. Het meisje las Graaf Rlcardo dc- eene courant na de andere voor, Engeische couranten, Fransche en Italiaansche. en dan spraken ze over het gelezene. en Esmée was er trotsch op. da< zij over politiek mccht recjeneeren, alsof ze eer. man was geweest! Zij zou zich volkomen gelukkig heb ben gevoeld, als ze niet met angst a3n Mis- Harford had moeten denken zondering in den hoogst denkbaren graad van verwaarloozing verkeeren, waar de ontelbare steenen hot en haar door elkaar liggen, evenals de tomben zelf, gebroken, verzakt, gescheurd: gel ten amuseeren zich met er tusschen krijgertje te spelen en de schaarsche grashalmen af te knabbelen. De bevolking vertoont een armzalig type. We gaan over de hooge houten brug die Stamboul met Pera verbindt en over Eyoüb, we bevinden ons op een der meest pittoresque punten van den Gou den Hoorn. Een uiterst gezellig diner in „La Tur quoise", een Russisch le klasse restau rant vereenigt ons. We zijn omringd door de aristocratie van het aloude Tsa renrijk, grootvorstinnen en prinsessen van den bloede animeeren mij nog een vischje te nemen of schenken mijn glas vol. We eten wingerdbladen gevuld met rijst, een speciale Turksche delicatesse, die echter meer voor een geit dan voor een gewoon mensch geschikt is, een Russische soep, tip-top maar buitenge meen voedzaam, visch en kip, die in je mond wegsmelt. Een coreille de glacé nu, alles besproeid met een uitste kenden Turkschcn .andwijn. Tegen 11 uur gaan we weg, te voei, door nachtelijk Constantinopel, dat ver laten lijk;. We doorkruisen Pera, zetel der ambassades, der banken en der groove koopmanshuizen; even brengen we een bezoek aan de bank onzer vrien delijke geleiders. Dan leggen we op de „Pierre Lotl" ons moede hoofd ter ruste. Een tweetje dag Ls aangebroken. Om 9 uur gaan we van boord en de auto's maken wederom een flinken teer door de stad. Vuilniswagens zijn hier niet, de ophaaldienst bedient zich van paar den, die langs hun flanken 2 groote manden met zinken deksels dragen. Ons eerste bezoek geldt de moskee Kahrié dc oude kloosterkerk van Chora die zich dicht bevindt bij de Adrianopcl- poort, die we doorgaan. Het geldt hier een der meest, karakteristieke monumen ten der Byzantünsche Renaissance, die talrijke, meerendeels zeer goed gecon serveerde mozaïten bevat uit de 14e eeuw. Eerst begeven wij ons naar de muren van het oude Byzan.ium, die voor een deel nog bewaard zijn gebleven, al heb ben ze daar ook op sommige punten door aardbevingen belangrijk geleden. We onderscheiden 2 muren, een buiten en een binnenmuur, die oudtijds door een gracht waren gescheiden. We be klimmen de bouwvallen van den buiten muur en genieten van daar het prachtig panorama, dat zee, stad en lande ons bieden. Dan komt de Aja Sofia aan cte beurt, het grootste sieraad der Byzan- tijmchc kunst, in de 6e eeuw gesticht door Keizer Justinianus, op de bouw vallen van de uit de 4e eeuw door T'neo- dosius de Jongere gestichte kerk. Zij maakt een enormen indruk; ondanks de vele moskeeën, die we reeds gezien heb ben, spreekt zij tot ons en we' zijn vol bewondering voor de bouwmeesters de: oudheid, die een monument hebben we ten te wrochten, dat voor onze heclen- daagsche architecten een probleem zou zijn. Het is niet alleen de groots te maar ook de meest groots c h e moskee die we te zien kregen, emerme zuilen, de wanden bekleed met marmeren platen in diver se kleuren, heerlijke tapijten, kolossale kronen, opengewerkt maimer alsof het kantwerk goldt, heerlijk inlegwerk. Ver schrikkelijke Byzanlijnsche kapiteelen. Gouden arabesken op schilden en band versieringen. voorstellende de namen van Allah, van Mohammed en van de Kaliefen, met het hoofd op den grond en op bloote voeten biddende in de rich ting van Mekke, Muzclmansche armoed zaaiers. Dan gaat de tocht naar het museum. Op den beganen grond sarcophagen uil Saida, het oude Sidon, waaronder die, zoogenaamd van Alexander, uit de 4e eeuw, de eere-plaats inneemt, 'n pronk stuk van Grieksche kunst en decoratie. De-langszijden atten tooneelen üt den strijd van Alexander tegen de Per zen (de slag van IssOs) en jachttafree- len, Verder Grieksche friezen, stéles As- sprische, Byzantijnsche en Romeinsche beeldhouwwerken. en grafsteenen, Op de bovenverdieping: percelei- nen afkomstig van Gildiz in Saksisch, Sèvres, Japansch, Chineesch, Turksch, het beste van het allerbeste. Grafvond- sten uit Troje, Rhodes, Palestina, Assy- rië, Chaldea, etc. etc. We lunchen in het hotel Tokatlian in Pera. De middag is gewijd aan een bezoek aan het Oude Serail. Het paleis be- heerscht de zee van Marmora, den i Bosporus en den Gouden Hoorn; van Power's oogziekte was ln hetzelfde sta dium gebleven. Indien hij niet beter was. hij was tenminste niet erger dan vroeger. De „vijand" hield zich rustig, niets „op windends" had er ln het huis plaats, 'behalve de bezoeken van een oogarts. Esmée was het bestaan van Lyons haast vergeten; Rogers vergde niet te veel vpn haar; en Olbbs' air van koel. beleefd wantrouwen vermaakte haar meer dan dat het haar bedroefde. Het was echter niet aangenaam, dat, Mrs. Jennings haar behandelde met zwijgende minachting; want dat maakte haar thuiskomst min der prettig Maar daar gaf zij niet zoo veel om. Zij gaf alleen om Ricardo! Er verliepen veertien dagen en toen zeide Gibbs op zekeren dag zyn dienst op, zooals hy vroeger gedreigd had te zullen doen. maar niet had gedaan. Uit den boozen glans in zyn oog, toen hy Esmée dien morgen binnenliet, had zij begrepen, dat zyn gevoelens jegens haar venynlger dan ooit waren. Toen Power toevallig opmerkte, dat de hofmeester wrgging, en dat hem dat weinig speet, begreep het meisje de reden van dien boozen blik. „Mr. Rogers heeft hem zeker toch teruggeroepen", dacht zy en lachte Inwendig over haar eigen triomf. „Hy zcu uit eigen beweging niet gedaan zyn, geloof ik, na dat geval met den ver- valschten brief. Al had hij zich hier ook nog zoo verveeld. Hy zou gebleven zUn uit wrok jegens mö". hot terras af hebben wij een schitterend uitzicht, willicht het ruimste dat in de- wereld ts zien ls. Een 15e eeuwsch bouw werk. omringd door dikke muren met zware toegangspoorten, groote tuinen, het geheel bestond uit diverse afzonder lijke gebouwen, voldoende plaats bieden de voor een bevolking van 5000 zielen, allen annex aan den paleisdienst, en voor wier voeding 1000 schapen per dag noodig waren. We zien achtereenvolgens een vertrek bestemd voor den secretaris, do zaal der ministers waar de staatszaken behandeld werden met een getralied luik waarachter de Sultan dc conferenties placht by te wonen en kon hooren of zün ministers geen plannen van verraad tegen hein smeedden. Dan de schatkamer waar voor mil- lioenen en milhoenen ponden sterling aan kostbaarheden zijn opgeborgen, Buitengewoon kostbaar, tevens buiten gewoon smakeloos en bizar. Geëmail leerde serviezen met juweelen overdekte grepen voor wapenen, gouden harnas sen en paardentuigen, reis-utensiliën, waarlergrepen, pUpmond3tukken thee kop-houders met trillinten. een vitrine met kostbare kleine en enorme groote zak-uurwerken, een wandkast met Euro- peesche klokken van Paryzer en Lon- densch fabrikaat, 2 vitrines vol met grootkruisen en andere decoraties, klun gels waarmede de grootste menschelijke dwaasheid, de ydelheid gestreeld wordt. Die geen verstandig mensch dan ook au sérieux neemt. Volgen de gebouwen bestemd om de eunuchen te' herbergen: de gruwelka mer, waar de haremdames die een po ging tot ontvluchten gedaan hadden of op eenige andere wyze het ongenoegen voor den Gr-mten Heer hadden opge wekt, ten dooJe gemarteld werden en de grot waarin hun lichamen werden geworpen cn die in verbinding stond met de zee. Doux pays, doux moeurs. De leerkamers voor de prinsen en prin sessen, de plaats waar eens sultans op volger 40 van de 103 kinderen van zijn voorganger ter vermyding van intri ges, liet afslachten. Dan het pavllloen waar, als eenige man, de sultan toegang had en waar hy zich met zyne favorieten vermydde. Aan de 4 zUden rustbanken, een voor den. sultan, 3 voor de favorites. Prachtige kussens, warme kleeden, tapyten aan de wanden. Een aangrenzend terras, een vergulde zetel voor den sultan, plaats voor de dames-kapel, er vóór een water bassin, waarin op heldere maanlicht nachten ten aanschouwe van den sul tan gezwommen werd. Ten slotte de groote receptie-zalen en de audiëntiekamer voor de vreemde gezanten. Te voet langs de winkels en dan naar de benedenstad; tegen het diner komen we op de „Pierre Loti" terug, waar de avond wederom in gepaste vroolijkheid wordt doorgebracht Z. VAN AMSTERDAM NAAR HAARLEM. BEBOUWING VAN DEN STRAATWEG? Tn het Handelsblad schrijft de heer De Casseres, stedebouwkundige in dienst bij de gemeente Wyk aan Zee en Duin: „Het onheilspellende bord: „Bouw grond te koop" is nu ook verschenen te midden der weldsche polders, die den straatweg AmsterdamHaarlem begren zen. De treinreis HaarlemAmsterdam is tot nu toe een verheugenis, Zal dit binnen weinige jaren anders worden? Zullen de boorden van den weg bezet worden met de „bouwsels", die elders onze landwegen aan beide zijden ver- sperren, en het uitzicht op Holland's landschapsschoon radicaal onmogeiyk maken? Of denken de betreffende auto riteiten tijdig aan het veel misbruikt, maar toch zoo juiste spreekwoord „gou- venier, c'est prévoir"? Zullen zy met spoed de maatregelen treffen, die een stedeiyke bebouwing aan dezen weg kunnen verhinderen?" De heer De Casseres schryft dan dat de weg een verkeersbaan is en als zoo danig voor woonstraat een onding zou zyn, terwyi by eenlgszins inzettende be bouwing te vreezen zou zUn, dat een aantal zystraten op den groot-en weg zouden uitkomen, hetgeen een belang- ryke belemmering van het doorgaande verkeer beteeken t. Behoudt het landschaps schoon. „En" vervolgt schry'ver „dan „last but not least": het landschapsschoon. Geen treffender beeld van ons onvol prezen polderlandschap dan juist van Amsterdam naar Haarlem. De vreemde ling, naar Amsterdam reizend, treft een vroolUker en welvarender beeld, dan by de meeste omstreken van wereldste den. Nergens bespeurt hfj hier die ty pische verarming en versombering van het landschap, zoo typeerend voor vele groote steden. Tot aan den stadsrand', een weidsch uitzicht naar beide kanten der baan; hier en daar onderbroken Gibbs' weggaan zou het voor haar ohaangenaam maken in Swan Street, dat besefte zy. Maar zy wilde niet daaraan denken en begon met haar werk. Er was een aantal brieven, die zy Power moest voorlezen, een van Marchcse d' Allegri, v.iens naam Esmée niet was vergeten. Weer smeekte d'AUegri. zyn vriend Ricardo zijn hulp toch aan le nemen voor Iets, dat. Esmce niet begreep: en hy betreurde Dr. Florio's afwezigheid in een opdracht buiten Italië. „Ik weet niet, hoe hy Jegens u gezind is, en ooi: niet, wanneer hy zal terugkomen", ging Esmée voort ei) keek toen onwillekeurig op naar Power's gelaat. Er lag weer een tragische uitdrukking op. Alle opgewekt heid van de laatste dagen was plotse ling verdwenen. „Waarom houdt u plotseling op? Komt er nog iets ergers?" vroeg hy eenigszins scherp. „O, neen!" antwoordde Esmée haastig „Ik dacht aan iets anders. Ik vergat den brief voor een oogenbllk". „U was bedroefd om mU", zeide Power „Tracht dat niet te ontkennen. Ik weet het zeker. U hebt gezien, dat de oog arts, dien ik op uw verzoek heb laten komen, my geen goed doet. En u zou gaarne willen, dat ik bericht had van Dr. Florio". „Dat zou ik natuurlijk gaarne willen", bekende Esmée. „Maar het is neg tc vroeg om uit te maken, dat de oogarts u geen door een bekoorlyk gegroepeerde hof stede en in de verte een sierlijk kerk torentje. Nergens zien we de „toudis" die kilometers te voren de hoofdstad van Frankrhk aankondigen. Tot nu tce is ons de verovering van dit land door de industrie gespaard gebleven. De di recte verbinding met de natuur is ook den Amsterdammer nog mogelijk. Wie het voorrecht heeft te wonen aan den „■buitenkant" der stad, kan zich nog ver heugen in het grootsche wolkenspel der Hollandsche luchten. Laat ons al deze schoone zaken be houden! Laten wy niet toestaan, dat ver keerdbegrepen eigenbelang de landwegen tot gryparmen van het monster: -Stad maakt „dont les bouches et les vent-ou- ses soutireraient le sang du monde", zooals de groote Verhoeren dichtte. La ten wy vooral vermijden, dat deze ge wichtige verbindingsbaan dichtgebouwd wordt. Denken wy eens aan het effect, ge zien vanuit de treincoupé: al maar huis jes, kleine huisjes, groote huisjes, huis jes met een gebroken kap en huisjes met een plat dak, huisjes met uitpui lende muren en ramen a la „Amsterdam- sehe School"; kortom een lintbebouwing van etteiyke kilometers, bezet met alle soorten rariteiten, die onze moderne ^bouwstijlen" plegen voort te brengen. En denken wij bij een dergelijke nacht merrie terug aan onze heerlijke verge zichten. onze weiden, en een laatste lichtgeflonker van de ondergaande zon, dat nergens mooier te zien is, dan twij fel ik niet of velen zullen met mij zeg gen: dat schoons moet bewaard blij ven. CENTRAAL BUREAU VOOR DRANKBESTRIJDENDE VEREENIGINGEN. HET ZILVEREN JUBILé. In ons vorig nummer hebben wy reeds medegedeeld, dat het Centraalbureau voor drankbestrydende vereenigingen binnenkort zijn zilveren jubilé zal vie ren. Het jaarboekje van Haarlem deelt mede, dat dit centraal bureau in October 1903 werd opgericht. •Een juiste datum wordt niet genoemd. Het bestuur deelde ons mede, dat de juiste datum op dit moment ook niet bekend ls. Indertyd is in „Het Maandblad" een terugblik geschreven door den heer C. van Eykern 1904—1924. waaruit dus af geleid zou kunnen worden, dat deze schrijver de oprichting rekent van 1904. In dit artikel wordt uiteengezet, dat 1 de toestand van de drankbestrijding omstreeks 1900 te Haarlem niet bepaald florissant was. Er waren twee christe lijke organisaties de N. C. G, O. V. en de N, C. G. O. B. Voorts de Ned. Ver goed doet. U is niet erger ..Ik ben niet erger. Meer kan ik echter niet zeggen". „U kunt een anderen oogarts raad plegen. Ik „Neen", viel Power haar in de rede. „Dit is de tweede reeds, dien ik heb geconsulteerd; de twee beste in Londen, naar ik hoor. Deze tweede kan evenmin ontdekken, wat er aan niUn cogen scheelt als de eerste: een derde zou het ook niet weten. Deze man meent, dat hy my een groote gunst bewyst door hier te komen in plaats van dat ik bii hem kom. Hij zal m:j een hooge rekening zenden om ten slotte te verklaren, dat hy niets kan doen. En ik ben nu niet rijk meer. Het grootste deel van myn vermogen is weg. U herinnert u nog wel, dat u voor my aan Miss Harford hebt geschreven? Het was de eerste dag. dat u hier was". „Ik herinner het mij" herhaalde het meisje. „Dat is r.u drie weken geleden". „Ja, vandaag Juist drie weken.. Zy moei nu uw brief wel hebben ontvangen, zelfs daar ln Califcrnië. U zult wel spoedig' een telegram van haar krijgen", „Denkt i: dat? Wat voorspelt u, dat zij zal zeggen?" „zy kan slechts cón ding zeggen". „En dat is? ..Een telegram voor Eccellenza". kon digde, Giuseppe aan, na te hebben ge klopt. eeniging en de N. O. P. C. De N.C.G.BB., die onder de bezielende leiding stond van wylen den heer G. Velthuysen Sr. ver keerde in bloeienden tosstand, zy had veel leden, voorts een knapen- en een jonge dochtersafdeeling en later zelfs een muziekkorps. Tydens de kermis had de bond een tent voor haar anti-kermis- actle. De Ned. Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken, waarvan in die dagen de heer W. L. Sóhéam voorzitter was, telde slechts 30 leden. De N. O. P. C. ongeveer evenveel. Na de komst van Ds. A. J. Montyn te Haarlem werd alras hy gekozen tot voorzitter' der N.C.G.O.V Teen gingen er stemmen op om een besturenbond te stichten, een federatie of centraal comité van drankbestrydende organisaties. Van toen af. is het zoo lezen wy In dit artikel in de drankbestrijders- organisatie crescendo gegaan. Het neutraal beginsel „alle richtingen tot uiting te doen komen of geen enkele" is in 't comité altijd hoog gehouden. Voorzitters van het comité waren sinds de oprichting: G. Veldhuysen Sr., Ds. A. J. Montyn, M. A. Reinalda en W. p. j. Oyermeer (de laatste bekleedt nog het Voorzitters 3hap). Van de secretarissen noemen wU de heeren C. van Eykern (die het thans voor de 2ae maal is), v. d, Horst en P. P. Hartendorf. Penningmeesters waren de heeren A. J. F. Koelen en S. J. Vester. Sir.ds 1920 geeft het Centraal Comité een maandblad uit, dat gesubsidieerd wordt door de gemeente. Herinnerd wordt, dat het Centraal Comité eens een erfenis heeft gehad. Een belangstellende dame had een spaar potje gemaakt om een drankvry schaft lokaal te doen stichten door de geheel onthoudersbonden. Zy heeft haar werk niet voltooid gezien, bovendien was het kapitaaltje te klein om er iets mede te beginnen. Het legaat werd daarom onder de aangesloten vereenigingen verdeeld. Voorts wordt geschreven: Een consultatiebureau voor drankzuch tigen was mede een uiting van samen werking. Nu komt het meer voor, dat dankbeelden ln meer dan één hoofd gelijk geboren worden. Zoo ook hier. Een tijde lijk comité had eveneens zulk een plan. Op voorstel van den toenmaligen secre taris werd samengewerkt met dit comité en werd het bureau gesticht. Ofschoon er ook andere factoren den ondergang van het bureau hebben bewerkstelligd, was naar meening van ondergeteekende de voornaamste oorzaak van de misluk king: het semi-medisch cachet dat aan dit instituut was gegeven. Toen de zaak teniet was gegaan, be sloot het Comité de Controle oyer de drankzuchtigen te doen voortbestaan en 'dit zegenryk werk wordt thans nog ver richt. Dankbaar kan hier worden gememo reerd de financieele steun der gemeen ten Haarlem, Schoten en Spaarndam „Hoe toevallig!" zeide het meisje in het Engelsch, welke taal Giuseppe nog slecht verstond. „Als dit het eens was! j Juist nu wy er over spreken!" „Open de enveloppe en lees my het telegram voor", beval Power, toen de deur gesloten was. Zijn toon was haast barsch. Geen wonder! dacht Esmée. De span ning zijner zenuwen moest haast ondra gelijk zijn. En het was hard voor hem. dat andere oogen dan de zijne zulk een dierbare -tijding zouden lezen als dit telegram wel zou behelzen. Esmée voelde haar handen yskoud worden, zy beefde en scheurde de roode enveloppe onhandig open. „Is het van haar?" vroeg hy. Hst meisje keek naar de onderteeke- nlng, zonder het telegram te lezen, dat ongewoon lang was. „Ja", antwoordde zy, haar lippen bevochtigend. „Het is onderteekend: „Elizabeth". „Ga voort; lees my voor, wat zy zegt cn zie, of u gelijk hebt", beval Power. Werktuigelijk lazen de oogen van het meisje de vijftig a zestig woorden van het telegram, eer zy ln staat was te spreken. Teen slaakte z<j een kreet, die veel op kreunen geleek. „Wat is het?" vroeg Power. „Zy is niet doodziek, veronderstel ik?" „Neen erger. O. het is zoo moeilijk te lezen. Ik zou mijn tong liever willen uitrukken". „Dat is niet mogelijk, myn kind", zeide INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Haarlem 6 N. S. F. Radio - Specialiteiten. en de zakelijke hulp van de griffie van het Kantongerecht. Een schaftwagen werd mede in den loep der jaren aangeschaft, bedoeling was om daarmede op de groentenmarkt in het vroege ochtenduur aan de telers en koopers een warmen drank voor Uit telen prys 'te verkocpen. Maar in dit opzicht was het Comité geen koopman, en ging ceze onderneming te niet, In zijn eerste levensjaren liet het Comité aan de jonggehuwden een ver zoek brengen om vooral met het oog op een te verwachten baby geen alcohol te gebruiken. De Burgerlijke Stand verschafte de adressen en de bode bracht die papieren rond. Veel zullen wy hiervan niet zeggen, maar wel dat de heer Gonnet -toen af gevaardigde van het Kruisverband in ons Comité; op de hem eigen leuke wijze opmerkte, dat niet by elk huwelijk persé zoo'n brief moest worden uitgereikt, om dat er ook gevallen zyn dat er geen. kindertjes komen, b.v. wanneer oudere mensehen nog een zennigen levensavond zoeken en om de gezelligheid -brouwen. Daar het niet mogelijk bleek om vooraf te bepalen (het Comité was daartoe zeker niet bevoegd) waar wel en waar geen baby met zyn eerste kreten moeder en vader zouden verblijden, werd dit oro. paganda-v,erk gestaakt. Tenslotte wordt gezegd: „Het aantal organisaties in Haarlem werd in den loop der jaren belangrijk grooter, waardoor bleek dat de drank- bestryding in alle kringen en richtingen haar aanhangers vindt. Want het groot aantal kleuren in onze beweging is niet verdeeldheid, het is een bewys van groote belangstelling. De vele kleuren zyn als een mozaïekvloer. Op zichzelf en op een hoop geworpen zijn die kleuren weinig zeggend, maar wanneer zy door een meesterhand, naar volgorde en in harmo nie, in de cement zyn geplant, vormen zij te samen een schoon geheel. Nu, zulk een geheel vormen onze bonden in de Comités: daarin geplaatst door dc meesterhand van een onpersoonlijk iets, maar wat alles zegt: ons ideaal". Blijkens het verslag over het jaar 1927 geschiedt de contróle over de drankzuch tigen door den ambtenaar van het comité den heer T. P. van de Leer, die 111 personen bezocht die voor het eerst een vonnis wegens openbare dronkenschap kregen. 133 personen werden by herha ling veroordeeld. Verder werd dit jaar besloten tot samenwerking met het con sultatiebureau'- voor alcoholisme. (Reeds in een deel van de vorige oplaag opgenomen). hij kortaf, „Lees!" Tranen stonden in Esmée's oogen. Het was vreesclijk hem zoo te moeten kwet sen en vernederen. „Met leedwezen slecht nieuws verno men, maar voel je hebt gelijk. In deze omstandigheden zouden wy niet geluk kig zyn. Ik zou je ongelukkig maken, wy zullen alty'i vrienden blijven, maar daar ons huwelijk onmogelijk is, heb ik my verloofd met iemand hier Je hebt misschien van hem gehoord. Zijn naam is Harry Home Johnstone, Hartelijke groeten. Elizabeth". „Hoera!" riep Power, toen Esmée het laatste woord had gestameld. „Hcera!" De eerste gedachte van het meisje was, dat hy zyn verdriet voor haar trachtte te verbergen, maar een blik op zyn gelaat zeide haar, dat hij geen verdriet geveel de. Hij was werkelijk blijde! Zij was er ncoit zeker van geweest, dat hii El'za- beth Harford beminde, zooals zy d'tet, dat een mon zyn aairte-Me v r moest beminnen, zy had zich di'.:v "s afgevraagd, of hy van haar hield, mr.ar het antwoord was altUd geweest, dat hij niet de man er naar was cm een meisje te huwen om geld, of met eenige bybe- doeling. (Wordt vervolgd^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6