HAARLEM'S DAGBLAD
BEURSKRONIEK
FLITSEN
Keiler Macdonald
FEUILLETON
DE LOTGEVALLEN
VAN ESMÉE
ZATERDAG 9 JUNI 1928
De opgaande welvaartslyn. Sprekende cijfers.
Amerikaansch-Europeesche belangen. Turksche
schuld. Emissies. De beurs.
Amsterdam, 7 Juni.
De tUd der jaarverslagen ls reeds
sedert eendgen tijd aangebroken en
eiken dag bijna kan men de overzich
ten vaar de werkzaamheden en resulta
ten over 1927, alsmede de verwachtingen
voor het loopende jaar, van diverse on
dernemingen ln ons land bestudeer en.
Wat de verwachtingen voor het loopen
de jaar en de toekomst in het algemeen
aangaat, kan met voldoening worden ge
constateerd dat in doorsnee genomen,
een zeer hoopvolle toon de overhand
heeft. Voor vele ondernemingen heeft
1927 reeds veel betere resultaten opge
leverd, dan het daaraan voorafgaande
jaar. Doch de verbetering in den alge-
meenen economischen en politieken toe
stand in Europa, gedurende de eerste
maanden van 1928 is wel zóó markant ge
weest, dat de verwachtingen omtrent de
resultaten voor het loopende boekjaar
nog aanmerkelijk .hooger gespannen zijn.
Een sterk typeerend symptoom van
de opgaande lijn van de welvaart in het
algemeen is wel, dat volgens de sta
tistieken der instellingen van maat
schappelijk hulpbetoon bijv. te Amster
dam, het aantal der min of meer gere
geld ondersteunden sterk dalend is. In de
laatste drie maanden ls het totaal der
ondersteunden, dat begin 1928 pijn. 12000
beliep, met niet minder dan ruim 1000
afgenomen. Het werkloosheidspercentage
daalde van 12.2 in Januari j.l„ in. Maart
■reeds tot 7.9. Inderdaad sprekende
cijfensl
Het vertrouwen in de toekomst, in een
rustige ontwikkeling van den economi
schen opbloei in Europa is den laats ten
tijd nog aanmerkelijk versterkt door het
gunstig onthaal, dat de Amerikaansche
antL-oarlogs-verdrag-voorstellen hebben
gevonden. Daardoor wordt de band tus-
echen de oude en de nieuwe wereld nog
nauwer aangehaald op internationaal
politiek gebiedi en, naar men gelooft de
kans op verstoring van den vrede sterk
verminderd. Dat ook Amerika, behalve
uit gevoelsoverwegingen die men dit
krachtige, energieke volk niet mag ent
zeggen nog meer praotische belan
gen heeft bij een zich ongestoord en
krachtig 'herstellend Europa, wordt
duidelijk, als men nagaat, dat sedert
midden 1923 niet minder dan 252 mil-
lioen Amerikaansch kapitaal werd be
legd1 in internationale stabilisatie-
leeningen voor Europeesche landen
|(Oostenrijk, Zwitserland, Duitschland^
Denemarken, Engeland, België, Polep en
Italië zfjn de landen, die Amerikaansch
kapitaal opnamen, hetzij als stabilisatie-
leening, hetzij als bankcrcdiet) terwijl
de Amerikaansche banken met totaal
485 miïlicen deelnamen in bankcre-
dieten, aan Europa verleend, voor doel
einden. die met stabilisatie-operaties
verband hielden.
De kwestie met de Turksche regeering
Inzake de voorstellen der diverse buiten-
landsche ebligatiehouders is thans tot
een bevredigende oplossing gebracht. De
Turksche regeering heeft toegegeven en
zal de. schuldregeling vóór 15 Juni teeke
nen. terwijl de ratificatie vóór 1 Decem
ber 1928 zal pla-ats vinden, waarna on
middellijk de eerste coupon betaald zal
worden. De tweede coupon wordt op 25
Mei 1929 betaald.
Het totaal der nieuwe emissies in Mei
beliep weer een zeer respectabel bedrag
(ruim 74 millioen, waarvan ruim de helft
aandeden uitgiften) al bleef het iets
achter bij April, toen het ruim f 89 mil
lioen bedroeg. Van de nieuwe, inmiddels
aangekondigde uitgiften noemen wy o.a.
f 150,000 aandeelen Assam Thee Ond.
Ardjoena a 125%; 1 millioen 41/2% obl.
Gemeente Orediet; R. M. 2 millioen gew.
aand. Schlesischc Portland Cement In
dustrie a 223%; 4% obl. Union Pacific.
R. R. werden ter beurze geïntroduceerd
op 93 1/2 pet., aandeelen Kali-Industrie
A. G. (Mk. 6 Mill.) op 218%.
De beurs vertoonde in de achter ons
liggende overzichtsperiode over het ge
heel genomen een weinig geanimeerd
voorkomen, met uitzondering van een
enkele afdeeling, als bijv. kunstzijde
waarden. Doch de koersen hebben zich,
den meerendeels geringen handel in aan
merking genomen, vrij goed kunnen
staande houden. De internationale spe
culatie roert zich niet zoo sterk meer,
als onlangs, mede in verband met het,
feit, dat de opvatting dat de franc
binnenkort gestabiliseerd zal worden,
aan zekerheid wint. De haussiers Ln
Pransche waarden wikkelen daarom hun
posities af en deze realisaties oefenen
een druk op de diverse groote beurzen
uit.
Bank waarden varieerden weinig, al
leen Koloniale Bank liep eenige punten
op. De dividenden der drie koloniale
banken zijn: Indische Bank 10% (ong.)
Koloniale Bank 17% (10 pet.), Handel
Mij. 10% (v.j. 8 pet.)
In de industrieele afdeeling ging het
meeste om in kunstzijde-waarden, spe
ciaal Maekubee, die nog voortdurend
van bepaalde zy'de uit de markt geno
men worden en per saldo 30 punten
monteerden. Ook Philips vast en leven
dig en ten slotte weer 30 punten hooger
op 780. Enka ook ruim 10 punten hooger.
De rest toonde zich meerendeels goed
prijshoudend.
Oliewaarden enkele punten hooger, niet
tegenstaande het jaarverslag vaar Kon.
Olie een optimistischen toon ademde,. De
verklaring dat „niettegenstaande den
strijd met de Russische olie, de toekomst
vol vertrouwen tegemoet kan worden ge
zienliet feit dat wij tegelijk produ
cent, raffinadeur, transporteur en dis-
stribuent zijn, en beschikken over een
in alle cnderdselen goed geequipeerde en
elastische organisatie over de geheele
wereld, maakt onze positie zeer sterk
en stelt ons in staat, ook in tijden van
tegenslag, met een bevredigend resul
taat voor onze aandeelhouders te ver
schijnen.was anders wel geschikt
om een gunstige tendenz teweeg te bren
gen.
In rubbers ging zeer weinig om en de
stemming was tamelijk flauw. Waardoor
de koersen per saldo iets afbrokkelden.
De Deli Batavia keert 10% (v.j. 20%)
div. uit, Silau Sumatra 8% (11%), Ser-
badjadi 20 pet. Er Ls thans definitief tot
een obligatie-uitgifte besloten. (V.j. 25%
div.)
Scheepvaarten nagenoeg verlaten.
Unic-s, Nederland en Faket aan den
vasten kant. De verschillen bleven even
wel gering. Ned. Scheepvaart Unie keert
12.6% (v.j. 11.4%) div uit, Java China
Japan Lyn 6 pet. (5 pet.)
Suikerwaarden byna doorloopend "stil,
by een vry flauwe tendenz. Later werd
de stemming wat vaster. De berichten
omtrent den aanplant op Java luiden
gunstig.
Onder de tabakken lagen, vooral aan
vankelijk, Deli Batavia vast in de markt
zoodat deze dan ook per saldo 10 pun
ten winst konden boeken. De rest was
zonder attentie en hier en daar een
fractie lager.
De uitgifte Kali Industrie was dermate
een succes, dat slechts 1/4% zal worden
toegewezen op inschrijvingen boven de
400 stuks. Reeds dadelijk werden ze ver
handeld met een agio van 30%.
BEURSMAN.
EEN BLOEMENDAG.
De Verearüginig tot bevordering der
gezondheid in de grafische vakken, af
deeling Haarlem, heeft tot propaganda
voor haar bloemendag op Zondag 17
Juni van de autoriteiten vergunning ge
kregen tot het houden van een reclame
fietstocht, welke wordt voorafgegaan
door een auto met muziek.
Deze reclame-fietstocht zal voor Haar
lem (Noord) plaats hebben op Vrydag 15
Juni. Vertrek des avonds 7 uur van de
Kleverlaan bij de Gavalerie-kazerne.
Zaterdag 16 Juni des middags half 4
begint de tooht door het overige deel
der gemeente. Vertrek van het Klok
huis plein.
De muzkfcvereeniiging „Lourens Oos-
ter" heeft medewerking toegezegd.
Ieder die sympathiseert met het doel
en streven der vereenigiing en in het
bezit is van een rijwiel wordt uiitgenoo-
digd aan die tochten deel te nemen.
Dan werken de sterken voor de zwak
ken.
EEN MACHTIGE
INSTELLING.
VAN ELF TOT EEN EN
ZEVENTIG CENTEN.
Men schrijft ons;
Zoolang ik me herinneren kan heb ik
gehoord van Rijnland.
Toen die naam voor den. eersten keer
tot mijn bewustzijn doordrong, heb ik
aan Diütschland gedacht, Keulen, niet
waar? Königswinter, Assman-shausen,
Rijnwijn, li eb Vatorland kannst ruhig
sein, Deuitsohland über Alles. Prosit.
Naderhand, vele jaren later, werd het
duidelijker. Het heette ook niet kortaf
Rijnland, maar veel langer en deftiger
Hoogheemraadschap van Rijnland en
hot liad niets met Rijnwijn, niet eens
met gewonen wijn, alleen maar met wa
ter te maken. Met veel water, zoet en
brak. Zelfs scheen het, alsof het van
dioen had met alle water zonder uit
zondering en ook nog met den water
kant ja blijkbaar had het gezag over
alle wateren en alle waterkanten
Dat waren de twee eerste indrukken,
nadat die verkeerde van Duitschland.
Keulen enzoovoort achter den rug was.
De derde impressie bestond hierin,
dat Rynland verschillende dingen niet
wou. Wethouder Johannes de Breuk
klaagde daar nog al eens over in den
Raad als de Haarlemsche grachten
eens stonken en er klaagde iemand over
bij de rondvraag, dan vertelde de wet
houders- dat Rijnland maar weer ma-len
moest, op een toon alsof hij zeggen wou:,
natuurlijk hebben ze er weer gean
in". Bij een andere gelegenheid ging het
over de Delft (een geheimzinnige attrac
tie bracht mij altijd naar den Raad als
Rijnland er ter sprake kwam) en toen
gaf wethouder de Breuk weer te ver
staan: „Rijnland wou niet meewer
ken". Zoo stelde ik mij Rynland voor als
een lastige ouwe heer. die nooit wou wat
andere menschen wel wilden; in die da
gen woonde in mijn buurt een man met
een grijzen baard, die heel knorrig keek
en een 'beetje trok met zijn rechterbeen.
Als ik hem onbmoebte, daoht ik altijd
aan Rijnland. Het was juist in die dagen,
dat ik in een gesprek busschen twee
deftige oude heeren, die ilk voorbijging,
den eens hoorde zeggen: „ja, Rijnland
heeft groote macht".
Alweer later, toen ik iets moest infor-
meeren by het Hoogheemraadschap van
Rijnland, kwam ik terecht in een heel
ouderwetsch huis op de Breestraat te
Leiden, met een groote vestibule die vol
kaarten hing en werd in een ruime ka
mer gelaten, waar een heer van mid
delbaren leeftijd zat. die heel vriende
lijk was. Zoo is langzamerhand de in
druk van den knorrigen ouden heer ver
dwenen, be meer omdat ik een tijdlang
van het gehedmzimige Rynland heeüe-
maal niets meer hoorde.
Op een morgan kwam het Hoogheem
raadschap mij weer in de gedachten. Het
was onder 't ontbijt. De post had een
brief gebracht aan mijn adres. Mijn ei
was wat zacht gekookt en er liep wat
dooier op de enveloppe, precies op het
woordje DIENST, dat er met vette let
ters op gedrukt stond. Dit scheen mij
wat oneerbiedig tegenover zoo'n machtig
lichaam. Om de verraderlijke sporen fe
doen verdwijnen verscheurde ik de en
veloppe en gooide de stukken in de
prullemand. Zoo kon geen haan er naar
kraaien.
In de enveloppe zat een belastingbil
jet, waarbij ik aangeslagen werd voor
een bedrag van elf centen. Heel zeker
weet ik het niet, 't Kan ook twaalf ge
weest zijn. Laat ons zeggen elf ik wil
uit eerlijkheid de zaak niet erger voor
stellen, dan ze is. Er stond ook in, dat dit
een belasting was voor mijn gronden,
met de boodschap er bij, dat ik die be
lasting kon afkoopen door een storting
ineens van ik meen twee gulden vijftig
of twee gulden dertig. Zeggen wij
het laatste, ter wille der rechtvaardig
heid.
Dit kwam mij wat vreemd voor. Ik
ging dus naar een van mijn kennissen,
die zoo verbazend knap is dat hij alles
afweet van belastingen. Ik begrijp nooit
wat van belastingen, maar dat zal wel
aan mij liggen. Dus vroeg ik aan mijn
geleerden vriend: „moet ik die elf cen
ten betalen?" Hij zei, zoo maar, zonder
zich een oogenblik te bedenken: „ja,
Rijnland heeft het recht tot belasting
heffing." Hierdoor was ik gerustgesteld.
Je denkt anders wel een oogenblik, niet
waar? gaat dat maar zoo? krijg ik de
volgende week ook een belastingbiljet
van mijn schoenmaker en van mijn
broodbakker en van den man, van wien
ik onlangs een nieuwe das heb gekocht,
een blauwe met witte stippen? Dat zal ik
toch niet kunnen, volhouden, al is 't
maar telkens elf centen!"
Maar neen, daar had ik geen gevaar
voor. Rijnland Dat was wat anders.
Mijn knappe kennis had het zelf gezegd:
Rijnland heeft het recht tot belasting
heffing. Dus stuurde ik twee gulden der
tig aan het opgegeven adres en had
daarna een gevoel van zelfvoldoening,
omdat ik zoodoende dat machtige Rijn
land de moeite bespaard had, mij ieder
jaar een aanslag van elf centen thuis
te sturen.
Toen heb ik weer een heele poos niet
van Rynland gehoord. Nu is er weer
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1222
EEN NIEUWE LAMP
Vader ontdekt dat het
hoht in de bovengang
ndefc wil branden lamp
zeker kapot
schroeft de lamp los
I gaat naar de kast om
een nieuwe te halen en
ziet dat er geen meer is'
niemand gaat ooit naar
den zolder, dus hij zal de
lamp vandaar maar ha
len
slaagt nog niet met de
ganglamp en ontdekt-
dat hij er tenslotte toch
weer de kapotte heeft
ingedraaid
zudbt lang en diep en
klimt weer naar den zol
der om ze te verwisselen
heeft eindelijk het
ganglicht aan als moe
der van idem zolder
roept of hij even kan
komen, het licht wil niet
branden en ze moet iets
uit een koffer halen.
(Nadruk verboden).
zoo'n zelfde enveloppe gekomen met
DIENST er op; om de waarheid te
zeggen ben ik op dat woord niet erg
gesteld, want menschen die zulke enve
loppen rondsturen, bedoelen daar nooit
mee, dat ze mij een dienst willen bewij
zen, maar dat ze een dienst van mij ver
wachten. Dan was het ook een zooge
naamde venster-enveloppe, een nare
uitvinding want daar maken altijd men
schen gebruik van, die geld van mij wil
len hebben, voor dingen, die ze nog
nooit geleverd hebben. Mijn voorgevoel
kwam uit. Het was weer om geld te
doen. Dezen keer om een en zeventig
centen en ik moet zeggen: ze rekenden
het netjes uit, want het was over een
uitgestrektheid (zoo noemden ze dat, of
schoon ik het nooit uitgestrekt heb ge
vonden) van 17 aren, 81 centiaren, bere
kend tegen f 4 per hectare.
Het is een plechtig stuk. Een van die
papieren, die je vertrouwen inboeze
men. Links bovenaan staat: le district,
dienstjaar 1928; daaronder staat mijn
nummer van het kohier, in vier cijfers
en daaronder het artikel dat in de tien
duizenden loopt, vijf cijfers. Dat is het
nummer van het Gaarderboek. Ik
noem dat een prachtig woord. Garen,
vergaren, belastinggaarder, tolgaarder,
van die woorden, die eeuwen oud zijn.
Nu moet niemand denken, dat Ryn-
.and my met dit bedrag aan 't schrik
ken brengen, wil. al is het dan ook van
elf centen opeens tot een en zeventig
gestegen. Ik mag het namelijk bestalen
in twee gelijke termijnen alleen zal
het wait moeite kosten, tweemaal een
halven cent te vinden; wie krijgt die
muntstukken nog onder de oogen! En
dan met vette lettors de boodschap: bij
niet betaling van ten minste de helft
van het verschuldigde vóór 1 Augustus
kan tot vervolging worden overgegaan.
Begrijpt men goed die fyne onder
scheiding: Kan, zegt de rentmeester
van Rynland (want hij is het die het
papier onderteekent) niet zal. Mocht ik
dus onverhoopt een halven cent niet
kunnen vinden en myn middelen mij
niet toelaten er maar dadelijk 36 cen
ten van te maken, dan is clementie nog
mogelijk. Myn indruk van den vriende-
lyken man in het ouderwetsche huis
op 't Rapenburg te Leiden wordt dus
versterkt, die van den ouden grhnmigen
heer met den grijzen baard, die knorrig
keek en een beetje met het rechterbeen
trok, ls dus niet juist.
Ik moet hot bedrag dor „sommen",
zoo noemt de rentmeester tweemaal
vijf en dertig en een halve cent. betalen
in het Gemeenl andshuis te Leiden. Dat
zal wel het huis op het Rapenburg we
zen. al begrijp ik maar niet zoo dadelijk
wat gemeenlandshuLs beteekent. maar
zooals ik u zei, ik heb nooit iets van
belastingen begrepen, behalve dat ik be
talen moet. Nu is het Rapenburg te Lei
den wel wait vei- af, maar ook dat. is
geen bezwaar.
De Rentmeester is zoo vriendelijk naar
Haarlem te komen en zal hier zitting
houden, op 2 Juli en op 21 October a.s.,
's morgens van halftien tot twaalf, in
het hótel „Lion d'Or". Ik mag ook per
post betalen, maar ik moet het niet
verkeerd doen, want dan geldt het niet.
Nu ga ik er op uit, om de een en ze
ventig cents bij elkaar te krijgen en den
aanslag daarmee ineens te betalen. Ik
zeg maar: wie goed doet, goed ontmoet
en de heeren van Rijnland zijn zóó
vriendelijk daar mag van mijnent
wege wel wat tegenover staan. Er is
maar één ding, waarover ik me een
beetje bezorgd maak. Nadat ik de elf
cent gekapitaliseerd heb afgedaan is
het bedrag tot een en zeventig verhoogd.
Als ze maar niet denken, dat het zoo
wel door gaan kan, telkens verzesvoudi
gen, want dan ben ik gauw geruïneerd.
'k Heb er dus den knappen belasting-
geleerde naar gevraagd, maar die schud
de geruststellend het hoofd en zei: „Nee,
als jij nu maar verder niets doet, geen
grond koopt of zoo, dan blijft het wel
een en zeventig centen." Ik kan dus
weer rustig gaan slapen en zal mij haas
ten om de centen te verzenden; dan
hoeft de Rentmeester niet tot vervolging
over te gaan en heb ik niets meer te
vreezen
Zeiden die deftige heeren die ik voor
bijging, indertijd niet: „Ja, Rijnland is
machtig!"
Met machtige heeren moet je op
passen.
BELASTINGBETALER VAN
RIJNLAND.
VERVOLGONDERWIJS.
B. en W. stellen voor, met ingang van
1 September 1928, den cursus voor leer
lingen, die buitengewoon lager onderwijs
hebben ontvangen, alsmede den afzon
derlijken emvas met apart leerplan aar.
te duiden, onderscheidenlijk met de
nummers I en II;
2o. Met ingang van 1 September 1928
het aantal scholen (cursussen) voor het
gewone vervolgonderwijs te bepalen op
vier respectievelijk aan te duiden met
de nummers III tot en met VI en wel:
a met No. in den cursus, thans nog
gehuisvest in het schoolgebouw aan de
Tempelierssbraat 1, doch over te bren
gen naar dat aan de Haarlemmerliede-
straat No. 29 zwart;
b. met No. IV den cursus, thans nog
gehuisvest in het schoolgebouw aan de
Parklaan 108, doch over te brengen
naar dat aan de Jacobstraat No. 2;
c. met No. V den cursus, gehuisvest in
het schoolgebouw aan de Pol 18, (voor
malig Spaarndam); en
d. met No. VI den nieuw op te rich
ten cursus, te huisvesten in het school
gebouw aan de Soendastraat 41;
3o. op de vier cursussen, sub. 2o„ van
toepassing te verklaren, de vigeerende
regeling betreffende het openbaar ver
volgonderwijs, vastgesteld bij besluiten
van 22 Juni 1921, 24 Augustus d.a.v. en
8 October 1924, en
4o. B. en W. uit te noodigen, nadere
voorstellen te doen ter voorziening in
de behoefte aan onderwijzend personeel.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» per regel.
Haarlem
Speciaal door de N. S. F. fabrieken
opgeleid radio-personeel.
HET INTERNATIONAAL CONCOURS.
Succes van de Harmonie
Kapel „De Eendracht".
De Nieuwe Tilburgsche Courant schrijft
over de Harmonie Kapel der Konink
lijke Papierfabrieken „De Eendracht"
te Velsen onder directie van den heer
K. H. Kerkhoff, alhier:
Het verplichte nummer werd uitge
voerd met een klankpracht door geen
enkel ander corps gepresteerd. Bij ver-,
schillende solo's werden, in tegenstel
ling met de andere corpsen die zich
streng aan de metronoom hielden, de
tempi elastisch genomen.
Het nummer van Saint Saens liet
andermaal van de schitterende prestatie
van dit corps genieten, opnieuw mocht
het een ware ovatie in ontvangst nemen.
De concurrentie was zwaar.
En verder: Tilburg heeft zeer mooie
uitvoeringen van harmoniecorpsen bin
nen hare veste gehoord doch neg zelden
zulke muziek als van het Velsensche
corps. De uitvoering van hare twee
nummers was een kunstconcert op zich
zelf.
GEVONDEN DIEREN EN VOOR-
WERPEN.
Terug te bekomen bij: L. Bouckart,
Slachthuisstraat 1 b R, badschoen; v.
d. Klugt, Heerensingel 37 E, coupon
boekje (stoombootdienst)G. v. Sloo-
t'-, Spiegelstraat 8, gymnastiekschoen;
E. Stam, Vroomstraat 1, grijze dames
handschoen; G. Oversteegen, Slapers-
dykweg 50, dameshoedje; D. Tromp,
Schoterveenstraat 21, hoes van auto-
kap; Scholten, Kampervest 5?, bruine
handschoen (leder); J. Vis, Schoter-
weg 71D, jachthond; J. C. Roest,
Lange Annastraat 12 a, hockeystick; J.
Boting, Dorreboomstraat 2, dwergpin
cher; C. Kropf, Saenredamstraat 49?,
loterijbriefjes; D. Godefroy, Damast
straat 3, babymuts; Kamer, Lange
Poelalan 15a, muts; Gerritsen, Ged.
Oude Gracht 18, portemonnaie m. i.; G.
Vermeer, le Vooruitgangstraat 119, ry-
wielbelastingmerk in étui; T. Bouwer,
Lange Begijnestraat 22. rozenkrans; W
Sisser, Bjllitonstraat 15, ring; Politie
bureau, Smedestraat, heerenrywiel;
Marchant, le Vooruitgangstraat 17
sigarenprijpje; J. Schonebeek, Over-
tonstraat 5, schop; N. W. v. d. Velde,
Wouwermanstra„0 57, tennisballen; M.
Michielsen, Zylweg 171, vulpotlood.
(Naar het Engelsch, van
O. N. en A. M. WILLIAMSON.)
57)
Niu hij eenmaal had aangenomen, wat
hU haar „offer" noemde, was liet niet
moeilijk Power te doen inzien, hoe ver
standig het zou zijn spoedig to trouwen.
Esmée zeide hem, hoe gaarne zij nooit
weer van hem wilde schelden, en hoe
onaangenaam zij het had in haar pen
sion. „In boeken", zeide zij lachend,
„vragen meisjes nooit aan haar verloof
den, of ze haar spoedig willen trouwen!
Maar geen meisje uit een boek heeft
ooit zulk een vreemde geschiedenis be
leefd als lik. Ik zal geen volkomen rustig
oogenblik meer hebben, eer ik altijd bij
je ben. Neen. Cannon Wood maakt geen
somberen Indruk op mij. Ik ben blij, dat
je liier voorloopig moet blijven".
Zoo werd het vastgesteld. Power zou
zich een speciale huweUjksvolmaaht ver
schaffen en zij zouden over cenige da
gen trouwen. Zij moest haar uitzet klaar
koopen.
Esmée ging naar huis op den avond
van haar verloving met een gevoel, alsof
zij in de lucht zweefde.
„Mrs. Jennings", riep zij uit, „ik ben
benieuwd, of u even verwonderd zult zijn
als Ik? Ik ga met Mr. Power trouwen
binnen een heel korten tijd. U ziet dus,
dat ik u niet langer meer zal lastig val
len. Ik denk, dat u wel blij zult zijn
van mij ontslagen te worden". Mrs.
Jennings, die het blad met Miss Alton's
middagmaal in de handen had, liet het
haast vallen. Verwondering was het
juiste woord niet. Zij was als versteend
van verbazing. En tegelijk was zij woe
dend. Daarnaar had die heks dus ge
streefd, en daarom had ze de plaats
voor Gibbs onmogelijk gemaakt uit
vrees, dat hij haar in de kaarten zou
kijken!
Zeker, Gibbs had nu een ander zaak
je, in zijn soort even goed: maar het
was een vernedering voor hem, weg te
moeten gaan van Cannon Wood en zijn
mededingster te zien triomfeeren het
meisje, dat hij bij Rogers had aange
klaagd. en dat Rogers todh had ge
houden. Bovendien was Gibbs nu te
Margate, en Mrs. Jennlgs alias Gibbs
moest te Hampstoad achterblijven,
alleen ter wille van Miss Alton. Zij ver
langde er naar in de nabijheid van
haar echtgenoot te zijn, maar zij vond
de gedachte allesbehalve aangenaam,
dat z\j bevel zou krijgen om op te pak
ken en weg te gaan, wanneer die „klei
ne kat" niet langer in haar huis woon
de. Het huis in Swan Street was ge
meubileerd gehuurd door Rogers in
haar naam, en hij kon het gemakkelijk
weer verhuren, als zij er was uitgetrok
ken. De gedachte, dat Gibbs verne
derd was voor dat „meisje Alton", dat
hij als een ürouwelooze verraderes be
schouwde. en dat Rogers Gibb's vrouw
behandelde als iemand, met wie hij
geen rekening behoefde te houden, be
halve wat haar werk betrof, was bitter
als gal voor Mrs. Jennings. Zij felici
teerde het meise kortaf, bracht haar
het middagmaal en sloot zich toen op,
om haar woede lucht te geven. Zij
schreef aan Gibbs, en haalde daarna het
visitekaartje van Mr. A. B. Lyons, „De
Globe Trotters" Club, Sheffcesbury Ave
nue" te voorschijn.
„Ik ben benieuwd, wat er zou gebeu
ren, als ik hem een regeltje schreef om
hem te vertellen, dat zijn jonge dame
gaat trouwen met Mr. Power van Can
non Wood?" dacht zij. Zij dacht ook
aan Cliarles Rogers en wat er gebeuren
zou, als bij ontdekte, dat zij dat be
richt had gezonden. Maar toen zij er
goed over had nagedacht, kon zij niet
inzien, dat h:t hem aanging. Miss Al
ton had haar niet vervocht haar nieuw
tje geheim te houden. Bovendien kon
het meisje Rogers nu niet langer van
nut zijn. Integendeel, Mrs. Jennings
was vost van meening, dat de kleine
slang Roger's zaak, en Gibbs ook had
verraden aan Richard Power. Zij ver
diende gestraft te worden, en er was
kans, dat dit zou gebeuren, als de
„heer. die er als een vreemdeling uit
zag" licht kreeg van wat zij had ge
daan. Mrs. Jennings verbeeldde zich, dat
er tusscben die twee lets was geweest,
misschien wel een huwelijksbelofte, ge
volgd: door een twist, of misschien was
Miss Alton zoowel een flirt als een heks.
Zij had alleen de kans afgewacht, een
beter huwelijk te doen.
„Ik zal het terstond doen!" besloot
de vrouw, „terwijl ik er den moed toe
heb".
Toen zij een briefje aan Lyons had
gekrabbeld, ging zij uit om het in de
bus te werpen tegelijk met haar brief
aan Gilbbs, en zij glimlachte nijdig met
inge trókken lippen, toen zij het raam
van Miss Alton voorbijging.
Esmée was ook bezig geweest met
schrijven. Zij hid Mr. Rogers bericht
gegeven van haar verloving met Power.
Nu las zij nog eens over, wat zij had
geschreven. „U hebt mdj nooit ronduit
gezegd, dat ik u overtuigd heb van zijn
onschuld aan het hem door u ten laste
gelegde", zeide zij tegen het eind van
haar brief. „Maar ik geloof wel. dat u
overtuigd is. U kent nu het gansclie „ge
heim" van de dubbele persoonlijkheid,
d_t u bezig hield. U hebt uw leerlinge
een compliment gemaakt over de pho
to's van de vingerafdrukken, en u is
zoo goed geweest, om zooals ik hoopte
Carmon Wood in stilte te laten bewa
ken in deze dagen, uit vrees, dat er iets
verschrikkelijks zou gebeuren. U zult
wel zeggen, dat u dat niet om die reden
hebt gedaan; dat als iemand niet om be
scherming vraagt, ze hem niet wordt
gegeven, en dat als hy geen klacht in
dient, er geen arrestatie kan geschie
den. U kunt ook wel zeggen, dat u alleen
tracht op andere wijze te weten te ko
men, wat ik niet heb kunnen ontdekken.
Maar, Mr. Rogers, ik beoordeel u meer
naar uw goed hart dan naar uw woor
den. U is toch be schrander om Richard
Power verder te verdenken van het ver
bergen van spionnen en stelen van ko
ninklijke juweelen terwijl u weet, dat
hij in alle andere gevallen meer het
slachtoffer dan de misdadiger is ge
weest- U moet nu toegeven, dat hij niet
de man is, die u daóht en schijnbaar
terecht dat hij was. Ik heb dus toch
mijn opdracht volvoerd. U is tevreden
over mij en mijn ontdekkingen, ofschoon
u dat niet wilt zeggen. U is overtuigd,
dat ik mijn werk goed deed, ofschoon Ik
het niet geheel heb afgemaakt, en van
mijn kant dank ik u voor al de vrien
delijkheid, die u mij steeds hebt be
wezen.
,,Ik vrees daarom niet u te vragen mij
geluk te willen wenschen. De held van
mijn groot avontuur en van mijn ge
heele leven heeft mij gevraagd met hem
tc trouwen. U zou toch niet willen, dat
ik „neen" zeide, wel? U moet heb-
ben geweten, toen u mij naar zijn huls
zond, dat ik hem met mijn gansche
hart vereerde. U hebt- dus eigenlijk dit
huwelijk tot stand gebracht.
„Ik heb u reeds eerder gezegd, dat
ik u niet zou verraden, wat. er ook ge
beurde. Dat was een gemakkelijke be
lofte, want ik zou daarmee mij zelve
ook verraden. Hij zou het nooit, begrij
pen. Niet alleen om uwentwil dus, maar
ook ter wille van mij zelf heb ik hem
niets van onze samenwerking verbeid.
Ik heb nieb gaarne een geheim voor
hem, maar dit is geen misdadig geheim.
U weet. ik heb uw aanbod eerst aan
genomen, toen u zeide, dat u anders een
andere vrouw een werkelijke detec
tive zou zenden. Geef mij uw zegen.
En ook die van Em en Mrs. Rogers. Ik
zal wel een middel vinden om onze ken
nismaking voort be zetten, zonder mijn
Graaf Ricard'o be vertellen, hoe die be
gon.
„Ik ben zoo gelukkig! Ik voel, dat hij
nu -veilig is, nu u uw arendsoog geves
tigd houdt op de „schurken van het
stuk" zooals hij ze noemt, zelfs als de
arendsklauw hen nog wettelijk niet
kan grijpen, zooals u zegt. Ik heb u voor
zooveel te danken, dat Ik nog meer be
geer. Uw zegen, als 't u blieft! En mis
schien wilt u als een huwelijksgeschenk
mij eindelijk vertellen, waarom mijn
gelaat zoo uw belangstelling wekte, toen
u mij voor het eerst zag; waarom u zei
de, dat het „meer dan een toeval" was,
dat ik uw advertentie beantwoordde, en
waarom „de Voorzienigheid dat zeker
had beschikt.". Dat is altijd een raadsel
voor mij gebleven. Ofschoon ik het met
u eens ben. wat de Voorzienigheid be
treft. Uw dankbare leerlinge, Esmée
Alton".
(Wordt vervolgd,X