HAARLEM'S DAGBLAD UIT DEN RAAD. I H. D. VERTELLINGEN FEUILLETON De vier gedenkwaardige jaren der familie Van der Velde DONDERDAG 14 JUNI 1928 DERDE BLAD Vertraagd klein grut. Straatnamen. Een ver- keersongelukje. Het voorstle-Visser inzake de dancings opnieuw in stemming gebracht, en door her haalde staking van stemmen verworpen. Eerste étappe van het autobussen-debat. Blijkbaar geen meerderheid voor het voorstel van B. en W. De burgemeester was er niet. Of er waarheid zat in het gerucht, dat ZJE.A. in de queue stond op het Van Tuyll- plein, betwijfel ik. In elk geval moet men zich daar zelfs in die queue beter geamuseerd hebben dan wij in deze raadszitting. Er was een heeleboel klein grut, met autobussen aan het slot. Het kleine grut hield den Raad tot vier uur bezig, en er werd een heel debpt gehouden over een straatnaam. Womerlijk zoo verzot als gemeenteraden toch zijn op straatna men. De eenige verklaring zou wezen, dat je er over praten kunt zonder eeni ge voorbereiding, m.a.w.dat iedereen er ten allen tijde over praten kan. Maar het ware kwaadaardig om te veronder stellen dat dit de vroede voorkeur zou beheerschen. Ik weiger het te geiooven. Bezield door een of ander raadsel achtig motief zakte de Raad diep weg in een discussie over de belangrijke vra.g, of het verlengstuk van de Rusten burgerlaan net zoo moest heeten, of Westrustla&n. B. en W. wilde het eerste en de heer Wolzak het tweede. Beide partijen stonden vast op haar stuk, en niemand dacht aan het voor de hand liggende compromis-voorstel West- Rustenburgerlaan dat het netelige probleem binnen twee minuten opgelost zou hebben. Tenslotte wou de voorzitter, mr. Heer- kens Thijssen, het voorstel-Wolzak niet als een amendement erkennen, waar- oveV weer een heel gedoe ontstond. De heer Gr oenend aal. door acuten humor aangegrepen, stelde voor om een com missie ad hoe te benoemen om uit te maken of het een amendement was. Toen werd er toch maar over Westrust- laan gestemd, de heer Wolzak verloor met 28—7 stemmen en de wethouder ver liet zegevierend ahaar vrij verveeld het slagveld. Wethouders hebben wel wat beters te doen. Opnieuw werd gesteemd over het voor stel-Visser, dat beoogde om aan geen enkele publieke dansgelegenheid verlof Ie geven om na middernacht open te blijven. Opnieuw staakten de stemmen (1818) weshalve het voorstel, inge volge de bepalingen van de Gemeente wet, verworpen was. Natuurlijk bleek de stemming rechts tegen links behalve dat de communist Peper zich bij de voor stemmers schaarde. Waarna, de Raad eenigen tijd Kanton- gerechtje speelde met een verzoek schrift van R. Nauta om hem f 75 uit te betalen wegens schade, door hem ge leden tengevolge van een aanrijding bij het Kruisweg-viaduct. De wethou der-senator-notaris-advocaat mr. Slin- genberg, in zijn vierde en oudste quali- teit, was zeer welsprekend. Een half do zijn leden voerde het woord. Het was warm en de zaak werd er niet helderder op. Aan de perstafel kregen wij den in druk, dat zij alleen opgelost zou kunnen worden door het paard van den voer man die geen schuld aan het ongeluk had te hooren. Volgens mr. Slingenberg was ook dit paard onschuldig, maar de heer Peper beschouwde het karakter van het dier met achterdocht. Het heeft een bijzondere geaardheid, zegt hij. Blijkbaar kent hij dit paard persoonlijk. Maar zijn voorstel om de f 75 schade vergoeding te geven werd verworpen met vele stemmen tegen. B. en W. zullen de zaak nog eens onderzoeken "en naar bevinding handelen. Hoe de technische détails van een verkeersongeluk onder werp van een raadsdebat kunnen wor den, zooals nu geschiedde, begrijp ik niet. Dit zijn toch geen zaken voor een - van negenendertig menschen! Tenslotte werd er, om vier uur, aan het onderwerp Autobuslijnen begonnen. Eerst deed de heer Van Liemt een voor stel om de zaak nog maar eens uit te stellen, omdat hij en anderen bepaalde stukken nog eens bestudeeren wilden. Maar het werd met 2215 stemmen ver worpen. Er werd vijf kwartier over de zaak ge praat. Toen ging de Raad in geheime zitting, na op voorstel van den nestor besloten te hebben om de verdere auto bussen-discussie niet 's ayonds. maar in de volgende zitting te houden. Dus waar schijnlijk over veertien dagen. Men be gint dan natuurlijk weer heelemaal op nieuw, en het is derhalve niet zeer dui delijk waartoe de discussie van dezen middag diende, en waarom het eerste worstel tot verdaging werd verworpen. Toen was het al duidelijk dat men de zaak toch niet meer 's middags kon afhandelen. Misschien was de bedoe ling alleen om de openbare meening al vast wat in te lichten omtrent de stem ming in den Raad ten aanzien van de N2.H.TM. als exploitante van de autobussen. De heer Koppen (S.DA..P.), die een lange rede hield, was er vierkant tegen om de concessie aan de N Z.H.T.M. te ge-ven, die meermalen eigenmachtig is opgetreden en aan de gemeentecon- tröle trachtte te ontkomen door stads- lijnen interlocaaJ te maken. Hij voor zag nog meer narigheid als men nu met de autobussen begon. De heer Miaérus tCE.) vond het voorstel van B. en W. onduidelijk en onvolledig, achtte het onmogelijk om hierover te gaan stemmen en zei dat hij geen touw meer aan de zaak kon vastknoopen. De heer Van Kessel vond het voor stel evenmin helder, had veel critiek op de organisatie der tramlijnen van de N.Z.H.T.M. en veelde er niet voor om met deze maatschappij in zee te gaan. Volgde de heer De Breuk (V.B.), die zeer zakelijk betoogde dat zi. de ge meente eerst moest uitmaken welke bus lijnen zy wilde hebben, dan de voor waarden vaststellen en daarna gegadig den oproepen om op deze voorwaarden deze lijnen te exploiteeren. Eerst had hij gedacht dat het zoo gaan zou, maar bij lezing der stukken kwam hij tot een anderen indruk. Uit de uitlatin gen van wethouder Reinalda (de min derheid in het college) leidde hij. af dat alleen de door de tramdirectie ge- wenschte lijnen zouden worden ge ëxploiteerd. Hij vroeg om opheldering, wou we ten hoeveel lijnen er zouden ko men 2 of meer en of de N.ZH.T.M zoo maar haar tramlijnen kan wijzigen. Hoet gaat het dan met de buslijnen? De heer Van Liemt (R.K.) meende dat het wel mogelijk zou zijn dat ge meente en N.Z.H.T.M. tot elkaar kwa men. Hij voelde blijkbaar het meest voor het „in zee gaan" iedereen wou „in zee gaan" met autobussen met een groote maatschappij, omdat men een mislukking met een kleine maat schappij zou benutten om te kunnen overgaan naar „de alleen-zaligmakende gemeente-exploitatie". Waarop mr. Gerritsz (SB.A.P.) den heer Van Liemt verweet, dat hij over stag was gegaan, en de meerderheid van B. en W. dat- zij met deze voorstellen een kat in den zak zouden koopen. Als men geen gemeente-exploitatie wil is mr. Gerritsz het eens met den heer De Breuk, die zegt: laat de gemeente eerst haar wenschen vaststellen, dan gega digden oproepen en met den beste in zee gaan. Dit was het slot van dit stuk tram debat. Het heeft den indruk gegeven dat wij nog ver van de belissing verwijderd zijn. Een minderheid in den Raad is voor ge meente-exploitatie. Een meerderheid is voor particuliere exploitatie. Maar al gemeen is men er blijkbaar voor, dat de gemeente de touwtjes in handen moet houden en zich niet gaan overleveren aan onzekerheden. De heer De Breuk stelde daarbij de kwestie alsof hij na mens de firma Gebr. én Gez. Haarlem zaken wilde gaan doen. Het klonk in den aanvang wat ongewoon in deze sfeer, maar de logica van het standpunt viel niet te miskennen. Wat er over veertien dagen' zal ge beuren is nog een open vraag. Het zou mij verwonderen als het tot een stem ming over deze voorstellen kwam. Mis schien zullen B. en W. in den tusschen- tjjd nog wel met vaster omlijnde plan nen voor den dag komen. Het raadsde bat van Woensdag heeft al wel aange toond dat er voor deze, in dezen vorm althans geen meerderheid is. Intusschen is er zulk een conflict van verschillende standpunt en zienswijzen, dat er alle kans schijnt, op een serie debatten zon der definitieve resultaten. De N.Z.H.T.M. heeft wellicht geen buitengewonen haast-. Door mr. Gerritsz werd er aan her innerd dat deze zaak nu tien jaar oud is. Voor een belangrijk gemeentelijk probleem is dat vrij jong. Moed houden maar. R. P. HET SALARIS DER POLITIE-AGENTEN. NOG EEN ADRES AAN DEN RAAD. Eenige weken geleden hebben wij me degedeeld, dat de afdeeüing Haarlem van den Bond ran Ghrisielijke Politie ambtenaren een adres aan den gemeen teraad had gezonden om aan te drin gen op verhooging van het salaris der hoofdagenten. Nu heeft ook de af deeling Haarlem ran den Ned. R.-K. Politiebond „St. Michael" een adres aan den raad ge richt. Daarin wordt nie: alleen verhoo ging van de salarissen der hoofd-agen- ten, maar ook der agenten gevraagd. Allereerst wordt gezegd* dat door de Centrale Commissie van Overleg voor het politiepersoneel te Haarlem in hare vergadering van 5 Januari 1927, naar aanleiding van een ingekomen verzoek, tot een herziening van de salarieering voor de hoofdagenten van politie te Haarlem een conalusie werd genomen, waarin werd uitgesproken, dat, afge scheiden van de vraag in hoever de bezoldiging van de hoofdagenten van politie juist is, het moment niet gunstig kon geacht worden om herziening van eenige groep in overweging te nemen. Opgemerkt wordt, dat vervolgens uit de besprekingen in die zelfde vergade ring duidelijk is gebleken, dat naar het inzicht van de organisaties ook de sala- rieering van het agentenpersoneel te Haarlem niet in overeenstemming mocht worden geacht met de taak, welke aan dit personeel is opgedragen en de sala- rieering voor die groep geldende in vele andere vergelijkbare gemeenten.! Nu de annexatie meer dan een jaar werkelijkheid is geworden en dus veilig mag worden aangenomen, dat de daar mee gepaard gaande veranderingen in de personeelsformatie enz. voor de ge meente thans ten volle zyn be overzien, moet de tijd worden geacht gekomen te zijn, dat nu ook ernstig moet over wegen of de salarieering voor de twee laagste groepen van het politiepersoneel ai of niet juist is. Adressant is van oordeel, dat speciaal de thans geldende salarieering voor de hoofdagenten van politie te Haarlem en de positie, welke deze groep inneemt ten aanzien van het overige gemeente- personeel, niet m overeenstemming is te achten met de bijzondere gemeenschap? taak dezen functionarissen opgedragen. Adressant verzoekt het daarheen te willen leiden, dat het geheele politie personeel. inclusief de hoofdagenten en de agenten van politie, zullen worden ingedeeld bij een der groepen van het personeel in dienst der gemeente Haar lem op wie het „Ambtenarenregle ment" van toepassing is en in verband, daarmede wel te willen bevorderen, dat de thans geldende salarieering voor hoofdagenten en agenten van politie spoedig in gunstigen zin worde herzien! In de toelating wordt medegedeeld, dat in 1920 de salarissen voor agenten zijn vastgesteld op 34.5040 per week en voor hoofdagenten op 43 per week. Met het grondloon der gemeentewerk lieden rekening houdend zou het salaris voor de agenten moeten zijn 37.65— 43.04 per week. De vergoeding van 26 of 52 per per jaar voor het bezit van het politde-di- 1 ploma met of zonder aanteekening wordt ook te laag geacht. Betoogd wordt tenslotte dat de sala rissen der politie in andere groote ste den gunstiger is dan te Haarlem. DE VERZAMELING VAN DEN HEER H. H. THEUNISSE. QVER DE HISTORIE VAN NEDERLAND. Door langdurig verblijf buitenslands was de heer H. H. Theunisse sinds begin Maart niet in de gelegenheid een nieu we tentoonstelling bij de firma Boskamp en' Zoon te Overveen in te richten. Nu zal hij evenwel na 15 Juni weer met het regelmatig exposeeren zijner verzamelingen aanvangen en wel met een serie over de Historie van Neder land van de vroegste tijden af tot op heden. De eerste tentoonstelling over „Ne derland van de vroegste tijden tot de komst der Romeinen", zal op 15 Juni geopend worden, om op 15 Juli te wor den vervangen noor no. 2 „De Romei nen liier te lande". Telkens na verloop van een maand zal een volgend tijdstip worden behan deld. De serie zal slechts in September of October a.s. eenmaal worden onderbro ken door een expositie betreffende een reis „Om de oude wereldzee" (Egypte, Palestina. Syrië, Turkije, Griekenland en Italië). (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) De Laatste Dit is het eenvoudige verhaal van de ervaringen van Jan. Jansen, kruidenier in een klein dorp benoorden het IJ. die den eindstrijd van het Olympische voet- baliournooi bijwoonde zonder zich in he*, minst druk te maken. Jan Jansen's familieleden en vrienden liadden het Stadion al veel eerder be zocht. En als ik zeg: zyn familieleden, bedoel ik hen allen, met inbegrip dus van oom Hein, den timmerman in ruste die driemaal naar het hockeytoumooi was geweest en tweemaal de verkeerde partij had aangemoedigd omdat, hy dacht dat het Holland was. En ook tante Saar was er geweest, by de finale tegen Britsch-Indtë, en vreeselijk boos gewor den op allebei de scheidsrechters omdat Holland niet won. Toer. kwam het voetbal, en het heele dorp verkeerde in tosr.emenden staat var. opwinding, want ze gingen er allemaal op hun beurt heen en kenden het spel door en door, vanwege hun locale club die Quick heette, spreek uit Kwik. en die pas tegen Go ahead uit Ransdorp, spreek uit Kówehet. het kampioenschap van der. polder had gewonnen. Er waren zware debatten over Oeroekwee geweest waarin de meerderheid haar voorkeur uitsprak voor Kees-van-Mieke. den plaatselijken middenvoor en goalgetter. boven Scarone. Kees schoot veel beter. „Zet Kees in de Oeroekwee-voorhoede, inplaats van een van die bruine gaste", zei de zoon van den bakker, „en kijk dan nog'es waar die Arregentjjne blijve". Jan Jansen hoorde het aan en zweeg Niemand begreep waarom hij niet ging. Hij was de trouwste donateur en sup porter van Kw.k. brulde het hardst aan het lijntje en toch wachtte-n-ie. Zelfs weigerde hij om naar Heiland—Oeroe kwee te gaar., en lachte kalm de vrinden uit die de nachtelijke queue-ellende in de Vijzelstraat waren gaan meemaken. Ze zanikten hem allemaal an z'n kcp. tot-ie tenslotte zei: ..Hou je gerege. Geef mijn de fienéle. Ik gaan naar de f. en Ale. en niks minder". Dit gezegd hebbende woog hij bedaard een pond krenten af, liet het in het zakje glijden, vouwde dit keurig toe en wou geen woord meer zeggen. Ze hoonden hem en zei en dat-ie gek was, dat-ie er nooit in zou komme, dat-ie achter 't met. zou visschen. Hij grinnikte even en bleef bij zijn plan. Hij was een vastberaden en koppig man. Jan Jansen, en degelijk ook. Als deze deugden vol doende waren om het veel verder te brengen, zou hl) het veel verder hebben gebracht. Nu was hij een zeer goed krui denier, hetgeen hem volkomen bevredig de. En is een mensch niet geslaagd en gelukkig in deze wereld als hij zeer goed in zijn vak is, er. tevreden? Dit schijnt een schier vaststaand feit. Het dorp lachte hem luidkeels uit toen hy geen moeite wenschte te doen voor de finale op Zondag 10 Juni. en rustig thuisbleef „Ik wacht nog effe". zei hU bedaard. „Der komt nog wel meer van". Hij had dus nog flair ook. of intuïtie, of hoe u het noemen wilt. Toen de radio van den bakker 's avonds rapporteerde dat het 11 was gewor den, en dat er Woensdag zou worden overgespeeld niemand in het dorp had ditmaal een kaart kunnen bemachti gen, en ze verdrongen elkaar by den bakker kregen ze eindelijk een beetje respect voor Jan. Niemand had aan die mogelijkheid gedacht. Woensdagmiddag verkocht-ie tot vyf uur krenten, zeep. sago. zout en soda. trok toen bedaard z"n Zondagsche pak aan, stak een sigaar op en ging met het trammetje op weg. Ze hadden allemaal gezegd dat-ie geen kaart meer krUgen zou en dat-ie in de keu had moeten gaan staan. As je een goeie mets wou zien moest je in een keu. Dat hoorde erby. Hy liet ze praten en gir.g. Hy ge loofde in de orde der dingen, de recht vaardigheid der voetbalgoden en zyn eigen nuchterheid. Hij liet zich niet haasten en niet opwinden. Ik heb u vooruit gewaarschuwd dat het een zeer eenvoudig verhaal is. Er komt heelemaal geen sensatie in. en geen verrassend slot. Het is echt ouderwetsch- nuchter. Jan Jansen bereikte het Stadion om halfzeven, na in de stoomtram op de IJ-pont, by het station en in de elcc- trische tram vele zeer opgewonden men schen ontmoet te hebben, die hem allen verzekerden dat hy geen kans meer had om erin te komen. Sommigen lachten, anderen werden kwaad, weer anderen sarcastisch. Men zei dat hij een dom provinciaaltje was. Iedereen scheen te eischen dat men zich dagen lang druk zou maken, op het N.O.C. schelden en in queues staan, alles om een eenvoudi- gen voetbaiwedstryd by te wonen. Op den hoek ran het Van Tuyllplein, by het café. zat aan een tafeltje een meisje var. die groot steedse he schoonheid die kleine provin- ciaaltjes ontstelt en soms in de war brengt. zy lachte schril. zy kirde: ..Wou jy er nog in. boertje? Het Is uit verkocht". ,Jk kom er nog in", zei Jan Jansen kalm en een beetje kortaf, want hy zag dat dit meisje niet zoo degelijk was als hy. Nu maakt vastberadenheid a'.tyd in druk. Het meisje lachte luidkeels en vroeg toen schattig: „Mag ik met je mee?" „Neen", zei J. Jansen beslist. „Waarom niet? Je bent niet erg ge- lant". „Omdat u er n 1 e t in komt. juffrouw", zei hy bedaard, en ging verder. By de loketten voor staanplaatsen dropen de laatste teleurgestelden af en hing het bordje „Uitverkocht". Ervóór waakte politie. Achter de gesloten hek ken stond een controleur van den laag- sten rang, in een fraaie uniform. De kruidenier ging rechtstreeks op hem af en zei kalm: .Geef myn één staan piaats". „Heb je geen auge in je kop?" vroeg de lUtorlteit ruw. „*t is uitverkocht". .Ken me niet schele". zei Jan rus-.r Ééntje ken d'r nog wel by. Ik heb nog geen wedstrijd gezien. Roep je baas!" De controleur was paf van zoon brutaliteit. Hy hapte naar lucht. Een woordenboek vol kernachtig Amster- damsch verdrong zich in zyn brein. Hy kon geen keus maken, maar aangezien vastberadenheid altyd indruk maakt eindigde hy met te zwijgen en gebaarde naar een iets hoogeren controleur, in een nog fraaier uniform. Deze was zoo dom-verbaasd ever het ongehoorde geval, dat Jansen weinig woorden aan hem verspilde. Hy zei: „Maak dat hek open. Het is in orde Ik moet erin. En roep jóuw baas. Ik heb niet veel tyd". Het wordt vervelend om u opnieuw eraan te herinneren dat vastberadenheid in druk maakt. Laat ons liever consta- teeren dat Jan Jan sen tydens zyn wel besteed leven zyn oogen niet in zyn zak had gehad, en opgemerkt dat men op den hiërarch:- schen weg. dewelke met vele uniformen versierd is. luistert naar den klank van His Master's Voice, a! komt deze uit een onwaarschynlUk omhulsel. Ook heb ben de brutalen de halve wereld, en meer van die oude waarheden. De controleur dacht waarschynlijk dat hy een lid van het garantiefonds voor zich had. of een ietwat-zor.derltng familielid van een der hoogsten in het N.O.C. In elk geval een autoriteit. De toon waarop hU werd aangesproken was niet te miskennen. Hy opende dus. zy het dan aarzelend, het hek. liet Jan Jansen binnen, bezag hem van top tot teen met grenzenloozc verbazing en riep zyn baas. Deze was de hoogste aller controleurs Hy hoorde de uitlegging van zyn onder- hebbenden aan. kwam nader en begon te lachen. Jan Jansen begreep dat zijn pleit ge wonnen was. Het verwonderde hem niet. „Wie ben jy?" vroeg de zeer hooge controleur. „Jan Jansen, kruidenier. Ik mot er in". „Zoo zUn er meer. Waarom ben jy niet een kwartier eerder gekomen? Het is pas een kwartier uitverkocht". ..Ik zou een kwartier eerder gegaan zyn als de weduwe Willemse niet om zeep en soda en rozynen was gekomme. Ik ben geen rentenier, net zoomin as jy. M'n zaak gaat voor. Maar nou mot ik erin, want ik heb nog geen wedstryd gezien. Ik heb gewacht op deze". „Waarom?" „Dit is de mooiste". y Jan Jansen szJ-SSi') -• 5' w door JAN VAN MERLENSTEIJN. 29) „Zoo! Heeft die man reeds veel sche pen beroofd?" vroeg vader. „Dat weet ik niet. Maar er is toch zeker het een of ander niet in den haak, want er is op zyn arrestatie een beloo ning van honderdduizend pond ge steld. Weest u maar voorzichtig, hy moet op deze routé- varen". Hier hield hy plotseling op, want in tusschen was het lioht geworden en hy kon ons jacht reeds tamelyk goed zien. Daarop stond in groote letters het woord „Insulinde". De man sloeg zyn handen in zyn haar, zyn oogen puilden byna uit hun kassen en dan wees hij met een trillenden wijsvinger op 't jacht: „U - u - bent Var. der Velde?" Vader zag hem ee?i oogenblik onder zoekend aan. toen zy hy: „U heb: gelijk. ik> ben deze zeeroover". En wij stapten weer in de motorboot zonder ons verder om den man te be kommeren. Wij waren er volkomen ze ker van dat hy op ons niet schieten zou. Wij verzwegen dit voorval op het jacht doch verscherpten wederom de wachten. Op deh twee en vyftigsten dag waren we weer op de hoogte van Gibraltar. Noordehjk lag het vaderland, dat wy nu in negen maanden niet hadden gezien. Wij beten de tanden op elkaar, verlieten de gewone bootenroute en vervolgden onze koers in de richting van IJsland. Het is zeer eigenaardig dat de men- schelyke natuur zich met voegen wil in dat, waartoe het noodlot hem dwingt. Wij hadden met de „Zwaluw" al eens een reis om de wereld gemaakt en wa ren toen bijna twaalf volle maanden uit gebleven. In deze twaalf maanden had den wy ternauwernood iets van heim wee gevoeld. Doch de negen maanden van onze verbanning voelden wy als even zoovele jaren. Hierbij kwam nog een onaangenaam voorval, dat ons het treurige van onzen toestand duidelyk liet zien. Op zekeren avond meldde zich plotseling -een matroos ziek, direct daarop een tweede en een derde en ein- delyk hadden wy niet één werkeiyk ge zonden matroos meer aan boord. De menschen wentelden zich in hevige krampen om en moesten verschrikkelijk braken. De een was in mindere, de an dere in meerdere mate door deze plot selinge ziekte aangegrepen, doch vyf waren er zoo naar aan toe. dat wy het ergste vreesderi. Ons zelf scheelde n:e:.<. wat ons op de oorzaak van het ongeluk bracht. Voor ons had moeder gekookt, voor de bemanning echter de scheeps kok. De veronderstelling lag voor de hand. dat hy bedorven conserven in handen had gekregen. Het was een vree- selyke toestand. Wij hadden geen dok ter aan boord en moesten daarom zoo vlug mogelyk een HoUandsche stoom boot zien te bereiken. Daarby kwam dat wy geen hander. hadden om het schip te bedienen. Wij werkten beslist bovenmenscheiyk. Geor ge en Gerard bedienden de macliinos. Moeder en vader deden wat zy konden om de zieken te helpen. Een geluk was het dat Corry reeds iets van navigatie afwist. Het dappere meisje bediende lange uren achter elkaar liet stuurrad, terwyl ik aan den concentrator stond, waarmee ik de snelheid van de vaart verhoogde. Na ongeveer drie uur, waar in wij ongeveer driehonderdnegentig mylen afgelegd en vier handelschepen hadden ontwapend, haalden wy by ingang van het Kanaal de HoUandsche passagiersboot „Patria" in en vroegen naar een dokter. Die kwam aan boord en beval, dat de vyf ergste zieken op 1e groote stoomboot moesten borden over gebracht. De overigen toonuden reeds weer teekenen van beterschap. De dokter schreef hun een dieet voor en verliet ons schip. Daar de zee tamelijk stormachtig was. nam het overbrengen van de zieken veel tijd in besl3g. Pas na meer dan twee uur konden wy onzen weg vervolgen. Den volgenden dag was de helft der beman ning in dienst terug en twee dagen later waren allen weer op hun post. Evenwel konden wy niet verhinderen, dat kort te voren eerst nog een Ita- liaansch handelsschip onverwachts een verraderlijk schot op ons loste, dat een stuk van den camouflageschoorsteen wegrukte. De rest ervan gooiden wij over boord. Om een voorbeeld te stellen, straften wy dit schip door zyn machines volkomen onbruikbaar te maken, zoodat het noodzeilen moest hijschen. De dienst werd nu een beetje zwaar der omdat wy vyf man te weinig had den. Wy zelf stelden ons natuurlijk nu ook in dienst hoewel wij reeds sedert lang de bediening van "net radio-appa raat hadden overgenomen. wy verme den de drukbevaren- bootrouten en de weken gingen in dooasche eentonig heid voorbij. Sedert wy eens gezien had den dat moeders oogen zich bU het noe men van mademoiselle en ons huis in Wassenaar met tranen gevuld hadden, lieten wy iedere toespeling hierop ach terwege. Een bezoek aan de heeriyk schoono Noorweegsche fjorden bracht ons een weinig afleiding. Maar aan dezen tyd kwam ook een einde en moedeloos zet ten wy koers in de richting der Faroe- eilanden om ten Westen van Engeland weer naar God weet waarheen! te varen. In de nabijheid drr Faroe-eilanden aangekomen bemerkten wU een paar vissc hersbooten, die op :anden van ongeveer 1000 meter van eik aar aan het visschen waren. Wy bekommerden ons niet om hen. omdat we hadden gecon stateerd. dat zij wapenloos waren en wy voeren rustig de bootenketting in. die zich ook om ons niet scheen te be kommeren. Moeder. Corry en ik stonden aan de borstwering naar de booten te kijken, toen moeder plotseling op een voorwerp wees dat zoowat veertig meter van ons afdreef en vroeg: ..Wat is dat voor een eigenaardige boei?" Ik volgde de richting van baar vinger en myn hart stond een oogenblik stil. Met een sprong was ik by de comman dobrug en schreeuwde naar boven: „Terug. Volle kracht terug!" Boven klingelde de telegraaf, toen ging er een trilling door de romp der „Insu linde" doordat de schroeven met mach tig geweld in de verkeerde richting om sloegen. Toen liet ik liet schip stilhouden. Vader Gerard en George waxen op mfin roepen naderby gesneld en Ik wees zwijgend op dat. da: moeder voor een boei had aangezien. Afschuw en ont zetting spiegelden zich af op de ge zichten. toen George uitriep: „Een zeemyn!" Men had er op gerekend dat wy ko men zouden en bij de Far oer een mij nenveld tegen ons gelegd. Daar de Fa- roer volkomen buiten de gewone boo tenroute lagen, kon men dat zonder gevaar doen. Bovendien lagen er de vis- schersbooten, die met verfcleede marine- troepen bezet waren en die leder schip. De hoogste contro leur. <Le tevens de dikste was en verre weg het meeste ge voel voor humor had. lachte lang en luid. Jan Jansen was om er- stemmen. Hy vond trouwens geen reden tot lachen. Deze contro leur leek hem nog dwazer dan de vorigen. maar hU had da: wel verwacht. Hy perste de kppen opeen, keek vastberadener dan ooit, en ik heb u al gezegdenfin. Teen de öpper-cor.:ro'.eur eindelijk was uitgelachen z?i hy tot Jan Jansen: „Kom mee. ik zal Je helpen", en tot zi>n onderhebbenden: „HU puk: erin". Waar op hij hem langs de lage controleurs van de staanplaatsen-tribune omhoog loodst*, cn Jan Jansen den mooisten wed strijd van het heele tournooi zag. HU brulde ook een beetje vcor Oeroekwee. en het won. Ondanks het genus van Kees-van-Miekc. met wiens medewerking het makkelijk 4 of 5—1 zou zijn gewor den. want ze misten een paar retrzekanse die Kees met z'n taters en pille in ge heide kools zou hebben omgezet. Het merkwaardige van dit eenvoudige verhaaltje is., dat er inderdaad een heel gewone ir.an op deze wyze binnenge komen zou kunnen z!jn. U had het kun nen weren. Of ik Maar wy waren het niet. Het was de Laatste Nuchtere Hol lander. de eenige die in het geheel niet door febris Olympics, of voetbalbüs. of hoe u de rage der laatste weken wilt noemen was aangestoken, en die den toesumd der anderen voldoende begreep om er gebruik van te kunnen makea op gepaste en eenvoudige wyze. Het spreekt vanzelf dat Jan Jensen de gulden voor de staanplaats-kaart, die niet verkrygbaar was. aan den opper- controleu.- gaf. en dat deze hem aan vaardde. Maar laat ons daar niet over vallen. HAARLEMMERMEER. ✓ROEGER VEEL KLACHTEN OVER GEMIS AAN GOED WATER. NU IS EVENWEL NOG MAAR 50% AANGESLOTEN. Het is merkwaardig cat er in vrceger© jaren veel Is geklaagd over gebrek aan voldoende goed drinkwater. Honderden gezinnen moesten zich be- heipen niet slecht water, vat een ge vaar opleverde voor do volksgezondheid, of gToote kosten maken om water te koopen. Het is wel gebeurd dat arbei dersgezinnen in dagen van gToote droogte iedere week byna 2 moesten uitgeven om water te koopen. hetgeon zy dan met veel moeite lieten meebren gen uit de omliggende steden door de melkrijders. Toen heeft het provinciale waterlei dingbedrijf ln de laatste paar Jaren langs de lange rechte maar zeer dun be reikte wegen ln Haarlemmermeer een buizennet deen aanleggen over een af stand ran meer dan 150 Kilometer. Maar nu ls de treurixe ervaring op gedaan dat nog slechts 50 pet. van ah© perceelen op de waterleiding zijn aange sloten. Vreemd ls dat verschillende personen die vlak by het buizennet wonon zeg gen: ik wil geen duinwater, want ik heb regenwater genoeg of het duinwater 1 me te duur. Burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer hcl>brn een circulaire verzonden waarin wordt herinnerd dat de nalatjgen volgens de wettelijk vast gestelde verordening verplicht z::n om hun perceel aan te atU daarvan kunnen worden, gestraft inet geldboete en hechtenis. Elke woning, waarvan de gevelmuur gelegen ls binnen -en art tand van 40 Meier van den as van den weg. waarin oen waterlokftngsbuis aanwezig is. moet als regel aan de waterleiding zijn aan gesloten. tenzy ln enkele gevallen om byzondere redenen ontheffing is ver leend. ONGELUK RIJ IÏF.T SPELEN. De 6-Jarigc J. WNagtzaamstrnat 84, Ls Woensdagmiddag onder het spelen ge vallen. Hy brak daarby den rechter pols. Een lid van den Ongevallcndienst heeft de eerste hulp verleend, waarby de verband trommel van het Politiepost- huis Amsierdamsche Vaart goede dien sten bewees, en de vader bracht daarna den jonger, naar het Si, Elisabeths Gast huis. Na behandeld te zUn kon hy weer naar huis gaan. INGEZONDEN MEDE DEELINGEN a 60 Cents per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJORISSTR A AT 16 TELEFOON 10756 HOBBY VLOERWRIJVERS F 125.. behalve het onze voor het gevaar zou den gewaarschuwd hebben Dit konden wy kort daarop vaststellen. Eerst moes ten wy ons met het myr.enveld bezig houden, wy dreven met behulp van den concentrator de myn. die moeder gezien had. terug en lieten hem springen. Vervolgens richtten wy al or.ze con centrators op het mynenveld en zochten het af. Een voor een lieten wy de my- nen springen. Na een lialf uur ongeveer was de zee gezuiverd omdat wy trots het zoeken met onze apparaten geen ex- plolsie meer konden te voorschijn roe pen. Wy hadden negen en negentig explois'.es geteld, wat ons achterdochtig maakte, want het lag voor de hand dat men een rond getal van 100 mynen had ge'egd. Waar was de honderdste mijn gebleven.? wy voeren op een van de vlsschexsbooten toe en de menschen gaven ons sidderend van angst, de ge- wenschte Inlichtingen. Zij hadden ge zien op welke voor hen onbegrUpelijk" manier wy het mynenplan verijdeld hadden en vreesden nu onze wraak. Zij gaven onomwonden toe. leden van een Internationaal samengesteld marine-de tachement te zyn. dat uitgezonden was om ons te vernietigen en ons hier dien valstrik had gespannen. Een der mynen was 'snachts tegen een vi'schersboct aangedreven en had deze natuuriyk 'n splinters geslagen. Het was een Gods gericht. De wapens van onze achtervol ger* haddea üch tegen hen zeiven ge beerd, .(Wordt vervolgdJ.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9