HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DEN RAAD.
I H. D. VERTELLINGEN
FEUILLETON
De vier gedenkwaardige jaren
der familie Van der Velde
DONDERDAG 14 JUNI 1928 DERDE BLAD
Vertraagd klein grut. Straatnamen. Een ver-
keersongelukje. Het voorstle-Visser inzake de
dancings opnieuw in stemming gebracht, en door her
haalde staking van stemmen verworpen. Eerste
étappe van het autobussen-debat. Blijkbaar geen
meerderheid voor het voorstel van B. en W.
De burgemeester was er niet. Of er
waarheid zat in het gerucht, dat ZJE.A.
in de queue stond op het Van Tuyll-
plein, betwijfel ik. In elk geval moet
men zich daar zelfs in die queue beter
geamuseerd hebben dan wij in deze
raadszitting.
Er was een heeleboel klein grut, met
autobussen aan het slot. Het kleine grut
hield den Raad tot vier uur bezig, en er
werd een heel debpt gehouden over een
straatnaam. Womerlijk zoo verzot als
gemeenteraden toch zijn op straatna
men. De eenige verklaring zou wezen,
dat je er over praten kunt zonder eeni
ge voorbereiding, m.a.w.dat iedereen
er ten allen tijde over praten kan. Maar
het ware kwaadaardig om te veronder
stellen dat dit de vroede voorkeur zou
beheerschen. Ik weiger het te geiooven.
Bezield door een of ander raadsel
achtig motief zakte de Raad diep weg
in een discussie over de belangrijke
vra.g, of het verlengstuk van de Rusten
burgerlaan net zoo moest heeten, of
Westrustla&n. B. en W. wilde het eerste
en de heer Wolzak het tweede. Beide
partijen stonden vast op haar stuk, en
niemand dacht aan het voor de hand
liggende compromis-voorstel West-
Rustenburgerlaan dat het netelige
probleem binnen twee minuten opgelost
zou hebben.
Tenslotte wou de voorzitter, mr. Heer-
kens Thijssen, het voorstel-Wolzak niet
als een amendement erkennen, waar-
oveV weer een heel gedoe ontstond. De
heer Gr oenend aal. door acuten humor
aangegrepen, stelde voor om een com
missie ad hoe te benoemen om uit te
maken of het een amendement was.
Toen werd er toch maar over Westrust-
laan gestemd, de heer Wolzak verloor
met 28—7 stemmen en de wethouder ver
liet zegevierend ahaar vrij verveeld het
slagveld. Wethouders hebben wel wat
beters te doen.
Opnieuw werd gesteemd over het voor
stel-Visser, dat beoogde om aan geen
enkele publieke dansgelegenheid verlof
Ie geven om na middernacht open te
blijven. Opnieuw staakten de stemmen
(1818) weshalve het voorstel, inge
volge de bepalingen van de Gemeente
wet, verworpen was. Natuurlijk bleek de
stemming rechts tegen links behalve dat
de communist Peper zich bij de voor
stemmers schaarde.
Waarna, de Raad eenigen tijd Kanton-
gerechtje speelde met een verzoek
schrift van R. Nauta om hem f 75 uit
te betalen wegens schade, door hem ge
leden tengevolge van een aanrijding
bij het Kruisweg-viaduct. De wethou
der-senator-notaris-advocaat mr. Slin-
genberg, in zijn vierde en oudste quali-
teit, was zeer welsprekend. Een half do
zijn leden voerde het woord. Het was
warm en de zaak werd er niet helderder
op. Aan de perstafel kregen wij den in
druk, dat zij alleen opgelost zou kunnen
worden door het paard van den voer
man die geen schuld aan het ongeluk
had te hooren. Volgens mr. Slingenberg
was ook dit paard onschuldig, maar de
heer Peper beschouwde het karakter
van het dier met achterdocht. Het heeft
een bijzondere geaardheid, zegt hij.
Blijkbaar kent hij dit paard persoonlijk.
Maar zijn voorstel om de f 75 schade
vergoeding te geven werd verworpen met
vele stemmen tegen. B. en W. zullen de
zaak nog eens onderzoeken "en naar
bevinding handelen. Hoe de technische
détails van een verkeersongeluk onder
werp van een raadsdebat kunnen wor
den, zooals nu geschiedde, begrijp ik
niet. Dit zijn toch geen zaken voor een
- van negenendertig menschen!
Tenslotte werd er, om vier uur, aan
het onderwerp Autobuslijnen begonnen.
Eerst deed de heer Van Liemt een voor
stel om de zaak nog maar eens uit te
stellen, omdat hij en anderen bepaalde
stukken nog eens bestudeeren wilden.
Maar het werd met 2215 stemmen ver
worpen.
Er werd vijf kwartier over de zaak ge
praat. Toen ging de Raad in geheime
zitting, na op voorstel van den nestor
besloten te hebben om de verdere auto
bussen-discussie niet 's ayonds. maar in
de volgende zitting te houden. Dus waar
schijnlijk over veertien dagen. Men be
gint dan natuurlijk weer heelemaal op
nieuw, en het is derhalve niet zeer dui
delijk waartoe de discussie van dezen
middag diende, en waarom het eerste
worstel tot verdaging werd verworpen.
Toen was het al duidelijk dat men de
zaak toch niet meer 's middags kon
afhandelen. Misschien was de bedoe
ling alleen om de openbare meening al
vast wat in te lichten omtrent de stem
ming in den Raad ten aanzien van de
N2.H.TM. als exploitante van de
autobussen.
De heer Koppen (S.DA..P.), die een
lange rede hield, was er vierkant tegen
om de concessie aan de N Z.H.T.M. te
ge-ven, die meermalen eigenmachtig is
opgetreden en aan de gemeentecon-
tröle trachtte te ontkomen door stads-
lijnen interlocaaJ te maken. Hij voor
zag nog meer narigheid als men nu met
de autobussen begon.
De heer Miaérus tCE.) vond het
voorstel van B. en W. onduidelijk en
onvolledig, achtte het onmogelijk om
hierover te gaan stemmen en zei dat
hij geen touw meer aan de zaak kon
vastknoopen.
De heer Van Kessel vond het voor
stel evenmin helder, had veel critiek op
de organisatie der tramlijnen van de
N.Z.H.T.M. en veelde er niet voor om
met deze maatschappij in zee te gaan.
Volgde de heer De Breuk (V.B.), die
zeer zakelijk betoogde dat zi. de ge
meente eerst moest uitmaken welke bus
lijnen zy wilde hebben, dan de voor
waarden vaststellen en daarna gegadig
den oproepen om op deze voorwaarden
deze lijnen te exploiteeren. Eerst had
hij gedacht dat het zoo gaan zou,
maar bij lezing der stukken kwam hij
tot een anderen indruk. Uit de uitlatin
gen van wethouder Reinalda (de min
derheid in het college) leidde hij. af dat
alleen de door de tramdirectie ge-
wenschte lijnen zouden worden ge
ëxploiteerd. Hij vroeg om opheldering,
wou we ten hoeveel lijnen er zouden ko
men 2 of meer en of de N.ZH.T.M
zoo maar haar tramlijnen kan wijzigen.
Hoet gaat het dan met de buslijnen?
De heer Van Liemt (R.K.) meende
dat het wel mogelijk zou zijn dat ge
meente en N.Z.H.T.M. tot elkaar kwa
men. Hij voelde blijkbaar het meest
voor het „in zee gaan" iedereen wou
„in zee gaan" met autobussen met
een groote maatschappij, omdat men
een mislukking met een kleine maat
schappij zou benutten om te kunnen
overgaan naar „de alleen-zaligmakende
gemeente-exploitatie".
Waarop mr. Gerritsz (SB.A.P.) den
heer Van Liemt verweet, dat hij over
stag was gegaan, en de meerderheid van
B. en W. dat- zij met deze voorstellen
een kat in den zak zouden koopen. Als
men geen gemeente-exploitatie wil is
mr. Gerritsz het eens met den heer De
Breuk, die zegt: laat de gemeente eerst
haar wenschen vaststellen, dan gega
digden oproepen en met den beste in
zee gaan.
Dit was het slot van dit stuk tram
debat.
Het heeft den indruk gegeven dat wij
nog ver van de belissing verwijderd zijn.
Een minderheid in den Raad is voor ge
meente-exploitatie. Een meerderheid is
voor particuliere exploitatie. Maar al
gemeen is men er blijkbaar voor, dat
de gemeente de touwtjes in handen moet
houden en zich niet gaan overleveren
aan onzekerheden. De heer De Breuk
stelde daarbij de kwestie alsof hij na
mens de firma Gebr. én Gez. Haarlem
zaken wilde gaan doen. Het klonk in den
aanvang wat ongewoon in deze sfeer,
maar de logica van het standpunt viel
niet te miskennen.
Wat er over veertien dagen' zal ge
beuren is nog een open vraag. Het zou
mij verwonderen als het tot een stem
ming over deze voorstellen kwam. Mis
schien zullen B. en W. in den tusschen-
tjjd nog wel met vaster omlijnde plan
nen voor den dag komen. Het raadsde
bat van Woensdag heeft al wel aange
toond dat er voor deze, in dezen vorm
althans geen meerderheid is. Intusschen
is er zulk een conflict van verschillende
standpunt en zienswijzen, dat er alle
kans schijnt, op een serie debatten zon
der definitieve resultaten. De N.Z.H.T.M.
heeft wellicht geen buitengewonen
haast-.
Door mr. Gerritsz werd er aan her
innerd dat deze zaak nu tien jaar oud
is. Voor een belangrijk gemeentelijk
probleem is dat vrij jong. Moed
houden maar.
R. P.
HET SALARIS DER
POLITIE-AGENTEN.
NOG EEN ADRES AAN DEN
RAAD.
Eenige weken geleden hebben wij me
degedeeld, dat de afdeeüing Haarlem
van den Bond ran Ghrisielijke Politie
ambtenaren een adres aan den gemeen
teraad had gezonden om aan te drin
gen op verhooging van het salaris der
hoofdagenten.
Nu heeft ook de af deeling Haarlem
ran den Ned. R.-K. Politiebond „St.
Michael" een adres aan den raad ge
richt. Daarin wordt nie: alleen verhoo
ging van de salarissen der hoofd-agen-
ten, maar ook der agenten gevraagd.
Allereerst wordt gezegd* dat door de
Centrale Commissie van Overleg voor
het politiepersoneel te Haarlem in hare
vergadering van 5 Januari 1927, naar
aanleiding van een ingekomen verzoek,
tot een herziening van de salarieering
voor de hoofdagenten van politie te
Haarlem een conalusie werd genomen,
waarin werd uitgesproken, dat, afge
scheiden van de vraag in hoever de
bezoldiging van de hoofdagenten van
politie juist is, het moment niet gunstig
kon geacht worden om herziening van
eenige groep in overweging te nemen.
Opgemerkt wordt, dat vervolgens uit
de besprekingen in die zelfde vergade
ring duidelijk is gebleken, dat naar het
inzicht van de organisaties ook de sala-
rieering van het agentenpersoneel te
Haarlem niet in overeenstemming mocht
worden geacht met de taak, welke aan
dit personeel is opgedragen en de sala-
rieering voor die groep geldende in
vele andere vergelijkbare gemeenten.!
Nu de annexatie meer dan een jaar
werkelijkheid is geworden en dus veilig
mag worden aangenomen, dat de daar
mee gepaard gaande veranderingen in
de personeelsformatie enz. voor de ge
meente thans ten volle zyn be overzien,
moet de tijd worden geacht gekomen
te zijn, dat nu ook ernstig moet over
wegen of de salarieering voor de twee
laagste groepen van het politiepersoneel
ai of niet juist is.
Adressant is van oordeel, dat speciaal
de thans geldende salarieering voor de
hoofdagenten van politie te Haarlem
en de positie, welke deze groep inneemt
ten aanzien van het overige gemeente-
personeel, niet m overeenstemming is te
achten met de bijzondere gemeenschap?
taak dezen functionarissen opgedragen.
Adressant verzoekt het daarheen te
willen leiden, dat het geheele politie
personeel. inclusief de hoofdagenten en
de agenten van politie, zullen worden
ingedeeld bij een der groepen van het
personeel in dienst der gemeente Haar
lem op wie het „Ambtenarenregle
ment" van toepassing is en in verband,
daarmede wel te willen bevorderen, dat
de thans geldende salarieering voor
hoofdagenten en agenten van politie
spoedig in gunstigen zin worde herzien!
In de toelating wordt medegedeeld,
dat in 1920 de salarissen voor agenten
zijn vastgesteld op 34.5040 per
week en voor hoofdagenten op 43
per week.
Met het grondloon der gemeentewerk
lieden rekening houdend zou het salaris
voor de agenten moeten zijn 37.65—
43.04 per week.
De vergoeding van 26 of 52 per per
jaar voor het bezit van het politde-di- 1
ploma met of zonder aanteekening wordt
ook te laag geacht.
Betoogd wordt tenslotte dat de sala
rissen der politie in andere groote ste
den gunstiger is dan te Haarlem.
DE VERZAMELING VAN
DEN HEER
H. H. THEUNISSE.
QVER DE HISTORIE VAN
NEDERLAND.
Door langdurig verblijf buitenslands
was de heer H. H. Theunisse sinds begin
Maart niet in de gelegenheid een nieu
we tentoonstelling bij de firma Boskamp
en' Zoon te Overveen in te richten.
Nu zal hij evenwel na 15 Juni weer
met het regelmatig exposeeren zijner
verzamelingen aanvangen en wel met
een serie over de Historie van Neder
land van de vroegste tijden af tot op
heden.
De eerste tentoonstelling over „Ne
derland van de vroegste tijden tot de
komst der Romeinen", zal op 15 Juni
geopend worden, om op 15 Juli te wor
den vervangen noor no. 2 „De Romei
nen liier te lande".
Telkens na verloop van een maand
zal een volgend tijdstip worden behan
deld.
De serie zal slechts in September of
October a.s. eenmaal worden onderbro
ken door een expositie betreffende een
reis „Om de oude wereldzee" (Egypte,
Palestina. Syrië, Turkije, Griekenland
en Italië).
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
De Laatste
Dit is het eenvoudige verhaal van de
ervaringen van Jan. Jansen, kruidenier in
een klein dorp benoorden het IJ. die
den eindstrijd van het Olympische voet-
baliournooi bijwoonde zonder zich in he*,
minst druk te maken.
Jan Jansen's familieleden en vrienden
liadden het Stadion al veel eerder be
zocht. En als ik zeg: zyn familieleden,
bedoel ik hen allen, met inbegrip dus
van oom Hein, den timmerman in ruste
die driemaal naar het hockeytoumooi
was geweest en tweemaal de verkeerde
partij had aangemoedigd omdat, hy
dacht dat het Holland was. En ook tante
Saar was er geweest, by de finale tegen
Britsch-Indtë, en vreeselijk boos gewor
den op allebei de scheidsrechters omdat
Holland niet won.
Toer. kwam het voetbal, en het heele
dorp verkeerde in tosr.emenden staat var.
opwinding, want ze gingen er allemaal
op hun beurt heen en kenden het spel
door en door, vanwege hun locale club
die Quick heette, spreek uit Kwik. en
die pas tegen Go ahead uit Ransdorp,
spreek uit Kówehet. het kampioenschap
van der. polder had gewonnen. Er waren
zware debatten over Oeroekwee geweest
waarin de meerderheid haar voorkeur
uitsprak voor Kees-van-Mieke. den
plaatselijken middenvoor en goalgetter.
boven Scarone. Kees schoot veel beter.
„Zet Kees in de Oeroekwee-voorhoede,
inplaats van een van die bruine gaste",
zei de zoon van den bakker, „en kijk dan
nog'es waar die Arregentjjne blijve".
Jan Jansen hoorde het aan en zweeg
Niemand begreep waarom hij niet ging.
Hij was de trouwste donateur en sup
porter van Kw.k. brulde het hardst aan
het lijntje en toch wachtte-n-ie. Zelfs
weigerde hij om naar Heiland—Oeroe
kwee te gaar., en lachte kalm de vrinden
uit die de nachtelijke queue-ellende in
de Vijzelstraat waren gaan meemaken.
Ze zanikten hem allemaal an z'n kcp.
tot-ie tenslotte zei: ..Hou je gerege. Geef
mijn de fienéle. Ik gaan naar de f. en Ale.
en niks minder".
Dit gezegd hebbende woog hij bedaard
een pond krenten af, liet het in het
zakje glijden, vouwde dit keurig toe en
wou geen woord meer zeggen.
Ze hoonden hem en zei en dat-ie gek
was, dat-ie er nooit in zou komme, dat-ie
achter 't met. zou visschen. Hij grinnikte
even en bleef bij zijn plan. Hij was een
vastberaden en koppig man. Jan Jansen,
en degelijk ook. Als deze deugden vol
doende waren om het veel verder te
brengen, zou hl) het veel verder hebben
gebracht. Nu was hij een zeer goed krui
denier, hetgeen hem volkomen bevredig
de. En is een mensch niet geslaagd en
gelukkig in deze wereld als hij zeer goed
in zijn vak is, er. tevreden? Dit schijnt
een schier vaststaand feit.
Het dorp lachte hem luidkeels uit
toen hy geen moeite wenschte te doen
voor de finale op Zondag 10 Juni. en
rustig thuisbleef „Ik wacht nog effe".
zei hU bedaard. „Der komt nog wel
meer van". Hij had dus nog flair ook.
of intuïtie, of hoe u het noemen wilt.
Toen de radio van den bakker 's avonds
rapporteerde dat het 11 was gewor
den, en dat er Woensdag zou worden
overgespeeld niemand in het dorp
had ditmaal een kaart kunnen bemachti
gen, en ze verdrongen elkaar by den
bakker kregen ze eindelijk een beetje
respect voor Jan. Niemand had aan die
mogelijkheid gedacht.
Woensdagmiddag verkocht-ie tot vyf
uur krenten, zeep. sago. zout en soda.
trok toen bedaard z"n Zondagsche pak
aan, stak een sigaar op en ging met het
trammetje op weg. Ze hadden allemaal
gezegd dat-ie geen kaart meer krUgen
zou en dat-ie in de keu had moeten
gaan staan. As je een goeie mets wou
zien moest je in een keu. Dat hoorde
erby. Hy liet ze praten en gir.g. Hy ge
loofde in de orde der dingen, de recht
vaardigheid der voetbalgoden en zyn
eigen nuchterheid. Hij liet zich niet
haasten en niet opwinden.
Ik heb u vooruit gewaarschuwd dat het
een zeer eenvoudig verhaal is. Er komt
heelemaal geen sensatie in. en geen
verrassend slot. Het is echt ouderwetsch-
nuchter.
Jan Jansen bereikte het Stadion om
halfzeven, na in de stoomtram op de
IJ-pont, by het station en in de elcc-
trische tram vele zeer opgewonden men
schen ontmoet te hebben, die hem allen
verzekerden dat hy geen kans meer had
om erin te komen. Sommigen lachten,
anderen werden kwaad, weer anderen
sarcastisch. Men zei dat hij een dom
provinciaaltje was. Iedereen scheen te
eischen dat men zich dagen lang druk
zou maken, op het N.O.C. schelden en
in queues staan, alles om een eenvoudi-
gen voetbaiwedstryd by te wonen.
Op den hoek ran
het Van Tuyllplein,
by het café. zat aan
een tafeltje een
meisje var. die groot
steedse he schoonheid
die kleine provin-
ciaaltjes ontstelt en
soms in de war
brengt. zy lachte
schril. zy kirde:
..Wou jy er nog in.
boertje? Het Is uit
verkocht".
,Jk kom er nog
in", zei Jan Jansen
kalm en een beetje
kortaf, want hy zag
dat dit meisje niet zoo degelijk was als
hy.
Nu maakt vastberadenheid a'.tyd in
druk. Het meisje lachte luidkeels en
vroeg toen schattig: „Mag ik met je
mee?"
„Neen", zei J. Jansen beslist.
„Waarom niet? Je bent niet erg ge-
lant".
„Omdat u er n 1 e t in komt. juffrouw",
zei hy bedaard, en ging verder.
By de loketten voor staanplaatsen
dropen de laatste teleurgestelden af en
hing het bordje „Uitverkocht". Ervóór
waakte politie. Achter de gesloten hek
ken stond een controleur van den laag-
sten rang, in een fraaie uniform.
De kruidenier ging
rechtstreeks op hem
af en zei kalm:
.Geef myn één staan
piaats".
„Heb je geen auge
in je kop?" vroeg de
lUtorlteit ruw. „*t is
uitverkocht".
.Ken me niet
schele". zei Jan
rus-.r Ééntje ken d'r nog wel by. Ik
heb nog geen wedstrijd gezien. Roep
je baas!"
De controleur was paf van zoon
brutaliteit. Hy hapte naar lucht. Een
woordenboek vol kernachtig Amster-
damsch verdrong zich in zyn brein. Hy
kon geen keus maken, maar aangezien
vastberadenheid altyd indruk maakt
eindigde hy met te zwijgen en gebaarde
naar een iets hoogeren controleur, in
een nog fraaier uniform.
Deze was zoo dom-verbaasd ever het
ongehoorde geval, dat Jansen weinig
woorden aan hem verspilde. Hy zei:
„Maak dat hek open. Het is in orde
Ik moet erin. En roep jóuw baas. Ik heb
niet veel tyd".
Het wordt vervelend
om u opnieuw eraan
te herinneren dat
vastberadenheid in
druk maakt. Laat
ons liever consta-
teeren dat Jan Jan
sen tydens zyn wel
besteed leven zyn
oogen niet in zyn
zak had gehad, en
opgemerkt dat men op den hiërarch:-
schen weg. dewelke met vele uniformen
versierd is. luistert naar den klank van
His Master's Voice, a! komt deze uit
een onwaarschynlUk omhulsel. Ook heb
ben de brutalen de halve wereld, en meer
van die oude waarheden. De controleur
dacht waarschynlijk dat hy een lid
van het garantiefonds voor zich had. of
een ietwat-zor.derltng familielid van een
der hoogsten in het N.O.C. In elk geval
een autoriteit. De toon waarop hU werd
aangesproken was niet te miskennen.
Hy opende dus. zy het dan aarzelend,
het hek. liet Jan Jansen binnen, bezag
hem van top tot teen met grenzenloozc
verbazing en riep zyn baas.
Deze was de hoogste aller controleurs
Hy hoorde de uitlegging van zyn onder-
hebbenden aan. kwam nader en begon
te lachen.
Jan Jansen begreep dat zijn pleit ge
wonnen was. Het verwonderde hem
niet.
„Wie ben jy?" vroeg de zeer hooge
controleur.
„Jan Jansen, kruidenier. Ik mot er
in".
„Zoo zUn er meer. Waarom ben jy niet
een kwartier eerder gekomen? Het is pas
een kwartier uitverkocht".
..Ik zou een kwartier eerder gegaan
zyn als de weduwe Willemse niet om
zeep en soda en rozynen was gekomme.
Ik ben geen rentenier, net zoomin as
jy. M'n zaak gaat voor. Maar nou mot
ik erin, want ik heb nog geen wedstryd
gezien. Ik heb gewacht op deze".
„Waarom?"
„Dit is de mooiste".
y Jan Jansen
szJ-SSi') -• 5'
w
door JAN VAN MERLENSTEIJN.
29)
„Zoo! Heeft die man reeds veel sche
pen beroofd?" vroeg vader.
„Dat weet ik niet. Maar er is toch
zeker het een of ander niet in den haak,
want er is op zyn arrestatie een beloo
ning van honderdduizend pond ge
steld. Weest u maar voorzichtig, hy
moet op deze routé- varen".
Hier hield hy plotseling op, want in
tusschen was het lioht geworden en hy
kon ons jacht reeds tamelyk goed zien.
Daarop stond in groote letters het
woord „Insulinde". De man sloeg zyn
handen in zyn haar, zyn oogen puilden
byna uit hun kassen en dan wees hij met
een trillenden wijsvinger op 't jacht:
„U - u - bent Var. der Velde?"
Vader zag hem ee?i oogenblik onder
zoekend aan. toen zy hy:
„U heb: gelijk. ik> ben deze zeeroover".
En wij stapten weer in de motorboot
zonder ons verder om den man te be
kommeren. Wij waren er volkomen ze
ker van dat hy op ons niet schieten
zou. Wij verzwegen dit voorval op het
jacht doch verscherpten wederom de
wachten.
Op deh twee en vyftigsten dag waren
we weer op de hoogte van Gibraltar.
Noordehjk lag het vaderland, dat wy nu
in negen maanden niet hadden gezien.
Wij beten de tanden op elkaar, verlieten
de gewone bootenroute en vervolgden
onze koers in de richting van IJsland.
Het is zeer eigenaardig dat de men-
schelyke natuur zich met voegen wil in
dat, waartoe het noodlot hem dwingt.
Wij hadden met de „Zwaluw" al eens
een reis om de wereld gemaakt en wa
ren toen bijna twaalf volle maanden uit
gebleven. In deze twaalf maanden had
den wy ternauwernood iets van heim
wee gevoeld. Doch de negen maanden
van onze verbanning voelden wy als
even zoovele jaren. Hierbij kwam nog
een onaangenaam voorval, dat ons het
treurige van onzen toestand duidelyk
liet zien. Op zekeren avond meldde
zich plotseling -een matroos ziek, direct
daarop een tweede en een derde en ein-
delyk hadden wy niet één werkeiyk ge
zonden matroos meer aan boord.
De menschen wentelden zich in hevige
krampen om en moesten verschrikkelijk
braken. De een was in mindere, de an
dere in meerdere mate door deze plot
selinge ziekte aangegrepen, doch vyf
waren er zoo naar aan toe. dat wy het
ergste vreesderi. Ons zelf scheelde n:e:.<.
wat ons op de oorzaak van het ongeluk
bracht. Voor ons had moeder gekookt,
voor de bemanning echter de scheeps
kok. De veronderstelling lag voor de
hand. dat hy bedorven conserven in
handen had gekregen. Het was een vree-
selyke toestand. Wij hadden geen dok
ter aan boord en moesten daarom zoo
vlug mogelyk een HoUandsche stoom
boot zien te bereiken.
Daarby kwam dat wy geen hander.
hadden om het schip te bedienen. Wij
werkten beslist bovenmenscheiyk. Geor
ge en Gerard bedienden de macliinos.
Moeder en vader deden wat zy konden
om de zieken te helpen. Een geluk was
het dat Corry reeds iets van navigatie
afwist. Het dappere meisje bediende
lange uren achter elkaar liet stuurrad,
terwyl ik aan den concentrator stond,
waarmee ik de snelheid van de vaart
verhoogde. Na ongeveer drie uur, waar
in wij ongeveer driehonderdnegentig
mylen afgelegd en vier handelschepen
hadden ontwapend, haalden wy by
ingang van het Kanaal de HoUandsche
passagiersboot „Patria" in en vroegen
naar een dokter. Die kwam aan boord
en beval, dat de vyf ergste zieken op 1e
groote stoomboot moesten borden over
gebracht. De overigen toonuden reeds
weer teekenen van beterschap. De dokter
schreef hun een dieet voor en verliet
ons schip.
Daar de zee tamelijk stormachtig was.
nam het overbrengen van de zieken veel
tijd in besl3g. Pas na meer dan twee uur
konden wy onzen weg vervolgen. Den
volgenden dag was de helft der beman
ning in dienst terug en twee dagen
later waren allen weer op hun post.
Evenwel konden wy niet verhinderen,
dat kort te voren eerst nog een Ita-
liaansch handelsschip onverwachts een
verraderlijk schot op ons loste, dat een
stuk van den camouflageschoorsteen
wegrukte. De rest ervan gooiden wij over
boord. Om een voorbeeld te stellen,
straften wy dit schip door zyn machines
volkomen onbruikbaar te maken, zoodat
het noodzeilen moest hijschen.
De dienst werd nu een beetje zwaar
der omdat wy vyf man te weinig had
den. Wy zelf stelden ons natuurlijk nu
ook in dienst hoewel wij reeds sedert
lang de bediening van "net radio-appa
raat hadden overgenomen. wy verme
den de drukbevaren- bootrouten en de
weken gingen in dooasche eentonig
heid voorbij. Sedert wy eens gezien had
den dat moeders oogen zich bU het noe
men van mademoiselle en ons huis in
Wassenaar met tranen gevuld hadden,
lieten wy iedere toespeling hierop ach
terwege.
Een bezoek aan de heeriyk schoono
Noorweegsche fjorden bracht ons een
weinig afleiding. Maar aan dezen tyd
kwam ook een einde en moedeloos zet
ten wy koers in de richting der Faroe-
eilanden om ten Westen van Engeland
weer naar God weet waarheen! te
varen.
In de nabijheid drr Faroe-eilanden
aangekomen bemerkten wU een paar
vissc hersbooten, die op :anden van
ongeveer 1000 meter van eik aar aan het
visschen waren. Wy bekommerden ons
niet om hen. omdat we hadden gecon
stateerd. dat zij wapenloos waren en
wy voeren rustig de bootenketting in.
die zich ook om ons niet scheen te be
kommeren. Moeder. Corry en ik stonden
aan de borstwering naar de booten te
kijken, toen moeder plotseling op een
voorwerp wees dat zoowat veertig meter
van ons afdreef en vroeg:
..Wat is dat voor een eigenaardige
boei?"
Ik volgde de richting van baar vinger
en myn hart stond een oogenblik stil.
Met een sprong was ik by de comman
dobrug en schreeuwde naar boven:
„Terug. Volle kracht terug!"
Boven klingelde de telegraaf, toen ging
er een trilling door de romp der „Insu
linde" doordat de schroeven met mach
tig geweld in de verkeerde richting om
sloegen.
Toen liet ik liet schip stilhouden.
Vader Gerard en George waxen op
mfin roepen naderby gesneld en Ik wees
zwijgend op dat. da: moeder voor een
boei had aangezien. Afschuw en ont
zetting spiegelden zich af op de ge
zichten. toen George uitriep:
„Een zeemyn!"
Men had er op gerekend dat wy ko
men zouden en bij de Far oer een mij
nenveld tegen ons gelegd. Daar de Fa-
roer volkomen buiten de gewone boo
tenroute lagen, kon men dat zonder
gevaar doen. Bovendien lagen er de vis-
schersbooten, die met verfcleede marine-
troepen bezet waren en die leder schip.
De hoogste contro
leur. <Le tevens de
dikste was en verre
weg het meeste ge
voel voor humor had.
lachte lang en luid.
Jan Jansen was
om er-
stemmen.
Hy vond trouwens
geen reden tot
lachen. Deze contro
leur leek hem nog
dwazer dan de vorigen. maar hU had
da: wel verwacht. Hy perste de kppen
opeen, keek vastberadener dan ooit, en
ik heb u al gezegdenfin.
Teen de öpper-cor.:ro'.eur eindelijk
was uitgelachen z?i hy tot Jan Jansen:
„Kom mee. ik zal Je helpen", en tot zi>n
onderhebbenden: „HU puk: erin". Waar
op hij hem langs de lage controleurs van
de staanplaatsen-tribune omhoog loodst*,
cn Jan Jansen den mooisten wed
strijd van het heele tournooi zag. HU
brulde ook een beetje vcor Oeroekwee.
en het won. Ondanks het genus van
Kees-van-Miekc. met wiens medewerking
het makkelijk 4 of 5—1 zou zijn gewor
den. want ze misten een paar retrzekanse
die Kees met z'n taters en pille in ge
heide kools zou hebben omgezet.
Het merkwaardige van dit eenvoudige
verhaaltje is., dat er inderdaad een heel
gewone ir.an op deze wyze binnenge
komen zou kunnen z!jn. U had het kun
nen weren. Of ik Maar wy waren het
niet. Het was de Laatste Nuchtere Hol
lander. de eenige die in het geheel niet
door febris Olympics, of voetbalbüs. of
hoe u de rage der laatste weken wilt
noemen was aangestoken, en die den
toesumd der anderen voldoende begreep
om er gebruik van te kunnen makea
op gepaste en eenvoudige wyze.
Het spreekt vanzelf dat Jan Jensen
de gulden voor de staanplaats-kaart, die
niet verkrygbaar was. aan den opper-
controleu.- gaf. en dat deze hem aan
vaardde. Maar laat ons daar niet over
vallen.
HAARLEMMERMEER.
✓ROEGER VEEL KLACHTEN OVER
GEMIS AAN GOED WATER.
NU IS EVENWEL NOG MAAR
50% AANGESLOTEN.
Het is merkwaardig cat er in vrceger©
jaren veel Is geklaagd over gebrek aan
voldoende goed drinkwater.
Honderden gezinnen moesten zich be-
heipen niet slecht water, vat een ge
vaar opleverde voor do volksgezondheid,
of gToote kosten maken om water te
koopen. Het is wel gebeurd dat arbei
dersgezinnen in dagen van gToote
droogte iedere week byna 2 moesten
uitgeven om water te koopen. hetgeon
zy dan met veel moeite lieten meebren
gen uit de omliggende steden door de
melkrijders.
Toen heeft het provinciale waterlei
dingbedrijf ln de laatste paar Jaren
langs de lange rechte maar zeer dun be
reikte wegen ln Haarlemmermeer een
buizennet deen aanleggen over een af
stand ran meer dan 150 Kilometer.
Maar nu ls de treurixe ervaring op
gedaan dat nog slechts 50 pet. van ah©
perceelen op de waterleiding zijn aange
sloten.
Vreemd ls dat verschillende personen
die vlak by het buizennet wonon zeg
gen: ik wil geen duinwater, want ik
heb regenwater genoeg of het duinwater
1 me te duur.
Burgemeester en wethouders van
Haarlemmermeer hcl>brn een circulaire
verzonden waarin wordt herinnerd dat
de nalatjgen volgens de wettelijk vast
gestelde verordening verplicht z::n om
hun perceel aan te atU
daarvan kunnen worden, gestraft inet
geldboete en hechtenis.
Elke woning, waarvan de gevelmuur
gelegen ls binnen -en art tand van 40
Meier van den as van den weg. waarin
oen waterlokftngsbuis aanwezig is. moet
als regel aan de waterleiding zijn aan
gesloten. tenzy ln enkele gevallen om
byzondere redenen ontheffing is ver
leend.
ONGELUK RIJ IÏF.T SPELEN.
De 6-Jarigc J. WNagtzaamstrnat 84,
Ls Woensdagmiddag onder het spelen ge
vallen. Hy brak daarby den rechter
pols. Een lid van den Ongevallcndienst
heeft de eerste hulp verleend, waarby
de verband trommel van het Politiepost-
huis Amsierdamsche Vaart goede dien
sten bewees, en de vader bracht daarna
den jonger, naar het Si, Elisabeths Gast
huis. Na behandeld te zUn kon hy weer
naar huis gaan.
INGEZONDEN MEDE DEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
BARTELJORISSTR A AT 16
TELEFOON 10756
HOBBY VLOERWRIJVERS F 125..
behalve het onze voor het gevaar zou
den gewaarschuwd hebben Dit konden
wy kort daarop vaststellen. Eerst moes
ten wy ons met het myr.enveld bezig
houden, wy dreven met behulp van den
concentrator de myn. die moeder gezien
had. terug en lieten hem springen.
Vervolgens richtten wy al or.ze con
centrators op het mynenveld en zochten
het af. Een voor een lieten wy de my-
nen springen. Na een lialf uur ongeveer
was de zee gezuiverd omdat wy trots
het zoeken met onze apparaten geen ex-
plolsie meer konden te voorschijn roe
pen. Wy hadden negen en negentig
explois'.es geteld, wat ons achterdochtig
maakte, want het lag voor de hand dat
men een rond getal van 100 mynen had
ge'egd. Waar was de honderdste mijn
gebleven.? wy voeren op een van de
vlsschexsbooten toe en de menschen
gaven ons sidderend van angst, de ge-
wenschte Inlichtingen. Zij hadden ge
zien op welke voor hen onbegrUpelijk"
manier wy het mynenplan verijdeld
hadden en vreesden nu onze wraak. Zij
gaven onomwonden toe. leden van een
Internationaal samengesteld marine-de
tachement te zyn. dat uitgezonden was
om ons te vernietigen en ons hier dien
valstrik had gespannen. Een der mynen
was 'snachts tegen een vi'schersboct
aangedreven en had deze natuuriyk 'n
splinters geslagen. Het was een Gods
gericht. De wapens van onze achtervol
ger* haddea üch tegen hen zeiven ge
beerd, .(Wordt vervolgdJ.