H. D. VERTELLINGEN
STADSNIEUWS
HONDERDJARIG BESTAAN
FEUILLETON
DE LOTGEVALLEN
VAN ESMÊE
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 18 JUNI 1928
TWEEDE BLAD
(Nadruk Terboden; auteursrecht voorbehouden.)
Het Zoldertje
Het tfle witte maanlicht scheen naar
binnen, nog meer door de spleten van
het zoldertje dan door het dakraampje,
waar het werd tegengehouden door e=n
gebloemd lapje, dat aan vier Kanten
van het ruitje was vastgespijkerd.
Het moest ren prachtige nacht zijn
daarbuiten, tusschen de grootste spleten
kon je hier en daar een sterretje zien
schijnen. En verder was alles doodstil.
Van achter een paar oude doozen en
uit het verste hoekje van den zolder
kwam zoo nu en dan nauw hoorbaar
een muizengeluldje. Ze schenen hun
best te doen, de muizen, om in alls stil
te hun werkjes te verrichten, schoenen
en kleedlngstukken te besnuffelen en
iets eetbaars op te zoeken. Maar verder
lag alles in rust.
In het donkerste hoekje, waar de bal
ken het hoogst waren, stond het bed
van Tinus. Twee kanten grensden aan
het houten beschot en naast zUn hoof
deneind stond het schutje waarmee het
bed van den overigen zolder werd af
gescheiden.
De schuine balkenhemel boven hem
waar Tinus altijd naar lag te kijken als
hij niet slapen kon, was beplakt met al
lerlei plaatjes. Het leek wel een stalen
kaart van briefkaarten en prentjes.
Dit de tijdschriften, die tante vroe
ger van haar werkhuis had meegenomen,
waren de meeste photos geknipt. Som
mige hingen maar aan één spijker, zoo
dat je ze aan twee kanten kon bekijken.
Dan pronkten er ook vier briefkaarten
met nieuwjaarswenschen erop, die in
goud en zilver geschreven waren. In het
midden van al dat moois, met vier
blauw- en witgestreepte punaises vast
gemaakt, hing een photo van Tinus*
moeder.
Die moest gemaakt zijn toen zij uit
haar eersten dienst was gekomen en
Jan en Tinus er nog lang niet waren.
Hij lag er vaak naar te kijken.
Maar nu was alles ln het donker, pik
donker, alleen als Tinus heel lang tuurde
kon hij twee gestreepte punaises onder
scheiden van moeders portretje, die
door een zwak manenstraaltje besche
nen werden, vanuit het midden van het
dak. Hij had al heel lang zoo stil gele
gen, zijn gedachten waren ook zoo veel
verder dan dezen zolder en het huis. Hij
leefde in de toekomst, en er was nie
mand meer in te herkennen, zelfs vader
en Jopie niet. Nu zag hij zich heel dui
delijk een vreemd land doortrekken in
een oud fluweeien pak. met een viool
onder zijn arm. Een groote hond liep
naast hem, en zij aten samen van het
brood dat Tinus zoo nu en dan ver
diende.
Het leek of hij zichzelf aldoor weer
terug zag in den ouden vioolspeler van
gisteren, dien hij maar niet liad kun
nen vergeten,.
Dan kwam er weer een oogenbllk dat
hij zich voor een groot deftig wit huis
zag staan, met hooge ramen en een
zware gebeeldhouwde voordeur.
Om het huis stonden prachtige oer
oude boomen waaronder weer groote
perken lagen vol rozen in allerlei kleuren
En de eigenaar van dit huis was hij.,..
Tinus.
Maar nu zag hij weer de twee verlichte
punaises tegen den middelsten balk.
Ineens waren zijn gedachten veran
derd.
Als oude man kwam hü zijn eigen
straatje weer doorloopen, een kapotte
viool onder den arm. Er was niemand
meer die naar hem wilde luisteren en
er waren geen menschen over die hem
kenden.
Op het stoepje voor zijn vroegere huis
ging hij zitten en speelde een bekende
melodie op de oude knarsende viool. De
hond zat tegen zijn knie gedrukt, vuil en
haveloos.
Er kwam een diepe zucht vanuit het
donkere hoekje en ineens kon Tinus de
punaises niet meer onderscheiden.
Ze schenen als weggesmolten.
Den volgenden dag was het Woensdag
en een vrije middag. De lessen op school
gingen niet erg dezen morgen. Tinus kon
zijn gedachten er niet bijhouden, het leek
wel of al die sommen hem ineens onbe
grijpelijk toeschenen. Zelfs moest dè
meester verscheidene keeren hetzelfde
vragen voordat Tinus begreep dat hij
hem bedoelde.
Maar meneer had hem geen straf ge
geven, en al verder was hij in zijn ge
dachten verzonken. Om twaalf uur nield
de meester hem in de gang staande.
„Jongen, wat had jij toch vanmorgen,
het was zeker iets heel bijzonders wi
je de heele les door vergeten was." Ds
meester hield van zijn jongens en als
het eenigszins kon zond hij ze liever
zonder sommen of thema's naar huis.
Was het eigenlijk ook niet heel begrij
pelijk dat de gedachten van een jongen
bij die droge sommen, die hem dikwijls
zeif moeite genoeg gaven om er bij te
blijven?
Half blij, half verlegen vertelde Ti
nus nu dat hei die grijze vicoLsoeler was
aan wien hij aldoor maar had moeten
denken; de oude zwerver die gisteren in
hun straat had zitten spelen HU wilde
zoo graag weten, waar hij nu op het
oogenblik zou wezen, of dat hij misschien
al uit de stad zou zijn.
Dat had dus zoo'n Indruk op den jon
gen gemaakt!
Het leek wel of de meester ln zich
zelf even stond te lachen, maar toen
vroeg hij of Tinus misschien zin ha<j
vanmiddag met hem mee te gaan, dan
zouden zij den ouden zwerver kunnen
hoor en spelen. De meester kende den
artist wel van vroeger toen hij nog eens
een tüdlang hier in de stad had gespeeld
En van hemzelf wist hij toevallig dat hU
vanmiddag voor een van de groote ho
tels in de stad zou spelen.
Tinus dacht dat hU den meester nog
nooit zoo aardig had gevonden. Dat dit
nu de straf was voor al zUn gedroom!
Veel kon hU niet zeggen om meneer te
bedanken. Er was ineens iets diks in zijn
keel gekomen, maar het leek wel of de
mees :er hem toch begreep, toen de jon
gen zich met een stralend gezicht om
keerde en de gang door de school uit
rende.
Het was juist tegen theetijd toen de
meester en Tinus het plein overstaken
voor het groote hotel aan den buiten
kant van de stad.
Voor het hooge witte gebouw lag een
groot terras, met palmen en geraniums
afgezet. Een menigte stoeltjes en tafel
tjes stonden er, overschaduwd door rood
en wit gestreepte parasols. Het was er
stampvol. Tinus duizelde van al die
menschen die er zoo prachtig uitzagen
en daar dood op hun gemak zaten te
praten en te lachen, alsof zU nog nooit
verlegen waren geweest
Enkele rUen van de straat af naast
een groep palmen ontdekte de meester
nog twee vrUe stoel enby zoo'n tafeltje
met een parasol. Heel voorzichtig liep
Tinus achter hem aan, tusschen tien
tallen tafeltjes door met overal mooie
menschen. Eventjes moest hij wel zuch
ten van verlichting, toen ze goed en
wel by hun stoelen gekomen waren.
Maar ineens vervaagden al die vreem.
de dingen voor Tinus. Van heel ver sche
nen er enkele viooltonen te komen. Hij
dacht aan den droom van vannacht. Het.
was zün vioolspeler! Meester had het
ook gehoord en knikte Tinus even toe.
Langzamerhand zou de jongen de heele
melodie nu volgen. De menschen en het
rumoer om hem heen was hy vergeten.
Alleen den ouden zwerver zag hij,
zooals die gebogen stond bij den rand
van het terras, zUn hoofd afgewend van
het publiek alsof hij alleen wilde zyn
met zyn spel. De menschen schenen
hem in het eerst niet op te merken, de
meesten praatten en lachten door. Mis
schien wilden ze het elkaar niet beken
nen dat zy wel voelden voor dien gry-
zen artiest die daar zoo wonderiyk zui
ver cn ontroerend stond te spelen.
Langzamerhand werd het stil aan de
voorste tafeltjes. Er waren enkelen die
hun stoel wat verzetten en zich voelden
aangetrokken tot dien vreemden gebo
gen man, en anderen die vragend voor
zich uit bleven staren.
Niemand lette op Tinus die met zyn
twee handen krampachtig de rieten
stoelleuning omklemde. Met een bleek
gezichtje tuurde hij naar den oude, van
wien hij alleen maar een schouder en de
viool kon zien, onder de parasol van het
voorste tafeltje door.
Toen de melodie uit was keerde de
zwerver zich om en boog even zyn hoofd
voor de menschen.
Niemand klapte er bleef even stilte na
na dezen diepen, treurigen klaagzang, dit
levenslied van den ouden zwerver.
Tinus twyfelde eraan of hij het wel
werkelyk was, die nu alleen tusschen
de tafeltjes door het terras weer opliep,
den speler achterna, die langzaam met
de viool en het krukje onder zyn arm,
het plein overstak. Verscheidene men
schen waren opgestaan om hem wat te
geven, maar Tir.us was met een kwartje
in zijn hand biyven zitten en had niet
gedurfd. Het was zijn eigen geld, twee
maanden geleden had vader het hem
gegeven.
Op het midden van het plein haalde
hij den ouden zwerver in
zy waren een vreemd stel: de gebo
gen oude man, die zoo wonderlijk had
doen ontroeren, en het kleine verlegen
jochie met zyn ouwelyk gezichtje en het
kwartje vast in zyn hand gedrukt.
Van het terras af keken de menschen
wel eens heel ergens anders waren dan hen na en glimlachten.
HERDENKING VAN DE
„RERUM NOVARUM".
OPTOCHT EN MEETING.
Ter herdenking van de uitvaardiging
der encycliek „Rerum Novarum", welke
37 jaar geleden door Paus Leo XIII
werd afgekondigd, had ook Zondag we
der de jaarlyksche demonstratie plaats.
Hieraan werd deelgenomen door
afdeelingen Haarlem, Bennebroek.
Haarlem-Noord, Heemstede, Hillegoro.
Hoofddorp. Overveen-Bloemendaal
Vogelenzang van den Ned. RJC.. Volks
bond.
Eerst werd in genoemde plaatsen een
generale H. communie gehouden door
de leden van den Volles bond.
Des middags om twee uur stelden de
afd. Haarlem zich op met haar vele on
deraf deelingen, in het gebouw St. Bavo.
Toen de Volksbond van Oud-Schoten
arriveerde sloot de afdeeling Haarlem
zich hierby aan. De stoet werd vooraf
gegaan door de harmonie ..St. Caeci-
lia". De banieren der verschillende on-
der-afdeelingen werden ontplooid mee
gevoerd.
Van de Sm edestraat werd gemar
cheerd langs Barteljorisstraat, Groot
Markt, Koningstraat-, Gierstraat, Groot
Houtstraat, Houtplein en Dreef naar
het Brongebouw.
Om drie uur begon de meeting, die
werd ingezet met zuziek van Harmonie
„St. Michaël" uit Heemstede.
Daarna werden door de zangvereenl-
ging „St. Caecilia" twee zangummers
ten gehoore gebracht wo. het „Stryd-
lied'
Als sprekers traden Op de hoeren W
Bosch, kapelaan te Amsterdam en Henri
Hermans, lid van dc Tweede Kam.er de
Staten-Generaa'.
De heer W. Groenland, voorzitter vai
de afdeeling Heemstede van den R K
Volksbond leidde de sprekers in. H:J
was verheugd over de groote opkomst
en deelde mede, dat een telegram ge
zonden was aan Mgr. Taskin, Vicaris
Capiularis.
Daarna spraken de deelnemers van
de meeting den wensch uit, dat steeds
meer er meer het besef moge doordrin
gen, dat de maatschappeiyke verhou-
dingen alléén dan kunnen worden ver
beterd, door samenwerking van alle
standen, indien de ware Christeiyke be
ginselen van rechtvaardigheid en naas
tenliefde den grondslag vormen van
het gemeenschappelyk streven.
Kapelaan Bosch, daarna zyn rede
houdend, herinnerde er aan, dat Jezus
gezegd heeft „Ik ben een Koning". En
Christus is Koning gebleven, ondanks
alle vervolgingen. Hy zal heerschen. on
danks alles. Het ongeloof gaat wells
waar baan breken. Het wordt in ge
schrift en woord op straten en pleiner
uitgebazuind, door socialisten, commu
nisten en anarchisten.
En toch heeft het woord van Chris
tus „Ik zal heerschen, Ik zal Koning
zyn" uitwerking tot Op den dag van
vandaag. Op sociaal terrein is veel ge
wonnen, dank zy ook het werk van
minister Aalberse.
Ondanks a Ties, gaat ook de kerk voor
uit. Nooit is er een tUd geneest van een
dusdanige gehoorzaamheid aan den
Paus. Maar dit mag voor de R. K. ar
beiders geen aanleiding 'zyn, om nu
verder niets meer te doen. GU moet
blyven strijden. Aan ons zoo vervolg
de spreker biyft dew taak het rijk
van Christus-koning uit te breiden
Doen wU. Katholieke Volksbonders. dit
vooral ook op sociaal en economisch
terrein.
Tegelijkertijd dat kapelaan Bosch
zyn rede hield op de waranda, sprak
de heer Henrl Hermans, de tweede
groote groep luisteraars toe, in de mu
ziektent staande.
Spreker had zich tot taak gesteld uit
een te zetten; Wat wen aan de encycliek
..Rerum Novarumdanken in het ver
leden. En wat wy van dezelfde ency
cliek verwachten voor den toekomst.
Eerst besprak hij den toestand der
arbeiders van vóór 37 jaren, vóór het
verschynen der „Rerum Novarum" en
thans.
Als voornaamste punt stippelde spre
ker in breede banen uit de zoozeer ge
wilde en gewenschte bedrijfsorganisatie.
Dien kant moet het op! aldus spreker,
zooals de pas gepromoveerde doctor
Philips aan de Handelsschool zei: „wy
moeten onze medewerkers tot vrienden
maken, vriendschap, liefde en solidari
teit moet bestaan tusschen hen, die den
arbeid verrichten.
Om alles te verwezenlijken in den
toekomst zyn drie voorwaarden nood-
zakeiyk:
le. Versterking''en uithouw van de
R.K. organisaties, tot machtige licha
men;
2e. Versterking van het geesteiyk
weerstandsvermogen, door ontwikkeling
3e Trouw aan de beginselen die wc
belijden.
Dan zal er vrede komen ln de maat-
schappelyken verhoudingen, de vrede
die liefde brengt, de vrede die geluk en
welvaart beteekent.
Er werden nog eenige zang en mu
zieknummers ten beste gegeven,
Na het zingen van „Roomsche Blijd
schap", zette de nu zeer lange stoet
zich in beweging, om in optocht te gaar
naar de Kathedraal waar een plechtig
sluitings-Lof werd gecelebreerd door
kapelaan W. Bosch, geassisteerd door
Rector Kok, adviseur van de afdeeling
Haarlem en kapelaan Keyzer.
Rector Kok sprak de groote schare van
mannen en vrouwen van de kansel
toe. wilzende op de groote beteekenis
van dezen dag.
Met een plechtig „Te Deum" werd
deze besloten.
PERSONALIA.
uc heer A. J. de Witte, rijks»
klerk 2c klasse ten parkette van het
kantongerecht te Haarlem, is be»
noemd tot rijksklerk lc klas aan bo>
vengenoemd parket.
Onze stadgenoot de heer D. Been
Slöyöleeraar aan de Kweekschool voor
Onderwyzers en onderwyzer aan de
daaraan verbonden Leerschool, bereikt
dit Jaar den 65-jarigen leeftyd en zal
tegen 1 Januari 1929 eervol ontslag en
pensioen aanvragen.
De heer S. D. Neter, gediplomeerde
van de afdeeling bouwkunde der M.T.S.
te Haarlem is benoemd tot teekenaar by
den architect A. K. Bedt tc Hengelo.
Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van Zandvoort vond Zaterdagavond
«en diner plaats in hotel „Groot Badhuis",waaraan ook Z. K. H. Prins Hendrik deek
nam. De prins wordt verwelkomd door Jhr. Mr. Dr. A. Röcll, den Commissaris der
Koningin, en door den Burgemeester van Zandvoort, den heer Van Alphen.
(Naar het Engelsch. van
O. N. en A. M. WILLIAMSON.)
64)'
„Ik wil haar niets vragen", zeide
Power.
„Ricardo, hy liegt liegt gedeelte-
lyk", stamelde Esmée. „Het is waar,
dat mijn naam O'Connell ls. Ik ben
Dawid O'Connell's dochter, maar heb
niemand wraak gezworen. Ik wilde het
je vandaag vertellen Ik had het al
eerde- willen doen, maar maar
„Esrn(e!"
Er klonk geen toorn in Power's stem.
Alleen verbazing, en ja, teleurstelling.
Het meisje begreep zijn gevoelens. Hy
was onuitsprekelijk gekwetst en ver
baasd dat zy hem opzettelijk scheen te
hebben bedrogen en eers' door het ver
raden van haar geheim tot bekentenis
was gekomen, zyn vertrouwen was nog
niet verloren nog niet. Maar Lyons
maakte gebruik van de gelegenheid, die
hy meende te zien.
„U hoort, zü bekent het", verheugde
hy zich. ..Vraag haar maar. of zij niet
in dit huis kwam als de betaalde spion
van een zekeren Rogers van Scotland
Yard, om uw geheim uit te vorschen,
en in ae eerste plaats om het geheim
van deze kamer te loeren kennen.
Vraag haar, of haar dat niet den eer
sten dag van uw afwezigheid is gelukt;
of zy de arme martelares niet uit haar
schuilplaats daar achter de boekenkast
wisr te lokken, om van haar eigen lip
pen het verhaal be hooren en hot over
te brengen aan de politie? Zij kan het
niet ontkennen, daar Silvers en ik hen
te zamen zagen, toen wy binnenkwa
men en de deur naar de geheime kamer
open vonder.'"
De woorden schenen als mek er slagen
op Esmée's hart te vallen.
Richard Power richtte zyn blinde
oogen op haar zy dacht, dat hy wilde
spreken. ZU durfde zUn eerste woorden
niet afwachten!
„Ricardo!" zeide zy. „vergeef mij!
Maar weinig, heel weinig van dat ver
haal is waar. Ik kwam werkelijk van
Rogers. Hij betaalde my ook. Maar ik
ben gekomen, omdat ik je wilde helpen
In zekeren zin was ik een spion, maar
niet in mijn hart. Ik hoopte
..Ga nu. Esmée. en laat my met de
zen mar. spreken", zeide Power. Nog lag
er geen toon. m zijn stem. maar ze was
dof en klankloos. Het leek de stem van
een oud man. Snikkend van verdriet
gehoorzaamde Esmée.
Dc droom was voorbij. Geen verkla
ringen, geen smeeken om vergiffenis
konden ooit haar leven weer gelukkig
maken konden Ricardo's liefde en ver
trouwen weer terug winnen. Het was
beter heen te gaan. zonder protest, en
nooit weer terug te komen. ZU wilde
sohryven, ja en zich zelve verdedigen.
HU zou de waarheid weten, als hU die
maar wilde gel/oven. Maar, o. wie zou
hem die brieven voorlessen!
HOOFDSTUK XXXI.
De verrassing.
Toen Esmée reeds bij „den eenzamen
weg" was gekomen, dacht zij er aan.
dat zy niet langer in Mrs. Jennings'
huis woonde, zy herinnerde zich ook.
dat zU haar goed ln de portierswoning
had gebracht en hoe gelukkig zij zich
had gevoeld, toen zU inkoopen ging doen
voor haar uitzet. Werktulgeiyk keerde
zij terug en bleef toen staan, overwel
digd door haar verdriet en niet wetend,
wat te doen. Maar de noodzakelijkheid
om een plan te maken bracht haar tot
bezinning. Zy besloot naar Charles Ho
gers te gaar. en hem alles te vertellen
wat er gebeurd was. Indien hij het
wilde cn mocht, kon hij haar b{j Ri
chard Power tenminste vrijspreken van
de beschuldiging var. .spinr.nage". Dat
zou beter zijn dan hem zelf te schrU-
ven, want, helaas de halfblinde oogen
konden haar argumenten niet lezen.
Het meisje had geen hoop, dat Power
zou wenschen haar terug be hebben, en
het was beter, dat zU him verloving
verbrak dan hy beter voor beiden.
ZU was nu verlangend weg te komen;
maar eerst moest zij naar de portiers
woning berugkeeren en Mrs, Neale de
rest van Ricardo's geldelyk geschenk
teruggeven. Ook moest zU haar goed
meenemen. Gelukkig was het nog niet
uitgepakt, er zou dus geen vertraging
zUn.
Zil liep vooTt op den straatweg, ho
pende oen taxi te vinden, wat einde-
ïyk gebeurde. Zy gaf een teeken en
vreesde reeds, dat de koetsier haar niet
had gezien, maar de wagen vermin
derde zUn vaart en hield stil, om haar
op ten men. Haar besohreld gelaat ver
ried Mrs. Neale terstond, dat er iets
was voorgevallen, maar het meisje
trachtte nauweiUks het uit te leggen
Zy zeide alleen dat zy terstond moest
gaan. dat Mr Power zelf het wenschte.
Later zou zij een boodschap zenden,
maar nu kon zU geen adres achterlaten.
ZU overhandigde de ontstelde vrouw al
les. wat er r.og over was van Ricardo's
honderd pond. en vroeg haar. dat aan
haar meester te willen teruggeven. Wat
dc gekochte kleeren betreft, die moes
ter. worden teruggezonden, naar den
winkel.
..Maar", stotterde Mrs. Neale, ^y zyn
„EEN RAMP TE
HALFWEG."
MET INTERESSANTE
GEVOLGEN.
De meneer in de tram keek plots
angstig naar buiten, zag raderbrancards
rijden, mannen van het Roode Kruis
die zich spoedden, zag hoe de drukte
ach concentreerde om de suikerfabriek
Hollland te Halfweg
..Is er een ongeluk gebeurd, die fa
briek staat toch sUl?". vroe^ hy.
En de tramconducteur die het wist»
stekte gerust: „'t Is maar een oefening".
Ja 't was eer. oefening, maar een die
in enkele opzichten de werkelijkheid zeer
nabü kwam. Onze lezers kunnen weten,
dat verondersteld weid. dat door het
in de lucht vliegen van het kruithuis
by de Ltedebrug in de suikerfabriek te
Halfweg een ernstige ramp ontstaan
was. doordat een gedeelte van de fabriek
instortte waarbU een groot aantal ar
beiders zwaar gewond werd.
Daar telegrafische of telefonische ver
binding was verbroken stuurde de burge
meester van Haarlemmer li ede een motcr-
ryder naar Amsterdam om hulp te ha
len en spoedig arriveerden de eerste
auto's met doktoren, verpleegsters en
verband, kort daarop reed een electri-
sche tram Halfweg binnen met ruim
zestig vroolljtoe jongedames, de gediplo
meerden en leerlingen by den Genees
kundigen dienst, van de Amsterdamsche
Burgerwacht, en mot 36 man van de
Transportco'onne van het Roode Kruis
uit Amsterdam.
De oefening was in elkaar gezet door
luit-koionel Timmermans in samenwer
king met de geneesheeren van de Bur
gerwacht. Aan het hoofd van vier en
zestig doktoren, verpleegsters en gedi
plomeerden van de geneesk. afd. der Bur
gerwacht stond de hoofdstafarts le klasse
dr. Meulman; hy werd in de leiding by-
ges'.aan door den hoofdstafarts 2e klasse
dr. Van der Stempel.
De transportcolonne van hot Roode
Kruis werd geleid door dr. J. Feenstxa
Generaal Van Weeren en kolonel
Geersema Beckeringh woonden de oefe
ning by.
En zoo kon omstreeks half drie
het reddingswerk
een aanvang nemen.
Snel trokken de dames de fabriek
binnen, op zoek naar .gewonden". Deze
fabriek met zyn ketels en buizen, loop
bruggen en transportbanden leverde wel
een interessant operatie terrein op. Door
den schok van de ontploffing was een
jongen in een der diffusie ketels getui
meld. Met heel wat moeite haalden de
dames hern er uit. de rechterarm was
verbrijzeld, die moest gespalkt worden
en daarna volgde het lastige transport-
werk tusschen de ketels uit In het labo
ratorium had een assistente glas in het
gelaat gekregen, dit slachtoffer werd ver
bonden en steunend op een arm van een
der verpleegsters naar buiten geleid.
Het werk was zeer interessant. De
steile, hooge trappen maakten het trans
port van gewonden buitengewoon moei
lijk en het was aardig te zien hoe kor
daat de dames telkens er wat op wisten
te vinden. Zoo lag op een loopbrug een
gewande, die per brancard vervoerd
moest worden. De brug was te smal
even nagedacht, de hulp ingeroepen van
Roode Kruis-manschappen cn aan
touwen liet men voorzichtig de brancard
van de hoogte naar belleden zakken.
Overal lagen de gewonden, ze hielden
zich doodstil, hot. leek soms wel verstop
pertje spelen. En wanneer we er eens
eentje vonden, die nog niet ontdekt was,
dan fluisterde een bewustelooze wel eens
iets of een zwaargewonde glimlachte,
dat ze hem nog ndet hadden.
Waren de slachtoffers dit in fi
guurlijken. maar ook wel ietwat in let
terlijken zin naar buiten gebracht dan
stond daar reeds een tent opgeslagen
waar ze gesorteerd werden. Het was
feitelijk vermakelijk te hooren hoe ern
stig de verpleegsters en doktoren zeiden
wat iemand mankeerde, nadat ze het
eerst op de label, die iedere gewonde om
zyn hals of in een knoopsgat bevestigd
had. gelezen hadden watt er met den
patiént gebeurd was. En meteen wees
dr. Van der Stempel, die hier de leiding
had, op eer. enkele fout»
Van hier werden de geworden gediri
geerd naar verschillende plaatsen, naar
de praam, naar de extra-tram die een
kwartier gaans verwijderd op een zy-
spoor stond of naar de operatiekamer die
met de meegebrachte instrumentenkast.
tafel en andere noodzakelijke dingen er
vry goed geoutilleerd uitzag. Door het
dorp ginger, de raderbrancards en de ge
wonden naar de tram en toen hier ge
ïnspecteerd was of ook de plaatsing der
brancards in den wagen goed was. werd
de oefening, die door verschillende om
standigheden zeer goed geslaagd mag
heeten omstreeks half vUf voor geëindigd
verklaard.
EIND-EXAMEN-FUIF „DIE RAF.CKSTT*
De tweede of derde Zaterdag ln Juni.
In de ri;ra!en van het Genieentel'Jk
Concertgebouw jolft de dansmuziek,
dreunt het ryhthnie. da: ieder dwingt
tot dansen. Er is feeststemming en bet
is vol en gezellig.
Dat is al jaren zoo. Omdat het goede
traditie is by de SchoolvereenlgLr.? ..Die
Raeckse", om den geslaagden eind-exa
minandi een feestavond aan te bieden.
ZU worden aan 't begin van den avond
toegesproken door den voorzitter, of
eigenlyk den waarnemend-voorzitter,
omdat de praeses zich. en da? is ook
al traditie zelf onder de gelukkigen
bevindt. <In dit geval daarom door den
heer P Dorhout Meesi. Hun ter eere
wordt er gezongen, hartelijk klinkende
liederen, die hun leven lang hen bijblij
ven voor wie dit plechtige oogcr.bltkken
zijn. Het is de vriendelyke attentie van
den leeraar, den heer J C. Appeldoorn
en zyn meisjes, die zorgen, dat deze
zang geen enkele maal ontbreekt, niet
by dc plechtige diploma-uitreiking, ea
niet by de fee.s'.eUJko byeenkomst.
Er werden ditmaal liederen gezongen
van Hcndrika van Tussenbroek en van
Dalcroze. en 't was geen wonder dat na
afloop de heer Dorhout Mees meneer
Appeldoorn harteiyk dank z^gde en hem
huldigde voor zyn goede leiding en zUn
welwillende medewerking.
Dan is voorloopig weer het woord aan
..The Melodlan". de jazzband, die de
hoeriyke sfeer schept voor den moder
nen dans. De saxofonist en leider Her
man J. Stinis stort zUn schaterende klan
ken over de zaal uit, werpt ze tusschen
de dansers in als het ware, zoodat alles
er vol van ls. Of de weemoediger klan
ken van een lager gestemde saxofoon
komen, en het heftig wilde ln de char
leston verflauwt. Maar het rhythme
bluft, het eeuwig rhythme, dat hier
spreekt van Sturm und Drang.
Frlssche bloemen zyn op dc Japonnen
van dc dames, en op de zwarte smokings
van dc heeren. Er ls frlschheid. vroo-
lykheid in de zalen, er wordt wcrkeiyk
feest gevierd.
Meer nog dan voor de wlnterultvoe-
ring van Die Raeckse kost het den leden
moeite, tUd te vinden om een toonecl-
stukje voor te bereiden rtyt deze tweede
fuif Want het ls de tyd van repetities
en overgang, en die ls niet malsch. Toch
hebben vierde klassers nog een tooneel-
s'ukje kunnen instudeeren en met suc
ces opgevoerd. In ,.Het Kruiswoordraad
sel" hebben mej. Sophie Dix. mej Annie
Lteve en de heeren L. C. Ho!. B. G. Dor
hout Mees en A Visser icuk spel te zien
gegeven en de keuze van de klucht was
gelukkig Zooals altyd was 't ook hier
ue vaste hand van dr. R. Borggreve. den
leeraar aan wien de tocneelafdeellng
zooveel verplicht is. die leidde. En even
als de heer Appeldoorn werd deze steun
pilaar van Die Raeckse gehuldigd.
Een ander, die reeds zooveel moois
heeft gegeven aan het vereenlgingsleven
van .Die Raeckse" is de leerling F. G.
van Imhoff. een der geslaagden nu. Ook
nu weer heeft hy met zyn dansen allen
groot genot geschonken, zyn weergave
van .De Blinde" en de Slavendans. op
muziek van Chopin, was vol expressie,
begrUpelUk en heel knap. Ook hier be
geleidde de heer Stinis vlot.
Veel Raeckse-leden hebben al meer
malen sommige van deze dansen gezien,
maar altyd hopen ze op een herhaling,
en de heer Van Imhoff spaart zich geen
moeite om hun die te geven.
De dans, hceriyke uiting van een
vreugderoes, gezelligheid tot het einde,
vulde den verderen avond tot halftwec.
De directeur ir. M. Voorzanger en ver
schillende leeraren waren de welkome
gasten by dit mooie feest.
ROODE KRUIS TRANSPORT
COLONNE.
Men schryft ons:
Bij dc Zaterdag te Utrecht gehouden
weds'.rydcn voor Transportcolonnes van
het Nederlandsche Roode Kruis ter ge
legenheid van het 60-Jarig bestaan der
afdeeling Utrecht en het 20-jarig be
staan der Utrechtse he Transport Co
lonne, behaalde de Haarlemsche ploeg
(onder leiding van Ploeg commandant,
den heer C. Nel) van dc 21 deelnemen
de ploegen ren 3den cn den 4den prys
voor verband en transport.
Verder deelt men ons nog mede dat
bO iedere voorstelling van circus Strass
burger, één dame en drie heeren der
colonne aanwezig zyn geweest By ver
schillende kleine ongevallen zoowel van
publiek als van personeel werd hulp ver
leend.
PERSONALIA.
Vrijdag slaagde voor hot doctoraal
examen in de rechtsgeleerdheid te Am
sterdam onze stadgenoot de heer Mr.
Leo NUk.
INGEZONDEN MEDEDEELINCEN
a 60 Cent* per rofel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
BARTELJORISSTRAAT 16
TELEF. No. 10756 5
Apex Klop-Veeg-Stofznigers f 150.-
gekomen en lk heb m betaald met het
geld. dat u my had gegeven. Ik ben
bang. dat de winkel ze niet zal willen
terugnemen".
„Zoo niet. dan moeten ze aan Mr.
Power a-orden gegeven om er over te
beschikken, zooals hy wil Ze zUn voor
zijn geld gekocht. Ze behoor en my
niet", zeide het meisje met een snik.
Mrs. Neale was sprakeloos van schrik;
maar toen Esmée zich eenigszins had
hersteld, zeide zij het oude paar vaar
wel met vriendelyke woorden en dank
betuigingen voor al. wat zy voor haar
hadden gedaan. Toen zy was weggere
den in de taxi, die ook haar koffer en
valies bevatte, en het hek achter haar
was gesloten, schreide Mrs. Neale bit
ter. „Daar gaat het geluk van onzen
meester!" zeide zy tot haar man. „Daar
gaat de hoop op zonneschijn voor Can
non Wood".
De familie Rogers vader, moeder
en dochter zaten om zeven uur aan
hun middagmaal, toen Esmée onver
wacht te Rose Lea verscheen. Hel
gelaat van het meisje verried hun even
als aan de Neales. dat er iets akeligs
was voorgevallen, en de wanhoop, die
er op te lezer. was. vormde een zon
derling contrast met het pas van haar
ontvanger, bericht van haar geluk. ZU
hadden juist over haar verloving ge
sproken, toen de meid Miss Alton's
komst aankondigde en alien opstonden
om haar te begroeten. 21e zagen op den
eersten blik. dat het beter was. him ge-
lukwenschen nog achter te houden.
Mrs. Rogers noodlgde haar uit mede
te eten, maar haar verstandiger echt
genoot en dochter zagen, dat aandringen
te vergeefs zou zyn. Rogers liet haar een
een paar teugjes port drinken en bracht
haar toen naar zyn welbekende werk
kamer.
„Voor den dag er mee. mUn kind!"
zeide hü, en zijn vriendelyke, vaderiyke
toon deed de tranen over haar wangen
rollen. „HU weet. dat ik een politiespion
was!" snikte zij; en het geheele verhaal
kwam nu onder snikken en tranen te
voorschün.
„Wel, wy kunnen Silvers nu oppakken
dat ls altyd Iets. indien Power het wil",
zeide Rogers. „Hy heeft de juweelen ge
stolen. En ik denk, dat Pos-er hem nog
meer zal haten meer dan ooit te
voren omdat hy Lyons in het huis
heeft gebracht. Het zal wel d« laatste
stroohalm zyn geweest; en hy ia) zich
niet langer om een familieschandaal be
kommeren, als hü Silvers kan straffen
voor het kwaad, dat hij u deed. Ik ben
niet zoo'n slak. als gij schynt te den
ken. mUn kind. Ik heb niet stilgezeten.
In de laatste uren heb ik ontdekt» waar
ik de hand kan leggen op Silvers en zyn
geliefde. ZU kunnen niet ontsnappen.
Maar lntussdhen zal ik Pow»»r opaoeken.
•(Wordt vervolgd.)