EEN ONTWIKKELINGS- EN ONTSPANNINGSREIS FLITSEN SU PROS ITO RIA FEUILLETON DE LOTGEVALLEN VAN ESMÉE HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 21 JUNI 1928 IX. Napel». De Stromboli en de Vesuvius. „Even" een aangeteekenden brief afgeven. Pompei. De doodenstad. Straatleven te Napels. 1 De „Plerre Lotl" heeft bijna 2 dagen gehobbeld en we naderen nu de Straat van Messina. Er is een verhoogd stoom vaart verkeer. Ondanks een doorko mend zonnetje is van den Etna niets te bespeuren. Reggio en Messina ter weers zijden baden zich in zonnegloed, daken, torens lichten fel op, een 2-pijps Cerry-boot wit met passagiers en T"^rwagons beladen gaat voorbij. De Stromboli doemt op in de verte als we de Straat door zijn. Wederom niets ge daan, enkele van myn medepassagiers beweren iets van vlammen te hebben gezien, het was zeker niet voor mijn oogen weggelegd, hoe ik ook getuurd heb. Dien avond zUn we voor het laatst te zamen in de rookkamer. De groote geesten onder ons laten hun licht schij nen en vervormen onze zielen. We klin ken en wc drinken en we zijn zoo blij. 3ïet was allergenoegelijkst. Dan kof fers, pakken, want het zal morgen vroeg dag zijn, de laatste dag, voor ons, van de reis. De maan schijnt nog als ik op dek kom; op het water een snel optrekken de nevel. We bevinden ons vlak voor den haven-ingang van Napels. De loods klautert aan boord, eenmaal binnen, draaien we en komen met den staart van het schip naar den wal te meer en. Druk gedoe van autoriteiten, passen, dokter, de gewone geschiedenis. De Apenijnen in het rond, tegen de hellingen huizen, Rechts de Vesuvius. Men krijgt den indruk van een gezelli- gen ouden heer, die een pijp rookt: poef, poef, sjoep, daar gaat weer een puf grauw-grijs-zwarte rook, die door den wind naar zee meegevoerd, een groote streep maakt. De bagage wordt evenals wij met bootjes naar het douanegebouw gebracht Het gaat niet vlug, ik meen gelegenheid te hebben, even in het postkantoor aan de kade een aangeteekenden brief te verzenden. Het is intusschen half negen. Ik geel' mijn brief af, betaal, en verder gebeurt er niets. Ik wil echter mijn rec-u heb ben. Best, maar dan wachten tot 9 uur. Tegen 9 uur een schoone jonkvrouw, die men plus brief op sleeptouw neemt naar een ander postkantoor, dat om 9 uur geopend zal worden. Belangrijk over tijd, terwijl ik mij, ondanks mijn schoone jonkvrouw, sta te verbijten, komt de chef, die de sleutels heeft, aan kuieren, een horde jonkvrouwen publiek stort naar binnen. Ik eet me half op, want nu begint eerst nog uitkleed- en aankleedpartij der dames ten aanschouwe van de hongerige oogen achter de loketten. Het zweet parelt op mijn voorhoofd. Mijn schoone jonkvrouw moet mijn ongeduld in mijn blile gelezen hebben want na dat zij eerst haar kuif nog met een veelpuntig instrument werkt heeft kom ik eindelijk als eerste aan de beurt. Goddank. Op een holletje terug, ik ben nog juist op tijd om te zien dat mijn bagage zondèr meer als gezien wordt afgeteekend. We bestijgen onze auto. 'ik naast den chauffeur en wen draaien Napels in op weg naar Pompeï. Over lavablokken, waarmee de wegen geplaveid zijn, zul len we na San Giovanni, Postici-Resina, Tarre del Greco en Torre Annunziata de doodenstad bereiken. Wat me het eerst ppvalt zijn de enorme dieper, ga ten en kuilen met water en dikke mod der gevuld: ik heb werk om niet uit de auto geslingerd te worden. Dan schijnt iedereen zijn hemd en verder gedoe aan touwtjes buiten de ramen te hebben opgehangen om te drogen of misschien' ook wel om te luchten. Ik heb innig meelij met dc Napolitaansche paarden, die meestal met drieen in het gespan loopen, liet middenpaard met zijn kop terhoogte van de flanken van de bui tenste dieren, op zijn rug dragend een enorm en blinkend gestel, versierd met bellen en veeren. Maar de ongelijkheid van het gespan: een bierbrouwcrijpaard naast een dun arm afgeleefd ex-vigi lante paard, daarnaast een veel klc/ner type of een muilezel. Van verdeeling der last of trekkracht hebben de voer lieden geen notie. Als logisch gevolg daarvan onophoudelijk stremming van het verkeer, van welks regelen trou wens niemand pap gegeten heeft, nu eens links dan rechts uithalen of voor- j bijrijden. We staan nog al eens stil, ter wijl mijn chauffeur doorloopend raast en vloekt: Santa macia, avanti-rossi- nanti en een heeleboel meer in dat genre. Intusschen heb ik gelegenheid op; mijn gemak een en ander gade te slaan. We stoppen vlak voor een gezellig fa milie gedoe: pa vlooit, ma vlooit, de heele familie vlooit op de openbare straat, waar ze stoelen, waschgerei, kookrommel gedeponeerd hebben. De chauffeur heeft den weg vrij ge scholden. We kunnen nu weer buiten, op breedere wegen, gaan door Postici over het Kasteelplein naar de door Ka- rel III in 1738 gestichte residentie Resina. Links de rustig doorpulfende Vesuvius, rechts de ingang tot de uit gravingen van Herculanum waarboven Resina gebouwd werd. Zigzaggen over den weg vanwege de kullen. Langs oude muren, bezittingen villa's in ouden trant met toegangspoorten, die den naam van den gelukkigen eigenaar dra gen, op een steeneri tafel ingemetseld. Overal armoedig gedoe, kleine karretjes met ezeltjes, rijtuigjes met 2 heel kleine wielen van voren en 2 heel groote van achter. Eindelijk Pompei' na langen rit. Het al-oude Pompeï, dat de oogen der geleerde wereld op zich gevestigd ziet, c-en voorname welvarende plaats uit de oudheid, oorspronkelijk C-- ^-fcsch, sedert 80 a 90 voor Chr. een Romein- sche stad, waar Cicero en vele met hem hun buitenverblijven hadden. In 63 ge deeltelijk door een aardbeving ver woest, in 79 tusschen 24 en 28 Augustus bedolven. Serieus eerst uitgegeven se dert 1860. We stappen uit: een wit gebouwtje met groot ijzeren hek, een hooge muur met enorme antieke aarden vazen waarin planten. Veel gewichtig gedoe, veel geschreeuw, veel gidsen. Zwaar be talen. Tusschen planten een steil slin gerpad naar boven. We gaan door de eerste poort van de oude stad, de Porta Marina. TerzUde van den rijweg een doorgang voor voetgangers. Rechts een museum in een gewelfden doorgang, tusschen magazijnen. Gipsafgietsels van menschelijke lijken in allerlei houdin gen, verstard, duidelijk zichtbaar is, dat de dood door verstikking te weeg is ge bracht, Vitrines en kasten met aarde werk en bronzen huishoudelijke voor werpen. De Via Marina. Het forum, de ruïne van den Tempel van Venus Pompeiana, de stadsgodin van Apollo, de Basilica plaats voor markt en openbare rechts pleging de tempel van Jupiter, een paar triomfbogen, het macellum, waar voedingsmiddelen verkocht werden, de tempel van Vespasianus. het gebouw van Eumacliia verkoopgebouw voor; wollen stoffen het forum tridugu- lare, voor theaterbezoek als aangewe zen, een oud-Grieksche Minerva-tem- pel, bovendien het groote en kleine theater. In de Stabianer-straat de Tempel van Esculaap in de Abbondanza-straat het huis van Rufus, de Stabianer-badin- richting met gymnastiekplaats, koud- waterbad, kleedkamer, met nissen voor de kleederen, de half-warme badkamer, de zweetkamer met bad, wachtkamer, verwarmingsinrichting met heete lucht tusschen dubbele wanden en vloeren. Een bakkerij, een schoenmakers werk plaats, een molen, het huis degli Amorinl dorati, voor de Vettii, de Vesuvius poort, een groot aantal grootere en kleinere particuliere huizen, waarvan een deel niet interessant en aan elkaar gelijk is, een ander deel echter enorm boeit door den kyk dien men op het Romeinsche leven tijdens Christus' tijd krijgt. Heel veel altaren, prachtige mozaïe ken, muurschilderingen, ook minder mooie en minder eerbare bonte bronnen van mozaiek en versierd met schelpen langs de hoofdlijnen, bronzen water sproeiers, bekkens van marmer, wit en rose, tuinen met fonteinen, waterput ten met looden buizen, tout comme chcz nous aangelegd, tafels van marmer op bronzen geklauwde voeten. De straten alle met behoorlijk breedei trottoirs, de hoofdstraten voor op- en neergaand wagenvervoer, c.a. 8 meter breed, de zijstraten de helft. Riolen voor het wegloopends regenwater. Over- steek-steenen om bij sterke regenval droogvoets de overzijde van de straat te kunnen bereiken. Verkiezings-goklad- der op de muren, precies als heden ten dage. Ik ga op een steen zitten en denk me in het Pompeï van vóór 79 te zijn; Hoe daar het leven geleefd werd in vreugde en in smart, in lierde en in' leed, in angst, in zorgen. Toen kwam het gebeuren. Wie vluchten kon, vluchtte en kon dankbaar zijn het vage lijf te hebben geborgen. Zij die overval len werden of talmden teneinde hun kostbaarheden mede in veiligheid te kunnen brengen en de vastgéklonkf/i slaven legden het loodje. De dood door verstikking. Een dood die noch zacht noch barmhartig geweest kan zijn. En ik kijk op naar den Vesuvius. Rustig en kalm rookt die zijn pijp ver der en puft telkens zijn mondvol uit. De snoodaard. In de „verlaten" straten van Pompeï VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1230 Hij vindt een leege plaats en vraagt zach af wat hij doen zal met zijn tasc-h waar nu slechts hagedissen schieten doemen telkens nieuwe groepen belang stellenden op, maar hun doen is hin derlijk en storend in verband met de omgeving, die spreekt van ernst en van vergankelijkheid, van het brooze in 's menschen bestaan. We gaan, we verlaten de doodenstad om onze plaats in het rijk der levenden weer in te nemen. En dat we daar nog in thuis behooren, bewijst de levendig heid van het discours tijdens de lunch in het Hotel Restaurant du Sanctuaire, een levendigheid die ten top stijgt als een paar snuiters de zaal binnen ko men en liet „O Soli mio" gevolgd door „Santa Lucia" gezongen wordt. Het schalt in de zaal, het berekende succes wordt gewonnen; een donderend ap plaus, onmiddellijk gevolgd door het be kende bordje met servietje er h&lf over heen. We hebben onzen tochtgenooten ren dezvous gegeven bij de Rotonde Posil- lipo, heel aan het andere einde van Napels op den berg gelegen, een plaats waar eertijds Vedius Pollion een villa bezat, die naderhand aan keizer Augus tus overging en van waar men een schitterend uitzicht heeft over de baai, de Vesuvius en de diverse eilanden en schiereilanden. Een urenlange zit brengt ons er heen. Dan vereenigen wij oris om een lange tafel, verkwikken ons met thee en gebak, herdenken de ge- noegelijke gezamenlijk doorgebrachte reisdagen. Dan volgt het afscheid. De tijd gaat dringen, de auto's rijden voor. Een ge wuif en gezwaai, een geroep van „tot weerziens". Dan zwaait de laatste auto den hoek om. Wij volgen wat later in kalmer tempo en rijden naar ons hotel, Als ik een half uur later op het bal- con van mijn kamer sta, die uitsiet op de baai, teekent het silhouet van de voorbijvarende „Pierre Loti" zich sterk af tegen den horizon. Adieu kruisvaarders, ik voel het, ik heb onder u, mijn reisgezellen en lotge- nooten, vrienden gemaakt. Tot weer ziens in patria. De reis is althans voor ons af- geloopen. Mijn vrouw en ik hebben in Napels afgemonsterd en zullen op eigen gelegenheid langs een omweg huis waarts keeren. Wat insluit dat we weer mot het belang van een voor ons zelf mogen denken, voor ons voortzetten van het bedrijf. DE MAN EN DE TASCH probeert 'm ki het baga genet te leggen, maar de tosoh is te groot propt 'm voor jc knieën krijgt een boos gezicht van een passagier die over het uitstekende einde is gestruikeld en tracht 'm verder in te duwen stoot daarbij togen de schenen van zijn buur vrouw en maakt nederig excuses zet 'm rachtop tusschen z'n knieën wordt gedwongen tot acrobatische toeren als zijn buurvrouw er bij d'e volgende halte uit wil blijft tot het eind van de reis met de tasch op z'n knieën zitten. (Nadruk verboden). ongestoord Het door zelf mogen zorgen, dat we reizen en niet den heer Reinalda genoemde arbeids ter eisd PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-HOLLAND. ZOMERZITTING. (Vervolg). De heer J. Douw es benoemd tot buitengewoon lid van Gcd. Staten. Waterschap Mar ken opgericht. Subsidies toegestaan voor restauratie van oude monumenten. Woensdagmiddag werd de Zomerzit- ting der Provinciale Staten van Noord- Holland voortgezet. Tot buitengewoon lid der Ged. Staten wordt benoemd de heer J. Dou-wes Jr. De heer Douwes neemt de benoe ming aan. Hij dankt de vergadering voor het weer opnieuw in hem gestelde vertrouwen. Waterschap Marken. Thans komt, aan de orde de voordracht' van Ged. Staten, om het Waterschap Marken op te richten daarvoor een bij zonder reglement van bestuur vast te stellen en ten behoeve van een bema lingsinrichting op het eiland Marken uit de provinciale kas een bijdrage van een derde gedeelte der stichtingskosten tot een maximum van 8700. te verleenen ondier voorwaarde dat door het Rijk ten minste evenveel wordt bijgedragen. Wordt goedgekeurd. Ter vaststelling wordt aangeboden een eerste suppletoire begrooting voor het Provinciaal Electriciteitspedrijf voor den dienst 1928. De heer Reinalda maakt over deze worden. conflict betrof bier slechts een sta ll ink je op eigen houtje", dat buiten de drie groote landelijke organisaties om is gegaan. De voordracht wordt goedgekeurd. Vreemdelingenverkeer. Ged. Staten stellen voor afwijzend te beschikken op het verzoek van het be stuur der Alg. Ned. VereenJging voor Vreemdelingenverkeer, gevestigd te den Haag, om een provinciaal subsidie van 10-000. De vergadering vereenigt zich met het afwijzend advies. Herstel van den toren te Heemskerk. De gemeenteraad van Heemskerk vroeg een subsidie van 3000 ten behoe ve van de restauratie van den toren de zer gemeente, da tee rende uit het jaar 1 1400- Ged. .Staten stellen voor, dit ver- t zoek in te willigen onder voorwaarde, dat j voor hetzelfde doel door het Rijk een bijdrage van 60C0 en door de gemeente i Heemskerk zelf een bijdrage van 3000 wordt toegestaan. Goedgekeurd. Herstel Kruittoren. De heeren Kleerekoper, Ankersmit, Luden en Spier stollen voor, om voor liet herstel van den Maria- of Kruittoren te Hoorn een subsidie van 1801.81 te verleenen. Ook de lieer Miedema en eenige ande re leden dienden een dergelijk voorsbei iii, zoodat de twee voorstellen gecombi neerd worden. Ged.Staten stellen voor. om geen provinciale bijdrage te verleenen. De heeren Kleerekoper en M i e- d e m a geven dan Staten dringend in overweging, het subsidie te geven. De ge meente Hoorn is er niet de schuld van voordracht enkele opmerkingen. Hij her- dat dit monument zoo verwaarloosd is, innert er aan dat in het Hoogovenbeörijf ook kan zij niet alléén de kosten van dc een arbeidsconflict heeft plaats gehad, j Restauratie dragen. Hij vraagt er voor te willen zorgen, dat j De heer Bomans (Ged. Staten) ant- het publiek belang niet zal worden ge- j woordt, dat de gemeente Hoorn den schaad als er eventueel weer een con- plicht en ook de macht heeft om de flict ontstaat. restauratie desnoods geh,eel alleen te De heer Hendrix (Ged Staten) betalen, merkt op. dat de provincie met het lee- i Het voorstel van de heeren Kleereko- nen van een bedrag aan de P.E.G.E.M. 1 per c.s. wordt aangenomen met 27 tegen geen kwaad kan, omdat er voldoende 26 stemmen, borgen aanwezig zijn. Toeneming van 1 electrischen stroom heeft natuurlijk tot Herstel kerkgebouw Ned. Hcrv. gevolg, dat een bedrijf moot kunnen Gcm. te Spaarndam. wordOii uitgebreid. Ged. Staten stellen Ged. Staten stellen voor .om ten be- het volste vertrouwen in het gezond ver- hoeve van het herstel van het kerkge- stand van de hoofdbesturen der drie bouw der Ned. Herv. Gemeente te groote landelijke organisaties, die tot nu Spaarndam een subsidie van ten hoogste toe steeds rekening gehouden hebben 975— te verleenen; onder voorwaarde INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 CENTS PER REGEL dat het Rijk 2500 en die gemeente Haarlem 975-geven. Wordt goedgekeurd. Restauratie Groote- of St. Bavokerk te Haarlem. Ged. Stoten stellen voor, ten behoeve van de voortzetting dei- herstellings werken der Groote- of St. Bavokerk te Haarlem gedurende zes achtereenvol gende jaren een bedrag van 1009 P?i jaar uit de provinciale kas te verleenen. onder voorwaarde dat het Rijk 5000 en oe gemeente Haarlem 2000 per jaar geven. Goedgekeurd. Te 4-15 wordt de vergadering geslo ten. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Dr. h.MANNING'S (Zetpillen tegen aambeien.) KANTONGERECHT. "UITSPRAKEN. N. J, J. v. O. a:<- bestuurder van een rijwiel daarmede over een weg of rij wielpad rijden, terwijl niet is voldaan aan artt. 59 van het Motor- en RiJ- wielreglement f 3 subs. 1 dag hechtenis. H. v. E. overtreding van de Motor- en Rywielwet, na verzet, bevestiging van het vonnis d.d. 16 Mei 1928, N. M. B. overtreding der Visscherijwet 3 subs, l dag hechtenis met verbeurdverkl. van het vischtuig. W. v. d. B. openbare dronkenschap f 4 subs. 4 dagen hechte nis. J. W. v. d. T. idem 4 subs. 4 dagen hechtenis. F. W. overtreding der Wo ningwet 3 subs. 1 dag hechtenis. G. L. P. L. overtreding der Woningwet f 12 subs. 3 dagen hechtenis. C. van A. het zonder daartoe gerechtigd te zijn vee laten loopen in tuinen f 6 subs. 3 dagen hechtenis. E. L. overtreding der Motor en Rljwielwet 20 subs. 10 dagen hech tenis. C. P. en J. F. v. M. burengercht. ieder f 8 subs. 6 dagen hechtenis. A. S. overtreding van het Motor- Rijwielreglement f 2 subs. 1 week tucht school. K. v. D. overtreding der onge vallenwet 5 subs. 2 dagen hechtenis. S. de H. het op den openbaren weg in een op een wagen staande bus met eene grootere inhoudsmaat dan 15 Liter, eene hoeveelheid melk vervoeren,, zonder dat die bus was voorzien van een roerder f 5 subs. 2 dagen hechtenis. N. P. overtre ding van de Motor- en Rijwielwet 10 subs. 3 dagen hechtenis. J. S. het op- koóper zijnde eene hoeveelheid zink en kopervylsel koopen, zonder daarvan atfnteekening houden in het daarvoor bestemde register 40 subs. 10 dagen hechtenis. W. E. overtreding van de wet op de openbare middelen van vervoer f 3 subs. 1 dag hechtenis. J. v. d. O. het loopeen over verboden grond 1 subs. 1 dag hechtenis. M. V. idem f 1 subs. 1 dag hechtenis. S. T. van B. openbare dronkenschap 4 subs. 4 dagen hech tenis. P. Th. v. d. M. het loopen over verboden grond 2 subs. 1 dag hechte-' nis. H. S. overtreding der Motor- en 65 jaren bestaande „spijskokerij der St.- Rij.wielwet f 1 subs, i dag hechtenis. C. Vincentiusvereen 1 ginggeniet, te hand- B. het te Velsen met een motorrijtuig! haven. met te groote snelheid rijden 3 subs.J 1 dag hechenis. ST. VINGENTIUSVEREENIGING. z Liefdewerk „De Spijskokerij". Men schrijft ons: De arbeid van bovengenoemd liefde werk. is met het beëindigen van het winterseizoen afgesloten en is het te overzien, welke vruchten die ar beid heeft gedragen, in hoeverre het doel, hetwelk men zich voor oogen stel de, is bereikt. Bemoedigend is het voorzeker te mo gen cons tatoeren, dat onder Godes Ze geningen. en de medewerking en steun van vele en velerlei krachten, bovenge noemd liefdeswerk'met succes is be oefend. Omtrent „De Spijskokerij" hoort men wel eens stommen opgaan „dat zij verouderd is", „uit den tijd", „dat men niet gediend is van deze wijze van steun", ens. Tegen deze meening kan men redenee ren, misschien zonder succes, maar bo ven alle redeneering staat het feit, dat in het afgeloopen seizoen ongeveer 17000 portiën warme spijs meer zijn uitgereikt dan in het voorgaande seizoen. Bij een in de laatste 5 'jaren gestadig toene mend aantal portiën is thans het cijfer van 65958 bereikt. Hiervan werd door de vereeniging „Kindervoeding" aan de schoolkinde ren verstrekt ruim 35.000 portiën. De conferentiën (parochiale afdeelingen) der St.-Vincen tiusvereeniging deelden aan de door hen bezochte gezinnen 25.000 portiën uit. De St.-Bn.rbara-be- waarscboel betrok 2600 portiën, terwijl ruim 3000 portiën op verkochte bons werden geleverd. Voorzeker past hier een woord van dank aan zoovelen, die door inschrij vingen, giften of op andere wijze het liefdewerk hebben gesteund. Maar ook geeft dit succes aan be- stuurderen van het Liefdewerk moed en vertrouwen, om voort te gaan op dezen weg van weldoen en door voortdurende zorgen om de kwaliteit van het voedsel op hoog peil te houden en om de hy giënische behandeling stipt door ie voeren, dan goeden naam dien de ruim (Naar het Engelsch. van O. N. en A. M. WILLIAMSON.) 67) Met haar scherpe schaar t».mde zy (meer steken los en stak haar hand on der het hermelijn. Er was een dubbele laag tusschen dit en het satijn van de voering, en Esmée's tastende vingers voelden daartusschen iets ritselends, dat aan banknoten deed denken. Zij moest het andere einde ook los tornen, eer zij deze tusschenvoering er uit kon lialen. Toen kwam er iets te voorschijn als een dubbele zijden zakdoek. Het was een dunne stof als zijden mousseline, en daarin waren vele vellen bijzonder dun papier genaaid. Niemand zou er aan denken naar geheime documenten to zoeken in een hermelijnen kraag, en het was niet te verwonderen, dat het parelsnoer nooit was ontdekt Het pa pier was dunner en ritselde minder, dan het fijnste, dat Esmée ooit had gezien. Het leek wel een teer rijstpapier uit Japan afkomstig, en het dozijn velletjes, die in de halfdoorschijnende voering waren genaaid, waren dicht met inkt toeschreven, maar zeer duidelijk te Ie pen. Toen Esmée ze had losgemaakt, wilde ze de blaadjes ordenen, maar zü waren niet genummerd. Hier en daar zag zij een datum. Doch zelfs die volgden elkaar niet geregeld op. Sommige waren uit lang geloden tijd, meer dan twintig jaar oud. en die bladzijden waren licht geel geworden cn de Inkt was verbleekt. Eenige aanteekoningen waren lang, an dere kort, Verscheiden waren eerst eenige maanden geleden geschreven. .September. 1918" was dc laatste datum. Van deze laatste was het schrift bevend en onregelmatig. Het waren korte paragrafen met ruimten er tus schen. Toen het meisje de relletjes had gerangschikt naar de jaren, waarin ze waren geschreven, nam zij het eerste op en hield dat dicht bij de lamp naast haar bed. Nog steeds voelde zij dc te genwoordigheid van de mooie, droevige vrouw, Als zU haar oogen opsloeg, zou zij het bleeke gelaat over zich heen zien gebogen. Maar zij keek niet op. De woorden boren aan de eerste bladzijde hielden haar oogen en geest geboeid en deden haar gedachten dwarrelen als in een draaikolk. „Indien Iemand Ooit Deze Beken tenis Vindt, Mijn wensc'n is, dat ze wordt opgezonden aan David O'Con- nell. p. a. de Bank van Ierland, Dublin, Ze is van de vrouw, die nooit heeft opgehouden hem lief te hebben. ZU. die bekend is als Altona Ama ranti", HOOFDSTUK XXXII. Dc Oplossing van het Raadsel. Op weg naar tlalië! en het leek Esmée dat er een eeuw was verloopen sinds de dagen van dat „Groote Avontuur" lang geleden toen de kleine Miss Smith haar huis was ontvloden om te zien, wat, eigenlUk leven, was geheel op haar eentje. Toen had zij niets geweten van Graaf Ricardo's bestaan. Nu dacht zij alleen aan hem en aan de vrouw, om wie te redden hij zich zich zelf had opgeof ferd haar moeder. Wat zij kende nu het gansche geheim van de „raadsel achtige vrouw" een geheim, dat licht wierp op haar vaders verleden en op ge beurtenissen in haar eigen leven, die haar onverklaarbaar hadden geschenen. Zij zag nu alles voor zich een reeks van beelden, op haar hersenen gepro jecteerd ongeregeld, afgebroken, zoo- als de aanteekeningen in de opvolgende maanden en jaren waren gemaakt; maar toch een begrijpelijk verhaal tragisch en romantisch. Het was de lief desgeschiedenis van David O'Connell en Altona Amaranti, waarin andere levens waren betrokken. Altona Amaranti was van Italiaan- sche afkomst, maar geboren in Fiume en wettelijk Oostenrijksch onderdaan. Toen David O'Connell een jong Britsch officier met verlof naar het bui tenland het meisje ontmoette, was zij reeds een beroemde sopraanzangeres in de opera te Weenen. Zij werden op het eerste gezicht op elkaar verliefd, en Al tona verbrak haar verloving met iemand in Weenen. Hermann von Esten, die zijn militaire loopbaan voor haar had opgeofferd zooals een Duitscher of Oos tenrijker moet doen, om een actrice te kunnen huwen. Toen hij het leger ver liet, had Vow Esten dienst genomen bij de Geheime Politie, en die betrekking stelde hem in staat wraak te nemen op den Ier. O'Connell had in onwetend heid photo's genomen op verboden plaatsen, en Von Esten beschuldigde hem, een spion te zijn. O'Connell werd gearresteerd, in de gevangenis gezet en veroordeeld tot tien jaar vestingstraf; maar Altona Ameranti besloot hem te redden. Zij bood de Geheime Politie haar eigen diensten aan. wetend, dat die van waarde zouden zijn wegens haar schoonheid, haar populariteit, en het feit, dat zij een kunstreis zou gaan doen in Italië, Frankrijk, Engeland en Ame rika. Zij stelde voor ln hefc buitenland te werken als een spion voor Oostenrijk, en beloofde O'Connell op te geven, om hem te redden Haar aanbod werd aan genomen, tegen Von Esten's zin, door degenen, die in rang boren hem stonden. O'Connell werd in vrijheid gesteld als een ..beleefdheid" jegens Groot Brittan- nië, maar met het bevel nooit in Oosten rijk terug te komen. Alle betrekking tus schen hem en Altona was verbroken; maar gedurende haar engagement te Covent Garden smeekte hij haar, hem een onderhoud toe te staan Altona kon geen weerstand bieden. Zij verbrak haar engagement en stemde er in toe, dat O'Connell het leger zou verlaten en haar naar Amerika volgen. Dit' deden zij, en in New-York trouwden zij in stil te Weldra echter verklapte een valsche vriendin van Altona het geheim aan een journalist. Er werd een groote publici teit gegeven aan de roman der prima donna. en Altona, die wist, dat men haar Laar verraad nooit zou vergeven, vreesde voor haar eigen leven en dat van haar echtgenoot. Zij veinsde ziek te zijn, liet haar rol aan een ander over. en vluchtte met O'Connell naar een kleine stad in het westen. Daar leefden zij rustig onder een aangenomen, naam. Na eenige maanden werd een kind ge boren. Eenige jaren gingen gelukkig voorbij, en Altona was beginnen te ho pen, dat haar vijanden haar spoor ge heel hadden verloren, toen op zekeren dag in O'Connell's afwezigheid, een col porteur het huis werd binnengelaten door de meid. Onmiddellijk herkende Altona Von Esten en wist, dat het „spel verloren was". ZU trachtte eerst nog hem te tarten, tot Von Esten haar vertelde, dat de zaak, waar O'Connell den laatsten tUd werk had gevonden, gedreven werd twee genaturaliseerde Oostenrijkers, die nog in geheimen dienst van him eigen land waven O'Connell was dien. dag weg geroepen met een bepaald doel. Tenzij Altona Von Esten's voorwaarden aan nam, zou haar echtgenoot spoorloos ver- dwUnen. Een boodschap per telefoon zou beslissen ever zijn leven of dood De be slissing was in Altona's hand. Indien O'Connell zou blyven leren, moest hij by zUn terugkomst vernemen, dat zijn vrouw hem en het kind had verlaten. Ily moest ock een briefje vinden met de woorden „Een oude liefde is te sterk voor my geweest. Vaarwel". Eerst dacht Altona dat het beter voor David O'Connell zou Zijn te sterven, dan te moeten gelooven aan haar ontrouw: maar zy kon er niet toe komen zijn doodvonnis uit te spreken. Zy gehoor zaamde Von Esten en ging met hem mede. O'Connell, die aan de ontrouw zijner vrouw geloofde, deed geen poging, haar op te sporen. Zy keerde ongehin derd naar OostenrUk terug en nam haar beroep als zangeres weer op. Haar af wezigheid had niet lang geduurd, en zij hernieuwde haar vroegere schoolmeisjes vriendschap met Gravin Ricardo. Zelfs aan de Gravin durfde zij haar geheele geschiedenis niet toevertrouwen, maar zU bekende, dat er een tragedie in haar leven was geweest en een onherstelbaar verdriet. Toen haar gezondheid minder ?-d. en zü tonger ir. het publiek kon zingen, keerde Altona terug naar het thuis van haar :d. naar Flume. Na 7»n moM<»rs dood begaf de Jonge Graaf Ricardo zich dikwijls naar die OostenrUksche havenstad, want hij had haar beloofd, Altona Amaranti nooit uit het oog te verliezen. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6