HAARLEM'S DAGBLAD
De Dubbelganger
ZATERDAG 23 JUNI 1928 DERDE BLAD
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
JAN TADEMA DE HAERLEMMER.
JAN TADEMA.
Van oude tijden
vertel ik u ditmaal
niet. De feestdag
naar aanleiding
waarvan het hart
my dringt iets
te zeggen over
Jan Tadema en
zün werk, is na-
bU. En met dit
heden voor oogen,
is het niet moge
lijk zich rustig
te verdiepen in
het verleden.
Aanstaanden Dinsdag zal de heer
Tadema vijf en twintig Jaar lang het
secretariaat der Verceniging „Haerlem"
bekleed hebben. Hieraan herinneren is
iets anders dan de aandacht vestigen op
een gebeurtenis in zijn leven. Onheusch
ware het tegen over hem wien de verge
telheid hef is om te roepen dat hij ju
bileert. De Haarlemsche Doopsgezinde
predikant de Waard sprak destijds met
een paar woorden over zijn vijfentwin
tigjarige ambtsbediening aan het einde
van een stillen Woensdagavond dienst.
Ja. zoo ging het vroeger. Ik weet niet of
wij minder angstvallig zijn dan vorige
geslachten. Er zijn vereenigingen, die
met miskenning van de bet-eekenis van
het woord, haar eenjarig lustrum wie
ren En wat de huldiging betreft is het
onder ons alle dagen Zondag eens
kermis in de week. Maar wel zeker s.
dat de Waard in zijn bescheidenheid
een man was naar Tadema's hart. Zijn
eenvoud, Doopsgezind trekje, is tradi
tioneel. Traditioneel en erfelijk ver
kregen Was het niet ook deze beminne
lijke karaktertrek, dien men in zyn be
treurden vader zoozeer waardeerde?
Juist deze eenvoud waarborgt mij zijn
toestemming om zijn jubileum hier ter
sprake te brengen. „Als het dan niet
anders kaai" hoor ik hem zeggen, „goed,
maar, maak het kort en vooral....'" Ja,
heusch, ik zal zakelijk blijven en daar
om beginnen met op te merken, dat het
secretariaat van „Haerlem" hooge
eischen stelt. De vereeniging van dien
naam heeft ten doel kennis van de ge
schiedenis onzer stad en van haaT om
streken te bevorderen, daarvoor belang
stelling te wekken, voor ondergang te
bewaren wat als voorwerp van geschie
denis of kunst waard is bewaard te wor
den. Dit. doel mist veler instemming. Me
nigeen twijfelt aan het nut dei geschie
denis. en wat de beoefening der plaat
selijke historie betrefthier treedt het
ongeloof in de plaats van den twijfel.
Heeft „Haerlem" nog wel bestaans
recht? informeerde onlangs een lid on
zer Vereeniging. Zóóveel is reeds over
de stad geschreven, aldus meende deze
soepticus, dat het niet wel mogelijk is
daarover Iets nieuws het licht te doen
zien. Inderdaad, het aantal boeken en
boekjes, geschriften en artikelen aan
de geschiedenis van Haarlem gewijd, is
groot. Niet groot genoeg echter om met
behulp daarvan een volledige, betrouw
bare geschiedenis dezer stad samen te
stellen. Die moet nog geschreven wor
den. Veel voor arbeid valt nog te ver
richten. Van haar economische ontwik
keling is nog maar weinig bekend. Zoo
dat telkens opnieuw geleerden van
naam een onderdeel harer geschiede
nis, tot voorwerp van hun onderzoek
nemen.
Ik kan hier natuurlijk op deze bezwa-
ren niet verder ingaan. Anders zou ik
hen, die het nut der geschiedenis ont
kennen herinneren aan een woord
van AUard Pierson, volgens hetwelk de
omgang met de geschiedenis, evenals de
bespiegelende wijsbegeerte en de muziek
het peil van ons innerlijk leven ver
hoogt. Dit is al vast iets. Neen, de Ver
eeniging „Haerlem" produceert niet, zU
verstrekt geen credieten op voordeelige
voorwaarden, zelfs geen gelden op eerste
hypotheek; niettemin meent zij in alle
bescheidenheid iets te kunnen bijdragen
tot verrijking van het elven. En wie nu
tot verrijking van het leven. En wie nu
haar secretaris kent en hem heeft
zien werken, weet, dat deze overtuiging
hem draagt. Op zijn weg door het Haar
lemsche leven ontmoet hy onwetend
heid, die hy dient van zyn kennis; on
verschilligheid, waartegenover hy zijn
belangstelling, twytel, waartegenover
hij zyn verzekerdheid plaatst. Ik heb
den heer Tadema beloofd zakelijk te
blijven, maar ik zie, zonder het verband
te verbreken, geen kans te verzwijgen,
dat zijn kennis van Haarlem omvang
rijk, zijn belangstelling in Haariemsia
beschamend, zijn verzekerdheid, dat het
leven zonder den „omgang met de ge
schiedenis" iets moois miste, wel heel
vast is. Dit alles schenkt hem den lust
en de kracht zooveel en zooveel goed
te doen. De voorzitter onzer Vereeni
ging. de heer Vincent Loosjes, heeft by
de herdenking van het vyfentwintigjarig
bestaan van „Haerlem", op welspreken
de wijze herinnerd aan de groote ver
diensten van „den man, die eigenlyk
onze Vereeniging draagt, aan onzen
toegewyden secretaris, aan Tadema". En
daarby gewezen op den omvangryken
arbeid, door hem verricht: „hy heeft
bijna 25 jaren lar.g alles wat er van onze
Vereeniging is uitgegaan, voorbereid."
Zoo is het. Slechts enkele maken de
gesohiedenis; en de geschiedenis van
„Haerlem", is met enkele anderen, door
Jan Tadema gemaakt. Maar dat hy dit
vermocht, dat zyn yver niet ver
flauwde en teleurstellingen hem niet.
ontmoedigden, vindt zyn verklaring in
zijn warme liefde voor zyn geboorte
stad.
Zoo heeft dan de heer Tadema gedu
rende vijfentwintig jaar zyn schoone,
maar moeilijke taak waargenomen, in
samenwerking met wijlen zyn schoon
vader, Johannes de Breuk, tot aaai zyn
dood de beminnelyke voorzitter van
„Haerlem". „Vol eerbied en hart voor
het oude Haarlem en zijn merkwaardige
geschiedenis", zooals hij hoopt en ver
trouwt, dat het komende geslacht zich
zal toonen, heeft hy zijn beste krach
ten aan de belangen onzer Vereeniging
gewijd. Ik zeide dat het mijn bedoeling
niet was, met deze regelen de aandacht,
te vestigen op een gebeurtenis in zyn le
ven. En ik onthoud my dan ook van de
gebruikelijke voorspelling, dat zijn feest
dag „niet onopgemerkt zal voorbije an"
en dat het hem „aan blyken van belang
stelling niet zal ontbreken". Ik acht
dit vanzelf sprekend. Maar dat ik dank
baar van de gelegenheid heb gebruik
gemaakt, om op den vooravond van de
zen gedenkdag, myn lezers te wijzen
kort en zakelijk op den secretaris
van „Haerletm" als op een man, die
toont wat toewijding uit piëteit geboren,
vermag tot stand te brengen, mag ik nu
wel zeggen.
H. E. KNAPPERT.
VEREENIGING „HAERLEM"
Het jaarverslag.
Het jaarverslag van de Vereeniging
Haerlem" is in druk verschenen. Hei
prijkt met het bekende vignet, dat op
alle uitgaven van de vereeniging voor
komt, op den omslag en tegenover den
titel twee foto's van teekeningen van
H. J. Wesseling. voorstellende het brood
huis van pastoor Blommaert in de Lange
Veerstraat.
De samensteller van het verslag, de
secretaris, de heer J. L. Tadema her
innert er aan, dat hy 22 maal de weder
waardigheden en acta der vereeniging op
schrift gesteld heeft, soms over periodes
van anderhalf jaar. (De heer Tadema
neemt nu 25 Jaar het secretariaat waar).
Gelukkig heeft de fiscus van „Haer
lem" een overschot, nieuwe ondernemin
gen worden op touw gezet en de leden-
lyst vertoont elk jaar een grooter
nam en tal, dat nu tot 465 steeg. Toch
moet de vereeniging voor zoover zulks
met een oudheidkundige vereeniging in
tegenspraak is, met onzen tyd meegaan
en by het ouder worden tevens jong
blijven.
Daarom moet de jeugd interesse by-
gebracht worden, en het besef, dat
Haarlem nog een prachtige stad is, wier
belangryke geschiedenis te kennen, wel
zeer de moeite waard is Lantaarnplaatjes
zijn een goed propagandamiddel om mis
schien later jeugdafdelingen te kunnen
oprichten. Daarmee hangt samen de
propaganda op de scholen, reden waarom
de leerlingen weidra gelegenheid zullen
krijgen de Hoofdwacht en de verzame
ling der Vereeniging op het doek te be
zichtigen.
Dit zyn alles wenschen van leden, die
overwogen worden door het bestuur.
De secretaris herinnert voorts aan de
samenwerking met de Natuurhistorische
Vereeniging te Bloemend aal in de Fede
ratie tot Behoud van Natuurschoon.
De heer Knappert heeft zitting ge
nomen in de commissie van uitvoering
tot 't gereedmaken van een register voor
een repertorium van Nederlandsche
Topografische afbeeldingen van den
Oudheidkundigen Bond te Utrecht.
Het succes voor de inspanning om den
paltrokmolen „De Eenhoorn" te behou
den was groot. Geldelijk heeft de ver
eeniging „Haerlem" de actie gesteund.
De secretaris betreurt het, dat toch
elke week in Haarlem nog een typisch
geveltje verdwynt of veranderd wordt,
geheele stadsgezichten wyzigen zich en
iedere verandering is geen verbetering.
In het verslag vinden wy verder mede-
deelingen over het gerestaureerde
„Broodhuis van pastoor Blommaert".
achteraf gelegen in de Lange Veerstraat
in een poort, over den koepel van Bosch
en Hoven en de tentoonstelling van den
heer Knappert over Philip Wouwermans
in de Hoofdwacht.
De boekery, waarvan de door De
Breuk en Gonnet geschonken geschrif
ten de kern uitmaken is evenals de stuk
ken en bescheiden der vereeniging op
overzichtelijke wyze door den heer
Kersten geordend. De heer Knappert
schonk de vereeniging een door hem voor
de Levensberichten der Maatschappy
der Nederlandsche Letterkunde geschre
ven biographie van Gonnet. Er waren
verder tentoonstellingen van het Neder-
landsch Kunstverbond en van den kring
Haarlem, van den Bond van Neder
landsche architecten. De heer J. Grata-
ma hield in een druk bezochte vergade
ring een lezing over de ontwikkeling der
hedendaagsche bouwkunst in Nederland
De heer A. A, Kok, secretaris van den
Bond Heemschut hield een belangryke
lezing over de middelen t-ot verheffing
van het stedeschoon. Dank zy ook de
medewerking en het aandringen van
„Haerlem" besloot de Raad tot het in
stellen van een schoonheidscommissie.
Prof. dr G. C. van Walsem gaf drie
maal een uitleg bij lantaarnplaatjes voor
leerlingen van de Rykskweekschool.
Nutskweekschool, de Middelbare School
voor meisjes en het Gymnasium.
Een nieuwe uitgave van de vereeni
ging was de Haarlemsche Goud- en
Z rsmeden. van Elias Voet Jr., welk
werkje in ons blad reeds besproken is.
A. N. G. O B.
Dezer dagen vergaderde de afdeel in g
Haarlem van bovengenoemden bond. Er
werden besprekingen gehouden over
den a_s. Landdag van de N. H P. C
«elke op den len Zondag in September
gehouden wordt te Haarlem, in samen
werking met een Jongel. Geh.-Onth
Bond. Het terrein voor dezen Landdag
zal vermocaelyk gelegen zyn in Bent
veld.
Te beginnen ln de maand September
zullen cursussen voor de leden worden
gehouden over het alcoholvraagstuk.
Besprekingen over de alg. vergadering
van den A.NG.O.B., welke op 4 en 5
Aug. a.s. alhier gehouden wordt, leidden
cot vaststelling van een voorloopig pro
gramma.
Door de Prov. comités van den A. N.
G. O. B. NV. Tempelieren en G, O. V
zal op Zondag 15 Juli een meeting ge
houden worden te Alkmaar De afd. zal
met haar vaandel daar vertegenwoordigd
worden door den heer A. A. v d. Meer
des morgens te 7 uur zal een fietstocht
vertrekken van de Groote Markt af.
Verslag werd nog gedaan van de ge
houden Blauwe-Week-actie, o.a. de
goed-geslaagde openingsdag op Hemel
vaartsdag te Bentveld en de schitterende
sluit ingsdemonstratie op „Zonnestraal
te Hilversum.
LOMPENVENTERS.
De Haarlemsche vereeniging van lom
penventers houdt aan het einde van
deze maand een vergadering waarin een
voorstel behandeld zal worden om de
koninklyke goedkeuring op de statuten
te vragen.
Men is r.ameiyk van meening. dat na
de koninklijke goedkeuring met meer
succes kan worden opgetreden tegen ge-
Iegenheids-opkoopers. aan wie den laat-
sten tyd ook door de overheid vergun
ning gegeven wordt om te venten.
PERSONALIA.
Naar bet Hbid. verneemt heeft de
jury voor de prysvraag voor een ontwerp
van een Aula voor de Landbouwhooge-
school te Wageningen den eersten prys
toegekend aan het ontwerp onder hei
motto: „Hoe 't groeide" waarvan inzen
der bleek te zyn H. T. Zwiers b± te
Haarlem.
VILLABOUW
Aan Joh, Kraaij, aannemer te Haar
lem is ondershands opgedragen de
bouw eener villa te Hillegom, voor re
kening van den heer H. Veldhuyzen v.
Zanten Rz., te Hillegom.
VOOR DEN POLITIE-
RECHTER.
„Je bent een dief".
Een twintig-Jarige timmermansjongen
uit Wyk aan Zee was een stuk gereed
schap kwyt. een z.g. voorlooper. Hij
dacht, dat een andere jongen er wel
meer van wist en om dat te laten bly
ken, had hy maar gezegd, dat A. S. een
dief was, dat hy een voorlooper gestolen
had en nog meer dingen, die voor S. al
lesbehalve aangenaam waren, omdat ze
in een café uitgesproken werden en
iedereen 't hooren kon.
De waarheid van de betichting was
niet gebleken en haar uit te spreken
bleek dan ook heel dom van G.
Behalve dat hij de voorlooper kwijt is.
moet hy aan den Ryksontvanger een
tientje boete betalen.
Eigen gereedschap?
't Is wel heel ongelukkig, als ze in Je
knapzak een werktuig vinden, dat juist
vermist wordt door een van je mede
arbeiders. En als ze dan bij je thuis nog
allerlei andere gereedschappen vinden
zooals een hamer, een drift, een cen
terboor. die ook al van de werf. waar je
werkt afkomstig zyn. Dat ondervond
een arbeider van de Werf Conrad, wam
hij moest er voor in 't beklaagdenbankje
komen. De getu'genissen van den ma-
gazynmeesier, den werkman, die de ge
reedschappen miste en eer. controleur
van de Werf waren duidelijk en tegen
hem. Netjes in de vouwen van den
knapzak was het meetlint gevonden en
het thuis gevonden gereedschap be
hoorde klaarbiykeiy'k tot de Werf Con
rad.
„Het was een poets, die ze 'm gespeeld
hadden", vertelde verdachte, „om iets
in zyn knapzak te stoppen"; hoe dat
meetlint er in kwam wist hij heusch
niet. En de hamer, die hy thuis had
was door hem gekocht in den ..Joden
hoek". Daar koopt de Werf Conrad toch
geen hamers".
Het vonnis werd 30 of 20 dagen, dt
oisch was 50 of 30 dagen.
Bovendien gelastte de politierechter
de teruggave van het gereedschap aan
dc Werf.
De veroordeelde: „Daar komt niets
van. 't is van my. Ik ben onschuldig en
ga in hoog er beroep".
De deur ingetrapt.
Een slager in IJmuiden kreeg nog
geld van een juffrouw, die over "t al
gemeen niet vlot van betalen bleek t»?
zyn. De juffrouw had hem in plaats
van geld allerlei weinig vrouwelijk
zachtzinnige woorden toebedeeld. Dat
was den schuldeischer te veel en tege-
iyk te weinig, zoodat hy zich gedron
gen voelde krachtmaatregelen te ne
men. Vooralsnog niet tegen de juffrouw,
maar tegen de deur. waarachter zy zich
onkwetsbaar meende.
Er was een zekere verhouding ont
staan tusschen den voet van den sla
ger en de deur. en daarna tusschen de
politie en den man van vleesch en bee-
nen. welke verhouding tenslotte gister
morgen opgelost werd in deze formule:
6 of 5 dagen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» per regeL
BIJ LIJDERS AAN MAAG». DARM
EN STOFWISSELINGSZIEKTEN,
brengt liet gebruik van natuurlijk
„Franz»Joscf"»bittcr\vater de spijsver_
tcringsorgancn weer tot geregelde wer
king en maakt op die wijze mogelijk, dat
de gezonde voedingsstoffen in het bloed
geraken. In bcoordccüngen van genees»
hceren wordt er op gewezen, dat het
„FrAnz-Jo»ef"»watcr bij aderverkalking
van bijzonder nut blijkt te zijn. Ver»
krijgbaar bij Apothekers en Drogisten.
EEN HISTORISCH PROCES
De dochter van Raspoutine contra Prins
Y oussoupoff.
EEN MONSTER.
CVon onzen Parijschen correspondent i
In December 1927 schreef fk in deze
kolommen een artikel over Prins Yous-
soupfof. (den man die Raspoutine ver
moordde) naar aanleiding van het boek
dat hy publiceerde „La Fin de Ras
poutine". Reeds toen, na het werk te
hebben gelezen nog voor het in den
boekhandel verscheen, heb lk hier ge
zegd dat het niet zou zyn buitengeslo
ten dat de auteur moeilijkheden zou on
dervinden van zijn misschien al te open-
hartigebekcntenlssen en die vrees wordt
bewaarheid nu ineens iemand komt op
duiken. wiens (of liever: wier) aanwe
zigheid In Parijs ons bekend was: de
wettige dochter van Raspoutine.
Men moge sympathie of medeiyden
hebben met Prins Yossoupoff; het biyft
een feit, cat hy een moord op zijn ge
weten heeft en de Justitie heeft hem
nimmer ter verantwoording geroepen.
Immers, heel kort na den dood van het
monster Raspoutine is de revolutie in
Rusland uitgebroken en Youssoupoff is
met duizenden anderen naar Frankryk
uitgeweken, waar men zich nimmer met
het geval heeft bemoeid. De dochter
van Raspoutine nu heeft gisteren een
proces aanhangig gemaakt tegen Yous
soupoff en aan de eerste Kamer van het
trblunaal van de Seine om een schade
vergoeding van 25 millioen francs, plus
intrest van den datum van den moord
af. gevraagd en Mr. Maurice Garson ge
vraagd om haar eischen te bepleiten. Als
er één ding Jammer is in deze ge
schiedenis dan wel dit dat ze zich niet
gewend heeft tot Mr. Henry Robert, den
batonnier en tevens beroemd histc icus.
Want Maurice Garyon, een van de meest
gezochte advocaten in Parijs, moge een
uitstekend jurist zUn en een buitenge
woon talentvol spreker, maar men zou
een quaestie als deze het liefst zien be
handeld door een historicus zooals Ro
bert. lid van de Académie Franyaise. Er
bestaat, niet de minste twyfel of Yous
soupoff heeft inderdaad Raspoutine
doodgeschoten, want hy bekent het zelf
en geeft zelfs details.
De dochter van Raspoutine heeft zich
natuuriyk tot een zeer knap jurist ge
wend om haar eischen in te dienen en
in deze eischen laat ze uitkomen dat
haar vader een weldoener was, een
vriend van Rusland en van de Keizer
lijke familie, terwyi Youssoupoff daar
entegen beweert gehandeld te hebben
omdat hy er van overtuigd was dat Ras.
noutirie een landsverrader en tevens
Duitsch spion was die samen met de
Duitsche prinses <die Keizerin van Rus-
land was) verraad pleegde. Youssouoff
rekent op de clementie van de Parijschc
Jury, zeggend dat het een politieke
moord was. en de dochter van Raspou
tine houdt natuuriyk vol dat het een
crapuleuse moord was want dat er niets
op haar vader was aan te merken. Toch
is de algemeene meening van hen die
zich eenlgszins hebben verdiept in de ge-
scheldenis van Rusland, dat de dochter
niet veel succes zal hebben. Alle schry-
vers op wie men mag rekenen en die in
de vooroorlogs;he Jaren Raspoutine heli
ben benaderd verklaren zonder on
scheid dat Raspoutine inderdaad d
verschrikkeiykste bandiet was die er ooi'
heeft rondgelooiwn. Charles River, dc
correspondent van de Temps die jarer
'ang in Rusland vertoefde en daar dc
heele voorgeschiedenis van den oorlog
meemaakte, schetst in zyn merkwaardi
ge boek „Le dernier Romanof" Raspuu-
tine als een aartsschurk, intrigant, dui
tendief en hij verzwijgt ook niet dc
schandalen welke zich aan het Hof van
Petersburg en in de hoozearistocrati-
sche kringen hebben afgespeeld tus
schen den „vromen" Raspoutine en dc
dames uit die kringen. Het is hier niet
de plaats om over deze ongehoorde
schandalen te spreken en ze doen ook
weinig ter zake. Maar ernstiger nog zUn
de beschuldigingen welke we tegen Ras-
sou t Ine kregen van een heel anderen
kant en wel van Feodor Rajevskl. die
'arenlang particulier-secretaris van
Raspou'ine is geweest. Rajevskl Immers
verhaalt hoe hy doorloopend in ver
binding heeft gestaan met den vijand
Alle menschen die Duitschland bestre
den werden op zün bevel kalm uit den
weg geruimd en Raspoutine heeft niet
gerust voor hot heele ministerie was
samengesteld uit betaalde spionnen. En
de schryver van deze memoires vertelt
niet alleen hetgeen hy heeft gehoord
en gezien maar verwijst ook naar tal
rijke stukken welke men nog in dc ar
chieven moet kunnen vinden want het
is zeker dat de bolsjewisten zulk kost
baar bewysmateriaal niet hebben ver
brand.
Gezien al deze gegevens, welke nog
met ettelijke kunnen worden vermeer
derd (we citeerden hier alleen maar de
overtuigendste stukken en welke uit dc
beste bronnen zyn) is de aanklacht van
de dochter van Raspoutine tegen Yous
soupoff en grootvorst Dimitri Pavlov itch
(een neef van den tsaar, die mcdehieïp
Raspoutine uit den weg te ruimen) een
merkwaardig document, zy vertelt eerst
dat ze de legitieme dochter is van
Efimovitch Raspoutine en van Novykh
Peodorowna Doubroulne, dat ws met
haar ouders in Petrograd woonde. 64
Rue Gorokhowaia. Dat haar vader ge
heim hofraad was en dat hy verdween
in den nacht van 17 December 1916.
Na de voornaamste feiten te hebben
vermeld, de ontdekking van den moord,
de autopsie welke ook een poging tot
verg if ting aantoonde (alles trouwens
tot in details door Youssoupoff bekend
in zyn boek): de daders bleven onbekend
Wel verdacht men er prins Youssoupoff
van en andere hovelingen, maar de prins
ontkende. Dat de kort daarop ontketen
de revolutie belet heeft dat de Justitie
verder ingreep maar dat de prins jaren
later een ix>ek heeft gepubliceerd waar
in hy zelf bekent der. vader van adres
sante te hebben vermoord. En dan:
niet tevreden nog. beleedlgen de moor
denaars de nagedachtenis van hun
slachtoffer en ze trachten hem zoo in
mlscredlet te brengen dat de nabestaan
den van Raspoutine zelfs niet meer zyn
naam durven dragen. Redenen waarom
adressante verzoekt om de moordenaars
van haar vader voor een rechtbank te
brengen en hen ook tot een schadever
goeding te veroordeclen van 25 millioen
francs plus de rente van dat bedrag, be
rekend van den datum af dat zij Ras
poutine hebben vermoord.
Men mag niet op de feiten vooruit
loopen maar het Is aan geen twyfel on
derhevig of de dochter van Raspoutine
zal nul op het request krygen. Als de
zaak zelfs voorkomt, want zoowol adres-
sar.te als aangeklaagden zUn „heimat-
los" en de rechtbank moet zich ln zoo'n
geval Incompetent verklaren. Maar aan
genomen dat men er een formule op
vindt dan nog is het buitengesloten dat
men Youssoupoff zal straffen.
Zeker zullen de rechters meer waarde
hechten aan de verklaringen van Ra
jevskl dat aan den kroonprins door
loopend vergif werd toegediend cn dat
Raspoutine van tyd tot tyd tegengif
toediende ais hy weer eens voor zyn
prestige een ..wonder" moest verrichten,
dan aan de bewering van zyn dochter
da: Raspoutine inderdaad een afgezant
van Hoogerhand was om Rusland cn de
tsarenfamilie te redden Ook het onder
houd dat Raspoutine tydens den oorlog
had in Beriyn toen Wilhelm II hem
in audiëntie ontving (Raspoutine gaf z:ch
voor die gelegenheid uit voor dominéé
van Meeuwen uit Utrecht en zyn secre
taris, die hem overal vergezelde en ook
hier meeging omdat Raspoutine niet de
kunst van schreven of lezen verstond,
stond ingesschreven als een meneer
Koster, eveneens uit Utrecht) en waaruit
onomwonden blijkt dat Raspoutine en
de tsarina in dienst van Duitschland
waren, zal wel den noodigcn indruk ma
ken wanneer Youssoupoff's verded;ge,r
deze documenten op tafel legt. Deze
bronnen zyn al voldoende wanneer men
soms geen waarde mocht hechten aan
hetgeen dc sovjets indertyd hebben ge
publiceerd na de geheime archieven van
Czarskoe Selo gedeeltelijk te hebben
doorgewerkt. Voor de geschiedenis ls het
te hopen dat. zooals men inderdaad ook
verwacht, talrijke historici zullen worden
uitgenoodigd om als getuige op te tre
den in de laatste acte van het drama
van 17 December 1916. Ook grootvorst Di-
m.trl, die in Biarritz woont zal tegelijker
tyd ter verantwoording worden geroepen.
Hy is gebrouilleerd met Youssoupoff over
het feit dat deze bet drama heeft ont
sluierd.
Parys 18 Juni
HENRY A. TH LESTURGEON.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
i 60 cents per regel.
'n Artikel met Reputatie
*L
Film/
Jne f afs kei [left
M V.f OTÜMANO£(. v
CELD KADE 88 AMSTERDAM c.
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
ALICE EN CLAUDE ASKEW.
Harry deed een paar stappen naar
haar toe. tcrwyi zijn voet in de slijmerige
massa wegzonk Het scheen alsof de ge
heimzinnige bezoekster op grond stond,
dien oen menscheiyke voet niet zou
kunnen dragen. Eén oogenblik streed
ook hij tegen een bovennatuurlijke vrees.
Hij bleef stilstaan en riep:
Kunt u ons hier uit helpen? Zijn
we dicht by den weg?
Er kwam geen antwoord, maar haar
arm bleef over het moeras wijzen en
niet haar hand wenkte ze hem. Hij
hoorde het kraken van haar lange
beenige vingers, toen deze over elkaar
wreven bU het gebaar. De vingers van
een geest konden dit niet doen, bedacht
hij.
Wilt u dat wy u volgen? vroeg hij
luid en gebiedend,
Opnieuw geen anwoord. alleen een
toes temmende knik van het warrige
hoofd. De vrouw had hem begrepen,
hoewel ze zelf stom scheen te zyn.
Harry keerde zich naar zijn vriend,
die eenige passen achter was geble
ven. Ze wil dat we haar volgen, Phil,
zei hij.
Philip* kwam voorzichtig en aarze
lend naar hem toe. HU was een zware
jonge man en zyn voeten zonken diep
in het slijk.
Haar volgen? herhaalde hy,
midden in het moeras? Dat is Je reinste
krankzinnigheid.
Toch moet het vaste bodem rijn. Ze
weet waarschijnlijk een weg door het
moeras en wil ons dien wijzen.
Waarom spreekt ze dan niet? Phi
lips vrees van daarnet keerde in ver
dubbelde mate terug, toen hij de ge
heimzinnige gestalte van dichtby kon
zien.
Wie weet, waarheen dat wezen
ons brengt, waarschijniyk naar ons
graf.
Maar je maar niet druk. zei Harry
luchtig. Ik verzeker je dat dit niets
boven-natuuriyks is, hoewel ik moet toe
geven, dat het in het begin een beetje
vreemd aan doet. Ik geloof dat zy ons
door het moeras wil leiden, in leder ge
val ga ik het probeeren. Verroer je niet
totdat je ziet dat ik naast haar sta; als
ik er ben, kom me dan zoo gauw mo
gelijk na.
Hy wachtte niet op antwoord, doch
haastte zich naar de gestalte toe. Het
was maar een pas of tien en hoewel hy
by iedere stap tot zyn enkels in de
moddel zakte, bereikte hy veilig de
plaats, waar de vrouw op hem wachtte.
Het was zooals hij gedacht had. ze stond
op vasten grond. Het eerste wat hij
deed toen hy by haar was. was Philip
te roepen; toen draaide hy zich om om
hun geheimzinnige geleidster te dan
ken.
Zeg. zei hij met dat jongensachtige
enthousiasme, dat hem bij zyn vrien
den zoo bemind maakte. geweldig
aardig van u om ons te komen helpen.
U heeft vermoedelijk myn vriend hoo
ren roepen. In ieder geval maakte hy
genoeg lawaai.
De vrouw had zich een paar stappen
verwyderd en gaf geen antwoord, doch
ze wees met een beenige ringer naar
haar mond. Ze was stom! Ze volgden
hun geleidster over wat een smal pad
leek te zyn. midden door het moeras.
Zonder haar hulp hadden ze nooit den
weg gevonden en van tyd tot tyd
slipte een van hen en zonk tot aan zyn
knieën in den modder.
Ten slotte, na een bijna etndeloozen
tocht kwamen zij op vaste ren grond en
schenen ze een lichte helling te be
klimmen.
Harrv die voorop liep. keerde zich
naar zyn vriend.
Ik geloof dat wy, dank zy onze
geheimzinnige gids veilig door het moe
ras gekomen zya.
Voor hen doemde uit den mist vaag
de omtrekken van een steenen bouw
werk op.
Op hetzelfde oogenblik struikelde Phi
lip over een lossen steen en vieL Harry
greep toe om hem op te helpen, maar
het was nie: noodig, daar T>vülip bijna
op het zelfde oogenblik weer op zijn
beer.cn stond. Toen de jongelieden zich
omkeerden, bleek de vrouw even geheim
zinnig verdwenen als zy gekomen was.
De mist lag dik en ondoordringbaar
voor hen.
Vreemd mompelde Philip, allemach
tig vreemd! Inderdaad, constateerde
Harry nuchter. Maar tusschen twee
haakjes, ik geloof waarachtig dat dit
de muren van een huis zijn.
By nadere beschouwing bleek
het een neolitisch bouwwerk te zijn. om
ringd door een kring van dat soort
steenen, by een waarvan zij zich te lang
hadden opgehouden.
Opgewonden riep Philip:
Harry, kerel, het is in orde. dit is
Torren Pound, we zullen den nacht niet
in de open lucht behoeven door te bren
gen.
Het staat op myn kaart en de weg
loopt er vlak langs. Hallo, wat is dat'
Hy was stil blijven staan en raapte iets
op. Harry kwam naderbij en keek
nieuwsgierig over de schouders van zyn
vriend.
Vermoedelijk iets dat onze gids ver
loren heeft, opperde hy. toen Philip
het voorwerp uit zyn omhulsel had ge
haald. Wat ls het?
In ieder geval niets van «-aarde, zei
Philip, die zyn vonds aandachtig be
schouwde. Goedkoop lmrtatlewerk. de
steen schynt een v&ische turkoois te
zijn hoewel het my HJkt dat hy ln echt
goud gezet ls.
Arme vrouw, zei Harry warm,
misschien stelt ze er wel erg veel prys
op als het tenminste van haar Ls.
Toen bekeek hy het witte linnen,
waarin de broche gewikkeld was cre
weest. Het bleek een zakdoek van fyne
kwaliteit battist te z'.n.
Het zal vermoedelijk wel nonsens
zyn, merkte hy op. nadat hy liet be
keken had. maar het is toch eigen
aardig Phil.
Wat?
Harry gaf hem den zakdoek. Je
kan niets duidelijk zien ln den cllcndl-
gen mist, zei hy Maar wat denk jij
van deze. vlekken? Ik zou zeggen, het
lykt wel bloed.
HOOFDSTUK III.
Gelukkig, de herberg, riep Philip,
toen Sn den mist dc omtrekken van een
verlicht gebouw opdoemden. Nu is
het leed geleden.
Hoever zijn we eigenlyk van Lyd-
ford al? viel Harry hem Sc rede.
Ik denk een myi of vier. De volgen
de koer waag ik het niet meer om voor
gids te spelen.
Het was Jouw schuld niet dat hot
mistte, lachte de andere. en alles
by elkaar genomen was het een in-
teressante ervaring.
Hy haalde zyn horloge uit zyn zak.
Het is nu acht uur en ik denk er niet
over om nu ..og eens vier my len door
dien mist te sjouwen. Wc gaan lekker
eten en dan naar bed. We hebben mor
gen nog tyd genoeg om naar Lydford te
.-.»men.
Philip was he. volmaakt met hom
eens. En zoo traden zy den herberg, die
den naam van „The Running Horse"
droeg, binnen. Ze kwamen ln een nauw
gangetje; aan het einde waarvan een
deur was. die naar de aangrenzende
kamer leidde. Van binnen kwam het
geluid van stemmen en het vrooljjk ge
rinkel van glazen.
Het schynt wel dat w-y niet de eeni
ge verdwaalde reizigers zijn, merkte Phi
lip op. Dat zou ook wat moois zyn,
als we niet eens logies kondon krljfren.
Heb Je gezien dat ze in den st ook druk
bezig waren? Harry knikte en klopte op
de dour. Na een oogenblik verschoen
achter een luikje dat geopend was, een
rood gezicht met een zwanen donkeren
baard. De uitdrukking van dat gezicht
was niet bijster uitnoodigend.
(Wordt vervolgd.)