META
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 28 JUNI 1928
VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN
GEMEENTERAAD.
De exploitatie der autobuslynen. Niet door de
N.Z.H.T.M. Door wie wordt nog nader beslist De
plaat der S. D. A. P. De Raad er tegen dat de plaat
aangeplakt wordt op gemeentelijke aanplakborden.
Voortaan optochten met muziek op Zondag toegelaten.
Verontwaardiging en protest by de C. H. en A.-R.
Raadsfracties.
Mededeelingen en ingekomen stuk
ten.
Ingekomen zün:
Brieven van Gedeputeerde Staten ten
geleide van de door hen goedgekeurde
raadsbesluiten van: 2 Mei 1928. No. 20,
tot vermeerdering van het aantal scho
len voor uitgebreid lager onderwijs met
één; 16 Mei 1928. no. 8 tot aanvaarding
van grond aan de Hodsonstraat; no, 13
tot aankoop van perceel Kruisweg 26;
een brief van dezelfden ten geleide
van een uittreksel uit het Koninklijk
Besluit van 5 Juni 1928 no. 30. houden
de goedkeuring van de bij raadsbesluit
van 19 April 1928. no. 17. vastgestelde
verordening tot wijziging der verorde
ning tot heffing een er belasting onder
den naam van „leges".
brieven van dezelfden ten geleide van
afschriften van hunne besluiten vaar 25
April 1928, nrs. 188 en 187. goedgekeurd
bü Koninklijk Besluit d.d. 23 Mei 1928,
no. 15 tot vaststelling der jaarwedde
van den Burgemeester en de bezoldiging
van clen Ambtenaar van den Burgert Ij
ken Stand meer in het bijzonder belast
met het voltrekken der huwelijken.
Gesteld wordt in handen van B. en
W. ter afdoening:
een verzoekschrift van de Commissi:
voor het plaatsen van een torenuurwerk
in de Kloppersingelkerk om uitbetaling
vóór 1 Juli a.s, van de bij raadsbesluit
van 30 Maart 1927, no. 15 toegekend:
bijdrage, subsidiair betaalbaarstelling op
den dienst van 1928
Gesteld worden in handen van B. en
W. om prae-advies:
een voorstel van den heer J. Joosten
tot wijziging van het reglement voor he'
Burgerlijk Armbestuur;
een adres van de Vereenlging „Groen
van Prinsterer". waarbij zij. onder in
trekking van haar verzoekschrift van
20 April 1928, beschikbaarstelling van
gelden verzoekt voor de oprichting «ener
bijzondere lagere school in het Amster-
dumsche- en Slachthuiskwartier;
een verzoekschrift van dezelfde Ver
eenlging om alsnog aan haar terug te
betalen de salarissen, door haar aan de
vakonderwijzeressen over 1922 ten laste
der gemeente betaald';
verzoekschriften van de Af deeling
Haarlem van den Bond van Ned. Ondc-i
wijzers en van de afdeeling Haarlem
van het Nederlandsch Onderwijzers Ge-
nootschap om over te gaan tot het we
der benoemen van schoolbewaarders aan
de openbare scholen voor gewoon lager
onderwijs;
een verzoekschrift van den Centralen
Ouderraad om gevolg te geven aan bo
venstaande adressen;
een verzoekschrift van H. Eeltink en
H. Groenewegen om aan hen alsnog
vergunning te verlcenen voor den bouw
van 2 woonhuizen aan den Rijksstraat
weg ten noorden van de Jan Gijzen-
vaart;
B, en W. worden gemachtigd tot den
aankoop van perceel Groole Markt 31
en daarvoor wordt verleend een crediel
van 30-000 plus de op den koop val
lende kost-en.
AANLEG VAN
AUTOBUSLIJNEN.
WELKE EXPLOITATIE?
Aan de orde komen de verschillende
voorstellen omtrent de exploitatie var
autobuslünen,
De meerderheid van B. en W. stelt
voor te besluiten aan de N.V. Noord
Zuld-Hollandsclie Tramweg Maatschap
pij gevestigd te Haarlem, vergunning tc
verlcenen tot het explolteeren van aulo-
buslijncn binnen de gemeente Haarlem,
van welke lijnen begin- en eindpunten
alsmede de te volgen route door B. en
w. zullen worden bepaald en zulks on
der nader omschreven voorwaarden, die
den Raad ter vaststelling worden aan
geboden.
De minderheid van B. en W. stelt
voor concessie te verleencn aan de N.V.
Haarlemsche Brockway Bus Mij. te
Heemstede gevestigd en wel voor het
explolteeren van clrle autobuslijnen'on
der Hader omschreven voorwaarden.
Verder is nog ingekomen een brief van
den heer G. Schoone, directeur der N.V.
Autobus Exploitatie „Stormvogels" met
verzoek als exploitant van de autobus-
lijnen mede in aanmerking te mogen
komen.
De lieer Peper merkt op dat de
trams overal aan liet verdwijnen zijn en
dat nog pas te Wiesbaden is besloten
dat de tram daar zal verdwijnen. Maar.
al was dat zoo niet, dan nog zou spr.
er niet voor zijn aan do N.Z.H.T.M.
concessie voor de exploitatie van auto-
buslijnen te geven. Verschillende rap
porten die aan dien Raad zijn overgelegd
maken dat spr. er niet voor kan zijn.
B. en W. namen vroeger ook in het
standpunt dat ze met deze Tram-Mij.
niets meer te maken willen hebben. Na
liet aan haar gericht ultimatum ant
woordde de Tramdirectic dat ze wel
autobuslynen wilde exploiteeren, maar
niet dan als een aanvulling van de
tramlijnen.
B. en W. hebben inderdaad, zooals
spr. reeds dein vorigen keer zeide. een
„6aito mortale" gemaakt Ineens zijn ze
van meaning veranderd Met deze Tram-
Mij. is eenmaal de ervaring dat. als
de directie eenmaal een raadsbesluit
heeft en als er geen concurrenten meer
zijn, ze niet maar in het minst aan de
verlangens van den Raad en van B. en
W. tegemoet komt. Met een Tram-Mij.
waarvan de Directie zóó doet. dient men
zich niet verder meer ln te laten. De
Raad kan er niet aan gaan denhen
met. de Tramm. weder in zee te gaan.
De Raad sprak zich in- meerderheid
uit tegen een exploitatie van autobuslü
nen door de gemeente, er zal dus con
cessie dienen te worden gegeven aan
een particulier, maar dan aan een waar
bij de Raad meer zeggenschap lieeft dan
bij deze Trammaatschappü. Of dat nu
de Brockway Bus Maatschappij dient tc
zijn, is nog de vraag. Er is gezegd, dat
de Brockway Bus Mij. maar één soort
bus in gebruik heeft en dat ze ruim in
onderdeelen zit, wat een voordeel zou
zijn om haar de exploitatie van de auto
buslünen op te dragen. Maar spr. kon
mededeelen, dat het er anders mede
staat. De Mij. zit niet ruim in de on
derdeelen. De Brockway Bus Mü. is
heel onhandelbaar wat aangaat de ar
beidsvoorwaarden en waar de arbeids
voorwaarden in contracten zün neerge
legd komt ze die niet na. zoodat de or
ganisatie der arbeiders zelfs met een
staking is moeten gaan dreigen om do
naleving van die voorwaarden te bewer
ken. Is spr. alzoo tegen een verlcenen
van de concessie aan de Trammaat
schappij, naar zyn meening zal de Raad
nog nader dienen na te gaan aan welke
onderneming dan wel een concessie tt
verleenen is.
Do heer Wolzak zegt dat het nu de
vraag is: de concessie te geven in han
den van de Tram-Mü. of van een par
tieuliere onderneming. Er is gezegd, ver
volgt spr.. dat de onderhandelingen met
de Trammaatschappij onaangename er
varingen voor de gemeente hebben ge
kweekt. Het kan zyn. dat er zaken zijn
geweest, waarvan de gemeente niet veel
pleizier heeft gehad.
Er heeft wel eens een wrijving bus-
schen de gemeente en de Trammaat-
schappü plaats gehad. Maar het is da
vraagt aan wie was don de schuld, aan
de gemeente of aan de Trammaatschap -
PÜ? Indien er twee partijen zün, dan wil
ieder van haar het meeste voor zich
trachten te krijgen en dan ontstaat er
een wrüving. Maar als men nu gaat
besluiten de concessie aan de Brockway
Bus maatschappü te geven, zal dan
nimmer er een wrijving ontstaan? Heeft
men d'aar eenige zekerheid van?
Is de
Tram een lichaam waarmede
we in zee kunnen gaan?
Die vraag moet gesteld worden. De
heer Van de Kamp had een profetischen
geast en zeide dat de trams onherroe
pelijk zullen verdwijnen en dat als aan
de Trammaatschappij de concessie zal
worden gegeven, dat aan de gemeente
weder onaangenaamheden zal geven en
dat dan de stroppen niet te overzien zul
len rijn. Spr. echter weet dat nog zoo
niet. De gemeente zal den een of den
ander in do gelegenheid moeten stellen
de autobuslynen op een loonende ma
nie: te gaan exploiteeren. Geeft de ge
meente geen concessie aan de Tram
maatschappij, dan zal ze het moeten
doen aan een andere particuliere on
derneming. Men weet dan niet of deze
de exploitatie zal kunnen volhouden.
Daar de Trammaatschappü eenmaal
hier is gevestigd, is spr. van meening.
dat men haar de concessie voor de
autobuslynen zal moeten geven. Er zul
len dan nog eenige bepalingen moeten
worden opgenomen in de voorwaarden
voor de verleening van conoessie aan dc
Trammaatschappij en wel de mededee-
ïingen die B. en W. in 't laatste Raads-
sfcukje aan den Raad deden en verder
dat begin- en eindpunten van de lijnen
alsmede de te volgen route door B. en
W. bepaald word-en.
De heer Van Liemt zou in dit
stadium van het debat niet meer het
woord gevoerd hebben indien B. en W.
niet nieuwe meded-eelingen aan den
Raad hadden gedaan. In dat laatste
Raadsstuk hebben we nu een duidelijk
beeld, waarover we kunnen dlscussaee-
ren, zegt spr. Laten we nu eens niet
meer beschouwingen gaan houden over
datgene wat achter den rug ligt. Want
dat is weinig vruchtbaar. Indien nu
behoorlijke concessievoorwaarden ge
maakt worden laat men dan den moed
hebben met de Trammaatschappü in
zee te gaan. Echter de voorwaarden der
concessie dienen goed te zün. En hot
tracé dient nog anders te worden. Ten
aanzien van het laatste mist spr. nog
een en and-er in het laatste Raadsstuk
Mede namens de fceeren Büvoet. Wol
zak en Mizérus dient spr. het volgende
voorstel in:
le. B. en W. te machtigen met de Di
rectie der N. Z. H. T. M. een overeen
komst aan te gaan aangaande de ex
ploitatie van autobus en tramlijnen op
dc voorwaarden in Raadsstuk 212 vast
gelegd:
2c. in de voorwaarden nog op te ne
men de bereidverklaring der Tram di
rectie. vermeld in Raadsstuk no. 234;
3e. te bepalen dat de autobuslijnen in
Raadsstuk no. 234 genoemd door B. cn
W. zullen worden aangewezen en door
de N.Z.H.T.M. geëxploiteerd.
De heer De Braai verklaart dat
reeds verschillende leden der Tramcom
missie hebben gesproken. Spr. die ook
lid van die commissie is, neemt nog het
zelfde standpunt in dat hü ln die com
missie deed. Het is waar. aan de zaak
zijn vele moeilijke kanten verbonden.
B. en W. en dc Raad staan niet voor
een
Blanco kaart- waarop dc lyncn
kunnen worden aangestipt
om daarna, nadat dat is gedaan, den
boer op te gaan om een exploitaart er
voor te vinden. Het tramverkeer is hier
in handen van een bepaalde Mij., die
de beste routen in handen heeft. Geeft
men nu de autobuslynen in handen
van een andere particuliere onderne
ming, dan heeft die onderneming con
currentie van de Tram-Mü. te duch
ten. die wellicht door die particuliere
onderneming niet kan gel-eden worden.
Het gevaar zou dan kunnen komen,
dat die onderneming 't exploiteeren van
de autobuslijnen zou moeten gaan opge
ven. Spr. herinnert aan het gebeurde
met- dc autobus! ür.tn naar IJ muiden,
Daar was veel concurrentie. En wat ziet
men nu? Spr. heeft het laatst nage
gaan. Dat maar één vrouw met één kind
ln een bus zaten.
Verder fs spr. van meentng <5at de vei
ligheid van het verkeer nog meer in ge
vaar zou komen indien de autobuslünen
door een particuliere Mü. zouden
moeten worden geëxploiteerd.
Er is nu een voorstel van de minder
heid van het college van B. en W. om
de ooncessie te geven aan die Brockway
Bus Maats. Wat ziet men echter te Til
burg? Dit, dat die Mü daar den eer
sten tijd niet dan met verlies werkte en
dat de gemeente nu hot risico van de
Mü. met een garantie is moeten gaan
dekken en nu zijn te Tilburg alle ver
keersmiddelen in handen van die Mü.
Spr. kan niet anders dan er voor zijn de
exploitatie der autobuslünen te geven
aan de Trammaatschappü.
Nu zeide de heer Gerritsz. dat hij
niet met de Tram-My. in zee wilde
gaan, omdat dit eenmaal een Maat
schappü is mot kapitalistische doelein
den. De heer Gerritsz ia een practisch
man. Hij kan dan ook niet kwalijk ne
men aan de Tram-Mij., dat ze niet lij
nen in exploitatie wil nemen die voor
haar een schadepost zouden zün. Ze kan
niet komen met een exploitatie van der
gelijke lünen.
De heer Gerritsz zeide dat de Tram-
Mü. alléén de autobuslynen wil gaan
exploiteeren als een voeding van de
tramlijnen Bü mü is dat geen bezwaar
aldus spr. Er werd door den heer Ger
ritsz aangevoerd dat de Mü. door in
tercommunale lijnen aan de controle
van de gemeente tracht te ontkomen,
Tegen intercommunale lynen bestaat
by mij geen bezwaar indien ze maar aan
de behoeften van het publiek voldoen.
Er is gezegd met de Tram-My. is het
niet immer gemakkelijk te onderhande
len. Echter toen de Mü. haar lün op
het Stationsplein een meter langer wil
de maken ging dc gemeente bezwaren
opperen. En dan gaat het hard tegen
hard. Het meest negatieve standpunt
nam de heer Van de Kamp in. Van hem
verwondert dat mü. Hü is lid der Tram-
commissie. Hoe komt het dat hij zich
nu zóó uitte?
De heer Van de Kamp; Omdat ik
aan dat gezwam in die commissi
geen deel heb genomen
De voorzitter tot den heer Van
de Kamp: U bedoelt zeker de uitvoerige
beraadslagingen in de commissie?
De heer De Braai gaat voort.
Met den heer Van Liemt kan ik mede
gaan. Het goldt nu slechts het geven
van een conoessie voor vyf jaar.
volgende Raad is dis niet gebonden. Die
kan nog een andere beslissing gaan ne
men.
De heer Over'steege n zou wen-
schen dat gegadigden zich nog eens met
elkander konden verstaan. Spr. dient
een voorstel in om de behandeling van
de zaak aan te houden tot een volgende
vergadering om gegadigden in de gele
genheid te stellen zich met elkander te
verstaan.
De heer R e i n a 1 d a, die het-
standpunt) van de minderheid van B. er
W. gaat verdedigen zegt:
Ik houd niet van nakaarten.
Maar alvorens het standpunt van de
minderheid van het college te gaan ver
dedigen moet ik toch verklaren dat ik
met weinig sympathie dat standpunt
verdedig Het eenig afdoende is het ex
ploiteeren van de autobuslynen dcor de
gemeente. Maar de Raad in meerder
heid wilde daaraan eenmaal niet aan.
Het zou dus een nakaarten zyn daarop
terug te komen.
Voortgaande merkt'spr. op, dat er in
de debatten verschillende opmerkingen
zyn gedaan aan het adres van de Tram-
Mij., die bü spr. geen instemming
kunne:: vinden. Men cliënt eerbied Ie
hebben voor een Mü. of een lichaam
die .iets exploiteert, indien ze al die
maatregelen tracht te nemen, die zijn in
het belang van het bedrijf. Kwam er we!
eens een conflict met de Trammaat
schappü. dain was dat omdat de My.
niet andere maatregelen wilde dan die
welke zijn in het belang van het bedryf.
terwijl de gemeente alleen en uitsluitend
heeft te letten op de belangen van de
gemeente en die der ingezetenen.
Vervolgens doet spr. opmerken dat
het is alsof de gemeente een lucratieve
zaak hecl't te begeven, alsof de ge
meente
een millloenenzaak heeft te
begeven.
Echter de zaak staat zóó. dat vele
erkccrsmiódelen geen lucratieve on
dernemingen zijn maar dingen die op
zichzelf nadeel opleveren. De autobus-
lijnen zyn geen zaak waaruit zulke
groote revenuen zün te ha-len.
De heer De Breuk nam den vorigen
keer een goed standpunt in. Het gaat
er om: aan welke verkeerslijnen is er
oor de bevolking behoefte? De Raad
dient die vraag uit te maken. Wil men
nu dat de exploitatie van alle verkeers
middelen in één hand is, dan is daar
principieel niots tegen te zeggen. Zelfs
van socialistisch standpunt niet. Maar
dan een exploitatie van die lynen waar
aan in de gemeente behoefte is. Hoe is
nu de toestand te Haarlem?
De N.Z.H.T.M. heeft Rijksconcessie
voojj drie lijnen. Verder heeft ze nog
concessie voor een ceintuurbaan, die
niet aan eenige behoefte voldoet. Het
rapport der Verkeerscommissie gaf
eenige noodige lijnen aan. Daarna kwa
men er van de Tramdirectie voorstellen
om een verandering in de bestaande
tramlijnen te gaan maken. De My.
verlangt nu een nieuwe lijn van de
Leidschevaart naar het Station.
Daarvoor is aan de gemeente conces
sie gevraagd. Aan den minister van
Waterstaat is vergunning gevraagd voor
een lün van Zandvoort naar het station.
Aan B. en W. is over die laatste lijn ad
vies door Ged. Staten gevraagd. Krijgt
de My. die lijn. dan heeft ze voor
vier lijnen een Rijksconcessle. Van dc
buitenwijken der stad is dan niet één
wijk met een andere of met het station
verbonden.
Er is daarna besloten aan de Tram
maatschappü te stellen het bekende ul
timatum. De tramdirectie plaatste zich
in haar antwoord op het standpunt al
leen autobuslünen als aanvullende HJ-
nen van de tramlünen. Haar meening is,
zyn eenmaal de bruggen goed dan moe
ten er trams naar de buitenwyken ko
men. Het standipunt der Trammaatschap
pü is
Tramlijnen en aansluitende
autobuslünen.
Spr. is van meening dat met de lij-
nen die de Trammaatschappü wil gaan
exploiteeren. de zaak van het verkeer
niet voldoende is geregeld. Hij herinnert
verder aan de drie lynen die B. en W.
in hun voorstel van 24 Maart 1927 den
Raad voorstelden te geven in exploitatie
aan de Brockwaybus Maatschappü. Voor
dat B. en W. dat voorste! deden hebben
ze verschillende gegadigden uitgenood.ad
Naar aanleiding van verschillende ad
viezen kwam het voorstel om de con
cessie te geven aan de Brockway Maat
schappü-
De Raad meende echter dat met de
Trammaatschappü moest worden on
derhandeld. Spr. meent den Raad te
moeten waarschuwen om met de tram
maatschappü in zee te gaan. Als de ge
meente sommen gelds zal gaan uitgeven
om den Zijl weg te gaan verbroeden, en
als dan aan de Tram Mü- die wel zal
komen met een aanvrage om dubbel
spoor om een aandeel te nemen in de
kosten wordt gevraagd, dan geeft ze niet
thuis. Als het geldt het aanbrengen van
verbeteringen ln den toestand op de
Raaks waar het tramverkeer niet goed
is geregeld en als de gemeente daarvoor
perceelen gaat aankoopen en aan de
Tram M3j. een bijdrage wordt ge
vraagd, dan geeft ze weder niet thuis,
Spr. meent den Raad te moeten waar
schuwen. Pas op dat ge geen autobus
lünen gaat maken die in de behoefte
der bevolking niet voorzien, een behoefte
waarin de Tram Mü. nimmer heeft
voorzien en waarin ze nimmer kan
voorzien. Gaat niet de Tram My. aanvul
lende lijnen geven maar zorgt dat er
komen autobuslijnen die in de ver koers
behoeften voorzien.
Aan het einde van zün betoog zegt
spr. dat naar zün meening de zaak zóó
staat dat in de eerste plaats de Raad
dient aan be geven aan welke tracés be-
hoelte is. dat in de tweede plaats dient
te worden nagegaan wie op die tra<
lijnen wil gan explolteeren. Daarnaast
dient dan de Raad nog afzonderlijk te
overwegen welke veranderingen dienen
te worden gebracht in de tramlynen.
De heer Slingenberg spreekt na
mens de meerderheid van het ooilege
van B. en W. Er is gezegd, aldus spr
dat de meerderheid van het college
Een reuzenzwaai
heeft gemaakt
of wel een „saltomortale". Dat beeld is
uit sportief oogpunt niet juist. Want by
beide komt men weder terug op het
punt van uitgang nl. zyn eigen beenen.
Maar dat beeld wil spr. laten rusten.
Men wilde betoogen, de meerderheid
van B. en W. is veranderd, is op een
ander standpunt gekomen. Alvorens op
die opmerking te komen moet spr. nog
een verklaring doen nl„ hoe hij in de
Tramcommissie is gekomen. Toen
Raad in Februari besloot nader overleg
met de commissie voor de tramplannen
te plegen besloot het college van B. en
W. een lid van dat college naar de com
missie af te vaardigent Spr. werd daar
toe aangewezen en zoo kwam spr. in de
Tramcommissie. Spr. kwam zich bü de
commissie aanmelden als een lid dat
geen stemrecht had. Maar de commissie
wilde dat spr. wel stemrecht hebben
zou.
Nu iets over de gevoerde onderhande
lingen. Er is eerst met de Tramdirectie
onderhandeld over een gemengd bedryf.
Maar de opvattingen van B. en W. en
van .de Tramdirectie bleken zoo ver
schillend te zijn, dat dienaangaande
geen overeenstemming was te krijgen.
Na verdere onderhandelingen werd be
sloten in de commissie met 4 tegen 2
stemmen met de Trammaatschappü in
zee te gaan voor de exploitatie van de
autobuslynen. Het college van B. en W.
besloot daarna aan de Tramdirectie me
de te deelen dat het ernstig in overwe
ging nam den Raad voor te stellen aan
de Trammaatschappü de exploitatie der
lijnén op te dragen. Dat besluit werd to
het, college van B. en W. met algemeene
stemmen genomen.
I-Iet motief was dat het gewenscht is
alles in één hand te hebben. De heer
Reinalda was er toen ook voor. Thans
neemt hij een ander standpunt in. Thans
ziet men. gaat spr. voort, dat cenigen
een negatief standpunt gaan innemen.
De nestor van den Raad heeft zich als
de grootste negatavist ontpopt. Er is
gezegd met de Tram Mij. is liet zoo
slecht, te onderhandelen. Vindt men
echter bü andere colleges immer de
noodige soepelheid?
Geldt het den Raad van Haarlem, dan
zegt men- in Den Haag büv. bij de grens-
wüziging: Was de Raad van Haarlem
maar niet zoo onhandelbaar en zoo
moeilijk. De vraag is: is de Raad van
Haarlem ook wel niet eens onwelwillend
tegenover de Trammaatschappü ge
weest? De gemeente Haarlem staat voor
een voldongen feit van 27 jaar voor
tramlijnen een concessionaris te hebben
gehad. Dan heeft men met een
Concessionaris wat te
geven en tc nemen.
Men heeft te streven naar het
gemiddeld belang van de gemeente en
van dat der Trammaatschappij als het-
resultaat van onderhandelingen. Als we
maar eens met de Trammaatpü. aan
tafel gaan zitten ,dan zal het met de
onderhandelingen wel gaan betoogt spr.
Er is gezegd na het verkeersrapport
kwam de Tramdirectie niet met de noo
dige voorstellen. Maar heeft men wel
aan de Tramdirectie gevraagd dat rap
port uit te voeren en heeft men dat rap
port wel aan de Tramdirectie gezonden?
Als een bewys dat met de Tramdirec
tie wel valt te onderhandelen voert spr.
aan dat nadat men eenmaal met haar
om de tafel was gezeten en haar werd
gevraagd de lijn van het Verwulft door
te trekken, de Tramdirectie dadelijk
daartoe bereid was. Praten gaan is veel
beter dan het schrijven van brieven
meent spr.
Het verzet togen interlokale lünen is.
oordeelt spr., uit den tüd. Geldt liet
autobuslynen en de lynen gaan slechts
één meter over de grens der gemeente,
dan kan de gemeente ook de zeggen
schap kwüt raken over die lynen.
Volgens spr„ is bü de wijze van han
delen die B. en W. volgden de grootst
mogelyke waarborg dat de exploitatie
der autobuslynen zal geschieden naar de
wenschen van het gemeentebestuur.
De Tramdirectie verklaarde accoord te
gaan met het vermelde ln het laatste
raadsstuk dat B. en W. den Raad zonden
en teekende dat voor .accoord". Geble
ken is dat ook de Commissarissen der
Trammaatschappü er zich mede kunnen
vereenigen.
Nog merkt spr. op dat art. 42 der voor
waarden voor een exploitatie der auto
buslünen door de Trammaatschappü die
B. en W. den Raad ter vaststelling aan
bieden zegt dat „indien de Raad besluit
om andere autobuslynen in te stellen
dan die waarvoor deze vergunning geldt,
de vergunninghouder vóór anderen in
aanmerking komt om ook die ItJnen te
exploiteeren".
Het is de bedoeling dat met twee lynen
zal worden begonnen, die met de tram
lünen zullen geven een behoorlijk ver
keer in de stad en een behocrlüke com
municatie met de buitenwyken. Is later
noodlg een andere lyn, en wil de Tram
die niet exploiteeren dan kan de ge
meente naar 'n anderen gegadigde gaan
zoeken en is die niet te vinden dan zal
de gemeente per slot van rekening zelf
de exploitatie van zulk een lijn moeten
gaan ter hand nemen.
Er is voor de gemeente een groot voor
deel in gelegen indien ze voor de ex
ploitatie van de autobuslünen in zee
gaat met een kapitaalkrachtig lichaam
als de Tram Mü- die de concessie kan
uitvoeren. Het zal wellicht noodig zijn
dat in de toekomst de gemeente met de
Tram My. gezamenlijk de exploitatie
van de verkeersmiddelen zal moeten ter
hand gaan nemen in den een of anderen
vorm van een rechtspersoon. Zal dat
kunnen geschieden, dan is het gewenscht
dat exploitatie van tramlijnen en van
autobuslünen in één hand is.
Het geven van de concessie aan de
Trammaatschappü voor de autobuslünen
U ook een voordeel voor het publiek,
daar er dan overstapkaartjes zullen kun
nen worden verkrijgbaar gesteld. Dit zal
niet het geval kunnen zyn, todden de
concessie voor de autobuslynen aan een
andere onderneming dan aan de Tram
maatschappü wordt gegeven.
In de
Replieken
dient <Je heer Gerritsz een voorstel
to om B. cn W. uit te noodig en le den
Raad de richting van de autobuslünen
voor te dragen, 2e concessievoorwaarden
ter vaststelling aan te bieden en 3e daar
na den Raad voorstellen te doen om
trent de onderneming aan wie de ex
ploitatie van de lijnen op te dragen.
De heer De Breuk zegt dat uit het
laatste raadsstuk is gebleken dat alleen
zullen worden geëxploiteerd twee lijnen
die de Tramdirectie geven wil, dat is
dus minder lynen dan waarvoor B. en
W. vroeger aan de Brockwaybus Maat
schappü concessie wilden geven. Wat
aangaat 't voorstel van den heer Ger
ritsz volgens dat zal de Raad de richting
der lynen gaan aangeven, spr. oordeelt
het beter dat B. en W. het zullen doen.
Tenslotte zegt spr. dat art. 42, dat de
wethouder Slingenberg aanhaalde, wel
spreekt van „andere lynen" maar dat
in het voorstel van B. en W. geen be
paalde hjnen zyn genoemd.
De heer Visser zegt dat nu al zoo
veel is gepraat over de autobuslijnen,
maar dat hy ook wel eens de autobus
sen wil zien rijden. Om het laatste gaat
spr. mede met de meerderheid van
B. en W.
De heer Adrian gevoelt veel voor
hetgeen de heer Van. de Kamp zeide. De
heer Van de Kamp had een goede visie
op de zaak, De toekomst is niet a&n de
tram maar aan de autobus.
De heer Reinalda merkt op dat
hij geen bezwaar heeft tegen interlokale
lynen mits die lynen voldoen aan de
eischen van het stadsverkeer. Spr. ves
tigt de aandacht er op dat de Tram
directie d.d. 19 Juni schreef dat ze
leen dan de autobuslynen to exploitatie
wilde nemen, indien de tramlijnen wor
den gewijzigd en zoo schreef ze verder
aan B. en W., ons plan betreffende de
autobuslünen en gewijzigde tramlijnen
aan' den Raad' wordt voorgelegd. Tegen
die vastkoppeltog heeft spr. echter be
zwaar..
De heer Slingenberg deelt mede,
dat de heeren Van Liemt nader hun
voorstel zoo gewyzigd hebben dat onder
3 staat dat de autobuslynen door B. en
W. zullen worden aangewezen in raads
stuk 334 genoemd „na goedkeuring van
den Raad".
Art. 42 heeft de bedoeling, aldus spr.
verder, dat B. en W. thans alleen voor
bepaalde lünen concessie zullen geven.
Deze twee lynen zullen slechts een be
gin zyn. Moeten er later nog andere
komen, dan heeft voor de exploitatie
van die andere lijnen de Trammaaty.
de voorkeur. Mocht een andere lyn noo
dig zyn voor de bevolking, maar zulk
een lyn niet rendable zijn, dan zal de
gemeente voor zulk een lyn subsidie
moeten gaan geven-
Tegen het voorstel van den heer Ger
ritsz heeft spr. bezwaar. Dat is al weder
een uitstel van de zaak. Laat de Raad
nu eens toonen als
Raad zaken te bun
nen doen
zegt spr. Laten we nu niet uit elkaar
gaan zonder een stap verder te zyn ge
komen. Dat is niet in het belang der
gemeente. Tenslotte deelt spr. mede dat
B. en W. het voorstel van den heer Van
Liemt overnemen.
Bij de nu volgende stemming wordt het
aangevulde voorstel van B. en W. ver
worpen met 21 stemmen tegen en 17
vóór.
Vóór stemden de leden Bartels, Bij
voet, Heerkens Thijssen. Doosjes, Slin
genberg, Bruch, Van Liemt, mej. Eer
denis van Berlekom, Wolff, Visser, Klein
Schiphorst, Wolzak, Roodenburg, Mizc-
rus, Loerakker, de Braai, en Castricum.
Vóór dat wordt overgegaan tot de
stemming over het voorstel van den heer
Gerritsz zegt de heer Reinalda dat
indien weder alle gegadigden moeten
worden uitgenoodigd dit een belangrijke
vertraging van de zaak met zich zal bren
gen. Indien een volgenden keer het
tracé in den Raad komt dan is het ge
wenscht dat daarna spoedig de gunning
van de exploitatie der lünen kan ge
schieden.
De heer Gerritsz acht het van be
lang dat alle gegadigden in de gelegen
heid worden gesteld te dingen naar de
concessie.
Gestemd wordt over 1 en 2 van het
voorstel van den heer Gerritsz. Het
wordt aangenomen met 17 stemmen
vóór en 11 tegen.
Tegen stemden de leden Adrian, By-
voet. Heerkens Thüssen. Loosjes, Slin
genberg, Bruch. mej. Berdenis van Ber
lekom. Visser. Wolzak, de Breuk en
Castricum.
PUNT 3.
Voorstel van B. en W. tot wijziging
der verordening voor den Stortings- en
Ophaaldienst.
Aangehouden.
De havengelden,
PUNT 4.
Voorstel van den heer Meyers tot
wijziging der verordening op de heffing
van havengelden, strekkende tot veria-
ging van de havengeldtarieven.
INGEZONDEN IVïF.DEDEELINGEN
a 60 Cer.l» per rsgel.
JWBE EN TOBT
IS META.
I - META is de uni
veiligheidsbrandstof i
tabletvorm - zonder
weerga. Practisch
:indelijk als MET A 1%
ral ze ook U voldoen.
Sits gebruikt in de
gepatenteerde META-
Sneikokers, Friseer-
toe stellen, Strijkboute!
enz. - Probeer 't i
met META!
moet
mee
Meta-bnodstoi en -toe»Uilen ion In alle «oeJe taken vtrkrofbu*
B. en W. stellen voor hen uit te noo-
digen bü het opmaken der Begvooting
voor den dienst 1929 rekening te houden
met een verlaging van havengelden.
De heer Meijers zegt dat hij needis
een bepaald voorstel had ingediend toen
het praeadvies van B. en W. kwam. Bet
praeadvies van B. en W. is niets dan «:n
negatief. Spr. meent zyn voorstel te
moeten handhaven. Indien dat van 3.
en W. wordt aangenomen dan is er niet
de zekerheid dat- een gewüzigd tarief
met l Januari 1929 zal kunnen worden
ingevoerd.
Voorts zet spr. uiteen het gewenschla
van een verlaging der havengeldtarieven.
De heer Van Lleant oordeelt dót
het niet juist is nu het voorstel van den
heer Meyers aan te nemen. Spr. zou
echter gaarne zien dat B. en W. zóó tij
dig een voorstel tot verlaging der tarie-
venindienden, dat het gewyzigd tarief
nog op 1 Januari 1929 in werking kan
treden.
De heer Roodenburg zegt dat het
hem niet duidelük is welk Kaarlemsch
belang er mede is gebaat met het dcor-
vaartgeld van 6 cents te gaan verlagen
op 2 1/2 cents. Een drukke doorvaart
zal voor de gemeente meer schade dan
voordeel opleveren. Het verkeer zal meer
belemmerd worden daar de bruggen dan
tweemaal zoolang als nu open zullen
moeten zyn. En bovendien zullen wel
licht meer gelden voor brugwachters
moeten worden uitgetrokken.
De heer De Breuk zon met de ver
laging van de tarieven willen wachten
tot aan de Begrooting vcor 1929.
De heer Slingenberg zegt dat hst
onjuist is het praeadvies van B. en W.
negatief te noemen. B, en W. zijn wdl
voor een verlaging der tarieven maar ze
willen de begrooting niet in de waag
schaal gaan stellen. Bij aanneming van
het voorstel van den heer Meijers zou
over 1928 over een bedrag van 20.000
minder zijn te beschikken.
Spr. vindt het wel eigenaardig dat de
heer Meijers nu komt met het voorstel,
omdat by de behandeling van de ge-
meentefoegrooting voor 1928 van de zij
de van de partiigenooten van den heer
Meyers is te kennen gegeven dat op dlte
begrooting de inkomsten slechts waren
geflatteerd en dat de Begrooting maar
zoo zoo to elkaar was gezet. Thank wfl
de heer Meijers de inkomsten nog met
een bedrag van 20.000 gaan verrrtto-
deren.
B. en W. stellen voor dat bij het op
maken van de begrooting voor 1929 met
een verlaging der tarieven rekening zal
worden gehouden. Spr. kan verklaren
dat B. en W. een voorstel tot verlaging
der tarieven zoo tijdig zullen indienen
dat de verlaging nog met 1 Januari 1929
kan in werking treden. Maar B. en W.
kunnen niet zeggen dat ze het voorstel
dat de heer Meijers nu deed woordelyk
zullen overnemen. Verandering van het
doorvaarttarief zal medebrengen meer
controle en vermeerdering van personeel
en dus niet alleen beteekenen vermin
dering van inkomsten maar ook vermeer
dc-ring van uitgaven. Dien aangaande
willen B. en W. nog eerst het advies van
den Havenmeesterinspecteur towinnen.
De heer Meijers wenscht zijn voorstel
te handhaven. Het wondt verworpen met
25 stemmen tegen en 13 voor.
Vóór stemden de leden mevr. Maar-
schall, Peper, Reinalda, Joosten. Ger
ritsz, mej. van Vliet, Groenend ft al,
Keerwolf, Koppen, Stam, Meijers, de
Vos en Scholl.
Het voorstel van B. en W. wordt ge
acht zün aangenomen.
PUNT 6.
Voorstellen van B. en W. tot goed
keuring van de rekeningen over 1927
van den Armenraad, van de voormalige
corporation van neringen enz. van de
vereeniging „Kindervoeding" en van
de afd. Haarlem van Het Witte Kruis
over de douchebadhuizen.
Goedgekeurd.
PUNT 15.
Schryven van B. en W. inzake ondons
wys in het Fransch op het gymnasia*»
en de Middelbare scholen.
Op voorstel van den heer Scholl wordt
besloten wegens het vergevorderde uur
dit agendapunt aan te houden.
BENOEMINGEN
PUNT 17.
Herbenoemd worden als leden van het
Burgerlijk Armbestuur mej. W. G. van
Vliet en de heer J. A. Traanberg en als
lid der Gezondheidscommissie dc heer
H. J. M. Bartels.
Bij de rondvraag komt ter sprake de
Plaat der S.D.A.P.
Zooals we meldden had de meerderheid
van B. en W. bezwaar gemaakt vergun
ning te verleenen die [flaat te laten plak
ken op de reclame zuilen en aanplak
borden der gemeente.
B. en W. hadden den Raad mededeeltog
er van gedaan opdat de Raad van een
eventueel tegenovergestelde meening kan
doen blijken.
De heer Gerritsz die hierover het
woord voert, zegt dat de plaat bedoeling
had propaganda te maken voor de sport
en voor ontwapening, maar niet voor
ongewenschte dingen. Spr. vermoedt
dat de weigering van B en W. meer be
rust op een misschatting van de bedoe
ling der plaat dan wel dat ze een ge
volg is van een weloverwogen beslissing
door het College van B. en W. Hy dient
de volgende motie in:
De Raad noodigt B. en W. uit alsnog
toestemming te verleenen tot het aan
plakken van de plaat.
De heer Peper heeft zich er over