\1 OUDE KOOKBOEKEN. HAARLEM'S DAGBLAD DOFm~"DAG 28 JUNI 1928 IFcni in a VOOR ZOMERMAANDEN. Er kan geen versehfl van mcening over bestaan; het cardigan-costuum blijft dit jaar nog mode. En geen won der, als wij eens letten op het nut ervan, de aantrekkelijheid, zoo goed als het gemak waarmede zij te maken zijn en de groote verscheienheid van materialen, welke men ervoor gebruiken kan. Het hier afgebeelde pakje zou aardig ge maakt kunen worden van wollen tricot of van het nieuwe kasha, dat een een- vonudig, bijna suède-achtig effect heeft. Men kieze twee kleuren stof; de rok in één kleur, de jumper in twee kleuren en de cardigan in de lichte kleur gegarneerd met biezen in de don kere tint. Een knip-patroon is verkrijg baar onder No. 206, in de bovenmaten 42. 44, 46 en 48, tegen inzending van 55 cent EEN FRISCH JURKJE. Menige moeder heeft al zoo dikwijls gezocht naar een aardig jurkje voor de kleine meid, dat zonder bezwaar ge- wasschen kan worden en wij meenen dat hier is, wat zU zoeken. Alle onver- schietbare katoenen en linnen stoffen, waarin zoo'n groote keus van frlssche kleuren bestaat, is het aangewezen ma teriaal voor dit jurkje. Het patroon is eenvoudig en naar eigen inzicht kan men het jurkje nog met wat aardige garneeringen versieren. Het patroon kost 55 cent en is onder No. 207 ver krijgbaar voor meisjes van 4 tot 8 jaar. VACANTIE. „Oh, we gaan allemaal met elkaar, denk ik. Dat is altijd zoo", verzuchtte het meisje op kantoor tot haar vrien dinnen. „Vader en moeder zouden het niet aardig vinden als wij ons aan hun vacantiereisje onttrokken. Zij hebben hun hart nu eenmaal aan Valkenburg verpand en ik zou juist zoo graag eens alleen naar Zwitserland gaan. „Welnu, waarom ga je dan niet? Loes en Frieda gaan samen, dan kun jij toch ook met ze mee!" zei de jongste typiste, die wel de opstandigste van het groepje jonge meisjes was. Maar de ander schudde het hoofd. „Oh nee, dat kan ik niet doen." Zij was een volgzaam, trouw meisje, beslist niet in staat om iets tegen den zin har er ouders in te doen. Het was een voldon gen feit. dat zij en haar zusje met haar ouders naar Valkenburg moesten, al hunkerden zij ook naar de alpen of naar een jonge-meisjeskamp op de hei. In plaats daarvan moesten zU naar Limburg, waar Pa in een hangmat kon liggen en Ma met haar handwerkje in een rieten stoel kon zitten en waar „amusement genoeg is voor jullie meis jes", zooals ma het altijd besprak. Dat de jeugd verlangt naar afwisse ling en avontuur, welke niet worden ge vonden in een vacantie, welke een her haling is van alle vorige vacanties. drong niet tot de ouders door en zij zouden beleedigd zijn geweest indien men hen erop gewezen had, dat het juist zoo goed is als de leden van een zelfde familie af en toe eens een poosje gescheiden zijn. En toch is dat zoo. Elk lid van een familie heelt zijn of haar eigen ideeën van wat een volmaakte vacantie is. Het is dwaasheid die opvatting samen te doen smelten met die van anderen. Alleen een man en een vrouw, die van elkaar houden en het elkander aange naam willen maken, kunnen samen een leuke vacantie hebben, zoo goed als vriendinnen onder elkaar of vrienden samen dat ook hebben. Maar een fami- lie-vacantie laat soms geen aangename herinneringen na voor den winterdag, als men eenige opwekking noodig heeft. De jeugd heeft behoefte aan nieuwe vrienden, nieuwe belangstelling. En de beide zusjes vonden die ook, toen zU eindelijk rebels genoeg durfden zijn om een eigen vacantie in het land der witte bergen te gaan doorbrengen. Zij kwa men terug met hart en mond en geest vol van nieuwe ondervindingen en de geheele familie beleefde pleizier van hun reisbeschrijvingen. Ga in zoo'n geval uw eigen weg! Honderden, die het geprobeerd hebben zullen grif toegeven, dat ge daar nooit spijt van kunt hebben. Als ge jong zijt, wilt ge af en toe eens andere menschen ontmoeten en een vrije vacantie geeft daartoe gelegenheid. Als ge ouder zijt, wilt ge liever rustig alleen blijven dan is vrije vacantie eveneens uw middel. Dus daarom, laat elkander vrij. EEN ZOMER-OMMELET. Neem op 4 eieren, 2 eetlepels melk, 1 theelepeltje zout, 1 theelepeltje maggi aroma, 1 eetlepel fijngehakte groene kruiden (peterselie, kervel, selderij, dra gon) en 1 eetlepel boter. De eieren wor den met zou en aroma goed uit elkaar geklopt, waarna men er de melk, en de gehakte kruiden bljdoet. Het eiermeng- sel giet men dan in de pan, met de heetgemaakte boter (niet bruin!) en laat het stollen. Na het stollen de ommelette nog een minuut in de pan laten. Daarna oprollen en op een verwarmden schotel opdienen. HUISVROUW. Eten wij minder en lichter dan vroeger? Wanneer wij oude kookboeken oftewel „keukenboeken" opslaan, valt ons een ding alijd dadelijk op: de groote hoe veelheden. Voor ons liggen er twee. het zoogenaamde „Burgerkeukenboek" en een ander dat het „Nieuw Menu en kookboek" heet, en niet alleen zijn hierbij de hoeveelheden groot meestal zeker wel berekend voor 6 a 8 personen, maar de menu's zijn ook uitgebreid. Om eens een voorbeeld te- noemen; Op 20 Maart bestaat het menu maar liefst uit: Rljstesoep, Runderlappen, Aardappelen, Ingemaakte Prinsessenboonen, Saucijsen. Bloemkool, Beschuitpudding. Een heel diner, zouden wij zoo denken, en dan nog lang geen liflafjes boven dien. Menigeen zou na de ingemaakte prinsessenboonen al genoeg hebben aan een deel van de beschuitpudding en in het minst geen neiging voelen om ook nog bloemkool en saucijsen te ver werken. Een ander gewoon v/eekmenu noemt als nagerecht „Gewone Opvlieger" dat uit de volgende ingrediënten bestaat: 1 pond bloem, y3 kan melk, wat boter, zes eiwitten, geraspte schil van een citroen, suiker naar smaak. Hiervan wordt een warme pudding bereid, die er wezen mag. Midden in den zomer, wanneer velen ge neigd zijn om minder te eten, en wan neer een uitgebreid, zwaar maal aan menigeen zélfs een afschuw zou geven, gaan die overvloedige maaltijden maar door, zooals bijvoorbeeld op 28 Juni: Preisoep Saucijzen Aardappelen Bloemkool Jonge Hanen Gedroogde abrikozen Wellingtontaart Amandelgebak. Een menu dat vooral niet onder doet voor het vorige, terwijl een stevig visch- maal op den achtsten Augustus een op somming geeft van: Palingsoep Gekookte zalm Peterseliesaus Omelette aux fines Herbes. En dan moet het zoo'n dag eens erg warm zijn brrr, het is om een tegen zin te kr;jgen in al die vette vischsoor- ten, die toch overigens zoo buitenge woon fijn zijn. Het „Burgerkeukenboek" geeft geen menu's maar wel beschrijvingen van alle mogelijke lekkere kostjes. En de schrijfster hiervan volstaat niet met een enkel recept van elk gerecht, maar als zij er meerdere van kent worden die ook beschreven. Zoo is er als no. 2 van he hoofdstuk Visch „Kabeljauwstaart, gestoofd". En daaronder staat als vervolg hierop, maar ook als nieuw re cept „Anders". Op een ei meer of minder werd vroe ger blijkbaar niet gekeken. De hoeveel heden eieren die in de recepten ge bruikt worden, zijn enorm: vier tot zes eieren in een nagerecht is heel gewoon, menige vleeschsoort wordt ook met eieren klaargemaakt, en groenten vra gen menigmaal ook nog eieren zooals bijvoorbeeld de zoogenaamde „zuring met kalfsoogen", waarbij de zuring ge woon gekookt wordt, afgemaakt met zout, nootmuskaat en „een kluit boter, in bloem gewenteld", waarna „men ver volgens zooveel eyeren neemt als men verkiest, die openslaat in kokend water, ze daarin laat tot het wit gestremd is", en ze dus als, wa we tegenwoordig, pocheerde eieren noemen, op de zuring in de schaal legt. Zuur was blijkbaar in die dagen zeer in den smaak, wat geen wonder is, wanneer men bedenkt, hoeveel vette en zware kost er verorbe-werd: dan smaakt iets rinzigs en zuurs weleen-s goed. Niet minder dan tien bladzijden recepten wijdt het Burgerkeukenboek aan het hoofdstuk: „Om verschillende zaken in te leggen in zuur". Die zaken zijn dan bijvoorbeeld: „Aspersies, Augurken, kleine Meloentjes. Sjambul van komkommers. Halve komkommers. Komkommers. Azia van komkommers. Charlotten. Morellen. Mirabellen. Ci troenen. Azia van citroenen. Kwetsen. Kappers. Roode kool Bloemkool. Kleine witte Uyen". Zoo'n „Azia" van komkommers of van citroenen beduidt blijkbaar dat de betreffende vruchten eerst met zout worden weggezet en daarna met geurl- gen azijn overgoten. Bij het hoofdstuk .Konfituren en vruchten in Brandewijn" komen enkele zeer handige wenken voor, bijvoorbeeld om tafelappels en peren in den winter lang te bewaren: „De appelen of peren, niet al te rijp „zijnde, moeten bij droog weder ge- „plukt worden. Men zoekt degene, die „volkomen gaaf en onbeschadigd zijn, „er uit windt die in zachte papieren, „legt dezelve in lagen, in een tonnetje „of kistjes, die opgevuld worden met „droog papier, aan fijne snippertjes ge- „knipt, en zet dezelve op een drooge „plaats. „Dezulke, welke voor keukengebruik „moet dienen_ legt men op een drooge „plaats op den grond, en dekt dezelve „met een droog wel uitgewasend bed- „delaken. „Men zorge altoos, dat de vruchten, zoo min mogelijk, beademd worden." Hierna volgen nog raadgevingen over het klaren of helder maken van suiker voor konfituren, het keuren van suiker stroop voor natte konfituren, en het be waren van druiven in den winter. Tenslotte geven wij nog'hier een menu met de beschrijving: uit het menuboek, gedateerd 5 Juli, Groentesoep Lamsbout Aardappelen Snijboonen Gebraden kippen Gestoofde kruisbessen Prinsessenbrood. Groentesoep: Men neemt een kalfs- scllinkèl, die goed uitgekookt wordt, en in dien bouillon kookt men allerlei jonge groenten, benevens 5 ons kalfs- poelefc; men kan er, desverkiezende, ook kleine balletjes gehakt in koken, maar dat is geen vereischte. Lamsbout: Deze moet een dag te vo ren in azijn gezet worden, waartoe men wat kleine uien, een paar kruidnage len, en heele pepers voegt; de huid en het vet worden eerst van het vleesch afgenomen, en voordat men hem gaat braden, kerft men den bout tot op het been, met een paar vingers breedte tus- schen de kerven, waarin men wat zout, peper, fijne kruidnagelen en gehakte uien strooit; dan bindt men het vleesch weder toe en laat het zoo braden; 2 uur is er wel voor noodig eer het gaar is als men de jus nog eens door laat bra den, voegt men er een kopje melk bij. Men kan schapenvleesch lardeeren als men wil, of ook wel spek en boter ge bruiken om het te braden, en anders enkel boter. Snijboonen: De boonen worden vier maal afgehaald, gewasschen en fijnge sneden, waarna men ze met weinig wa ter te vuur zet; als zij half gaar zijn voegt men er een weinig zout, een goed stuk boter en wat suiker bij, waarmede zij langzaam moeten doorstoven; zij moeten minstens twee uur lang koken. Gebraden kippen: Nadat de kippen goed geplukt en schoongemaakt zijn, strooit men er van binnen en van bui ten wat fijn zout op, en laat ze daarna in bruin gebraden boter braden; er moet vooral voor het bedruipen ge- zogd worden. Kruisbessen: De bessen moeten niet al te rijp zijn, van de kroontjes ontdaan en goed gewasschen zijnde, laat men ze met °een weinig water, veel basterd suiker en een stukje kaneel gaar sto ven; en roert er vóór het opdoen een geklopt ei doorheen. 'PrinsessenbroodHiervoor neemt men van alles eene gelijke hoeveelheid, naarmate de vorm groot is, tarwemeel, boter, suiker en eieren; bijv. als men van ieder 2)4 ons neemt, dan gebruikt men 4 -neren; als men dat goed door elkaar gekneed heeft, laat men het langmaam in den oven bakken, de vorm moet met boter en beschuit besmeerd zijn: men doet een klein Veinigje zout er in, en als het gebak klaar is, strooit men er suiker en kaneel overheen. E. E. J.—P. EEN CHARMANT MIDDAG-TOILETJE. Deze aantrekkelijke namiddag-japon is zeer geschikt voor zacht materiaal zooals marocain, crëpe-de-chine of kunstzijde, met kraag en overslaand vest van een contrasteerende kleur. Het bovenlijf is met een langen V- vorm uitgesneden en er zijn soepel val lende revers los aan bevestigd, zoodat liet vest daaronder vastgehecht kan, worden. De nauwe mouwen hebben hooge manchetten, welke uitloopen in een punt. Voorts is er een kleine rol- kraag, die op den rug een beetje op staat. Een knippatroon van deze elegan te japon kost 55 cent en is onder No. 205 verkrijgbaar in de mate» 42, 44 46 cn i8. ALS DE KINDEREN AAN ZEE ZIJN. Ja, als de kinderen aan zee zijn, aan het strand, dan hooren daarbij natuur lijk strandpakjes. En waarmee zouden we die nu anders garneeren, dan met vroolijke zeesterren? Op echte zeemans jurken? Welnu dan, de zeesterren staar bovenaan op het plaatje aangegeven. Men ziet dat ze met een paar heel een voudige steekjes van wol of zijde te ma ken zijn. In de eerste plaats garneeren we dan dat witte serge-blousje van die kleine amateurfotograaf, op den matro zenkraag met helroode zeesterren. Voor het heele pakje (met plooirokje) is niet meer dan 1.25 M. stof van 1.20 M. breed te noodig. Haar grootere zus is in het helrood. Geplisseerd rokje met casaque, met zwart lakceln tuurt je. De casaque is gegarneerd met helgele of witte zeester ren. Voor dit pakje is 1.75 M. stof van 1.40 M. breedte voldoende. Er zijn met deze zeesterren natuurlijk allerlei aar dige effecben te bereiken. Op een cein tuurtje staan ze heel aardig, en we kunnen er ook heel grappig een kraagje en manchetjes mee versieren. In het midden van de teekening nog twee modelletjes. Het bovenste is een casaque van gele toile de soie, met een: schuine rij blauwe zeesterren versierd. Er ts 65 c.M. stof van 1 M. breed voor noo dig. Daaronder een kinderjurkje van helgroene crepella, afgezet met breede, ini punten geknipten rand van zwajrt, en gegarneerd met zwarte sterretjes. Waar voor 60 c.M. stof van 1 M, breedte ge noeg is. Zoo zijn er nog vele andere toe passingen van deze heel eenvoudige, frls sche garneering te bedenken. Geheel afgescheiden hiervan, een han digheidje dat een beroepscostumière mij in het oor fluisterde. Weet u, zei ze. wat een uitstekende manier is, om een japon van effen stof weer geheel te ver nieuwen, zonder dat het opvalt? Garneer haar met bedrukte crêpe of foulard, maak daarvan manchetjes en een kraag je, of maak er een vestje van in de ja- pon. Dan moet u eens zien: U herkent de japon niet meer! MADELEINE. ZELF AAN HET WERK. „Er is één ding bij je thuis, daar ben ik gek op, en dat is die pouffe! Je zult mij nu toch niet wijs willen maken, dat je die zelf gemaakt hebt?" zei Kitty, terwijl zij haar pas-ge trouwde vriendin ongeloovig aankeek. „En tóch is het waar", verklaarde het jonge vrouwtje vol trots. „Mijn man heeft er aan meegeholpen, maar het stuk is van begin tot einde: huisvlijt. Luister dan zal ik je kort uitleggen hoe je er zelf een kunt maken. „Eerst maakten wij een sberk, vier kant kistje, waarvan de zijden, met zwa luwstaarten in elkaar bevestigd waren. Het was ongeveer 60 centimeter aan beide dwarse kanten en ongeveer 40 centimeter diep. Wij zaagden het in tweeën, 22.5 centimeter van onderen af, zoodat het onderste stuk iets hooger was dan het bovenste. Nu spijkerden wij op het bovenstuk een latje (zie plaatje). Het hout was goed schoon, anders zou ik het eerst fling afgeschrobd hebben na de eventueele spijkers eruit getrokken te hebben. Nu konden wij volstaan met het hout mooi glad te schuren met een paar stuk ken grof schuurpapier en daarna af te wrijven De deksel (d.w.z. het bovenstuk) werd daarna van veeren voorzien als volgt. Eerst reepen band spijkeren in één richting met het d war sl at je en deze daarna doorweven met stukken band in de kruisrichting. Tusschen elke band ongeveer 6 a 10 centimeter afstand. (Zie tweede plaatje). De banden moeten zeer strak zitten. Spijker eerst één kant vast zonder de band op maat te knippen. Daarna goed aantrekken aan den ande ren kant vastspijkeren en dan de band afknippen. Men, heeft zoodoende een grooter stuk om vast te houden bü het trekken. Daarna kocht ik acht koperen veeren van 20 centimeter in een meubelwinkel. De veeren worden in het deksel gezet, op de kruispunten van 't banden-net werk en aan de banden vastgenaaid met z.g, twijndraad en een paknaald met ge bogen punt (beide attributen kan men bij een stoffeerder koopen). Nu komt er een krachtwerkje. De veeren moeten om laag gebonden worden, d.w.z. gespannen Neem een stuk sterk koord en spijker een eind ergens vast in den deksel. Ter wijl nu één persoon de veer indrukt, moet een ander met het koord de veer aan twee kanten vastbinden', zoodat deze niet meer uit kan springen. Dan gaat men met hetzelfde koord door naar de tweede veer, die gelijk behandeld wordt als de eerste en zoo voort tot alle veeren klaar zijn. Tenslotte wordt het Overblij vende eind van 't koord elders in het deksel vastgespijkerd. Nu wordt met sterk linnen of onge bleekte katoen het vierkant boven de veeren afgedekt. De lap wordt over den rand van het hout gebogen en rondom vastgespijkerd. Voorts wordt een stuk katoen langs den staand en kant rondom het deksel gewikkeld, Daarop komt later watten voor vulling, welke met paknaald en twijn met groote vischnetsteken vast gehouden moeten werden op het katoen. In plaats van met watten kunnen de zijkanten ook met houtwol worden ge vuld dat is steviger. Als de zijkanten klaar zijn, wordt de bovenkant precies eender gevuld met houtwol, zoo dicht mogelijk en daarna met groote steken twijndraad vastgehecht. De onderste helft van het raamwerk wordt evenals de bovenste helft bekleed, doch alleen maar aan de zijkanten en er zijn geen veeren voor noodig. Voor het bekleeden namen wij een vierkante lap, groot' genoeg om top en zijkanten te bedekken en deze wordt, er een beetje luchtigjes op gemaakt. Ds bodem wordt met zwart linnen afge dekt en de binnenkanten van onderstuk en deksel worden met rose stof gevoerd. Nu wordt het deksel nog met twee sterke koperen scharnieren op het onderstuk gemaakt en de zaak is gezond. Ten slotte nog op de vier hoeken van het onderstuk een blokje gummi bij wijze van pootjes". RECEPT. Aardbeiensaus. Wil u bij een eenvotl- dige griesmeel- of rijstpudding een heer lijke saus geven, maak dan aardbeien saus. Neem op 2 ons aardbeien, sap van 1/2 citroen, 4 eierdooiers, ruim 1 ons suiker, 4 maatjes witte wijn. De gewas schen aardbeien wrijft men door een paardenharen zeef. De eierdooiers klopt men met de suiker, waarna men er den wijn, de aardbeienpuree en het citroen sap bijdoet en de saus in een waterbadi gebonden laat worden, onder voortdu rend roeren. DE KLEINE LASTEN VAN DEN ZOMER De zomer brengt voor de huisvrouw allerlei kleine zorgen mee. Maar het is niet noodig, daarin te berusten, als we over middelen beschikken, om die zor gen te verlichten of geheel te doen ver dwijnen. Zoo bijvoorbeeld de plaag van allerhande insecten in huis en in den tuin, muggen, mieren .torren, enz., die het ons zomers dikwijls wat lastig kun nen maken. Vooral mieren, hoe ijverig dit volkje ook is, kunnen ons in huis en in tuin tot een ware plaag worden. Bo vendien dringen ze de keuken binnen. Wil men zich dus van deze last bevrij den, dan ga men als volgt te werk. Neem een gewone papieren puntzak en be smeer die van binnen met jam. Leg den zak bij hun „hoop" of „holen" en zorg er voor, dat de onderkant goed vlak op den grond ligt, zoodat ze er goed in kunnen kruipen. Laat dit een nacht lig gen. Komt u den volgenden morgen kij ken, dan vindt u den zak vol mieren. Doe hem dicht en verbrand hem. Een ander middel om mieren te verjagen, is op een door hen bezochte plaats bo- rax-poeder te strooien. Daarvoor gaan ze ook op den loop. Heeft men mieren in een kast, vul dan een glas met zoet pruimennat en zet dat onderin de kast. De mieren raken dan in het nat en ver drinken. Ook gaan mieren er van door, ais men op de door hen bezochte plaat sen ljeele kruidnagelen strooit. Heeft u muizengaatjes in de keuken? En helpt gewoon dichtstoppen niet? Stop dan eens een kurk in terpentijn gedoopt, of een lapje in terpentijn gedrenkt in het mui zengaatje. Dan blijven de kleine roovers vast en zeker weg. Want van terpentijn houden ze nu heelemaal niet! Komen ze in uw etenskasten, op de planken, waar eten bewaard wordt? Strooi op die plan ken dan cayenne-peper, De muisjes zul len niet meer terugkomen. Last van tor retjes en kevers enz. in huis? Zeek de raden of kieren op, waardoor ze de ka mers binnenkomen en giet daarin een heete oplossing van 1 pond aluin in 2 liter water. Een middel dat heel goed is, doch waarmee men uiterst 'voorzichtig moet zün. en dat vooral niet mag toe gepast worden, wanneer er eenig vuur van gasfornuis, gasstel, lamp, lucifers, enz. in de buurt is, is het sprenkelen van benzine over de planken, waar tor ren komen. Dat doodt de insecten en ook de eitjes. 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 12