EEN ONTWIKKELINGS- EN ONTSPANNINGSREIS BINNENLAND INGEZONDEN. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 28 JUNI 1928 Napels en de Vesuvius. Naar Caprï. (Van onzen eigen verslaggever). Napels, stad van blauwe verschieten en klare luchten. Ik heb ze gezien, bella Napoll, zelfs 5 dagen achtereen, terwijl •en ieder beweert dat 2 dagen ruim voldoende zijn. De baai is schitterend; schitterend en kleurrijk zijn ook de ruime breede goed geplaveide boulevards, de oude stads- deelen met de balconi en de wapperende hemden, de nauwe trappenstcegen veelal met bloemen venters en stalletjes op de onderste treden, de publieke tuinen met subtropische boomen en planten- weelde. In aansluiting op mijn bezoek aan Pompei' heb ik gemeend allereerst het Museo Nazionale te moeten gaan zien: de zwart-uitgeslagen bronzen beelden afkomstig uit de opgravingen te Hercu- lanum, de blauw-groen geöxydeerde uit Pompei, beelden, die mij hol aanstaar den omdat daaruit de glazen-oogen weg gesmolten zijn; de marmeren beelden van Julius Ceasar, van de „Fortuna", van de „Matrona Romana", van hon derden andere. De gobelins in de groote zaal met voorstellingen uit den slag bij Paria (1525) en van „La Favole di Perseo" (Persus en Andromeda). In dezelfde zaal de dierenriem in marmer, koper en met glasbedekte schilderstukken der diverse teekens op den vloer. Veel ker kelijke schilderkunst in de nevenzalen. Een paar stukken van Titiaan: Phi- lippus II van Spanje en een boetende Magdalena. De opwekking van Lazarus door Leandro Bassano, een Velosquez: copie van het in Madrid hangende ori gineel van Los Borrachos (de drinke broers). Een Christus aan hel kruis van Antonio van Dyek, de 7 Blinden van Pieter Breughel. Het is maar een greep uit veel moois. Dan komt voor mij het meest interessante: de bronzen gebruiks voorwerpen afkomstig uit Pompei: prachtig bewerkte weegschalen, instru menten. handvatsels, een lampenstand aard met 4 hangende lamjien, een heer lijk stuk werk; bronzen ledikanten, kis ten, een samovar, muziekinstrumenten, een juweel van een badkuip, ijzeren ovens, lantaarns, drievoeten. Warmwater borden en thermosflesschen (alles is blijkbaar .schon dagewesen") gereed schap, vischhaken etc. etc. Te veel om op te sommen. De af deeling levensmiddelen: groote ronde zwart geworden borden, waarop gelijke parten zijn aangege ven, alle soorten van granen, noten, vijgen, olijven, appelen, wijn. olie, alles versteend of verdroogd doch duidelijk herkenbaar. Verfmiddelen voor het be handelen van wollen stoffen, garens, geweven goederen, netten, touwwerk, onberispelijk gefigureerde bronzen zee ven. Een kurkenmaquette van heel het uitgegraven Pompeï. Heel het leven van de doodenstad het dagelijksche gedoe van hen die vóór ons leefden en stierven laat zich met deze voorwerpen voor oogen. gemakke lijk reconstrueeren. We gaan naar Bertolinl om thee te drinken. We zien Napels uit de hoogte bij middaglicht: heerlijk ligt de baal onder ons. Het uitzicht animeert ons Napels ook bij avond te zien. We dinee- ren in het Restaurant Sant' Elmo in San Martino. De maan schijnt over de Apenijnen-uitloopers. mil Harden licht jes zijn zichtbaar diep onder ons. de re kening achteraf is in overeenstemming met het genoten uitzicht. Het licht is zacht stralend, de muziek zoet-vloeiend. De maan boven, de lichtjes onder, de muziek achter, de baai beneden voor, het was suprème. Een Fiat zonder benzine rolt ons naar beneden. We hebben gerinkeld. Ik heb intusschen eens uit mijn oogen gekeken. Het is gedecideerd hier een land van helden: officieren, allen, dat moet gezegd worden keurig en tip-top gekleed, nauwelijks den jongensjaren ontwassen, hebben een aantal ridderor den, waar menig veteraan het water van uit den mond zou loopn. Praktisch gesproken is er geen enkele geünifor meerde zonder een serie orden. Een begrafenis: glazen lijkkoets met 4 prachtige zwarte paarden met plui men, doch zonder rouwkleeden; op het bankje achter de lijkkoets zit een man met een pet, klaarblijkelijk de eenige functionaris. Blootshoofds volgen de mannen, achter hen een volgrijtuig met 2 paarden, waarin 4 nonnen met bran dende kaarsen in de hand. De lijkkist is van bruin hout en niet geschroefd als bij ons, doch eenvoudig gesloten met 2 koperen haakjes. Een van de meesfr ingewikkelde pro blemen eens Napolitaanschen huisvaders schijnt de beantwoording van de vraag: Hoeveel leden van mijn gezin kan ik maximaal onderbrengen in een één- paards-victoria met 2 plaatsen, zonder dat ze gedoemd zijn er uit te vallen? Ik heb met aandacht dat inladen telkens en telkens weer gadegeslagen; als de zich krampachtig aan alles en nog wat vastklemmende familie eindelijk hing. want van zitten was natuurlijk al lang geen sprake meer, leek mij het probleem om uit te maken aan wie van de inzit tenden de buitenboord hangende beenen toebehoorden, eenvoudig onoplosbaar. Een ander vraagstuk, waarvan de op lossing onze huismoeders bij dlenstbo- zich op de bovenste verdieping van het huis bevinden en er gelx^jt wordt door groenteman of slager: een touw met een mandje buiten het raam: halen maai' jongens; maar eerst den boel binnen hijschen alvorens de duiten naar bene den te expedieeren. Ik heb nog iets anders gezien. da.t ik voorheen nog in geen enkel ander land zag: Paarden hebben veelal geen bit in den bek, doch worden gemend door de kop rechts of links te trekken. Over den neus ligt namelijk een daarop passende plaat, waaraan 2 ringen, ook wel staafjes ter weerszijden, waaraan de leidsels be vestigd zijn. Ik zou den dierenvrienden in Holland de bestudeering van dit sys teem in overweging willen geven. Verder heb ik ook opgemerkt de groote vereering voor den „Geweldige". In geen winkel. In geen restaurant, in geen plaats waar dan ook ben ik geweest, of ik heb zijn portret in alle mogelijke hou dingen gezien, veelal ook als kalender- pchild. Het is miin gewoonte nog al eens jnet menschen uit het volk te praten; ik heb niets dan goeds van hem gehoord. Men wees mij een gebouw waar elk werkman tegen betaling van lire 6 (pl.m. O-SO) oen jaar lang toegang heeft en gratis looneelvoorstellingen, concerten, opera's kan bijwonen*, waar hem 5- maandelijke cursussan in de Engelsche. Fransehe, Durtsche en Spaansche taai tegen een extra-betaling van 25 lire (pl.m. 3-50) gegeven worden. Ik heb voor de aardigheid eens geprobeerd hoe ver die kennis ging bij versoliillende menschen uit het volk. door hen in die talen aan te spreken, en ik ben werke lijk verstomd geweest over de betrekke lijke gemakkelijkheid, waarmede men mij te woord stond. Daarentegen bleek mij bij een gesprek, dat ik had met een hoogen functionaris, dat deze zich slechts uitsluitend van het Italiaansch bedienen kon. ofschoon hij het Fransch kon begrepen. De vexeering van het volk is dus allc-szins begrijpelijk voor een man, die in betrekkelijk korten tijd zoo veel wist te bereiken. Op aanplakbiljet ten staat overal boven den datum: „Anno VI". he-t 6e jaar der regeering van Benito Mussolini, wat doet denken aan de dateering tijdens de Fransehe Revo lutie: het zooveelste jaar de la Liberté. We hebben Napels niet willen doen zonder ook het interieur van een kerk te zien en zochten daartoe uit de San ta Chiara. Een prachtige ruime kerk met heerlijke plafond-schilderingen, rus tig van proporties, voornaam aandoen de. Ter zijde- van en achter het hoofd altaar, de graftomben van het huis van An jou in Gothischen stijl, Napels heeft evenals Londen en Pa rijs zijn ondergrondsche electrische spoorverbindingen, bovendien een 7-tal bovengrondsche spoorwegen en stations. Dat het een heel oude stad is oor spronkelijk een Grieksohe kolonie is duidelijk te merken aan de verschillende gebouwen, de wallen, de kasteelen, de 5 wonderschoon® antieke poorten, die eertijds tot de ommuurde stad toegang gaven. Dat het een geloovige stad is blijkt uit de vele nissen met heiligen, uit glazen kastjes waarin afbeeldingen, ge sierd met bloemvazen, soms met papie ren bloemen, kaarsen, ook wel met een electrisch peertje, dat uit den toon valt. Ik ben eens gaan wandelen ln den vöornaamsten puiblieken tuin aan de Boulevard gelegen en heb toen het leven aan mij voorbij laten gaan. De dames gaan goed gekleed, met smaak, met décolletëe, rokken niet lan ger dan tot de knie, sommige tot juist er boven. Met uitzondering van de mi litairen, vond ik de mannen over het algemeen, zoo al niet slecht, dan toch zeker ook niet goed gekleed; jongens, tot groote bengels toe, veelal in matro zenpakjes. Mannen loopen hier klaar blijkelijk graag samen gearmd. Dienst meisjes vrijen, ook klaarblijkelijk, graag met agenten en laten tout comme chez vous, de aan hun zorgen toever trouwde schatten graag aan zich ze;f over. Arme stumpers zoeken sigaretten- stompjes. Page-kopjes ziet men weinig de meeste vrouwen hebben hun haar gitzwart in een wrong. Evenals in de Champs Elysées en in het Bois de Bou logne te Parijs worden bokkenwagens verhuurd. 3 Bokken voor een grooten wagen, de kinderen er in, de eigenaar er voor met de zweep, pa er naast en ma bengelt er achter. Het genot is groot behalve voor de ouders en allicht ook voor de bokken. Ik ga, het kijken moe, naar het aqua rium, wel Is waar moet ik daar ook kil ken, doch de objecten zijn minder luid ruchtig. Het is de moeite en het entree geld (Lui 10) waard, vooral de anemo nen, de garnalen, zeepaardjes, polypen kwallen en octopussen. Een andere dag is aangebroken. Prach tig helder weer, zoodat we besluiten den Vesuvius een bezoek te brengen, We gaan tot het station Pugliano-Resina, dan stappen we over in den electrischen trein van Costa, die het monopolie heeft en daarvoor ook flink laat betalen. Deze trein voert ons den Vesuvius op langs bouwvallen en wijngaarden. Ik no teer dat men den wijnstok cultiveert op manshoogte en niet, zooals ik dat in Duitschland en Frankrijk en elders ge zien heb, op 1/4 a 1/2 meter van den grond. Wij stijgen voortdurend, onder weg komt een electrische locomotief wagen ons nog opduwen.. De vegetatie wordt allengs minder, het uitzicht be ter en grootscher. Wij naderen den on- herbergzamen top, lava, puimsteen, en nog eens lava. Naarmate we dichter bij komen, blijkt dat puffen, dat zich uit Napels zoo uitermate onschuldig laat aanzien, toch niet heelemaal zoo on schuldig te zijn, een dikke watten klu wen van zalmkleuxigen rook stijgt ten hemel. Onder om den krater moesten we overstappen, het laatste gedeelte gaat loodrecht tegen den berg op. 't Be gint wat te regenen. Een speculatief aangelegde wijze conducteur voorziet, ons van loden capes A xaison van 2 Li re per stuk, We zijn nu vlak bij; het eindstation is bereikt. We zijn verplicht een gids te nemen, onder diens geleide schrijden wij voorwaarts; een kronke lend hellend pad voert naar boven. Dan een wending en in eens staan we voor het krat er-geheel. Een aan alle kanten op één na door rotsen omringd, ik zou haast zeggen, droog meer. waarvan rook, alsof het er onder smeulde, op stijgt. In het midden daarvan een kegel vorm, daaruit stijgt de watten-kolom. We staan perplex, en zien het schouw spel aan. Daar in eens, zonder vooraf gaand geluid, begint de vulkaan te brul len, de zalmkleurige wattenkolom wordt rood en rooder en dikker en dikker, om dan weer te bedaren, Even later een heviger gebrul en in eens slaan de vlam men uit, een aantal rood gloeiende lava wordt een dertigtal meters naar schat ting in de hoogte geworpen, om weer in den krater terug te vallen. Een oogen- blik later herhaalt zich het schouw spel, nu echter intenser, heviger, de stukken gloeiende lava die opgeworpen worden, ditmaal ook langer, worden vergezeld door een wolk van gloeiend puimsteen, dat door den wind echter niet in den krater, doch in het- z.g. kra- termeer terugvalt. Het is prachtig te zien. hoe het vüur uit het inwendige der aarde opstijgt. Het geeft een idee van de nietigheid van 's menschen kunnen tegenover de macht van de schepping; het verklaart Pompeï, het verklaart Herculanum, de rampen van Reggio en Messina. We moeten weg, anders stonden we er wellicht nog: zóó aangrijpend, zóó grootsch, zóó machtig was dit schouw spel. Te aangrijpend bovendien om den indruk te verzwakken door het opne men van andere indrukken. Voor dien dag heb ik het er bij gelaten. Het was een moment in mijn leven. Ik had het er op gezet de armere wij ken, de oude en oudste gedeelten van Napels eens op mijn gemak in oogen- schouw te nemen. Ik liet me eerst rij den naar het door Karei UI gestichte „Armelui's Huis", een enorm 2 verdie pingen hoog gebouw, waar de armen van Napels in onder gebracht zijn even als de ouden van dagen, die niet meer in eigen onderhoud kunnen voorzien en niemand hebben om hen te helpen. Van daar begon de tocht door nauwe stra ten en stegen, met open winkeltjes en stalletjes. Onder een uitstalling van vleesch, dat er toch al niet al te sma kelijk uitzag, stond een vuilnisman groote massa's stof en straatvuil tot een hoop te zamen te vegen. De hoofdstra ten en verkeerswegen door het aller oudste deel van Napels zijn echter flink breed aangelegd, alle huurkazernes, met éen-kamer woningen, de noodige bal- cons en wasch buiten de deur of liever buien het balcon. De helft van het fa milieleven speelt zich op straat in de openbaarheid af. Enkele pracht-typen toch, wat een natuurlijke gratie! Hoog stens onbetrouwbare gezichten, echter geen bepaald ongunstige typen. Ik laat me wederom rijden naar San Martino, om nog eens te genieten van het Napels onder mij. Ik scharrel wat rond; een aantal mannen is bezig om op een zeer ongelijke ongeplaveide straat met si naasappelen te knikkeren. Het is inte ressant te zien, hoe zij elke oneffenheid van de straat berekenen en hoe dieh zij gemeenlijk het doel benaderen. Het gaat om kleine bedragen, die nog a eens van hand tot hand gaan. We besluiten ons domicilie voor een dag of 5 naar Capri te verleggen. Over het algemeen krijgt men op deze we reld niets voor niets, in Italië moet men echter dubbel en dwars betalen ora wat gedaan te krijgen, dit is zeker. Enfin we zitten met onze bagage veilig en wel op een der snelvarende booten die in ongeveer 2 uur het traject Napels-Capv! via Sorrente afleggen. Een internatio naal dagjes-menschen publiek, ik hoor vooral veel Duitsch spreken. Er wordt druk Vermouth gepresenteerd en ge dronken. Een heerlijk zonnetje beschijn ons, een massa kolenstof uit den zwaa rookenden schoorsteen bevuilt ons. Na pels vervaagt, Sorrenta, hoog op-de ber gen nadert. Hotels nemens wel de besté plaatsen in, een aanlegsteiger is er nier bootjes brengen de passagiers aan land Zoodra de boot stopt, brult het heirleger van hotelchasseurs dat in de booten zit de namen hunner etablissementen in koor uit: men verstaat natuurlijk nies. Oapri komt aan de beurt, weer geen aanlegsteiger; behalve een aantal reizi gers, die het niet op de Grot voorzien hebben (want die blijven aan boord* doch voor een dagje klimgeit gaan spe len, zijn wij de eenige gasten. Een boot je ontvangt ons plus ons hebben en houden, de stoomboot komt weer in actie en voert zijn menschelijke lading n'aar de buurt van de blauwe grot, wij varen naar de plaats waar ook de vis- schersbooten aanleggen en dat den weidschen naam van „Marina Grande" voert. Onze bagage, die door het aantal steenen, dat ik verzameld heb. knapjes zwaar is, wordt op de hoofden van ette lijke vrouwen naar de hotel-auto gedra gen, we rijden zeker een y, a 3/4 uur langs allerlei huiveringwekkende af gronden naar boven, naar Anacapri, -waar we telegrafisch kamers besproken hebben in Hotel Eden—Paradiso. TH (Reeds in een deel van de vorige oplaag opgenomen). MERIJNTJE OP DE PLANKEN. VOOR NAP DE LA MAR BEWERKT. In het Juni-nummer van het tijd schrift Astra is een artikel van Hans Nesna gepubliceerd over Nap de la Mar. Daarin wordt medegedeeld, dat de schrijver A M. de Jong zijn boek Merijntje Gijzen's Jeugd voor Nap de la Mar tot een tooneelstuk bewerkt heeft, GEVONDEN DIEREN EN VOORWER PEN. Terug te bekomen bij; Bur. van Politie .Smedestraat band van regenjas; P. v. Wetter, Zomerkade 163, kinderbril; Oliedam, Schalkwijker- weg 27, doublé beursje; G. Oversteegen, Slaperdijkweg 50, paarlen collier met zilv. sluiting; J. Jansen, Eschdoorn- s treat 21, gebedenboekje in étui „Sur- sum Corda", J. F. van Riet, Van 't Hoffstraat 111, paar leeren dameshand schoenen; J. v. Roode, Assendelversüraat 55. grijze heerenhandschoen; Gelaudie, Wijngaardstraat 30, paar dameshand schoenen; Eenkhoorn, Raaks 16, heeren- hoed; Kennel „Fauna", Parklaan: grau we herdershond, gebracht door De Haan Anjelïerstraat 8: geel hondje, gebracht door Ziere, Amsterdamstraat 51; grijze kat, gebracht door Jansen, Pieter Kies- straat. 23: Concierge school Jacobsstraat gabardine jasje, G. Peper, Essenstraat 44 T, heerenrijwiel; P. Kos, Colenso- straat 14. rozenkrans; v. Dokkumburg, Julianapark 32 R, rijwielbelastingmerk in étui; Directeur Postkantoor, ring met Yalesleutel en een zakmes; Van Deur- sen. Brouwersstr. 59, rijwielbelastingmerk in étui; E. Kensen, Van Loostraat 2. rij wielbelastingmerk (huls); C. Verdam. Spaarnwouderstraat 4R, rijwielbelasting merk; H. Kensen, KI. Houtstraat 67 R, rijwielbelastingmerk in étui; H. Schut- terop. Laurierstraat 6, rijwielbelasting merk; A. v. d. Haak. Vrouwehekstraat 22 rijwielbelastingmerk met klem; J. van Baaren, Sparrenstraat 10, sigarenkoker; B. Hagen, Koninginneweg 38, sleutel; H. F. Kok, Oranjeboomstraat 87, zwarte kinderschoen; C. v. Wijngaarden, Cele- besstraat 13, gymnastiekschoen; A. Spook, Pijnboomstraat 99. sleutel; G. Mak, Koningstraat 27 R, tasch met schoolboeken; J. de Goederen, Lange Boogaardstraat 34R, blauwlederen da- mestaschjc met inhoud; W, Vogels, Oranjestraat 150, zakmes. DE AANVARING VAN DE „VEENDAM". KAPITEIN KROLL VERTELT. Dinsdagmiddag is de Veendam te Rotterdam aangekomen en gisteren heeft kapitein W. Kroll aan de N R. C. een en ander vertéld over de aanva ring welke op Zaterdag 19 Mei is ge beurd, even na het vertrek uit New- York, toen de Veendam wegens den dikken mist voor anker was gegaan. Wij zouden, aldus vertelde kapitein Kroll. op den gewonen tijd. dus om 11 uur in den morgen, van I-Ioboken ver trekken. maar tegen dien tijd kwam mist opzetten, welke zoo dicht werd, dat ik den overkant niet meer kon zien. Ik besloot daarom te wachten en al een half uurtje later begon het weer wat op te klaren. Om niet het haantje de voorste te zijn wachtte ik nog even, maar de passagiersschepen Minnewas- ka. Heiwig Olaf en Celtic veeren al uit en oen ik om kwart voor twaalf den overkant goed kon zien. besloot ik te varen. Naar mate wij de rivier verder af voeren, werd het zicht beter. Toen wij evenwel het Stateneiland één mijl wa ren gepasseerd, zagen wij een dikke mistbank recht voor ons uit en weldra was het zich weer minder. Ik besloot voor ander te gaan en om 12 uur 54 precies was de vaart uit het schip. Er lagen veel schepen in de buurt en ik bleef nog even op de brug om te zien, wat ons schip zou doen. Het was mo gelijk, dat het door den stroom nog vat zou zwaaien. Maar de Veend ren bleef kalm liggen en juist wilde ik naar beneden gaan. toen ik dwars aan bak boord een schip in onze richting zag komen, op ongeveer drie kwart mijl af stand. Aan zijn hoekwater te zien maak te het schip, dat later de Costa Rica bleek te zijn, vrij veel vaart en liep het ongeveer 7 mijl. Wij op de brug dachten dat hij door roer te geven, ons gemak kelijk zcru kunnen passeeren, maar of hij ons te laat heeft gezien hoewel de Veendam veel grooter is dan de Costa Rica of dat er iets anders is ge weest weet ik niet. maar in ieder geval bleef hij recht op ons inloopen. Opeens liet hij het stuurbóordanker vallen en even later zette hij ook het bakboord- anker uit. Ook toen dachten wij nog, dat het hem wel zou lukken tijdig de vaart uit het schip te krijgen, maar met beide ankers over den grond liep hij tegen ons op. Zijn steven raakte ons op ongeveer 60 voet achter de brug. ter hoogte van de machinekamer. Daarna is hij met heel wat minder kracht na tuurlijk nog tweemaal tegen ons opge botst. Kort daarna is de Costa Rica in den mist verdwenen en goed voor an ker gekomen. Het bleek al heel gauw, dat wij water maakten. In de machinekamer stroom de het water, juist boven de dynamo's met groote kracht naar binnen. Ik liet dadelijk de waterdichte schotten sluiten. Toen de machinekamer vol was, d.w.z. toen het water binnen en buiten even hoog stond, hadden wij 37 voet diep gang. Voor de aanvaring hadden wij 32 voet gehad. Wij waren natuurlijk machteloos om iets te doen; geen en kele machine werkte meer Zoo lang de waterdichte schotten het hielden was er overigens geen gevaar. Voor alle zeker heid heb ik den passagiers laten aanzeg gen. de handbagage op het promenade dek te plaatsen. Inmiddels had ik om sleepboothulp geseind en in den loop van den middag kwamen er 8 langszij. Het was nog veel te dik van mist om te kunnen manoeuvreeren. maar de na bijheid van de sleepbooten gaf toch een gevoel van gerustheid, met het oog op de overigens wel heel geringe kans dat er nog iets zou gebeuren. Tegen 11 uur klaarde het op, de sleepbooten maakten vast en 20 over 11 zijn wij terug naar New York gegaan, waar wij om 6 uur in den morgen aan kwamen. Een deel van de passagiers is dadelijk per trein naar Boston gereisd waar zij de Celtic, van de White Star Line, die deze haven aanloopt, nog kon den halen. Anderen zijn met de Maure- tania gegaan en de rest is een week later met de Nieuw-Amsterdam vertrokken Dadelijk na aankomst in New* York hebben wij de firma Marett Chapman ontboden, die nog denzelfden dag een cementkist voor het gat heeft aange bracht, zoodat nog 's avonds begonnen kon worden met pompen. Ook hebben we dien Zondag een deel van de lading gelost. He verhaal dat wij tot op den grond gezonken zijn is niet juist. Natuurlijk is het mogelijk dat wij bii heel laag water den modder hebben geraakt, maar dat gebeurt wel meer en heeft niets te be- teekenen. Het gat in den wand was 17 bij 22 Engelsche duim. Voorts waren enkele spanten verbogen en knieplaten gebro ken en hadden we hier en diaar een paar ferme deuken. Des Vrijdags zijn we naar Robins Drydock verhaald, in welk dok wij des Zondags zijn opgenomen. Precies een week later zijn we weer uit het dok ge komen en toen hebben we een proefreis naar Sandyhook gemaakt, waarbij bleek dat alles weer puik in orde was. Natuur lijk hebben de machines ernstig te lij den geliad. Den volgenden Zaterdag hebben wij met ongeveer 700 passagiers de thuisreis aanvaard en op deze reis hebben schip en machines zich voortreffelijk gehou den. VAN GEND EN LOOS. DE PENSIOENREGELING. Do hoofdbesturen van den Algem. Nederl. Bond en van den R.-K. Bond van handels- en kantoorbedienden heb ben Dinsdag een onderhoud gehad met den heer Heg, directeur van de nieuwe N.V. Van Gend Loos, Deze deelde den besturen mee, dat een pensioenregeling voor het personeel zal worden tot stand gebracht en dat, hoewel de firma geen aansprakelijkheid voor reeds doorge brachte dienstjaren aanvaardt, zal wor den nagegaan, hoever het met behulp van de door de oude firma Van Gend Loos gestorte f 130.000 mogelijk zal zijn, de reeds doorgemaakte dienstjaren als nog tot gelding te brengen, verneemt de N. R. C. Tevens deelde de directeur mee, dat de bij de oude firma voor administratief personeel bestaande salarisregeling, ook bij de nieuwe firma van kracht blijft. ZES JAREN LANG GESPECULEERD. MET GELD VAN DE INCASSOBANK. Begin Maart j.l. zijn, men zal het zich nog herinneren te Rotterdam gearresteerd de directeur van het bijkantoor van de Incasso-Bank aan den Goudsche Singel aldaar, en twee bedienden van dat kan toor, die zich aan verduisteringen zou den hebben schuldig gemaakt, tengevolge waarvan de Incasso-Bank zou zijn be nadeeld voor f 150.000, Er werd, naar gebleken is, door de be trokken personen reeds zes jaar gespe culeerd met geld van de bank en daar dit wel eens verkeerd ging, werden tel kens nieuwe fondsen aangesproken. Door een handigheid bij de boekingen wisten zij al dien tijd aan de controle te ont snappen, tot men in Januari van dit jaar argwaan kreeg met het gevolg, dat de drie personen gearresteerd werden. Tegen twee van hen is daarna een strafvervolging ingesteld. Zij stonden Dinsdag voor de rechtbank te Rotter dam terecht wegens verduistering tus- schen 1922 en 1928 van gelden tot een gezamenlijk bedrag van f 18.600 en van f 5353. Bij de behandeling der zaak tegen den eersten verdachte, den directeur van het bijkantoor, A. bleek dat deze een laag salaris genoot en dat zijn gezin in kom mervolle omstandigheden verkeerde, de eisch luidde 1 jaar. Verdachte's raadsman, Mr. H. Sanders schetste uitvoerig de moeilijke omstan digheden waaronder A. leefde, met klem vroeg pleiter een voorwaardelijke ver oordeeling. Tegen den tweeden verdachte, M., eischte het OM. 3 maanden, de ver dediger Mi-, C. W. A. Schürmann vroeg voorwaardelijke veroordeeling. Uitspraak in beide zaken op 5 JuH a.s. meldt het Hbld. DE EERSTE GROND VERGRAVEN. EEN OFFICIEUS BEGIN VAN HET TWENTE-RIJNKANAAL. Zonder eenige plechtigheid is dezer dagen een begin gemaakt met den aan leg van het Twente-Rijnkanaal, aldus de Tel. De officieele eerste spade zal waar schijnlijk later, nog wel eens in den grond worden gestoken, maar het feitelijke be gin van den eersten aanleg is er reeds. De Nederlandsche Heide Maat schappij die voor het waterschap de Schipbeek sedert eenige weken bezig is met het versterken van den rechterdijk der Bolksbeek had voor de uitvoering van dit werk grond noodig. Men is toen op de gedachte gekomen om een deel van den benoodigden grond weg te graven op de plaats, waar later het Twente-Rijn-kanaal zal loopen. Na onderhandelingen tusschen het bestuur van het waterschap en het kanaal comité heeft het waterschap een reep grond gekocht in het tracé van het ka naal en is besloten dat het comité dien grond later zal overnemen van het wa terschap. Dezer dagen is men begon nen grond af te graven, waarmede dus een daadwerkelijk begin is gemaakt met den aanleg van het kanaal. FIE CARELSEN ERNSTIG ZIEK. GOEDE HOOP OP BETERSCHAP. Mevrouw Fie Carelsen, de bekende too- neelspeelster heeft in het R.-K. Zieken huis in het Westeinde te 's-Gravenhage een operatie ondergaan, meldt de N. R. C. Aanvankelijk luidden de berichten gunstig totdat een groote inzinking in trad die het ergste deed vreezen. Zij is er echer weer bovenop gekomen en maakt het thans uitstekend, hoewel zij nog al tijd veel pijn lijdt De dokter hoopt de patiente over veer tien dagen uit de verpleging te kunnen ontslaan, waarna zij in het buitenland verder herstel gaat zoeken. IN WEINIGE V/OORDEN. Te Zaandam is ingebroken bij een groentehandelaar aan de Westzijde. Een oud model brandkast is geopend en na van den inhoud te zijn ontdaan, in de Zaan gegooid. Vermist wordt een be drag van f 600. De arbeiders Drost en Hootsen te Achterberg, bij Rhenen, zijn bij hun werk door dampen van kunstmest ver giftigd. Nog denzelfden dag zijn beiden overleden. Ex-keizer Wilhelm en zijn gemalin hebben Dinsdagmiddag een bezoek ge bracht aan de Koningin-Moeder ten paleize be Soeetdijk. INGEZONDEN MEDE DEELINGEN a 60 Cents per regel. N&r FILIALEN tadexeomgtrtng: BEVERWIJK. j SiW AV IJMUIDEN. LISSE 11\\ HILLECOM, 11 U W&C:/LLÏ ZANDVOORT, ALFEN a'd RIJN. HAARLEM, BoMrnwkt IS, 16. BIJ ONS KOOPEN IS SPAREN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopie den inzender niet teruggegeven. Geachte redactie! Mag ik een klein plaatsje verzoeken voor het volgende in uw rubriek Inge zonden? Mischien heeft u er al iets van, ge hoord, dat het in de onderwijswereld hier ter stede min of meer onrustig is, echter niet om de een of andere salars- of gezagskwestie, doch om den inhoud van een enkel liedje. Wat toch is 't geval? In hét begin van Mei bereikte den Haarlemschen onderwijzers via den Inspecteur een ver zoek van den Minister van Onderwijs, den 18den Mei een deel der lessen te besteden aan het werk van den Volken bond. Op een enkele school is zelfs een Volkenbondslied op het repertoire geko men. Nog geen maand daarna zendt de oommissie voor de Kinderfeesten van de Vereeniging Koninginnedag aan de scholen de te zingen versjes voor de Aubade op 31 Augustus. En dlaar is er één bij, zóó chauvinistisch en zóó oor logszuchtig, d'at tal van onderwijzers zeggen: Als ik het geweten had, dan had ik op 18 Mei beter mijn mond' kan nen houden over den Volkenbond. Het bedoelde lied is aangegeven onder den titel: „Een Hollandsch Lied", en na een volgens velen overdreven verheerlijking van de Hoïlandsche weiden en duinen, en driekleur, komt er een opwekking bat strijd1 dn het refrein: En komen er welïïdht eens ïapêrö ter kust, Dan moedig en hoopvol ten strijd Dan zullen wij lijden en strijden Voor 't vrije bezit onzer weidenM Met göestdrift de driekleur geheven Verdedigd, zoo t moet, met ons leven! Moet er van ons later hetzelfde ge zegd worden, wat de Duitsche majoor Franz Carl Endres schrijft in: Das Gesicht des Krieges: „Wij, beroepsof ficieren, waren nooit zoo mffitairistdsch als de door oorlogswaanzin bezetene schoolmeesters"; of: „de grootste oorlogs misdadigers zijnde onderwijzers". Wij vermoorden lichamen, zij echter vermoorden zielen, duizenden, millioenen zielen". 't Is of die commissie voor de kinder feesten, of wie die liederen heeft uitge zocht, niets gehoord of gelezen heeft van wat er in duizenden leeft aangaande het Vredesvraagstuk. Die weiden en duinen en driekleur zullen niet meer mooi zijn, als ze gedrenkt zijn ,met het bloed van onzen evenmensch, hetzij langenoot of vreemdeling. Als de commissie dit lied niet terugneemt, is het te hopen, dat tal van ouders komen protesteeren tegen het zingen van dit oorlogszuchtige lied. Met dank voor de plaatsing, MANGKOE NAGORO. T EEN GOED ZELFBESTUURDER. Het overlijden van Pangeran Adipati Axio Mangkoe Nagoro VI meldden wfi gisteren. Maar deze persoonlijkheid is voor zijn rijk in de Vorstenlanden wel zoo belangrijk geweest, dat wij thans nog even op hem willen terug komen. Reeds in het midden der achttiende eeuw is het rijk van den Mangkoe Na goro gevestigd. Na een strijd die ette lijke jaren duurde, kreeg een der hoofd personen, die zich aan den Soenon on derwierp, een groot gebied in 't zuid oostelijk deel van Mataram in leen van Soerakarta, zooals het rijk van den Soenan later genoemd werd. De leen heer kreeg toen den titel van Pangeran Adipati Ario Mangkoe Nagoro. Daardoor kwam de rust weer in Mataram. De opkomst van het Mangkoe Nagoro- sche huis dateert eerst uit den laatsten tijd vooral toen de nu overleden P. A. A. Mangkoe Nagoor VI het bewind voerde. Hij was geboren in Maart 1857, als zoon van Mangkoe Nagoro IV, hij was een broeder van Mangkoe Nagoro V, va der van het tegenwoordige hoofd van het huis. Zijn opvoeding kreeg hij op een Javaanscheschool en enkele jaren op een Europeesche school, doch daarna werd bij gewoon soldaat in het legioen van Mangkoe Nagoro, hij klom op tot ma joor en kreeg civiele ambten. In 1896 volgde hij Mangkoe Nagoro V op. Zijn bestuursbeleid was groot, de re- regeering te Buitenzorg liet hem de rijksgelden zelve beheeren, een bevoegd heid welke aan Mangkoe Nagoro V was ontnomen, omdat de uitgaven de ont vangsten verre overtroffen. Hij redde 't rijk van een financieele débacle zon der ingrijpende bezuinigingen al besteed de hij de eerste jaren alleen geld aan beslist productieve werken, later be moeide bij zich ook met het onderwijs en stichtte hij o.a. Javaansche meisjes scholen. Hij werd echter door weinigen gewaar deerd en begrepen, was ondanks zijn eenvoudige opleiding vooruitstrevend en door verschillende omstandigheden vroeg hij afstand te mogen doen, wat hem in Januari 1916 werd toegestaan. Hij ver trok in alle stilte naar Soerabaja en de G.-G-. benoemde hem tot kolonel by den Generalen Staf van het N.-i. leger. Vooral door zyn bemoeiingen behoort het Mangkoe Nagorosche rijk thans tot de rijkste Vazalstaten in Nederlandsch- Indië, aid us het Hbld. waaraan wij bo venstaande bijzonderheden ontleenen. HU was een merkwaardige Inlandsche figuur in het Indische leven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 14