EEN ONTWIKKELINGS- EN ONTSPANNINGSREIS
BINNENLAND
INGEZONDEN.
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 28 JUNI 1928
Napels en de Vesuvius. Naar Caprï.
(Van onzen eigen verslaggever).
Napels, stad van blauwe verschieten
en klare luchten. Ik heb ze gezien, bella
Napoll, zelfs 5 dagen achtereen, terwijl
•en ieder beweert dat 2 dagen ruim
voldoende zijn.
De baai is schitterend; schitterend en
kleurrijk zijn ook de ruime breede goed
geplaveide boulevards, de oude stads-
deelen met de balconi en de wapperende
hemden, de nauwe trappenstcegen veelal
met bloemen venters en stalletjes op de
onderste treden, de publieke tuinen
met subtropische boomen en planten-
weelde.
In aansluiting op mijn bezoek aan
Pompei' heb ik gemeend allereerst het
Museo Nazionale te moeten gaan zien:
de zwart-uitgeslagen bronzen beelden
afkomstig uit de opgravingen te Hercu-
lanum, de blauw-groen geöxydeerde uit
Pompei, beelden, die mij hol aanstaar
den omdat daaruit de glazen-oogen weg
gesmolten zijn; de marmeren beelden
van Julius Ceasar, van de „Fortuna",
van de „Matrona Romana", van hon
derden andere.
De gobelins in de groote zaal met
voorstellingen uit den slag bij Paria
(1525) en van „La Favole di Perseo"
(Persus en Andromeda). In dezelfde
zaal de dierenriem in marmer, koper
en met glasbedekte schilderstukken der
diverse teekens op den vloer. Veel ker
kelijke schilderkunst in de nevenzalen.
Een paar stukken van Titiaan: Phi-
lippus II van Spanje en een boetende
Magdalena. De opwekking van Lazarus
door Leandro Bassano, een Velosquez:
copie van het in Madrid hangende ori
gineel van Los Borrachos (de drinke
broers). Een Christus aan hel kruis van
Antonio van Dyek, de 7 Blinden van
Pieter Breughel. Het is maar een greep
uit veel moois. Dan komt voor mij het
meest interessante: de bronzen gebruiks
voorwerpen afkomstig uit Pompei:
prachtig bewerkte weegschalen, instru
menten. handvatsels, een lampenstand
aard met 4 hangende lamjien, een heer
lijk stuk werk; bronzen ledikanten, kis
ten, een samovar, muziekinstrumenten,
een juweel van een badkuip, ijzeren
ovens, lantaarns, drievoeten. Warmwater
borden en thermosflesschen (alles is
blijkbaar .schon dagewesen") gereed
schap, vischhaken etc. etc. Te veel om
op te sommen.
De af deeling levensmiddelen: groote
ronde zwart geworden borden,
waarop gelijke parten zijn aangege
ven, alle soorten van granen, noten,
vijgen, olijven, appelen, wijn. olie, alles
versteend of verdroogd doch duidelijk
herkenbaar. Verfmiddelen voor het be
handelen van wollen stoffen, garens,
geweven goederen, netten, touwwerk,
onberispelijk gefigureerde bronzen zee
ven. Een kurkenmaquette van heel het
uitgegraven Pompeï.
Heel het leven van de doodenstad
het dagelijksche gedoe van hen die vóór
ons leefden en stierven laat zich met
deze voorwerpen voor oogen. gemakke
lijk reconstrueeren.
We gaan naar Bertolinl om thee te
drinken. We zien Napels uit de hoogte
bij middaglicht: heerlijk ligt de baal
onder ons. Het uitzicht animeert ons
Napels ook bij avond te zien. We dinee-
ren in het Restaurant Sant' Elmo in
San Martino. De maan schijnt over de
Apenijnen-uitloopers. mil Harden licht
jes zijn zichtbaar diep onder ons. de re
kening achteraf is in overeenstemming
met het genoten uitzicht.
Het licht is zacht stralend, de muziek
zoet-vloeiend.
De maan boven, de lichtjes onder, de
muziek achter, de baai beneden voor,
het was suprème.
Een Fiat zonder benzine rolt
ons naar beneden.
We hebben gerinkeld.
Ik heb intusschen eens uit mijn oogen
gekeken. Het is gedecideerd hier een
land van helden: officieren, allen, dat
moet gezegd worden keurig en tip-top
gekleed, nauwelijks den jongensjaren
ontwassen, hebben een aantal ridderor
den, waar menig veteraan het water
van uit den mond zou loopn. Praktisch
gesproken is er geen enkele geünifor
meerde zonder een serie orden.
Een begrafenis: glazen lijkkoets met
4 prachtige zwarte paarden met plui
men, doch zonder rouwkleeden; op het
bankje achter de lijkkoets zit een man
met een pet, klaarblijkelijk de eenige
functionaris. Blootshoofds volgen de
mannen, achter hen een volgrijtuig met
2 paarden, waarin 4 nonnen met bran
dende kaarsen in de hand. De lijkkist
is van bruin hout en niet geschroefd als
bij ons, doch eenvoudig gesloten met 2
koperen haakjes.
Een van de meesfr ingewikkelde pro
blemen eens Napolitaanschen huisvaders
schijnt de beantwoording van de vraag:
Hoeveel leden van mijn gezin kan ik
maximaal onderbrengen in een één-
paards-victoria met 2 plaatsen, zonder
dat ze gedoemd zijn er uit te vallen? Ik
heb met aandacht dat inladen telkens
en telkens weer gadegeslagen; als de
zich krampachtig aan alles en nog wat
vastklemmende familie eindelijk hing.
want van zitten was natuurlijk al lang
geen sprake meer, leek mij het probleem
om uit te maken aan wie van de inzit
tenden de buitenboord hangende beenen
toebehoorden, eenvoudig onoplosbaar.
Een ander vraagstuk, waarvan de op
lossing onze huismoeders bij dlenstbo-
zich op de bovenste verdieping van het
huis bevinden en er gelx^jt wordt door
groenteman of slager: een touw met een
mandje buiten het raam: halen maai'
jongens; maar eerst den boel binnen
hijschen alvorens de duiten naar bene
den te expedieeren.
Ik heb nog iets anders gezien. da.t ik
voorheen nog in geen enkel ander land
zag: Paarden hebben veelal geen bit in
den bek, doch worden gemend door de
kop rechts of links te trekken. Over den
neus ligt namelijk een daarop passende
plaat, waaraan 2 ringen, ook wel staafjes
ter weerszijden, waaraan de leidsels be
vestigd zijn. Ik zou den dierenvrienden
in Holland de bestudeering van dit sys
teem in overweging willen geven.
Verder heb ik ook opgemerkt de groote
vereering voor den „Geweldige". In geen
winkel. In geen restaurant, in geen
plaats waar dan ook ben ik geweest, of
ik heb zijn portret in alle mogelijke hou
dingen gezien, veelal ook als kalender-
pchild. Het is miin gewoonte nog al eens
jnet menschen uit het volk te praten; ik
heb niets dan goeds van hem gehoord.
Men wees mij een gebouw waar elk
werkman tegen betaling van lire 6 (pl.m.
O-SO) oen jaar lang toegang heeft en
gratis looneelvoorstellingen, concerten,
opera's kan bijwonen*, waar hem 5-
maandelijke cursussan in de Engelsche.
Fransehe, Durtsche en Spaansche taai
tegen een extra-betaling van 25 lire
(pl.m. 3-50) gegeven worden. Ik heb
voor de aardigheid eens geprobeerd hoe
ver die kennis ging bij versoliillende
menschen uit het volk. door hen in die
talen aan te spreken, en ik ben werke
lijk verstomd geweest over de betrekke
lijke gemakkelijkheid, waarmede men
mij te woord stond. Daarentegen bleek
mij bij een gesprek, dat ik had met een
hoogen functionaris, dat deze zich
slechts uitsluitend van het Italiaansch
bedienen kon. ofschoon hij het Fransch
kon begrepen. De vexeering van het
volk is dus allc-szins begrijpelijk voor een
man, die in betrekkelijk korten tijd zoo
veel wist te bereiken. Op aanplakbiljet
ten staat overal boven den datum:
„Anno VI". he-t 6e jaar der regeering van
Benito Mussolini, wat doet denken aan
de dateering tijdens de Fransehe Revo
lutie: het zooveelste jaar de la Liberté.
We hebben Napels niet willen doen
zonder ook het interieur van een kerk
te zien en zochten daartoe uit de San
ta Chiara. Een prachtige ruime kerk
met heerlijke plafond-schilderingen, rus
tig van proporties, voornaam aandoen
de. Ter zijde- van en achter het hoofd
altaar, de graftomben van het huis van
An jou in Gothischen stijl,
Napels heeft evenals Londen en Pa
rijs zijn ondergrondsche electrische
spoorverbindingen, bovendien een 7-tal
bovengrondsche spoorwegen en stations.
Dat het een heel oude stad is oor
spronkelijk een Grieksohe kolonie is
duidelijk te merken aan de verschillende
gebouwen, de wallen, de kasteelen, de
5 wonderschoon® antieke poorten, die
eertijds tot de ommuurde stad toegang
gaven. Dat het een geloovige stad is
blijkt uit de vele nissen met heiligen, uit
glazen kastjes waarin afbeeldingen, ge
sierd met bloemvazen, soms met papie
ren bloemen, kaarsen, ook wel met een
electrisch peertje, dat uit den toon valt.
Ik ben eens gaan wandelen ln den
vöornaamsten puiblieken tuin aan de
Boulevard gelegen en heb toen het leven
aan mij voorbij laten gaan.
De dames gaan goed gekleed, met
smaak, met décolletëe, rokken niet lan
ger dan tot de knie, sommige tot juist
er boven. Met uitzondering van de mi
litairen, vond ik de mannen over het
algemeen, zoo al niet slecht, dan toch
zeker ook niet goed gekleed; jongens,
tot groote bengels toe, veelal in matro
zenpakjes. Mannen loopen hier klaar
blijkelijk graag samen gearmd. Dienst
meisjes vrijen, ook klaarblijkelijk, graag
met agenten en laten tout comme
chez vous, de aan hun zorgen toever
trouwde schatten graag aan zich ze;f
over. Arme stumpers zoeken sigaretten-
stompjes.
Page-kopjes ziet men weinig de
meeste vrouwen hebben hun haar
gitzwart in een wrong. Evenals in de
Champs Elysées en in het Bois de Bou
logne te Parijs worden bokkenwagens
verhuurd. 3 Bokken voor een grooten
wagen, de kinderen er in, de eigenaar
er voor met de zweep, pa er naast en
ma bengelt er achter. Het genot is groot
behalve voor de ouders en allicht ook
voor de bokken.
Ik ga, het kijken moe, naar het aqua
rium, wel Is waar moet ik daar ook kil
ken, doch de objecten zijn minder luid
ruchtig. Het is de moeite en het entree
geld (Lui 10) waard, vooral de anemo
nen, de garnalen, zeepaardjes, polypen
kwallen en octopussen.
Een andere dag is aangebroken. Prach
tig helder weer, zoodat we besluiten den
Vesuvius een bezoek te brengen, We gaan
tot het station Pugliano-Resina, dan
stappen we over in den electrischen
trein van Costa, die het monopolie
heeft en daarvoor ook flink laat betalen.
Deze trein voert ons den Vesuvius op
langs bouwvallen en wijngaarden. Ik no
teer dat men den wijnstok cultiveert op
manshoogte en niet, zooals ik dat in
Duitschland en Frankrijk en elders ge
zien heb, op 1/4 a 1/2 meter van den
grond. Wij stijgen voortdurend, onder
weg komt een electrische locomotief
wagen ons nog opduwen.. De vegetatie
wordt allengs minder, het uitzicht be
ter en grootscher. Wij naderen den on-
herbergzamen top, lava, puimsteen, en
nog eens lava. Naarmate we dichter bij
komen, blijkt dat puffen, dat zich uit
Napels zoo uitermate onschuldig laat
aanzien, toch niet heelemaal zoo on
schuldig te zijn, een dikke watten klu
wen van zalmkleuxigen rook stijgt ten
hemel. Onder om den krater moesten
we overstappen, het laatste gedeelte
gaat loodrecht tegen den berg op. 't Be
gint wat te regenen. Een speculatief
aangelegde wijze conducteur voorziet,
ons van loden capes A xaison van 2 Li
re per stuk, We zijn nu vlak bij; het
eindstation is bereikt. We zijn verplicht
een gids te nemen, onder diens geleide
schrijden wij voorwaarts; een kronke
lend hellend pad voert naar boven.
Dan een wending en in eens staan
we voor het krat er-geheel. Een aan alle
kanten op één na door rotsen omringd, ik
zou haast zeggen, droog meer. waarvan
rook, alsof het er onder smeulde, op
stijgt. In het midden daarvan een kegel
vorm, daaruit stijgt de watten-kolom.
We staan perplex, en zien het schouw
spel aan. Daar in eens, zonder vooraf
gaand geluid, begint de vulkaan te brul
len, de zalmkleurige wattenkolom wordt
rood en rooder en dikker en dikker, om
dan weer te bedaren, Even later een
heviger gebrul en in eens slaan de vlam
men uit, een aantal rood gloeiende lava
wordt een dertigtal meters naar schat
ting in de hoogte geworpen, om weer in
den krater terug te vallen. Een oogen-
blik later herhaalt zich het schouw
spel, nu echter intenser, heviger, de
stukken gloeiende lava die opgeworpen
worden, ditmaal ook langer, worden
vergezeld door een wolk van gloeiend
puimsteen, dat door den wind echter
niet in den krater, doch in het- z.g. kra-
termeer terugvalt. Het is prachtig te
zien. hoe het vüur uit het inwendige der
aarde opstijgt. Het geeft een idee van
de nietigheid van 's menschen kunnen
tegenover de macht van de schepping;
het verklaart Pompeï, het verklaart
Herculanum, de rampen van Reggio en
Messina.
We moeten weg, anders stonden we
er wellicht nog: zóó aangrijpend, zóó
grootsch, zóó machtig was dit schouw
spel. Te aangrijpend bovendien om den
indruk te verzwakken door het opne
men van andere indrukken. Voor dien
dag heb ik het er bij gelaten. Het was
een moment in mijn leven.
Ik had het er op gezet de armere wij
ken, de oude en oudste gedeelten van
Napels eens op mijn gemak in oogen-
schouw te nemen. Ik liet me eerst rij
den naar het door Karei UI gestichte
„Armelui's Huis", een enorm 2 verdie
pingen hoog gebouw, waar de armen
van Napels in onder gebracht zijn even
als de ouden van dagen, die niet meer
in eigen onderhoud kunnen voorzien en
niemand hebben om hen te helpen. Van
daar begon de tocht door nauwe stra
ten en stegen, met open winkeltjes en
stalletjes. Onder een uitstalling van
vleesch, dat er toch al niet al te sma
kelijk uitzag, stond een vuilnisman
groote massa's stof en straatvuil tot een
hoop te zamen te vegen. De hoofdstra
ten en verkeerswegen door het aller
oudste deel van Napels zijn echter flink
breed aangelegd, alle huurkazernes, met
éen-kamer woningen, de noodige bal-
cons en wasch buiten de deur of liever
buien het balcon. De helft van het fa
milieleven speelt zich op straat in de
openbaarheid af. Enkele pracht-typen
toch, wat een natuurlijke gratie! Hoog
stens onbetrouwbare gezichten, echter
geen bepaald ongunstige typen. Ik laat
me wederom rijden naar San Martino,
om nog eens te genieten van het Napels
onder mij. Ik scharrel wat rond; een
aantal mannen is bezig om op een zeer
ongelijke ongeplaveide straat met si
naasappelen te knikkeren. Het is inte
ressant te zien, hoe zij elke oneffenheid
van de straat berekenen en hoe dieh
zij gemeenlijk het doel benaderen. Het
gaat om kleine bedragen, die nog a
eens van hand tot hand gaan.
We besluiten ons domicilie voor een
dag of 5 naar Capri te verleggen. Over
het algemeen krijgt men op deze we
reld niets voor niets, in Italië moet men
echter dubbel en dwars betalen ora wat
gedaan te krijgen, dit is zeker. Enfin
we zitten met onze bagage veilig en wel
op een der snelvarende booten die in
ongeveer 2 uur het traject Napels-Capv!
via Sorrente afleggen. Een internatio
naal dagjes-menschen publiek, ik hoor
vooral veel Duitsch spreken. Er wordt
druk Vermouth gepresenteerd en ge
dronken. Een heerlijk zonnetje beschijn
ons, een massa kolenstof uit den zwaa
rookenden schoorsteen bevuilt ons. Na
pels vervaagt, Sorrenta, hoog op-de ber
gen nadert. Hotels nemens wel de besté
plaatsen in, een aanlegsteiger is er nier
bootjes brengen de passagiers aan land
Zoodra de boot stopt, brult het heirleger
van hotelchasseurs dat in de booten zit
de namen hunner etablissementen in
koor uit: men verstaat natuurlijk nies.
Oapri komt aan de beurt, weer geen
aanlegsteiger; behalve een aantal reizi
gers, die het niet op de Grot voorzien
hebben (want die blijven aan boord*
doch voor een dagje klimgeit gaan spe
len, zijn wij de eenige gasten. Een boot
je ontvangt ons plus ons hebben en
houden, de stoomboot komt weer in
actie en voert zijn menschelijke lading
n'aar de buurt van de blauwe grot, wij
varen naar de plaats waar ook de vis-
schersbooten aanleggen en dat den
weidschen naam van „Marina Grande"
voert. Onze bagage, die door het aantal
steenen, dat ik verzameld heb. knapjes
zwaar is, wordt op de hoofden van ette
lijke vrouwen naar de hotel-auto gedra
gen, we rijden zeker een y, a 3/4 uur
langs allerlei huiveringwekkende af
gronden naar boven, naar Anacapri,
-waar we telegrafisch kamers besproken
hebben in Hotel Eden—Paradiso.
TH
(Reeds in een deel van de vorige
oplaag opgenomen).
MERIJNTJE OP DE
PLANKEN.
VOOR NAP DE LA MAR
BEWERKT.
In het Juni-nummer van het tijd
schrift Astra is een artikel van Hans
Nesna gepubliceerd over Nap de la Mar.
Daarin wordt medegedeeld, dat de
schrijver A M. de Jong zijn boek
Merijntje Gijzen's Jeugd voor Nap de la
Mar tot een tooneelstuk bewerkt heeft,
GEVONDEN DIEREN EN VOORWER
PEN.
Terug te bekomen bij;
Bur. van Politie .Smedestraat band
van regenjas; P. v. Wetter, Zomerkade
163, kinderbril; Oliedam, Schalkwijker-
weg 27, doublé beursje; G. Oversteegen,
Slaperdijkweg 50, paarlen collier met
zilv. sluiting; J. Jansen, Eschdoorn-
s treat 21, gebedenboekje in étui „Sur-
sum Corda", J. F. van Riet, Van 't
Hoffstraat 111, paar leeren dameshand
schoenen; J. v. Roode, Assendelversüraat
55. grijze heerenhandschoen; Gelaudie,
Wijngaardstraat 30, paar dameshand
schoenen; Eenkhoorn, Raaks 16, heeren-
hoed; Kennel „Fauna", Parklaan: grau
we herdershond, gebracht door De Haan
Anjelïerstraat 8: geel hondje, gebracht
door Ziere, Amsterdamstraat 51; grijze
kat, gebracht door Jansen, Pieter Kies-
straat. 23: Concierge school Jacobsstraat
gabardine jasje, G. Peper, Essenstraat
44 T, heerenrijwiel; P. Kos, Colenso-
straat 14. rozenkrans; v. Dokkumburg,
Julianapark 32 R, rijwielbelastingmerk
in étui; Directeur Postkantoor, ring met
Yalesleutel en een zakmes; Van Deur-
sen. Brouwersstr. 59, rijwielbelastingmerk
in étui; E. Kensen, Van Loostraat 2. rij
wielbelastingmerk (huls); C. Verdam.
Spaarnwouderstraat 4R, rijwielbelasting
merk; H. Kensen, KI. Houtstraat 67 R,
rijwielbelastingmerk in étui; H. Schut-
terop. Laurierstraat 6, rijwielbelasting
merk; A. v. d. Haak. Vrouwehekstraat 22
rijwielbelastingmerk met klem; J. van
Baaren, Sparrenstraat 10, sigarenkoker;
B. Hagen, Koninginneweg 38, sleutel; H.
F. Kok, Oranjeboomstraat 87, zwarte
kinderschoen; C. v. Wijngaarden, Cele-
besstraat 13, gymnastiekschoen; A.
Spook, Pijnboomstraat 99. sleutel; G.
Mak, Koningstraat 27 R, tasch met
schoolboeken; J. de Goederen, Lange
Boogaardstraat 34R, blauwlederen da-
mestaschjc met inhoud; W, Vogels,
Oranjestraat 150, zakmes.
DE AANVARING VAN DE
„VEENDAM".
KAPITEIN KROLL VERTELT.
Dinsdagmiddag is de Veendam te
Rotterdam aangekomen en gisteren
heeft kapitein W. Kroll aan de N R.
C. een en ander vertéld over de aanva
ring welke op Zaterdag 19 Mei is ge
beurd, even na het vertrek uit New-
York, toen de Veendam wegens den
dikken mist voor anker was gegaan.
Wij zouden, aldus vertelde kapitein
Kroll. op den gewonen tijd. dus om 11
uur in den morgen, van I-Ioboken ver
trekken. maar tegen dien tijd kwam
mist opzetten, welke zoo dicht werd, dat
ik den overkant niet meer kon zien. Ik
besloot daarom te wachten en al een
half uurtje later begon het weer wat
op te klaren. Om niet het haantje de
voorste te zijn wachtte ik nog even,
maar de passagiersschepen Minnewas-
ka. Heiwig Olaf en Celtic veeren al uit
en oen ik om kwart voor twaalf den
overkant goed kon zien. besloot ik te
varen. Naar mate wij de rivier verder
af voeren, werd het zicht beter. Toen wij
evenwel het Stateneiland één mijl wa
ren gepasseerd, zagen wij een dikke
mistbank recht voor ons uit en weldra
was het zich weer minder. Ik besloot
voor ander te gaan en om 12 uur 54
precies was de vaart uit het schip. Er
lagen veel schepen in de buurt en ik
bleef nog even op de brug om te zien,
wat ons schip zou doen. Het was mo
gelijk, dat het door den stroom nog
vat zou zwaaien. Maar de Veend ren
bleef kalm liggen en juist wilde ik naar
beneden gaan. toen ik dwars aan bak
boord een schip in onze richting zag
komen, op ongeveer drie kwart mijl af
stand. Aan zijn hoekwater te zien maak
te het schip, dat later de Costa Rica
bleek te zijn, vrij veel vaart en liep het
ongeveer 7 mijl. Wij op de brug dachten
dat hij door roer te geven, ons gemak
kelijk zcru kunnen passeeren, maar of
hij ons te laat heeft gezien hoewel de
Veendam veel grooter is dan de Costa
Rica of dat er iets anders is ge
weest weet ik niet. maar in ieder geval
bleef hij recht op ons inloopen. Opeens
liet hij het stuurbóordanker vallen en
even later zette hij ook het bakboord-
anker uit. Ook toen dachten wij nog,
dat het hem wel zou lukken tijdig de
vaart uit het schip te krijgen, maar met
beide ankers over den grond liep hij
tegen ons op. Zijn steven raakte ons op
ongeveer 60 voet achter de brug. ter
hoogte van de machinekamer. Daarna
is hij met heel wat minder kracht na
tuurlijk nog tweemaal tegen ons opge
botst. Kort daarna is de Costa Rica in
den mist verdwenen en goed voor an
ker gekomen.
Het bleek al heel gauw, dat wij water
maakten. In de machinekamer stroom
de het water, juist boven de dynamo's
met groote kracht naar binnen. Ik liet
dadelijk de waterdichte schotten sluiten.
Toen de machinekamer vol was, d.w.z.
toen het water binnen en buiten even
hoog stond, hadden wij 37 voet diep
gang. Voor de aanvaring hadden wij
32 voet gehad. Wij waren natuurlijk
machteloos om iets te doen; geen en
kele machine werkte meer Zoo lang de
waterdichte schotten het hielden was er
overigens geen gevaar. Voor alle zeker
heid heb ik den passagiers laten aanzeg
gen. de handbagage op het promenade
dek te plaatsen. Inmiddels had ik om
sleepboothulp geseind en in den loop
van den middag kwamen er 8 langszij.
Het was nog veel te dik van mist om
te kunnen manoeuvreeren. maar de na
bijheid van de sleepbooten gaf toch een
gevoel van gerustheid, met het oog op
de overigens wel heel geringe kans dat
er nog iets zou gebeuren.
Tegen 11 uur klaarde het op, de
sleepbooten maakten vast en 20 over 11
zijn wij terug naar New York gegaan,
waar wij om 6 uur in den morgen aan
kwamen. Een deel van de passagiers is
dadelijk per trein naar Boston gereisd
waar zij de Celtic, van de White Star
Line, die deze haven aanloopt, nog kon
den halen. Anderen zijn met de Maure-
tania gegaan en de rest is een week later
met de Nieuw-Amsterdam vertrokken
Dadelijk na aankomst in New* York
hebben wij de firma Marett Chapman
ontboden, die nog denzelfden dag een
cementkist voor het gat heeft aange
bracht, zoodat nog 's avonds begonnen
kon worden met pompen. Ook hebben
we dien Zondag een deel van de lading
gelost.
He verhaal dat wij tot op den grond
gezonken zijn is niet juist. Natuurlijk is
het mogelijk dat wij bii heel laag water
den modder hebben geraakt, maar dat
gebeurt wel meer en heeft niets te be-
teekenen.
Het gat in den wand was 17 bij 22
Engelsche duim. Voorts waren enkele
spanten verbogen en knieplaten gebro
ken en hadden we hier en diaar een paar
ferme deuken.
Des Vrijdags zijn we naar Robins
Drydock verhaald, in welk dok wij des
Zondags zijn opgenomen. Precies een
week later zijn we weer uit het dok ge
komen en toen hebben we een proefreis
naar Sandyhook gemaakt, waarbij bleek
dat alles weer puik in orde was. Natuur
lijk hebben de machines ernstig te lij
den geliad.
Den volgenden Zaterdag hebben wij
met ongeveer 700 passagiers de thuisreis
aanvaard en op deze reis hebben schip
en machines zich voortreffelijk gehou
den.
VAN GEND EN LOOS.
DE PENSIOENREGELING.
Do hoofdbesturen van den Algem.
Nederl. Bond en van den R.-K. Bond
van handels- en kantoorbedienden heb
ben Dinsdag een onderhoud gehad met
den heer Heg, directeur van de nieuwe
N.V. Van Gend Loos, Deze deelde den
besturen mee, dat een pensioenregeling
voor het personeel zal worden tot stand
gebracht en dat, hoewel de firma geen
aansprakelijkheid voor reeds doorge
brachte dienstjaren aanvaardt, zal wor
den nagegaan, hoever het met behulp
van de door de oude firma Van Gend
Loos gestorte f 130.000 mogelijk zal zijn,
de reeds doorgemaakte dienstjaren als
nog tot gelding te brengen, verneemt de
N. R. C.
Tevens deelde de directeur mee, dat
de bij de oude firma voor administratief
personeel bestaande salarisregeling, ook
bij de nieuwe firma van kracht blijft.
ZES JAREN LANG
GESPECULEERD.
MET GELD VAN DE
INCASSOBANK.
Begin Maart j.l. zijn, men zal het zich
nog herinneren te Rotterdam gearresteerd
de directeur van het bijkantoor van de
Incasso-Bank aan den Goudsche Singel
aldaar, en twee bedienden van dat kan
toor, die zich aan verduisteringen zou
den hebben schuldig gemaakt, tengevolge
waarvan de Incasso-Bank zou zijn be
nadeeld voor f 150.000,
Er werd, naar gebleken is, door de be
trokken personen reeds zes jaar gespe
culeerd met geld van de bank en daar
dit wel eens verkeerd ging, werden tel
kens nieuwe fondsen aangesproken. Door
een handigheid bij de boekingen wisten
zij al dien tijd aan de controle te ont
snappen, tot men in Januari van dit
jaar argwaan kreeg met het gevolg, dat
de drie personen gearresteerd werden.
Tegen twee van hen is daarna een
strafvervolging ingesteld. Zij stonden
Dinsdag voor de rechtbank te Rotter
dam terecht wegens verduistering tus-
schen 1922 en 1928 van gelden tot een
gezamenlijk bedrag van f 18.600 en van
f 5353.
Bij de behandeling der zaak tegen den
eersten verdachte, den directeur van het
bijkantoor, A. bleek dat deze een laag
salaris genoot en dat zijn gezin in kom
mervolle omstandigheden verkeerde, de
eisch luidde 1 jaar.
Verdachte's raadsman, Mr. H. Sanders
schetste uitvoerig de moeilijke omstan
digheden waaronder A. leefde, met klem
vroeg pleiter een voorwaardelijke ver
oordeeling.
Tegen den tweeden verdachte, M.,
eischte het OM. 3 maanden, de ver
dediger Mi-, C. W. A. Schürmann vroeg
voorwaardelijke veroordeeling.
Uitspraak in beide zaken op 5 JuH
a.s. meldt het Hbld.
DE EERSTE GROND
VERGRAVEN.
EEN OFFICIEUS BEGIN VAN
HET TWENTE-RIJNKANAAL.
Zonder eenige plechtigheid is dezer
dagen een begin gemaakt met den aan
leg van het Twente-Rijnkanaal, aldus
de Tel.
De officieele eerste spade zal waar
schijnlijk later, nog wel eens in den grond
worden gestoken, maar het feitelijke be
gin van den eersten aanleg is er
reeds. De Nederlandsche Heide Maat
schappij die voor het waterschap de
Schipbeek sedert eenige weken bezig is
met het versterken van den rechterdijk
der Bolksbeek had voor de uitvoering
van dit werk grond noodig. Men is
toen op de gedachte gekomen om een
deel van den benoodigden grond weg
te graven op de plaats, waar later het
Twente-Rijn-kanaal zal loopen. Na
onderhandelingen tusschen het bestuur
van het waterschap en het kanaal
comité heeft het waterschap een reep
grond gekocht in het tracé van het ka
naal en is besloten dat het comité dien
grond later zal overnemen van het wa
terschap. Dezer dagen is men begon
nen grond af te graven, waarmede dus
een daadwerkelijk begin is gemaakt met
den aanleg van het kanaal.
FIE CARELSEN
ERNSTIG ZIEK.
GOEDE HOOP OP
BETERSCHAP.
Mevrouw Fie Carelsen, de bekende too-
neelspeelster heeft in het R.-K. Zieken
huis in het Westeinde te 's-Gravenhage
een operatie ondergaan, meldt de N. R.
C. Aanvankelijk luidden de berichten
gunstig totdat een groote inzinking in
trad die het ergste deed vreezen. Zij is er
echer weer bovenop gekomen en maakt
het thans uitstekend, hoewel zij nog al
tijd veel pijn lijdt
De dokter hoopt de patiente over veer
tien dagen uit de verpleging te kunnen
ontslaan, waarna zij in het buitenland
verder herstel gaat zoeken.
IN WEINIGE
V/OORDEN.
Te Zaandam is ingebroken bij een
groentehandelaar aan de Westzijde. Een
oud model brandkast is geopend en na
van den inhoud te zijn ontdaan, in de
Zaan gegooid. Vermist wordt een be
drag van f 600.
De arbeiders Drost en Hootsen te
Achterberg, bij Rhenen, zijn bij hun
werk door dampen van kunstmest ver
giftigd. Nog denzelfden dag zijn beiden
overleden.
Ex-keizer Wilhelm en zijn gemalin
hebben Dinsdagmiddag een bezoek ge
bracht aan de Koningin-Moeder ten
paleize be Soeetdijk.
INGEZONDEN MEDE DEELINGEN
a 60 Cents per regel.
N&r FILIALEN
tadexeomgtrtng:
BEVERWIJK. j
SiW AV IJMUIDEN. LISSE 11\\
HILLECOM, 11 U W&C:/LLÏ
ZANDVOORT,
ALFEN a'd RIJN.
HAARLEM, BoMrnwkt IS, 16.
BIJ ONS KOOPEN IS SPAREN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst
of niet geplaatst, wordt de kopie den
inzender niet teruggegeven.
Geachte redactie!
Mag ik een klein plaatsje verzoeken
voor het volgende in uw rubriek Inge
zonden?
Mischien heeft u er al iets van, ge
hoord, dat het in de onderwijswereld
hier ter stede min of meer onrustig is,
echter niet om de een of andere salars-
of gezagskwestie, doch om den inhoud
van een enkel liedje.
Wat toch is 't geval? In hét begin
van Mei bereikte den Haarlemschen
onderwijzers via den Inspecteur een ver
zoek van den Minister van Onderwijs,
den 18den Mei een deel der lessen te
besteden aan het werk van den Volken
bond. Op een enkele school is zelfs een
Volkenbondslied op het repertoire geko
men. Nog geen maand daarna zendt de
oommissie voor de Kinderfeesten van de
Vereeniging Koninginnedag aan de
scholen de te zingen versjes voor de
Aubade op 31 Augustus. En dlaar is er
één bij, zóó chauvinistisch en zóó oor
logszuchtig, d'at tal van onderwijzers
zeggen: Als ik het geweten had, dan
had ik op 18 Mei beter mijn mond' kan
nen houden over den Volkenbond. Het
bedoelde lied is aangegeven onder den
titel: „Een Hollandsch Lied", en na een
volgens velen overdreven verheerlijking
van de Hoïlandsche weiden en duinen,
en driekleur, komt er een opwekking bat
strijd1 dn het refrein:
En komen er welïïdht eens ïapêrö
ter kust,
Dan moedig en hoopvol ten strijd
Dan zullen wij lijden en strijden
Voor 't vrije bezit onzer weidenM
Met göestdrift de driekleur
geheven
Verdedigd, zoo t moet, met ons
leven!
Moet er van ons later hetzelfde ge
zegd worden, wat de Duitsche majoor
Franz Carl Endres schrijft in: Das
Gesicht des Krieges: „Wij, beroepsof
ficieren, waren nooit zoo mffitairistdsch
als de door oorlogswaanzin bezetene
schoolmeesters"; of: „de grootste oorlogs
misdadigers zijnde onderwijzers".
Wij vermoorden lichamen, zij echter
vermoorden zielen, duizenden, millioenen
zielen".
't Is of die commissie voor de kinder
feesten, of wie die liederen heeft uitge
zocht, niets gehoord of gelezen heeft van
wat er in duizenden leeft aangaande het
Vredesvraagstuk. Die weiden en duinen
en driekleur zullen niet meer mooi zijn,
als ze gedrenkt zijn ,met het bloed van
onzen evenmensch, hetzij langenoot of
vreemdeling. Als de commissie dit lied
niet terugneemt, is het te hopen, dat
tal van ouders komen protesteeren tegen
het zingen van dit oorlogszuchtige
lied.
Met dank voor de plaatsing,
MANGKOE NAGORO. T
EEN GOED
ZELFBESTUURDER.
Het overlijden van Pangeran Adipati
Axio Mangkoe Nagoro VI meldden wfi
gisteren. Maar deze persoonlijkheid is
voor zijn rijk in de Vorstenlanden wel
zoo belangrijk geweest, dat wij thans nog
even op hem willen terug komen.
Reeds in het midden der achttiende
eeuw is het rijk van den Mangkoe Na
goro gevestigd. Na een strijd die ette
lijke jaren duurde, kreeg een der hoofd
personen, die zich aan den Soenon on
derwierp, een groot gebied in 't zuid
oostelijk deel van Mataram in leen van
Soerakarta, zooals het rijk van den
Soenan later genoemd werd. De leen
heer kreeg toen den titel van Pangeran
Adipati Ario Mangkoe Nagoro. Daardoor
kwam de rust weer in Mataram.
De opkomst van het Mangkoe Nagoro-
sche huis dateert eerst uit den laatsten
tijd vooral toen de nu overleden P. A.
A. Mangkoe Nagoor VI het bewind
voerde.
Hij was geboren in Maart 1857, als
zoon van Mangkoe Nagoro IV, hij was
een broeder van Mangkoe Nagoro V, va
der van het tegenwoordige hoofd van het
huis. Zijn opvoeding kreeg hij op een
Javaanscheschool en enkele jaren op een
Europeesche school, doch daarna werd
bij gewoon soldaat in het legioen van
Mangkoe Nagoro, hij klom op tot ma
joor en kreeg civiele ambten.
In 1896 volgde hij Mangkoe Nagoro V
op. Zijn bestuursbeleid was groot, de re-
regeering te Buitenzorg liet hem de
rijksgelden zelve beheeren, een bevoegd
heid welke aan Mangkoe Nagoro V was
ontnomen, omdat de uitgaven de ont
vangsten verre overtroffen. Hij redde
't rijk van een financieele débacle zon
der ingrijpende bezuinigingen al besteed
de hij de eerste jaren alleen geld aan
beslist productieve werken, later be
moeide bij zich ook met het onderwijs
en stichtte hij o.a. Javaansche meisjes
scholen.
Hij werd echter door weinigen gewaar
deerd en begrepen, was ondanks zijn
eenvoudige opleiding vooruitstrevend en
door verschillende omstandigheden vroeg
hij afstand te mogen doen, wat hem in
Januari 1916 werd toegestaan. Hij ver
trok in alle stilte naar Soerabaja en de
G.-G-. benoemde hem tot kolonel by den
Generalen Staf van het N.-i. leger.
Vooral door zyn bemoeiingen behoort
het Mangkoe Nagorosche rijk thans tot
de rijkste Vazalstaten in Nederlandsch-
Indië, aid us het Hbld. waaraan wij bo
venstaande bijzonderheden ontleenen.
HU was een merkwaardige Inlandsche
figuur in het Indische leven.