VICTORIA-WATER
H. D. VERTELLINGEN
BINNENLAND
FLITSEN
FEUILLETON
TAXI! TAXI!
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 14 JULI 1928
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
Nocturne.
Nerveus ratelden de toonladders over
de groote concertvleugel, waar ze van
daag per gratie wist ze op moest
proefspelen. Vlugger en vlugger gleden
de smalle handen over de toetsen
r.am die akelige étude dan nooit een
eind" nu kwam dat vreeselijke ge
deelte met die groote grepen, waar ze
altijd naast belandde. Met de moed der
wanhoop zette ze zich schrap, 't Moest
gaanin gespannen aandacht con
centreerde ze zich op de notendar,
een nauw merkbare wenk van de
„Maestro", ze hield abrupt op; wat was
er nu weer?, klemde haar trillende
vingers in zenuwachtige afwachting in
eikaar. Hij zei niet dadelijk wat - wat
moest hij ook zeggen9 *t Was altijd 'l
zelfde, hier in dit kille, vochtige land
van 't Noorden, wat techniek, wat han
digheid. wat bravour. dat was alles.
Nóten, nóten! maar wat had dit alles
nu met muziek te maken? In zijn mar
kanten kop. met het dikke, donkere krul
haar. dat al begon te grüzen, leefden
fè! de hei-grijze oogen, nu vernauwd als
ln ernstig peinzen
..Ja", kwam dan z'n stem. met het
zco „intessante' buitenlandsche accent.
„Ja. ik zal 't u maar zeggen, geen tem
peramentziet u! Geen. hoe moet
ik dat zeggen, geen ziel. en dat kan
Ik u nist leerendat leert u nooit".
Hij ging gemakkelijker zitten, ir. af
wachting van de gebruikelijke huilbuien
en andere onverkwikkelijke scènes dat
was hij zoo gewend met die kinderen.
Maar er kwam niets van dien aard; bij
het hooren van haar vonnis was ze al
leen wat rechter op gaan zitten en lich
telijk verbijsterd, hoorde hij haar koele
stem zeggen: „Zóó, denkt u?'\ zag haar
spottende oogen onder 'L korte blonde
haar géél. noemde hij het- In zijn
voorhoofd kwam de gevreesde, dreigende
rimpel „geen talent en nog brutaal
ook", dacht hij wrevelig dan zei hij.
onverschillig en uit de hoogte: Ja, dat
denk ik, u kunt gaan.
Ze ging, schijnbaar ln 't minst niet
geïntimideerd, maar toen de deur achter
haar gesloten was. frommelde ze woe
dend haar zakdoek in elkaar, tranen
van verontwaardiging in haar oogen.
Al was hij dan een genie!, een akelige
butale man was hij ook.... ze haatte
hem!
En ze voelde zich dorstennaar.
wraak
Binnen ratelden al wéér toonladders,
genadeloos gecrltiseerd door de „Mees
ter".... (die. naar het slachtoffer lijd
zaam constateerde, ln een „verschrik
kelijk" humeur was). Hij ergerde zich
aan twee koele, spottende oogen, die
hem schenen uit te dagen onder dat
onmogelijke Jongens haar, géél! nog
wel. Bah! hij wou er niet. meer aan
denken. Maar hü moest.... moest!
Ze was, tóch teruggekomen, negeerend
wat was voorgevallen, ongewoon dociel
en gedwee. II(j glimlachte soms in zich
zelf hij kende die soort natuurtjes
en wist hoe ze te behandelen. Goed
beschouwd, was ze niet onintelligent en
ze had 'n doorzettingsvermogen dat niet
van wijken of ophouden wist. Hij mocht
dat wel misschien was er (onder zijn
leiding, dan altijd!) wel iets van te
maken.
Zijn belangstelling ontwaakte en hy
begon deze lessen te beschouwen als een
welkome onderbreking van zijn druk
bestaan van lesgeven, studeeren, con
certen geven
En toen ze op een zonnlgen zomerdag
z'n kamer binnenstapte ln zoo'n zijden
jurkje met groote kleurige bloemen be
zaaid, zonneglanzen over haar korte
krullen, en zon in haar oogen. toen
vond hij haar toch wel heel, heeL erg
lief
Maar ze moest nu maar wat lyrische
en romantische dingen gaan studeeren,
zei hü hij zou haar wel wat voor
spelen, dan moest ze maar goed luiste
ren en hij dacht dat hy nu toch wel
eens erg graag zou willen weten of die
onschuld, die kinderlijkheidecht
waren. Hoe zou ze reageeren op die
muziek vol verdroomde stieten, vol van
romantiek, van gefluisterd verlangen,
hoe?
Hy begon een Noctuner waarin ge
heimzinnige accoorden ruischen, een
melodie kemt aanzwellen uit ongekende
verten.... dan. ineens, al bij de eerste
maten voelde hy twee handen. die
heftig zyn arm omklemmen, hy ziet
haar gezichtje, ontdaan. hoort haar
stem in zenuwachtig smeeken: die niet.
o. die nieto, astublieft niet
ziet haar oogen angstig en vol tranen
Beduusd hield hy op. wat had het kind?
Haar blijkbaar verdriet ontroerde hem.
hij kwam dicht by haar zitten, vroeg
vadclijk belangstellend, wat dan dat
heele erge verschrikkelijke was?
Door haar tranen heen zagen haar
oogen verbaasd naar hem op. ..Wist hij
dan niet Maar hy wist niets ver
zekerde hy. volkomen naar waarheid
en luisterde vol medegevoel naar de
huwelijksr.ragedie. waarvan dit blonde
wezentje óók slachtoffer was geworden:
Vader, hard werkend zakenman. de
moeder met „artistieke neigingen" lief
hebberend op 'c tooneel. dan de onver-
mydelijke „derde". hier de groote
kunstenaar, die voor Pa's geld soirées
opluisterde en mooie stukjes speelde,
voor Mamahy begreep het nu, déze
Nocturne was het. die die man ge
speeld had. toe PapaEn daarna
was moeder weggeloopen, met hem, ge
loofde ze; maar nu was ze toch weer
alléén, want die man had haar natuur
lijk in de steek gelaten"Haar stem
werd heftigik haat hem", zei
wild, „o. ik haat hem ik zou hem kun
nen dooden ons leven heeft hij ver
woest. ons allemaal ongelukkig gemaakt.
Ze zweeg, veegde haar tranen af, bekeek
hem aandachtig met nog natte oogen,
teen ze argeloos vroeg: „Ként u moeder
niet?" Ze noemde de naam van een
bekend tocneelspeelster, zag hem schrik
ken
Hy voelde zich vaag onrustig worden,
een onrust die bleef, ook toen ze weg
was. Die naam had herinneringen by
hem opgeroepen, die hy liefst wilde ver
geten en die situatiewas hem wel
erg bekend voorgekomen. Te bekend
HU kktmde zijn tanden op elkaar,
vloekte. Want hy wist het nu. hy hield
van dit kind, meer en beter dan hy
nog ooit van iemand gehouden had,
En hij wou haar hebben, voor goed. In
gedachten zag hij het gezicht van Pa,
als hij zou zeggen: „Meneer, ik kom om
de hand van uw dochter". De deur uit
gooien zouden ze hemzij zelf zou
het nooit hoeven te weten, en die
moeder was vér weg. maar die vader...
Wat moest hy beginnen? Hij besloot
maar af te wachten, alleen moest hij
weten, of zy ook van hem
Maar dat was natuurlijk in orde
hy wist zich nu eenmaal, onweerstaan
baar
De volgende les kwam ze enthousiast
aanzetten, riep. natuurlijk binnen de
deur: O, ik ben toch zóó blij, moeder
is teruggekomen.... en dan argeloos:
„Ze komt me straks halen" ,,'t mag
van Vader, vind u 't niet heerlijk?"
Ze schrok van zyn gezicht, dat hard
was en jvaarin de oogen fonkelden. „Nee,
ik vind 't niets heerlijk, begrUp je",
zei hy kwaad. Dat ontbrak er nog maar
aan, een scène met die vrouw, waar dit
kind by was!
„Waarom niet", vroeg ze zacht.
HU kwam dicht by haar staan en
toen met zUn mond tegen het glanzende
haar, vroeg hy het: „MUn klein meisje
hou je van me.... een ldein beetje?"
Ze antwoordde niet dadelijk, maar
hy voelde haar hart bonzen. Toen zei
ze fluisterend: „Misschien
„Niet misschien, ja of nee", gebood
hij ernstig.
Maar haar antwoord was onverstaan
baar, alleen niet voor hem
Dan, zoekend naar woorden zei hy
het haar, vroeg of ze het héél erg zou
vinden, als hy het was geweest die
haar moeder
Ze rukte zich los, keek naar hem met
ontzettende oogen. ^schreeuwde het dan
byna uit: „jy. Jij. ben JU die
Dan begon ze hèl te lachen, zei proes
tend: „God, wat ben je dan al oud,
je kon m'n vader zyn" rende dan
langs hem heen.
Verdwaasd hoorde hy de deur dicht
vallen. De zelfde dag kwam er een
vormelijk briefje, ze wenschte van de
lessen verder geen gebruik te maken
ZUn ongeluk was volkomen.
Nu ze weg was, wist hy pas, hoe hy
haar mistehet blonde, frissche
zonnekindhU vervloekte het nood
lot dat maakte, dat die ééne dwaas
heid uit z'n jeugd nu z'n heele leven
verwoestte. En met toornlooze energie
zette hy zich aan 't werk, studeerde,
razendom maar te vergeten
alles! Spelen zou hij. spelen tot ze gek
waren van opwinding en enthousiasme,
de elendelingen die hem wilden dwin
gen te loopen in hun keursiyf van „fat
soen" en domme bekrompenheid
En hy speeldeEn een volle zaal
juichte hem toe. jubelde, schreeuwde
om meer en nog meer. Hy triomfeerde...,
kwam weer in z'n evenwicht.
Dan kwam haar briefje. Of ze weer
les mocht komen nemen. Hij bekeek
het wantrouwend, draalde het om en
om. wat had het te betsekenen? Hij
schreef terug, koel en toestemmend,
bepaalde een uur. Ze kwam, klein, ner
veus, hulpeloos, een kind nog. ZUn ge
zicht werd wat bleeker en strakker, z'n
oogen hardhij hoorde haar stem,
fluisterde: „Het spijt mij zoo
„Wat spyt je", vroeg hU, onbewogen.
.Alles" zei ze zennuwachtig. ,lk haatte
jeen toen heb ik alles maar bedacht
om me te wreken. Ik hoorde iets van je
vertellen van vroeger, maar 't is niet
waar, dat 't myn moeder is, ik kèn haar
alleen maar van naam en ik wist niet
Je zei. dat ik geen temperament had,
geen ziel!" Haperend dacht ze aan dien
eenen avond toen ze, sidderend in een
donker hoekje had zitten luisteren naar
zijn concert; toen hy juist die. juist
die Nocturne had gespeeld en hoe ze
toen met ontstellende zekerheid had
geweten dat ze hem liefhad, ook al zou
hy een misdadiger zijnliefhad met
een geweld, dat haar verbijsterde.
En nu was ze hier. kat zou hij over haar
beslissenzou hij haar verstooten
vertrappen. Angstig keek ze naar z'n
oogen. die peinzend staarden.
„Hm!" kwam dan z'n stem. vorme
lijk, „dus als ik *t goed begrijp, wilt u
ce lessen hervatten?"
Haar hart zonk zwaar in haar. Niets
zei hij. niets, was ze voor hem dan een
leerling?
Hij kwam naast haar zitten: ,.U kunt
beginnen". Dan ironisch: „fantasie heb
ben we genoeg. En temperament ook. En
nu spelen we onze études
Ze begon, bevend, een mist voor haar
oogen, niets zag zemaar ze wou
niet huilen.
Een traan gleed eigenmachtig naar
beneden, tot haar groote woede, niet
eens afvegen kon ze dieHij zag het
en zyn oogen werden zacht, in verteede-
ring. Huilde ze om hem?
Voorzichtig greep hij haar hand, knel
de de ijskoude vingertjes in zyn sterke
handen,Wat een klein meisje ben
je nog. Klein en lief"maar als ik
je trouw, zullen ze denken dat je m'n
dochter bent", plaagde hij. Dan, ernstiger
„Of wil je me niet hebben, mij een
ouwe kerel?"
Ze keek naar hem op, haar oogen
stralend als sterren door haar tranen.
Dan zei ze, en haar stem trilde: „al
léén als je de Nocturne speelt voor mij
alléén voor my",
Hy .glimlachte, vroeg zacht: „En het
honorarium?".
Ze antwoordde niet. Hy keek ontroerd
naar het tengere figuurtje, haar oogen,
verborgen achter lange wimpers, ont
weken z(jn blik schuw
Hij ging zitten, speelde,de Noc
turne.
En ze luisterde, roerloosde mu
ziek golfde door haar heen, onstuimig
en meesleepend, het scheen haar da!
klokken, hel en jubelend luidden in
haar geluk.
ONGEVAL OP DE
„NIEUW-ZEELAND".
TURBINE ERNSTIG
BESCHADIGD.
Aan boord van de „Nieuw Zeeland"
der Kon. Paketvaart-Mij. is gisteren,
naar Aneta seint, eenige uren na het
vertrek uit Sydney, de hooge druk-tur-
bine aan stuurboord ernstig beschadigd,
tengevolge van het vastloopen van den
labyrinthzuiger. De schade is vry be-
langryk, o.m. is de rotor-as verbogen.
Het schip zal te Sydney gerepareerd
worden, waarmede een tiental dagen
gemoeid is.
VAN AMSTERDAM NAAR
SCHIPHOL.
DE AUTOBUSKWESTIE.
Door de afdeeling ..Geschillen van be
stuur" van den Raad van State is be
handeld de kwestie v3n de autobusver-
binding tusschen Schiphol en Amster
dam. Men weet. dat het gemeentebe
stuur der hoofdstad bezwaar had ge
maakt tegen de beslissing van Gcd.
Staten, waarbij den ondernemer ver
gunning werd verleend om van het
Leidsche Plein af te ryden.Thans is de
zaak volgens het Hbld. zóó geschikt,
dat de bussen als standplaats in Am
sterdam de Nassaukade naast het ge
bouw der tram is aangewezen.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1248 DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT
Wanneer je in stad bent gekomen om een
afschuwelijk huwelijkscadeau te gaan ruilen en
je ontmoet toevallig de milde geefster, die vroo-
lijk aankondigt dat ze toch niets omhanden
heeft en graag met je zal gaan winkelen.
(Nadruk verbod en).
DE ZIEKTE OP DE
„INSULINDE".
REEDS NA DE HEENREIS EEN
PASSAGIER OVERLEDEN.
Naar het Volk verneemt, heeft de
ernstige keelziekte ontstaan aan boord
van de „Insulinde", waaraan op de
terugreis acht passagiers overleden zijn,
reeds op de heenreis een slachtoffer ge
maakt.
Tusschen Port Said en Singapore is
een jonge man, de zoon van een Haag-
schen ambtenaar, ziek geworden.
HU is in het ziekenhuis te Singapore
waar hy 14 dagen door bracht, over
leden.
Commissie voor onderzoek.
Ten vervolge op het gisteren reeds ge
publiceerde bericht deelt de directie van
den Rotterdamschen Lloyd inerte, dat
zU de heeren prof. dr. P. T. L. Kan, prof.
dr. G. J. W. Koolemans Beynen Jr. en
prof. dr. P. C. Flu bereid heeft gevon
den z!ch in commissie te vereenigen
teneinde een onderzoek in te stellen
naar de ziektegevallen, voorgekomen op
het s.s. „Insulinde".
Débarhement te Marseille?
Op dit oogenblik valt nog niet met
volstrekte zekerheid te zeggen of de
passagiers van de „Insulinde", die Zon
dagmorgen zes uur in Marse:llo zal
aankomen, daar van boord zullen kun
nen gaan of dat zy tot Rotterdam op
het schip moeten blyven. De beslissing
is aan de Fransche medische autori
teiten.
Nu echter in Port Said reeds een on
derzoek is ingesteld en nu na het ver
trek uit die haven de toestand van de
patiënten zich ten goede heeft gekeerd,
en zich gèen nieuwe gevallen hebben
voorgedaan, bestaat er eenige grond
voor de verwachting dat de passagiers,
die zich voorgenomen hebben te Mar
seille aan wal te gaan, vandaar de reis
per trein naar Nederland zullen kun
nen voortzetten.
In de gewone omstandigheden zouden
de reizigers de rapide van 9 u. 32 kun
nen halen. Dat moet thans veron
dersteld dat zy per trein naar Neder
land doorreizen uitgesloten worden
geacht, omdat met het medisch onder
zoek eenige tyd zal gemoeid zyn. zy
zullen dan te 's middags om twee uur
met de Rotterdamsche Lloyd rapide
kunnen vertrekken, welke trein Maan
dagnamiddag in Nederland zal kunnen
worden verwacht.
OBERIAHNSTEIN
in Iiterschroeffleasdien 32 ct.
voor Huishoudelijk gebruik
ZEVEN PRINSEN TER
OLYMPIADE.
In diplomatieke, zoowel als in sport
kringen schUnt de verwachting te be
staan, dat, ter gelegenheid van d? Olym
pische Spelen te Amsterdam, de volgen
de vorstelijke personen of personen van
vorstelijke bloede in Nederland zullen
komen
Pirns Carl van Zweden, broeder van
den koning van Zweden, met zyn ge
malin Prinses Ingeborg en hun dochter
prinses Martha. Voorts Prins Gustaaf
Adolf, zoon van den kroonprins van
Zweden; Prins Erich en Prins Viggo,
beide van Denemarken; Prins René de
Bourbon van Parma, met diens echtge-
noote en zyn broeder; Prins Peter van
Griekenland, zoon van den vroegeren
koning Constantyn; Prins Olav kroon
prins van Noorwegen en Hertog Adolf
Frisdrich van Mecklenburg, broeder van
Prins Hendrik.
BINNEN 5 MINUTEN
GEZONKEN.
ERNSTIGE AANVARING TE
ROTTERDAM.
Gisterenmorgen kwamen twee schepen
de vrachtboot „Bergen op Zoom III"
en de „Vijf Geboeders" bij het Maas
station te Rotterdam door een ma
noeuvre van een Rynaak tusschen dit
schip en de wal, in aanvaring meldt
de Msb.
De „Bergen op Zoom" ramde de „Vijf
Gebroeders" aan bakboordzyde ter hoog
te van de machinekamer, die terstond
volliep. De boot zonk binnen 5 minuten.
De kapitein, zyn vrouw en kind, de
dekknecht en de machinist-stoker kon
den gelukkig tUdig op de „Bergen op
Zoom" overspringen.
Doordat by de aanvaring het roer
plotseling omsloeg, kreeg de kapitein
een klap van het stuurrad waardoor hij
eenige ribben brak. HU is de 33-jarige
J. de B. In het ziekenhuis aan den
Coolsingel werd hij ter verpleging opge
nomen.
POSTDIEFSTAL TE
BLEYERHEIDE.
500 DOLLARS VERMIST.
Eenigen tyd geleden kwam aan het
klooster der Broeder-Franciscanen te
Bleyerheid-Kerkrade een geschonden
brief aan. afgestuurd door den overste,
die thans in Amerika vertoeft.
Het bleek, dat uit den brief een bank
biljet van 500 dollars was ontvreemd
Na uitgebreid onderzoek heeft de
Justitie te Maastricht thans de arrestatie
gelast van den waarnemend kantoor
houder J. L. Hü is naar het Huis van
Bewaring te Maastricht overgebracht.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cen'.ï per regeL
Doos30-60Jube80rf.BijApoth.en Drogisten.
Het politie-onderzoek Is nog in vollen
gang, de politie-scheikundige de heer
Van Wageningh uit Maastricht heeft
vastgesteld, dat het plakmiddel dat ge
bruikt was by het weer dichtplakken
van den brief hetzelfde was als dat
wat in het kantoor te Bleyerheide ge
bruikt wordt, meldt de Msb.
STEEK OF BARET?
MINISTER SLOTEMAKER DE
BRUINE.
De anti-rev. Rotterdammer schrüft:
Reeds eenigen tyd geleden hoorden wij
hardop fluisteren, dat het niet onmo
gelijk zou zijn, dat prof. dr. J. R. Slote-
maker de Bruine zyn ministers-steek
zou verwisselen tegen de dominees
baret.
Omdat wy evenwel van officieele zyde
niets konden te weten komen wat ook
maar in de verte leek op een bevesti
ging van dit gerucht hebben wij het
niet wereldkundig willen maken.
Nu echter dr. F. van Gheel Gilde-
meester in zijn rubriek in de Haagsche
Kerkbode er eveneens op zinspeelt, dat
de minister maar in Den Haag moest
beroepen worden, achten wij geen en
kele reden aanwezig om het langer te
vezwügen.
ALLES AUS LIEBE".
EEN PROCES.
Naar de Tel. verneemt, heeft mr.
J. H. G. Bekker, advocaat en procu
reur te 's Gravenhage. optredend voor
den heer Marischka, directeur der Ween-
sche Marischka-revue „Alles aus Liebe",
die zooals bekend, te Amsterdam gaat
en van Maandag af in de residentie zal
worden opgevoerd, het Haagsche RK.
dagblad „De Residentiebode" op korten
termijn civielrechtelijk voor de recht
bank aldaar gedagvaard ter zake van
beleediging door in een artikel over
deze revue o.a. van „Weensch vuil" te
schrijven.
Mr Bekker zou namens zUn cliënt
schadevergoeding eischen wegens aan
tasting van eer en goeden naam. Heden
morgen zou deze zaak voor de recht
bank dienen.
naar het Engelsch door
CHRISTINA KAMP.
17)
„Dat kunnen wy spoedig constatee-
ren en het ligt op den weg naar het
hoofdbureau", zei de dikke. „Wat zou
je er van zeggen, Joe, als wy daar eerst
heengaan? Me dunkt, ik kan dien vogel
op den bok wel in bedwang houden en
als de juffrouw er niets op tegen heeft,
zal ik binnen in de taxi
Niemand van hen zei iets op hun weg
naar de stad. Ben. zooals je weet,
mocht niet laten blüken. dat hy Rose
kende en daarom mocht hU niet met
haar spreken. De grimmige dacht er niet
over na om een gesprek te beginnen. En
hoewel de dikke misschien wel zou heb
ben willen babbelen, als Rose er op was
ingegaan, had zU hem spoedig genoeg
tot zwUgen gebracht door uit de hoogte
hem aan te kUken. Daardoor was het
waarschUnlyk voor alle vier een ver
lichting. toen de Schildpad stopte voor
h«. huis van Mr. Schermerhorn -en de
twee uit de taxi stapten en samen de
Stoep opgingen. Ben zag, dat Rose haar
arm recht naar beneden liet hangen,
zoodat de mouw van haar mantel tot
halverwege haar hand reikte.
..Zy heeft begrependacht hy by
zichzelf.
Dan zag hU. dat. de agent aanschelde,
dat de deur geopend werd door een
grysharigen huisknecht, die diep voor
Rose boog en ze binnen liet komen. Dan
ging de deur dichtbleef eenige mi
nuten geslotenen toen verscheen
weer de dikke alleen, met een fijne si
gaar tusschen de lippen en daalde de
stoep af.
„Dat is in orde", zei hy tot de grim
mige. „Ik heb den ouden baas zelf ge
sproken. HU is lid van het comité voor
de ontvangst van den burgemeester
het is dus niet de eerste maal, dat ik
hem zag". HU klom weer in den wagen
en hernam: „Vooruit, Joe. ik zal Je wel
helpen om dat wild vast te houden".
HU haalde iets uit zyn zak en Ben
voelde iets kouds tegen zyn nek.
„Nu naar het bureau", zei de grim
mige.
In stilte reden zU een poos voort
„zy schynen mU voor heel gewichtig
te beschouwen", dacht Ben, „volgens de
manier, waarop zU mü bewaken".
Nu dat Rose veilig in haar woning
was. werd hü bedaarder. Zeker, alles,
wat hü te doen had. dat was de waar
heid te zeggenof ten minste het
grootste gedeelte, zooals hy zichzelf ver
beterde. Die armband, byvoorbeeld
daar moest hy maar liever niet over
spreken, ook niet hoe hij dien dag had
besteed. Natuurlijk zou Rose angstig
worden als zy wist dat zy een juweel in
haar bezit had, dat klaarblykelyk ge
stolen was, maar als zU den naam van
den eigenaar konden ontdekken, zouden
zy het per post zonder naam of adres
van den afzender kunnen teruggeven.
Hy piekerde er over of er nog meer sie
raden gestolen waren. Hy verwonderde
zichZij kwamen in de Lafayette-
straat en zagen de groene lichten van
het hoofdbureau in de duisternis schy
nen.
„Zeg eens", zei Ben, die voor het éérst
zenuwachtig begon te worden, „waarvoor
word ik eigenlyk gearresteerd?"
„Och, dat weet Je heel goed", zei de
grimmige. „Zelfs in je Jonge leven zal
mcyird toch wel niet lederen dag voor
komen",
HOOFDSTUK 11.
Intusschen hadden zU het hoofdbu
reau bereikt, en hy kon het niet helpen,
dat er een gedachte in hem opkwam.
„Hoe gek kan toch iets je overkomen,
waarmee je eigenlijk niets te maken
hebt".
Natuurlijk moest hij maar enkel de
waarheid zeggen, maar ook begon hij
nu iu te zien, dat er rare dingen ge
beurd waren. Om in den nacht geduren.
de een stortbui een taxi te koopen en
niets dan enkel je woord om dit te be-
wyzendat zou menigeen niet ge-
makkelyk gelooven. Als een ryk man dat
deed, zou men dat als een gril. die hü
zich kon permitteeren, beschouwen,
maar een arme drommel, die al zyn
spaarpenningen van de Bank haalt en
besteedt om een taxi te koopen, opdat
een meisje niet nat zou worden....
Dan kwam er iets anders. Zy zouden
hem vragen: „Wie was dat meisje?" En
als hy haar naam noemde, zouden zy
zeggen: „wel. dat was de miss. die van
nacht in de taxi zathet meisje, dat
je niet kendehet meisje, dat. zooals
je zei, een vrachtje was! Kijk, daar zit
ie nu eens netjes in! Wat een leugenaar
ben je!" En wat hy verder zei. zou al
van zelf als leugens beschouwd worden
Of verondersteld, dat hij dadelük haar
naam noemde, zouden zij haar in ver
hoor gaan nemen en denken, dat hü de
juweelen, die gestolen waren, aan haar
had gegeven, zy zouden haar kamer
doorzoeken en den armband vinden
„Die verwenschte armband!" dacht
Ben met een gevoel van groeiende hul
peloosheid. „Die komt telkens weer op de
proppen en maakt den boel in de war!"
Toen stopten zU by de groene lichten
en de dikke nam een clectrisch lan
taarntje en doorzocht het inwendige
van de tax', eer zU de svoep op gingen.
Onder de zitting achter het stuur haal
de hy de groenachtig-gele regenjas te
voorschyn, benevens de pet, die Jersey
aan Ben had overgedaan.
„Je bent gepiept, schat", zei de dikke,
toen hy zag. wat hü gevonden had. „Nu
heb je hoegenaamd geen kans meer!"
In den geest zag Ben zich al gehuld
in die akelige regenjas en herkend door
wel een dozyn burgers, die beweerden,
dat hü het was. die ergens een doodelyk
schot had gelost.
„Jawel, meneertje", zuchtte hy bij
zichzelf, zich een beetje klam voelen
de. „Ik wed. dat er massa burgers zün,
die dat zullen bezweren.
Hy moest een trap opgaan en de grim
mige paste op hem, terwyl de dikke
verdween met hetgeen hy achter het
stuur van de Schildpad gevonden had.
Na een paar minuten kwam hy terug
en Benny werd gebracht in een kan
toor, waar een man met een rooden nek
en een kort geknipte snor een getypt
rapport zat te lezen. In den hoek zat een
bejaarde schryver. die iets aan het doen
was met een papier-binder, lykende op
een hondje en met een korten slag op
den kop van het beest werden de pa
pieren vereenigd.
„Er is niet veel te verhooren, zoo ver
als ik zie", zei Rood-r.ek over het rap
port. heen kijkend, „behalve dan om te
zien. hoe ver je van plan bent te gaan.
Als je bereid bent om een volledige be
kentenis te doen. en te vertellen, wie de
twee waren, die met de juweelen er van
door zyn, zou dat in je voordeel zyn.
Bedenk je maar even. Wy hebben sterke
bewyzen en zyn de twee op het spoor,
misschien zyn ze al hier binnen een
paar minuten".
„U is het heelemaal mis, commissa
ris", zei Ben ernstig. „Inderdaad, u
heeft den verkeerde te pakken. Het is
waar en ik erken, dat ik misschien een
taxi heb gekocht, die iets te maken had
in een smerige zaak, maar dat gebeurde
eer ik er eigenaar van werd. Sedert was
alles eerlyk werk".
„Zoo. is dat de zaak?" zei Rood-nek.
„Wanneer heb je die mooie taxi ge
kocht?"
..'s Avonds laat Vrijdag".
„Wel, sapperloot, dat is juist de nacht
van de misdaad!" riep Rood-nek triom
fantelijk uit. „Zoo zijn wy gauw met je
klaar".
„Ik kocht de taxi Vrijdagavond om
streeks elf uur. juist nadat ik een con
cert had bügewoond". zei Ben.
De groote man achter den lessenaar
lachte hartehjkeen lach, die tege-
lyk een uittarting leek. „Waar kocht je
ze voor? Om er in te zingen?"
„Neen", antwoordde Bern beseffende,
hoe gek het klonk.
„Ik kocht ze om een jonge dame naar
huis te brengen
.(Wordt vervolgd.).