VICTORIA-WATER H. D. VERTELLINGEN BINNENLAND FLITSEN FEUILLETON TAXI! TAXI! HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 14 JULI 1928 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Nocturne. Nerveus ratelden de toonladders over de groote concertvleugel, waar ze van daag per gratie wist ze op moest proefspelen. Vlugger en vlugger gleden de smalle handen over de toetsen r.am die akelige étude dan nooit een eind" nu kwam dat vreeselijke ge deelte met die groote grepen, waar ze altijd naast belandde. Met de moed der wanhoop zette ze zich schrap, 't Moest gaanin gespannen aandacht con centreerde ze zich op de notendar, een nauw merkbare wenk van de „Maestro", ze hield abrupt op; wat was er nu weer?, klemde haar trillende vingers in zenuwachtige afwachting in eikaar. Hij zei niet dadelijk wat - wat moest hij ook zeggen9 *t Was altijd 'l zelfde, hier in dit kille, vochtige land van 't Noorden, wat techniek, wat han digheid. wat bravour. dat was alles. Nóten, nóten! maar wat had dit alles nu met muziek te maken? In zijn mar kanten kop. met het dikke, donkere krul haar. dat al begon te grüzen, leefden fè! de hei-grijze oogen, nu vernauwd als ln ernstig peinzen ..Ja", kwam dan z'n stem. met het zco „intessante' buitenlandsche accent. „Ja. ik zal 't u maar zeggen, geen tem peramentziet u! Geen. hoe moet ik dat zeggen, geen ziel. en dat kan Ik u nist leerendat leert u nooit". Hij ging gemakkelijker zitten, ir. af wachting van de gebruikelijke huilbuien en andere onverkwikkelijke scènes dat was hij zoo gewend met die kinderen. Maar er kwam niets van dien aard; bij het hooren van haar vonnis was ze al leen wat rechter op gaan zitten en lich telijk verbijsterd, hoorde hij haar koele stem zeggen: „Zóó, denkt u?'\ zag haar spottende oogen onder 'L korte blonde haar géél. noemde hij het- In zijn voorhoofd kwam de gevreesde, dreigende rimpel „geen talent en nog brutaal ook", dacht hij wrevelig dan zei hij. onverschillig en uit de hoogte: Ja, dat denk ik, u kunt gaan. Ze ging, schijnbaar ln 't minst niet geïntimideerd, maar toen de deur achter haar gesloten was. frommelde ze woe dend haar zakdoek in elkaar, tranen van verontwaardiging in haar oogen. Al was hij dan een genie!, een akelige butale man was hij ook.... ze haatte hem! En ze voelde zich dorstennaar. wraak Binnen ratelden al wéér toonladders, genadeloos gecrltiseerd door de „Mees ter".... (die. naar het slachtoffer lijd zaam constateerde, ln een „verschrik kelijk" humeur was). Hij ergerde zich aan twee koele, spottende oogen, die hem schenen uit te dagen onder dat onmogelijke Jongens haar, géél! nog wel. Bah! hij wou er niet. meer aan denken. Maar hü moest.... moest! Ze was, tóch teruggekomen, negeerend wat was voorgevallen, ongewoon dociel en gedwee. II(j glimlachte soms in zich zelf hij kende die soort natuurtjes en wist hoe ze te behandelen. Goed beschouwd, was ze niet onintelligent en ze had 'n doorzettingsvermogen dat niet van wijken of ophouden wist. Hij mocht dat wel misschien was er (onder zijn leiding, dan altijd!) wel iets van te maken. Zijn belangstelling ontwaakte en hy begon deze lessen te beschouwen als een welkome onderbreking van zijn druk bestaan van lesgeven, studeeren, con certen geven En toen ze op een zonnlgen zomerdag z'n kamer binnenstapte ln zoo'n zijden jurkje met groote kleurige bloemen be zaaid, zonneglanzen over haar korte krullen, en zon in haar oogen. toen vond hij haar toch wel heel, heeL erg lief Maar ze moest nu maar wat lyrische en romantische dingen gaan studeeren, zei hü hij zou haar wel wat voor spelen, dan moest ze maar goed luiste ren en hij dacht dat hy nu toch wel eens erg graag zou willen weten of die onschuld, die kinderlijkheidecht waren. Hoe zou ze reageeren op die muziek vol verdroomde stieten, vol van romantiek, van gefluisterd verlangen, hoe? Hy begon een Noctuner waarin ge heimzinnige accoorden ruischen, een melodie kemt aanzwellen uit ongekende verten.... dan. ineens, al bij de eerste maten voelde hy twee handen. die heftig zyn arm omklemmen, hy ziet haar gezichtje, ontdaan. hoort haar stem in zenuwachtig smeeken: die niet. o. die nieto, astublieft niet ziet haar oogen angstig en vol tranen Beduusd hield hy op. wat had het kind? Haar blijkbaar verdriet ontroerde hem. hij kwam dicht by haar zitten, vroeg vadclijk belangstellend, wat dan dat heele erge verschrikkelijke was? Door haar tranen heen zagen haar oogen verbaasd naar hem op. ..Wist hij dan niet Maar hy wist niets ver zekerde hy. volkomen naar waarheid en luisterde vol medegevoel naar de huwelijksr.ragedie. waarvan dit blonde wezentje óók slachtoffer was geworden: Vader, hard werkend zakenman. de moeder met „artistieke neigingen" lief hebberend op 'c tooneel. dan de onver- mydelijke „derde". hier de groote kunstenaar, die voor Pa's geld soirées opluisterde en mooie stukjes speelde, voor Mamahy begreep het nu, déze Nocturne was het. die die man ge speeld had. toe PapaEn daarna was moeder weggeloopen, met hem, ge loofde ze; maar nu was ze toch weer alléén, want die man had haar natuur lijk in de steek gelaten"Haar stem werd heftigik haat hem", zei wild, „o. ik haat hem ik zou hem kun nen dooden ons leven heeft hij ver woest. ons allemaal ongelukkig gemaakt. Ze zweeg, veegde haar tranen af, bekeek hem aandachtig met nog natte oogen, teen ze argeloos vroeg: „Ként u moeder niet?" Ze noemde de naam van een bekend tocneelspeelster, zag hem schrik ken Hy voelde zich vaag onrustig worden, een onrust die bleef, ook toen ze weg was. Die naam had herinneringen by hem opgeroepen, die hy liefst wilde ver geten en die situatiewas hem wel erg bekend voorgekomen. Te bekend HU kktmde zijn tanden op elkaar, vloekte. Want hy wist het nu. hy hield van dit kind, meer en beter dan hy nog ooit van iemand gehouden had, En hij wou haar hebben, voor goed. In gedachten zag hij het gezicht van Pa, als hij zou zeggen: „Meneer, ik kom om de hand van uw dochter". De deur uit gooien zouden ze hemzij zelf zou het nooit hoeven te weten, en die moeder was vér weg. maar die vader... Wat moest hy beginnen? Hij besloot maar af te wachten, alleen moest hij weten, of zy ook van hem Maar dat was natuurlijk in orde hy wist zich nu eenmaal, onweerstaan baar De volgende les kwam ze enthousiast aanzetten, riep. natuurlijk binnen de deur: O, ik ben toch zóó blij, moeder is teruggekomen.... en dan argeloos: „Ze komt me straks halen" ,,'t mag van Vader, vind u 't niet heerlijk?" Ze schrok van zyn gezicht, dat hard was en jvaarin de oogen fonkelden. „Nee, ik vind 't niets heerlijk, begrUp je", zei hy kwaad. Dat ontbrak er nog maar aan, een scène met die vrouw, waar dit kind by was! „Waarom niet", vroeg ze zacht. HU kwam dicht by haar staan en toen met zUn mond tegen het glanzende haar, vroeg hy het: „MUn klein meisje hou je van me.... een ldein beetje?" Ze antwoordde niet dadelijk, maar hy voelde haar hart bonzen. Toen zei ze fluisterend: „Misschien „Niet misschien, ja of nee", gebood hij ernstig. Maar haar antwoord was onverstaan baar, alleen niet voor hem Dan, zoekend naar woorden zei hy het haar, vroeg of ze het héél erg zou vinden, als hy het was geweest die haar moeder Ze rukte zich los, keek naar hem met ontzettende oogen. ^schreeuwde het dan byna uit: „jy. Jij. ben JU die Dan begon ze hèl te lachen, zei proes tend: „God, wat ben je dan al oud, je kon m'n vader zyn" rende dan langs hem heen. Verdwaasd hoorde hy de deur dicht vallen. De zelfde dag kwam er een vormelijk briefje, ze wenschte van de lessen verder geen gebruik te maken ZUn ongeluk was volkomen. Nu ze weg was, wist hy pas, hoe hy haar mistehet blonde, frissche zonnekindhU vervloekte het nood lot dat maakte, dat die ééne dwaas heid uit z'n jeugd nu z'n heele leven verwoestte. En met toornlooze energie zette hy zich aan 't werk, studeerde, razendom maar te vergeten alles! Spelen zou hij. spelen tot ze gek waren van opwinding en enthousiasme, de elendelingen die hem wilden dwin gen te loopen in hun keursiyf van „fat soen" en domme bekrompenheid En hy speeldeEn een volle zaal juichte hem toe. jubelde, schreeuwde om meer en nog meer. Hy triomfeerde..., kwam weer in z'n evenwicht. Dan kwam haar briefje. Of ze weer les mocht komen nemen. Hij bekeek het wantrouwend, draalde het om en om. wat had het te betsekenen? Hij schreef terug, koel en toestemmend, bepaalde een uur. Ze kwam, klein, ner veus, hulpeloos, een kind nog. ZUn ge zicht werd wat bleeker en strakker, z'n oogen hardhij hoorde haar stem, fluisterde: „Het spijt mij zoo „Wat spyt je", vroeg hU, onbewogen. .Alles" zei ze zennuwachtig. ,lk haatte jeen toen heb ik alles maar bedacht om me te wreken. Ik hoorde iets van je vertellen van vroeger, maar 't is niet waar, dat 't myn moeder is, ik kèn haar alleen maar van naam en ik wist niet Je zei. dat ik geen temperament had, geen ziel!" Haperend dacht ze aan dien eenen avond toen ze, sidderend in een donker hoekje had zitten luisteren naar zijn concert; toen hy juist die. juist die Nocturne had gespeeld en hoe ze toen met ontstellende zekerheid had geweten dat ze hem liefhad, ook al zou hy een misdadiger zijnliefhad met een geweld, dat haar verbijsterde. En nu was ze hier. kat zou hij over haar beslissenzou hij haar verstooten vertrappen. Angstig keek ze naar z'n oogen. die peinzend staarden. „Hm!" kwam dan z'n stem. vorme lijk, „dus als ik *t goed begrijp, wilt u ce lessen hervatten?" Haar hart zonk zwaar in haar. Niets zei hij. niets, was ze voor hem dan een leerling? Hij kwam naast haar zitten: ,.U kunt beginnen". Dan ironisch: „fantasie heb ben we genoeg. En temperament ook. En nu spelen we onze études Ze begon, bevend, een mist voor haar oogen, niets zag zemaar ze wou niet huilen. Een traan gleed eigenmachtig naar beneden, tot haar groote woede, niet eens afvegen kon ze dieHij zag het en zyn oogen werden zacht, in verteede- ring. Huilde ze om hem? Voorzichtig greep hij haar hand, knel de de ijskoude vingertjes in zyn sterke handen,Wat een klein meisje ben je nog. Klein en lief"maar als ik je trouw, zullen ze denken dat je m'n dochter bent", plaagde hij. Dan, ernstiger „Of wil je me niet hebben, mij een ouwe kerel?" Ze keek naar hem op, haar oogen stralend als sterren door haar tranen. Dan zei ze, en haar stem trilde: „al léén als je de Nocturne speelt voor mij alléén voor my", Hy .glimlachte, vroeg zacht: „En het honorarium?". Ze antwoordde niet. Hy keek ontroerd naar het tengere figuurtje, haar oogen, verborgen achter lange wimpers, ont weken z(jn blik schuw Hij ging zitten, speelde,de Noc turne. En ze luisterde, roerloosde mu ziek golfde door haar heen, onstuimig en meesleepend, het scheen haar da! klokken, hel en jubelend luidden in haar geluk. ONGEVAL OP DE „NIEUW-ZEELAND". TURBINE ERNSTIG BESCHADIGD. Aan boord van de „Nieuw Zeeland" der Kon. Paketvaart-Mij. is gisteren, naar Aneta seint, eenige uren na het vertrek uit Sydney, de hooge druk-tur- bine aan stuurboord ernstig beschadigd, tengevolge van het vastloopen van den labyrinthzuiger. De schade is vry be- langryk, o.m. is de rotor-as verbogen. Het schip zal te Sydney gerepareerd worden, waarmede een tiental dagen gemoeid is. VAN AMSTERDAM NAAR SCHIPHOL. DE AUTOBUSKWESTIE. Door de afdeeling ..Geschillen van be stuur" van den Raad van State is be handeld de kwestie v3n de autobusver- binding tusschen Schiphol en Amster dam. Men weet. dat het gemeentebe stuur der hoofdstad bezwaar had ge maakt tegen de beslissing van Gcd. Staten, waarbij den ondernemer ver gunning werd verleend om van het Leidsche Plein af te ryden.Thans is de zaak volgens het Hbld. zóó geschikt, dat de bussen als standplaats in Am sterdam de Nassaukade naast het ge bouw der tram is aangewezen. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1248 DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT Wanneer je in stad bent gekomen om een afschuwelijk huwelijkscadeau te gaan ruilen en je ontmoet toevallig de milde geefster, die vroo- lijk aankondigt dat ze toch niets omhanden heeft en graag met je zal gaan winkelen. (Nadruk verbod en). DE ZIEKTE OP DE „INSULINDE". REEDS NA DE HEENREIS EEN PASSAGIER OVERLEDEN. Naar het Volk verneemt, heeft de ernstige keelziekte ontstaan aan boord van de „Insulinde", waaraan op de terugreis acht passagiers overleden zijn, reeds op de heenreis een slachtoffer ge maakt. Tusschen Port Said en Singapore is een jonge man, de zoon van een Haag- schen ambtenaar, ziek geworden. HU is in het ziekenhuis te Singapore waar hy 14 dagen door bracht, over leden. Commissie voor onderzoek. Ten vervolge op het gisteren reeds ge publiceerde bericht deelt de directie van den Rotterdamschen Lloyd inerte, dat zU de heeren prof. dr. P. T. L. Kan, prof. dr. G. J. W. Koolemans Beynen Jr. en prof. dr. P. C. Flu bereid heeft gevon den z!ch in commissie te vereenigen teneinde een onderzoek in te stellen naar de ziektegevallen, voorgekomen op het s.s. „Insulinde". Débarhement te Marseille? Op dit oogenblik valt nog niet met volstrekte zekerheid te zeggen of de passagiers van de „Insulinde", die Zon dagmorgen zes uur in Marse:llo zal aankomen, daar van boord zullen kun nen gaan of dat zy tot Rotterdam op het schip moeten blyven. De beslissing is aan de Fransche medische autori teiten. Nu echter in Port Said reeds een on derzoek is ingesteld en nu na het ver trek uit die haven de toestand van de patiënten zich ten goede heeft gekeerd, en zich gèen nieuwe gevallen hebben voorgedaan, bestaat er eenige grond voor de verwachting dat de passagiers, die zich voorgenomen hebben te Mar seille aan wal te gaan, vandaar de reis per trein naar Nederland zullen kun nen voortzetten. In de gewone omstandigheden zouden de reizigers de rapide van 9 u. 32 kun nen halen. Dat moet thans veron dersteld dat zy per trein naar Neder land doorreizen uitgesloten worden geacht, omdat met het medisch onder zoek eenige tyd zal gemoeid zyn. zy zullen dan te 's middags om twee uur met de Rotterdamsche Lloyd rapide kunnen vertrekken, welke trein Maan dagnamiddag in Nederland zal kunnen worden verwacht. OBERIAHNSTEIN in Iiterschroeffleasdien 32 ct. voor Huishoudelijk gebruik ZEVEN PRINSEN TER OLYMPIADE. In diplomatieke, zoowel als in sport kringen schUnt de verwachting te be staan, dat, ter gelegenheid van d? Olym pische Spelen te Amsterdam, de volgen de vorstelijke personen of personen van vorstelijke bloede in Nederland zullen komen Pirns Carl van Zweden, broeder van den koning van Zweden, met zyn ge malin Prinses Ingeborg en hun dochter prinses Martha. Voorts Prins Gustaaf Adolf, zoon van den kroonprins van Zweden; Prins Erich en Prins Viggo, beide van Denemarken; Prins René de Bourbon van Parma, met diens echtge- noote en zyn broeder; Prins Peter van Griekenland, zoon van den vroegeren koning Constantyn; Prins Olav kroon prins van Noorwegen en Hertog Adolf Frisdrich van Mecklenburg, broeder van Prins Hendrik. BINNEN 5 MINUTEN GEZONKEN. ERNSTIGE AANVARING TE ROTTERDAM. Gisterenmorgen kwamen twee schepen de vrachtboot „Bergen op Zoom III" en de „Vijf Geboeders" bij het Maas station te Rotterdam door een ma noeuvre van een Rynaak tusschen dit schip en de wal, in aanvaring meldt de Msb. De „Bergen op Zoom" ramde de „Vijf Gebroeders" aan bakboordzyde ter hoog te van de machinekamer, die terstond volliep. De boot zonk binnen 5 minuten. De kapitein, zyn vrouw en kind, de dekknecht en de machinist-stoker kon den gelukkig tUdig op de „Bergen op Zoom" overspringen. Doordat by de aanvaring het roer plotseling omsloeg, kreeg de kapitein een klap van het stuurrad waardoor hij eenige ribben brak. HU is de 33-jarige J. de B. In het ziekenhuis aan den Coolsingel werd hij ter verpleging opge nomen. POSTDIEFSTAL TE BLEYERHEIDE. 500 DOLLARS VERMIST. Eenigen tyd geleden kwam aan het klooster der Broeder-Franciscanen te Bleyerheid-Kerkrade een geschonden brief aan. afgestuurd door den overste, die thans in Amerika vertoeft. Het bleek, dat uit den brief een bank biljet van 500 dollars was ontvreemd Na uitgebreid onderzoek heeft de Justitie te Maastricht thans de arrestatie gelast van den waarnemend kantoor houder J. L. Hü is naar het Huis van Bewaring te Maastricht overgebracht. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cen'.ï per regeL Doos30-60Jube80rf.BijApoth.en Drogisten. Het politie-onderzoek Is nog in vollen gang, de politie-scheikundige de heer Van Wageningh uit Maastricht heeft vastgesteld, dat het plakmiddel dat ge bruikt was by het weer dichtplakken van den brief hetzelfde was als dat wat in het kantoor te Bleyerheide ge bruikt wordt, meldt de Msb. STEEK OF BARET? MINISTER SLOTEMAKER DE BRUINE. De anti-rev. Rotterdammer schrüft: Reeds eenigen tyd geleden hoorden wij hardop fluisteren, dat het niet onmo gelijk zou zijn, dat prof. dr. J. R. Slote- maker de Bruine zyn ministers-steek zou verwisselen tegen de dominees baret. Omdat wy evenwel van officieele zyde niets konden te weten komen wat ook maar in de verte leek op een bevesti ging van dit gerucht hebben wij het niet wereldkundig willen maken. Nu echter dr. F. van Gheel Gilde- meester in zijn rubriek in de Haagsche Kerkbode er eveneens op zinspeelt, dat de minister maar in Den Haag moest beroepen worden, achten wij geen en kele reden aanwezig om het langer te vezwügen. ALLES AUS LIEBE". EEN PROCES. Naar de Tel. verneemt, heeft mr. J. H. G. Bekker, advocaat en procu reur te 's Gravenhage. optredend voor den heer Marischka, directeur der Ween- sche Marischka-revue „Alles aus Liebe", die zooals bekend, te Amsterdam gaat en van Maandag af in de residentie zal worden opgevoerd, het Haagsche RK. dagblad „De Residentiebode" op korten termijn civielrechtelijk voor de recht bank aldaar gedagvaard ter zake van beleediging door in een artikel over deze revue o.a. van „Weensch vuil" te schrijven. Mr Bekker zou namens zUn cliënt schadevergoeding eischen wegens aan tasting van eer en goeden naam. Heden morgen zou deze zaak voor de recht bank dienen. naar het Engelsch door CHRISTINA KAMP. 17) „Dat kunnen wy spoedig constatee- ren en het ligt op den weg naar het hoofdbureau", zei de dikke. „Wat zou je er van zeggen, Joe, als wy daar eerst heengaan? Me dunkt, ik kan dien vogel op den bok wel in bedwang houden en als de juffrouw er niets op tegen heeft, zal ik binnen in de taxi Niemand van hen zei iets op hun weg naar de stad. Ben. zooals je weet, mocht niet laten blüken. dat hy Rose kende en daarom mocht hU niet met haar spreken. De grimmige dacht er niet over na om een gesprek te beginnen. En hoewel de dikke misschien wel zou heb ben willen babbelen, als Rose er op was ingegaan, had zU hem spoedig genoeg tot zwUgen gebracht door uit de hoogte hem aan te kUken. Daardoor was het waarschUnlyk voor alle vier een ver lichting. toen de Schildpad stopte voor h«. huis van Mr. Schermerhorn -en de twee uit de taxi stapten en samen de Stoep opgingen. Ben zag, dat Rose haar arm recht naar beneden liet hangen, zoodat de mouw van haar mantel tot halverwege haar hand reikte. ..Zy heeft begrependacht hy by zichzelf. Dan zag hU. dat. de agent aanschelde, dat de deur geopend werd door een grysharigen huisknecht, die diep voor Rose boog en ze binnen liet komen. Dan ging de deur dichtbleef eenige mi nuten geslotenen toen verscheen weer de dikke alleen, met een fijne si gaar tusschen de lippen en daalde de stoep af. „Dat is in orde", zei hy tot de grim mige. „Ik heb den ouden baas zelf ge sproken. HU is lid van het comité voor de ontvangst van den burgemeester het is dus niet de eerste maal, dat ik hem zag". HU klom weer in den wagen en hernam: „Vooruit, Joe. ik zal Je wel helpen om dat wild vast te houden". HU haalde iets uit zyn zak en Ben voelde iets kouds tegen zyn nek. „Nu naar het bureau", zei de grim mige. In stilte reden zU een poos voort „zy schynen mU voor heel gewichtig te beschouwen", dacht Ben, „volgens de manier, waarop zU mü bewaken". Nu dat Rose veilig in haar woning was. werd hü bedaarder. Zeker, alles, wat hü te doen had. dat was de waar heid te zeggenof ten minste het grootste gedeelte, zooals hy zichzelf ver beterde. Die armband, byvoorbeeld daar moest hy maar liever niet over spreken, ook niet hoe hij dien dag had besteed. Natuurlijk zou Rose angstig worden als zy wist dat zy een juweel in haar bezit had, dat klaarblykelyk ge stolen was, maar als zU den naam van den eigenaar konden ontdekken, zouden zy het per post zonder naam of adres van den afzender kunnen teruggeven. Hy piekerde er over of er nog meer sie raden gestolen waren. Hy verwonderde zichZij kwamen in de Lafayette- straat en zagen de groene lichten van het hoofdbureau in de duisternis schy nen. „Zeg eens", zei Ben, die voor het éérst zenuwachtig begon te worden, „waarvoor word ik eigenlyk gearresteerd?" „Och, dat weet Je heel goed", zei de grimmige. „Zelfs in je Jonge leven zal mcyird toch wel niet lederen dag voor komen", HOOFDSTUK 11. Intusschen hadden zU het hoofdbu reau bereikt, en hy kon het niet helpen, dat er een gedachte in hem opkwam. „Hoe gek kan toch iets je overkomen, waarmee je eigenlijk niets te maken hebt". Natuurlijk moest hij maar enkel de waarheid zeggen, maar ook begon hij nu iu te zien, dat er rare dingen ge beurd waren. Om in den nacht geduren. de een stortbui een taxi te koopen en niets dan enkel je woord om dit te be- wyzendat zou menigeen niet ge- makkelyk gelooven. Als een ryk man dat deed, zou men dat als een gril. die hü zich kon permitteeren, beschouwen, maar een arme drommel, die al zyn spaarpenningen van de Bank haalt en besteedt om een taxi te koopen, opdat een meisje niet nat zou worden.... Dan kwam er iets anders. Zy zouden hem vragen: „Wie was dat meisje?" En als hy haar naam noemde, zouden zy zeggen: „wel. dat was de miss. die van nacht in de taxi zathet meisje, dat je niet kendehet meisje, dat. zooals je zei, een vrachtje was! Kijk, daar zit ie nu eens netjes in! Wat een leugenaar ben je!" En wat hy verder zei. zou al van zelf als leugens beschouwd worden Of verondersteld, dat hij dadelük haar naam noemde, zouden zij haar in ver hoor gaan nemen en denken, dat hü de juweelen, die gestolen waren, aan haar had gegeven, zy zouden haar kamer doorzoeken en den armband vinden „Die verwenschte armband!" dacht Ben met een gevoel van groeiende hul peloosheid. „Die komt telkens weer op de proppen en maakt den boel in de war!" Toen stopten zU by de groene lichten en de dikke nam een clectrisch lan taarntje en doorzocht het inwendige van de tax', eer zU de svoep op gingen. Onder de zitting achter het stuur haal de hy de groenachtig-gele regenjas te voorschyn, benevens de pet, die Jersey aan Ben had overgedaan. „Je bent gepiept, schat", zei de dikke, toen hy zag. wat hü gevonden had. „Nu heb je hoegenaamd geen kans meer!" In den geest zag Ben zich al gehuld in die akelige regenjas en herkend door wel een dozyn burgers, die beweerden, dat hü het was. die ergens een doodelyk schot had gelost. „Jawel, meneertje", zuchtte hy bij zichzelf, zich een beetje klam voelen de. „Ik wed. dat er massa burgers zün, die dat zullen bezweren. Hy moest een trap opgaan en de grim mige paste op hem, terwyl de dikke verdween met hetgeen hy achter het stuur van de Schildpad gevonden had. Na een paar minuten kwam hy terug en Benny werd gebracht in een kan toor, waar een man met een rooden nek en een kort geknipte snor een getypt rapport zat te lezen. In den hoek zat een bejaarde schryver. die iets aan het doen was met een papier-binder, lykende op een hondje en met een korten slag op den kop van het beest werden de pa pieren vereenigd. „Er is niet veel te verhooren, zoo ver als ik zie", zei Rood-r.ek over het rap port. heen kijkend, „behalve dan om te zien. hoe ver je van plan bent te gaan. Als je bereid bent om een volledige be kentenis te doen. en te vertellen, wie de twee waren, die met de juweelen er van door zyn, zou dat in je voordeel zyn. Bedenk je maar even. Wy hebben sterke bewyzen en zyn de twee op het spoor, misschien zyn ze al hier binnen een paar minuten". „U is het heelemaal mis, commissa ris", zei Ben ernstig. „Inderdaad, u heeft den verkeerde te pakken. Het is waar en ik erken, dat ik misschien een taxi heb gekocht, die iets te maken had in een smerige zaak, maar dat gebeurde eer ik er eigenaar van werd. Sedert was alles eerlyk werk". „Zoo. is dat de zaak?" zei Rood-nek. „Wanneer heb je die mooie taxi ge kocht?" ..'s Avonds laat Vrijdag". „Wel, sapperloot, dat is juist de nacht van de misdaad!" riep Rood-nek triom fantelijk uit. „Zoo zijn wy gauw met je klaar". „Ik kocht de taxi Vrijdagavond om streeks elf uur. juist nadat ik een con cert had bügewoond". zei Ben. De groote man achter den lessenaar lachte hartehjkeen lach, die tege- lyk een uittarting leek. „Waar kocht je ze voor? Om er in te zingen?" „Neen", antwoordde Bern beseffende, hoe gek het klonk. „Ik kocht ze om een jonge dame naar huis te brengen .(Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6